Vastere stem ml bh g ter beurse»
PAARDENFOKKERIJ
DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH
Goud in die Wildernis
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 2 MAART 1940. N®. 53.
Financieel economisch weekoverzicht.
De banken maken wat betere zaken. Jaarverslag
Nederlandsche Ford zeer gunstig. Industrieele
productie in Amerika nog dalende.
De stemming ter beurze is deze week
iets gunstiger geweest dari in de vooraf
gaande periode, een verschijnsel waartoe
zonder twijfel ook de omstandigheid heeft
medegewerkt, dat het koerspeil in het al
gemeen laag kan worden genoemd. Als ge
volg daarvan zjjn de risico's van het aan-
deelenbezit op het oogenblik niet hoog te
achten en indien de omstandigheden eeni-
germate, verbeteren ziet men dan ook al
spoedig een lichte stijging van het koers
peil. Het rendement voor de meeste fondsen
steekt niet onbelangrijk uit boven dat van
obligaties, hoewel ook dit laatste geduren
de de achter ons liggende oorlogsmaanden
vrij belangrijk is gestegen. Het is nog niet
lang geleden, dat men voor prima beleggin
gen een rente maakte van 3% terwijl
thans de 33% staatsleening een rende
ment afwerpt van 4% Bij de aandeelen
is het rendement, zooals gezegd, over het
algemeen nog hooger. Zoo noleeren aan
deelen Twentsche Bank op het oogenblik
92%een koers, die stellig niet hoog kan
worden genoemd, ook al houdt men er re
kening mede, dat zoo juist een dividend is
aangekondigd, dat een vol procent beneden
dat van het vorige jaar blijft, nl. 4% te
gen 5% Geruimen tijd zijn bankaandee-
len weinig gezocht geweest, omdat de ren
testand zoo laag was en de verschillende af-
deelingen van het bankbedrijf een sterke
inkrimping hebben ondergaan. Zoo \yas er
op" emissiegebied geruimen tijd zeer wei
nig te doen, terwijl ook de eredietver-
leening tot een minimum was ingekrompen.
In dit laatste is thans wel eenige verbete
ring gekomen en de toenemende bedrijvig
heid op industrieel gebied hier te lande,
vooral met het oog op de productie van
oorlogsmateriaal en andere regeeringsbe-
stellingen heeft er toe geleid, dat er weder
in toenemende mate van bankcrediet ge
bruik wordt gemaakt. Hoewel de liquiditeit
van tal van ondernemingen vrij behoorlijk
is, werd een deel van de vlottende midde
len toch vastgelegd in de aanschaffing van
nieuwe machines enz. Hierdoor moeten de
banken thans nu en dan bijspringen, in tij
den van plotseling opkomende geldbehoefte.
Daar ook de rentestand hooger is gewor
den, maken de banken dus in het algemeen
iets betere zaken. Ook met de financiering
van de behoeften der Schatkist wordt we
derom een redelijke winst gemaakt, terwijl
er nog geen jaar geleden voor uitzettingen
op korten termijn slechts een rente van een
fractie van een procent kon worden ge
maakt.
Van de verschillende afdeelingen der
beurs kwamen enkele industrieele fondsen
op hooger niveau, o.a. aandeelen Philips,
die van 11314 tot 117 konden verbeteren.
Het uitvoercijfer van radio-artikelen over
de afgeloopen maand gaf een stijging te
zien tegenover December, en wel van
2.544.000 in December tot 2.934.000 in Ja
nuari. Weliswaar blijft dit cijfer niet on
belangrijk beneden dat van Januari 1939
(3.435.000), maar de oorlogsomstandigheden
beinvloedden het bedrijf reeds sinds Sep
tember van het vorige jaar. Verder kon Uni
lever ruim 1 verbeteren en Aku ca. 214
Toch was het uitvoercijfer van kunst
zijde in Januari niet bijster gunstig. Het
bleef nl. vrij belangrijk beneden dat van
December en bedroeg 706.000 tegen
839.000 in December en 715.000 in Janu
ari 1939.
