fMIEK VAN DEN DAG SINATHAH Goud in de Wildernis TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 16 FEBRUARI 1940. No. 40. Rusland en de Geallieerden- In dezen kolom hebben wü reeds meer gewezen op de gulheid, die tegenwoordig door welhaast iedereen betoond wordt met het geven van voorspellingen over den inr ternationalen toestand. Buurman links schijnt de beste vriendjes met Hitier te zijn, want. hij weet precies wat die van plan is, ■en wanneer wij het veel-voorspelde „groote offensief" kunnen verwachten. Buurman rechts dineert blijkbaar iederen dag m.9t Chamberlain en daarbij zorgt een glaasje wijn dan voor een prettige stemming en wat lossere tongen, want buurman is nauw keurig op de hoogte van de geheimste ge dachten in het brein van den Britschen mi- nister-president. Totnogtoe is er van die voorspeilingen nog niet veel uitgekomen, maar het rad van den tijd maalt langzaam, nietwaar? En ze ker züllen zij eens uitkomen. Zoo krijgt ieder, zijn beurt. Of niet! Een dankbaar onderwerp voor voorspel lingen is Rusland. Wat zal het doen? Wat kén het doen? Stalin schijnt alles op alles te zetten om den oorlog met Finland te li quideeren, in het voordeel van Moskou. En dit is waarschijnlijk niet alleen omdat de roode tsaar bang is zijn prestige te verlie zen. Waarschijnlijker wil Stalin in het Noordwesten de handen vrfj hebben voor het geval er in het Zuidwesten van zijn land eens iets onaangenaams mocht gebeuren. En de teekenen wijzen erop, dat dit niet on mogelijk geacht moet worden. Aan het Westelijke front gebeurt weinig, -lederen dag en iederen nacht trekken er patrouilles naar Niemandsland. Eiken keer vallen er eenige tientallen dooden, worden gewonden gemaakt en krijgsgevangenen. Maar meer en meer komt men tot de over tuiging,, dat de oorlog niet zal worden uit gevochten in het Westen. Men heeft den blik reeds naar het Noorden gewend, en naar het Zuiden. In Finland zoo betoog den de Duitschers zouden de Engelschen vasten voet trachten te krijgen om zoo van uit het Noorden te probeeren wat hun uit het Westen niet gelukken kon. Finland voelt echter vermoedelijk even weinig voor de rol van Britsche invalspoort als voor de rol van Russische uitvalspoort. 'De Duitsche dreigementen aan het adres van de Noorsche staten zijn in de laatste dagen dan ook wat bedaard. En thans blikt men naar het Zuid-Oosten. De Fransche generaal Weygand en de Engel- sche generaal Wavell reizen alsmaar heen en weer in het Nabije Oosten. In Cairo hebben zij elkaar zelfs ontmoet en zij zul len daar wel niet gepraat hebben over het koude weer! In de Fransche mandaatgebie den Syrië en den Libanon liggen troepen, die volgens mededeelingen uit Fransche bron tusschen de 400.000 en 500.000 man sterk zijn. En dezer dagen zijn in Suez groo te contingenten troepen uit Australië en Nieuw-Zeeland aangekomen, bondgenooten van Engeland. Niets wijst er op, dat deze troepen naar het Westelijk front zullen worden gebracht. Wat zouden zij er trou wens moeten doen! Ook de Engelsche mi nister Eden reist in het Nabije Oosten. Dat de Geallieerden iets voorbereiden in die streken, schijnt wel zeker. Dat hoeft na tuurlijk nog niet altijd een offensief optre den te zijn. Maar intusschen voelt Stalin zich niet op zijn gemak. De Geallieerden zouden Duitschland veel afbreuk kunnen doen door een oorlog, al was het slechts een plaatselijke oorlog, tegen Rusland. Het is wel zoo goed als zeker, dat hierdoor het geheel economische leven van de Sovjet unie uit zijn toch reeds zwakke ver band zou. worden gerukt. En het nadeel daarvan voor Duitschland zou zijn, dat de Engelsch-Fransche blokkade veel grooter effect zou sorteeren. Bovendien zou het potentieele gevaar van de Sovjet-politiek sterk verminderen, als De Eerste Kamer bespreekt de financieele