DE CENTRALE HENGSTENKEURING TE GOES Hel voorbeeld wan de ©uderen, Good in de Wildernis DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COUR ANT) VAN ZATERDAG 17 FEBRUARI 1940. No. 41. Brieven uit Finland. INGEZONDEN STUKKEN Hoe aeon 70=jjarüg@ zBjrn verlies droeg., Alles werd hem ontnomen en hij glimlachte (Va n onze speciale correspondente.) „Ergens in Finland", midden Februari. Wanneer er nog steeds menschen be staan, die zoo „modern" zijn, dat zij geen rekening houden met wat vóór hun tijd be stond, dan zullen zij zeker verbaasd staan over het feit, dat er nog persoonlijkheden zijn als die, welke ik hier zal trachten voor U uit te beelden. Niet omdat ik mij ver beeld, dat deze „moderne" menschen hier door tot een beter inzicht zouden komen, maar omdat ik den indruk heb gekregen, dat de meest fanatieke „modernen", die vóór dezen oorlog zooveel hadden af te ge ven op het „ouderwetsche", dat uitgeroeid moest worden, thans zelf uitsterven. De minst bekrompenen onder hen hebben mis schien, zonder het zelf te weten, ook dit van de Finnen geleerd, dat „modern" te zijn op een gezonde wijze, niet beteekent uit roeien en afbreken, maar verder opbouwen op het fundament, dat de „ouderwetsche" voorgangers nagelaten hebben. De Finnen zijn een familievolk bij uit stek, zoo levenskrachtig, dat de jongeren zich altijd kunnen permitteeren respect te toonen tegenover de ouderen in de familie, zoo levenskrachtig ook dat de ouderen niet gedwongen worden om zich te tooien met een soort kunstmatige „jeugd", maai- vei lig mogen behouden hun begrippen van recht en onrecht, plichten en verantwoor delijkheden. In den laatsten tijd heb ik veel oude en „ouderwetsche" menschen hier te lande ieeren kennen. Van haast ieder van hen mocht ik leeren, wat het voor een jong volk als het Finsche beteekent, het voor beeld van de ouderen voor oogen te heb ben. Want het zijn juist de ouderen die de bezwaren van het vroegere Russische regime hebben ondervonden die ook de beste lessen hebben gegeven over de waar de van „ouderwetsche levensopvattingen". Zij hebben in daden bewezen, dat zij nooit opgeven en zich nooit overgeven. De meesten behooren wel tot het type, dat men in vroegere Fransche tijden noem de: pauvres honteux („stille armen"). Maar hier in Finland moet men er wel voor oppassen geen medelijdende klank aan zijn woorden te geven, wanneer deze „stil le armen" in de buurt zijn, want medelijden wil geen van hen verdragen! Geen mede lijden en geen „weldadigheid", in het geheel geen hulp, die maar een schijntje van lief dadigheid heeft. De meesten van hen den ken wel zooals 'n oude, hooge ambtenaar van die generatie, die ontslag kreeg onder het Bobrikoff-régime, omdat hij de eer bied voor het recht in de eerste plaats stelde en geen vrees koesterde voor de geweldheerschappjj van de Russische macht hebbers. De meesten onder ons zullen wel instem men met wat deze oude heer ten ant woord gaf. toen men hem aangeraden had zich te wenden tot de zeer tactvolle Fin sche noodhulp-instelling, die -.De volks hulp" genoemd wordt Hij verklaarde zijn standpunt op de volgende wijze: Ik heb lang geleefd, maar tot heden toe heb ik er recht op gehad, omdat ik het heb kun nen volhouden zonder vreemde hulp. Wan neer ik nu, terwijl mijn volk gedwongen is te vechten voor zijn leven en voor de zelf standigheid van het land, het brood uit den mond zou nemen van de jongeren, die al hun krachten noodig hebben, dan zou mijn heele leven een leugen