Goud in de Wildernis
SPIERPIJN
COMMANDANT VELDLEGER ONTVANGT
JOURNALISTEN OP EXCURSIE
MIDDELBURGSCHE
KRONIEK VAN DEI DAG
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COUR ANT) VAN MAANDAG 19 FEBRUARI 1940. No. 42.
Langs grenzen en waterlinie
Tocht door geïnundeerd gebied bij 15 graden vorst.
Onvindbare batterijen.
e r s 1 i
s p e q 1
g e v e
De commandant van het veldleger, lui
tenant-generaal J. J G. baron van Voorst
tot Voorst: rijzige gestalte "in ruige sol
datenjas, pistool op de heup, in een scherp
geteekend gezicht twee doordringende
oogen, die vonken kunnen schieten, maar
waarin soms ook lichtjes gaan dansen, en
dan groeven zich vroolijke rimpeltjes rond
een strak getrokken mond, een stem die
klinkt als een klok, gewend commando te
geven, snel en beslist: ..Mijne heeren, wie
van onze waterlinie proeft, sterft er
aan!''
Forsch, kaarsrecht, staat de generaal
voor ons. en improviseerend. nu in hel
Fransch, dan in Duitsch of Engelsch be
schrijft hij cle geweldige heteekenis, door
alle eeuwen heen. van de aloude Holland-
sche waterlinie, die reeds in 1672 de trot-
sche legerscharen van een Lodewijk de
Veertiende onder aanvoering van maar
schalk Luxembourg, de wijk deed ne
men. „De Zonnekoning zelf bracht het tot
Zeist. Luxembourg en zijn mannen trok
ken tot de Nieuwkoopsche plassen, he
noorden Woerden, maar toen trad de dooi
is, en het wassende water noodzaakte hen,
zich overhaast terug te trekken
Ruim honderd jaar later, in 1799 waren
het de Engelsch en en Russen, die
Noordholland een inval deden en eveneens
de waterlinie als een niet te overbruggen
hinderpaal op hun weg vonden, nl. ten
Noorden van Velsen En tot op dezen dag
heeft Nederland zijn natuurlijke verdedi
ging gevonden in het water van zijn ka
nalen, rivieren, beken en slooten, zij het
dan dat naast de oude Hollandsche water
linie, en aansluitende daaraan tal vai
nieuwe inundaties ontworpen werden
WIJ HEBBEN HET WATER IN
DE HAND.
Men moet zich overigens zoo'n water
linie niet voorstellen als een eenvoudig
schabloontje: druk op de knop en het water
is er! Zóó simpel staan de zaken niet. Het
inundatiegebied is verdeeld in kommen met
verschillend niveau en door middel van
damsluizen kan de waterstand geregeld
worden In de eene kom kan in één nacht,
tijd het water een halve meter hooger ko
men, elders kan het over een zelfden af
stand zakken. En dan gaat het niet om
een paar duizend kubieke meter" water,
maar om vele tientallen millioenen! On
afgebroken wordt er nog aan de waterlinie
gewerkt, dijken werden verbreed, zoodat
ze bestand zijn tegen zware artillerie, tank
grachten werden gegraven, soms met zes
tien graafmachines tegelijk, wanneer snel
heid geboden was, en ondanks de koude
gaan wij rustig verder De vorst zit 5Q
in den grond, zoodat deze keiharde korst
eerst kapot gebeiteld moet worden, maar
de machines gaan door, halen de brokken
omhoog, waarmee wij de dijken weer ver
sterken.
Zoo hebben wij op elk gewenscht punt
het water in de hand, wij conCïngenteeren
liet, wij spelen er mee, brengen het waar
wij het hebben willen, het water, onze
erfvijand inderdaad, maar als wij het be-
zwalcheid dan even daargelaten dat de
poging mislukte. Bovendien hebben ze te
Londen geprotesteerd, zoo venijnig als een
rechtlooze zich dat maar kan veroorloven.
