SINATRAN
KRONIEK VAN DEN DAG
Goud in de Wildernis
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 1 MAART 1940.
No. 52.
Engeland, de Joden, de
Arabieren en de Volkenbond.
In dezen tijd heeft bijna niets de belang
stelling van de menschheid als het niet in
verband staat met den oorlog. Dit is geen
sensatiezucht, maar een uitvloeisel van het
besef, dat de belangen der geheele mensch
heid bij dezen oorlog betrokken zijn. En
dat nu dezer dagen in het Britsche Lager
huis een fel debat is gevoerd over Pales
tina, is zeker niet alleen vanwege de aan
leiding hiertoe op zichzelf, maar mede van
wege de gevolgen, die dit kan hebben voor
Engeland en voor Engeland's oorlogvoe-
ring.
De Britsche regeering heeft besloten den
verkoop van land aan Joden in Palestina
te reglementeeren. Dit komt wij schre
ven het gisteren reeds neer op een be
perking van dezen landverkoop, en het is
waarschijnlijk te beschouwen als een toe
geven aan druk van Arabischen kant.
Engeland zit met Palestina wel eenigs-
zins in zijn maag. In den vorigen oorlog had
John Buil het geld der groote Joodsche
bankiers noodig en het kreeg dit. Daarte
genover stond de belofte, dat Palestina het
„Nationale Joodsche Tehuis" zou worden.
Daartegenover stond echter nog iets an
ders: kolonel Lawrence, de geheimzinnige
Engelschman, die „de ongekroonde koning
van Arabië" werd genoemd en een buiten
gewonen invloed op de Arabieren had, wist
deze over te halen tot opstand tegen de
Turken in den vorigen oorlog de bond-
genooten van Duitschland o.m. tegen de
belofte van grooter zelfstandigheid en van
steun tegen den Joodschen invloed in Pa
lestina. Het schijnt, dat Lawrence tot deze
toezegging gemachtigd was door de regee
ring te Londen. En het moet voor hem een
enorme teleurstelling zjjn geweest toen Lon
den zijn belofte niet nakwam. De „Balfour-
declaratie" inzake de stichting van een
Joodsch Nationaal Tehuis stond hieraan in
den weg. Londen wilde de kool en de geit
sparen. Palestina, nabij het Suez-kanaal,
was een te belangrijk gebied om er vijan
den te hebben. Als Palestina inderdaad
Joodsch zou worden, zou Engeland niets te
vreezen hebben van dien kant. Maar sinds
den wereldoorlog is er een steeds groeiende
eenheid in de Arabische wereld, en in de
Mohammedaansche wereld in het algemeen,
merkbaar, waardoor Engeland er huiverig
voor werd om den Arabieren voor het hoofd
te stooten.
In 1919 verleende de Volkenbond aan
Engeland het mandaat over Palestina. Lon
den zou over zijn beheer verantwoording
moeten afleggen tegenover den Volken
bondsraad. Van een dergelijke verantwoor
ding is in de praktijk echter maar bijster
weinig gekomen, ook niet toen in 1936 de
troebelen in Palestina uitbraken, die dui
zenden menschen het leven kostten en mil-
lioenen ponden sterling schade veroorzaak-:
ten.
In 1937 werd de commissie-Peel benoemd
ter oplossing van het Palestjjnsche pro
bleem. Wat moest er gebeuren met het be
loofde land, dat thans door de Engelschen
aan verschillende partijen was beloofd?
De commissie kwam tot het plan om Pa
lestina in drie deelen te splitsen, een Ara
bisch, een Joodsch en een stuk, dat onder
mandaat van Engeland zou blijven. De Jo
den en de Arabieren verklaarden zich on
middellijk hiertegen. De eersten wezen er
op, dat hun méér beloofd was; de anderen
verklaarden hetzelfde en ontkenden bo
vendien elk recht van de Joden om zich in
Palestina te vestigen. Het Britsche parle
ment nam het plan der commissie-Peel aan;
zelfs werd het aan de mandaatscommissie
van den Volkenbond voorgelegd, die het
ook aannam. En daar bleef het bij. De op
stand der Arabieren werd steeds erger.
