NOGMAALS: FINLAND HEEFT VLIEGTUIGEN NOODIG
Het geheimzinnige voorval
nabij den Moerdijk.
Dampo bij Hoofd- Neus- Keel- en Borstverkoudheid
TEGEN DE WET
'TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 1 FEBRUARI 1940. No. 27.
KRONIEK VAN DEN DAG
Wat de neutralen misschien
zouden kunnen.
De rede, welke Hitier Dinsdagavond op
•den zevenden verjaardag van het nationaal-
•socialistisch bewind in Duitschland, heeft
gehouden, verandert niet'veel aan den el-
lendigen toestand in ons werelddeel. Men
had dat ook niet verwacht; mag al blij zijn,
dat er geen „verrassingen" werden aange
kondigd en de neutralen buiten schot ble
ven. Ze waren dat nauwelijks meer gewend,
de neutralen. Wellicht heeft hun vinnige
reactie op de beruchte rede van Churchill
eenigen invloed uitgeoefend op hetgeen de
Duitsehe Führer verkondigde, hetgeen dan
althans eenige voldoening schenkt.
Maar de vrede, die arme vrede. De lief
lijkheden, welke de staatslieden der oorlog
voerende landen mekaar thans naar het
hoofd slingeren, getuigen van toenemende
verbittering en haat. Er ontstaat nu over
eenkomst met de beschuldigingen, welke
men in den werledoorlog wederzijds bedacht
en opdischte, teneinde de volkeren in een
toestand van oorlogsrazernij te brengen. Als
het nog even zoo doorgaat kan men alle
hoop op een compromis, zonder dat het ge
weld in al zijn verschrikking is losgebarsten,
wel laten varen. De heer Churchill kwam
reeds met gruwelverhalen voor den dag:
Bohemen en Moravië, en Polen zouden zoo
ongeveer uitgemoord worden door de Duit-
schers. In den wereldoorlog waren het
schuldige kinderen met afgehakte handen,
•die dienst moesten doen, om eenzelfde af
grijzen te wekken. Een groot verschil met
toen blijft echter: in de neutrale landen
haalt men thans de schouders op over deze
gruwelverhalen. De ervaring leerde, dat ze
verzonnen plegen te worden.
Duitschland wil de wereld overbeerschen
en knechten onder zijn nationaal-socialisti-
sche laars; aldus het voornaamste thema
der Fransche en Engelsche staatslieden. De
Eransche minister-president Daladier ba
zuinde het enkele dagen geleden met veel
geschetter uit. Engeland en Frankrijk wil
len Duitschland vernietigen, van het Duit
sehe rijk weer een chaos van miniatuur
staatjes maken, omdat ze niet kunnen ve
len, dat er in midden-Europa een groote,
krachtige mogendheid opstond, aldus het
voornaamste Duitsehe thema. Het vormde
weer de kern van Hitler's schallende
redevoering. Ook deze thema's maken niet
veel indruk meer op de neutralen. „Geklets"
is er het beste Nederlandsche woord v
Hoe nuchter en i-eëel stelde onze minister
daartegenover zijn voortreffelijk inzicht: d<
beide tegenstanders zijn te machtig dan dat
de een den ander zou kunnen ver
nietigen, aldus de heer Van Kleffens.
Maar ze zullen het misschien wel klaarspe
len, gezamenlijk ten onder te gaan. Daar
voor zijn ze geenszins te machtig. In den
wereldoorlog hadden ze het bijna al zoo
ver gebracht. Duitschland raakte toen iets
eerder buiten adem dan de anderen. Maar
veel "waren die anderen in 1918 ook niet
meer waard. Wat we nadien beleefden,
heeft dat maar al te duidelijk bewezen.
Wat is het in Godsnaam voor euvele moed,
dat men nu desalniettemin opnieuw begon?
De mensch in zijn wanen, en met zijn tra
giek. Hij is zoo knap, zijn verstand heeft
zoo ontzettend veel onderkend en bedacht.
Hij heeft de natuur honderdduizend gehei
men ontfutseld en haar krachten dienst
baar aan zich gemaakt. Maar hy blijft in
laatste instantie toch maar een arme, wik
kende dwaas, vergetend dat de beschikking
niet in zijn hand berust en nimmer zal be
rusten.
