Het 125-jarig bestaan van
het Middelburgsch Muziekkorps
ln intiemen kring gevierd.
Een mooie herdenkingsrede van den secretaris
Gisterenavond had in het St. Vincentius-
•huis een „Feestrepetitie" plaats van het
Middelburgsch Muziekkorps, als een intie
me herdenking van bestuur en werkende
leden van het feit, dat het juist gisteren
125 jaar geleden was, dat na het eindigen
der Fransche overheersching het muziek
korps als Schutery korps werd opgericht,
waarvan 't huidige korps de voortzetting is.
Met werkende leden en bestuursleden
waren ook aanwezig leden van het perma
nent Mimuco-comité, dat zich geheel voor
de belangen van het korps spant en van de
commissie voor het P.T.T.-cabaret, dat zijn
medewerking op dezen feestavond had toe
gezegd.
In afwijking met de gewone repetities
verschenen directeur en muzikanten in
uniform en de repetitie bestond ditmaal uit
vier populaire marschen. De eerste en de
laatste als een stille hulde aan de nage
dachtenis van wylen den heer Jan Morks,
resp. de „Mareia Simfonico" en de „Klep-
permarsch". Als tweede klonk de „Mimuco-
Marsch" van den onder-directeur, den heer
A. Calatz, uitgevoerd onder zijn leiding en
als derde „Volhouden" van den huidigen
directeur, den heer Joh. H. Caro.
De aanwezigen, o.a. wie ook vele dames
van bestuursleden, werkende leden en ge-
noodigden, volgden met belangstelling de
ze korte uitvoering, waarna de werkende
leden voor ditmaal hun taak hadden ver
richt. Het was nu de voorzitter der ver-
eeniging tot instandhouding van het Mid
delburgsch Muziekkorps, de heer P. M. W.
Hoegen van Hoogelande, die het woord nam
en zich aansloot by het welkomstwoord
reeds door den voorziter van de commissie
voor dezen feestavond, den heer Chr. J.
Mazure, voor dat de muziek begon, ge
sproken. Spr. wees er op, dat 't korps vele
malen ertoe heeft bijgedragen om anderen
gelukkig te doen zijn en het is daarom jam
mer, dat men op zoo'n stille wijze dit ju
bileum moet vieren. Men moet zich thans
eens indenken wat het zeggen wil, als een
korps bestaat van 1815 tot 1940 toe. Spr.
wees op de legio moeilijkheden, die men
te overwinnen heeft gehad en niet blijven
de bij het heden wil spr. er op wijzen, dat
het onzeker is wat de toekomst zal bren
gen. Spr. vraagt zich af of het huwelijk
tusschen het korps en de bevolking van
Middelburg, dat zoolang heeft bestaan,
moet worden ontbonden.
In 1813 bracht Middelburg met zijn toen
kleiner bevolking 12000 op voor de leni
ging van de gevolgen van een watersnood,
zou het dan nu liet korps niet voor onder
gang kunnen behoeden? Spr. wijst dan op
wat de Mimuco doet voor het korps, op
de groote toewijding van den directeur, de
heer J .H. Caro, op het bijna gouden jubi
leum van den heer Calatz in het korps.
Steeds heeft het korps pal gestaan als het
betreft het brengen van hulde aan de
Oranjevorsten. Officieel zal men het toch
ook niet in den steek laten. De Commis
saris der Koningin heeft bij herhaling zijn
sympathie met het korps doen blijken; het
gemeentebestuur zal zeker onder leiding
van den nieuwen burgemeester, die dit
ook reeds deed, doen wat het kan. De
Zeeuwen zijn taai en laten niet los wat zy
hebben. Zij zullen worstelend ook in dezen
overwinnen.
Nadat de woorden van den voorzitter
met applaus besloten waren, werd mede-
deeling gedaan van het volgende telegram:
Oud-voorzitter wenscht corps geluk met ju
bileum. Spreekt hoop uit voor instandhou
ding en toenemende bloei. Herman Snij
ders.