Aandeelen Nederlandsche Ford bleven
zich vrijwel op hetzelfde niveau bewegen,
vermoedelijk, omdat het dividend van 20
onveranderd bleef tegenover het vorige
jaar. Toch was het jaarverslag zeer bevre
digend. Men is van deze maatschappij nu
eenmaal gewend, dat haar dividendpolitiek
aan den zeer conservatieven kant blijft.
Men heeft dit vooral gedurende de crisis
jaren kunnen ervaren, toen de winsten wel
iswaar kleiner waren, maar toch altijd
ruimschoots voldoende om behoorlijke divi
denden te betalen. In dien tijd werden de
winsten echter grootendeels gebruikt voor
het opbouwen van groote reserves. Nu de
uitkeeringen de laatste jaren op een be
langrijk hooger niveau zijn gekomen, acht
het bestuur het blijkbaar niet noodig orr
tot een verdere verhooging van het divi
dend over te gaan, ofschoon de winst bijna
verdubbeld is. De winst- en verliesrekening
geeft weliswaar een winstcijfer aan van
911.134 tegen vorig jaar 779.402 maar
dit resultaat werd bereikt, nadat reeds op
de winst- en verliesrekening 700.000 was
afgetrokken voor de vorming van een be-
drijfsreserve, zulks in verband met de
logsomstandigheden en de onzekerheid met
betrekking tot de te betalen belasting, nu
de winstbelasting in de plaats zal treden
van de dividend- en tantiemebelasting. Het
is dus mogelijk, dat een deel van deze re
serve zal moeten worden aangesproken
voor de betaling van meer belasting. In ver
band met de sterke reserveering en ook
door andere oorzaken is de kaspositie van
het concern nog weer ruimer dan het vo
rige jaar. Bij een kapitaal plus reserve van
4millioen, bedragen de beschikbare mid
delen niet minder dan 3,70 millioen. In
verband hiermede en tevens met het oog
op de verdere versterking van de winstca
paciteit lijkt dus een dividend van 20
ook voor het loopende jaar vrijwel verze
kerd.
Aandeelen Koninklijke zijn in de afgeloo
pen week ook eenige procenten gestegen.
Wij hoorden dat het buitenlandsch aanbod
voor het oogenblik heeft opgehouden, hoe
wel men wel rekening houdt met de moge
lijkheid, dat dit in de toekomst weer kan
worden hervat, nu Engeland zich gereed
maakt om een deel van het buitenlandsche
fondsenbezit te realiseeren.
In cultuuraandeelen was de stemming
eveneens vaster, althans voor H.V.A. die ca.
8 verbeterden. Overigens waren suiker-
aandeelen vrijwel prijshoudend, daar de af
zet van Javasuiker op het oogenblik min
of meer stagneert. De reden daarvan is, dat
Britsch Indië de beschikking krijgt over de
nieuwen oogst en dus voorloopig geen in-
voerbehoefte heeft. Ook Japan is als koo-
per uit de markt gebleven, naar men zegt,
in verband met transfermoeilijkheden. Men
verwacht evenwel, dat de afdoeningen van
Javasuiker binnen afzienbaren tijd weder
zullen worden hervat. Er is trouwens reeds
een belangrijk kwantum van den nieuwen
oogst voorverkocht. Rubberaandeelen had
den een tamelijk vlak verloop en hoewel
er in het algemeen goede winsten worden
gemaakt, wordt de koersstijging tegenge
houden door de verwachting, dat de rub
bermaatschappijen in Indië O. W. belasting
zullen moeten betalen. In het algemeen
mag men verwachten, dat de oorlogswinst,
voor' zoover die kan worden vastgesteld
voor ca de helft in de Schatkist zal vloeien.
De heffing van de O. W. belasting is nl.