zijn geweest Neen. dat de Russen mü nu tenslotte hebben be roofd van het weinige, dat ik over had, dat is in mijn oogen slechts een bewijs, dal wij, die steeds tegenover de Russische machthebbers hebben gestaan, gelijk had den. Dit is mijn trots, en ik zou liever sterven dan deze overtuiging verliezen". Deze oude heer woonde in een van de Zuid-Finsche kleine stadjes, die bloot staan aan de meeste aanvallen van de „Mololoff- sche lucht-moordennars. Hij is reeds ve le jaren weduwnaar en zijn kinderen zijn volwassen en getrouwd De zoon is aan hgt front, de dochter woont in het bui tenland. Daarom had hij reeds sinds lang zijn huis en haard opgegeven en woond. in een klein apartement in een villawijk. Hier had hij zich een gezellige klein toe vluchtsoord geschapen met behulp van de oude meubels, boeken en prenten, die zoo te zeggen het decor hadden gevormd zijn leven gedurende veelvuldige jaren. Dit was zijn eigen persoonlijke wereld waarin hij zijn bescheiden en stille leven leidde, in vrede met zich zelf en zijn om geving. Deze idylle duurde op het oogenblik, dat een van de vele duizenden van de ucht- bommen, die de „Roode gangsterbende liet vallen over de open Finsche kleinstad, dwars door het dak van de bungalow kraakte, die zijn thuis vormde. Het toe val wilde," dat de oude heer aan het nood lot ontkwam Tegen alle gewoonten in had hij juist dien dag een uitnoodiging aangenomen voor een bezoek bij kennissen, en zoodra hij de bomexplosie had gehoord en zich herinnerde dat de oude dame die hij bezocht doodsbang voor een bombarde ment was, beschouwde hij het als een ge luk in het ongeluk, dat de oude dame doof was, dat zij de slagen, zoolang zij niet in haar eigen huif» waren, niet kon hooren Daarom bleef lui zitten en onder hield de oude dame over gemeenschappe lijke oude herinneringen en liet niets merken vdn wat er buiten gebeurde. Maar wat hij voelde, toen hij naderhand voor de ruïnes van zijn eigen huis stond, daar heeft hij niets van gerept Hij was toen naar een kleine kamer verhuisd waar er juist paats was voor de aller noodzakelijkste meubels: een bed, een stoel en een kleine waschtafel etc.; die hij v-oorloopig „ter leen" had gekregen Met bewondering vertelde zijn naaste omgeving hoe hij reeds op den dag na de catastrophe met humoristische superioriteit over zijn verlies sprak. Zelf heb ik verbaasd gestaan over deze geestelijke kracht en elasticiteit, waarmede deze meer dan 70-jarige oude heer verstond zijn tegenslagen te dragen „Het had veel, veel erger kunnen zijn" zei hij de laaLste keer, dal ik hem be zocht. „Wat ik verloren heb, waren toch doode dingen, al waren zij voor mij leven de herinneringen, zoolang als ik ze had: deze herinneringen zijn zoo levend als nooit te voren En hier kreeg hij een schalksche schittering in het oog: „Dit moet men toch ondanks alles toegeven De Rus is en blijft een Rus ook al heeft hy nog zoo n schoon masker voor Ik heb nog eens gelijk gekregen, en daar houden wij ouderen van Britta Berner. NIEUWE UITGAVEN. „Wat zegt de jeugd ervanMiddelba re scholieren over problemen van dezen tijd. Z3j schrijven over opvoeding en onderwijs, geloof, moreele herbewapening, jongens en meisjes, democratie of dictatuur, het Jood- sche vraagstuk, bewapening of ontwapening. Met een inleidend wooi'd. Het geheel is sa mengesteld door Peter Ratazzi. Uitgave Hollandia Drukkerij te B a a r n. „Inrichting en onderhoud van kamer aquaria", door K. Werner. Met talrijke fo to's en