Later kwamen nog gelukstelegrammen
in dichtvorm in van het Mimuco Comité
en van de Cabaret- en Tooneelvereeniging
P.T.T. Ook de oud-muzikanten M. Wittene
en J. Hendrikse gaven telegrafisch blijk
van hun blijvend medeleven met het korps.
Vervolgens was het woord aan den se
cretaris, den heer P. Luteijn, voor het
uitspreken van' een
Herdenkingsrede.
Spr. zeide. dat toen bij Kon. besluit van
27 Febr. 1815 de dienstdoende schutterij
werd ingesteld, daarbij in verschillende
steden ook te Middelburg, een' muziekkorps
werd opgericht, waarvan het tegenwooi-di-
ge korps de voortzetting is, zoodat het
juist gisteren precies op den dag af zijn
125-jarig bestaan kon herdenken'.
Vermoedelijk is het korps nog weV ou
der. Uit stukken, aanwezig in het gemeen
telijk archief, is gebleken, dat zich in
Middelburg ten tijde van de Fransche
overheersching een zoogenoemde „cohorte
urbaine" bevond, een instelling, die al,s
spr. zich niet vergist, het beste vergeleken
kan worden met de tegenwoordige burger
wacht.
Deze „cohorte urbaine" had een muziek
korps, waarvan directeur en instrumenten
overgingen naar het muziekkorps der
schutterij. Over de muzikanten wordt niet
gesproken en omdat ook de oorsprong
der „cohorte urbaine" niet is na te gaan,
meent spr., dat men dien factor in het
bestaan van het korps het best kan ver-
waarloozen. De heer Luteijn is bij het
napluizen der archiefstukken een illusie
armer geworden, Spr. meende nl. dat het
muziekkorps der schutterij geheel door de
overheid onderhouden werd en dat het
met de financiën niets was dan rozengeur
en maneschijn. Maar helaas, reeds van de
oprichting af trof hij een lijst van intee-
kenaren aan en bij het naslaan van eentge
lijsten schoten hem de volgende regels
uot een gelegenheidsgedicht van een
stadgenoot te binnen:
Toen en nuer zijn verschilleen
Maar veel bleef, zooals het was.
Ook toen steeds neiging tot dalen van
de bijdragen, tot er een groot-scheepsche
actie op touw werd gezet en de inkom-
ste,. weer sterk rezen. Maar bi'd^agen
met 2 als m'nimum en vele tusschen
10 en 20 zijn voor een tegenwoordige
penningmeester om van te watertanden
Verder scheen er nog een soort weke-
lijksche contributie te bestaan. Ook verei
gingen steunden het korps. Doch eerst
in 1857 blijkt dat de gemeente 5149 bij
droeg. Het volgende jaar was dat 99,58,
waarschijnlijk dus delging van nadeelige
sloten Van 1856 tot 1862 schijnt het korps
evenals korpsen elders een crisis te heb
ben doorgemaakt, vermoedelijk door een
reorganisatie van overheidswege. Ook kan
het geringe aantal werkende leden een
rol hebben gespeeld Er waren toen slechts
ruim 20 namen op de ledenlijsten. Waar
schijnlijk wordt er van den sehutter-muzi-
kant of muzikant-schutter te /veel ge
vergd voor een zeer karige belooning Hoe
het ook zij, na het zomerseizoen 1857 werd
het korps opgeheven, om echter reeds in
het daarop volgende voorjaar uit zijn ascli
te herrijzen, zoodat van een feitelijk ver
dwijnen moeilijk gesproken kan worden.