Als ze nu tevens maar het geluk hebben,
dat het niet in de kraam der oorlogvoeren
den te pas komt, hen in den strijd te be-
trekken, zal het wel losloopen
Ten derden male heeft op uit-
noodiging van den Generalen
Staf een groep journalisten,
waaronder ditmaal ook buiten
landers maar geen onder
danen van in oorlog zijnde mo
gendheden een tocht ge
maakt langs de versterkingen
der land- en zeegrenzen. Ergens
in het gebied van de nieuwe
Hollandsche waterlinie werden
de dagbladschrijvers officieel
ontvangen door den comman
dant van het veldleger, den
luitenant-generaal J. J. G. baron
van Voorst tot Voorst, en van
deze charmante receptie vertelt
onze speciale verslaggever on
der meer in het eerste van zijn
serie artikelen, dat men hier
naast aantreft.
dwongen hebben, onze trouwste bondge
noot
De generaal verheft zijn slem, en zegt
nadrukkelijk: „Groote waardeering koester
ik voor de onder mijn bevelen staande
troepen, die dit alles tot stand hebben ge
bracht. vaak werkend onder Siberische
temperaturen. En het allerbelangrijkste is.
dat dit alles de eenheid in ons volk heeft
verhoogd, de onderlinge saamhorigheid en
bovenal de Irouw aan het Huis van Oran
je"
Even is het doodstil in de zaal, dan
klatert een spontaan applaus. Maar de ge
neraal beweeglijk en rusteloos staat reeds
bij de deur, en lachend zegt hij: „Mijne
heeren, ik wensch u bij vijftien graden
vorst een genoeglijke trip!"
Buiten trekt een afdeeling veld-artille-
rie voorbij: als we even later onze bussen
hebben bestegen, en wegrijden, staan de
mannen van de „Veld" in cle houding langs
den weg, en twee staalgrijze scherpe
oogen monsteren manschappen en mate
riaal: de C V, inspecteert de troep!
„Dat is lypisch voor den generaal zegt
een onzer officieren, r,Eiken dag is hij
in de stelling en geen troep passeert er, of
er vindt een grondige inspectie plaats!'
WIJ LOOPEN DOOR EEN BAT
TERIJ.
Wij wandelen door de doodstille sparre-
bosschen van den Slichtsphen heuvelrug,
waar sneeuw zich stapelde op het ijs en
ijs weer groeide op de sneeuwlaag. Hier
moet ergens een batterij zich bevinden
vier forsche stukken van tien centimeter
Veld, maar niemand die er iets van ziet
Tot plotseling achter ons 'n davéring door
de lucht gaat, boem boem. Boem, boem!!
De batterij heeft geschoten en wij zijn
dwars door de geschutstellingen geloopen.
zonder iets te ontdekken? Onthutste ge
zichten overal, behalve bij de artillerie
officieren, die hun batterij zóó keurig op
borgen in Eidl witbe,sneeuwde (sparren-
bosch, dat zestig journalisten er geen sik
kepit van gewaar werden. Dat is camou
flage van den eersten rang!
We draaien op onze hakken om, dringen
het bosch opnieuw binnen en nu vinden
we het smalle trapje, dat toegang geeft
tot de overdekte gang langs de diverse
stukken. De bedieningsmanischappen zit
ten bij bet ka non gereed om opnieuw te
vuren, en grijnzen naar het gezelschap
„burgers", dat het niet vinden kon Zelfs
Maar heeft nu de koude, geen spaak in
het inundatie-wiel gestoken? Alles ligt toch
steendik dichtgevroren in onze Hollandsche
waterlinie? Inderdaad: men zou er met
paard en wagen over heen kunnen bolde
ren, met tanks en vechtwagens zelfs, als
er geen zagen en hamers, beitels en hou-
wee len, geen slagwoord en trotiel beston
den
Onafzienbaar ligt. voor ons uit de met
fijne stofsneeuw bedekte ijsvlakte, de felle
Noordooster blaast er bar en boos over
heen. en jaagt het stuifsei bij wolken voor
zich uitziedaar de Hollandsche water
linie na twee maanden vorst. Een prachtig
wegdek voor tanks en pantserwagensDe
leek denkt het misschien, maar de leger
leiding weet wel beter, want alles, wa
zich op deze blinkende, gladde vlakt
waagt, blijft onherroepelijk steken in de
kanalen en sleuven, die de Hollandsche soN
daten in weer en wind uithakten of zaag
den.