teekeningen. De schrijver behandelt in dit boek alles wat de aquarium-liefheb ber van den bouw en inrichting, de beplan ting, verlichting, verwarming, dooi'luchting, filtratie, de algen, de zoo verscheidene be volking; voedsel en ziekten moet weten. Verschenen bij de Uitg. Mij. „Kosmos" te Amsterdam. Loterij van Vrouwelijke Handwerken. Woensdag 21 en Donderdag 22 Febr. wordt in Hotel Verseput te M'burg de „Loterij van vrouwelijke-handwerken en andere voor werpen" gehouden. Mogen wij Uwe aan dacht nog eens op deze méér dan 100 jaar oude instelling vestigen? Er wordt dezen winter véél van Uwe bereidwilligheid tot geldelijke offers gevraagd. Nationaal steuncomité, Simavi, Finland, ons Roode Kruis! Maar de armen van Middelburg mogen daarom toch niet vergeten worden! De felle koude en de duurdere levensbehoeften laten zich ook hier terdege voelen. Koopt loten van onze loterij, misschien hebt U nog 'n handwerk of een ander voorwerp liggen dat een mooie priis voor ons kan zyn! Komt op onze tentoonstelling kjjken, drinkt eén kopje thee wat U ook geeft, of doet het komt ten goede aan do Armen van alle gezindten in onze stad De Dames-Directrices S. van Walré. de BordesGrothe p. J. Baresse Van der Fcltz— Oe Vries van Doesjjurgh A. PortheinePolman Kruseman A. A. van der VeurVan Wijk. EEN ONJUISTE BENOEMING? Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van de benoeming door den Raad van Kats van de commissie tot wering van schoolverzuim is mijn vraag: of men wel in overeenstemming met de wet handelde. Op het hoofd der school na, heb ben de benoemde leden nl. geen school gaande kinderen. Als ik destijds goed ben ingelicht mogen er twee leden zijn. die geen schoolgaande kinderen hebben. De overige moeten deze hebben. Als dat juist is, waarvoor dan deze benoeming? Een inwoner van Kats KERKKOOR DER RUSSEN IN BALLINGSCHAP. Bij het uitbreken van de revolutie in 1918 barstte de haat van het bolsjewisme tegen de Christelijke kerk en de geloovigen los met een heftigheid, waarvan dé be richten over de activiteit van de g-odloozen- beweging in onze dagen slechts een flauw beeld geven. De systematische uitroeiing van -alle Christelijke geloof was en blijft hel doel van. deze actie! Het aantal Christenen, slachtoffers van deze vervolging, is niet te schatten Zij, die het eerst aan de beurt kwamen, wa ren de Christenen binnen de U. S S. R wier kerken werden verwoest en wier voorgangers werden gedood Vanzelfspre kend werd de opleiding tot geestelijken der Oosterseh-Orthodoxe kerk verboden ten einde in den loop der jaren alle leiding der geloovigen onmogelijk te maken. Een klein deel van de docenten en studenten van de theologische seminaries wist te vluchten naar West-Europa, waar zij on danks hun armoede en ballingschap tri bleven aan den dienst van hun kerk aan hun opdracht, geestelijken op te lei den tot hun ambt Het Russisch Theolo gisch Seminarium te Parijs bestaat als een teeken, dat het Russische volk uitziet naai den dag, waarop het weer in vrijheid Christus zal mogen belijden. Er is slechts één plek ter wereld, waar thans geestelij ken voor de Russische kerk kunnen wor den opgeleid: het Seminarie te Parijs, in 1920 door den Patriarch Eulogius gesticht; dat is het centrum van kerkelijk leven voor de ontelbare ballingen, sinds de Roode Revolutie over vele landen van Europa verspreid Reeds in vorige jaren leidde deze ge meenschap te Parijs een uiterst sober be staan: professoren en studenten leefden van 500 per persoon