NOGMAALS: FINLAND HEEFT VLIEGTUIGEN NOODIG Het geheimzinnige voorval nabij den Moerdijk. Dampo bij Hoofd- Neus- Keel- en Borstverkoudheid TEGEN DE WET 'TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 1 FEBRUARI 1940. No. 27. KRONIEK VAN DEN DAG Wat de neutralen misschien zouden kunnen. De rede, welke Hitier Dinsdagavond op •den zevenden verjaardag van het nationaal- •socialistisch bewind in Duitschland, heeft gehouden, verandert niet'veel aan den el- lendigen toestand in ons werelddeel. Men had dat ook niet verwacht; mag al blij zijn, dat er geen „verrassingen" werden aange kondigd en de neutralen buiten schot ble ven. Ze waren dat nauwelijks meer gewend, de neutralen. Wellicht heeft hun vinnige reactie op de beruchte rede van Churchill eenigen invloed uitgeoefend op hetgeen de Duitsehe Führer verkondigde, hetgeen dan althans eenige voldoening schenkt. Maar de vrede, die arme vrede. De lief lijkheden, welke de staatslieden der oorlog voerende landen mekaar thans naar het hoofd slingeren, getuigen van toenemende verbittering en haat. Er ontstaat nu over eenkomst met de beschuldigingen, welke men in den werledoorlog wederzijds bedacht en opdischte, teneinde de volkeren in een toestand van oorlogsrazernij te brengen. Als het nog even zoo doorgaat kan men alle hoop op een compromis, zonder dat het ge weld in al zijn verschrikking is losgebarsten, wel laten varen. De heer Churchill kwam reeds met gruwelverhalen voor den dag: Bohemen en Moravië, en Polen zouden zoo ongeveer uitgemoord worden door de Duit- schers. In den wereldoorlog waren het schuldige kinderen met afgehakte handen, •die dienst moesten doen, om eenzelfde af grijzen te wekken. Een groot verschil met toen blijft echter: in de neutrale landen haalt men thans de schouders op over deze gruwelverhalen. De ervaring leerde, dat ze verzonnen plegen te worden. Duitschland wil de wereld overbeerschen en knechten onder zijn nationaal-socialisti- sche laars; aldus het voornaamste thema der Fransche en Engelsche staatslieden. De Eransche minister-president Daladier ba zuinde het enkele dagen geleden met veel geschetter uit. Engeland en Frankrijk wil len Duitschland vernietigen, van het Duit sehe rijk weer een chaos van miniatuur staatjes maken, omdat ze niet kunnen ve len, dat er in midden-Europa een groote, krachtige mogendheid opstond, aldus het voornaamste Duitsehe thema. Het vormde weer de kern van Hitler's schallende redevoering. Ook deze thema's maken niet veel indruk meer op de neutralen. „Geklets" is er het beste Nederlandsche woord v Hoe nuchter en i-eëel stelde onze minister daartegenover zijn voortreffelijk inzicht: d< beide tegenstanders zijn te machtig dan dat de een den ander zou kunnen ver nietigen, aldus de heer Van Kleffens. Maar ze zullen het misschien wel klaarspe len, gezamenlijk ten onder te gaan. Daar voor zijn ze geenszins te machtig. In den wereldoorlog hadden ze het bijna al zoo ver gebracht. Duitschland raakte toen iets eerder buiten adem dan de anderen. Maar veel "waren die anderen in 1918 ook niet meer waard. Wat we nadien beleefden, heeft dat maar al te duidelijk bewezen. Wat is het in Godsnaam voor euvele moed, dat men nu desalniettemin opnieuw begon? De mensch in zijn wanen, en met zijn tra giek. Hij is zoo knap, zijn verstand heeft zoo ontzettend veel onderkend en bedacht. Hij heeft de natuur honderdduizend gehei men ontfutseld en haar krachten dienst baar aan zich gemaakt. Maar hy blijft in laatste instantie toch maar een arme, wik kende