RHEUMATIEK Pi] THERMOGÈNE TEGEN DE WET DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 7 FEBRUARI 1940. No. 32. Uit het Hooge Noorden De tragisch® strijd in sneeyw eri ijs. De heeren in het Kremlin hebben zich in de Finnen vergist. De Russische propaganda als amusement. Waarom Russische bom menwerpers het Roode Kruis als mikpunt kiezen. De Fin kan eh zal niet buigen. STOCKHOLM, 30 Januari. Vandaag is de oorlog in Finland twee maanden aan den gang, duurt deze tragi sche en dramatische, deze bittere en bloe dige, deze verschrikkelijke strijd al even veel maanden als het volgens de verwach ting van de heeren in het Kremlin weken duren zou, voor het Onoverwinnelijke Roo- de Leger de Finsche hoofdstad binnen zou marcheeren en Otto W. Kuusinen er plech tig het verdrag van bijstand zou ratificee- ren, dat Molotof zoo voorzichtig is geweest, alleen maar voorloopig met den stadhouder van het, buiten de Finsche linies liggende grensplaatsje Terijoki te .sluiten. De heeren in het Kremlin hebben zich grondig in de Finnen èn in de capa citeiten van hun eigen legermacht ver gist en dit is niet zoo verwonderlijk als men rekening houdt met alleen al het feit, dat zij, die Moskou omtrent de stemming en de toestanden in Finland moesten voor lichten, geen juiste en betrouwbare inlich tingen konden of wilden geven. Kuusinen en. andere naar Rusland uitgeweken Fin sche communisten hadden er belang bij, een volkomen scheeve voorstelling van de toe standen in hun land te geven en uiterst ge flatteerde rapporten uit te brengen over de resultaten van de onder hun leiding in Fin land gevoerde ondergrondsche actie. En de diplomatieke vertegenwoordigers van de Sovjet-Unie te Helsingfors, wier taak het had moeten zijn, de mededeelingen van Kuusinen c.s. te corrigeoren, waren daar blijkbaar niet toe in staat, aangezien zij op een enkele uitzondering na geen andere taal dan Russisch beheerschten, geen van allen een Finsche krant konden lezen en dus practisch al hun kennis omtrent Finland uit de tweede hand moesten krijgen. Men heeft in Moskou niets geweten, al thans niets begrepen van de groote sociale veranderingen, die er in de twintig jaren van onafhankelijkheid in Finland hebben plaats gehad. Men verwachtte met een volk te maken te hebben, dat honger leed en ge brek, dat zuchtte onder het bewind van een stel uitzuigers, dat ontevreden was en snakte naar bevrijding. Men beloofde voed sel te zullen brengen aan een volk, dat al thans de laatste tien jaar van voorspoed geen voedselgebrek gekend heeft; men be loofde acht-urigen werkdag en twaalf da gen vacantie per jaar aan de arbeiders, die niet alleen reeds de acht-en-veertig-urige werkweek hadden, maar ook een wettelijke vacantieregeling met zestien dagen vacan tie per jaar; men beloofde verkaveling van grootgrondbezit, opdat de kleine boeren eigen grond zouden krijgen, ofschoon het grootgrondbezit in Finland zeer gering is en er al sedert 1922 in Finland een wet de bekende Lex Kallio bestaat, welke pachtboeren in staat stelt hun grond in eigendom te krijgen. Men meende den bur geroorlog van twintig jaar geleden opnieuw te kunnen doen ontbranden door den „roo- den" in Finland troepen te hulp te sturen, niet wetende, dat de „rooden" óók Finnen zijn, dat de democratie sterk is in Finland, dat het juist sociaal-democraten en de agrariërs, de arbeiders en de kleine boeren zijn, die de politieke macht in handen heb ben. Men heeft zich grondig vergist in de Fin nen en blijkbaar heeft men die vergissing nog niet ingezien, want de voor Finland be stemde Russische propaganda behelst nog steeds de oude beloftes van vrijheid en