per jaar, waaruit alle kosten voor voedsel kleeding, stu dieboeken etc. bestreden moesten worden Sinds September 1939 is voor elk van hen per dag slechts een bedrag van 5 Fran sche francs beschikbaar, zoodat het aller minst overdreven is te concludeeren, dat hier honger en gebrek wordt geleden Zij doen thans, evenals eenige jaren ge leden, een beroep op hun mede-Christenen in andere landen, maar met nog meer na- Een hoekje van tie Groote Markt te Goes tijdens de gisteren daar gehouden hengstenkeuring. Hel beeld, dat de Groote Markt bood, liet ditmaal in den regel niet zooveel paarden zien als anders, omdat men de dieren al spoedig nadat ze gekeurd waren, weer wegvoerde, hetzij naar de stallen of om er „een straatje mee om" te gaan. CLAIRON VAN HOEK, de. mooie hengst van de Gebr, Verdonk te Nieuwdorp, die vorig jaar reeds op den voorgrond trad, kwam ditmaal als eerste uit den kring en werd kampioen-hengst 1940 van Zeeland, druk! Zóó verarmd en verlaten als nu zijn zij nog nimmer geweest. Meer dan ooit houdt men zich in ons land bezig met de bedreiging van een ander deel der Chris telijke kerk, de kerk van Finland Hetgeen Christenen wacht, indien het godloozenap- paraal in beweging komt. daarvan is deze kleine groep ballingen in Parijs een levend getuigenis! Onder leiding van prof Ivan Denissov, den docent in de Kerkzang-aan dit Semi- anrium heeft zich een sextet gevormd van studenten dat zich ten doel stelt de rijkdom van de liturgie der Orlhodoxe kerk meer bekend te doen worden dan tot dusverre. Zij brengen de oude Russische kerkelijke zangen uit den eere-dienst, ge tuigend van die Wereld, waar Christus koning is Velen in ons land zuilen zich uit hun vroegere kerkconcerten de prach tige Zaligsprekingen en hel aangrijpende Onze Vader herinneren. Uil de onuitputte lijke rijkdom van de Russische kerkzang is thans een geheel nieuw programma sa mengesteld, dat door het Kerkkoor der Russen in ballingschap zal worden uitge voerd op de tournee van kerkconcerten in de maanden Februari en Maart 1940. Op Maandag 26 Februari as. hoopt bet Koor een uitvcoering in Middelburg te ge ven in de Nieuwe Kerk. Groenmarkt te Middelburg. Mr. dr J. van Walré de Bordes en ds. W. H Kelder Jr. hebben zich bereid ver klaard in die bijeenkomst, een inleidend woord te spreken. Het Comité van aanbeveling. J. L. A. baron van ïttersum. Ds W. H. Kelder Jr. Ds. A. II. Oussoren. Ds. P. J. Steinz, Goes. Ds.. L. J. C. Visbeek, Vlissingen. C. Wit. Mevrouw van Walré de Bordes Grothe. Mevrouw Van DoornVan Looke- ren Campagne, Oost- en West- Souburg. Mejuffrouw dr. H. C. M. Ghijse.u, Domburg. Mevrouw PelFeddema. Mevrouw Van WoelderenSpren gen, Vlissingen. J. II. Caro. Mr. P. Dieleman. Mr. A. van der Hoop. Dr K-. Huizinga. Naar het Engelsch van C. VANDERBILT Jr. 5). HOOFDSTUK II. Naar de vrijheid. Na het onweer van den vorigen nacht was de morgenlucht helder en met felle sa- fraangele tinten gekleurd. Snel en somber als de Indiaansche vliegende schimmenka- no, waarnaar het genoemd was, zweefde het vliegtuig van Jim Wayne, de „Chasse- Galerie", door de lichtende, wijde ruimte. Geheel de Noordelijke wereld van wouden, waarover de schaduw der machine voort gleed. lag, nog half in slaap en vredig, in de groenlichtende morgenschemering. Maar in de machine heerschte geen vre de. Jim klemde de kaken opeen en zijn oogen waren staalhard. Voor de honderd ste maal hield hij zichzelf voor, dat hij meer dan krankzinnig was, om te doen, wat hij feitelijk