Er zijn, als blijven de resultaten dezelfde
vele manieren om het ijs klein te krijgen
Men doet het o a. met zesvvielige vracht
wagens, waarvan men de twee achterst?
wielen vervangen heeft door geweidigi
ronde zagen. De chauffeur laat den moto:
razen met geweldige vaart snijden de za
gen door het ijs, en binnen enkele minu
ten kan men een kanaal van honderden
meters uitsnijden.
Ook werkt men met een ijsslee. waaraan
zich een zaag van flinke afmetingen be
vindt: verder zijn er de bekende pneuma
tische hamers, die ook bij de wegwerker-
in gebruik zijn, en ten slotte is daar. nog
het eenvoudigste en snelstwerkende mid
del: de onderling met slagkoord verbonden
ladingen trotiel, die het ijs over groote op
pervlakten opensplijten.
Neen, zooals in 1672, toen men gelaten
moest wachten tot de dooi inviel, éér de
Fransehe troepen de kracht van liet wa
ter aan den lijve voelden, zóó zal het dit
maal niet gaan
Zooals wij het water dienstbaar maak-
ten aan onze verdediging, zoo is ook het
ijs ingeschakeld in ons defensief systeem,
dat: thans dus rust op drie.wel zeer hetero
gene elementenwater, ijs en vuur
En wat ligt daar nu vóór onze befaamde
waterline? Zijn langs de grenzen en tus-
schen de grenzen en de vesting Holland
eveneens weerstandslijnen geconstrueerd,
waar 'n indringer zich de tanden op stuk
kan bijten
Het antwoord op deze vraag vindt men
in ons volgend artikel.
flN ZEiUND I
COURANT
De nabestaanden van
omgekomen onbemiddelde
dienstplichtigen.
Het lid der Tweede Kamer mevrouw
BakkerNort. (v.d.), heeft aan den minis
ter van defensie de volgende vragen ge
steld:
Is het den minister bekend, dat de ge
zinnen van de onbemiddelde dienstplichti
gen, die tijdens de mobilistatie in den dienst
zijn omgekomen, in kommervolle omstan
digheden verkeeren
Wil de minister bevorderen, dat een be
tere pensioenregeling voor weduwen en
weezen van dienstplichtigen bij land- en
zeemacht tot stand komt, ih den zin, dat
het pensioen van de weduwe van een sol
daat, matroos of marinier, dat thans ten
hoogste 560 per jaar bedraagt als zij drie
of meer minderjarige kinderen heeft, wordt
verhoogd?
Wil de minister dan tevens de totstand
koming van een meer bevredigende rege
ling bevorderen met betrekking tot de be
grafeniskosten van dienstplichtigen, die tij
dens de mobilisatie omkomen?
EEN" WIJKVERPLEEGSTER VAN
DIEFSTAL EN POGING TOT
VERGIFTIGING BESCHULDIGD.
In het huis van bewaring te Zwolle be
vindt zich reeds meer dan een maand in
arrest de wijkverpleegster van het Groene
Kruis te Dalfsen, zuster M. Deze wijkver
pleegster heeft eenigen tijd geleden tegen
haar dienstbode T. K. een aanklacht we
gens diefstal ingediend. De verpleegster
was 51 en de dienstbode 41 jaar. De moei
lijkheden begonnen toen de dienstbode wil
de trouwen.
Óe politie stelde naar anleiding van de
aanklacht een onderzoek in. De dienstbode
werd plotseling ziele en moest aan haar
ziekbed verhoord worden. Zü beschuldigde
wederkeerig de verpleegster niet alleen van
diefstal van duizend gulden, waar het oor
spronkelijk om ging. maar ook van 300.
De verpleegster, zoo beweerde zij, zou reeds
verschillende malen getracht hebben haar
te vergiftigen.
De justitie werd in de zaak gemengd en
ter zelfder tijd werd ook de verpleegster
ziek, zoodat zij in het Sophia-ziekenhuis
moest worden opgenomen. Het onderzoek
van de justitie strekte zich uit tot de pro
visiekast van zuster M. Men trof daarin
gebakjes aan, afkomstig van een Zwolschen
banketbakker, doch vergiftig gemaakt met
arsenicum. De bakker verklaarde, dat hij
de gebakjes aan de verpleegster had gele
verd.
