Engeland in oorlogstijd even opgewekt als anders MORTHCTATE GEMENGD NIEUWS Niet <dle ©erlog, maar die dood ©p den weg eischi; de meeste slachtoffers. De censuur en het weer. ',(V an onzen correspondent.) LONDEN, 7 Februari. Waar spreekt Engeland over in deze zesde maand van den oorlog en hoe staan de gezichten daarbij? Laat ik beginnen bij het eind; de. gezichten staan nog even vroo- Ijjk en welgemoed als altijd. Van oorlog is daarop niets te lezen. De man op den hoek van de straat, die mij 's avonds mijn krant verkoopt, de busconducteur, mijn kleine vriend in het sigarenwinkeltje en de post bode, zij zijn allen nog steeds zoo opgewekt als alleen in dit land van onverstoorbaar goede humeuren mogelijk is. En het is niet alleen de kleine burgerman, die in zoo'n goede stemming verkeert. Ook de groote heeren, waar wij journalisten zoo nu en dan op politieke recepties mee in aanra king komen, toonen nog geen enkel teeken dat zü zich gedrukt beginnen te voelen on der de wetenschap van de enorme taak, die hun land op zich heeft genomen. Ook zij deelen in de welgemoede stemming. Gedeeltelijk is dat ongetwijfeld te danken aan het ingeboren optimisme van den En- gelschman. Hij is bij al zijn ondeugden geen kniezer, hij kijkt altijd naar den vroolijken kant van de dingen (voor welke eigenschap hü in het verleden vaak duur heeft moeten betalen) hij piekert niet en hij is altijd klaar voor een grapje en hij is daarom, tusschen twee haakjes, in den dagelijkschen omgang een van de plezierigste menschen, die men zich voor kan stellen. Dat is echter niet de eenige reden waar om er hier tot nu toe van een sombere oorlogsstemming nog niets te merken is. Een andere reden daarvoor ligt in het feit, dat de oorlog de gemiddelde Engelschman in zijn persoonlijke leven nog slechts wei nig heeft beroerd. Zeker, er is de verduis tering en de fantastische hooge belastingen ne de algemeene duurte en de benzinerant- soeneering, maar dat zijn, vergeleken bij de verschrikkingen die men hier van den oorlog verwacht had en die nog immer zijn uitgebleven, slechts kleinigheden, waar men zich met een grapje gemakkelijk bij heeft neergelegd. Het werkelijke oorlogsleed heeft dit land nog nauwelijks getroffen. Er is op zee en in de lucht een aantal land- genooten gevallen, maar hun aantal is nog zoo klnn, dat men zelden of nooit iemand tegenkomt die familieleden of vrienden in den oorlog heeft verloren. Niet de oorlog, maar de dood op den weg is het, die tot nu toe, sterk geholpen .door de verduistering, de meeste slacht offers eischt. Daarbij komt nog dat zelfs de oorlog be antwoordt aan het spreekwoord „geen doornen zonder rozen" en dat de nieuwe omstandigheden, waaronder wjj hier sinds 3 September leven, voor talrijke lieden het leven eerder aangenamer dan minder aan genaam hebben gemaakt. Er is ten eerste het nieuwe gevoel van nationale solidari teit en verbroedering tusschen alle klasssen dat de oorlog ons heeft gebracht. Dan is er de door alle Engelschen zon der uitzondering gedeelde overtuiging dat zij voor een heilige zaak strijden, op de bres staan voor beschaving, internationaal fatsoen, het zelfbestemmingsrecht van de kleinen en zwakken. Voor talloozen onder hen, die al jarenlang de di^Ve. af keer van de ideeën en de praktijken Vu.i het Nazi dom hadden gevoeld en de diplomatieke beleefdheid, waarmee hun regeering Nazi- Duitschland behandelde, moeilijk te slikken vonden, kwam de uiteindelijke breuk als een soort van geestelijke en emotioneele verlossing. Zij hoefden er zich eindelijk niet meer voor te schamen, dat zij