dwaas, vergetend dat de beschikking niet in zijn hand berust en nimmer zal be rusten. Het eenige bemoedigende van het huidige tijdsgewricht is, dat althans in de neutrale landen, steeds dieper het besef hiervan gaat doordringen en men daardoor geestelijk ge wapend wordt tegen al die dingen, die oor logspropaganda en niets meer dan dat zijn. De neutralen moesten er het cement mede kunnen aanmaken, dat hen tot één sterke reëele macht zou vormen, sterk genoeg ook om te voorkomen, dat er straks weer „vre desverdragen" als die van Versailles, St. Germain, Trianon etc. worden opgesteld. Wü gelooven, dat ze het zouden kunnen, indien ze het werkelijk wilden, uit een ge- loovige geest van saamhoorigheidsbesef. De ze wereld is met nationale, politieke leuzen en frasen niet meer te redden. Er zal on afwendbaar een samenleving komen, waar-' aan de idee der internationale gebonden-! heid werkzaam ten grondslag ligt. Niet, De Russen probeeren de Finnen le demoraliseeren door de weerloozen le treffen. Onze medewerkster ln Finland, een Noor- scbe vrouwelijke arts, werkzaam bij den geneeskundigen hulpdienst, schrijft ons uit Helsinki: Onlangs ontmoette ik een jonge Ameri- kaansche perscorrespondent van het type, dat zich niet gauw door iets laat imponee- ren. Ondanks zijn jeugd behoorde hij tot de „veteranen", die het grootste gedeelte van de laatste tien jaren doorgebracht heb ben met het jagen naar nieuws van 's we relds krijgstooneel. Hij verborg niet, dat vele illusies, waarmee hij zijn journalistieke werk begonnen was, verloren waren ge gaan. Maar de FinnenToen hij over het Fin sche' volk begon te spreken, werd hij ineens vuur en vlam. Niet slechts de jongens aan het front, ook de geheele bevolking, die er achter stond, had zijn volle bewondering gewekt. Het refrein van al zijn enthousiaste bewoordingen was: „Finland heeft vlieg tuigen noodig en dadelijk!" 1-Iij kon de gedachte niet verdragen, dat één Finsch menschenleven verloren zou gaan zonder dwingende noodzaak. Hij was bang, dat de mannen aan het front hun moed en hun strijdvaardigheid zouden verliezen, wan neer zij beleefden, dat hun vrouwen en kinderen, hun ouders en gewonde kamera den achter hun rug vermoord werden. „Hoe spelen wij het klaar, dat de gedachtensfeer van de geheele wereld zich nog meer in den toestand van de Finnen verplaatst?", vroeg hij tenslotte. Moge het waar blijken, wat deze jonge Amerikaan zei, dat het gecultiveerde deel van de menschheid niet zou kunnen ver dragen, dat méér Finsche menschenlevens verloren zouden gaan dan absoluut onver mijdelijk. Daarom moet de publieke opinie in de geheele wereld er voor zorgen, dat het tekort aan Finsche vliegtuigen nu aan gevuld wordt. Zoodra Finland een helder weer periode krijgt zonder de scherpe kou, die wij op het oogenblik hebben en die de slecht gelcleede Moskouvliegers niet ver dragen, kunnen wü er zeker van z'ün, dat de Russische bombardeurs in nog veel grooter getale zich boven het land zullen vertoonen. Dan zuilen deze vliegende gangsterben den" over de open steden vliegen, over zie kenhuizen, sanatoria, scholen, ja zelfs over kerkhoven om begrafenisstoeten te bom bardeeren! Iedere stadbewoner weet, wan neer hij 's ochtends naar zijn werk gaat, dat het misschien de laatste keer is. In den laatsten tüd, hebben trouwens ook land bewoners dit moeten' leeren. Het is schijn' baar een „mode-sport" geworden voor de „luchthelden" van het Sovjetrük om alle soorten bommen neer te werpen op eva cuatiekampen en andere