deedMimi Jamieson schaken! Maar hij maakte desniettegenstaande het Vaste besluit, ermee door te gaan, al zou het ook zijn laatste daad op deze wereld moeten worden. Ze was grondig bedorven, onmogelijk, een echt nest en hij minachtte haar; maar toch wilde hij haar niet naar haar verderf laten dansen, alleen omdat ze iemand miste, die tdsschenbeide kwam en het desnoods met geweld verhinderde. Ja, dit zou hij tenminste voor dien armen, ouden Rob Jamieson doen, al zou hij dan ook nooit naar Chicago komen, om assistent en mogelijkerwijze schoonzoon van den ouden heer te worden. Al het geld en alle macht ter wereld zouden hem er niet toe kunnen brengen, met dit oppervlakkige, verwende lievelingetje van het deftige pu bliek te trouwen! Op dit oogenblik lag ze met betraande oogen naast hem en sliep. Haar verwarde goudblonde haren lagen tegen zijn schouder zichtig, om haar niet wakker te maken en zichtig, om haar niet wakker te maken en trok zijn bontjekker over haar blooten arm en lage avondjapon. Danwendde hij zijn oogen van de slapende schoone af. Zijn vi sionaire jeugdliefde voor haar was dood, volledig dood, maar zijn waardeering voor haar buitengewone schoonheid kon hij nog niet geheel vernietigen. Wat jammer! Wat 'n verspilling en verlies! Hoe onmogelijk ze ook was, haai' physieke beminnelijkheid waar geen greintje ver stand of ziel achter school was toch nog tè mooi, om verloren te gaanNoch het soort wezen, dat ze binnenkort dreigde te wórden, noch de graaf von Ungemach had recht, iets zóó schoons te verkwisten. Jim grinnikte grimmigWat Mimi nü te wachten stond, zou haar ongetwijfeld óf dooden, óf genezen! Als gaf ze antwoord op Jim's gedachten, bewoog Mimi zich, opende haar oogen en staarde hem slaperig en verwonderd aan; maar opeens besefte, ze, waar ze was en ging rechtop zitten. „Jim Wayne! Waar breng je me voor den drommel heen?" „Ergens", antwoordde Jim streng en keek strak naar den horizon, „waar ik je mond, eiken keer, dat je weer zulke ruwe woorden gebruikt, met groene zeep zal uit- wasschen". Mimi haalde haar schouders op. „Daar wordt me zoo'n vrouwenroover een cate chiseermeester! Bovendien werd er al ge vloekt, toen ik nog luiers droeg! Heb je Het gedenkteeken op het graf va een doode is het werk van vrienden handen, maar het gedenkteeken in d harten van zoovelen, heeft hij zichzel, opgericht. illiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiir soms een kam voor me?" Ze streek met haar vingers door de warrige massa van haar rossig gouden haren. „Waar wij heengaan, daar zal niemand zich bekommeren om jouw haren". „Maar, lieve Jamie", hij had een he kel aan de manier, waarop ze hem Jamie noemde, omdat dit een spottend nadoen van haar vader was „Jamie, schattige, lieve holbewoner, j ij bent er toch óók, is het zoo niet?" Ze leunde tegen hem aan, slaperig, aanhankelijk en zeker van haar eigen wapenen. „Soms dan altijd", zei Jim, opzij schui vend voor haar blooten schouder. „Soms zal ik er zijn, maar soms ook weer niet". Hij keek haar recht aan, met een ijzigen blik. „Hoor eens, Mimi. Je moet dit goed begrijpen. Ik schaak je niet, omdat jouw vrouwelijke eigenschappen zoo onweer staanbaar zijn. Ik heb je niet noodig. Ik wil je niet hebben. En als je mocht denken, dat het om losgeld gingik zou geen rooien cent van je ouden heer aannemen, al zou hij me ook nog zooveel bieden". Mimi riep wanhopig: „Maar waarom doe je dit dón in 's hemels naam? En wanneer keeren we terug, zoodat ik