RHEUMATIEK
Pi] THERMOGÈNE
TEGEN DE WET
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 7 FEBRUARI 1940. No. 32.
Uit het Hooge Noorden
De tragisch® strijd in sneeyw eri ijs.
De heeren in het Kremlin hebben zich in de
Finnen vergist. De Russische propaganda
als amusement. Waarom Russische bom
menwerpers het Roode Kruis als mikpunt
kiezen. De Fin kan eh zal niet buigen.
STOCKHOLM, 30 Januari.
Vandaag is de oorlog in Finland twee
maanden aan den gang, duurt deze tragi
sche en dramatische, deze bittere en bloe
dige, deze verschrikkelijke strijd al even
veel maanden als het volgens de verwach
ting van de heeren in het Kremlin weken
duren zou, voor het Onoverwinnelijke Roo-
de Leger de Finsche hoofdstad binnen zou
marcheeren en Otto W. Kuusinen er plech
tig het verdrag van bijstand zou ratificee-
ren, dat Molotof zoo voorzichtig is geweest,
alleen maar voorloopig met den stadhouder
van het, buiten de Finsche linies liggende
grensplaatsje Terijoki te .sluiten.
De heeren in het Kremlin hebben zich
grondig in de Finnen èn in de capa
citeiten van hun eigen legermacht ver
gist en dit is niet zoo verwonderlijk als
men rekening houdt met alleen al het feit,
dat zij, die Moskou omtrent de stemming
en de toestanden in Finland moesten voor
lichten, geen juiste en betrouwbare inlich
tingen konden of wilden geven. Kuusinen
en. andere naar Rusland uitgeweken Fin
sche communisten hadden er belang bij, een
volkomen scheeve voorstelling van de toe
standen in hun land te geven en uiterst ge
flatteerde rapporten uit te brengen over de
resultaten van de onder hun leiding in Fin
land gevoerde ondergrondsche actie. En de
diplomatieke vertegenwoordigers van de
Sovjet-Unie te Helsingfors, wier taak het
had moeten zijn, de mededeelingen van
Kuusinen c.s. te corrigeoren, waren daar
blijkbaar niet toe in staat, aangezien zij op
een enkele uitzondering na geen andere taal
dan Russisch beheerschten, geen van allen
een Finsche krant konden lezen en dus
practisch al hun kennis omtrent Finland uit
de tweede hand moesten krijgen.
Men heeft in Moskou niets geweten, al
thans niets begrepen van de groote sociale
veranderingen, die er in de twintig jaren
van onafhankelijkheid in Finland hebben
plaats gehad. Men verwachtte met een volk
te maken te hebben, dat honger leed en ge
brek, dat zuchtte onder het bewind van een
stel uitzuigers, dat ontevreden was en
snakte naar bevrijding. Men beloofde voed
sel te zullen brengen aan een volk, dat al
thans de laatste tien jaar van voorspoed
geen voedselgebrek gekend heeft; men be
loofde acht-urigen werkdag en twaalf da
gen vacantie per jaar aan de arbeiders, die
niet alleen reeds de acht-en-veertig-urige
werkweek hadden, maar ook een wettelijke
vacantieregeling met zestien dagen vacan
tie per jaar; men beloofde verkaveling van
grootgrondbezit, opdat de kleine boeren
eigen grond zouden krijgen, ofschoon het
grootgrondbezit in Finland zeer gering is
en er al sedert 1922 in Finland een wet
de bekende Lex Kallio bestaat, welke
pachtboeren in staat stelt hun grond in
eigendom te krijgen. Men meende den bur
geroorlog van twintig jaar geleden opnieuw
te kunnen doen ontbranden door den „roo-
den" in Finland troepen te hulp te sturen,
niet wetende, dat de „rooden" óók Finnen
zijn, dat de democratie sterk is in Finland,
dat het juist sociaal-democraten en de
agrariërs, de arbeiders en de kleine boeren
zijn, die de politieke macht in handen heb
ben.
Men heeft zich grondig vergist in de Fin
nen en blijkbaar heeft men die vergissing
nog niet ingezien, want de voor Finland be
stemde Russische propaganda behelst nog
steeds de oude beloftes van vrijheid en
brood en allang bestaande sociale verbete
ringen.