brood en allang bestaande sociale verbete ringen. De Finnen lachen er om. Zij laten elkaar glimlachend de strooibiljetten lezen, die Russische vliegers tegelijk met bommen over Finland uitstrooien. Z\j luisteren ver genoegd naar de Finsche uitzendingen van de Moskousche radio. Het moet ook alle maal wel heel vermakelijk zijn, wat de luid spreker den Finnen dan vertelt. Net zoo vermakelijk als de oorlógs-moppen, die men elkaar vertelt in de uren van werkeloos wachten in dë schuilkelders „als Molotof geroepen heeft", dat wil zeggen, wanneer de alarmsifënës de nadering van Russische vliegtuigen hebben aangekondigd. Dan ver telt men bijvoorbeeld, dal: Molotof eenmaal waarheid gesproken heeft, namelijk toen hij verklaarde, dat Finland door een groote mogendheid aan wapens werd geholpen. Dit mopje dateert van den slag bü Suomussal- mi, waar de Russen groote hoeveelheden wapens en munitie in den steek lieten, die dankbaar door de Finnen werden ingepikt. Veel nieuwer is de „verklaring", waarom zoo vaak ziekenhuizen en ambulance-auto's door Russische vliegers gebombardeerd of onder 't vuur van de machihegcwereVi ge nomen zijn: dat komt, doordat, op de kaar ten van de vliegers met een kruisje wordt aangegeven, waarop zij moeten mikken: ze vliegen dus net zoo lang tot ze een kruis zien en richtten dan hun bommen en hun machinegeweren daarop. Het is begrijpelijk, dat men in Finland zulke navrante moppen maakt. Het heeft er sterk den schijn van, dat Russische vlie gers een zekere voorkeur voor het Roode Kruis als mikpunt hebben, vooral wanneer men weet dat tenminste eenmaal een, in een eenzaam liggend huis ondergebracht, veldlazaret gebombardeerd is en clat ook tenminste eenmaal een duidelijk gemar keerde Roode Kruistrein beschoten is met machinegeweren. In beide gevallen was het uitgesloten, dat er op iets anders gemikt was, om de zeer eenvoudige reden, dat er zich geen enkel ander doel in de buurt be vond. In feite behoeft men zich over een der gelijk ontstellend gebrek aan eerbied voor dit internationale symbool van barmhartig heid evenmin te verwonderen als over de bombardementen van dorpen zonder lucht afweergeschut en de beschieting van vluch tende vrouwen en kinderen, want de oor log, dien Rusland tegen Finland voert, wordt niet alleen aan de fronten gestre den, maar ook achter de fronten, de ze oorlog is de totalitaire oorlog. Heel Finland is front voor de Russen; het is voor hen van even groot belang op het zooge naamde „binnenfront" verliezen toe te brengen, het moreel te verzwakken, den tegenstand te breken als het dat is op de Karelische Landengte of aan het front bij Salla. En men bereikt ontegenzeggelijk meer, naarmate de mogelijkheden om zich te verweren ontbreken of gebrekkig zijn. Duizend zware granaten op een versterkte stelling in de Mannerheim-linie halen voor de Russen minder uit dan een dozijn goed gemikte brandbommen op een dorp, waar een paar honderd geëvavueerden een toe vlucht gezocht hebben. Er is weinig reden om te glimlachen om strooibiljetten en propaganda-redevoerm- gen van de Moskousche radio, die van een verbluffend gebrek aan kennis omtrent Fin land en de Finnen getuigen. Want de hee ren in het Kremlin mogen zich nog zoo ver gist hebben, toegeven dat zjj zich hebben vergist, zullen zij waarschijnlijk nimmer. Zij zullen naar men moet aannemen den ver overingsoorlog tegen Finland tot eiken prijs willen voortzetten, zij zullen alles in het werk stellen om zoo spoedig mogelijk tot een beslissing van den strijd te komen en men moet er daarom op rekenen, dat geen middel om den tegenstand van het Finsche volk te breken ongebruikt