Engelschen waren, zij konden ten langen leste den vryen loop geven aan hun vurig verlangen de vele vernederingen, die hun land in de laatste jaren had geleden, te vergelden. Tenslotte heeft de geweldige internationale tragedie met zijn gevaren en zijn wisse lende kansen een nieuwe spanning gebracht in tal van dorre routinebestaantjes, en een spanning waar men tot nu den prijs in leed en ellende nog niet voor heeft hoeven te betalen. Geen wonder dus dat de stemming hier op het oogenblik niets te wenschen overlaat. Waar praat men nu over in deze blijmoedi ge stemming? Allereerst natuurlijk over de vraag „hoe lang zal de oorlog duren, wanneer zal hy in ernst beginnen en waar". Over dat eeuwige onderwerp raakt men echter al gauw uitgepraat. De gemiddelde burger tast immers niet alleen over de plannen en de positie van den vijand maar ook over de plannen en positie van zijn eigen land, volkomen in het duister. Vandaar dat iedereen met een klein beetje gezond verstand dit ver velendste en futielste aller onderwerpen angstvallig tracht te vermijden. Des te meer wordt er echter, althans in zooge naamde intellectueele kringen, gepraat over de vraag wat er na den oorlog moet komen, wat voor een soort vrede Engeland moet nastreven. De kranten en weekbladen brengen daarover nog dagelijks kolommen vol ingezonden stukken, artikelen en be schouwingen. Lezing Van al deze ver- toogen herinnert den buitenlandschen waarnemer er weer aan dat de En gelschman niet alleen een geboren opti mist maar ook een geboren idealist of utopianist is. De overgroote meerder heid van hen, die aan deze discussie deel nemen (en daaronder zijn vele klinken de namen) willen namelijk van een Versail les (dat toch per saldo en relatief gezien niet zoo'n wreede vrede was als vaak wordt beweerd) niets weten en dringen aan op de noodzaak van een nieuw soort Vol kenbond, federatie. Europeesche unie en ideeën van dien aard. Dit heeft in diplo matieke kringen, waar men beseft dat de Fransche publieke opinie heel andere ideeën heeft omtrent den vrede, die Duitschland moet worden opgelegd, aanlei ding gegeven tot tal van grappen over den AngloFranschen oox'log, die zal beginnen wanneer het eenmaal tot een vredesconfe rentie komt. De man in de straat houdt zich vanzelf sprekend met deze toekomstplannen weinig bezig. Voor hem is het eerste onderwerp van gesprek in deze stille dagen waarin aan de fronten maar steeds niets gebeurd, nog steeds het weer. Het is dan ook al sinds weken voor Engeland een buitenge woon vreemd weer. Wat er zoo vreemd aan is mag ik u van den censor niet vertellen. En dat is niet omdat de censor mij per soonlijk wil hinderen, maar omdat Enge- land's dierbaarste onderwerp van gesprek al sinds het uitbreken van den oorlog uit de kranten is verbannen. De theorie is, dat niet alleen de publi catie van weerberichten, maar ook de pu blicatie van alle mededeelingen over het weer, ook al is dat weer verschillende da gen oud, den vijand behulpzaam zou kun nen zijn bij het maken van zijn plannen voor lucht-aanvallen of verkenningstochten. Alleen oud-bakken weer van twee weken geleden mag in de krant komen en ik kan u dan ook vertellen, dat het toen bar koud was, zoo koud als Engeland het in geen tientallen jaren meer had gekend. En niet alleen was het koud maar het sneeuwde daarbij zoo rijkelijk, dat tal van treinen in Engeland's witte wildernis vastraakten en met uren, ja zelfs, met halve en heele da gen vertraging op hun plaats van bestem ming arriveerden. Hoe het weer nu is zal ik u over twee weken vertellen, maar ik mag