Jabr.N.V. Handelsver. A. J. ten Doesschate - Zwolle Vele wenschen inzake kefc belastingstelsel. Alvorens een aanvang te maken met de behandeling van de begrooting van finan ciën voor 1940 heeft de Eerste Kamer gis terochtend het wetsontwerp tot het aan gaan van een geldleening- of -leeningen ten laste van het Rijk (het driehonderd- millioen-ontwerp) in de afdeelingen on derzocht Hedenochtend reeds bij den aan vang der vergadering zou de openbare be handeling plaats hebben. De begrooting van financiën heeft zeven Kamerleden aanleiding gegeven om het woord te voeren Uitvoerig bepleitte de r.k. afgevaardigde de heer Eleskens de belan gen van de groote gezinnen. Hij wees er op, dat de indirecte belastingen het zwaarst op die gezinnen drukken en toon de zich voorstander van restituties, als waren voorzien in de belastingontwerpen van minister De Wilde In tegenstelling tot den minister was hij van oordeel, dat de crisisheffingen met indirecte belastin gen op één lijn gesteld moeten worden. Ook de heer De Zeeuw (s d besprak de groote gezinnen, doch hij was, evenals mi nister De Geer, van oordeel, dat ons be lastingstelsel reeds vrij veel voor die ge zinnen doet. De liberale afgevaardigde de heer Van Rappard wees op de drukkende last van de personeele belasting op de groote land goederen en bepleitte o m. maatregelen ten aanzien van het meubilair (dat hij bui ten den aanslag wenschte te houden, voor zoo ver het als aankleeding van het mo nument dient), ten aanzien van de huur waarde en ten aanzien van het personeel. Naar spr. betoogde, zou dit laatste de werkgelegenheid ten goede komen De heer De Zeeuw wees op de ontzaglijk zwa re taak van den minister van financiën in dezen tijd. Spr. verklaarde voorts, dat naar zijn meening niet alle lasten van de mobilisatie op ons geslacht gelegd mogen worden, evenmin als op het nageslacht De regeering heeft in dezen den juisten mid denweg gevonden. Ten aanzien van de verhouding tusschen directe en indirecte belastingen zeide spr het te betreuren, dat politiek der regeering. de nieuwe belastingontwerpen de juiste verhouding niet herstéllen. Een te groot deel komt voor rekening van de indirecte. Verder bepleitte spr. den gemeenten een deel van den goudwinst, die ontstaat uit de herwaardeering van den goudvoorraad, te doen deelachtig worden. De heer De Zeeuw nam vervolgens den beleggingsraad op den korrel en betoogde, dat de te ster ke invloed van dien raad gebroken moet worden en dat de regeering de gemeenten in bescherming moet nemen Hiertegen kwam de heer Van Lanschot (r.k.) op, die als lid van dien raad het betoog van den vorigen spreker volkomen onjuist noemde Zoowel de zorg voor de rijks fondsen als steun van bet staatscrediet behooren tot de taak van den beleggings raad. De Raad heeft steeds achter de re geering gestaan De voorzichtige politiek van den Raad heeft gemaakt, dat de conversieleeningen geslaagd zijn. Spr was voorts van oordeel, dat het rijk moet zorgen, dat de oorlogsschade ..'.oor het algemeen zal worden gedragen. Tot slot vroeg spr. of de minister een algemeen plan voor de oorlogsfinanciering wil ontvouwen Ook de heer Von Bönning- hausen (nsb) kon zich niet vereenigen met verzekering tegen ooriogsmolest. Het liberale lid de heer Heldring gni een overzicht van den zorgelijken. financiee- len toestand, waarin ons land tengevolge van de mobilisatie verkeer!. Naar zijn oordeel moet de regeering drastische be zuinigingen toepassen. Voorts bepleitte spr. groote versobering, daar. wij op den tegen- woordigen voet niet kunnen blijven leven. Dit was ook hef oordeel van den heer Von Bönninghausen, dié een totale her ziening van de geheele Nederlandsche be lastingwet noodzakelijk achtte De heer Janssen de Limpens (r.k.) bepleitte eeni ge verbeteringen in de