gelaten zal wor den en dat de strijd nog heviger, nog ver schrikkelijker, nog tragischer zal worden dan hij al is. Daar waar het hardst gevochten wordt, vellen de granaten de bosschen en omwoe ien ze de akkers en blijft geen huis, geen houten hut of schuurtje staan. En naarma te het front zich verplaatst zal het land ki lometer voor kilometer verder verwoest worden, zullen de huizen, die nog niet stuk- gebombardeerd zijn, in bTand gestoken wor den, opdat zij den vijand geen dekking kun nen bieden, zullen de wegen en de spoor- De Nederlandsclie patrouille teruggekeerd. Naar wij vernemen, is de Nederlandse.ic patrouille, van 15 wielrijders onder bevel van een eersten luitenant, welke Maandag ochtend bij het grenskantoor Maasbroek, (gem. Maasniel) bij vergissing ovei de Duitsche grens raakte, op Nederiandsch grondgebied teruggekeerd. De tol der scheepvaart: 72.61S ton in één week. Wat kunnen de neutralen er tegen doen? Reuter meldt uit Londen: Volgens een of- ficieele mededeeling zijn door het optreden der Duitsche strijdkrachten in de week, die eindigdè op 4 Februari, 8 Britsche sche pen met een totale tonnage van 25.069 en 6 neutrale schepen met een tonnage van 17.546 tot zinken gebracht, in totaal dus 72.615 ton. Een gemeenschappelijke actie? Het Noorsche „journal of shipping and commerce" (onafhankelijk) veroordeelt krachtig de tegenwoordige oorlogvoering ter zee tegen de neutrale scheepvaart en oppert het denkbeeld van een gemeenschap pelijke actie van de niet-oorlogvoerende landen. 1-Iet blad vraagt zich af, wat de Cslo- groep of de Volkenbond zal gaan doen. De huurprijzen zijn Sager geworden. Het Centraal bureau voor de statistiek deelt het volgende mede omtrent het ze- •ende sedert 1 September 1936 ingestelde onderzoek naar het beloop der huurprijzen van particuliere, gemeente- en vereeni- gingswoningen, omvattende de periode 1 Juni 19391 December 1939.1-let onderzoek strekte zich wederom uit over 20 gemeen ten met meer dan 50,000 inwoners. Ten aanzien van de huurprijzen der par ticuliere woningen is gebleken, dat de huur- verlagingen de overhand hebben gehad bo ven de huurverhoogingen. Van de ri 38.000 woningen, waarvan de huren werden nagegaan, bleken deze in 1,701 gevallen te zijn verlaagd en in 763 gevallen te zijn ver hoogd. In percenten uitgedrukt was 93,6 der huurprijzen gelijk gebleven, 4,4 ver laagd en 2 verhoogd Van de 4,391 ge vallen waarin een woning door nieuwe be woners werd betrokken, werd in 846 ge vallen, (19,3 de huurprijs verlaagd, en in 512 gevallen (11,6 de huurprijs ver hoogd. Het algemeen huurindexcijfer voor alle gemeenten tezamen daaide weer en wel van 97.1 tot 96,9 (September 1936 100). Se dert 1 September 1936 iïs thans het alge meen huurindexcijfer met 3,1 gedaald. De- huurprijzen der gemeente- en ver- eenigingswoningen wijzigden zich nagenoeg niet. Het algemeen huurindexcijfer bleet sinds het vorige onderzoek ongewijzigd op wegen kilometer voor kilometer worden op geblazen, zooals dat met het Noordelijkste deel van den IJszeeweg reeds is geschied. Het Finland, dat de Finnen de laatste twintig jaren hebben opgebouwd en dat zij nu met inzet van alles verdedigen tegen den aanvaller, dien zü nimmer reden heb ben gegeven om zich bedreigd te voelen, om hén aan te vallen, dat Finland geven zij niet prijs. Buigen kan de Fin niet. En als hij wijken moét voor de overmacht aan doode Finnen heeft Finland weinig, re deneert hij dan zai hij wijken, want in een door Rusland veroverd en beheerscht Finland kan hij niet leven. Dan zal hij steeds verder naar het Westen wijken, tot hem als er voordien geen verandering komt en dat is