Goud in de Wildernis SPIERPIJN COMMANDANT VELDLEGER ONTVANGT JOURNALISTEN OP EXCURSIE MIDDELBURGSCHE KRONIEK VAN DEI DAG TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COUR ANT) VAN MAANDAG 19 FEBRUARI 1940. No. 42. Langs grenzen en waterlinie Tocht door geïnundeerd gebied bij 15 graden vorst. Onvindbare batterijen. e r s 1 i s p e q 1 g e v e De commandant van het veldleger, lui tenant-generaal J. J G. baron van Voorst tot Voorst: rijzige gestalte "in ruige sol datenjas, pistool op de heup, in een scherp geteekend gezicht twee doordringende oogen, die vonken kunnen schieten, maar waarin soms ook lichtjes gaan dansen, en dan groeven zich vroolijke rimpeltjes rond een strak getrokken mond, een stem die klinkt als een klok, gewend commando te geven, snel en beslist: ..Mijne heeren, wie van onze waterlinie proeft, sterft er aan!'' Forsch, kaarsrecht, staat de generaal voor ons. en improviseerend. nu in hel Fransch, dan in Duitsch of Engelsch be schrijft hij cle geweldige heteekenis, door alle eeuwen heen. van de aloude Holland- sche waterlinie, die reeds in 1672 de trot- sche legerscharen van een Lodewijk de Veertiende onder aanvoering van maar schalk Luxembourg, de wijk deed ne men. „De Zonnekoning zelf bracht het tot Zeist. Luxembourg en zijn mannen trok ken tot de Nieuwkoopsche plassen, he noorden Woerden, maar toen trad de dooi is, en het wassende water noodzaakte hen, zich overhaast terug te trekken Ruim honderd jaar later, in 1799 waren het de Engelsch en en Russen, die Noordholland een inval deden en eveneens de waterlinie als een niet te overbruggen hinderpaal op hun weg vonden, nl. ten Noorden van Velsen En tot op dezen dag heeft Nederland zijn natuurlijke verdedi ging gevonden in het water van zijn ka nalen, rivieren, beken en slooten, zij het dan dat naast de oude Hollandsche water linie, en aansluitende daaraan tal vai nieuwe inundaties ontworpen werden WIJ HEBBEN HET WATER IN DE HAND. Men moet zich overigens zoo'n water linie niet voorstellen als een eenvoudig schabloontje: druk op de knop en het water is er! Zóó simpel staan de zaken niet. Het inundatiegebied is verdeeld in kommen met verschillend niveau en door middel van damsluizen kan de waterstand geregeld worden In de eene kom kan in één nacht, tijd het water een halve meter hooger ko men, elders kan het over een zelfden af stand zakken. En dan gaat het niet om een paar duizend kubieke meter" water, maar om vele tientallen millioenen! On afgebroken wordt er nog aan de waterlinie gewerkt, dijken werden verbreed, zoodat ze bestand zijn tegen zware artillerie, tank grachten werden gegraven, soms met zes tien graafmachines tegelijk, wanneer snel heid geboden was, en ondanks de koude gaan wij rustig verder De vorst zit 5Q in den grond, zoodat deze keiharde korst eerst kapot gebeiteld moet worden, maar de machines gaan door, halen de brokken omhoog, waarmee wij de dijken weer ver sterken. Zoo hebben wij op elk gewenscht punt het water in de hand, wij conCïngenteeren liet, wij spelen er mee, brengen het waar wij het hebben willen, het water, onze erfvijand inderdaad, maar als wij het be- zwalcheid dan even daargelaten dat de poging mislukte. Bovendien hebben ze te Londen geprotesteerd, zoo venijnig als een rechtlooze zich dat maar kan veroorloven. Als ze nu tevens maar het geluk hebben, dat het niet in de kraam der oorlogvoeren den te pas komt, hen in den strijd te be- trekken, zal het wel losloopen Ten derden male heeft op uit- noodiging van den Generalen