35 Over dit gedeelte zal geen vennoot
schapsbelasting behoeven te worden be
taald. Wel over de resteerende ?5 Houdt
men hiermede rekening, dan zal dus de ge
middelde heffing van de beide belastingen
omstreeks 50 bedragen. Van de gewone
winst, die dus niet onder de O. W. belas
ting valt moet natuurlijk vennootschapsbe
lasting van 25 eveneens worden betaald.
Scheepvaartaandeelen waren iets beter
gestemd, vooral gedurende de laatste da
gen. Hoe onveilig de toestand voor de
scheepvaart voor het oogenblik ook is, men
overweegt wel, dat zulks reeds in ruime
mate in den koers is verdisconteerd, zoodat
er nu en dan eenige vraag optreedt. Wij
hebben er als meer opgewezen, dat Paket-
vaart Mij. weinig last ondervindt van de
belemmeringen van de vaart en deze aan
deelen zijn dan ook wederom met 6 ge
stegen tot 192.
Uit Amerika luiden de berichten nog niet
bepaald opwekkend. Weliswaar werd er
melding gemaakt van een lichte stijging
de staalorders, maar de productie is eerder
verder ingekrompen. Ook de algemeene in
dustrieele productie is nog altijd dalende.
Goede winsten maken intusschen de vlieg
tuigfabrieken. Zoo werd er melding ge
maakt van het winstcijfer van de Lockheed
Aircraft, dat neerkomt op 4.05 per aan
deel. Ten opzichte van verleden jaar betee-
kent dit een stijging van niet minder dan
610 De American Rolling Mills maakte
een winst van 4.01 millioen tegen een net
toverlies van 1.30 millioen het vorige
jaar. Men ziet dus, dat de financieele re
sultaten over het algemeen nog zeer bevre
digend zijn.
Hieronder volgt een overzicht van liet
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 100%, 100
4 Nederland 1940 II, 97%, 95%, 95
96% (niet officieel)
Koloniale Bank 161%, 163%, 162, 163
Unilever 90%, 92%, 92
Philips 113%, 115%, 113%, 117%, 117
Kon. Petroleum 244%, 242%, 251, 250%
Amsterdam Rubber 188, 189%
Deli Bat. Rubber 150%, 152%, 149%
H.V.A. 385, 393
Deli Batavia Mij. 124, 124%, 121
Senembah 136%, 133%, 134%
Deli Mjj. 179% 178, 178%
OPLEVING IN DEN
HENGSTENHANDEL.
(Van onzen
deskundigen medewerker).
Men wordt het ook dezer dagen weder
gewaar, dat de barré winter niet aanlok
kelijk is geweest om groote reizen te ma
ken, vandaar dat sinds de najaarskeurin
gen zoo goed als geen hengsten werden
verkocht. Dezer dagen is hierin echter een
wel zeer radicale verandering ten goede
gekomen, en heeft zich een zeer levendi-
gen handel in hengsten ontwikkeld, waar
van de symptomen reeds op de centrale
keuring te Goes duidelijk merkbaar waren.
Naar wij vernemen zijn de navolgende
hengsten verkocht: Lianus K 1911. van
H. Kerckhaert te Breda, aan Jos F. de
Waal te Ossenisse; Clairon van de Een
dracht K 1918. van Kerckhaert en De
Maat te Stoppeldijk, aan H.V. „Wieringer-
meer"; Marnix d'Ahea 86010, van A. X.
Aernaudts te Sluis, naar Numansdorp;
Siegfried 86887, van Alph. Mangnus te
Boschkapelle, aan Simon Brouwer te
Heenvliet; Dudok 87542, van A. J. v. d.
MeulenBecu e.a te IJzendijke, aan D. J.
den Hartog Jager te Herveld en H. Herm-
sen te Nijmegen; Erik 89671, van F. D'
Hoore te Sluis, aan Gebrs. de Bruin te 's-
Gravendeel; Jasper 89879, van P. J. J. v. d.
Voorde te Walsoorder aan de wed. H.