Dank zij de oprichting van het Muziek-
fonds der Middelb schutterij was het
voortbestaan mogelijk en de commissie van
beheer zocht ook naar middelen om de
functie van muzikant bü het korps aan
trekkelijker te maken door invoering
vaste salarissen. Daarbij verscheen ook
ten tooneele de „schuttersraad" met
jaarlijksch subsidie van 800 Hoe de
Schuttersraad, die men gevoegelijk den
krijgsraad der schutters zou kunnen noe
men, de beschikking over een dergelijk
bedrag kreeg, is in het archief niet tc
vinden. Wel blijkt uit de jaarlijksche re
kening, dat in 1876 de bijdrage van; den
Schuttersraad weer verdwenen was Doch
in plaats daarvan gaf de gemeente een
subsidie van 1200 per jaar. Hoewel
aanwezige rekeningen niet verder loopen
dan tot 1891, mag gevoegelijk worden
aangenomen, dat de gemeente deze bijdra
ge heeft uitgekeerd tot in 1907, toen de
schutterij werd opgeheven en aam het
bestaan van het korps in den vorm, waar
in het in 1815 was opgericht, een einde
kwam.
De KAPELMEESTERS.
De kapelmeester van het muziekkorps
der „cohorte urbaine" werd in 1815
eerste kapelmeester van het muziekkorps
der schutterij en op Juni 1815 kwam hij
met zijn korps voor het eerst in het pu
bliek Op dien dag werden de officieren
beëedigd, voordat zij met de schutterij naar
Doorninck vertrokken1, waarbij het korps
hen tot Vlissingen uitgeleide deed. Een en
ander in verband met de ophanden: zijnde
slag van Waterloo. Daarna traden achter
eenvolgens als kapelmeester op de Planque
Vuur, Finteman, Ceulen en Van Emden.
Laatstgenoemde heeft de functie bekleed
van 1830 tot de crisis van 1857. Daarna «ver
zochten de heeren Liesoy en Van Druten
om gezamenlijk als directeur te worden
aangesteld, en in strijd met het oude
spreekwoord, dat er op één schip geen
twee kapiteins dienen te zijn, werden ze
beiden benoemd. Benoemingen, schorsin
gen en het verleenen van ontslag geschied
den toen door den commandant der schut
terij, zulks na advies van de commissie, die
het muziekfonds beheerde. Na Van Dru
ten, die slechts enkele maanden bleef,
werd Kuijpers benoemd en werd Liesoy
feitelijk als onderkapelmeester beschouwd.
Na Kuüpers trad De Jong (by oudere Mid
delburgers nog in gedachten voortlevend)
op als kapelmeester. Deze directeur heeft
steeds met ieder „overhoop" gelegen en
hij werd opgevolgd door Scholtens. die na
dat Geijp voor een benoeming had be
dankt den heer Jan Morks -uit Dordrecht
in 1890 tot opvolger kreeg. Het is tijdens
diens bewind, dat op 2 Augustus 1907 de
schutterij werd opgeheven, waarmede au
tomatisch een einde kwam aan wat spr
zou willen noemen „de eerste fase" in liet
bestaan van het korps.
DE BURGERIJ SLOEG ALARM.
Zooals te verwachten was, voelde de
burgerij er niets voor, zijn populaire korps
zoo maar te zien verdwijnen Er werd al
arm geslagen, met het gevolg, dat er een
voorloopig comité werd opgericht, hetgeen
zich ten doel stelde, het korps zooveel
mogelijk in den bestaanden vorm te hand
haven. Dit comité bestond uit de heeren
Herman Snijders, voorzitter, H. P. den
Bouwmeester, W. Hioolen. Noske en E
M. Alberts. Het belegde op 28 Mei 1907 een
vergadering, waarin werd opgericht de
„Vereeniging tot Instandhouding van het
Middelburgsche Muziekkorps" en het voor
loopig comité werd op deze vergadering als
definitief bestuur gekozen. Het nam dit
aan onder voorwaarde, dat de Vereeniging
een behoorlijk bedrag aan subsidie van de
Gemeente zou ontvangen. In Juli van het
zelfde jaar onderteekenden de 40 leden,
waaruit het korps toen bestond, een ver
klaring, waarbij zij zich verbonden, zich te
stellen onder voornoemd bestuur, voorloo
pig onder dezelfde voorwaarden en volgens
dezelfde regelen en voorschriften, waar
onder zij tot dusverre bij de schutterij had
den gediend; een en ander in afwachting
eener definitieve regeling. Van de bedoel
de 40 leden zijn nog de navolgende lid van
het korps: A. Calatz sinds 16 Nov. 1891.
