Het 125-jarig bestaan van het Middelburgsch Muziekkorps ln intiemen kring gevierd. Een mooie herdenkingsrede van den secretaris Gisterenavond had in het St. Vincentius- •huis een „Feestrepetitie" plaats van het Middelburgsch Muziekkorps, als een intie me herdenking van bestuur en werkende leden van het feit, dat het juist gisteren 125 jaar geleden was, dat na het eindigen der Fransche overheersching het muziek korps als Schutery korps werd opgericht, waarvan 't huidige korps de voortzetting is. Met werkende leden en bestuursleden waren ook aanwezig leden van het perma nent Mimuco-comité, dat zich geheel voor de belangen van het korps spant en van de commissie voor het P.T.T.-cabaret, dat zijn medewerking op dezen feestavond had toe gezegd. In afwijking met de gewone repetities verschenen directeur en muzikanten in uniform en de repetitie bestond ditmaal uit vier populaire marschen. De eerste en de laatste als een stille hulde aan de nage dachtenis van wylen den heer Jan Morks, resp. de „Mareia Simfonico" en de „Klep- permarsch". Als tweede klonk de „Mimuco- Marsch" van den onder-directeur, den heer A. Calatz, uitgevoerd onder zijn leiding en als derde „Volhouden" van den huidigen directeur, den heer Joh. H. Caro. De aanwezigen, o.a. wie ook vele dames van bestuursleden, werkende leden en ge- noodigden, volgden met belangstelling de ze korte uitvoering, waarna de werkende leden voor ditmaal hun taak hadden ver richt. Het was nu de voorzitter der ver- eeniging tot instandhouding van het Mid delburgsch Muziekkorps, de heer P. M. W. Hoegen van Hoogelande, die het woord nam en zich aansloot by het welkomstwoord reeds door den voorziter van de commissie voor dezen feestavond, den heer Chr. J. Mazure, voor dat de muziek begon, ge sproken. Spr. wees er op, dat 't korps vele malen ertoe heeft bijgedragen om anderen gelukkig te doen zijn en het is daarom jam mer, dat men op zoo'n stille wijze dit ju bileum moet vieren. Men moet zich thans eens indenken wat het zeggen wil, als een korps bestaat van 1815 tot 1940 toe. Spr. wees op de legio moeilijkheden, die men te overwinnen heeft gehad en niet blijven de bij het heden wil spr. er op wijzen, dat het onzeker is wat de toekomst zal bren gen. Spr. vraagt zich af of het huwelijk tusschen het korps en de bevolking van Middelburg, dat zoolang heeft bestaan, moet worden ontbonden. In 1813 bracht Middelburg met zijn toen kleiner bevolking 12000 op voor de leni ging van de gevolgen van een watersnood, zou het dan nu liet korps niet voor onder gang kunnen behoeden? Spr. wijst dan op wat de Mimuco doet voor het korps, op de groote toewijding van den directeur, de heer J .H. Caro, op het bijna gouden jubi leum van den heer Calatz in het korps. Steeds heeft het korps pal gestaan als het betreft het brengen van hulde aan de Oranjevorsten. Officieel zal men het toch ook niet in den steek laten. De Commis saris der Koningin heeft bij herhaling zijn sympathie met het korps doen blijken; het gemeentebestuur zal zeker onder leiding van den nieuwen burgemeester, die dit ook reeds deed, doen wat het kan. De Zeeuwen zijn taai en laten niet los wat zy hebben. Zij zullen worstelend ook in dezen overwinnen. Nadat de woorden van den voorzitter met applaus besloten waren, werd mede- deeling gedaan van het volgende telegram: Oud-voorzitter wenscht corps geluk met ju bileum. Spreekt hoop uit voor instandhou ding en toenemende bloei. Herman Snij ders. Later kwamen nog gelukstelegrammen in dichtvorm in van het Mimuco Comité en van de Cabaret- en Tooneelvereeniging P.T.T. Ook de oud-muzikanten M. Wittene en J. Hendrikse gaven telegrafisch blijk van hun blijvend medeleven met het korps. Vervolgens was het woord aan den se cretaris, den heer P. Luteijn, voor het uitspreken van' een Herdenkingsrede. Spr. zeide. dat toen bij Kon. besluit van 27 Febr. 1815 de dienstdoende schutterij werd ingesteld, daarbij in verschillende steden ook te