Bonte te Koewacht; Jan van Schenge
88008, van Kerckhaert en De Maat, aan
Gebrs. Blom te "Herwijnen (Geld.); Dra
gon van Princes 86099, van S van Hoeve
Fzn. te Axel, aan II. Frieling te Baflo
(Gron.); Leon van Eva K 1928, van Jos.
F. de Waal te Ossenisse, aan wed G. Je-
ronimus te Hoedekenskerke; Elegant van
Veldzicht K 1868, van Joh. de Feijter te
Schoondijke, aan G. v. d. Meijde te Oos-
terwjjtwerd't Zandt (Gron Clairon
van Ilerseur K 1819, van Gebrs. Daelman
Jzns. te Westdorpe, naar Noord-Brabant;
Walter van het Paviljoen K 1893, van P.
J. de Milliano e.a. te Oostburg, aan A.
van Bergen te Zevenhuizen; Avenir van
Anthonia Hoeve K 1796. van Kebckhaerdt
en De Maat, aan Gebrs. Smits en Kluif -
hooft te Strijen; Artist van de Spaansche
Zee K 1785, van C. van Oeveren "te Nieu-
werkerk, aan Gebrs. De Jong te Alphen;
Albion K 1730, van H.V. „Eendracht" te
Groede, aan Jac. Langebeke te Heinkens-
zand; Clairon van Hooghuis K 1789, van R.
Bulthuis te Den I-Ioorn-Leens, aan HV.
„Eendracht" te Groede; Dragon S9S87, van
J. Missu te Zaamslag, geruild tegen Her-
seur van Zaamslag K 1838, van W. Peters
te Echt (Limb.); Lion S3190, van Gebrs
van Campen te Graauw, aan Gebrs. David
te Sluiskil—1Terneuzen, en Floran K 1803.
Duizenden Australiërs komen naar Europa,
@m aan de zijde der Geallieerden te vechten,
(Van onzen correspondent)
PARIJS, eind Februari.
Australiërs hebben den naam van gast
vrij te zjjn, met een gemoedelijk en joviaal
karakter, en afgaande op de indrukken
welke de vertegenwoordiger der Australi
sche regeering te Parijs bij mij opwekt, on
derschrijf ik deze uitspraak gaarne ten
volle; de eenvoudige, sportieve vijftiger, te
genover wien ik mij bevind, hier in zijn
groote werkkamer in de nabijheid van de
Opéra, is inderdaad de gemoedelijkheid
zelve, en is aanstonds bereid mij te woord
te staan.
Niettemin bevindt Luitenant C. H. Voss
zich reeds 27 jaar in Frankrijk, en is naar
zijn eigen zeggen, welhaast evenzeer
Franschman als Australiër; oud-strijder en
piloot uit den wereld-oorlog en gehuwd
met een Frangaise, beschouwt deze in we
zen typische Australiër „la belle France"
inderdaad als zijn tweede vaderland; en
overigens: zijn oudste zoon, eveneens ge
trouwd met een Fransche vrouw, even
eens piloot in deze stormdagen, dient op
zijn beurt de zaak der vrijheid., bij de Royal
Air Force, „ergens in Frankrijk"
De geschiedenis herhaalt zich
„Bij alle verschil tussehen de twee oor
logen zoo zegt luitenant Voss, kan men in
derdaad, in menig opzicht, spreken van een
herhaling van den gang van zaken
„Hoe ging dat destijds toe met de Aus
traliërs, kunt U mij niet iets vertellen uit
dien tijd? Op welk moment vertrokken de
Australische hulptroepen in die dagen, en
welke rol speelden ze?"
„Het eerste contingent vrijwilligers, toen
tertijd. vertrok op den eersten November
1914 uit Australië en arriveerde den vijf
den December in Egypte; enkele maanden
later ontscheepten deze Anzacs Austra
lian New Zealand Army Corps zich aan
de Dardanellen (25 April 19)5), om na ver
loop van tijd opnieuw naar Egypte terug
te keeren ter verdediging van het Suez-
kanaal, en om kort daarop de campagne te
beginnen, in Mesopotamia.