C. P. A. de Graaf, 1 April 1905, J. J. A.
Heeren, 1 April 1902, P. J. Heijliger, 3
Mei 1895, H F. Mink, 1 April 1891, E. A.
Polvliet en F. J. M. van Hercules, beiden
1 Mei 1906.
IIET WERK VAN MORKS.
De heer Morks bleef natuurlijk directeur
en heeft deze functie bekleed tot het voor
jaar van 1925, toen zijn oogen, die reeds
lang slecht waren, hem noodzaakten, eerst
verlof, en in het najaar eervol ontslag aan
te vragen. Gedurende 34 jaar heeft hij liet
korps gedirigeerd.
iËiiM
In de Waalhaven te Rotterdai
graan.
liggen ruim 1000 Rijnaken, geladen met regeerings-
Een gedeelte der schepen met hun kostbaren inhoud
Onder zijn leiding werden overal in
Zeeland, ook daar buiten en zelfs over de
landsgrenzen concerten gegeven. Tijdens
die periode heeft het korps een klinken
den naam gekregen. Een woord van eer
biedige hulde aan de nagedachtenis van
Mo^ks mag in het verslag dan ook niet
ontbreken. Tijdens de ziekte van den heer
Morks bood de tegenwoordige directeur
zijn hulp aan:, hetgeen dankbaar door het
bestuur werd aanvaard Voor een defini
tieve benoeming was de heer Caro aanvan
kelijk niet te vinden, doch tenslotte liet hij
zich overhalen het voor een jaar te pro-
beeren, waarna in 1927 zijn definitieve
benoeming volgde. Spr. uitte den wensch,
dat het den heer Caro gegeven moge zijn,
nog een reeks van jaren den staf te
zwaaien.
Zorgen.
Aan de Vereeniging tot instandhouding
van het Middelburgsch Muziekkorps was
direct 2000 gemeentelijke subsidie toege
kend en het jaar daarna werd de vereeni
ging verblijd met de mededeeling, dat het
i°der jaar 1/3 van de kapitaalrente van het
Bomme van den Broeckefonds zou ontvan
gen, wat heden ten dage nog gebeurt. De
gemeentelijke bijdrage werd later verhoogd
tot 2600, doch desondanks had de veree
niging voortdurend met tekorten te kam
pen. Toen in 1919 het bestuur bovendien
nog een schrijven ontving van den heer
Morks, dat hem een anderen werkkring
was aangeboden, doch dat hij bereid was
hier te blijven, indien zijn salaris verhoogd
werd, deelde de voorzitter op de vergade
ring van 13 November 1919 mede, dat het
bestuur geen kans zag. het korps in stand
te houden. Het zou daarom „en bloc" ont
slag nemen, tenzij het gemeentebestuur be
reid was, een subsidie van 5500 toe te
kennen. Toen in plaats daarvan slechts
4000 werd geVOte'ërd, trad het heele be
stuur af. Vanzelfsprekend was een en an
der in de gemeente ruchtbaar geworden en
zoo verklaarden dan ook eenige personen
zich bereid, te trachten het korps te red
den. Voorzitter van het nieuwe bestuur was
de heer K. van Schouwen en verder o.a.
de heer Leydesdorf die nog lid van het be
stuur is. De heer van Schouwen had in het
oude bestuur zitting als afgevaardigde voor
den gemeenteraad. Het eerste bestuurslid
in dien geest is geweest mr G. J. Sprenger;
thans fungeert als zoodanig mr Th. Port-
heine.
Nog meer moeilijkheden.
Tjjdens het voorzitterschap van mr J.
Adriaanse, opvolger van den heer van
Schouwen, deden zich de directeursmoei
lijkheden voor. De financiën baarden voort
durend zorg, doch pas onder den tegen-
woordigen voorzitter den heer P. W. M.