Staf een groep journalisten, waaronder ditmaal ook buiten landers maar geen onder danen van in oorlog zijnde mo gendheden een tocht ge maakt langs de versterkingen der land- en zeegrenzen. Ergens in het gebied van de nieuwe Hollandsche waterlinie werden de dagbladschrijvers officieel ontvangen door den comman dant van het veldleger, den luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, en van deze charmante receptie vertelt onze speciale verslaggever on der meer in het eerste van zijn serie artikelen, dat men hier naast aantreft. dwongen hebben, onze trouwste bondge noot De generaal verheft zijn slem, en zegt nadrukkelijk: „Groote waardeering koester ik voor de onder mijn bevelen staande troepen, die dit alles tot stand hebben ge bracht. vaak werkend onder Siberische temperaturen. En het allerbelangrijkste is. dat dit alles de eenheid in ons volk heeft verhoogd, de onderlinge saamhorigheid en bovenal de Irouw aan het Huis van Oran je" Even is het doodstil in de zaal, dan klatert een spontaan applaus. Maar de ge neraal beweeglijk en rusteloos staat reeds bij de deur, en lachend zegt hij: „Mijne heeren, ik wensch u bij vijftien graden vorst een genoeglijke trip!" Buiten trekt een afdeeling veld-artille- rie voorbij: als we even later onze bussen hebben bestegen, en wegrijden, staan de mannen van de „Veld" in cle houding langs den weg, en twee staalgrijze scherpe oogen monsteren manschappen en mate riaal: de C V, inspecteert de troep! „Dat is lypisch voor den generaal zegt een onzer officieren, r,Eiken dag is hij in de stelling en geen troep passeert er, of er vindt een grondige inspectie plaats!' WIJ LOOPEN DOOR EEN BAT TERIJ. Wij wandelen door de doodstille sparre- bosschen van den Slichtsphen heuvelrug, waar sneeuw zich stapelde op het ijs en ijs weer groeide op de sneeuwlaag. Hier moet ergens een batterij zich bevinden vier forsche stukken van tien centimeter Veld, maar niemand die er iets van ziet Tot plotseling achter ons 'n davéring door de lucht gaat, boem boem. Boem, boem!! De batterij heeft geschoten en wij zijn dwars door de geschutstellingen geloopen. zonder iets te ontdekken? Onthutste ge zichten overal, behalve bij de artillerie officieren, die hun batterij zóó keurig op borgen in Eidl witbe,sneeuwde (sparren- bosch, dat zestig journalisten er geen sik kepit van gewaar werden. Dat is camou flage van den eersten rang! We draaien op onze hakken om, dringen het bosch opnieuw binnen en nu vinden we het smalle trapje, dat toegang geeft tot de overdekte gang langs de diverse stukken. De bedieningsmanischappen zit ten bij bet ka non gereed om opnieuw te vuren, en grijnzen naar het gezelschap „burgers", dat het niet vinden kon Zelfs Maar heeft nu de koude, geen spaak in het inundatie-wiel gestoken? Alles ligt toch steendik dichtgevroren in onze Hollandsche waterlinie? Inderdaad: men zou er met paard en wagen over heen kunnen bolde ren, met tanks en vechtwagens zelfs, als er geen zagen en hamers, beitels en hou- wee len, geen slagwoord en trotiel beston den Onafzienbaar ligt. voor ons uit de met fijne stofsneeuw bedekte ijsvlakte, de felle Noordooster blaast er bar en boos over heen. en jaagt het stuifsei bij wolken voor zich uitziedaar de Hollandsche water linie na twee maanden vorst. Een prachtig wegdek voor tanks en pantserwagensDe leek denkt het misschien, maar de leger leiding weet wel beter, want alles, wa zich op deze blinkende, gladde vlakt waagt, blijft onherroepelijk steken in de kanalen en sleuven, die