In het jaar daarop, in 1916, vertrok op
nieuw een contingent van vijf divisies uit
Australië, met bestemming ditmaal naar
Frankrijk; ze leverden spoedig slag bij
Flembaix, Pozières en Thieval, terwijl in
Maart 1917 deze keurtroepen van zich de
den spreken bij Péronne, Lagincourt, Wjjt-
schaete en Passchendaelehet aantal Aus
tralische vrijwilligers in dat jaar, op Fran-
schen bodem, bedroeg 350.000.
De groote overwinning der Australiërs
voltrok zich in Maart 1918, toen, ten over
staan van den Duitschen opmarsch, onze
troepen een tegenaanval inzetten bij Vil-
lers-Bretonneux en er den vijand gedeci
deerd versloegen; |iet herinneringsmonu
ment te Villers-Bretonneux werd, in bijzijn
van Koning George VI. ingewijd in Juli
1938.
Op het tijdstip dat de wapenstilstand
werd gesloten, bevonden er zich 400.000
Australische vrijwilligers in Frankrijk,
waarvan 330.000 rechtstreeks uit hun va
derland waren gekomen. Helaas keerden
velen daar niet weer; het Australische le
ger verloor in de jaren 1915—1918 63 000
i aan dooden en 167.000 man aan ge
wonden, zoodat de grootste helft van mijn
landeenooten buiten gevecht werd ge
steld."
•an H. J. Aernaudts te Sluis, naar Gel
derland.
Wij hoorden dat nog meerdere hengsten
zijn verkocht, en dat er thans schot in
zit, blijkt wel uit bovenvermelde opgaaf,
terwijl de prijzen zeer bevredigend schijnen
te zijn.
Wie thans nog een hengst moet aankoo-
pen, raden wij aan niet te lang de kat
uit den boom te kijken, daar het anders
wel eens geld kan kosten, terwijl ook de
besten er uit gaan.
„Mijn Australische vriend Frank verze
kerde mij zoojuist, dat de Australiërs tot
de beste imperiale troepen worden gere
kend, en derhalve steeds als stoottroepen
fungeeren; één Australiër, zoo zegt hij,
staat namelijk gelijk met twee vijanden...
Ik vrees echter dat Franky wel een beetje
last heeft gehad van chauv.nisme..."
Oud-strijder luitenant-piloot Voss glim
lacht.
En toch zit er veel waarheid in die
woorden; luister naar wat Captain Liddell
Hart zegt in zijn boek Defence of Britain:
„tijdens den laatsten oorlog bestonden de
stoottroepen van het Britsche leger, op alle
slagvelden, dikwijls uit Australiërs, en het
is noodzakelijk hierbij de nagedachtenis te
eeren van Generaal Monash, die destijds
d.t schitterende leger commandeerde."
„En Uw landgenooten van heden zijn
voornemens deze reputatie te handhaven?"
„Wel, met het voorbeeld van hun voor
gangers voor oogen, hebben zich momen
teel reeds duizenden leden van het Austra
lische vliegercorps in Engeland ontscheept;
ze staan onder bevel van Colonel Delarue,
in wiens naam overigens reeds zijn afstam
ming is vervat. Ik geef U de verzekering,
dat onder de bekwame leiding van dezen
oudstrijder uit den Wereldoorlog, onze man
nen met verbetenheid zullen vechten."
„En met betrekking tot het huidige ex
peditie-leger, kunt U mij hier mogelijk
eenige cijfers verstrekken?"
„U zult begrijpen, dat in dit opzicht van
confidenties geen sprake kan zijn; noch de
juiste sterkte, noch de data van vertrek en
aankomst van het Australische leger, kan
ik U om voor de hand liggende redenen
noemen. De leiding van het Australische
korps berust bij Luitenant-Generaal Sir
Thomas Blarney; Sir Blarney is een zeer
populair en energiek soldaat; tijdens den
wereldoorlog maakte hij deel uit van den
Staf van den toenmaligen bevelhebber: Sir
John Monash, en deed, hij van zich spreken
bij de veldslagen aan de Somme."