Het eenige bemoedigende van het huidige
tijdsgewricht is, dat althans in de neutrale
landen, steeds dieper het besef hiervan gaat
doordringen en men daardoor geestelijk ge
wapend wordt tegen al die dingen, die oor
logspropaganda en niets meer dan dat zijn.
De neutralen moesten er het cement mede
kunnen aanmaken, dat hen tot één sterke
reëele macht zou vormen, sterk genoeg ook
om te voorkomen, dat er straks weer „vre
desverdragen" als die van Versailles, St.
Germain, Trianon etc. worden opgesteld.
Wü gelooven, dat ze het zouden kunnen,
indien ze het werkelijk wilden, uit een ge-
loovige geest van saamhoorigheidsbesef. De
ze wereld is met nationale, politieke leuzen
en frasen niet meer te redden. Er zal on
afwendbaar een samenleving komen, waar-'
aan de idee der internationale gebonden-!
heid werkzaam ten grondslag ligt. Niet,
De Russen probeeren de Finnen le demoraliseeren
door de weerloozen le treffen.
Onze medewerkster ln Finland, een Noor-
scbe vrouwelijke arts, werkzaam bij den
geneeskundigen hulpdienst, schrijft ons uit
Helsinki:
Onlangs ontmoette ik een jonge Ameri-
kaansche perscorrespondent van het type,
dat zich niet gauw door iets laat imponee-
ren. Ondanks zijn jeugd behoorde hij tot
de „veteranen", die het grootste gedeelte
van de laatste tien jaren doorgebracht heb
ben met het jagen naar nieuws van 's we
relds krijgstooneel. Hij verborg niet, dat
vele illusies, waarmee hij zijn journalistieke
werk begonnen was, verloren waren ge
gaan.
Maar de FinnenToen hij over het Fin
sche' volk begon te spreken, werd hij ineens
vuur en vlam. Niet slechts de jongens aan
het front, ook de geheele bevolking, die er
achter stond, had zijn volle bewondering
gewekt. Het refrein van al zijn enthousiaste
bewoordingen was: „Finland heeft vlieg
tuigen noodig en dadelijk!" 1-Iij kon de
gedachte niet verdragen, dat één Finsch
menschenleven verloren zou gaan zonder
dwingende noodzaak. Hij was bang, dat de
mannen aan het front hun moed en hun
strijdvaardigheid zouden verliezen, wan
neer zij beleefden, dat hun vrouwen en
kinderen, hun ouders en gewonde kamera
den achter hun rug vermoord werden. „Hoe
spelen wij het klaar, dat de gedachtensfeer
van de geheele wereld zich nog meer in
den toestand van de Finnen verplaatst?",
vroeg hij tenslotte.
Moge het waar blijken, wat deze jonge
Amerikaan zei, dat het gecultiveerde deel
van de menschheid niet zou kunnen ver
dragen, dat méér Finsche menschenlevens
verloren zouden gaan dan absoluut onver
mijdelijk. Daarom moet de publieke opinie
in de geheele wereld er voor zorgen, dat
het tekort aan Finsche vliegtuigen nu aan
gevuld wordt. Zoodra Finland een helder
weer periode krijgt zonder de scherpe kou,
die wij op het oogenblik hebben en die de
slecht gelcleede Moskouvliegers niet ver
dragen, kunnen wü er zeker van z'ün, dat
de Russische bombardeurs in nog veel
grooter getale zich boven het land zullen
vertoonen.
Dan zuilen deze vliegende gangsterben
den" over de open steden vliegen, over zie
kenhuizen, sanatoria, scholen, ja zelfs over
kerkhoven om begrafenisstoeten te bom
bardeeren! Iedere stadbewoner weet, wan
neer hij 's ochtends naar zijn werk gaat,
dat het misschien de laatste keer is. In den
laatsten tüd, hebben trouwens ook land
bewoners dit moeten' leeren. Het is schijn'
baar een „mode-sport" geworden voor de
„luchthelden" van het Sovjetrük om alle
soorten bommen neer te werpen op eva
cuatiekampen en andere verzamelplaatsen,
waar de weerloozen van het Finsche volk
vertoeven: ouden, zieken en invaliden, na-
natuurlijk ook de gewonde soldaten.