Hoegen van Hoogelande, zouden deze zor
gen een vasten vorm aannemen, zooals
geen enkel bestuur gekend had. De ge
meentelijke bijdrage werd n.l. eerst ver
minderd tot 3000, het volgende jaar tot
1000 en ingaande 1935 geheel geschrapt.
Begrijpelijkerwijs werd het bestuur toen
r ongehoorde moeilijkheden geplaatst,
die ten slotte overwonnen werden dank zij
de bereidheid van den directeur en de wer
kende leden om zich groote financieele of
fers te getroosten. In dit. verband vestigde
spr. de aandacht op den financieelen steun,
dien het korps eenige jaren van het Mi
muco-comité ontvangt. Of het einde van de
offers al bereikt is, blijft een vraag die
spr. gaarne zou beantwoorden, als er wat
meer perspectief in de financiën der ver
eeniging zat. Helaas is dat niet het geval.
Muzikale prestaties.
Spr. zou thans gaarne een overzicht wil
len geven van wat het korps in den loop
van zijn bestaan heeft gepresteerd. Jammer
genoeg kan hy dit niet. In het archief vond
hij, dat op 2 April 1818 het korps mede
werkte bij de uitvoering van „Die Schöp-
fung" in de Luthersche kerk; op 16 De
cember 1818 by een muziek- en zanguit-
•oering ter gelegenheid van het 25-jarig
bestaan van het departement der Mij. tot
Nut van 't Algemeen en op 25 Augustus
1819 by de eerste steenlegging van het
monument op de Rouaansche kade. En
daarmede is het afgeloopen. Vanaf de
komst van Morks ontbreekt zelfs alle ar
chief, terwijl van 1907 tot 1919 dit slechts
bestaat uit het verslag der algemeene ver
gaderingen. Na dien tijd is dat veranderd,
doch toen was ook reeds de periode der
concerten buiten de gemeente vrijwel afge
sloten, zoodat het niet veel zin heeft, de
weinige uitvoeringen van dat soort gedu
rende die jaren speciaal te memoreeren. In
de laatste jaren komen ze heelemaal niet
meer voor. In 193S en 1939 is nog een paar
maal prijsopgave gevraagd uit Zeeuwsch-
Vlaanderen, doch daarbij is het gebleven.
Hoewel de onkosten thans aanmerkelijk la
ger zijn dan 25 jaar geleden, schijnen de
organiseerende comité's van tegenwoordig
niet over voldoende fondsen te beschikken.
Gelukkig is er meer onveranderd gebleven
dan de financieele zorgen en dan noemt
spr. als zoodanig: de uniformkleeding, zij
het dan ook in gewijzigden vorm; het appèl
aan het begin van iedere repetitie;; het in
dienen van maandelyksche verzuimstaten
door den directeur aan het bestuur; het
opstaan, als de directeur den muziektent
betreedt en de contraclueele verbintenis
tusschen het bestuur en de werkende le
den, neergelegd in het huishoudelijk regle
ment, dat aan beide partijen rechten maar
ook verplichtingen oplegt.
Grootendeels zyn "dit slechts uiterlijkhe
den, doch zij onderscheiden het korps daar
door de muzikale capaciteiten buiten
beschouwing gelaten van andere korp
sen.
Aan een korps in uniform worden andere
eischen gesteld dan aan een burgerkorps.