De Finnen lachen er om. Zij laten elkaar
glimlachend de strooibiljetten lezen, die
Russische vliegers tegelijk met bommen
over Finland uitstrooien. Z\j luisteren ver
genoegd naar de Finsche uitzendingen van
de Moskousche radio. Het moet ook alle
maal wel heel vermakelijk zijn, wat de luid
spreker den Finnen dan vertelt. Net zoo
vermakelijk als de oorlógs-moppen, die men
elkaar vertelt in de uren van werkeloos
wachten in dë schuilkelders „als Molotof
geroepen heeft", dat wil zeggen, wanneer
de alarmsifënës de nadering van Russische
vliegtuigen hebben aangekondigd. Dan ver
telt men bijvoorbeeld, dal: Molotof eenmaal
waarheid gesproken heeft, namelijk toen hij
verklaarde, dat Finland door een groote
mogendheid aan wapens werd geholpen. Dit
mopje dateert van den slag bü Suomussal-
mi, waar de Russen groote hoeveelheden
wapens en munitie in den steek lieten, die
dankbaar door de Finnen werden ingepikt.
Veel nieuwer is de „verklaring", waarom
zoo vaak ziekenhuizen en ambulance-auto's
door Russische vliegers gebombardeerd of
onder 't vuur van de machihegcwereVi ge
nomen zijn: dat komt, doordat, op de kaar
ten van de vliegers met een kruisje wordt
aangegeven, waarop zij moeten mikken: ze
vliegen dus net zoo lang tot ze een kruis
zien en richtten dan hun bommen en hun
machinegeweren daarop.
Het is begrijpelijk, dat men in Finland
zulke navrante moppen maakt. Het heeft
er sterk den schijn van, dat Russische vlie
gers een zekere voorkeur voor het Roode
Kruis als mikpunt hebben, vooral wanneer
men weet dat tenminste eenmaal een, in
een eenzaam liggend huis ondergebracht,
veldlazaret gebombardeerd is en clat ook
tenminste eenmaal een duidelijk gemar
keerde Roode Kruistrein beschoten is met
machinegeweren. In beide gevallen was het
uitgesloten, dat er op iets anders gemikt
was, om de zeer eenvoudige reden, dat er
zich geen enkel ander doel in de buurt be
vond.
In feite behoeft men zich over een der
gelijk ontstellend gebrek aan eerbied voor
dit internationale symbool van barmhartig
heid evenmin te verwonderen als over de
bombardementen van dorpen zonder lucht
afweergeschut en de beschieting van vluch
tende vrouwen en kinderen, want de oor
log, dien Rusland tegen Finland voert,
wordt niet alleen aan de fronten gestre
den, maar ook achter de fronten, de
ze oorlog is de totalitaire oorlog. Heel
Finland is front voor de Russen; het is voor
hen van even groot belang op het zooge
naamde „binnenfront" verliezen toe te
brengen, het moreel te verzwakken, den
tegenstand te breken als het dat is op de
Karelische Landengte of aan het front bij
Salla. En men bereikt ontegenzeggelijk
meer, naarmate de mogelijkheden om zich
te verweren ontbreken of gebrekkig zijn.
Duizend zware granaten op een versterkte
stelling in de Mannerheim-linie halen voor
de Russen minder uit dan een dozijn goed
gemikte brandbommen op een dorp, waar
een paar honderd geëvavueerden een toe
vlucht gezocht hebben.
Er is weinig reden om te glimlachen om
strooibiljetten en propaganda-redevoerm-
gen van de Moskousche radio, die van een
verbluffend gebrek aan kennis omtrent Fin
land en de Finnen getuigen. Want de hee
ren in het Kremlin mogen zich nog zoo ver
gist hebben, toegeven dat zjj zich hebben
vergist, zullen zij waarschijnlijk nimmer. Zij
zullen naar men moet aannemen den ver
overingsoorlog tegen Finland tot eiken prijs
willen voortzetten, zij zullen alles in het
werk stellen om zoo spoedig mogelijk tot
een beslissing van den strijd te komen en
men moet er daarom op rekenen, dat geen
middel om den tegenstand van het Finsche
volk te breken ongebruikt gelaten zal wor
den en dat de strijd nog heviger, nog ver
schrikkelijker, nog tragischer zal worden
dan hij al is.