de Hollandsche soN daten in weer en wind uithakten of zaag den. Er zijn, als blijven de resultaten dezelfde vele manieren om het ijs klein te krijgen Men doet het o a. met zesvvielige vracht wagens, waarvan men de twee achterst? wielen vervangen heeft door geweidigi ronde zagen. De chauffeur laat den moto: razen met geweldige vaart snijden de za gen door het ijs, en binnen enkele minu ten kan men een kanaal van honderden meters uitsnijden. Ook werkt men met een ijsslee. waaraan zich een zaag van flinke afmetingen be vindt: verder zijn er de bekende pneuma tische hamers, die ook bij de wegwerker- in gebruik zijn, en ten slotte is daar. nog het eenvoudigste en snelstwerkende mid del: de onderling met slagkoord verbonden ladingen trotiel, die het ijs over groote op pervlakten opensplijten. Neen, zooals in 1672, toen men gelaten moest wachten tot de dooi inviel, éér de Fransehe troepen de kracht van liet wa ter aan den lijve voelden, zóó zal het dit maal niet gaan Zooals wij het water dienstbaar maak- ten aan onze verdediging, zoo is ook het ijs ingeschakeld in ons defensief systeem, dat: thans dus rust op drie.wel zeer hetero gene elementenwater, ijs en vuur En wat ligt daar nu vóór onze befaamde waterline? Zijn langs de grenzen en tus- schen de grenzen en de vesting Holland eveneens weerstandslijnen geconstrueerd, waar 'n indringer zich de tanden op stuk kan bijten Het antwoord op deze vraag vindt men in ons volgend artikel. flN ZEiUND I COURANT De nabestaanden van omgekomen onbemiddelde dienstplichtigen. Het lid der Tweede Kamer mevrouw BakkerNort. (v.d.), heeft aan den minis ter van defensie de volgende vragen ge steld: Is het den minister bekend, dat de ge zinnen van de onbemiddelde dienstplichti gen, die tijdens de mobilistatie in den dienst zijn omgekomen, in kommervolle omstan digheden verkeeren Wil de minister bevorderen, dat een be tere pensioenregeling voor weduwen en weezen van dienstplichtigen bij land- en zeemacht tot stand komt, ih den zin, dat het pensioen van de weduwe van een sol daat, matroos of marinier, dat thans ten hoogste 560 per jaar bedraagt als zij drie of meer minderjarige kinderen heeft, wordt verhoogd? Wil de minister dan tevens de totstand koming van een meer bevredigende rege ling bevorderen met betrekking tot de be grafeniskosten van dienstplichtigen, die tij dens de mobilisatie omkomen? EEN" WIJKVERPLEEGSTER VAN DIEFSTAL EN POGING TOT VERGIFTIGING BESCHULDIGD. In het huis van bewaring te Zwolle be vindt zich reeds meer dan een maand in arrest de wijkverpleegster van het Groene Kruis te Dalfsen, zuster M. Deze wijkver pleegster heeft eenigen tijd geleden tegen haar dienstbode T. K. een aanklacht we gens diefstal ingediend. De verpleegster was 51 en de dienstbode 41 jaar. De moei lijkheden begonnen toen de dienstbode wil de trouwen. Óe politie stelde naar anleiding van de aanklacht een onderzoek in. De dienstbode werd plotseling ziele en moest aan haar ziekbed verhoord worden. Zü beschuldigde wederkeerig de verpleegster niet alleen van diefstal van duizend gulden, waar het oor spronkelijk om ging. maar ook van 300. De verpleegster, zoo beweerde zij, zou reeds verschillende malen getracht hebben haar te vergiftigen. De justitie werd in de zaak gemengd en ter zelfder tijd werd ook de verpleegster ziek, zoodat zij in het Sophia-ziekenhuis moest worden opgenomen. Het onderzoek van de justitie strekte zich uit tot de pro visiekast van zuster M. Men trof daarin gebakjes aan, afkomstig van een Zwolschen