inkomstenbelasting, speciaal de opcentenregeling De laatste spreker was de heer Vort Bönninghausen, die betoogde, dat de éconoom de staats leiding moet hebben en niet de financier. Voorts bepleitte spr. opheffing van het bankgeheim en van hel fondsenstelsel Hedenochtend, na de' behandeling van het leeningsontwerp, zou minister De Geer den sprekers beantwoorden. De Koningin op inspectie. Van officieele zjjde meldt men ons: H.M. de Koningin, vergezeld van de hof dame jonkvrouwe Van Tets en den adju dant generaal-majoor jhr. De Jonge van Ellemeet, heeft zich gistermiddag per auto begeven naar den Tielerwaard. De Konin gin heeft aldaar de legering en werkzaam heden van eenige legeronderdeelen gezien en tenslotte van Tiel tot nabij Waarden burg den Noordelijken Waaldijk gevolgd om een indruk te verkrijgen van den hui- digen ijstoestand. Peulvruchten voor zieken en militairen. Met ingang van 16 Februari geeft de bij zondere bon voor zieken en militairen, als bedoeld in artikel 3, lid 1 onder b, van de peulvruchtenbeschikking 1940, recht op het koopen van een achtste kilogram peul vruchten. het Sovjet-land een klap kreeg. En tenslot te zouden de Beallieerden een rijke oogst aan sympathie binnen halen, daar een Britsch-Fransche aanval in het Russische Zuiden zeer zeker voor Finland mits de aanval snel gebeurde een adempauze, een opluchting, misschien de redding zou beteekenen. Tegen Japan zijn de uitingen der Geal lieerden lang zoo stevig niet meer als ze wel geweest zjjn. Op den Balkan werken zij ook heel hard. Het lijkt er veel op, dat Engeland en Frankrijk bezig zijn, met be hulp van hun bondgenooten, kolonie, do minions en mandaatgebieden, Duitschland en Rusland te omsingelen. De wereld kijkt toe en wacht af. Spoed bjj den houw van slagkruisers gewenscht. Het Eerste Kamerlid jhr. de Savornin Lohman heeft aan den voorzitter van den Raad van ministers, 'en aan de ministers van defensie en van koloniën de volgende vragen gesteld: Is de regeering niet van oordeel, dat de afdoening van het in te dienen wetsontwerp inzake de voorgenomen verstei'king van de vloot met slagkruisers van spoedeischenden aard is, zulks te meer, waar de behande ling van deze aangelegenheid toch reeds door verschillende omstandigheden aanzien lijke vertraging heeft ondervonden? Zoo de regeering van deze meening zou zijn, is zij dan bereid mee te deelen, waarom door haar geen gebruik is gemaakt van de haar in art. 71 der wet op de staatsin richting van Nederlandsch-Indië vei-leende bevoegdheid, in dergelijk geval van het hooren van den Volksraad af te zien? Is de regeering bereid te bevorderen, dat in elk geval het hooren van den Volksraad binnen dusdanig korten termijn geschiedt, dat het in te dienen wetsontwerp met dien spoed tot stand kan worden gebracht, als het belang en de urgentie der zaak vor deren? Noodtoestand onder de garnalenvisschers te Stellendam. Alle verzoeken om drin gende hulp vruchteloos. Men schrijft ons: Tengevolge van den oorlogstoestand, de maatregelen van defensie en den langduri- gen winter is er te Stellendam met name onder de schippers der garnalenvisschers- vaartuigen zulk een noodtoestand ont staan. dat ingrijpen van regeeringswege geen oogenblik meer wachten kan. Deze menschen immers zijn van eiken steun te eenenmale verstoken en daar bij velen de verdiensten geruimen tijd zeer gering wa ren, is de toestand kritiek geworden Een maand geleden zijn alle schippers naar den burgemeester getrokken om den nood ken baar te maken, maar aangezien de ge meentelijke financiën er niet rooskleurig bij staan, kan de gemeente niet veel doen Een aanvraag is toen ingediend bü het alg. steeuncomité, maar na een maand is daarop nog géén antwoord ontvangen. In vele gezinnen is de nood hoog gestegen en de gemoederen der visschers geraken in