Eon vergelijking van het heden met een
betrekkelijk kort-verleden doet ons ook
verschillen zien. Het opsommen daarvan
stemt eenigszins weemoedig, want het her
innert volgens spr. aan een tijd van grooter
glorie. Verdwenen zijn de concerten in den
Buitentuin, de Abonnementsconcerten in
den Schuttershoftuin en vooral niet te ver
geten de Zondagavondconcerten in den
zelfden tuin. Van later datum zyn de Abdij
concerten, die hoewel gereduceerd van
6 tot 4 tot nu toe in stand gehouden
zijn. Reeds sedert enkele jaren vraagt de
secretaris ook hier zichzelf af: „Hoe lang
nog?" Het heeft geen zin over het verdwij
nen van dat alles breedvoerige beschou
wingen te houden. Men heeft eenvoudig de
nuchtere feiten te aanvaarden. Men kan
alleen zyn best doen om instand te houden,
wat men nog heeft. Ongetwyfeld staan
speciaal op financieel gebied nog vele
moeilijkheden te wachten. Spr. uit echter
de hoop, dat de liefde der werkende leden
voor het korps groot genoeg zal zijn om
hun krachten eraan te blyven geven. Als
het Bestuur op den steun van de leden
rekenen kan, zal het zeker den strijd niet
opgeven, vasthoudende aan de overtuigin;
dat het „Luctor et Emergo" niet slechts
voor de Zeeuwen in het algemeen, maar
óók voor het korps in het bijzonder waar
heid bevat.
HET FEESTPROGRAMMA.
Met groote belangstelling werd de rede
van den secretaris, die dank bracht voor
de hulp hem verleend door den gemeente
archivaris aangehoord en applaus bezegel
de ook deze woorden.
Tevens was de weg vry voor het P.T.T.-
gezelsehap. Deze dames en heeren hebben
gedurende geruimen tyd een bijna non
stop programma gegeven, waarbij aardige
pakkende liederen te samen, maai- ook een
paar heeren-solonummers, het uitstekend
deden, evenals de dans van de leidster van
dit gezelschap, bij wie men by na niet meer
aan dilettantisme durft denken.
Vóór de pauze brachten twee werkende
leden van het korps nog een paar num
mers op accordeons ten gehoore, die te
recht zeer in den smaak vielen.
Na een korte pauze trad als slot op het
militaire cabaret gezelschap „Contrast",
onder wie Just Jesayes. Dit flinke clubje
had ook geheel belangeloos zyn medewer
king toegezegd, waar het ging om het
Middelburgsch muziekkorps.
Ook de nummers van deze club, zoowel
de muzikale als de andere, vielen ten zeer
ste in den smaak. Niet alleen de 6 militai
ren hebben zich groote krachten getoond,
maar vooral ook de dame, die hen ver
gezelde, deed zich als een zeer goede zan
geres kennen.
Het was een byzonder geslaagde avond
geworden, toen te één uur het klokje van
gehoorzaamheid sloeg en de heer Mazure
met welgekozen woorden van dank tot alle
medewerkenden, een slotrede uitsprak.
De lieer Luteyn dankte den heer en me
vrouw Mazure voor hun groote zorgen.
Na het staande zingen van het Wilhel
mus, ging men in opgewekte stemming
huiswaarts.
GRANAAT VAN DE FRANSCHE
LUCHTDOELARTILLERIE RICHTTE
ONHEIL AAN.
Eén doode.
Tijdens het luchtalarm Maandagavond te
Parys is een granaat van de luchtdoelar
tillerie ontploft bij een station van de Me
tro. Het projectiel sloeg ongeveer 50 cm
in den grond De scherven beschadigden
een school en verwondden zes personen
in de omgeving. De gewonden werden on
middellijk naar het ziekenhuis vervoerd,
waar een is overleden De overigen kon
den. na verbonden te zijn. naar huis te-
rugkeeren.
o
OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR
TREIN GEGREPEN EN OMGEKOMEN.
Gisteravond is op den onbewaalcteir over
weg „rondom 6" (onder de gemeente
Hoogland) van de spoorlijn Amersfoort
Zwolle een ongeveer zestigjarige man, een
kostganger van het gezin Van den Akker
te Hoogland, door een trein gegrepen. Hy
was op slag dood De man, die doof was,
maakte zyn avondwandeling en heeft ver-
moedelyk het naderen van den trein niet
gehoord.
Granaat van luchtdoelkanon
door een woonhuis
geslagen.
Groote ravage in de
slaapkamers aangericht,
doch niemand gedeerd.