Kort geleden bombardeerden zü een van
de groote gevangenissen „ergens" buiten
op het land. Het was een gemeentegevan
genis," waar de gevangenen omstreeks
Nieuwjaar zich aangeboden hadden om af
stand te doen van hun extra nieuwjaarsver-
pleging en van hun Zondagsche tabakspor
tie om het bedrag, hetwelk dit vertegen
woordigde, aan de inzameling voor de man
nen aan het front te schenken. De gevange
nen hebben zich tüdens den. luchtaanval
voorbeeldig gedragen, ofschoon poorten en
deuren geopend moesten worden.
Er is een kleine Finsclie kustplaats in
het zuidwesten van het land, waar vele
jaren volstrekt geen militaire oefeningen
plaats gevonden hebben, maar die niette
min haast iederen dag gebombardeerd is ge
worden, zoolang de oorlog geduurd heeft,
slechts 6 dagen waren zij' vrij van luchtaan
vallen. Men zou hierdoor opmaken, dat er
geen steen meer over was van deze klei
ne, oude cultuurstad. Maar dank zij de
nooit falende oplettendheid van de bur
gers en vooral van de zijde van de bur
gerwacht en de vrijwillige brandweer
is het opvallend, hoe weinig de stad ver
woest is. Verleden Zondag cirkelden niet
minder dan 150 Russische vliegtuigen tege
lijk boven de stad in den loop van 1uur.
Zij wierpen brandbommen, explosiebommen
van elk kaliber en mikten op elk levend
wezen, dat zij in het oog kregen, met ma
chinegeweren, voorzien van „Dumm tlumm"
projectielen.
Een klein 10-jarig meisje, dal: slechts uit
nieuwsgierigheid uit een achterdeur vsn
haar huis geslopen was om-te kijken naar
de vele kleine brandjes, die de brandstich
ters daar boven in de lucht zoo „gelukkig"
waren geweest om aan te stichten, was let
terlijk het mikpunt geworden van 3 Rus
sische machines. Maar ofschoon de vliegers
heel laag waren gegaan, luklc het him niet
het meisje maarkeen schram toe te bren
gen.
De brandweer, die 't blusschingswerk
verrichtte, was ook gedurende een heel uur
onder hevig machinevuur zonder zelf slacht
offer te worden. De mannen werkten ver
der met echte Finsche gemoedsrust en lie
ten zich niet storen, zelfs door de zwaarste
bommen niet. Het gevaarlijkste is nog, dat
de Russen opgehitst worden, wanneer zij
niet eens zoo'n stadje baas kunnen. Daar
door worden zij meer en meer desperaat.
En daarom wordt men wel gedwongen om
deze waarheid uit te roepen over de we
reld: „Dat Finland vliegtuigen noodig
heeft".
Het is immers duidelijk, dat dit niet op
den duur zoo verder kan gaan zonder dat
de Finsche burgerbevolking langzamerhand
vermoord wordt of zwaar letsel oploopt, en
dit zonder eenige noodzaak. Want er zün
Finsche vliegers genoeg, die maar op een
gelegenheid wachten om de aanvallers op
de vlucht te jagen! De zeer kleine re
sultaten, die de Russen hebben gehad, be
wijzen, dat z'ü evenzeer slechte krijgslieden
in de lucht zijn als op den beganen grond.
Maar wanneer de Staten, die de Finnen
beloofd hebben te helpen in dezen David-
strijd tegen den grooten Goliath, niet reeds
hun belofte vervuld hebben, en vliegtuigen
verzonden hebben zonder lijd le verliezen,
dan wordt het geheele gecultiveerde gedeel
te van de menschheid mede-verantwoorde
lijk voor een volkomen onnoodige misdaad.
Deze misdaad, dat de vveerlooze Finsche
burgerbevolking-vrouwen en kinderen,
ouden van dagen en zieken' langzamerhand
uitgeroeid worden, vermoord of verminkt,
omdat Finland niet de vliegtuigen kreeg,
die deze weerloozen konden beschutten!