Middelburg, een' muziekkorps werd opgericht, waarvan het tegenwooi-di- ge korps de voortzetting is, zoodat het juist gisteren precies op den dag af zijn 125-jarig bestaan kon herdenken'. Vermoedelijk is het korps nog weV ou der. Uit stukken, aanwezig in het gemeen telijk archief, is gebleken, dat zich in Middelburg ten tijde van de Fransche overheersching een zoogenoemde „cohorte urbaine" bevond, een instelling, die al,s spr. zich niet vergist, het beste vergeleken kan worden met de tegenwoordige burger wacht. Deze „cohorte urbaine" had een muziek korps, waarvan directeur en instrumenten overgingen naar het muziekkorps der schutterij. Over de muzikanten wordt niet gesproken en omdat ook de oorsprong der „cohorte urbaine" niet is na te gaan, meent spr., dat men dien factor in het bestaan van het korps het best kan ver- waarloozen. De heer Luteijn is bij het napluizen der archiefstukken een illusie armer geworden, Spr. meende nl. dat het muziekkorps der schutterij geheel door de overheid onderhouden werd en dat het met de financiën niets was dan rozengeur en maneschijn. Maar helaas, reeds van de oprichting af trof hij een lijst van intee- kenaren aan en bij het naslaan van eentge lijsten schoten hem de volgende regels uot een gelegenheidsgedicht van een stadgenoot te binnen: Toen en nuer zijn verschilleen Maar veel bleef, zooals het was. Ook toen steeds neiging tot dalen van de bijdragen, tot er een groot-scheepsche actie op touw werd gezet en de inkom- ste,. weer sterk rezen. Maar bi'd^agen met 2 als m'nimum en vele tusschen 10 en 20 zijn voor een tegenwoordige penningmeester om van te watertanden Verder scheen er nog een soort weke- lijksche contributie te bestaan. Ook verei gingen steunden het korps. Doch eerst in 1857 blijkt dat de gemeente 5149 bij droeg. Het volgende jaar was dat 99,58, waarschijnlijk dus delging van nadeelige sloten Van 1856 tot 1862 schijnt het korps evenals korpsen elders een crisis te heb ben doorgemaakt, vermoedelijk door een reorganisatie van overheidswege. Ook kan het geringe aantal werkende leden een rol hebben gespeeld Er waren toen slechts ruim 20 namen op de ledenlijsten. Waar schijnlijk wordt er van den sehutter-muzi- kant of muzikant-schutter te /veel ge vergd voor een zeer karige belooning Hoe het ook zij, na het zomerseizoen 1857 werd het korps opgeheven, om echter reeds in het daarop volgende voorjaar uit zijn ascli te herrijzen, zoodat van een feitelijk ver dwijnen moeilijk gesproken kan worden. Dank zij de oprichting van het Muziek- fonds der Middelb schutterij was het voortbestaan mogelijk en de commissie van beheer zocht ook naar middelen om de functie van muzikant bü het korps aan trekkelijker te maken door invoering vaste salarissen. Daarbij verscheen ook ten tooneele de „schuttersraad" met jaarlijksch subsidie van 800 Hoe de Schuttersraad, die men gevoegelijk den krijgsraad der schutters zou kunnen noe men, de beschikking over een dergelijk bedrag kreeg, is in het archief niet tc vinden. Wel blijkt uit de jaarlijksche re kening, dat in 1876 de bijdrage van; den Schuttersraad weer verdwenen was Doch in plaats daarvan gaf de gemeente een subsidie van 1200 per jaar. Hoewel aanwezige rekeningen niet verder loopen dan tot 1891, mag gevoegelijk worden aangenomen, dat de gemeente deze bijdra ge heeft uitgekeerd tot in 1907, toen de schutterij werd opgeheven en aam het bestaan van het korps in den vorm, waar in het in 1815 was opgericht, een einde kwam. De KAPELMEESTERS. De kapelmeester van het muziekkorps der „cohorte urbaine" werd in 1815 eerste kapelmeester van het muziekkorps der schutterij en op Juni 1815 kwam hij met zijn korps voor het eerst in het pu bliek Op dien dag werden de officieren beëedigd, voordat zij met de schutterij naar Doorninck vertrokken1, waarbij het korps hen tot Vlissingen uitgeleide deed. Een en ander in verband met de ophanden: zijnde slag van Waterloo. Daarna traden achter eenvolgens als kapelmeester