Daar waar het hardst gevochten wordt,
vellen de granaten de bosschen en omwoe
ien ze de akkers en blijft geen huis, geen
houten hut of schuurtje staan. En naarma
te het front zich verplaatst zal het land ki
lometer voor kilometer verder verwoest
worden, zullen de huizen, die nog niet stuk-
gebombardeerd zijn, in bTand gestoken wor
den, opdat zij den vijand geen dekking kun
nen bieden, zullen de wegen en de spoor-
De Nederlandsclie patrouille
teruggekeerd.
Naar wij vernemen, is de Nederlandse.ic
patrouille, van 15 wielrijders onder bevel
van een eersten luitenant, welke Maandag
ochtend bij het grenskantoor Maasbroek,
(gem. Maasniel) bij vergissing ovei de
Duitsche grens raakte, op Nederiandsch
grondgebied teruggekeerd.
De tol der scheepvaart:
72.61S ton in één week.
Wat kunnen de neutralen er
tegen doen?
Reuter meldt uit Londen: Volgens een of-
ficieele mededeeling zijn door het optreden
der Duitsche strijdkrachten in de week, die
eindigdè op 4 Februari, 8 Britsche sche
pen met een totale tonnage van 25.069 en
6 neutrale schepen met een tonnage van
17.546 tot zinken gebracht, in totaal dus
72.615 ton.
Een gemeenschappelijke actie?
Het Noorsche „journal of shipping and
commerce" (onafhankelijk) veroordeelt
krachtig de tegenwoordige oorlogvoering
ter zee tegen de neutrale scheepvaart en
oppert het denkbeeld van een gemeenschap
pelijke actie van de niet-oorlogvoerende
landen.
1-Iet blad vraagt zich af, wat de Cslo-
groep of de Volkenbond zal gaan doen.
De huurprijzen zijn Sager
geworden.
Het Centraal bureau voor de statistiek
deelt het volgende mede omtrent het ze-
•ende sedert 1 September 1936 ingestelde
onderzoek naar het beloop der huurprijzen
van particuliere, gemeente- en vereeni-
gingswoningen, omvattende de periode 1
Juni 19391 December 1939.1-let onderzoek
strekte zich wederom uit over 20 gemeen
ten met meer dan 50,000 inwoners.
Ten aanzien van de huurprijzen der par
ticuliere woningen is gebleken, dat de huur-
verlagingen de overhand hebben gehad bo
ven de huurverhoogingen. Van de ri
38.000 woningen, waarvan de huren werden
nagegaan, bleken deze in 1,701 gevallen te
zijn verlaagd en in 763 gevallen te zijn ver
hoogd. In percenten uitgedrukt was 93,6
der huurprijzen gelijk gebleven, 4,4 ver
laagd en 2 verhoogd Van de 4,391 ge
vallen waarin een woning door nieuwe be
woners werd betrokken, werd in 846 ge
vallen, (19,3 de huurprijs verlaagd, en
in 512 gevallen (11,6 de huurprijs ver
hoogd.
Het algemeen huurindexcijfer voor alle
gemeenten tezamen daaide weer en wel van
97.1 tot 96,9 (September 1936 100). Se
dert 1 September 1936 iïs thans het alge
meen huurindexcijfer met 3,1 gedaald.
De- huurprijzen der gemeente- en ver-
eenigingswoningen wijzigden zich nagenoeg
niet. Het algemeen huurindexcijfer bleet
sinds het vorige onderzoek ongewijzigd op
wegen kilometer voor kilometer worden op
geblazen, zooals dat met het Noordelijkste
deel van den IJszeeweg reeds is geschied.
Het Finland, dat de Finnen de laatste
twintig jaren hebben opgebouwd en dat
zij nu met inzet van alles verdedigen tegen
den aanvaller, dien zü nimmer reden heb
ben gegeven om zich bedreigd te voelen,
om hén aan te vallen, dat Finland geven
zij niet prijs. Buigen kan de Fin niet. En
als hij wijken moét voor de overmacht
aan doode Finnen heeft Finland weinig, re
deneert hij dan zai hij wijken, want in
een door Rusland veroverd en beheerscht
Finland kan hij niet leven. Dan zal hij
steeds verder naar het Westen wijken, tot
hem als er voordien geen verandering
komt en dat is nog geenszins uitgesloten
geen andere keus overblijft dan naar Zwe
den te emigeeren. Waar trouwens aan de
rijkscommissie voor evacuatie tevens opge
dragen is, maatregelen te ontwerpen voor
de verzorging van „in grooten getale ovi
de grens komende vluchtelingen".