De dienstbode beweerde wel te weten
voor wie deze gebakjes bestemd waren, de
zuster zeide eveneens overtuigd te zijn van
de bestemming dezer lekkernij. En zoo be
schuldigden de dames elkaar over en wee"
niet alleen van diefstal, doch ook van po
ging tot vergiftiging.
Een onderzoek werd ingesteld en tervvyl
de dienstbode inmiddels getrouwd is, is zus
ter M in verzekerde bewaring gesteld.
Be misdaad der zwakheid.
De Engelschen hebben zich schuldig ge
maakt aan een kras staaltje van neutrali-
teitsschennis. In de Noorsche wateren is 'n
Duitsch koopvaardijschip, „Altmark" Vrij
dagavond laat door een Britschen torpedo
jager geënterd; enkele honderden Bi'itsche
krijgsgevangeneni, welke zich aan boord
van den koopvaarder bevonden» werden
na een kort gevecht, waarbij zeven Duit-
sche zeelieden sneuvelden, bevrijd. De tor
pedo-jager heeft hen heelhuids naar Enge
land gebracht. (Een uitvoerig relaas vindt
men op de 3e pag. van dit blad).
Het geval is penibel voor Noorwegen.
Hoe penibel wordt bewezen dooor het feit,
dat de Engelsche regeering niet de minste
poging doet, den een of anderen juristischen
kronkel te leggen, teneinde de schennis te
rechtvaardigen. Londen erkent, men zou
bijna kunnen zeggen: ruiterlijk, dat de
Britsche torpedojager zich er aan schuldig
maakte. En datdanop last
van de Britsche admirali
teit, Een officieel bevel uit Londen, (ra
dio-telegram) gelastte den comandamnt
van den torpedojager de Noorsche fjord,
waarin het Duitsche schip was gevlucht,
binnen te varen en den aanval te onderne
men!
Wat is nu het penibele voor Noorwegen?
Dit: dat het den Duitscher niet zou heb
ben mogen toestaan, door de Noorsche wa
teren te varen. Er bevonden zich Engel
sche krijgsgevangenen aan boord, aldus de
redeneering van Londen, en deze wilde de
kapitein van de „Altmark" naar Duitsch-
land brengen, sluipend langs de Noorsche
kust. De Noorsche regeering had het schip
óf moeten vasthouden óf dwingen, de Noor
sche territoriale wateren te verlaten. Toen
ze noch het een noch liet ander deed, zat er
voor ons, aldus nog steeds Londen, niets
anders op, dan de Noorsche neutraliteit te
.schenden.
Noorwegen is een klein land. Het heeft
maar een paar millioen inwoners, zijn le
ger en zijn vloot behooren tot de onaan
zienlijkste van Europa. Ziedaar in de wilde
tijden, die wij beleven z\jn ergste „mis
daad". Indien Noorwegen groot en sterk
was, zou het nu niet zitten met de gebakken
peren van de willekeur der oorlogvoeren-
,den. Dan zou de Duitscher het niet in zijn
hoofd gehaald hebben, met krijgsgevange
nen door de Noorsche wateren te sluipen
•en de Engelschman nog minder, er een pi
raten-streek op touw te zetten. En dan had
de Noorsche regeering geen protest naar
Londen behoeven te sturen en nog minder
een protest uit Berlijn in ontvangst te ne
men. Zoo staat de zaak, nuchter bekeken.
Vermoedelijk laat de feitelijke toedracht
zich als volgt reconstrueerenMen wist in
Noorwegen, dat de „Altmark" krijgsgevan
genen aan boord had, krijgsgevangenen,
.afkomstig van Britsche koopvaarders, wel
ke enkele maanden geleden door de „Graf
Bpee" in de Zuid-Amerikaansche wateren
tot zinken waren gebracht. (Later werd
de Duitsche kruiser, zooals men zich zal
herinneren, door de Engelschen in 't nauw
gedreven en tot ondergang gedwongen). De
„Altmark" nam indertijd de krijgsgevange
nen van cle „Graf Spee" over en wist zich
•toen onvindbaar te maken. Blijkbaar is het
.schip langs de Amerikaansche kust naar
het hooge Noorden gevaren, daar den At-
lantischen Oceaan overgestoken en wilde
het nu probeeren langs de Noorsche kust
naar Duitschland te komen. De Noorsche
regeering had dit kunnen beletten. Maar
•ze vreesde natuurlijk zich daarmee nieuwe
woede van Berlijn op den hals te halen. Zü
stond de sluipvaart daarom oogluikend toe,
hopende, dat de Engelschen er niets van
zouden zien. Engelsche vliegtuigen ontdek
ten den Duitscher echter; zoo liep het mis.