verzamelplaatsen, waar de weerloozen van het Finsche volk vertoeven: ouden, zieken en invaliden, na- natuurlijk ook de gewonde soldaten. Kort geleden bombardeerden zü een van de groote gevangenissen „ergens" buiten op het land. Het was een gemeentegevan genis," waar de gevangenen omstreeks Nieuwjaar zich aangeboden hadden om af stand te doen van hun extra nieuwjaarsver- pleging en van hun Zondagsche tabakspor tie om het bedrag, hetwelk dit vertegen woordigde, aan de inzameling voor de man nen aan het front te schenken. De gevange nen hebben zich tüdens den. luchtaanval voorbeeldig gedragen, ofschoon poorten en deuren geopend moesten worden. Er is een kleine Finsclie kustplaats in het zuidwesten van het land, waar vele jaren volstrekt geen militaire oefeningen plaats gevonden hebben, maar die niette min haast iederen dag gebombardeerd is ge worden, zoolang de oorlog geduurd heeft, slechts 6 dagen waren zij' vrij van luchtaan vallen. Men zou hierdoor opmaken, dat er geen steen meer over was van deze klei ne, oude cultuurstad. Maar dank zij de nooit falende oplettendheid van de bur gers en vooral van de zijde van de bur gerwacht en de vrijwillige brandweer is het opvallend, hoe weinig de stad ver woest is. Verleden Zondag cirkelden niet minder dan 150 Russische vliegtuigen tege lijk boven de stad in den loop van 1uur. Zij wierpen brandbommen, explosiebommen van elk kaliber en mikten op elk levend wezen, dat zij in het oog kregen, met ma chinegeweren, voorzien van „Dumm tlumm" projectielen. Een klein 10-jarig meisje, dal: slechts uit nieuwsgierigheid uit een achterdeur vsn haar huis geslopen was om-te kijken naar de vele kleine brandjes, die de brandstich ters daar boven in de lucht zoo „gelukkig" waren geweest om aan te stichten, was let terlijk het mikpunt geworden van 3 Rus sische machines. Maar ofschoon de vliegers heel laag waren gegaan, luklc het him niet het meisje maarkeen schram toe te bren gen. De brandweer, die 't blusschingswerk verrichtte, was ook gedurende een heel uur onder hevig machinevuur zonder zelf slacht offer te worden. De mannen werkten ver der met echte Finsche gemoedsrust en lie ten zich niet storen, zelfs door de zwaarste bommen niet. Het gevaarlijkste is nog, dat de Russen opgehitst worden, wanneer zij niet eens zoo'n stadje baas kunnen. Daar door worden zij meer en meer desperaat. En daarom wordt men wel gedwongen om deze waarheid uit te roepen over de we reld: „Dat Finland vliegtuigen noodig heeft". Het is immers duidelijk, dat dit niet op den duur zoo verder kan gaan zonder dat de Finsche burgerbevolking langzamerhand vermoord wordt of zwaar letsel oploopt, en dit zonder eenige noodzaak. Want er zün Finsche vliegers genoeg, die maar op een gelegenheid wachten om de aanvallers op de vlucht te jagen! De zeer kleine re sultaten, die de Russen hebben gehad, be wijzen, dat z'ü evenzeer slechte krijgslieden in de lucht zijn als op den beganen grond. Maar wanneer de Staten, die de Finnen beloofd hebben te helpen in dezen David- strijd tegen den grooten Goliath, niet reeds hun belofte vervuld hebben, en vliegtuigen verzonden hebben zonder lijd le verliezen, dan wordt het geheele gecultiveerde gedeel te van de menschheid mede-verantwoorde lijk voor een volkomen onnoodige misdaad. Deze misdaad, dat de vveerlooze Finsche burgerbevolking-vrouwen en kinderen, ouden van dagen en zieken' langzamerhand uitgeroeid worden, vermoord of verminkt, omdat Finland niet de vliegtuigen kreeg, die deze weerloozen konden beschutten! Britta