BERTIL J.
Onze boter, onze weermacht en
ons Indië.
Naar aanleiding van de in Nederland op
gegane stemmen, om meer boter, naar O.
Indië te exporteeren, aangezien dit product
bi) export naar Engeland (vorig jaar 80
van dén to'talen boterexportslechts 80
82 cents per kilo opbrengt, terwijl slechts
20 naar Duitsehland gaat, doch een prijs
van een gulden opbrengt, schrijft de „Java-
bode" het volgende:
„Deze aangelegenheid is niet zoo een
voudig als men wel zou veronderstellen.
De in Ned.-Indië geconsumeerde boter
wordt voor een belangrijk deel door Austra
lië geleverd en voor de rest hier gemaakt,
Nederland heeft ongeveer 25 van deze
markt, welke gedeelte indertijd reeds met
kunstmatige middelen werd gereserveerd.
De handelsbalans tusschen Indië en
Australië toont aan, dat de export uit deze
gewesten naar dat land belangrijk grooter
is dan omgekeerd. De cijfers over het vorige
jaar zijn nog niet met juistheid bekend,
doch in 1938 had Indië's export naar Austra
lië een waarde van rond 37 millioen, ter
wijl de waarde van den import uit Austra
lië ongeveer 13 millioen was.
Door meer speciale regelingen ten faveu
re van de Nederlandsche boterindustrie, zou
de export van dit product uit Holland naar
Indië weliswaar zijn te stimuleeren, doch
een en ander zou ten kaste van den import
uit Australië moeten gaan, zoodat naar al
le waarschijnlijkheid van de zijde van dat
land tegenmaatregelen zouden zijn te ver
wachten op het gebied van den invoer uit
Indië. Men zou bijvoorbeeld den uitvoer,
welke jaarlijks ongeveer 12 millioen op
brengt, kunnen beknotten, door thee uit
Britsch-Indië te laten komen en zoo zijn
diverse andere mogelijkheden denkbaar."
Het Handelsblad teekent hierbij aan, dat
de Nederlandsclie boterexport naar ons In
dië vorig jaar heeft bedragen 735 ton. In
dien juist is, wat de „Javabode" schrijft,
nl. dat het moederland 25 van den in
voer verzorgt, dan beteekent dit dus, dat
Indië in totaal rond drie millioen kilo per
jaar importeert, waarvan ruim 0.7 uit Ne
derland en 2.2 uit Australië.
Onze boter-productie bedroeg 104 mill,
kilo fabrieks- en 2 boerenboter, in totaal
dus 160 mill. kilo.
Onze uitvoer bedroeg rond 57 mill, kilo;
onze eigen consumptie ruim 48. Het ver
bruik van margarine bedroeg 66 mill, kilo,
waarvan 4!£ gemengde, 55 gewone en 6 té
accijnsvrije volksmargarine voor behoefti-
gen.
De 2.2 millioen kilo, welke Australië aan
Indië levert, maakt dus 2 uit van onze
productie, 5 procent van onzen export en
nog geen 3 procent van onze strijkvet-con-
sumptie.
Anderzijds vertegenwoordigt de Austra
lische boter-leverantie aan Indië 17 van
den totalen handel van Australië naar In
dië, uitgedrukt in geldswaarde, terwijl In
dië bovendien drie keer zooveel aan Austra
lië levert als het van dat land koopt. De
„Javabode" heeft dus volkomen gelijk: de
ze zaak is lang niet zoo simpeltjes als z\j
wel lijkt. In elk geval kunnen we om een
extra-boterexport naai- Indië van ruim 2
millioen kilo per jaar géén veel grootere
Indische belangen op het spel zetten. Laat
men éérst zijn aandacht maar eens wijden
aan onze weermacht als boter-afne-
mer!
De Zigeuners mogen niet langer
zwerven!