op tijd in Chi cago kan wezen om „We keeren niet terug", viel Jirn haar in de rede. „je kunt Chicago beter voor een noosje vergeten. En waarom ik dit doe? Nou, laten we zeggen, dat ik in mijn hart een soort zendeling ben, eenzooals jij het al genoemd hebt'n catechiseer meester!" „In mijn opvalling" zei Mimi, den bont jekker dichter om zich heen trekkend, „ben je een sadistische maniak!" Jim keek haar even aan. „je gaat toch zeker weer niet huilen? Je was daarnet al natter, dan toen je gisterenavond in dat onweer geloopen had". „Toen was ik bezopen", zei ze. „Ik huil nooit als ik nuchter ben." Ze boog zich naar hem toe en bracht haar lieve gezichtje bijna vlak onder het zijne. „Pret is pret en een grapje een grapje. Maar nu is het ver ge noeg gegaan. Je moet dadelijk terugkee- ren", Jim toonde op geen enkele wijze, dat hij haar verstaan had. Hij was volkomen ver diept in de bestudeering van het terrein, dal met zonoversclienen bosschen, meren en rendiermos bedekt was. Mimi beet op haar lippen. „Het is een malle en, als je mij vraagt, vervelende en saaie vertooning", zei ze snibbig. „Niemand heeft je ernaar gevraagd", ant woordde Jim en hij liet de machine dalen in een zijdelingsche glijvlucht, zoodat Mimi moeite had, haar toch al niet rustige maag in bedwang te houden. „Neem me niet kwalijk", zei hij op verontschuldigenden toon. „Hier in de buurt moeten we onze landingsplaatsen maar nemen, zooals we ze vinden. En ik ben proeven aan het doen, om zonder pontons te landen". Hü bracht de machine tot stilstand op een ruw, maar blijkbaar toch door menschenhanden ont- boscht veld. „Dit is een van onze nood- landingsvelden", zei hij. „Zoo hebben we er honderd en veertien tusschen Halifax en Vancouwer liggen. Ik heb hier een ben zinebergplaats. Heb je soms behoefte, je boenen even uit te strekken, terwijl ik bezig ben?" Mimi wrong de deur open, sprong uit het vliegtuig en keek naai- de lucht. Zooals ze daar in de heldere morgenzon stond in haar verkreukelde avondjapon onder den vuilen leeren jekker van Jim, zag ze er bespotte lijk uit. En voordat ze nog slechts drie stap pen gedaan had, besefte ze reeds, dat ze voor een vlucht door de bosschen geen clechter schoeisel aan kon hebben, dan haar zilverleeren muiltjes. Maar als ze die schoentjes uitgooide, zou dat een teeken van zwakheid zijn. En hoewel ze zich nog katterig gevoelde van den vorigen avond en haar woede tegen Jim tot nu toe niets uit gehaald had, wilde ze toch in geen enkel opzicht eenige zwakheid toonen. Maar wèl zou ze hem den noodigen last bezorgen! Ze zou in die groene struiken daar een goed heenkomen zoeken, waar hij haar niet vin den kon. Ze begon als op stelten te hollen, met hoog opgetilde rokken en onder het loopen lachte en snikte ze beurtelings van woede en pret. Ze zou het hem eens laten zien! Op slot van zaken was ze Mimi Ja mieson en dergelijke dingen ilet zij zich niet welgevallen zeker niet zonder dat degene, die stom genoeg was, zooiets met haar te beginnen, er den noodigen last mee kreeg. Mimi bleef met haar hakje tusschen wortelstronken haken, viel languit voor over, vloekte, en krabbelde weer overeind. Het was erg stil en eenzaam in het bosch... i net, alsof het daar altijd al gestaan bad en i zich geen zier bekommerde, om dat er met i haai' gebeurde. En er hing een grondige mosgeut', sterk en doordringend en een groengouden licht, dat haar deed denken aan een nachtclub (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 9