Engeland zpnd zijn „terreur-specialist",
Togart naar Palestina, die meteen krach-
Hei Nederlandsche Levertraan-preparaat
tteS don smack èn de Vitaminen van Sinaasappel,
maakt Uw k.nderen minder vatbaar voor kouvSttcn
200 '■°s t
Fabr.N.V. Handelsver. A. J. ten Doesschate - Zwolle
(Ingez.
Naar het Engelsch van
C. VANDERBELT Jr.
16).
Maar ze moesten beiden lachen en hadden
plezier in het spel, dat opeens zoo'n aardig
spelletje scheen te zijn geworden, zooals de
hgele dag en de zon en de stevige bries, die
geregeld uit het Zuiden woei, heerlijk wa
ren. Die bries blies hun Chineesche zeil op,
tot het bol en strak stond. Hij dreef Ele
phantine II voort, als was het een boot uit
de J-klasse, die Mimi, volgens Jim, niet kon
besturen. En eindelijk dreef hij de boot een
meertje op, dat aan de eene zijde werd be
grensd door een steilen, rotsigen oever waar
witte berken bovenop groeiden.
„Daar is dat berkenboschje!" riep Jim
triomfantelijk. „En dóór", wees hij op een
smalle kloof in den grauwen rotswand,
„daar heb je het hol, dat op mijn Indiaan-
sche landkaart staat aangegeven als de
plaats, waar Nanna Byon en de Beer den
heelen winter door slapen".
Mimi zwaaide opgetogen met haar riem
en sprong aan wal, om het lichte anker vast
te zetten, terwijl Jim met zware anker
overboord liet plompen van den achterste
ven. En trillend van spanning als een echte
goudzoekster bleef ze staan wachten, tot
Jim de rots had beklommen. Slechts één
enkel oogenblik, toen ze hem daarboven zag
wankelen, voordat hij zijn evenwicht ge
heel gevonden had kwam de gedachte bij
haar op, dat ze nu kon vluchten; ze kon de
tige maatregelen nam. De huizen, van
waaruit opstandelingen afkomstig waren,
werden in brand gestoken, later de dor
pen, waar opstandelingen woonden of gast
vrijheid hadden genoten.
Er vloeiden stroomen bloed in Palestina.
Om de oude stad van Jeruzalem had een
halve veldslag plaats. Maar Togart slaag
de: hp onderdrukte den opstand. De wereld
wist tenminste niet beter. De journalisten
verdwenen uit Palestina en de krantenle
zende menschheid vergat den strijd om het
beloofde land.
Intusschen schijnt het daar toch niet pre
cies volgens den wensch van Londen te ver-
loopen, want het hier genoemde verkoop
verbod is duidelijk een gevolg van de onte
vredenheid der Arabieren.
En ook in dezen oorlog is het Engeland
veel waard om in Palestina en in de
Arabische wereld in het algemeen geen
tegenwerking te hebben. Natuurlijk zjjn de
Joden ontevreden. Zij hebben reeds gepro
testeerd. Maar Londen trekt zich daarvan
.minder aan dan den vorigen keer, want de
Joden zullen thans in geen geval de te
genstanders der Geallieerden helpen!
Zoo heeft Engeland het klaarblijkelijk
verstandig geoordeeld wat toe te geven aan
Arabischen druk. Dit is gebeurd buiten den
Volkenbond om. Dé leider van de oppositie
der Britsche Arbeiderspartij, Attlee, zag
hierin aanleiding voor groot wantrouwen
in de Engelsche regeering, Volgens hem
heeft dit optreden in breeden kring het ge
voel gewekt, dat Engeland het gezag van
den Volkenbond en het internationale recht
ondergraaft.
De Engelsche minister van koloniën ant
woordde, dat er geen tijd was om den Vol
kenbond te raadplegen.