S nds den len üctooer is in het gebied
van net Duitscne protectoraat Bonemen en
Moravie de verordening van kracht over
de nederzetting der tot dusver vru rond
zwervende Zigeunersgroepen. De Zigeuners
moeten nun zwervend leven opgeven, zien
een vaste woonplaats uitkiezen en een fat
soenlijk beroep uitoefenen, aldus het D.N.B.
voornamelijk zullen zij in deii landbouw te
werk worden gesteld. Zigeuners, die geen
gewoon beroep willen uitoefenen, zullen in
arbeidskampen bijeen worden gebracht. De
meeste Zigeuners zijn het vorige jaar ge
ëmigreerd naar Slowakije en Polen. Do
grootste Zigeunerkampen bevinden zich op
net oogenblik in het Zuiden van Moravië en
in de omgeving van Brno, Het aantal in
het Moravische deel van Slowakije wonen
de Zigeuners bedraagt rond 4,000.
BestijdS Uw pijnen bij
mei de warmte verwekkende
Bescherm U tegen de
WEERSINVLOEDEN
en andere gewrichts
spierpijnen, bedek dan de
pijnlijke P'ek 's avonds bü
het naar bed gaan met een
vel Thermogène. De wel
dadige warmte, die door Thermogène
wordt opgewektdoet de pijnen m korten
tijd bedaren, de bloedsomloop wordt ge
stimuleerd en stelt het lichaam in staat
de giftige sloffen te verdreven, die de
oorzaak zijn van rheumatisclie kwalen.
Ook overdag kunt U een vel Thermogene
onder uw kleeding dragen. Het maakt
U minder vatbaar voor kouvatten en de
gunstige werking gaat door, terwijl u
Uw gewone bezigheden blijft verrichten,
Thermogène is verkrügbaar bij Apoth.
en Drog. in doozen van 40 en 60 cent.
Het ontslag van generaal
Reynders.
Een Traag uil de Tweede
Kamer,
Het Tweede Kamerlid de heer Van Poll
heeft de volgende vraag gesteld aan den
voorzitter van den raad van ministers en
den minister van defensie:
Is de regeering bereid de Kamer volledig
in te lichten omtrent de aanleiding tot het
verzoek van generaal Reijnders om ontslag
als opperbevelhebber van land- en zee
macht en omtrent de overwegingen, welke
tot de inwilliging van dat verzoek hebben
geleid
DE NIEUWE OPPERBEVELHEBBER
IN FUNCTIE.
De nieuwe opperbevelhebber, generaal H.
G. Winkelman, is gisteren in functie getre
den en heeft des middags zijn opwachting
gemaakt bij den minister van defensie.
Goeree en Overflakkee zonder
post.
De bootdienst Middelharnis—Hellevoet-
sluis ligt tengevolge van den zwaren ijs
gang en den dikken mist sedert Zondag
middag geheel stil.
Tengevolge hiervan hebben de eilanden
Goeree en Overflakkee sindsdien geen post
kunnen verzenden of ontvangen.
De vereeniging „Flakkee's belang" heeft
zich tot het hoofdbestuur der P.T.T. gewend
met het verzoek het postvervoer voor en
van deze eilanden te doen plaats hebben via
het veer Dintelsas—Ooltgensplaat.
INTERPELLATIE OVER DEN
TOESTAND VAN LAND- EN
TUINBOUW AFGEWEZEN.
De heer De Visser (comm.) had gistei-
middag in de Tweede Kamer verlof ge
vraagd tot liet richten van vragen tot de
re ge erin g over den toestand, waarin land
en tuinbouw tengevolge van de oorlogsom
standigheden verkeeren. Deze vragen zou
den dan betreffen a. vergrooting van de uit-
voermogehjkheden; b. verhooging van de
richtprijzen, in verband met de kostenstjj
ging, c. verhooging van de steunbedragsn
aan de kleine boeren, d. noodzakelijke ver-
hooging van de loonen der landarbeiders
De voorzitter stelde voor, het gevraag
de verlof niet te verieenen, daar de toe
stand niet beduidend gewijzigd is, sinds de
begrooting van economische zaken behan
deld is. Bovendien komt deze begrooting
binnenkort in de Eerste Kamer in behande
ling. Zonder hoofdelijke stemming werd dit
voorstel van den voorzitter aangenomen.
De communistische leden De Visser en Ef-
fendi verzochten aan'teekening, dat z\j ge
acht wenschten te worden te hebben legen-
gestemd.
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
59).