Het Duitsche protest, dat de Noorsche
regeering in ontvangst heeft moeten ne
men, is niet malsch. Nog een beetje scher
per en het zou een ultimatum geweest zijn.
Hoe het voor Noorwegen zal afloopen, moet
nu worden afgewacht. Voorshands krijgt
men echter niet den indruk, dat Berlijn op
een eigenlük conflict aanstuurt. Dat zou
ook zeer onaardig zün. De Noren hebben
dan toch eerlijk geprobeerd, den Duitschers
een slinkschen dienst te bewijzen. Het was
niet hun schuld de misdaad hunner
Naar het Engelscfi van
C. VANDERBILT Jr.
6).
Toen Mimi voor de tweede keer viel, be
sloot ze het hard loopen te staken. „Ik zal
me tusschen de struiken verstoppen", zei ze
halfluid. „En dan laat ik hem z'n tong uit
z'n inond schreeuwen!" Ze drong door het
manshooge struikgewas heen en kwam te
recht op een open, zonnig plekje vol wilde
bloemen. Mimi zette zich neer op den ouden
vaalgebleekten stam van een omgevallen
boom. „Ik zou alles, wat ik heb, willen ge
ven voor een kam en een poederdoosje",
klaagde ze hardop. En meteen schrok ze,
want ze had het onmiskenbare kraken van
•dorre twijgen en takken gehoord, dat ver
oorzaakt werd door zware, naderende voet
stappen. „Hij heeft me al gevonden". Ze
•draaide haar hoofd om en keek norsch naar
den wand van struikgewas, dat uitelkaar
geduwd werd. En toen gaf ze een gil
zóó luid, zóó schril, dat de jonge beer een
oogenblik als vastgenageld aan den grond
bleef staan. Hij keelc haar met zijn glinste
rende kraaloogen aan, snoof, liet zich op
zün vier pooten vallen en begon hobbelend
te draven. Doch Mimi was nog eerder dan
hü aan den hol geslagen. Ze liep harder,
dan ze op school ooit geloopen had; ze haal
de het record voor vrouwen in het hard-
"Joopen op onbegaanbaar terrein. Jim keelc
op en begon te lachen, toen hij haar zag
aankomen. Maar hü hield ermee op en
greep naar zijn geweer, dat tegen de deur
der vliegmachine aanstond, toen hij zag,
wie met haar om het hardst liep. En hij gaf
den beer de volle laag, velde hem met drie
schoten.
„Klim in het vliegtuig", riep hij Mimi
toe. „Z'n moeder zal met een paai' minuten
wel hier 2ün en ik heb liever niet met haai'
te doen". Hü pakte den vvolligen dooden
beer op en wierp hem achter in het vlieg
tuig.
„Waarom neem je hem mee?" vroeg Mi
mi, trachtend, ondanks haar beven, zoo on
verschillig mogelijk te doen, toen Jim de
machine weer in de lucht had en naai' het
Noorden stevende.
„Omdat jü zün huid moet looien en er
een kleedje van moet maken een kerst
cadeautje voor je vader".
„Kerstmis is nog zoo ver af".
„In het Noorden zul je wel gewend raken
aan de overbodigheid van tgdberekenin-
gen".
Mimi bestudeerde z'ün profiel in opzette
lijk lang stilzwijgen en zei dan met groote
beslistheid: „Nou weet ik het! Je bent gek!