nog geenszins uitgesloten geen andere keus overblijft dan naar Zwe den te emigeeren. Waar trouwens aan de rijkscommissie voor evacuatie tevens opge dragen is, maatregelen te ontwerpen voor de verzorging van „in grooten getale ovi de grens komende vluchtelingen". BERTIL J. Onze boter, onze weermacht en ons Indië. Naar aanleiding van de in Nederland op gegane stemmen, om meer boter, naar O. Indië te exporteeren, aangezien dit product bi) export naar Engeland (vorig jaar 80 van dén to'talen boterexportslechts 80 82 cents per kilo opbrengt, terwijl slechts 20 naar Duitsehland gaat, doch een prijs van een gulden opbrengt, schrijft de „Java- bode" het volgende: „Deze aangelegenheid is niet zoo een voudig als men wel zou veronderstellen. De in Ned.-Indië geconsumeerde boter wordt voor een belangrijk deel door Austra lië geleverd en voor de rest hier gemaakt, Nederland heeft ongeveer 25 van deze markt, welke gedeelte indertijd reeds met kunstmatige middelen werd gereserveerd. De handelsbalans tusschen Indië en Australië toont aan, dat de export uit deze gewesten naar dat land belangrijk grooter is dan omgekeerd. De cijfers over het vorige jaar zijn nog niet met juistheid bekend, doch in 1938 had Indië's export naar Austra lië een waarde van rond 37 millioen, ter wijl de waarde van den import uit Austra lië ongeveer 13 millioen was. Door meer speciale regelingen ten faveu re van de Nederlandsche boterindustrie, zou de export van dit product uit Holland naar Indië weliswaar zijn te stimuleeren, doch een en ander zou ten kaste van den import uit Australië moeten gaan, zoodat naar al le waarschijnlijkheid van de zijde van dat land tegenmaatregelen zouden zijn te ver wachten op het gebied van den invoer uit Indië. Men zou bijvoorbeeld den uitvoer, welke jaarlijks ongeveer 12 millioen op brengt, kunnen beknotten, door thee uit Britsch-Indië te laten komen en zoo zijn diverse andere mogelijkheden denkbaar." Het Handelsblad teekent hierbij aan, dat de Nederlandsclie boterexport naar ons In dië vorig jaar heeft bedragen 735 ton. In dien juist is, wat de „Javabode" schrijft, nl. dat het moederland 25 van den in voer verzorgt, dan beteekent dit dus, dat Indië in totaal rond drie millioen kilo per jaar importeert, waarvan ruim 0.7 uit Ne derland en 2.2 uit Australië. Onze boter-productie bedroeg 104 mill, kilo fabrieks- en 2 boerenboter, in totaal dus 160 mill. kilo. Onze uitvoer bedroeg rond 57 mill, kilo; onze eigen consumptie ruim 48. Het ver bruik van margarine bedroeg 66 mill, kilo, waarvan 4!£ gemengde, 55 gewone en 6 té accijnsvrije volksmargarine voor behoefti- gen. De 2.2 millioen kilo, welke Australië aan Indië levert, maakt dus 2 uit van onze productie, 5 procent van onzen export en nog geen 3 procent van onze strijkvet-con- sumptie. Anderzijds vertegenwoordigt de Austra lische boter-leverantie aan Indië 17 van den totalen handel van Australië naar In dië, uitgedrukt in geldswaarde, terwijl In dië bovendien drie keer zooveel aan Austra lië levert als het van dat land koopt. De „Javabode" heeft dus volkomen gelijk: de ze zaak is lang niet zoo simpeltjes als z\j wel lijkt. In elk geval kunnen we om een extra-boterexport naai- Indië van ruim 2 millioen kilo per jaar géén veel grootere Indische belangen op het spel zetten. Laat men éérst zijn aandacht maar eens wijden aan onze weermacht als boter-afne- mer! De Zigeuners mogen niet langer zwerven! S nds den len üctooer is in het gebied van net Duitscne protectoraat Bonemen en Moravie de verordening van kracht over de nederzetting der tot dusver vru rond zwervende Zigeunersgroepen. De Zigeuners moeten nun zwervend