Bcrner. omdat zekeren lieden dat zoo bedachten, maar omdat het zoo beschikt wordt; ken nelijk voor dengene, die weet te luisteren met andere dan zün aardsche ooren. De groote vraag, welke hierbij gesteld moet worden, is alleen, hoeveel ellende de komst van dat nieuwe zal kosten. Niemand weet dat, maar een ieder kan misschien het zpne er toe bij dragen, om die ellende een heel, heel klein beetje te beperken. Men voele dat als een goddelijke opdracht. Beperking van het treinverkeer 'm Italië. Om steenkolen te sparen. Het D.N.B. meldt uit Rome: Met ingang an 12 Februari a.s. zullen-in Italië onge veer 130 treinen vervallen ter besparing an steenkolen. Eenige treinen zullen door extrasnelle motortreinen worden vervangen. O.m. ver vallen eenige doorgaande sneltreinen Mi laanRome en TurijnRome, die slechts met eerste klasse wagons reden. Een buitengewoon politie blad vermeldt nadere bij zonderheden. In verband met liet te Moerdijk voor gevallene is een buitengewoon politieblad verschenen, luidende als volgt: De brigade-commandant der Koninklijke Marechaussee te Moerdijk maakt bekend, dat in den avond van 27 Januari te Moer dijk, gemeente Klundert, eenige militaire uitrustingstukken werden ontvreemd uit een schoolgebouw, waarin militairen gele gerd zijn. De' diefstal werd ontdekt, doordat een militair-chauffeur in den avond van opge- melden datum omstreeks 23.15 uur op den rijksweg van Breda naar Moerdijk een bur ger, in het bezit van een karabijn in een luxe-auto zag stappen. De soldaat vertrouwde dit niet en toen hij den burger naar de herkomst van de karabijn vroeg en daarbij die karabijn aan den burger wilde ontnemen, ontstond tus- schen beide personen een gevecht. Tijdens dit gevecht werd de kleeding van den soldaat tweemaal met een mes door stoken. De soldaat wist aan den burger de karabijn te ontrukken. In de auto was nog een tweede (burger) persoon gezeten, die tijdens het gevecht zou hebben geroepen: „Kom Dirk, het is mis aan den Moerdijk". Deze persoon (van wien nader signale ment ontbreekt) sprak met Limburgsch di alect, evenals zijn metgezel. Na deze geweldpleging wisten de burgers in hun auto te ontkomen en reden zij wég in de richting Breda, Na bet. gebeurde werd door politieperso neel op gemeld weggedeelte nog gevonden: een militair gasmasker, een militaire over jas en een paar rubberlaarzen. Bij onderzoek bleken deze goederen te zijn ontvreemd uit voormeid schoolgebouw. Het signalement van den burger, waar mede de soldaat handgemeen werd, is als volgt: lang 1,80 a 1,85 m, mager uiterlijk, leeftijd ongeveer 35 jaar, gekleed met le deren jekker en een pet scheef op het hoofd. Het signalement van de auto luidt als volgt: donkerkleurige Chevrolet, vermoe delijk van het jaar 1933/34, 4-persoons, 4- deurs, stuur links, voorzien van het ken- teeken P 4408. Intusschen is komen vast te staan, dat van dit nummer valschelijk werd gebruik gemaakt. De brig.-comm. Kon. Mar. voornoemt! verzoekt opsporing, aanhouding en voorge leiding van de onbekende daders. Lichtseinen gegeven ten dienste van vreemde vliegfuigbesfuurders? Aan een gisteren verschenen buitenge woon politieblad ontleenen wij: De commissaris van politie te Zeist ver zoekt te worden bekend gemaakt met den bestuurder van de auto, gekenmerkt H 13138, die verdacht wordt op 27 Januari 1940, omstreeks 6.30 uur 's namiddags, in Woudenberg, in de omgeving van het kruis punt bij Quatre-Bras, lichtseinen ver moedelijk ten dienste van de oriënteering van vreemde vliegtuigbestuurders te hebben gegeven. Bij aantreffen wordt ver zocht de betreffende auto te onderzoeken of daarin materiaal aanwezig is om licht seinen te kunnen geven. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat nummer met letter H 13138 is opgege ven aan Ferdinandus Orelianus Martinus Fontenai, geb. 23 Dec. 187S te Antwerpen, destijds wonende Aleidisstraat Slb te Rot terdam. Deze persoon, die van Belgische nationaliteit is, is echter niet meer woon achtig te Rotterdam, doch blijkt op 29 Juni 1921 aldaar te zijn afgeschreven voor ver^ trek naar Esschen (B.). Tevens wordt ver zocht te worden bekend gemaakt met de tegenwoordige woon- en verblijfplaats van dien vreemdeling, die mogelijk in een der vreemdelingenadministraties zou kunnen voorkomen. Het moet niet onmogelük wor den geacht, dat de betreffende auto, waar van het signalement niet kan worden op gegeven, van een valsch nummer is voor zien. 100.000 Joden emigreeren naar San Domingo. Het eiland San Domingo, tusschen Noord en Zuid-Amei'ika krijgt binnen eenige ja ren een geheel nieuwe bevolkingsgroep er bij. Bernhard Kalm, de eere-voorzit'er van den Amerikaanschen raad der Ameri- kaansch-Joodsche vereenigde comité s. die zich er mee belasten de emigranten over verschillende landen te verdeelen heeft meegedeeld, dat waarschijnlijk deze week nog het contract te Ciudad de Trujillo ge- teekend zal worden (usschen de kolonisa tie-organisatie voor San Domingo en de regeering der republiek San Domingo, waardoor aan niet minder dan honderd duizend Europeesche vluchtelingen, voor namelijk Joden toegang tot dat land ver leend zal worden. Deze massale immigratie zal over een aantal jaren verdeeld wor den De eerste 500 kolonisten zullen reeds binnen een jaar worden toegelaten. James Rodenburg en dr. Josepha Roses bevinden zich op het oogenblik te Ciudad de Trujillo. waar zij namens de kolonisa tie-organisatie de overeenkomst zullen teekenen. die gesloten is on de basis van een brief van October 1939 door den Domi- nicaansclïeri gezant te Washington. An dreas Pastoriza, aan Rosenburg gericht. In dien i>r:ef werd de stichting der corpora tie en het instellen van een onderzoek door deskundigen 'voorgesteld. Voorts zou een wettelijke regeling gemaakt worden, waardoor de emigranten alle burgerlijke economische en godsdiens'ige rechten zou den verkrijgen alsmede Ce toestemming om na een verbluf van twee jaa>- voor natural'sa tie in aanmerking te mogen ko men Voorts zal geen invoerrècht worden geh.even van de weiktuigen. die te bunnen behoeve worden ingevoerd en wordt afge zien van het s'orten van 500 dollar bij hun binnenkomen Voorzorgsmaatregelen legen discriminatie en maatregelen, dat de meeste kolonisten zich met den landbouw en verwante bedrijven zullen bezighouden, waven eveneens in den brief besproken punten Wonderlijk zooals dat helpt^zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drog (Ingez. Meded.) Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 54). HOOFDSTUK XXI. Uittreksel van een Dagboek. 