Het gesprek komt dan nogmaals op de
aviatiek, waaraan de heer Voss zijn hart
heeft verpand. Hij vertelt me van de Royal
Air Force, en van de verscheidene Austra
liërs die reeds den heldendood stierven tij
dens luchtgevechten.
„Zij stierven voor de vrijheid, aldus be
sluit mijn zegsman, niet slechts voor de
vrijheid van Europa, maar voor d'e van de
geheele wereld; em het is ter verdediging
van die vrijheid eveneens, dat op dit mo
ment het Fransche en het Britsche rijk nog
slechts één geheel vormen. Het is hierdoor
dat de overwinning volkomen zeker is: de
ontzagliike materiëele kracht der Gealli
eerden, de macht van hun vliegwezen
welke ik van het hoogste belang acht voor
het beëindigen der vijandelijkheden ge
voegd bij hun beheersching der zeeën, zul
len uiteindelijk de beslissing brengen."
(Tot zoover deze uiteenzetting van den
Australischen vertegenwoordiger te Parijs.
Zooals bekend zijn inmiddels Australische
e)i Nieuw-^eelandsche troepen aangeko
men in de Suez-kanaal-zóne en in Pales
tina. Red.).
JONGSTE BEDIENDE VERDUISTERDE
500.—.
Woensdagmiddag moest de zestienjarige
jongste bediende van een effectenkantoor
te Amsterdam tweeduizend gulden van een
bank halen. Toen de jongen het geld had
geïncasseerd en het later nog eens natel
de, was hij in de meening dat men hem
2500.had uitbetaald. Hij besloot de vijf
honderd gulden, welke hp teveel had ont
vangen, zelf te houden. Later bleek ech
ter, dat de jongen verkeerd geteld had. Hij
had inderdaad het juiste bedrag en niet
vijfhonderd gulden teveel ontvangen. Daar
hij verzekerde niet meer dan hetgeen hij
meebracht te hebben gekregen, stelde de
politie een nader onderzoek in. Bij fouil
leering vond men het tekort op hem.
Naar het Engelsch van
O. VANDERBELT Jï.
17).
Jim keek op haar neer en stond verbaasd
over de teedere uitdrukking, die op haar
gelaat verschenen was. En hij dacht bij
zichzelf, dat hij, zelfs al zat er goud in dit
nol, toch nog liever de gouden haren van
Mimi zou hebben, als Mimi maar zoo lief
en aardig was, als ze er nu uitzag. Hij stond
op en zei: „Kom, Mimi, in elk geval is on
ze tocht belangwekkend genoeg geweest.
Laten we nu maar afdalen en voor wat
eten zorgen. Als we daarmee klaar zijn, zal
ik nog wel eens gaan rondkijken".
Ze zochten een plekje op, waar ze het
graf op de heuvelhelling niet konden zien.
Jim leerde Mimi hoe zo een ongevaarlijk
vuurtje aanleggen en hoe ze beslag moest
maken, voor nouthakkerspannekoeken. En
terwijl ze bezig was met bakken, ging hij
zitten visschen en had binnen enkele minu
ten meer forellen beet, dan ze konden op
eten.
Als het hier al geen goudmijn is, dan is
het toch een zilvermijntje!" riep hij, zpn
vangst omhooghoudend. „Zoo'n goed plekje
om te visschen heb ik nog nooit gevon
den".
„Dan moest je, al was het alleen daar
voor, hier een „claim" vestigen", riep Mi
mi lachend en terwijl ze gezellig zaten te
eten zei ze opeens: „Je moest dit plekje in
elk geval in bezit zien te krijgen, Jim".
„Waarvoor?" vroeg hij met opgetrokken
wenkbrauwen.