opstand tegen de onaandoenlijkheid der regeering te hunnen opzichte. Dezer dagen werd een protestvergade ring belegd, waar de voorzitter der vis- schersvereeniging, de heer A van Eek, mededeeldte, wat door het bestuur is ge daan. De minister van sociale zaken heeft afwijzend beschikt op het verzoek, de schippers in een rijkssteunregeling op te nemen, zoodat zij aangewezen zijn op ar menzorg. Spreker meende, dal dringend hulp der regeering noodig is en stelde voor. eenige telegrammen te verzenden namelijk aan den minister van bïnnenland- sche zaken, aan het alg steuncomité en ook aan Prinses Juliana als presidente van dit comité. De vergadering ging hiermede accoord. De heer Vogelaar, wethouder die namens hetgemeentëbestuur aanwezig was, zeide dat B en W. doen, wat zij kunnen, maar dat zij aan de beperkle geldmiddelen gebonden zijn. Uit de besprekingen bleek, dat er onder de visschers groote veront waardiging heerscht over het feit. dat alle pogingen om in den nood te voorzien, vruch teloos gebleken te zijn en men in Den Haag doof blijft voor de gerechtvaardigde verzoeken om hulp De voorzitter gaf de verzekering, dat het bestuur in samenwerking met het ge meentebestuur al het mogelijke zal doen om ten spoedigste iets van de regeering gedaan te krijgen. Tanks met vlammenwerpers. De Engelsche generaal-majoor Swinton heeft gisteren een radioredevoering gehou den, waarin hij o.m. 2eide, dat Duitsche zwaar gepantserde tanks van aanzienlijke afmeting volgens ontvangen inlichtingen vlammenwerpers zouden bevatten evenals stukken geschut. Deze tanks worden door de Duitschers geproduceerd om den speer punt te vormen van den „bliksemoorlog". Drie divisies zijn speciaal gevormd om als speerpunt op te treden in den bliksemoor log, zooals gebleken is bij de opmarschen in Oostenrijk, Tsjecho-Slovakije en Polen .Maar, zoo voegde Swinton hieraan toe, in geen van deze gevallen was de speerpunt komen te staan tegenover iets, dat over eenkomt met de Maginotlinie. Om tegen een dergelijken hinderpaal op te treden, produceeren volgens Swintons inlichtingen de Duitschers nog zwaardere vlammenwer- pende machines. Vier Polen ter dood veroordeeld. Het bijzondere gerechtshof in Posen (West Polen) heeft gisteren vier Polen we gens zware mishandeling van Duitschers ter dood veroordeeld. Er was eens een man in De Lier Die was van beroep herbergier. Door Buisman's G.S. Werd z'n zaak een succes; Men dronk liever z'n koffie.. dan bier0 fteceptenboekje wordt op aanvraag gratia gezonden door de fabriek te Zwartsluis- (Ing. Med.) Russische speïdeprikken voor Italië. In een commentaar op een artikel van Gayda, den hoofdredacteur van de „Gior- nale d'Italia", schrijft de „Troed", het or gaan van de sovjetvereenigingen: „Door bemiddeling van Gayda herinnert Italië aai: den onbetaalden wissel, welke het op 26 April 1915 werd verstrekt. Tot dusver is Italië er niet in geslaagd de on derteekenaars er toe te brengen hun ver plichtingen na te komen. Het is waar dat door de annexatie van Abessynië en Alba nië het Italiaansche imperialisme „de on rechtvaardigheid van het verdrag van Ver sailles" gecorrigeerd heeft. Dit schijnt voor Gayda echter niet voldoende. Hy eischt volledige betaling. Italië rekent er op, dat het dóór zijn „niet-deelneming" aan den oorlog te verkoopen de geallieerden dwin gen kan te betalen wat het niet betaald is overeenkomstig het verdrag van Londen. Het is twijfelachtig of de pogingen van Gayda hun doel zullen bereiken. Het ge- jongleer met de 680.000 dooden en slacht offers van den imperialistischen oorlog zal evenmin invloed oefenen op de Engelsche en Fransche imperialisten die zonder schroom nieuwe honderdduizenden mannen naar de slachtbank sturen. GRAAN EX STUKGOEDEREN' VOOR DE NEDERLANDSCHE REGEERING. Gisteravond is het s.s. „Beemsterdijk" van de HoUand-Anierika Lijn te Rotterdam aan gekomen. Het schip had slechts twee pas sagiers" aan boord. De lading bestond uit stukgoederen en graan voor de Nederland sche regeering. 