misschien wel zeggen, dat de Engelsche kranten, ook niet dom, in de laatste dagen een merkwaardig aantal foto's van verkleumde tafreelen afdrukken waar dan telkens plichtmatig onder staat „een kijkje op der: bevroren vijver in Hyde Park van twee weken geleden. Waar wordt er hier verder nog over ge praat? Wy mopperen een beetje over de verduistering, die nog altyd even hinderlijk blyft. Wy verliezen een oogenblik onze op gewektheid wanneer wij praten over de lan ge en vreeselyke verslagen, die hier in den laatsten tijd eiken dag in de kranten ver schijnen over Duitschland's optreden in Polen. Wy zeggen, niet in de kranten, maar in privé, tegen elkaar dat de Amerikanen na al hun mooie woorden er de Finnen toch maar leelyk by laten zitten en wij durven dat te zeggen omdat wy, althans sommigen van ons, weten dat Engeland dat zeer be slist niet doet. En verder? Verder spreken wy over de rare processen die hier het schaarsche oorlogsnieuws soms dagen lang van de voorpagina's verdringen, het proces van de dame die 3,500 toegewezen kreeg omdat haar schoonouders haar man en hun zoon van haar hadden vervreemd of het echtscheidingsproces van een bekende ac trice. Kortom wy spreken over de alle gaartjes van het dagelijksch leven, die hier ook in oorlogstijd nog steeds het overgroote deel van ons bestaan in beslag blijven ne men. fl BLENDED CIGARETTES) (Ingez. Med.) Stelt Roosevelt zich niet opnieuw candidaat voor het presidentschap Havas meldt uit New York: World Tele gram meent te weten, dat Farley, de minis ter voor de posteryen, pas in een candida- tuur voor het presidentschap der Vereenigde Staten zou hebben toegestemd, nadat hy van president Roosevelt de verzekering had ontvangen, dat de president zich niet voor een derde ambtsperiode candidaat zou stel len. KRACHTVOEDER VOOR WOONWAGEN- PAARDEN. Met ingang van 27 Febr. 1940 zal voor woonwagenbewoners een speciale regeling getroffen worden, waarbij op vertoon van een door den provincialen voedselcommissa- ris afgegeven kaart by den plaatselijken •bureauhouder een krachtvoedertoewijzing kan worden verkregen. Na genoemden datum is het niet meer mogelijk, dat aan woonwagenbewoners, die niet in liet bezit zijn van een dergelijke kaart, voeder wordt toegewezen. BANKDIRECTEUR IN UTRECHT GEARRESTEERD. Onregelmatigheden bij de be- windvoering geconstateerd. Zaterdag is in opdracht van den Utrecht- schen officier van justitie in zijn woning te Utrecht gearresteerd en voorloopig in ver zekerde bewaring gesteld, de heer J. H. K., directeur van de firma de weduwe A. Ebe- ling en Co. aan de Boothstraat aldaar. Eenigen tyd geleden werd by de Utrecht- sche rechtbank surseance van betaling aan gevraagd, welk verzoek werd ingewilligd en op de vergadering van crediteuren op 7 Fe bruari j.l. werd bekrachtigd. De bewind voerder die met het onderzoek in deze zaak werd belast constateerde om-egelma tigheden, welke er tenslotte toe leidden, dat de directeur van de betrokken bank op last van de justitie werd gearresteerd. PAARDENFOKKERIJ. DE CENTRALE KENGSTENKEURING TE GOES. Van onzen deskundigen medewerker. Verschenen is het boekje voor de boven genoemde keuring, welke zal worden ge houden op Donderdag 15 Februari a.s., aanvangende te 9 uur. In totaal zijn voor deze keuring 126 heng sten ingeschreven, waarvan een 7-tal voor waardelijk, daar deze, alvorens aan de pre miekeuring te mogen deelnemen, eerst die nen te worden gekeurd voor dekking. De ingeschreven hengsten zijn verdeeld in de volgende klassen: I. Drie-jarige hengsten, kleiner dan 1.63 m; II. Drie-jarige hengsten, 1.63 m of meer III. Vier-jarige hengsten, kleiner dan 1.65 m; IV. Vier-jarige hengsten, 1.65 m of meer; V. Vijf- en zesjarige hengsten, kleiner dan 1.65 m; VI. Vijf- en zeS:jarige hengsten, 1.65 m of meer; VII.' Hengsten Van 7 jaar en ouder, klei ner dan 1.65 m; VIII. Hengsten van 7 jaar en ouder, 1,65 m of meer; IX. Kampioenhengst 1940; X. Kampioenhengsten van vorige Cen trale Keuringen en Nationale N.Tr.S.