Hieruit is te lezen, dat Engeland op kor
ten termijn maatregelen moest nemen
Naar buiten is echter in de laatste maan
den niets gebleken van grootere onrust in
Palestina. Wat niet zeggen wil, dat die er
niet is! 1-Iet schijnt, dat de groote inspan
ning van Engeland in het Westen tenge
volge heeft, dat het op bepaalde andere
plaatsen niet zooveel weerstand kan bieden
als vroeger. China was er het eerste vc
beeld van en nu komt Palestina. Het wordt
voortdurend beter zichtbaar, dat deze oor
log de politieke constructie van de wereld
op. haar grondvesten doet schudden.
Eden keert zich fel tegen het
nationaaï-socialistische stelsel.
TOEN HITLER NOG EEN BOL
WERK VORMDE TEGEN HET
BOLSJEWISME
De Britsche minister voor de dominions,
Eden (vroeger minister van buitenlandsche
zaken) heeft gisteren te Liverpool een be
gin gemaakt met een reeks vergaderingen,
waarin niet in het eigenlijke oorlogskabi
net zitting hebbende ministers het woord
zullen voeren. Eden verklaarde:
„Indien er voor de menschen een toe
komst zal zijn, moet het nationaaï-sócialis-
tische stelsel en al wat daarbij behoort, ver
dwijnen. Er moet een einde komen aan de
zen tijd van geschonden trouw. De politieke
meineed moet verdwijnen. Ieder lapwerk en
compromis zou ons na enkele maanden of
enkele jaren slechts voor grooter gevaren
plaatsen en dan zou het te laat kunnen
zijn".
Eden zeide, dat wanneer de oorlog voor
bij zou zijn, de staatslieden die bijeen zou
den komen om een vrede te sluiten een
moeilijke taak zullen hebben. Zij zullen ge
steund worden door: le een hechte mede
werking der naties van het Britsche ge-
meenebest en 2e een zelfs nog inniger een
heid van Groot-Brittannië en Frankrijk.
Sprekende over den oorlog in Finland
zeide Eden, dat Duitschland ook daar de
verantwoordelijkheid voor draagt. „Stalin
is de agressor en Hitier de handlanger. Zij
kunnen trotsch zijn op hun samenzwering
tegen een klein dapper volk".
Het is vreemd te denken, aldus Eden,
hoeveel uren ik op het Foreign Office heb
vertoefd, luisterende naar den tegenwoor-
digen rijksminister van buitenlandsche za
ken, toen deze ambassadeur te Londen was.
Hij schetste mij in den breede de gevaren
en verschrikkingen van het bolsjewisme.
Alleen Hitier stond als een bolwerk tus-
schen Groot-Brittannië en 't bolsjewisme"
Geen ruimere staatkundige bevoegdheden aan Indië.
Minister Welter verdedigt zijn
beleid.
Na een krachtige bestrijding door minis
ter Weiter heeft 'de Tweede Kamer gister
middag de motie van het sociaal-democra
tische lid den heer Stokvis verworpen. Bij
deze motie werd de regeering uitgenoodigd
een onderzoek te bevorderen omtrent rich
ting en omvang, waarin de toekenning van
ruimere staatkundige bevoegdheid aan Ne-
derlandsch-Indië ware tot stand te bren
gen. Tegen deze motie stemden 53 leden,
vóór de motie 22 leden, te weten de soci
aal-democraten en de christen-democraten.
Bij den aanvang der vergadering, waarin
de behandeling van de Indische begrooting
werd voortgezet, beantwoordde minister
Weiter de sprekers in tweeden termijn.
O.m. verklaarde de minister, dat het,
door maatregelen van den minister van
economische zaken, zeker is, dat de helft
van de Nederlandsche koffie-consumptie zal
bestaan uit Indische koffie. De stichting
van een welvaartsfonds, waarop de heer
Van Poll had aangedrongen, achtte de mi
nister onder de huidige omstandigheden
uitgesloten. Een dergelijk fonds zou wel
licht verstarrend werken daar vele diensten
bij de welvaartsbevordering zijn ingescha
keld.
Ten aanzien van de houding tegenover
de N.S.B. in Indië zeide de minister, dat
in Indië de N.S.B. een onbeteekenende fac
tor is; zij levert geen gevaar op voor orde
en gezag. De regeering oefent een nauwlet
tend toezicht uit.