7XFFLZ0UTuifeicm /Af DUBBELE BETEEKEN/S' Naar het Engelsch van C. VANDERBELT Jr. 4). Jim had het boek nauwelijks op zijn plaats teruggezet, toen graaf Otto op den drempel verscheen. „Ik heb mijn sigaretten laten liggen", verklaarde hij glimlachend, zonder eenige uitdrukking in zijn grijze oogen. „Hebt u zin, een spelletje ping-pong te spelen?" Jim bekende, dat hij niets van het spel afwist, doch volgde den internationale bondgenoot van Mimi toch gedwee naar de speelzaal. „Wat? Geen smoesjes hoor!" riep Mimi uit, toen Otto verteld had, hoe de uiterste schildwacht Van Canada geweigerd had;, deel te nemen aan het tournooi. „Wat? Alleen een slaapkamer en een bad?" vroeg een van Mimi's vrienden. Van dat oogenblik werd het een uitgelaten boel. Het ping-pong spel werd opzij gezet en er werd dansmuziek op de radio ingeschakeld. Whisky en gewaagde grappen wedijverden om den voorrang. Mimi nam nueens de leiding van het gezelschap en trok zich even later weer terug, om te trachten met Jim te flirten, die bijna uitdagend weigerde aan haar bekoorlijkheden te beantwoorden, in sterk contrast met de onafgebroken vleie rijen van graaf Otto. Midden in een dans met Jim die wonderlijk genoeg, soepel en rhythmisch danste liet Mimi haar kristallen halssnoer vallen. Voordat Jim het kon oprapen, was Otto erbij, om het haar, onder het aanhalen van enkele dicht regels, om den hals te hangeniets over sterren om haar hals en de maan in haar haarJim, die wel Canadeesch, maar geen Parijsch Fransch verstond, begreep de woorden van Otto slechts ten deele; maar hij bemerkte heel goed, hoe streelend Otto zijn hand langs haar blanken hals liet glijden. En hij vond zichzelf een dwaas, omdat hij nog bleef en zichzelf kwelde met naar iets te kijken, dat reeds lang dood voor hem was. „Ik moet weg", zei hij eindelijk tegen Mimi. „Ik ben van plan, vanavond nog naar het Noorden te vliegen ondanks den storm. Wil je je vader voor me bedanken? Zeg maar, dat ik nog wel schrijven zal". Ja, hij zou schrijven; een besliste on wrikbare weigering. Een brief, die voor goed het hoofdstuk zou afsluiten over het leven in Chicago, geld, macht en de ver anderde, verwende en bedorven Mimi. Jim kon niet gauw genoeg naar zijn zin weg komen! In de groote hal ontmoette Jim den but ler en verzocht hem, een taxi te bestellen. Doch Mimi en haar vrienden volgden hem en verdrongen zich om hem heen. „Je hebt me op 'n idee gebracht, waarde leermeester", riep ze, langs hem heen dan send. „Het is net zoo'n prachtnacht om te gaan vliegen! Ik ben dol op storm, dol op den wind!" Mimi rukte de voordeur open. Wind en regen dwarrelden de hal binnen en maakten haar laatste woorden bijna on verstaanbaar. „Ik heb een hekel aan mooi weer! Een hekel aan tamme menschen!" Haar vrienden drongen achter haar aan Zelfs de meest gevoellooze mensch snijdt zich niet gaarne in eigen vleesch. iiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiüiiiiü en een hunner zong: „Mimi is een wild prairiebloempje, dat bü het uur steeds wil der wordt!" De nachtmerrie van dien avond bereikte nu haar toppunt. Jim liep naar buiten, de lage, met Japansche lampions verlichte veranda langs en drong tusschen het troep je, dat hem den weg versperde, heen. Zü juichten Mimi toe bü haar dronkenmans- onderneming, al misten ze den durf, on: haar na te volgen. Enkelen, die met haar al stoeiend het grasveld overgebuiteld wa ren, liepen naar den geïmproviseerden hangar, om het vliegtuig naar buiten te rüden. Anderen draaiden de nieuwe zoek lichten aan, die haar vader pas had laten installeeren. En de overigen