1011 Augustus. Dat zal ze leeren! Ben nu veel te moe om mijn twee kar weitjes van vannacht tot in de kleinste bij zonderheden hier te beschreven. Morgen misschien, als ik er zin in heb. Ik heb nu wel een weekje rust verdiend, zou ik zoo zeggen. Wat een dag! Om je een aap te lachen, zoo goed als dat sandwichman foefje opgegaan is! Begin er werkelijk wat voor te voelen om het nog eens te gebrui ken, hoewel ik me zelf gezworen heb het na dien eenen in de City niet meer toe te passen. Maar vandaag kon ik toch wel haast niet anders. Geen tijd om iets anders te verzinnen. Mijn nachtkarweitje heb ilc er keurig afgebracht. Wacht maar tot je er meer van hoort. Ik ben benieuwd hoe de heer B. Ward zich nu voelt. Hoop maar, dat hij het aan al zün collega's verteld heeft en dat ze hem er nog belachelijker om zullen maken als dat tenminste nog kan dan hij al is. En nu naar bed en slapen als ik een oog kan dichtdoen. Ik vrees echter, dat ik daarvoor met een beetje te veel opwinding de morgenkranten tegemoet zie. Toch maar probeeren. Net opgestaan om een slaappil in te ne men. Heb je voor den dag gehaald, mijn Boekje, om er aanteekeningen van te ma ken, dat ik Elsie's foto onder mijn hoofd kussen ga leggen. Ik geloof al zjjn dagen, dat ik dan beter kan slapen. Arme, lieve, kleine Elsie. HOOFDSTUK XXII. Top. I. De middag- en avondedities van den 10- den Augustus waren waarlijk al schokkend genoeg geweest! Maar dat was nog niets vergeleken bü het gebrul, dat de pers op den lien Aug. aanhief, toen zij in haar ochtendbladen het nieuws van den moord op Silcox bracht. Alle bladen schreeuwden in roerende eensgezindheid moord en brand en gaven in niet malsche bewoordingen hun verontwaardigden afkeer te kennen van belëid van het kabinet, het Lagerhuis, het ministerie van binnenlandsche zaken en de politie. Om elf uur in den morgen kwam het ka binet in buitengewone zitting bijeen. Be halve de leden van het parlement waren ook aanwezig: de drie hoogste ambtenaren van het ministerie van binnenlandsche za ken, hoofdcommissaris sir Hector Frens- ham en twee van z\jn commissarissen en voor de zitting afgeloopen was voegde zich hierbij niemand minder dan de veldmaar schalk lord Barraclough 'm hoogst eigen persoon. In den vroegen middag had er weer een „scène" in het parlement plaats, doch dit maal vloog men elkaar niet in de haren, noch in letterlijken zin, noch in figuurlij ken zin. Er heerschte veeleer de dramati sche hoogspanning van een politieke en na tionale crisis, die haar climax nadert. In de huizen en de treinen, in de kan toren en in de werkplaatsen, op de trottoirs en op de hoeken van de straten, overal waai maar menschen waren; overal had men Daar is niets, neen niets edels of goeds, dat sterft en vergeten wordt. Laat ons dit vast gelooven! den mond vol over een en hetzelfde onder werp. Geen dienaar van den Heiligen Her mandad in uniform of in burger, actief of administratief werkzaam, van den hoofd commissaris tot den nieuwsten recruut toe of h\j liep met een strak, verbeten ge zicht, gefronste wenkbrauwen en een ge rimpeld voorhoofd rond. Den heelen dag door werd de deur van Scotland Yard platgeloopen door een schaar van bezoekers, die hetzij uit zich zelf, het zij namens een vriend of een familielid, een of ander middel aan de hand liwamen doen om liet onheil te bezweren. Ruim tienduizend pennen weerden zich dagelijks en ruim tienduizend brieven von den dagelijks hun weg naar de brievenbus sen van den hoofdcommissaris van politie, de leden va het parlement) den minister president, den minister van binnenlandsche zaken en de redacteurs van de ochtend- en avondbladen. De telefoon-centrales van Scotland Yard en het ministerie van bin nenlandsche zaken moesten in allerijl ge reorganiseerd worden om te voorkomen, dat de lijnen overbelast zouden worden door de ontelbare gesprekken van zoogenaamde redders van het vaderland, die den heelen dag aan de telefoon hingen. In den vroegen morgen werd Londen door een nieuwe sensatie opgeschrikt. In