op de Planque Vuur, Finteman, Ceulen en Van Emden. Laatstgenoemde heeft de functie bekleed van 1830 tot de crisis van 1857. Daarna «ver zochten de heeren Liesoy en Van Druten om gezamenlijk als directeur te worden aangesteld, en in strijd met het oude spreekwoord, dat er op één schip geen twee kapiteins dienen te zijn, werden ze beiden benoemd. Benoemingen, schorsin gen en het verleenen van ontslag geschied den toen door den commandant der schut terij, zulks na advies van de commissie, die het muziekfonds beheerde. Na Van Dru ten, die slechts enkele maanden bleef, werd Kuijpers benoemd en werd Liesoy feitelijk als onderkapelmeester beschouwd. Na Kuüpers trad De Jong (by oudere Mid delburgers nog in gedachten voortlevend) op als kapelmeester. Deze directeur heeft steeds met ieder „overhoop" gelegen en hij werd opgevolgd door Scholtens. die na dat Geijp voor een benoeming had be dankt den heer Jan Morks -uit Dordrecht in 1890 tot opvolger kreeg. Het is tijdens diens bewind, dat op 2 Augustus 1907 de schutterij werd opgeheven, waarmede au tomatisch een einde kwam aan wat spr zou willen noemen „de eerste fase" in liet bestaan van het korps. DE BURGERIJ SLOEG ALARM. Zooals te verwachten was, voelde de burgerij er niets voor, zijn populaire korps zoo maar te zien verdwijnen Er werd al arm geslagen, met het gevolg, dat er een voorloopig comité werd opgericht, hetgeen zich ten doel stelde, het korps zooveel mogelijk in den bestaanden vorm te hand haven. Dit comité bestond uit de heeren Herman Snijders, voorzitter, H. P. den Bouwmeester, W. Hioolen. Noske en E M. Alberts. Het belegde op 28 Mei 1907 een vergadering, waarin werd opgericht de „Vereeniging tot Instandhouding van het Middelburgsche Muziekkorps" en het voor loopig comité werd op deze vergadering als definitief bestuur gekozen. Het nam dit aan onder voorwaarde, dat de Vereeniging een behoorlijk bedrag aan subsidie van de Gemeente zou ontvangen. In Juli van het zelfde jaar onderteekenden de 40 leden, waaruit het korps toen bestond, een ver klaring, waarbij zij zich verbonden, zich te stellen onder voornoemd bestuur, voorloo pig onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde regelen en voorschriften, waar onder zij tot dusverre bij de schutterij had den gediend; een en ander in afwachting eener definitieve regeling. Van de bedoel de 40 leden zijn nog de navolgende lid van het korps: A. Calatz sinds 16 Nov. 1891. C. P. A. de Graaf, 1 April 1905, J. J. A. Heeren, 1 April 1902, P. J. Heijliger, 3 Mei 1895, H F. Mink, 1 April 1891, E. A. Polvliet en F. J. M. van Hercules, beiden 1 Mei 1906. IIET WERK VAN MORKS. De heer Morks bleef natuurlijk directeur en heeft deze functie bekleed tot het voor jaar van 1925, toen zijn oogen, die reeds lang slecht waren, hem noodzaakten, eerst verlof, en in het najaar eervol ontslag aan te vragen. Gedurende 34 jaar heeft hij liet korps gedirigeerd. iËiiM In de Waalhaven te Rotterdai graan. liggen ruim 1000 Rijnaken, geladen met regeerings- Een gedeelte der schepen met hun kostbaren inhoud Onder zijn leiding werden overal in Zeeland, ook daar buiten en zelfs over de landsgrenzen concerten gegeven. Tijdens die periode heeft het korps een klinken den naam gekregen. Een woord van eer biedige hulde aan de nagedachtenis van Mo^ks mag in het verslag dan ook niet ontbreken. Tijdens de ziekte van den heer Morks bood de tegenwoordige directeur zijn hulp aan:, hetgeen dankbaar door het bestuur werd aanvaard Voor een defini tieve benoeming was de heer Caro aanvan kelijk niet te vinden, doch tenslotte liet hij zich overhalen het voor een jaar te pro- beeren, waarna in 1927 zijn definitieve benoeming volgde. Spr. uitte den wensch, dat het den heer Caro gegeven moge zijn, nog een reeks van jaren den staf te zwaaien. Zorgen. Aan de Vereeniging tot instandhouding van het Middelburgsch Muziekkorps was direct 2000 gemeentelijke subsidie toege kend en het jaar daarna werd de