trachtten Jim en Otto te verhinderen, Mimi haar roeke- looze vertooning te beletten. Jim zou dat tooneel nooit vergeten. Het groote verlichte grasperk. Mimi, die in haar witte, fladderende avondjapon, met in den wind wapperende haren, in haar vliegtuig je klom. Achter het vliegtuig de zwaaiende, zwiepende boomen. En achter die boomen een flauwe lichtende streep van de op do rotsen brekende branding. Op dat oogenblik dat ééne korte mo ment, waarin Jim den warboel van han den, armen en lichamen van zich afduwde en rukte, om vrü baan te krijgen was zijn ergenis over Mimi waarschijnlijk groo ter dan zijn bezorgdheid voor haar. Ze had de herinnering, die hü aan haar bewaarde, gedood en vernield: maar daarom behoefde die idioot zichzelf nog niet te vermoorden! Een troep van Mimi's vereerders wan kelde achteruit onder den machtigen zwaai van Jim's armen. En het vliegtuig van Mimi begon juist over het grasveld te rol len, toen Jim zichzelf van zijn laatsten lachenden tegenstander losrukte en over het zachte gras naar voren rende. Hij haal de machine in en klauterde in den cockpit, juist toen de machine vaart begon te krij gen. „Schik op, kleine zottin!" schreeuwde hij. De dónder rolde machtig langs den he- nielj toen het kleine vliegtuig vaart begon te krijgen. Mimi hield het stuurwiel nog steeds omklemd, maar 2e was blij. bet over te kunnen geven, toen een zjjdelingsche blik haar ervan overtuigde, dat ze zich in den afstand tot het meer verrekend had. Nijdige schuimkoppen schenen zich tot vlak voor den onderkant der machine te verhef fen! Maar Jim had het toestel nu in handen Hü slaagde er in, het lichte vliegtuig juist op te trekken, voordat de golven van het Ontario Meer er vat op konden krijgen. Maar in plaats van in een cirkel te draaien en te trachten, weer op het grasveld neer te strijken, dat nu helder verlicht onder hen lag, stuurde Jim de richting van Toron to in naar het vliegveld, dat twintig mijl verderop gelegen was. Want plotseling wist hij met felle zeker heid, wat hü doen zou! „Hé, keer toch terug!" schreeuwde Mimi. ,.Ze hebben nu al het licht aan. We kunnen gemakkelük landen!" Doch Jim stuurde de machine dwars door de vochtige, stormachtige duisternis, die slechts nu en dan door een bliksemstraal verlicht werd en vol scheen van het donde rend gerommel van het voorjaarsonweer. „Terugkeeren, zeg ik!" gilde Mimi nog maals. „Het was maar een grap!" Maar Jim vloog door, totdat hü de lich ten van Toronto onder zich had. Toen bracht hij Mimi's vliegtuig omlaag op het donkere vliegveld van het eiland en taxie de daar dwars overheen naar zün eigen groote amphibie-machine. Hij tilde Mimi uit den cockpit en bracht haar naar zün eigen toestel. „Waar breng je me heen?" stribbelde ze tegen. „Van nu af is het mijn partütje!" zei hij. „Stap in!" „Ik wil niet!" Met een snellen r,uk had ze zich uit zijn armen bevrüd, maar hij greep haar weer vast. En juist, toen hij haar beet had, zag hü, in het flauwe licht der veraf - stanade straatlantaarns, iemand aankomen. Mimi zag het ook. „Ik ga gillen enbe gon ze. Maar verder kwam ze niet. Jim gat haar een snellen slag tegen haar kin, zoo dat ze het bewustzijn verloor, tilde haar op en zette haar in zün eigen machine. Hü sloot het deurtje en keerde zich nog net op tüd om voor een groet aan zün ouden vriend, den nachtwaker van het vliegveld. „Leen me je electrische lantaarn, John. Ik wou graag een boodschap voor een vriend van me achterlaten". En op een stukje papier krabbelde hü een briefje aan den ouden Rob Jamieson en gaf bet den nachtwaker met verzoek, het af te geven. Daarna klom hü in zijn machine. „Gemeen weertje om te vliegen", riep John hem achterna. „Niet als je naar het Noorden vliegt!" schreeuwde Jim terug. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 3