banketbakker, doch vergiftig gemaakt met arsenicum. De bakker verklaarde, dat hij de gebakjes aan de verpleegster had gele verd. De dienstbode beweerde wel te weten voor wie deze gebakjes bestemd waren, de zuster zeide eveneens overtuigd te zijn van de bestemming dezer lekkernij. En zoo be schuldigden de dames elkaar over en wee" niet alleen van diefstal, doch ook van po ging tot vergiftiging. Een onderzoek werd ingesteld en tervvyl de dienstbode inmiddels getrouwd is, is zus ter M in verzekerde bewaring gesteld. Be misdaad der zwakheid. De Engelschen hebben zich schuldig ge maakt aan een kras staaltje van neutrali- teitsschennis. In de Noorsche wateren is 'n Duitsch koopvaardijschip, „Altmark" Vrij dagavond laat door een Britschen torpedo jager geënterd; enkele honderden Bi'itsche krijgsgevangeneni, welke zich aan boord van den koopvaarder bevonden» werden na een kort gevecht, waarbij zeven Duit- sche zeelieden sneuvelden, bevrijd. De tor pedo-jager heeft hen heelhuids naar Enge land gebracht. (Een uitvoerig relaas vindt men op de 3e pag. van dit blad). Het geval is penibel voor Noorwegen. Hoe penibel wordt bewezen dooor het feit, dat de Engelsche regeering niet de minste poging doet, den een of anderen juristischen kronkel te leggen, teneinde de schennis te rechtvaardigen. Londen erkent, men zou bijna kunnen zeggen: ruiterlijk, dat de Britsche torpedojager zich er aan schuldig maakte. En datdanop last van de Britsche admirali teit, Een officieel bevel uit Londen, (ra dio-telegram) gelastte den comandamnt van den torpedojager de Noorsche fjord, waarin het Duitsche schip was gevlucht, binnen te varen en den aanval te onderne men! Wat is nu het penibele voor Noorwegen? Dit: dat het den Duitscher niet zou heb ben mogen toestaan, door de Noorsche wa teren te varen. Er bevonden zich Engel sche krijgsgevangenen aan boord, aldus de redeneering van Londen, en deze wilde de kapitein van de „Altmark" naar Duitsch- land brengen, sluipend langs de Noorsche kust. De Noorsche regeering had het schip óf moeten vasthouden óf dwingen, de Noor sche territoriale wateren te verlaten. Toen ze noch het een noch liet ander deed, zat er voor ons, aldus nog steeds Londen, niets anders op, dan de Noorsche neutraliteit te .schenden. Noorwegen is een klein land. Het heeft maar een paar millioen inwoners, zijn le ger en zijn vloot behooren tot de onaan zienlijkste van Europa. Ziedaar in de wilde tijden, die wij beleven z\jn ergste „mis daad". Indien Noorwegen groot en sterk was, zou het nu niet zitten met de gebakken peren van de willekeur der oorlogvoeren- ,den. Dan zou de Duitscher het niet in zijn hoofd gehaald hebben, met krijgsgevange nen door de Noorsche wateren te sluipen •en de Engelschman nog minder, er een pi raten-streek op touw te zetten. En dan had de Noorsche regeering geen protest naar Londen behoeven te sturen en nog minder een protest uit Berlijn in ontvangst te ne men. Zoo staat de zaak, nuchter bekeken. Vermoedelijk laat de feitelijke toedracht zich als volgt reconstrueerenMen wist in Noorwegen, dat de „Altmark" krijgsgevan genen aan boord had, krijgsgevangenen, .afkomstig van Britsche koopvaarders, wel ke enkele maanden geleden door de „Graf Bpee" in de Zuid-Amerikaansche wateren tot zinken waren gebracht. (Later werd de Duitsche kruiser, zooals men zich zal herinneren, door de Engelschen in 't nauw gedreven en tot ondergang gedwongen). De „Altmark" nam indertijd de krijgsgevange nen van cle „Graf Spee" over en wist zich •toen