Britta Bcrner.
omdat zekeren lieden dat zoo bedachten,
maar omdat het zoo beschikt wordt; ken
nelijk voor dengene, die weet te luisteren
met andere dan zün aardsche ooren. De
groote vraag, welke hierbij gesteld moet
worden, is alleen, hoeveel ellende de komst
van dat nieuwe zal kosten. Niemand weet
dat, maar een ieder kan misschien het zpne
er toe bij dragen, om die ellende een heel,
heel klein beetje te beperken. Men voele
dat als een goddelijke opdracht.
Beperking van het treinverkeer
'm Italië.
Om steenkolen te sparen.
Het D.N.B. meldt uit Rome: Met ingang
an 12 Februari a.s. zullen-in Italië onge
veer 130 treinen vervallen ter besparing
an steenkolen.
Eenige treinen zullen door extrasnelle
motortreinen worden vervangen. O.m. ver
vallen eenige doorgaande sneltreinen Mi
laanRome en TurijnRome, die slechts
met eerste klasse wagons reden.
Een buitengewoon politie
blad vermeldt nadere bij
zonderheden.
In verband met liet te Moerdijk voor
gevallene is een buitengewoon politieblad
verschenen, luidende als volgt:
De brigade-commandant der Koninklijke
Marechaussee te Moerdijk maakt bekend,
dat in den avond van 27 Januari te Moer
dijk, gemeente Klundert, eenige militaire
uitrustingstukken werden ontvreemd uit
een schoolgebouw, waarin militairen gele
gerd zijn.
De' diefstal werd ontdekt, doordat een
militair-chauffeur in den avond van opge-
melden datum omstreeks 23.15 uur op den
rijksweg van Breda naar Moerdijk een bur
ger, in het bezit van een karabijn in een
luxe-auto zag stappen.
De soldaat vertrouwde dit niet en toen
hij den burger naar de herkomst van de
karabijn vroeg en daarbij die karabijn aan
den burger wilde ontnemen, ontstond tus-
schen beide personen een gevecht.
Tijdens dit gevecht werd de kleeding van
den soldaat tweemaal met een mes door
stoken. De soldaat wist aan den burger de
karabijn te ontrukken.
In de auto was nog een tweede (burger)
persoon gezeten, die tijdens het gevecht
zou hebben geroepen: „Kom Dirk, het is
mis aan den Moerdijk".
Deze persoon (van wien nader signale
ment ontbreekt) sprak met Limburgsch di
alect, evenals zijn metgezel.
Na deze geweldpleging wisten de burgers
in hun auto te ontkomen en reden zij wég
in de richting Breda,
Na bet. gebeurde werd door politieperso
neel op gemeld weggedeelte nog gevonden:
een militair gasmasker, een militaire over
jas en een paar rubberlaarzen.
Bij onderzoek bleken deze goederen te
zijn ontvreemd uit voormeid schoolgebouw.
Het signalement van den burger, waar
mede de soldaat handgemeen werd, is als
volgt: lang 1,80 a 1,85 m, mager uiterlijk,
leeftijd ongeveer 35 jaar, gekleed met le
deren jekker en een pet scheef op het
hoofd.
Het signalement van de auto luidt als
volgt: donkerkleurige Chevrolet, vermoe
delijk van het jaar 1933/34, 4-persoons, 4-
deurs, stuur links, voorzien van het ken-
teeken P 4408.
Intusschen is komen vast te staan, dat
van dit nummer valschelijk werd gebruik
gemaakt.
De brig.-comm. Kon. Mar. voornoemt!
verzoekt opsporing, aanhouding en voorge
leiding van de onbekende daders.
Lichtseinen gegeven ten
dienste van vreemde
vliegfuigbesfuurders?
Aan een gisteren verschenen buitenge
woon politieblad ontleenen wij:
De commissaris van politie te Zeist ver
zoekt te worden bekend gemaakt met den
bestuurder van de auto, gekenmerkt H
13138, die verdacht wordt op 27 Januari
1940, omstreeks 6.30 uur 's namiddags, in
Woudenberg, in de omgeving van het kruis
punt bij Quatre-Bras, lichtseinen ver
moedelijk ten dienste van de oriënteering
van vreemde vliegtuigbestuurders te
hebben gegeven. Bij aantreffen wordt ver
zocht de betreffende auto te onderzoeken
of daarin materiaal aanwezig is om licht
seinen te kunnen geven.