In de motie van den heer Stokvis kon de
bewindsman den gematigden inhoud waar-
deeren, doch blijkens de toelichting wil de
voorsteller den weg wijmaken voor een
volwaardig parlement. De minister noem
de de motie zoo gematigd, dat zij volkomen
overbodig is. Immers spreker heeft ver
klaard open te staan voor elke suggestie
welke ligt binnen het kader van de grond
wet en geen overdracht van macht naar
Indië meébrengt. Aanneming van de motie
zou onvervulbare verwachtingen in het le
ven roepen, doch ook verwerping ervan
zou misverstand wekken. De motie werd
tenslotte verworpen.
De Kamer werd verdaagd tot hedenmid-
De pachtprijzen voor staatsgron-
den in Zeeuwsch-Vïaanderen.
EEN VERKLARING VAN DEN
MINISTER OP VRAGEN VAN
HET KAMERLID ALGERA.
Op de vragen van den heer Algera in za
ke verhooging van pachtprijzen voor staats-
gronden in Zeeuwsch-Vlaanderen heeft de
minister van financiën geantwoord, dat niet
juist is, dat den pachters van de staats
bonden in den Dijckmeesterpolder, den Hel
legatpolder en den Mosselpolder in
Zeeuwsch-Vlaanderen voor 1940 een pacht-
verhooging van 10 pet. en meer is aange
zegd.
Wat geschied is, is het volgende.
De pachten liepen af einde 1939. Bij de
herverpachting zjjn de pachten geschat door
•wee deskundigen'. In bepaalde gevallen zijn
de nieuwe pachten 10 pet. en meer hooger,
in andere gevallen zijn de nieuwe pachten
10 pet en meer lager.
De nieuwe pachtovereenkomsten zijn door
de pachtkamer van het kantongerecht le
Terneuzen goedgekeurd.
De verhoogingen en verlagingen van de
[•achten vonden haar grondslag niet in ver
beterde of verslechterde perspectieven voor
den landbouw, maar in den toestand van de
perceelen zelf.
De nieuwe pachtsommen werden in Juni
'939 vastgesteld.
De pachtsommen worden reeds in rede
lijkheid vastgesteld, in overeenstemming
met wat een- en andermaal aan de ambte
naren is voorgeschreven.
MIJN ONTPLOFT TEGEN DEN DI.JK
BIJ DEN HELDER.
Gistermiddag is een mijn tegen den dijk
tusschen Den Helder en Huisduinen gesla
gen en geëxplodeerd. In den dijk ontstond
jen gat van circa 2L meter diameter
Door den Noordoostenwind was het ont
ploffingsgeluid in Den Helder en Huisdui
nen niet zoo sterk, als van den mijn, die
Zaterdagavond op het Marsdiep tusschen
de ijssschotsen tot ontploffing kwam en
waarvan het geluid en de luchtdruk over
de stad kwam, met het gevolg dat veer
tien groote spiegelruiten op verschillende
plaatsen braken. Ditmaal bleef, mede door
de gunstige windrichting, de schade be
perkt In Huisduinen werden slechts van
drie woningen ruiten vernield. Het gat in
den dijk werd terstond gedicht. Brokstuk
ken van den mijn werden tot op een af
stand van vijftig tot honderd meter ge
vonden.
De vreemde vliegtuigen boven
Nederland.
Van Duitsche zijde worden sedert eenigen
tijd berichten verspreid over schendingen
van onze neutraliteit door Britsche vlieg
tuigen, welke des nachts over ons land zou
den vliegen. Andermaal wordt er daarom
van bevoegde zijde op gewezen, dat de na
tionaliteit van vreemde vliegtuigen des
nachts zelden kan worden vastgesteld. Dit
kan toch alleen geschieden door beschijning
met zoeklicht. Doch hetzij het wolkendek,
hetzij de zeer groote vlieghoogte, welke ook
het modernste zieklicht niet meer bereiken
kan, onttrekken de vliegtuigen meestal aan
herkenning. Zou men moeten uilsluiten, ge
lijk van Duitsche zijde gesuggereerd wordt,
dat zich onder de vliegtuigen van vreemde
nationaliteit, welke des nachts boven Ne
derland gesignaleerd worden, ook Duitsche
toestellen bevinden, dan zou zich de vraag
voordoen, waarom Duitsche vliegtuigen al
leen bij daglicht boven ons grondgebied zijn
verschenen.