onvindbaar te maken. Blijkbaar is het .schip langs de Amerikaansche kust naar het hooge Noorden gevaren, daar den At- lantischen Oceaan overgestoken en wilde het nu probeeren langs de Noorsche kust naar Duitschland te komen. De Noorsche regeering had dit kunnen beletten. Maar •ze vreesde natuurlijk zich daarmee nieuwe woede van Berlijn op den hals te halen. Zü stond de sluipvaart daarom oogluikend toe, hopende, dat de Engelschen er niets van zouden zien. Engelsche vliegtuigen ontdek ten den Duitscher echter; zoo liep het mis. Het Duitsche protest, dat de Noorsche regeering in ontvangst heeft moeten ne men, is niet malsch. Nog een beetje scher per en het zou een ultimatum geweest zijn. Hoe het voor Noorwegen zal afloopen, moet nu worden afgewacht. Voorshands krijgt men echter niet den indruk, dat Berlijn op een eigenlük conflict aanstuurt. Dat zou ook zeer onaardig zün. De Noren hebben dan toch eerlijk geprobeerd, den Duitschers een slinkschen dienst te bewijzen. Het was niet hun schuld de misdaad hunner Naar het Engelscfi van C. VANDERBILT Jr. 6). Toen Mimi voor de tweede keer viel, be sloot ze het hard loopen te staken. „Ik zal me tusschen de struiken verstoppen", zei ze halfluid. „En dan laat ik hem z'n tong uit z'n inond schreeuwen!" Ze drong door het manshooge struikgewas heen en kwam te recht op een open, zonnig plekje vol wilde bloemen. Mimi zette zich neer op den ouden vaalgebleekten stam van een omgevallen boom. „Ik zou alles, wat ik heb, willen ge ven voor een kam en een poederdoosje", klaagde ze hardop. En meteen schrok ze, want ze had het onmiskenbare kraken van •dorre twijgen en takken gehoord, dat ver oorzaakt werd door zware, naderende voet stappen. „Hij heeft me al gevonden". Ze •draaide haar hoofd om en keek norsch naar den wand van struikgewas, dat uitelkaar geduwd werd. En toen gaf ze een gil zóó luid, zóó schril, dat de jonge beer een oogenblik als vastgenageld aan den grond bleef staan. Hij keelc haar met zijn glinste rende kraaloogen aan, snoof, liet zich op zün vier pooten vallen en begon hobbelend te draven. Doch Mimi was nog eerder dan hü aan den hol geslagen. Ze liep harder, dan ze op school ooit geloopen had; ze haal de het record voor vrouwen in het hard- "Joopen op onbegaanbaar terrein. Jim keelc op en begon te lachen, toen hij haar zag aankomen. Maar hü hield ermee op en greep naar zijn geweer, dat tegen de deur der vliegmachine aanstond, toen hij zag, wie met haar om het hardst liep. En hij gaf den beer de volle laag, velde hem met drie schoten. „Klim in het vliegtuig", riep hij Mimi toe. „Z'n moeder zal met een paai' minuten wel hier 2ün en ik heb liever niet met haai' te doen". Hü pakte den vvolligen dooden beer op en wierp hem achter in het vlieg tuig. „Waarom neem je hem mee?" vroeg Mi mi, trachtend, ondanks haar beven, zoo on verschillig mogelijk te doen, toen Jim de machine weer in de lucht had en naai' het Noorden stevende. „Omdat jü zün huid moet looien en er een kleedje van moet maken een kerst cadeautje voor je vader". „Kerstmis is nog zoo ver af". „In het Noorden zul je wel gewend raken aan de overbodigheid van tgdberekenin- gen". Mimi bestudeerde z'ün profiel in opzette lijk lang stilzwijgen en zei dan met groote beslistheid: „Nou weet ik het! Je bent gek! Niet bepaald paranoia, maar toch iets der gelijks. Verbeeld jij je soms, dat je Napo leon, of Robin Hood of Claude Duval bent, of HÜ gaf geen antwoord en Mimi verborg haar kin in den kraag van zijn bontjekker, zoodat haar gouden