Jane's oogen geleken twee vurige kar
bonkels. „Als die belachelijke foto iix de
Banner van jou is als die bespottelijke
Biggleswade-geschiedenis een fantastisch
plan van jou en dien anderen dwaas is
als al dit boerenbedrog wil zeggen, dat je
werkelijk politieagentje speelt om te pro-
beeren of X je vermoorden wil, een experi
ment, dat hem naar alle waarschijnlijkheid
gelukken zal, dan dan spreek ik
nooit meer tegen je!"
De heer Revel knikte wijsgeerig. „Zeer
logisch!"
„Houd jü je mond!" riep Jane uit. „Chris
topher, als ik het goed geraden heb en je
gaat er mée - doordanverwensch
ik je, groote idioot die je bent! Ik houd nu
eenmaal van je en ik zie niet in, waarom..."
„Nu is het genoeg", zei Christopher Vayle.
Hij deed een halven stap naar voren en til
de Jane hoog van den grond.
„Mondje toe en laat ik je nu niet meer
hooren!" zei Christopher.
„O!" zei Jane toen ze weer op haar eigen
beenen stond.
Met groote oogen, waarin boosheid en
wrok te vergeefs met liefde en angst om
den voorrang streden, keek zij naar Chri
stopher, die naar den deur liep,. Hij draaide
zich nog even om en zei tegen Nicholas Re-
vel: „Toe, kom mee" en was toen verdwe
nen.
Jane was woedend op zich zelf zij kon
haar brandende tranen niet langer inhou
den en vergat totaal de aanwezigheid van
den heer Revel. Van de aanwezigheid van
den heer Revel werd zij zich pas bewust,
toen zij een arm om haar schouders voelde.
Zij keek op en schrok.
Zij werd zoo maar gekust.
„O!" zei Jane en kon geen woorden meer
vinden.
De heer Revel glimlachte.
„Verplichting!" zei hij.
Jane bleef alleen achter en staarde we
zenloos naar een twee maal achtereen ge
sloten deur.
n.
Gatesend Road ligt tusschen Fulham Road
en King's Road in het Putney End. Het
schijnt, gelijk zoo veel van zijn mistroos
tige buren, geen enkel nut te hebben. Het
begint nergens en het eindigt nergens. Het
dient niet eens als doorgang tusschen twee
straten van eenige beteekenis, doch ver
bindt alleen maar Catterlng Road met Bos-
well Gardens, twee straatjes, die al even
doodsch en nutteloos zijn als Gatesend Road
zelf.
Verderop in Gatesend Road verrijzen aan
de noordzijde de blinde, in verval geraken
de achtergevels van grimmige gebouwen,
die eens pakhuizen geweest zijn. Langs de
andere zijde van Gatesend Road staan
groepjes grauwe, hopelooze, aan alle kan
ten bjjgepleisterde villa's. Te oordeelen naar
de nummers zijn er in totaal negen en veer
tig van deze uitwassen, doch te oordeelen
naar de gordijnen en andere teekenen van
gebruik worden daarvan slechts acht en
twintig bewoond. Het feit dat zelfs de in
woners van dit einde van Fulham er niet
op gesteld blijken te zijn in deze straat te
wonen is wel teekenend genoeg voor Gate-
De groote natuurwet is: probeer en
gij zult de kracht hebben; maar zij,
die niet probeer en, hebben ook niet
de kracht.
send Road. Overdag spelen er een paar ar
moedige, uitgeteerde kinderen en 's nachts
vieren er ontelbare katten hoogtij. In nor
male tijden zet geen agent overdag een
voet in Gatesend Road, 's Nachts echter
loopt de agent van de B. J. Divisie, tot wiens
w\jk ook deze naargeestige buurt behoort,
Gatesend Road gewoonlijk twee keer op en
neer.
Sedert den 1-sten Juli had agent B. J.
H143, Edgar Roberts, 's nachts gesurvel-
leerd in de wijk, waaronder ook Gatesend
Road ressorteerde, tot hij op dezen nacht
van den 12-den Aug. zekere orders kreeg.
Hij begreep er niet veel van, maar was
niettemin zeer in zijn schik met de nieuwe
voorschriften, volgens welke hij onder geen
voorwaarde zijn gebruikelijke drie of vier
rondjes door Gatesend Road, Cattering Road
en Boswell Gardens mocht maken.
Het was wel een uiterst merkwaardig
toeval, dat geen der agenten van de twee
bureaux in Fulham Road de editie van de
Banner onder de oogen gehad hadden,
waarin het saluut aan dien „Koning dei-
Agenten", Ernest Biggleswade, voorkwam.