leven opgeven, zien een vaste woonplaats uitkiezen en een fat soenlijk beroep uitoefenen, aldus het D.N.B. voornamelijk zullen zij in deii landbouw te werk worden gesteld. Zigeuners, die geen gewoon beroep willen uitoefenen, zullen in arbeidskampen bijeen worden gebracht. De meeste Zigeuners zijn het vorige jaar ge ëmigreerd naar Slowakije en Polen. Do grootste Zigeunerkampen bevinden zich op net oogenblik in het Zuiden van Moravië en in de omgeving van Brno, Het aantal in het Moravische deel van Slowakije wonen de Zigeuners bedraagt rond 4,000. BestijdS Uw pijnen bij mei de warmte verwekkende Bescherm U tegen de WEERSINVLOEDEN en andere gewrichts spierpijnen, bedek dan de pijnlijke P'ek 's avonds bü het naar bed gaan met een vel Thermogène. De wel dadige warmte, die door Thermogène wordt opgewektdoet de pijnen m korten tijd bedaren, de bloedsomloop wordt ge stimuleerd en stelt het lichaam in staat de giftige sloffen te verdreven, die de oorzaak zijn van rheumatisclie kwalen. Ook overdag kunt U een vel Thermogene onder uw kleeding dragen. Het maakt U minder vatbaar voor kouvatten en de gunstige werking gaat door, terwijl u Uw gewone bezigheden blijft verrichten, Thermogène is verkrügbaar bij Apoth. en Drog. in doozen van 40 en 60 cent. Het ontslag van generaal Reynders. Een Traag uil de Tweede Kamer, Het Tweede Kamerlid de heer Van Poll heeft de volgende vraag gesteld aan den voorzitter van den raad van ministers en den minister van defensie: Is de regeering bereid de Kamer volledig in te lichten omtrent de aanleiding tot het verzoek van generaal Reijnders om ontslag als opperbevelhebber van land- en zee macht en omtrent de overwegingen, welke tot de inwilliging van dat verzoek hebben geleid DE NIEUWE OPPERBEVELHEBBER IN FUNCTIE. De nieuwe opperbevelhebber, generaal H. G. Winkelman, is gisteren in functie getre den en heeft des middags zijn opwachting gemaakt bij den minister van defensie. Goeree en Overflakkee zonder post. De bootdienst Middelharnis—Hellevoet- sluis ligt tengevolge van den zwaren ijs gang en den dikken mist sedert Zondag middag geheel stil. Tengevolge hiervan hebben de eilanden Goeree en Overflakkee sindsdien geen post kunnen verzenden of ontvangen. De vereeniging „Flakkee's belang" heeft zich tot het hoofdbestuur der P.T.T. gewend met het verzoek het postvervoer voor en van deze eilanden te doen plaats hebben via het veer Dintelsas—Ooltgensplaat. INTERPELLATIE OVER DEN TOESTAND VAN LAND- EN TUINBOUW AFGEWEZEN. De heer De Visser (comm.) had gistei- middag in de Tweede Kamer verlof ge vraagd tot liet richten van vragen tot de re ge erin g over den toestand, waarin land en tuinbouw tengevolge van de oorlogsom standigheden verkeeren. Deze vragen zou den dan betreffen a. vergrooting van de uit- voermogehjkheden; b. verhooging van de richtprijzen, in verband met de kostenstjj ging, c. verhooging van de steunbedragsn aan de kleine boeren, d. noodzakelijke ver- hooging van de loonen der landarbeiders De voorzitter stelde voor, het gevraag de verlof niet te verieenen, daar de toe stand niet beduidend gewijzigd is, sinds de begrooting van economische zaken behan deld is. Bovendien komt deze begrooting binnenkort in de Eerste Kamer in behande ling. Zonder hoofdelijke stemming werd dit voorstel van den voorzitter aangenomen. De communistische leden De Visser en Ef- fendi verzochten aan'teekening, dat z\j ge acht wenschten te worden te hebben legen- gestemd. Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 59). Jane's oogen geleken twee vurige kar bonkels. „Als die belachelijke foto iix de Banner van jou is als die bespottelijke Biggleswade-geschiedenis een fantastisch plan van jou en dien anderen dwaas is als al dit boerenbedrog wil zeggen, dat je werkelijk politieagentje speelt om te pro- beeren of X je vermoorden wil, een experi ment, dat hem naar alle waarschijnlijkheid gelukken zal, dan dan spreek ik nooit meer tegen je!" De heer Revel knikte wijsgeerig. „Zeer logisch!" „Houd jü je mond!" riep Jane uit. „Chris topher, als ik het goed geraden heb en je gaat er mée - doordanverwensch ik je, groote idioot die je bent! Ik houd nu eenmaal van je en ik zie niet in, waarom..." „Nu is het genoeg", zei Christopher Vayle. Hij deed een halven stap naar voren en til de Jane hoog van den grond. „Mondje toe en laat ik je nu niet meer hooren!" zei Christopher. „O!" zei Jane toen ze weer op haar eigen beenen stond. Met groote oogen, waarin boosheid en wrok te vergeefs met liefde en angst om den voorrang streden, keek zij naar Chri stopher, die naar den deur liep,. Hij draaide zich nog even om en zei tegen Nicholas Re- vel: „Toe, kom mee" en was toen verdwe nen. Jane was woedend op zich zelf zij kon haar brandende tranen niet langer inhou den en vergat totaal de aanwezigheid van den heer Revel. Van de aanwezigheid van den heer Revel werd zij zich pas bewust, toen zij een arm om haar schouders voelde. Zij keek op en schrok. Zij werd zoo maar gekust. „O!" zei Jane en kon geen woorden meer vinden. De heer Revel glimlachte. „Verplichting!" zei hij. Jane bleef alleen achter en staarde we zenloos naar een twee maal achtereen ge sloten deur. n. Gatesend Road ligt tusschen Fulham Road en King's Road in het Putney End. Het schijnt, gelijk zoo veel van zijn mistroos tige buren, geen enkel nut te hebben. Het begint nergens en het eindigt nergens. Het dient niet eens als doorgang tusschen twee straten van eenige beteekenis, doch ver bindt alleen maar Catterlng Road met Bos- well Gardens, twee straatjes, die al even doodsch en nutteloos zijn als Gatesend Road zelf. Verderop in Gatesend Road verrijzen aan de noordzijde de blinde, in verval geraken de achtergevels van grimmige gebouwen, die eens pakhuizen geweest zijn. Langs de andere zijde van Gatesend Road staan groepjes grauwe, hopelooze, aan alle kan ten bjjgepleisterde villa's. Te oordeelen naar de nummers zijn er in totaal negen en veer tig van deze uitwassen, doch te oordeelen naar de gordijnen en andere teekenen van gebruik worden daarvan slechts acht en twintig bewoond. Het feit dat zelfs de in woners van dit einde van Fulham er niet op gesteld blijken te zijn in deze straat te wonen is wel teekenend genoeg voor Gate- De groote natuurwet is: probeer en gij zult de kracht hebben; maar zij, die niet probeer en, hebben ook niet de kracht. send Road. Overdag spelen er een paar ar moedige, uitgeteerde kinderen en 's nachts vieren er ontelbare katten hoogtij. In nor male tijden zet geen agent overdag een voet in Gatesend Road, 's Nachts echter loopt de agent van de B. J. Divisie, tot wiens w\jk ook deze naargeestige buurt behoort, Gatesend Road gewoonlijk twee keer op en neer. Sedert den 1-sten Juli had agent B. J. H143, Edgar Roberts, 's nachts gesurvel- leerd in de wijk, waaronder ook Gatesend Road ressorteerde, tot hij op dezen nacht van den 12-den Aug. zekere orders kreeg. Hij begreep er niet veel van, maar was niettemin zeer in zijn schik met de nieuwe voorschriften, volgens welke hij onder geen voorwaarde zijn gebruikelijke drie of vier rondjes door Gatesend Road, Cattering Road en Boswell Gardens mocht maken. Het was wel een uiterst merkwaardig toeval, dat geen der agenten van de twee bureaux in Fulham Road de editie van de Banner onder de