haren als een krans om haar hoofd kwamen te staan. Ze trok zich in n\jdig stilzwijgen terug. En dat hield ze zelfs vol, toen ze boven een glinsterend meer rondcirkelden, lager en lager afgle den naar een smaragdgroen eiland en ein delijk, met uitgezette drijvers op de opper vlakte van het meer neerstreken, doorgle- Het groote geheim van gelukkig te zijn bestaat niet in genieten, doch in zelfverloochening. illlllllllllllllIlllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllDIIIIIIIIIIIII den en eindehjk stil bleven liggen. „Thuis!" kondigde Jim aan, terwijl hij een schuitje, dat onder een der vleugels hing, op het water liet neerstrijken. Toen ontwaakte Mimi's belangstelling en groeide snel aan. Want op den oever van het eiland zag ze fellcleurig gekleede ge daanten heen en weer loopen en ter ver welkoming wuiven. Achter hen kon ze rek ken onderscheiden, waaraan duizenden vis- schen hingen te drogen in zon en wind en verderop een r'ü tenten en schuren. En nog verderop, ongeveer aan het andere einde van het eiland, op een heuveltje en door geweldige hoornen zoo goed als aan het oog onttrokken een groot blokhuis. Doch Mimi stelde geen belang in blok hutten, of mooie eilanden, of de strenge wijde eenzaamheid der natuur ze stelde nu alleen maar belang in de menschen, bij zonder in degenen, die Jim blijkbaar mét vriendelijke kreten begroetten, toen hü met haar in het bootje naar het smalle witte strand roeide. „Als ik met een van die man nen maar een paar woordjes kan spreken", zei ze tot zichzelf, knipperend tegen het schitterende zonlicht, dat door de golfjes1 weerkaatst werd, „dan kan ik het vast en zeker met hem wel op een accoordje gooien en hiervandaan komen, voordat Jim ook maar „Stap uit. Laat hij je maar dragen", riep hü in één adem door met het onverstaan bare gekrabbel, waarmee hü bevelen scheen te geven aan een der Indianen, die tot zijn in de toch zoo trouwhartige oogen van de batterühond schemert iets van leedver maak Zeventien kilometer ver dragen deze batterijen hun vuur, vóór de breede strook water die dit deel van ons vaderland be veiligt. Want met water alléén komen wij er niet, daarnaast roepen wij het vuur le hulp Overal in de hooge streken ach ter het moerassige, geïnundeerde land, vindt men de opstellingen van onze artil lerie, goed gedekt diep ingegraven in den drogen grond, perfect gecamoufleerd, en Iaat nu aan den anderen kant. een in dringer daar zijn eigen artillerie maar te genover stellenNa een twee dagen is alles in de modder en smurrie weggezakt! Eér. weerstandslün beküken we, maar daarachter bevond zich alweer een tweede, en daarachter werkte men reeds aan een derde, en zoo zet zich onze verdediging in de diepte voort als een echt-Nederlard- sehe, maar daarmee niet minder hechte Maginot of Mann,erheimlinie, een niet te breken muur van vuur en water...... OOK HET IJS DIENSTBAAR GE MAAKT. knieënd door het water wadend, zijn groote, mahoniehoutbruine hand naar het bootje uitstak, om het aan wal te trekken. Mimi hield haar adem van verbazing even in. De Indiaan liet zün witte tanden in een hreeden grijnslach zien, breidde zijn armen uit en Mimi liet zich gedwee naai den oever brengen. Een oogenblik rook ze de muffe, benauwde lucht, die Indianen bij zich hebben; maar zoodra ze op haar bee- nen stond, alleen op het witte strand, drong de geur van pijnboomen en sparren en len tewind van over het water haar in den neus. Maar dat was ook het eenige, wat ze aan genaam vond. Want toen ze rond keek