Niet bepaald paranoia, maar toch iets der
gelijks. Verbeeld jij je soms, dat je Napo
leon, of Robin Hood of Claude Duval bent,
of
HÜ gaf geen antwoord en Mimi verborg
haar kin in den kraag van zijn bontjekker,
zoodat haar gouden haren als een krans
om haar hoofd kwamen te staan. Ze trok
zich in n\jdig stilzwijgen terug. En dat hield
ze zelfs vol, toen ze boven een glinsterend
meer rondcirkelden, lager en lager afgle
den naar een smaragdgroen eiland en ein
delijk, met uitgezette drijvers op de opper
vlakte van het meer neerstreken, doorgle-
Het groote geheim van gelukkig te
zijn bestaat niet in genieten, doch in
zelfverloochening.
illlllllllllllllIlllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllDIIIIIIIIIIIII
den en eindehjk stil bleven liggen.
„Thuis!" kondigde Jim aan, terwijl hij een
schuitje, dat onder een der vleugels hing,
op het water liet neerstrijken.
Toen ontwaakte Mimi's belangstelling en
groeide snel aan. Want op den oever van
het eiland zag ze fellcleurig gekleede ge
daanten heen en weer loopen en ter ver
welkoming wuiven. Achter hen kon ze rek
ken onderscheiden, waaraan duizenden vis-
schen hingen te drogen in zon en wind en
verderop een r'ü tenten en schuren. En nog
verderop, ongeveer aan het andere einde
van het eiland, op een heuveltje en door
geweldige hoornen zoo goed als aan het oog
onttrokken een groot blokhuis.
Doch Mimi stelde geen belang in blok
hutten, of mooie eilanden, of de strenge
wijde eenzaamheid der natuur ze stelde
nu alleen maar belang in de menschen, bij
zonder in degenen, die Jim blijkbaar mét
vriendelijke kreten begroetten, toen hü met
haar in het bootje naar het smalle witte
strand roeide. „Als ik met een van die man
nen maar een paar woordjes kan spreken",
zei ze tot zichzelf, knipperend tegen het
schitterende zonlicht, dat door de golfjes1
weerkaatst werd, „dan kan ik het vast en
zeker met hem wel op een accoordje gooien
en hiervandaan komen, voordat Jim ook
maar
„Stap uit. Laat hij je maar dragen", riep
hü in één adem door met het onverstaan
bare gekrabbel, waarmee hü bevelen scheen
te geven aan een der Indianen, die tot zijn
in de toch zoo trouwhartige oogen van
de batterühond schemert iets van leedver
maak
Zeventien kilometer ver dragen deze
batterijen hun vuur, vóór de breede strook
water die dit deel van ons vaderland be
veiligt. Want met water alléén komen wij
er niet, daarnaast roepen wij het vuur
le hulp Overal in de hooge streken ach
ter het moerassige, geïnundeerde land,
vindt men de opstellingen van onze artil
lerie, goed gedekt diep ingegraven in den
drogen grond, perfect gecamoufleerd, en
Iaat nu aan den anderen kant. een in
dringer daar zijn eigen artillerie maar te
genover stellenNa een twee dagen is
alles in de modder en smurrie weggezakt!
Eér. weerstandslün beküken we, maar
daarachter bevond zich alweer een tweede,
en daarachter werkte men reeds aan een
derde, en zoo zet zich onze verdediging
in de diepte voort als een echt-Nederlard-
sehe, maar daarmee niet minder hechte
Maginot of Mann,erheimlinie, een niet
te breken muur van vuur en water......
OOK HET IJS DIENSTBAAR GE
MAAKT.
knieënd door het water wadend, zijn groote,
mahoniehoutbruine hand naar het bootje
uitstak, om het aan wal te trekken.
Mimi hield haar adem van verbazing
even in. De Indiaan liet zün witte tanden
in een hreeden grijnslach zien, breidde zijn
armen uit en Mimi liet zich gedwee naai
den oever brengen. Een oogenblik rook ze de
muffe, benauwde lucht, die Indianen bij
zich hebben; maar zoodra ze op haar bee-
nen stond, alleen op het witte strand, drong
de geur van pijnboomen en sparren en len
tewind van over het water haar in den neus.