„Doe het nu maar alleen, omdat ik het
je vraag", drong ze aan, trachtend haar
stem schertsend te doen klinken. „En noem
het dan naar mij. 't Is 'n „mislukking"
net als ik". Ze had het druk met haar pan
nekoeken in de pan om te keeren en durfde
Jirn niet aankijken. En toch had ze hem
wel willen toeschreeuwen: „Neem dit plek
je in bezit, Jim, omdat ik hier ben gaan
voelen, hoe lief ik je heb! Ik heb je ief,
Jim, ik heb je zoo lief! Och, wat ben ik
toch een domkop geweest!"
Haar afgewende gezicht en de hoog-
roode kleur op het gedeelte van haar wang,
dat hij nog zien kon, waarschuwden Jim.
Was het tooneelspel? Hoorde het bij het
spelletje, dat ze nu de laatste twee dagen
aldoor al gespeeld had? Als hij zich nu liet
verteederen en haar ver-telde, dat ze geen
mislukking, maar een schat was, zou ze
hem dan niet uitlachen? Mimi Jamieson
weet haar man altijd te pakken te krijgen,
net als de Bereden Politie? Dat had hij haar
eens hooren zeggen. Houd je dus bedaard,
Jim!
Hij stond glimlachend op. „Uitstekend,
jonge dame, ik zal een „claim" indienen
voor de Mimi-Mijn. Bak je nog een stuk
of vier pannekoeken voor me? Je bent. als
pannekoekenbakster, in elk geval géén mis
lukking!"
Mimi kreeg tranen in de oogen, toen ze
vet in de koekepan deed. „Maar wat ver
wachtte ik nu eigenlijk?" vroeg ze zichzelf
af. „Wat kan ik ooit van Jim verwachten?
Ik heb alles gedaan, wat ik maar kon, om
zijn minachting te wekken". Ze deed beslag
in de pan. Doch Jirn zou zijn tweede portie
pannekoeken niet krijgen. En Mimi zou
geen tijd hebben, ze te bakken. Want. toen
•Tim aan de opening van het hol kwam, na
dat hij de noodige merkpaaltjes in den
grond geslagen hadr keek hij over de rivier-
heen. En wat hij zag, deed hem een
Het leven kan zoo stralend zijn als
een diamant maar is altijd broos
als een vensterruit.
schreeuw van schrik geven. Want tgeen
den baluwen hemel zag hij witte wolken
omhoogstijgen, het zekere teeken, dat daar
onder een helsch vuur aan het woeden was.
„Brand. Mimi!" riep hij. „Boschbrand!
Gauw! Gooi alles in de schuit!" Hij daalde
roekeloos snel omlaag. „Er is boschbrand
tussehen ons en Lone Island in en het vuur
komt snel dezen kant uit. Als we midden
op de rivier blijven, kunnen we er nog mis
schien wel doorheen komen".
„Waarom moeten we er doorheen?" vroeg
ze. „Waarom kunnen we niet stroomop
waarts gaan?"
„Daar heb jij geen verstand van!" ant
woordde hij, terwijl hij hun vuurtje met
zand doofde. „Ze zullen mij en mijn vlieg
tuig hard noodig hebben. Hier in deze stre
ken zijn we allen brandweerlui".
Toen de ankers waren opgehaald en de
lompe schuit midden op stroom lag, ver
kondigde een naargeestig gesputter van
den motor, dat er iets niet in orde was en
even later stond de machine stil. Jim riep
Mimi toe, dat ze goed koers moest houden,
ging haastig naar de scheepskist, en haalde
daaruit een ding te voorschijn, dat Mimi
nog nooit gezien had. Het was een stroom-
zeil. „We hebben den wind pal tegen", ver
klaarde hjj haar, „maar we hebben den
stroom mee. Elephantine is te log om te la-
veeren, dus hebben we niets aan een fok
Maar hiermee zal het wel lukken".
Hjj rolde een groote lap zeildoek uit, ver
zwaarde die met stukken steen aan de bei
de hoeken, bond het eene eind aan de lage
reeling ongeveer middenscheeps vast en
liet het geheele geval over boord zakken.