De terugkeer
van gemobiliseerden in de
burgermaatschappij.
INTERDEPARTEMENTALE COM
MISSIE GEÏNSTALLEERD.
De Regeeringspersdienst 'meldt:
De minister van Defensie heeft gisteren
een interdepartementale commissie geïn
stalleerd, wier taak zal zjjn:
Ten eerste aan de regeering advies uit
te brengen omtrent de voorzieningen, wel
ke noodig zullen zijn om voor de gemobi
liseerden zooveel mogelijk gelegenheid te
scheppen, bjj hun terugkeer in de burger
maatschappij een middel van bestaan te
vinden, en ten tweede voor deze voorzie
ningen, voor zooveel noodig, wettelijke re
gelingen te ontwerpen.
Deze commissie is gemachtigd om, voor
zoover zjj dit voor het vervullen van haar
taak nuttig acht, inlichtingen of raad in
te winnen bjj niet tot de commissie behoo-
rende ambtenaren van departementen van
algemeen bestuur en bij organisaties van
werkgevers of werknemers.
Tot voorzitter van de commissie is be
noemd mr. dr. A. L. Scholtens, secretaris
generaal van het departement van sociale
zaken.
In Zwanenberg's frissche, heerlijke jam gaan
alléén zuivere vruchten. Geen opvulsels van
appel of ander „vulfruit". Desondanks laag in
prijs. Met bon voor aardige legpuzzle
(Ing. Med.J
Zinsbegoocheling van de Britsche
vliegers.
DE DUITSCHE PERS OVER DE
ENGELSCHE VLIEGTUIGEN BO
VEN BERLIJN.
De Duitsche pers maakt de van Britsche
zijde verspreide berichten, volgens welke
Britsche bombardementsvliegtuigen boven
Berlijn zouden hebben gevlogen, belache
lijk. De „Lokal Anzeiger" schrijft o.a. dat
de Britsche openbare meening zulke leu
gens worden voorgezet, dat zij alles wat tot
nu toe in Engeland is uitgevonden in de
schaduw stellen. De drieste piloten moeten
zoo goed gevlogen hebben, dat zij met het
bloote oog de Wilhelmstrasse en Unter den
Linden konden herkennen. Het blad vindt
het alleen eigenaardig, dat geen enkele
Berlijner de Britsche bombardementsvlieg
tuigen heeft gezien.
Het blad wijst vervolgens op een verkla
ring van den Britschen ambassadeur te
Brussel, die gezegd heeft, dat de Britsche
vliegers zich bij deze vluchten aan een groot
gevaar blootstellen, wanneer zij op zeer
groote hoogte hun verkenningsvluchten
maken. Op een hoogte van 6 tot 8000 me
ter worden de hersens snel moe door het
gemis aan zuurstof, zoodat het moeilijk is
de gedachten te concentreeren. Het blad
besluit met de opmerking, dat zich hier
mede de zinsbegoocheling laat verklaren
van de Britsche vliegeres die, wanneer zij
op groote hoogte hoven de Noordwestgrens
van Duitschland vliegen, plotseling de Wil
helmstrasse in Berlijn voor zich meenen te
zien.
Dmtscbe duikboot vernietigde
80.000 ton sclieepsruimte.
Uit Berlijn meldt het D.N.B.: Een van
een verren tocht terugkeerende duikboot
heeft gemeld 45.000 br. registerton sclieeps
ruimte te hebben tot zinken gebracht. De
ze duikboot heeft daarmede in het geheel
80.000 br. reg. ton scheepsruimte tot zin
ken gebracht.
De commandant van de onderzeeboot is
korvettenkapitein Werner Hartmann.
LIJK VAN VERMISTEN MAN
GEVONDEN.
Vermoedelijk doodgevroren.