Maar dat was ook het eenige, wat ze aan
genaam vond. Want toen ze rond keek en
de grijnzende gezichten der Indianen om
zich heen zag, kreeg ze het wanhopige ge
voel, dat een berenjong allicht nog toegan
kelijker voor rede zou zijn, dan die men
schen. En dat gevoelde ze nog sterker, toen
Jim, voor wien ze kropen en bogen, alsof
hü een groot opperhoofd was, iets onver
staanbaars tegen hen zei, waarop ze allen
angstig terugweken, met rollende oogen en
uitroepen van afgrijzen. Jim wenkte Mimi,
hem langs het pad naar de blokhut te vol
gen.
„Ik heb tegen mün Indianen verteld", zoo
legde hü haar 't gebeurde uit, „dat je 'n ge-
vaarhjke krankzinnige bent; dat Ik je hier
heen. gebracht heb, om je te genezen. Ze
zyn voor krankzinnigheid banger, dan voor
iets anders ter wereld. Als ik je een goeden
raad mag geven, probeer dan niet met hen
in contact, te komen. Zü zullen je niet aan
raken, tenzij jij een stommiteit begaat".
Mimi's kreet van wanhopige verontwaar
diging ging verloren in het geschreeuw van
den Indiaan Gewgewsh, die haar aan wal
gedragen had. Hij volgde hen met nog en
kele anderen op eerbiedigen afstand langs
BevrijdtV van
door de warmteverwekkende
THERMOGÈNE
Bescherm U tegen
KOUVATTEN
De warmte, die door de
Thermogène wordt op
gewekt. kalmeert rlieuma-
tische gewrichts-, spier- en
zenuwpijnen. In de lende
nen, de heupen, de gewrich-
ten en in den nek - overal
waar de kwellende pijn optreedt, kunt
U deze bestrijden door de pijnlijke piek
eenvoudig te bedekken met een vel 4\yVV
Thermogène. Niet alleen 's nachts, doch W
ook overdag onder uw werk blijft de wis
Thermogène de pijn krachtig bestrijden.
Het is een eenvoudige, doeltreffende Hf'
methode om in den kortst mogelijken
tijd de pijnen te verdrijven. Het is tevens
een uitstekend middel om uw gezond-
held te beschermen tegen de wissel-
vaJJige weersinvloeden, Thermogène is Is y
verkrijgbaar bij Apothekers en Dro-
gisten in doozen van 40 en 60 cent.
het boschpad. Jim schreeuwde joviaal een
antwoord terug en legde het aan Mimi uit.
„De indianen vragen, of je soms een we
duwe bent, omdat je haren afgesneden zijn.
Ik heb hun verteld, dat ik het heb afge
knipt, om te verhinderen, dat jü je eraan
zou verhangen".
Nu stiet Mimi een langen, woedenden
wanhopigen gil uit. En ze zette het op een
loopen, sprong over boomwortels, bossen
varens en bloemen, over steenen en kuilen
heen en bleef niet staan, voordat ze de
kleine open ruimte voor de blokhut bereikt
had. Daar wachtte ze, tot ze wat op adem
gekomen was. aarzelde nog heel even en
holde dan het blokhuis binnen. Als er een'
haak of grendel op de deur had gezeten, of
als. ze een meubelstuk gezien had, dat voor
haar te verschuiven geweest was, dan zou
ze ongetwijfeld de deur gebarricadeerd heb
ben. Maar alles, wat daarbinnen stond, de
olifantachtige ronde tafel middenin, de ru
we stoelen, de rustbank, ja zelfs de glanzen
de witte en donkerbruine huiden tegen de
wanden, maakten den indruk, alsof ze daar
eeuwig gestaan en gehangen hadden en niet
te verplaatsen waren. Mimi liep door de
hut heen en weer en hinkte, omdat een van
haar hooge hakjes afgebroken was.
Toen Jim, gevolgd door Gewgewsh en
twee andere Indianen met bagage, binnen
kwam, keek hij haar nauwelyks aan. Maar
hij zei op strengen toon: „Ik zal je een paar
moccasins geven; op die malle schoenen
kom je hier niet vooruit. En als ik jou was
dan zou ik mijn best doen, me zoo gauw
mogelijk als een verstandig menscli te ge
dragen. Als je scènes maakt, dan jaag je
myn Indianen nog meer schrik aan.".
(Wordt vervolgd).