en de grijnzende gezichten der Indianen om zich heen zag, kreeg ze het wanhopige ge voel, dat een berenjong allicht nog toegan kelijker voor rede zou zijn, dan die men schen. En dat gevoelde ze nog sterker, toen Jim, voor wien ze kropen en bogen, alsof hü een groot opperhoofd was, iets onver staanbaars tegen hen zei, waarop ze allen angstig terugweken, met rollende oogen en uitroepen van afgrijzen. Jim wenkte Mimi, hem langs het pad naar de blokhut te vol gen. „Ik heb tegen mün Indianen verteld", zoo legde hü haar 't gebeurde uit, „dat je 'n ge- vaarhjke krankzinnige bent; dat Ik je hier heen. gebracht heb, om je te genezen. Ze zyn voor krankzinnigheid banger, dan voor iets anders ter wereld. Als ik je een goeden raad mag geven, probeer dan niet met hen in contact, te komen. Zü zullen je niet aan raken, tenzij jij een stommiteit begaat". Mimi's kreet van wanhopige verontwaar diging ging verloren in het geschreeuw van den Indiaan Gewgewsh, die haar aan wal gedragen had. Hij volgde hen met nog en kele anderen op eerbiedigen afstand langs BevrijdtV van door de warmteverwekkende THERMOGÈNE Bescherm U tegen KOUVATTEN De warmte, die door de Thermogène wordt op gewekt. kalmeert rlieuma- tische gewrichts-, spier- en zenuwpijnen. In de lende nen, de heupen, de gewrich- ten en in den nek - overal waar de kwellende pijn optreedt, kunt U deze bestrijden door de pijnlijke piek eenvoudig te bedekken met een vel 4\yVV Thermogène. Niet alleen 's nachts, doch W ook overdag onder uw werk blijft de wis Thermogène de pijn krachtig bestrijden. Het is een eenvoudige, doeltreffende Hf' methode om in den kortst mogelijken tijd de pijnen te verdrijven. Het is tevens een uitstekend middel om uw gezond- held te beschermen tegen de wissel- vaJJige weersinvloeden, Thermogène is Is y verkrijgbaar bij Apothekers en Dro- gisten in doozen van 40 en 60 cent. het boschpad. Jim schreeuwde joviaal een antwoord terug en legde het aan Mimi uit. „De indianen vragen, of je soms een we duwe bent, omdat je haren afgesneden zijn. Ik heb hun verteld, dat ik het heb afge knipt, om te verhinderen, dat jü je eraan zou verhangen". Nu stiet Mimi een langen, woedenden wanhopigen gil uit. En ze zette het op een loopen, sprong over boomwortels, bossen varens en bloemen, over steenen en kuilen heen en bleef niet staan, voordat ze de kleine open ruimte voor de blokhut bereikt had. Daar wachtte ze, tot ze wat op adem gekomen was. aarzelde nog heel even en holde dan het blokhuis binnen. Als er een' haak of grendel op de deur had gezeten, of als. ze een meubelstuk gezien had, dat voor haar te verschuiven geweest was, dan zou ze ongetwijfeld de deur gebarricadeerd heb ben. Maar alles, wat daarbinnen stond, de olifantachtige ronde tafel middenin, de ru we stoelen, de rustbank, ja zelfs de glanzen de witte en donkerbruine huiden tegen de wanden, maakten den indruk, alsof ze daar eeuwig gestaan en gehangen hadden en niet te verplaatsen waren. Mimi liep door de hut heen en weer en hinkte, omdat een van haar hooge hakjes afgebroken was. Toen Jim, gevolgd door Gewgewsh en twee andere Indianen met bagage, binnen kwam, keek hij haar nauwelyks aan. Maar hij zei op strengen toon: „Ik zal je een paar moccasins geven; op die malle schoenen kom je hier niet vooruit. En als ik jou was dan zou ik mijn best doen, me zoo gauw mogelijk als een verstandig menscli te ge dragen. Als je scènes maakt, dan jaag je myn Indianen nog meer schrik aan.". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5