vereeni ging verblijd met de mededeeling, dat het i°der jaar 1/3 van de kapitaalrente van het Bomme van den Broeckefonds zou ontvan gen, wat heden ten dage nog gebeurt. De gemeentelijke bijdrage werd later verhoogd tot 2600, doch desondanks had de veree niging voortdurend met tekorten te kam pen. Toen in 1919 het bestuur bovendien nog een schrijven ontving van den heer Morks, dat hem een anderen werkkring was aangeboden, doch dat hij bereid was hier te blijven, indien zijn salaris verhoogd werd, deelde de voorzitter op de vergade ring van 13 November 1919 mede, dat het bestuur geen kans zag. het korps in stand te houden. Het zou daarom „en bloc" ont slag nemen, tenzij het gemeentebestuur be reid was, een subsidie van 5500 toe te kennen. Toen in plaats daarvan slechts 4000 werd geVOte'ërd, trad het heele be stuur af. Vanzelfsprekend was een en an der in de gemeente ruchtbaar geworden en zoo verklaarden dan ook eenige personen zich bereid, te trachten het korps te red den. Voorzitter van het nieuwe bestuur was de heer K. van Schouwen en verder o.a. de heer Leydesdorf die nog lid van het be stuur is. De heer van Schouwen had in het oude bestuur zitting als afgevaardigde voor den gemeenteraad. Het eerste bestuurslid in dien geest is geweest mr G. J. Sprenger; thans fungeert als zoodanig mr Th. Port- heine. Nog meer moeilijkheden. Tjjdens het voorzitterschap van mr J. Adriaanse, opvolger van den heer van Schouwen, deden zich de directeursmoei lijkheden voor. De financiën baarden voort durend zorg, doch pas onder den tegen- woordigen voorzitter den heer P. W. M. Hoegen van Hoogelande, zouden deze zor gen een vasten vorm aannemen, zooals geen enkel bestuur gekend had. De ge meentelijke bijdrage werd n.l. eerst ver minderd tot 3000, het volgende jaar tot 1000 en ingaande 1935 geheel geschrapt. Begrijpelijkerwijs werd het bestuur toen r ongehoorde moeilijkheden geplaatst, die ten slotte overwonnen werden dank zij de bereidheid van den directeur en de wer kende leden om zich groote financieele of fers te getroosten. In dit. verband vestigde spr. de aandacht op den financieelen steun, dien het korps eenige jaren van het Mi muco-comité ontvangt. Of het einde van de offers al bereikt is, blijft een vraag die spr. gaarne zou beantwoorden, als er wat meer perspectief in de financiën der ver eeniging zat. Helaas is dat niet het geval. Muzikale prestaties. Spr. zou thans gaarne een overzicht wil len geven van wat het korps in den loop van zijn bestaan heeft gepresteerd. Jammer genoeg kan hy dit niet. In het archief vond hij, dat op 2 April 1818 het korps mede werkte bij de uitvoering van „Die Schöp- fung" in de Luthersche kerk; op 16 De cember 1818 by een muziek- en zanguit- •oering ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het departement der Mij. tot Nut van 't Algemeen en op 25 Augustus 1819 by de eerste steenlegging van het monument op de Rouaansche kade. En daarmede is het afgeloopen. Vanaf de komst van Morks ontbreekt zelfs alle ar chief, terwijl van 1907 tot 1919 dit slechts bestaat uit het verslag der algemeene ver gaderingen. Na dien tijd is dat veranderd, doch toen was ook reeds de periode der concerten buiten de gemeente vrijwel afge sloten, zoodat het niet veel zin heeft, de weinige uitvoeringen van dat soort gedu rende die jaren speciaal te memoreeren. In de laatste jaren komen ze heelemaal niet meer voor. In 193S en 1939 is nog een paar maal prijsopgave gevraagd uit Zeeuwsch- Vlaanderen, doch daarbij is het gebleven. Hoewel de onkosten thans aanmerkelijk la ger zijn dan 25 jaar geleden, schijnen de organiseerende comité's van tegenwoordig niet over voldoende fondsen te beschikken. Gelukkig is er meer onveranderd gebleven dan de financieele zorgen en dan noemt spr. als zoodanig: de uniformkleeding, zij het dan ook in gewijzigden vorm; het appèl aan het begin van iedere repetitie;; het in dienen van maandelyksche verzuimstaten door den directeur