oogen gehad hadden, waarin het saluut aan dien „Koning dei- Agenten", Ernest Biggleswade, voorkwam. Had agent Roberts d.t artikel wel gelezen, zoo zouden zijn nieuwe orders hem nog meer bevreemd hebben, dan ze nu al deden. In geeii der beide bureaux was namelijk een agent bekend die Ernest Biggleswade heette. De grauwe, drukkende dag ging over in 'n eterloozen, zwoelen nacht. Langs de ge- heele Gatesend Road deden vier vuile straatlantaarns aandoenlijke pogingen om de duisternis te verdrijven. In enkele dei- acht en twintig bewoonde huizen ging het licht aan. Aan den anderen kant van den weg doemden de witte achtergevels van de pakhuizen plomp op. Kattengejammer verscheurde de stilte van den nacht. Op no. 3 ging een raam open, waaruit in snelle opeenvolging on derscheidenlijk twee brokken steenkool en een blik met water werd gesmeten. Hierop keerde de rustige stilte weer in Gatesend Road terug. De torenklok van dc St. Barnabas Kerk sloeg tien uur. Nog maar achter twee ven siers in Gatesend Road bleef licht branden. De torenklok sloeg elf uur. Gatesend Road was nu in duisternis gehuld op den zwak ken schijn der vier lantaarns na. Op den Zuid-Westelijken hoek van Boswell Gar dens hield een taxi stil. Er stapten niet al leen twee zeer heterogene passagiers uit, doch ook de chauffeur zelf. De chauffeur was een stoere kerel met een verweerd ge- z.cht.. Hij 'droeg een stofjas, die vol met olie- en moddervlekken zat. De twee pas sagiers waren een agent van werkelijk her culische afmetingen, die zijn helm onder den arm droeg en met nerveuze vingers aan zijn praclitigen, piekerigen snor friemelde, waarvoor hij een bijzondere bezorgdheid aan den dag legde, en een man van middelbare lengte met opvallend breede schouders. Pljj was gekleed in een donkergrljzen, flanellen pantalon, een ouderwetsche donkerblauwe jas en een pet, die hjj diep over zijn rech ter oog getrokken had. De agent zette zijn helm op. De man met de pet draaide om hem heen als een wachtcommandant om een schildpost, die van onachtzaamheid verdacht wordt. De man met de pet sprak nu tegen den chauffeur. „Goed zoo?" vroeg hij. „De chauffeur maakte nu ook een con trolerondje en knikte met een ernstig ge- z.cht. „Tof zoo", zei hij- De man met de pet wendde zich nu tot den politieagent. „Eerste rechts af dan tweede links af", zei hij. „Ja ik weet liet", antwoordde de agent. „Nou, bonjour!" „We blijven in je buurt", zei de man met de pet. „Ah!" riep de chauffeur uit. Hl. Hector Frensham had zün mannen ge zegd, dat hu gedurende de twee en zeventig uur uitstel Scotland Yard niet zou verlaten. En hü bleef op zjjn post met het gevolg, dat een klein bergje zich wel genoodzaakt zag naar Mohamed te komen. Jane zat in een der groote leeren fauteuils in de hooge kamer, die op de Theems uitkeek. Vader en dochter wisselden geen woord met elkaar. Hector Frensham, die ineenge doken aan zijn schrijftafel zat, zag er wel tien jaar ouder uit dan hjj in werkelijkheid was. Niemand zou liem voor even in de zes tig gehouden hebben. Jane, wier fleurige japonnetje de eenige vrooljjke noot in dit sombere vertrek vormde, was ongewoon bleek. Er was een diepe frons tusschen de samengetrokken fijne, hooggewelfde wenk brauwen boven haar blauwe oogen en om haar mond waren trekken, die daar heele- niaal niet thuis hoorden. Z\j zat diep in gedachten voor zich uit te staren, doch ieder oogenblik dwaalden haar oogen weer op nieuw naar de gebogen figuur van haar vader en den maakte haar afwezige blik plaats voor een uitdrukking van medelijden en bezorgdheid. (Wordt vervolgd)..

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 9