alle eerste edities van de avondkranten ver scheen namelijk op de voorpagina het zeer in het oog loopende facsimilé van een brief, die alleen maar met een groote X onder teekend was. Heel Londen keek, alsof ze het in Keulen hoorde donderen en las: „Geachte Heer, Ik voel mij genoodzaakt mijn zwijgen ein- debjk. te verbreken. Aan den voet van dezen brief zult u het symbool vinden, waarmee de wereld mü zonder mijn toedoen pleegt aan te dui den. U zult daaruit afleiden, dat ik de man ben, die verantwoordelük is voor het uit den weg ruimen van de verschillende agen ten, die den laatsten tijd onder geweldda dige en geheimzinnige omstandigheden den dood gevonden hebben. Uw gevolgtrekking is juist. Met dit schrijven beoog ik nadrukkelük zekere theorieën te weerleggen aangaande de beweegredenen, die men mij in verband met. mjjn opruiming van deze ongelukkige mannen toedicht. Het is mü ter oore geko men dat in het bijzonder drie theorieën op geld doen, te weten: (a) dat ik krankzinnig ben en louter en alleen door bloeddorst tot mijn daden gedreven word; (b) dat ik krankzinnig ben en uit anarchistische over wegingen er op uit ben het Wettig Gezag te ondermünen; en (c) dat ik niet één per soon ben, doch een organisatie van wat men. in de wandeling Bolsjewieken pleegt te noemen. Al deze theorieën berusten zonder on derscheid op drogredenen. Mün geestver mogens zün verre van gestoord. Integen deel! Ik ben zoo gezond en koel van geest als het maar even kan! Ook behoor ik geenszins tot diegenen, die liet Wettig Ge zag omver wenschen te werpen en zeer zeker ben ik geen organisatie, noch de aangewezen vertegenwoordiger van een dergelijk lichaam. Ik ben een man met een blakende, be zielde overtuiging. Wat ik gedaan heb, hel) ik zuiver en alleen gedaan om wanneer de tüd rijp is mijn eigen voorwaarden te kunnen stellen en aldus tot het aannemen van mijn systeem te kunnen dwingen. De tijd is nog niet gekomen om mijn plahnen verder te onthullen, maar geloot mü, mijnheer, wanneer ik u plechtig de verzekering geef, dat ik slechts voor hel heil van mijn medemenschen werk. Ik kan niet nadrukkelijk genoeg herhalen, dat ik niemand haat toedraag en wel aller minst ten aanzien van een dezer pracht- types der Britsche Natie de Politie. Wat ik gedaan heb, hebt ik moeten doen. Latei- zal ik u wel weer eens schrijven. Ik ver trouw dat u mijn verklaring de publiciteit zult geven, welke ik u hierbü voor dit schrijven vraag. „X". Bij vier van de zes kranten was op de voorpagina ook de enveloppe van den brief afgedrukt. Deze was met het zelfde naar voren hellende, kennelijk verdraaide hand schrift beschreven als de brief zelf en bleek volgens het poststempel in Southern Cani- berwell op de bus gedaan te z'ün. n. Om vier uur in den middag sloot sir Hector Frensham een vergadering, waar toe hij alle leden uit uit hoogere rangen van zijn personeel opgeroepen had. Hij zei: „Zoo staan we er dus voor. We hebben nog drie dagen twee en zeventig uur om dien kerel, of, als een van jullie dat nog steeds waarschünhjker mocht achten; die kerels, te pakken te krijgen. Als ons dat niet binnen twee en zeventig uur lukt, wordt de leiding over de hoofdstedelüke politie macht door de militaire autoriteiten overgenomen. We zün nu al de risée van het heele land, misschien wel van de heele wereld. Volgens mij geheel en al ten on rechte en ik weet zeker, dat verreweg de meesten van u zoo niet alien die over tuiging met mij deelt. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5