Daarna bracht hij de lijn, die aan den an
deren hoek van het zeil zat, naar den over
kant van de schuit en maakte die daar ook
aan de reeling vast. Zoo hing het stuk zeil
verticaal in het water omlaag onder de
schouw en diende aldus in het stroomende
water als een zeil, dat de schuit met bijna
dezelfde snelheid, als de stroom zelf had,
meesleurde. Elephantine voer nu vrij vlug
over de zilveren wateroppervlakte door 't
goudgroene licht van den laten namiddag.
Mimi zou de onzagwekkende schoonheid
van die reis, waarop ze dood, teleurstelling
en het plotselinge bewustzijn van haar lief
de en ellende achter zich liet en een onge
kend gevaar tegemoet voer, nooit vergeten.
Terwijl ze voorop den boeg stond en haar
riem hanteerde, was het haar. of het leven
stilstond, opdat zij dit oogenblik toch maar
in volle intensiteit zou kunnen beleven. In
heel haar verleden had ze nimmer iets der
gelijks ondervonden, en in de toekomst zou
wel nooit iets de angstige opgewondenheid
van dit moment kunnen evenaren.
Haar stadsleven, met zijn weelde en vroo-
lijkheid, was mïllioenen mijlen ver weg. De
wateren van Palm Beach en Miami hadden
niets met dit water hier gemeen. En ten
slotte en dat was het meest tragische en
eenig belangrijke geen man ter wereld
was zoo als Jim! En hij was, wat haar be
trof, millioenen mijlen van haar verwijderd.
Ze keerde zich om en glimlachte. Als ze
hem alleen maar zag, voelde ze zich minder
eenzaamen des te ellendiger.
„Let opwielingen!" riep Jim waar
schuwend. En weer nam Elephantine de
witschuimende stroomversnellingen als een
kranige, maar waggelende oude dame. Mi
mi was nu niet meer angstig. Met stevig,
wjjd geplante voeten, hanteerde ze haar
riem als een bekwame rivierschipper.
„Dat ging hard!" riep Jim, toen ze voor
uitgleden in rustiger water. „Dat heb je
uitstekend gedaan!"
„Dank je", schreeuwde Mimi terug. Maar
meteen hield ze den adem in. Want de
schouw was een bocht van den hoogen rot-
sigen oever omgevaren en voor haar uit
zag ze roodgloeiende struiken van 't bosch
In angstig schreeuwende zwermen vlogen
de vogels over haar hoofd heenin doods
angst renden allerlei dieren langs de oevers
of sprongen wild in het water, om bun ge
schroeide flanken af te koelen Mimi zag
elanden, rendieren, lynxen, konijnen, vrien
den en vi.janden dooreen, vluchten uit holen,
die niet langer veilige schuilplaatsen waren.
Brandende takken vielen gevaarlijk dicht
bij de schijnbaar voortkruipende schuit in
het water. Jim hield zooveel mogelijk koers
op het midden van den stroom en wrikte
krachtig met zijn riem om de vaart te ver-
grooten en zoo spoedig mogelijk op het
meer te komen, waar de veiligheid zooveel
grooter was. Het gebrul der vlammen langs
den oever der rivier geleek op het ronken
van duizenden vliegtuigmotoren en het
bruischen der stroomversnellingen van hon
derden rivieren. Mimi keek scherp uit naar
brandende takken. Ze trachtte niet te den
ken, maar te handelen. Ze moest er niet
aan denken, dat Jim zich daarin zou wa
gen, om die hel te bestrijdenzelfs niet
van uit de lucht. Hoe laag zou hij daarvoor
niet moeten vliegen? Als die verraderlijke
wind eens een brandenden tak ver genoeg
omhoog slingerde om zijn vleugels
Neen, ze moest er niet aan denken! Ze
moest handelen! Daar was een tak... daar
nog eendaar een konijn, dat zich
zwemmende trachtte te reddenArm
dier! De rook was verblindend en verstik
kend.
(Wordt vervolgd).