Gisteravond en in den afgeloopen nacht
hebben de batterijen luchtafweergeschut,
welke staan opgesteld rond Amsterdam,
wederom het vuur geopend op vreemde
vliegtuigen, welker nationaliteit, mede door
de lage bewolking, niet kon worden vastge
steld.
Een granaat van een luchtdoelkanon is
vannacht om ongeveer half twee ingeslagen
in een vier verdiepingen hoog woonhuis aan
den Amstelveenscheweg, hoek Bernard
Kochstraat.
Dit huis wordt bewoond door vier fami
lies, die zich op dit uur van den nacht ter
ruste hadden begeven. De granaat sloeg
door het dak, baande zich een weg door
plafonds en muren van de derde, de twee
de en de eerste étage en bleef tusschen het
plafond van het benedenhuis steken.
Hoewel het projectiel groote ravage heeft
aangericht in de slaapkamers van dit huis,
werd wonderlyk genoeg niemand gedeerd.
Bij het inslaan in het dak is slechts een
gat ontstaan, dat even groot is als de gra
naat zelf d.i. ongeveer 7V» centimeter.
Op de derde étage bevinden zich twee
slaapkamers van de familie Boltjes. Beide
kamers werden beschadigd, zoowel in de
vloer als in de tusschenmuur.
De grootste uitwerking heeft de granaat
gehad op de tweede étage in de slaapver
trekken van de familie Van Oostrum. In
een der slaapkamers bevonden zich de heer
Van Oostrum en zijn echtgenoote en in de
kamer daarnaast de oudste zoon des hui
zes. De granaat is hier in de kamer van den
zoon tegen de muur geslagen. Deze muur
is van beton, doch de kracht van dezen slag
was zoo groot, dat er een gat van een me
ter lengte en vier decimeter breedte ont
stond.
In de slaapkamer van het echtpaar Van
Oostrum vloog de deur door den luchtdruk
uit de hengsels. Het behang in beide kamers
werd van den wand gescheurd en een laag
puin van vyf centimeter bedekte de vloe
ren over de volle oppervlakte van de beide
kamers.
Ook de beide bedden waren grijs van puin
en stof.
Het projectiel zocht zich verder een weg
naar de eerste étage.
Hier was de kracht van den val evenwel
voor een groot deel reeds gebroken, want
hoewel eveneens in twee slaapkamers ga
ten in plafond en vloer ontstonden, was de
ravage niet zoo groot als op de tweede éta
ge.
Het benedenhuis bleef gespaard, want de
granaat bleef hier in het plafond steken.
De klap van den inslag wekte ook de bu
ren, doch aan de buitenzyde van het per
ceel was niets byzonders te zien. Een der
bewoners van het huis waarschuwde de po
litie, die op haar beurt de militaire autori
teiten op de hoogte van het gebeurde
bracht.
Frankrijk schaft de politieke
censuur af.
Gisteren heeft de Fransche minister
president in de Kamer de verklaring afge
legd, dat de politieke censuur voor de
Fransche kranten zal worden afgeschaft.
Daladier sprak de hoop uit, dat men hem
niet binnen korten tijd zou verzoeken
aan deze proefneming een einde te ma
ken.
Thans zullen voor de Fransche kranten
verboden gelden, die zyn beperkt tot
de militaire, diplomatieke- en natioyale
behoeften. De Fransche Kamer nam deze
regeling aan. welke was neergelegd in
een voorstel van Daladier en waaraan te
vens een motie van vertrouwen in de re
geering verbonden was De motie werd
aangenomen met 450 stemmen tegen I
Roosevelt niet voor de derde
maal president?
De senaat van den staat New-York heeft
een motie aangenomen, waarin het Con
gres gevraagd wordt een wet aan te ne
men, die presidenten der Ver. Staten ver
biedt naar een derde ambtsperiode te din
gen.
Zooals men weet, loopt de tweede ambts
periode van president Roosevelt thans ten
einde.