Uit een ingesteld onderzoek is gebleken,
dat nummer met letter H 13138 is opgege
ven aan Ferdinandus Orelianus Martinus
Fontenai, geb. 23 Dec. 187S te Antwerpen,
destijds wonende Aleidisstraat Slb te Rot
terdam. Deze persoon, die van Belgische
nationaliteit is, is echter niet meer woon
achtig te Rotterdam, doch blijkt op 29 Juni
1921 aldaar te zijn afgeschreven voor ver^
trek naar Esschen (B.). Tevens wordt ver
zocht te worden bekend gemaakt met de
tegenwoordige woon- en verblijfplaats van
dien vreemdeling, die mogelijk in een der
vreemdelingenadministraties zou kunnen
voorkomen. Het moet niet onmogelük wor
den geacht, dat de betreffende auto, waar
van het signalement niet kan worden op
gegeven, van een valsch nummer is voor
zien.
100.000 Joden emigreeren naar
San Domingo.
Het eiland San Domingo, tusschen Noord
en Zuid-Amei'ika krijgt binnen eenige ja
ren een geheel nieuwe bevolkingsgroep er
bij. Bernhard Kalm, de eere-voorzit'er van
den Amerikaanschen raad der Ameri-
kaansch-Joodsche vereenigde comité s. die
zich er mee belasten de emigranten over
verschillende landen te verdeelen heeft
meegedeeld, dat waarschijnlijk deze week
nog het contract te Ciudad de Trujillo ge-
teekend zal worden (usschen de kolonisa
tie-organisatie voor San Domingo en de
regeering der republiek San Domingo,
waardoor aan niet minder dan honderd
duizend Europeesche vluchtelingen, voor
namelijk Joden toegang tot dat land ver
leend zal worden. Deze massale immigratie
zal over een aantal jaren verdeeld wor
den De eerste 500 kolonisten zullen reeds
binnen een jaar worden toegelaten.
James Rodenburg en dr. Josepha Roses
bevinden zich op het oogenblik te Ciudad
de Trujillo. waar zij namens de kolonisa
tie-organisatie de overeenkomst zullen
teekenen. die gesloten is on de basis van
een brief van October 1939 door den Domi-
nicaansclïeri gezant te Washington. An
dreas Pastoriza, aan Rosenburg gericht. In
dien i>r:ef werd de stichting der corpora
tie en het instellen van een onderzoek
door deskundigen 'voorgesteld. Voorts zou
een wettelijke regeling gemaakt worden,
waardoor de emigranten alle burgerlijke
economische en godsdiens'ige rechten zou
den verkrijgen alsmede Ce toestemming
om na een verbluf van twee jaa>- voor
natural'sa tie in aanmerking te mogen ko
men Voorts zal geen invoerrècht worden
geh.even van de weiktuigen. die te bunnen
behoeve worden ingevoerd en wordt afge
zien van het s'orten van 500 dollar bij
hun binnenkomen Voorzorgsmaatregelen
legen discriminatie en maatregelen, dat de
meeste kolonisten zich met den landbouw
en verwante bedrijven zullen bezighouden,
waven eveneens in den brief besproken
punten
Wonderlijk zooals dat helpt^zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drog
(Ingez. Meded.)
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
54).
HOOFDSTUK XXI.
Uittreksel van een Dagboek.
1011 Augustus.
Dat zal ze leeren!