Sedert 14 Januari werd een 36-jarige
man N. uit Glanerbrug vermist. Hij werd
verpleegd in een inrichting voor zenuwlij
ders te Wolfheze. Bij een wandeling wist
hij te ontsnappen en sindsdien was hij
spoorloos verdwenen. Gisteren heeft men
zijn lijk gevonden in een hooimijt, nabij de
inrichting. Vermoedelijk is de man doodge-
ez. Mud.»
boot losmaken, den motor op volle kracht
laten draaien en, het zeil zoo noodig hijschen
en naar het eiland en de vliegmachine te-
rugkeeren, voordat hij bij machte was,
haar achterop te komen. Maar die gedach
te vloog haar slechts een oogwenk door
het hoofd.
„Ja, hier hebben we werkelijk het hol",
schreeuwde Jim i\aar omlaag, terwijl hij
zich in de gevonden opening liet zakken.
„Hé, Mimi, kijk eens of de schuit wel goed
vastzit, want de wind begint op te steken".
Mimi gehoorzaamde. En intusschen lachte
ze vpor zich heen. „Zottin, dat je toch bent!
Nou heb je alle mogelijke gelegenheid om
te ontvluchten! Waarom doe je het dan
niet?" En zelf gaf ze het antwoord: „Hoe
zou ik paps ooit weer onder oogen durven
komen, als ik moest bekennen, dat ik Jim
in een dergelijke omstandigheid in den
steek gelaten had?" Ze duwde het anker
dieper in het zand, bracht haar handen naai
den mond en schreeuwde omhoog naar de
nu ledige opening van het hol: „Schip ligt
gemeerd, kapitein!"
Er kwam geen antwoord. Een... twee...
drie... vijf minuten verliepen. Toen stap
te ze naar den rotswand met het voorne
men ertegen op te klauteren. Maar Jim
stak juist zijn hoofd en schouder uit het
hol naar buiten met een verschrikte uit
drukking op zijn gezicht. „Nee, nee!" riep
hij haar afwijzend. „Ik moet, voordat jij
hier komt, eerst iets opruimen. Haal een
schop voor me en breng ons reservezeil
mee."
Weer gehoorzaamde Mimi. En ondertus-
schen klom Jim naar den top van de klip
wat gemakkelijker ging dan het eerste ge
deelte van het strand af. Mimi maakte een
omweg en ging met hem met het zeil en de
schop tegemoet langs de langzame glooiing,
Alle menschenwerk van waarde is
de vrucht van een geestdrift.
IllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllU
welke door het boseh naar den top voerde.
„Wat..." begon ze, maar ze behoefde
niet verder te vragen. Ze begreep het al.
Zwijgend reikte ze hem de schop en het zeil
over en zwijgend begon hij een grafkuil te
graven. Toen hij daarmede klaar was, nam
hij het zeil op.
„Toe, Mimi, ga eventjes weg, wil je?
Wees een lief kind en blijf hier een tijdje
vandaan."
Ze voelde zich opeens heel klein en af
hankelijk en gehoorzaamde gedwee. Maar
toen ze uit de verte hem met een onhan-
digen last in het zeil gewikkeld tegen de
helling zoo zag sjouwen, holde ze naar hem
toe: „Laat mij nou even helpen!"
„Heelemaal niet!" riep hij haar toe. „Te
rug, anders gooi ik het in de rivier."
Maar toen hij het graf weer volgewor-
pen, er een ruw kruis opgezet en zijn han
den gewasschen had, zei hij plotseling te
gen Mimi: „Je bent toch een flinke meid!"
En hoewel Mimi gewend was fabelachtig
gevleid te worden, deed die nuchtere lof
prijzing haar méér goed, dan alle com
plimentjes van vele jaren. Die ontnam aan
den toestand veel van het griezelige. Mimi
was bijna in staat, het door Jim zooeven
gedolven graf te vergeten en alleen nog
maar te denken aan de verrassingen van
prettigen aard, die het hol wellicht bieden
zou. Ze volgde hem met een hoog opge
heven zaklantaarn, terwijl hij de zijne, die
veel sterker was, links en rechts langs de
grond en wanden liet glijden. Plotseling
uitte Jim een kreet, bukte zich en raapte
een flesch op. Hij rook eraan, ,,'n Blinde
Tijger! En we dachten dat we het heeie-
maal uitgeroeid hadden! Dus begint het
opnieuw!"