-Tentoonstellingen. Er zijn 47 drie-jarigen ingeschreven; 24 vier-jarigen;31 vyf- en zes-jarigen; 19 hengsten van zeven jaar en ouder en vijf oud-kampioenen. Er zyn zeven 3-jarigen minder ingeschre ven dan 't vorige jaar, maar men verwacht hierdoor een betere kwaliteit. Wanneer thans slechts 10 hengsten zijn opgenomen in het Keurstamboek, tegen 22 in 1939, dan is dit niet het gevolg van mindere kwa liteit, doch van een aanmerkelijk strengere selectie. Gemiddeld zal de kwaliteit betel- blijken te zijn dan in 1939. Een verbetering is ook, dat hengsten ge boren in 1936 of vroeger, in K moeten zijn opgenomen, willen zy aan de premiekeu ring kunnen deelnemen, daar het princi pieel onjuist moet worden geacht 'n n i e t- opgenomen 4-jarigen hengst te laten me dedingen aan de premiekeuring, zooals in 1939 nog met 7 van de 34 ingeschreven hengsten het geval was. Weliswaar dient gezegd dat deze zeven hengsten, om het in vakterm te zeggen, geen been aan den grond kregen, doch wanneer de beste hier van het toch niet hooger kan brengen dan het allerlaagste staartnummer, dan zijn dergelijke hengsten voor onze centrale keuring stellig geen aanwinst en is het be ter deze thuis te laten. Reclame maken is hard noodig, doch dan op de juiste manier, dit is, door goede, zeer goede en „kopheng- sten" voor het voetlicht te brengen. Ook bij de vijf- en zes-jarige hengsten zyn meerdere felle vaderpaarden, evenals bij de oudere hengsten, zoodat wij durven zeggen dat het ditmaal in meest alle klassen ge ducht zal spannen, waardoor deze keuring buitengewoon aantrekkelijk belooft te wor den. Een onderzoek naar 't vaderschap laat ons het volgende zien: De bekende Frans 714-stam gaat aan het hoofd met niet min der dan 23 ingeschreven hengsten: dan volgt de Clairon de la Lys-stam met 22 in geschreven hengsten, waarvan echter drie voorwaardelijk; dan volgen successievelijk Herseur II de Cognebeau met 11; Adriaan 1936 met 9; Mayeur de Gaesbeek met 6; Audacieux du Chateau 1445 met 5. waar van drie voorwaardelijk; Mars 13S5 met 4: Lion d'Or 1463 met 4; Mon Gros de Mon Souhait 1331 met 3; Diamant d'Ahea 1310 met 3; Espoir de la Barrière 1476 met 3; de hier gegeven cijfers betreffen den vader met zonen en kleinzonen. Individueel gaat Clairon de la Lys aan het hoofd met. 17 zonen; dan volgt Certain van Lamswaarde met 13: Herseur II de Cognebeau en Dra gon d'Hondzocht met ieder 9. Solon van Certain, Tsjaka, Primera de Petit-Enghien, Clairon van Annie en Atideux van Eikelen bosch ieder met 4; Lion d'Or met 3; Ave- nir 1468, Acron van Avenir, Primus, Bar- num de Pincemaille, Avenir 1554, Mars. Mon Gros de Mon Souhait, Donald de Wa ter, Espoir de la Barrière en Bienvenu du Try ieder met 2. en 27 verschillende heng sten ieder met één zoon, terwijl zeven heng- VROUW VOOR MEER DAN 1000 OPGELICHT. Onder verdenking van oplichting zyn te Groningen aangehouden de 45-jarige F. H. S. en zijn iets jongere broer E. H. S., bei den wonende te Groningen. De laatste, accountant van beroep, wordt tevens verdacht van verduistering vaiv gel den, welke hem ter uitbetaling waren verstrekt door een echtpaar, waarvan de man ziekelijk is. Deze