Ben nu veel te moe om mijn twee kar
weitjes van vannacht tot in de kleinste bij
zonderheden hier te beschreven. Morgen
misschien, als ik er zin in heb. Ik heb nu
wel een weekje rust verdiend, zou ik zoo
zeggen. Wat een dag! Om je een aap te
lachen, zoo goed als dat sandwichman
foefje opgegaan is! Begin er werkelijk wat
voor te voelen om het nog eens te gebrui
ken, hoewel ik me zelf gezworen heb het
na dien eenen in de City niet meer toe te
passen. Maar vandaag kon ik toch wel haast
niet anders. Geen tijd om iets anders te
verzinnen. Mijn nachtkarweitje heb ilc er
keurig afgebracht. Wacht maar tot je er
meer van hoort. Ik ben benieuwd hoe de
heer B. Ward zich nu voelt. Hoop maar,
dat hij het aan al zün collega's verteld
heeft en dat ze hem er nog belachelijker
om zullen maken als dat tenminste nog
kan dan hij al is.
En nu naar bed en slapen als ik een
oog kan dichtdoen. Ik vrees echter, dat ik
daarvoor met een beetje te veel opwinding
de morgenkranten tegemoet zie. Toch maar
probeeren.
Net opgestaan om een slaappil in te ne
men. Heb je voor den dag gehaald, mijn
Boekje, om er aanteekeningen van te ma
ken, dat ik Elsie's foto onder mijn hoofd
kussen ga leggen. Ik geloof al zjjn dagen,
dat ik dan beter kan slapen. Arme, lieve,
kleine Elsie.
HOOFDSTUK XXII.
Top.
I.
De middag- en avondedities van den 10-
den Augustus waren waarlijk al schokkend
genoeg geweest! Maar dat was nog niets
vergeleken bü het gebrul, dat de pers op
den lien Aug. aanhief, toen zij in haar
ochtendbladen het nieuws van den moord op
Silcox bracht. Alle bladen schreeuwden in
roerende eensgezindheid moord en brand en
gaven in niet malsche bewoordingen hun
verontwaardigden afkeer te kennen van
belëid van het kabinet, het Lagerhuis, het
ministerie van binnenlandsche zaken en de
politie.
Om elf uur in den morgen kwam het ka
binet in buitengewone zitting bijeen. Be
halve de leden van het parlement waren
ook aanwezig: de drie hoogste ambtenaren
van het ministerie van binnenlandsche za
ken, hoofdcommissaris sir Hector Frens-
ham en twee van z\jn commissarissen en
voor de zitting afgeloopen was voegde zich
hierbij niemand minder dan de veldmaar
schalk lord Barraclough 'm hoogst eigen
persoon.
In den vroegen middag had er weer een
„scène" in het parlement plaats, doch dit
maal vloog men elkaar niet in de haren,
noch in letterlijken zin, noch in figuurlij
ken zin. Er heerschte veeleer de dramati
sche hoogspanning van een politieke en na
tionale crisis, die haar climax nadert.
In de huizen en de treinen, in de kan
toren en in de werkplaatsen, op de trottoirs
en op de hoeken van de straten, overal waai
maar menschen waren; overal had men
Daar is niets, neen niets edels of
goeds, dat sterft en vergeten wordt.
Laat ons dit vast gelooven!
den mond vol over een en hetzelfde onder
werp. Geen dienaar van den Heiligen Her
mandad in uniform of in burger, actief
of administratief werkzaam, van den hoofd
commissaris tot den nieuwsten recruut toe
of h\j liep met een strak, verbeten ge
zicht, gefronste wenkbrauwen en een ge
rimpeld voorhoofd rond.
Den heelen dag door werd de deur van
Scotland Yard platgeloopen door een schaar
van bezoekers, die hetzij uit zich zelf, het
zij namens een vriend of een familielid, een
of ander middel aan de hand liwamen doen
om liet onheil te bezweren.
Ruim tienduizend pennen weerden zich
dagelijks en ruim tienduizend brieven von
den dagelijks hun weg naar de brievenbus
sen van den hoofdcommissaris van politie,
de leden va het parlement) den minister
president, den minister van binnenlandsche
zaken en de redacteurs van de ochtend- en
avondbladen. De telefoon-centrales van
Scotland Yard en het ministerie van bin
nenlandsche zaken moesten in allerijl ge
reorganiseerd worden om te voorkomen,
dat de lijnen overbelast zouden worden door
de ontelbare gesprekken van zoogenaamde
redders van het vaderland, die den heelen
dag aan de telefoon hingen.