„Wat is dat, 'n blinde tijger?" vroeg Mi
mi.
„Daarmee bedoelden ze een man, die aan
de inboorlingen hier giftigen drank ver
koopt, of dien zelf drinkt. Het is een ge
meen goedje van methylacohol en een soort
eucalyptus gestookt. Binnen enkele uren
maakte het den drinker door het dolle heen
en uiterst vechtlustig. Ik heb heele In
dianendorpen erdoor ten gronde zien gaan
en uitsterven".
Onder het praten onderzocht Jim het hol
verder. En eindelijk viel zijn lichtstraal op
een hoop leischilfers en een houweel. Hij
bukte zich snel en nam een handvol van die
in Mimi's oogen doodgewone stukjes lei
steen op.
„Daar is die arme drommel liet laatst
aan het werk geweest", zei Jim. „Hij heeft
me heel wat werk bespaard". Jim begaf
zich naar den ingang van het hol en bekeek
zijn vondst in het laat namiddaglicht. Mimi
was hem gevolgd en zag stukjes steen in
het zonlicht schitteren. Ze geraakte in op
winding. „Jimis datgoud?" Ze
greep zijn arm beet en was op slag al haar
vijandigheid tegenover hem vergeten.
Jim wendde zich om en keek haar grin
nikend in het lioogroode gelaat.
„Zoo, zoo, ouwe goudzoekster, dat je
bent!" Echt een van den ouden stam, wat"
Nou, het spijt me dan, dat ik je moet te
leurstellen, kindje, want die glinsterende
stukjes zijn niet anders dan koperpyriet".
Hij wierp ze schouderophalend in het meer.
„De arme drommel, dien ik daarnet begra
ven heb, dacht zeker, een rijke vondst ge
daan te hebben en heeft daar een borrel
te veel op gedronken."
,Maar hoe ben je toch aan die landkaart
gekomen?" vroeg ze nieuwsgierig.
„Die heb ik van een ouden Indiaan ge
kregen. Maar dat hij in de meening ver
keerde, hier dat vuile goud te zullen vinden,
zegt nog niet veel. Na die goudvondst in
Yellow Knife kan niemand hier in de buurt
meer met een houweel op zijn schouder
loopen, of ze bollen hem in bosjes na, om
te weten waar hij heengaat".
Jim hielp haar nu omhoog tegen de klip,
waarop het berkenboschje stond.
,Een van m'n vrienden", vervolgde hij,
toen ze den top bereikt hadden en zaten
uit te blazen, „een grappenmaker, heeft
eens met een bank in Toronto gewed, dat hij
de heele stad op stelten kon zetten, door er
op een geheimzinnige manier met een slee
vol werktuigen tusschen uit te trekken".
„Heeft h\j het gewonnen?"
„Ja, maar de bende, die hem achterna-
gekomen was, heeft hem bijna vermoord,
omdat ze zoo teleurgesteld waren".
„Ik voel me ook teleurgesteld", zei Mimi.
„Ik had zoo graag goud in dit hol gevon
den". En bij zichzelf dacht ze: „Er had
goud moeten zijn! Dat zou de geschiedenis
zooveel interessanter gemaakt hebben. Bo
vendien zou Jim dan, niettegenstaande al
zijn fouten, een multi-millionair zijn ge
weest". Ze keek hem van terzijde aan
keek naar zijn stoere schouders en zijn vier
kante kin. Ja, hij was toch welecht een
persoonlijkheid! Dat moest ze ten slotte
toegeven. Hij was niet zoo'n verwijfd rijke
luiszoontje, maar een man, die groote din
gen zou doen. Hospitalen in de wildernis
oprichten en vliegdiensten voor zieken in
stellen en een nieuwe Chasse-Galerie III
bouwen.
(Wordt vervolgd).