aan het bestuur; het opstaan, als de directeur den muziektent betreedt en de contraclueele verbintenis tusschen het bestuur en de werkende le den, neergelegd in het huishoudelijk regle ment, dat aan beide partijen rechten maar ook verplichtingen oplegt. Grootendeels zyn "dit slechts uiterlijkhe den, doch zij onderscheiden het korps daar door de muzikale capaciteiten buiten beschouwing gelaten van andere korp sen. Aan een korps in uniform worden andere eischen gesteld dan aan een burgerkorps. Eon vergelijking van het heden met een betrekkelijk kort-verleden doet ons ook verschillen zien. Het opsommen daarvan stemt eenigszins weemoedig, want het her innert volgens spr. aan een tijd van grooter glorie. Verdwenen zijn de concerten in den Buitentuin, de Abonnementsconcerten in den Schuttershoftuin en vooral niet te ver geten de Zondagavondconcerten in den zelfden tuin. Van later datum zyn de Abdij concerten, die hoewel gereduceerd van 6 tot 4 tot nu toe in stand gehouden zijn. Reeds sedert enkele jaren vraagt de secretaris ook hier zichzelf af: „Hoe lang nog?" Het heeft geen zin over het verdwij nen van dat alles breedvoerige beschou wingen te houden. Men heeft eenvoudig de nuchtere feiten te aanvaarden. Men kan alleen zyn best doen om instand te houden, wat men nog heeft. Ongetwyfeld staan speciaal op financieel gebied nog vele moeilijkheden te wachten. Spr. uit echter de hoop, dat de liefde der werkende leden voor het korps groot genoeg zal zijn om hun krachten eraan te blyven geven. Als het Bestuur op den steun van de leden rekenen kan, zal het zeker den strijd niet opgeven, vasthoudende aan de overtuigin; dat het „Luctor et Emergo" niet slechts voor de Zeeuwen in het algemeen, maar óók voor het korps in het bijzonder waar heid bevat. HET FEESTPROGRAMMA. Met groote belangstelling werd de rede van den secretaris, die dank bracht voor de hulp hem verleend door den gemeente archivaris aangehoord en applaus bezegel de ook deze woorden. Tevens was de weg vry voor het P.T.T.- gezelsehap. Deze dames en heeren hebben gedurende geruimen tyd een bijna non stop programma gegeven, waarbij aardige pakkende liederen te samen, maai- ook een paar heeren-solonummers, het uitstekend deden, evenals de dans van de leidster van dit gezelschap, bij wie men by na niet meer aan dilettantisme durft denken. Vóór de pauze brachten twee werkende leden van het korps nog een paar num mers op accordeons ten gehoore, die te recht zeer in den smaak vielen. Na een korte pauze trad als slot op het militaire cabaret gezelschap „Contrast", onder wie Just Jesayes. Dit flinke clubje had ook geheel belangeloos zyn medewer king toegezegd, waar het ging om het Middelburgsch muziekkorps. Ook de nummers van deze club, zoowel de muzikale als de andere, vielen ten zeer ste in den smaak. Niet alleen de 6 militai ren hebben zich groote krachten getoond, maar vooral ook de dame, die hen ver gezelde, deed zich als een zeer goede zan geres kennen. Het was een byzonder geslaagde avond geworden, toen te één uur het klokje van gehoorzaamheid sloeg en de heer Mazure met welgekozen woorden van dank tot alle medewerkenden, een slotrede uitsprak. De lieer Luteyn dankte den heer en me vrouw Mazure voor hun groote zorgen. Na het staande zingen van het Wilhel mus, ging men in opgewekte stemming huiswaarts. GRANAAT VAN DE FRANSCHE LUCHTDOELARTILLERIE RICHTTE ONHEIL AAN. Eén doode. Tijdens het luchtalarm Maandagavond te Parys is een granaat van de luchtdoelar tillerie ontploft bij een station van de Me tro. Het projectiel sloeg ongeveer 50 cm in den grond De scherven beschadigden een school en verwondden zes personen in de omgeving. De gewonden werden on middellijk naar het ziekenhuis vervoerd, waar een is overleden De overigen kon den. na verbonden te zijn. naar huis te- rugkeeren. o OP ONBEWAAKTEN OVERWEG DOOR TREIN GEGREPEN EN OMGEKOMEN. Gisteravond is op den onbewaalcteir over weg „rondom 6" (onder de gemeente