In den vroegen morgen werd Londen
door een nieuwe sensatie opgeschrikt. In
alle eerste edities van de avondkranten ver
scheen namelijk op de voorpagina het zeer
in het oog loopende facsimilé van een brief,
die alleen maar met een groote X onder
teekend was. Heel Londen keek, alsof ze
het in Keulen hoorde donderen en las:
„Geachte Heer,
Ik voel mij genoodzaakt mijn zwijgen ein-
debjk. te verbreken.
Aan den voet van dezen brief zult u het
symbool vinden, waarmee de wereld mü
zonder mijn toedoen pleegt aan te dui
den. U zult daaruit afleiden, dat ik de man
ben, die verantwoordelük is voor het uit
den weg ruimen van de verschillende agen
ten, die den laatsten tijd onder geweldda
dige en geheimzinnige omstandigheden den
dood gevonden hebben. Uw gevolgtrekking
is juist.
Met dit schrijven beoog ik nadrukkelük
zekere theorieën te weerleggen aangaande
de beweegredenen, die men mij in verband
met. mjjn opruiming van deze ongelukkige
mannen toedicht. Het is mü ter oore geko
men dat in het bijzonder drie theorieën op
geld doen, te weten: (a) dat ik krankzinnig
ben en louter en alleen door bloeddorst
tot mijn daden gedreven word; (b) dat ik
krankzinnig ben en uit anarchistische over
wegingen er op uit ben het Wettig Gezag
te ondermünen; en (c) dat ik niet één per
soon ben, doch een organisatie van wat
men. in de wandeling Bolsjewieken pleegt
te noemen.
Al deze theorieën berusten zonder on
derscheid op drogredenen. Mün geestver
mogens zün verre van gestoord. Integen
deel! Ik ben zoo gezond en koel van geest
als het maar even kan! Ook behoor ik
geenszins tot diegenen, die liet Wettig Ge
zag omver wenschen te werpen en zeer
zeker ben ik geen organisatie, noch de
aangewezen vertegenwoordiger van een
dergelijk lichaam.
Ik ben een man met een blakende, be
zielde overtuiging. Wat ik gedaan heb, hel)
ik zuiver en alleen gedaan om wanneer
de tüd rijp is mijn eigen voorwaarden te
kunnen stellen en aldus tot het aannemen
van mijn systeem te kunnen dwingen.
De tijd is nog niet gekomen om mijn
plahnen verder te onthullen, maar geloot
mü, mijnheer, wanneer ik u plechtig de
verzekering geef, dat ik slechts voor hel
heil van mijn medemenschen werk. Ik kan
niet nadrukkelijk genoeg herhalen, dat ik
niemand haat toedraag en wel aller
minst ten aanzien van een dezer pracht-
types der Britsche Natie de Politie. Wat
ik gedaan heb, hebt ik moeten doen. Latei-
zal ik u wel weer eens schrijven. Ik ver
trouw dat u mijn verklaring de publiciteit
zult geven, welke ik u hierbü voor dit
schrijven vraag. „X".
Bij vier van de zes kranten was op de
voorpagina ook de enveloppe van den brief
afgedrukt. Deze was met het zelfde naar
voren hellende, kennelijk verdraaide hand
schrift beschreven als de brief zelf en bleek
volgens het poststempel in Southern Cani-
berwell op de bus gedaan te z'ün.
n.
Om vier uur in den middag sloot sir
Hector Frensham een vergadering, waar
toe hij alle leden uit uit hoogere rangen
van zijn personeel opgeroepen had. Hij zei:
„Zoo staan we er dus voor. We hebben
nog drie dagen twee en zeventig uur
om dien kerel, of, als een van jullie dat
nog steeds waarschünhjker mocht achten;
die kerels, te pakken te krijgen. Als ons
dat niet binnen twee en zeventig uur lukt,
wordt de leiding over de hoofdstedelüke
politie macht door de militaire autoriteiten
overgenomen. We zün nu al de risée van
het heele land, misschien wel van de heele
wereld. Volgens mij geheel en al ten on
rechte en ik weet zeker, dat verreweg de
meesten van u zoo niet alien die over
tuiging met mij deelt.
(Wordt vervolgd).