menschen kwa men uit Drente naar Groningen en namen hun intrek bij F. H. S. De broers kwamen te weten, dat de vrouw nog een paar spaar centjes had en toen de mobilisatie uitbrak, kwamen zij met mooi klinkende verhalen dat er nu geld te verdienen was, omdat de pryzen zouden stijgen. Zij wisten de vrouw over te halen aan hen driehonderd gulden te leenen. waarvan zij in de winst zou deelen. De eerste transactie, het koo- pen van een groote partij leder in Am sterdam, mislukte. Toch fourneerde de vrouw nog meer geld en van het door haar aan de broers geleende bedrag, dat met elkaar meer dan duizend gulden be droeg, zag zij niets terug- VEERTIG MAAL HAAR BLOED GEGEVEN AAN EEN PATIENT. BRAND IN FILIAAL VAN RATH EN DOODEHEEFVER TE TILBURG. Groote schade. Een felle brand heeft gistermiddag ge woed in een filiaal van de N.V. behangsel- papierfabriek Rath en Doodeheefver, ge legen aan de Wolstraat te Tilburg. Onmiddellijk werd de brandweer gealar meerd die spoedig ter plaatse verscheen en met niet minder dan tien stralen bet vuur bestreed. Op deze wijze wist zij den brand, die zich snel voortplantte, in te sluiten, zoodat binnen het uur het gevaar geweken en de vlammen gebluscht waren- De zolderverdieping, waar zich nagenoeg geen goederen bevonden, bleek volkomen te zijn uitgebrand, terwijl het dak geheel vernield was. Op de gelijkvloersche étage, waar de voorraden voor het geheele jaar waren op geslagen, ontstond groote brand- en wa terschade. De voorraad behangselpapier is volkomen waardeloos geworden, hetgeen een schadepost van duizenden guldens be- teekent. Omtrent de oorzaak van den brand is niets bekend De schade wordt door verze kering gedekt. DE MILTVUUR-EPIDEMIE. Geleidelijke afneming van het aan tal ziektegevallen. Een record bij den bloedtransfusie dienst. Gisteren is in het Sint Ignatiusziekenhuis te Breda de zilveren Landsteiner-medaille van den bloedtransfusiedienst uitgereikt aan zuster Crescentia (in de wereld mej. Th. M. Breyinck) als waardeering voor haar vele vex-diensten voor den bloedtrans fusiedienst. Zuster Crescentia heeft niet minder dan veertig keer haar bloed gege ven voor een patient. Dit is het eerste bekende geval in ons land. van iemand, die veertig maal als do nor is opgetreden. VEER PERSONEN DOOR KOUDE BEVANGEN. Meisje van 3 jaar overleden. Een firma te Amersfoort zou Zondag nacht een gezin uit Borne naar Amersfoort vex-huizen. In de laadbak van de vracht auto, die daarbij werd gebruikt, hadden twee vrouwen, een jongetje van tien maan den en een meisje van drie jaar plaats ge nomen. Af en toe werd gecontroleerd hoe zij het maakten en steeds bleek alles in orde. Bij aankomst in Amex'sfoort kwam men echter tot de ontdekking, dat allen door de koude waren bevangen en dat het meisje van drie jaar tengevolge daarvan was overleden. ELECTRISCHE LOCOMOTIEVEN BIJ DE NED. SPOORWEGEN. De Nederlandsche Spoorwegen hebben, naar de Msb. meldt, besloten tot aanschaf fing van electxische locomotieven over te gaan en daarvan voorloopig vyf besteld. Deze nieuwe locomotieven zullen in hoofdzaak moeten dienen ter vervanging van stoomtractie, omdat de stoomtreinen van thans hoogstens ïxxet een snelheid van 100 km per uur kunnen rijden en deze „geringe" snelheid op de baanvakken welke door electrische treinen wox'den be reden een beletsel kunnen zijn voor een frequent verkeer. Naar wij meenen. was het oorspronkelijk de bedoeling, het in normale tijden groo te aantal stoonxtx-einen van en naar het buitenland, die op de vex'schillende baan vakken tusschen de met grootere snelheid rydende