Had agent Roberts d.t artikel wel gelezen,
zoo zouden zijn nieuwe orders hem nog
meer bevreemd hebben, dan ze nu al deden.
In geeii der beide bureaux was namelijk
een agent bekend die Ernest Biggleswade
heette.
De grauwe, drukkende dag ging over in
'n eterloozen, zwoelen nacht. Langs de ge-
heele Gatesend Road deden vier vuile
straatlantaarns aandoenlijke pogingen om
de duisternis te verdrijven. In enkele dei-
acht en twintig bewoonde huizen ging het
licht aan. Aan den anderen kant van den
weg doemden de witte achtergevels van de
pakhuizen plomp op.
Kattengejammer verscheurde de stilte
van den nacht. Op no. 3 ging een raam
open, waaruit in snelle opeenvolging on
derscheidenlijk twee brokken steenkool en
een blik met water werd gesmeten. Hierop
keerde de rustige stilte weer in Gatesend
Road terug.
De torenklok van dc St. Barnabas Kerk
sloeg tien uur. Nog maar achter twee ven
siers in Gatesend Road bleef licht branden.
De torenklok sloeg elf uur. Gatesend Road
was nu in duisternis gehuld op den zwak
ken schijn der vier lantaarns na. Op den
Zuid-Westelijken hoek van Boswell Gar
dens hield een taxi stil. Er stapten niet al
leen twee zeer heterogene passagiers uit,
doch ook de chauffeur zelf. De chauffeur
was een stoere kerel met een verweerd ge-
z.cht.. Hij 'droeg een stofjas, die vol met
olie- en moddervlekken zat. De twee pas
sagiers waren een agent van werkelijk her
culische afmetingen, die zijn helm onder
den arm droeg en met nerveuze vingers aan
zijn praclitigen, piekerigen snor friemelde,
waarvoor hij een bijzondere bezorgdheid aan
den dag legde, en een man van middelbare
lengte met opvallend breede schouders. Pljj
was gekleed in een donkergrljzen, flanellen
pantalon, een ouderwetsche donkerblauwe
jas en een pet, die hjj diep over zijn rech
ter oog getrokken had.
De agent zette zijn helm op. De man
met de pet draaide om hem heen als een
wachtcommandant om een schildpost, die
van onachtzaamheid verdacht wordt.
De man met de pet sprak nu tegen den
chauffeur.
„Goed zoo?" vroeg hij.
„De chauffeur maakte nu ook een con
trolerondje en knikte met een ernstig ge-
z.cht.
„Tof zoo", zei hij-
De man met de pet wendde zich nu tot
den politieagent.
„Eerste rechts af dan tweede links af",
zei hij.
„Ja ik weet liet", antwoordde de agent.
„Nou, bonjour!"
„We blijven in je buurt", zei de man met
de pet.
„Ah!" riep de chauffeur uit.
Hl.
Hector Frensham had zün mannen ge
zegd, dat hu gedurende de twee en zeventig
uur uitstel Scotland Yard niet zou verlaten.
En hü bleef op zjjn post met het gevolg,
dat een klein bergje zich wel genoodzaakt
zag naar Mohamed te komen. Jane zat in
een der groote leeren fauteuils in de hooge
kamer, die op de Theems uitkeek.
Vader en dochter wisselden geen woord
met elkaar. Hector Frensham, die ineenge
doken aan zijn schrijftafel zat, zag er wel
tien jaar ouder uit dan hjj in werkelijkheid
was. Niemand zou liem voor even in de zes
tig gehouden hebben. Jane, wier fleurige
japonnetje de eenige vrooljjke noot in dit
sombere vertrek vormde, was ongewoon
bleek. Er was een diepe frons tusschen de
samengetrokken fijne, hooggewelfde wenk
brauwen boven haar blauwe oogen en om
haar mond waren trekken, die daar heele-
niaal niet thuis hoorden. Z\j zat diep in
gedachten voor zich uit te staren, doch ieder
oogenblik dwaalden haar oogen weer op
nieuw naar de gebogen figuur van haar
vader en den maakte haar afwezige blik
plaats voor een uitdrukking van medelijden
en bezorgdheid.
(Wordt vervolgd)..