Hoogland) van de spoorlijn Amersfoort Zwolle een ongeveer zestigjarige man, een kostganger van het gezin Van den Akker te Hoogland, door een trein gegrepen. Hy was op slag dood De man, die doof was, maakte zyn avondwandeling en heeft ver- moedelyk het naderen van den trein niet gehoord. Granaat van luchtdoelkanon door een woonhuis geslagen. Groote ravage in de slaapkamers aangericht, doch niemand gedeerd. Gisteravond en in den afgeloopen nacht hebben de batterijen luchtafweergeschut, welke staan opgesteld rond Amsterdam, wederom het vuur geopend op vreemde vliegtuigen, welker nationaliteit, mede door de lage bewolking, niet kon worden vastge steld. Een granaat van een luchtdoelkanon is vannacht om ongeveer half twee ingeslagen in een vier verdiepingen hoog woonhuis aan den Amstelveenscheweg, hoek Bernard Kochstraat. Dit huis wordt bewoond door vier fami lies, die zich op dit uur van den nacht ter ruste hadden begeven. De granaat sloeg door het dak, baande zich een weg door plafonds en muren van de derde, de twee de en de eerste étage en bleef tusschen het plafond van het benedenhuis steken. Hoewel het projectiel groote ravage heeft aangericht in de slaapkamers van dit huis, werd wonderlyk genoeg niemand gedeerd. Bij het inslaan in het dak is slechts een gat ontstaan, dat even groot is als de gra naat zelf d.i. ongeveer 7V» centimeter. Op de derde étage bevinden zich twee slaapkamers van de familie Boltjes. Beide kamers werden beschadigd, zoowel in de vloer als in de tusschenmuur. De grootste uitwerking heeft de granaat gehad op de tweede étage in de slaapver trekken van de familie Van Oostrum. In een der slaapkamers bevonden zich de heer Van Oostrum en zijn echtgenoote en in de kamer daarnaast de oudste zoon des hui zes. De granaat is hier in de kamer van den zoon tegen de muur geslagen. Deze muur is van beton, doch de kracht van dezen slag was zoo groot, dat er een gat van een me ter lengte en vier decimeter breedte ont stond. In de slaapkamer van het echtpaar Van Oostrum vloog de deur door den luchtdruk uit de hengsels. Het behang in beide kamers werd van den wand gescheurd en een laag puin van vyf centimeter bedekte de vloe ren over de volle oppervlakte van de beide kamers. Ook de beide bedden waren grijs van puin en stof. Het projectiel zocht zich verder een weg naar de eerste étage. Hier was de kracht van den val evenwel voor een groot deel reeds gebroken, want hoewel eveneens in twee slaapkamers ga ten in plafond en vloer ontstonden, was de ravage niet zoo groot als op de tweede éta ge. Het benedenhuis bleef gespaard, want de granaat bleef hier in het plafond steken. De klap van den inslag wekte ook de bu ren, doch aan de buitenzyde van het per ceel was niets byzonders te zien. Een der bewoners van het huis waarschuwde de po litie, die op haar beurt de militaire autori teiten op de hoogte van het gebeurde bracht. Frankrijk schaft de politieke censuur af. Gisteren heeft de Fransche minister president in de Kamer de verklaring afge legd, dat de politieke censuur voor de Fransche kranten zal worden afgeschaft. Daladier sprak de hoop uit, dat men hem niet binnen korten tijd zou verzoeken aan deze proefneming een einde te ma ken. Thans zullen voor de Fransche kranten verboden gelden, die zyn beperkt tot de militaire, diplomatieke- en natioyale behoeften. De Fransche Kamer nam deze regeling aan. welke was neergelegd in een voorstel van Daladier en waaraan te vens een motie van vertrouwen in de re geering verbonden was De motie werd aangenomen met 450 stemmen tegen I Roosevelt niet voor de derde maal president? De senaat van den staat New-York heeft een motie aangenomen, waarin het Con gres gevraagd wordt een wet aan te ne men, die presidenten der Ver. Staten ver biedt naar een derde ambtsperiode te din gen. Zooals men weet, loopt de tweede ambts periode van president Roosevelt thans ten einde.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 7