treinen loopen met electrische lo comotieven te doen vervoeren. Blijkbaar wil men thans nog verder gaan en ook de electx'ische beweegkracht uitstrekken tot de goederentreinen. Eens zou men toch moeten overgaan tot vernieuwing van goe- deren-trein-locomotieven en dan kan men blijkbaar- beter electrische nemen. sten afstammeix van Belgische, niet in ons stamboek ingeschreven vader. Dat vele Zeeuwsche fokkers te Goes de hengsten niet. alleen individueel bestudee- ren, doch ook in stamverband! Men lette op de bij een bepaalden stam op den voor grond tredende eigenschappen, zoowel slechte als goede, waarbij men ook aan dacht schenke aan de ïxxoedex-s; zoo staan de Frans 714-dochters bij ons in een goed blaadje. Naar wij vernemen gaat het met het miltvuur den goeden kant op. In de pro vincie Noordholland nam het aantal ziekte gevallen geleidelijk af. Zoo kwamen de vo rige week nog slechts drie nieuwe gevallen voor. Ook in de andere deelen van het land geeft de ontwikkeling der ziekte thans een gunstig beeld te zien, zoodat mag worden aangenomen, dat de epidemie spoedig tot het vex-leden zal behooren. ONDERNEMENDE, MAAR ONEERLIJKE JONGENS. Op het hoofdbureau van politie te Rotter dam zijn twee Voorburgsche jongens, die in de Maasstad een motorrijwiel hadden gesto len, in bewaring gesteld. De jongelui, de 15-jarige landbouwers knecht H. de J. en de 17-jarige scholier P. M. waren op 12 December j.l. naar Rotter dam gekomen om te trachten daar werk te vinden. Na een langen dag door de stad te hebben gedwaald en nergens emplooi te hebben kunnen vinden, stonden zij des avonds vermoeid en berooid bij den Haag- weg te wachten, of een passeerende automo bilist hen misschien naar Voorburg zou wil len brengen. Het geluk was echter xxiet met hen en tenslotte kwam de oudste op het idee te probeeren of ze ergens een motor zouden kunnen „vinden". Hy had wel ver stand van motox'en en zou zijn vriend wel naar Voorburg kunnen terugbrengen. Weer gingen de jongens op zoek in de stad en ditmaal werd hun geduld beloond. Op den Essenburgsingel stond een motor rijwiel .eigendom van den heer B. H. L.. die den motor eenige oogenblikken onbeheerd voor de deur had laten staan. Met vereen de krachten werd dit motorrijwiel naar een volgende stx-aat gesleept. Hier werd het op gang gebracht en binnen een uur waren de knapen in hun woonplaats terug. Zij ver stopten daar den motor ergens langs den weg, omdat zy tegenover hun ouders het bezit ervan niet konden verklaren. Meer malen gebruikten zij het motorrijwiel om er tochten mee te maken en op een van die tochten werden zij door een politieman aan gehouden. Papieren kon de bestuurder na tuurlijk niet vertoonen en een proces ver baal volgde. De jongens begrepen, dat nu hun ouders in de zaak gemengd zouden wor den en daai'om besloten zij te vluchten. De motor werd in Den Haag aan een handelaar verkocht en met den trein begaven de jon gens zich naar het Zuiden. Omdat ze geen papiei'en hadden stapten zij voor de grens uit. Zij wisten te voet naar België te ko men. waar zij in Brussel in een derderangs hotel een kamertje huurden. Vervolgens gingen ze op werk uit en inderdaad duurde het niet lang of ze konden by iemand in dienst komen, eenige weken ging alles goed, maar toen hield de Brusselsche politie pas- senconirole en liepen de jongelui tegen de lamp. Zij werden in een gevangenis opge borgen en vervolgens aan de Nederlandsjhe poltiie uitgelevei-d. Bij hun verhoor beken- dy zij den diefstal van den motor te heb ben gepleegd..

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 7