KRONIEK VAN DEN DAG DIE HOEST TEGEN DE WET TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 24 JANUARI 1940. No. 20. Na Churchill's rede. De heer Churchill beleeft niet veel plei- zier van zijn eenigszins sensationeele rede voering, bevattende een uitnoodiging aan de kleine neutrale mogendheden, om zich aan de zijde van Engeland en Frankrijk te scharen en op die manier het slagveld van Europa te worden. Het resultaat er van is veeleer averechts: Churchill verschafte den neutralen een uitnemende gelegenheid, om eens flink van zich af te bijten en de geheele wereld Duitschland incluis duidelijk te maken, dat hun zelf standi g- heidspolitiek een reëel ding beteekent. Ze loopen niet aan den Engelschen en Fran- schen leiband, gelijk den laatsten tijd her haaldelijk te Berlijn werd betoogd, doch houden er een zeer stellige eigen politieke meening op na. Het geeft althans eenige voldoening, dat men daarvoor nu te Berlijn eenig oor heeft gehad. Laten we hopen, dat een zekere Duitsche belangstelling voor de neutralen, welke merkbaar begon te worden en welke van soortgelijk allooi als die van den heer Churchill scheen, bij wijze van nuttige reactie, op het geval wat zal gaan tanen. Beteren dienst kunnen onze Oosterburen den oprechten zelfstandig- heidswil der kleine mogendheden niet be wijzen. In Engeland zelf is men eenigszins ge schrokken van den commentaar, welke de neutralen op Churchill's onbekookte rede voering hebben laten hooren. Hoewel de openbare Britsche meening het blijkbaar in groote trekken met den minister van ma rine eens is, beseft men in politieke krin gen te Londen, dat de rede veel te ging en niet het minste nut voor Engeland kan opleveren. Destelling, dat Frankrijk en Engeland ook zouden vechten voor de belangen der kleine staten, klinkt heel fraai, maar maakt op die kleine staten heel weinig indruk. We hebben ten deze zoo het een en ander beleefd, dat er moeilijk mede in overeenstemming kan worden ge bracht: Mantsjoerjje, Abessynië, Oostenrijk, Albanië, Tsjechoslovakpe werden aardrijks kundige namen met een politiek luchtje. En daarom wijzen we de eer, welke men onze zoogenaamde kwetsbaarheid wil aan doen, pertinent van de hand. Ieder vecht op dit oogenblik voor zijn eigen belangen, alle andere mooie praatjes ten spijt. Ook de neutralen doen dat en zij stellen er prijs op, dat men hunzelf het oordeel laat over de wijze, waarop ze dat het beste kunnen presteeren. Adviezen van belligerenten zijn voor hen nul en van geenerlei waarde. Ze vermogen er zich zoo'n beetje een voor stelling van te maken, wat het wil zeggen tot slagveld te worden uitverkoren. Spanje viel die eer te beurt en nu weer Finland. Als de grooten meenen per se te moeten vechten, kunnen ze dat het best op eigen grondgebied doen, dunkt ons. Van groote beteekenis in al dit verband is de houding van Italië. Te Rome heeft men op even ondubbelzinnige wijze .als de. kleine neutralen te kennen gegeven, dat de heer Churchill zijn schrale invitaties beter voor zich had kunnen houden. Daar naast blijft men zich echter ook ondubbel zinnig bezig houden met'het lot van Fin land, dat aan het communisme dreigt op geofferd te worden. Hierdoor komt Italië's neutraliteit meer dan tot dusver op één, lün te staan met die der kleine neutralen.' Hetgeen de positie der kleinen geen kwaad doet. Hoe beter al de neutrale belangen in ons werelddeel worden „gecoördineerd, hoe grooter de kans, dat men uitbreiding van den oorlog zal weten te voorkomen, en hoe grooter eveneens de mogelijkheid, dat tenslotte door middel van een compro mis de onzalige krijg zijn einde zal vinden. Al ziet het er op het oogenblik dan wel allerminst naar uit, dat zulk een compro mis alsnog binnen het bereik zal komen, men moet er toch rekening mee houden, dat een zekere strijdensmoeheid kan op treden, indien de neutralen er in slagen het geweld buiten hun grenzen te houden. Het gewicht, dat zij in de schaal werpen met hun nauwkeurige zelfstandigheidspoli- tjek mag zeer zeker niet onderschat wor den, en dat wel allerminst, indien er als gezegd een zekere coördinatie tot stand zou komen. De Koningin en Prinses Juliana per auto over de Gouwzee naar Harken Gistermiddag werd Monnikendam ver rast door de komst van H:M. de Koningin en Prinses Juliana, die even over half vier per auto in het dorp arriveerden. Op den Zuiderzeedijk verlieten de vorstelijke per sonen den wagen en begaven zij zich een oogenblik op het ijsom te genieten van den prachtigen aanblik en de vroolijke be drijvigheid van de schaatsenrijders in oogenschouw te nemen. - Daarna stapten de hooge bezoekers weer in de auto, waarmede zij den tocht over de Gouwzee naar het eiland Marken voort zetten. Hierop, volgden twee auto's, -waarin het gevolg gezeten was. Aan de haven was een groote menigte sa mengestroomd, dié de beide vorstinnen har telijk toejuichte. De Koningin en de. Prinses zijn op den heenweg naar Marken even op het ijs uit gestapt, waarbij de Prinses korten tijd schaatsen heeft gereden. De Koningin maakte een kleine wandeling op de ijs baan. Er werd in open auto's gereden. Omstreeks vier uur was het hooge gezel schap in Monnikendam terug. In vrij snelle vaart was van Marken langs denzelfden weg de terugtocht gemaakt. Op het eiland Marken zijn de hooge bezoeksters niet aan land gegaan. De Nederlandsche regeering zal 100.000 aan het Finsche Roode Kruis schenken. Een wetsontwerp in voor bereiding. Op schriftelijke vragen van het lid der Eerste Kamer,, <le heer Van Embden (v.d.) betreffende het verleenen van steun aan •Finland heeft de minister van Slaat, mi nister van aïgemeene zaken a ivoorzitter van den Raad van ministers geantwoord, dat een wetsontwerp., waarbij wordt voor gesteld een bedrag van 100,000 uit 's lands kas door bemiddeling van het Ne- derlandsche Roode Kruis ter beschikking te stellen van het Finsche Roode Kruis, in voorbereiding is. DE VORST HEEFT GROOTE SCHADE AANGERICHT AAN DE TUINBOUWGEWASSEN. Een financieele strop voor de tuinbouwgewassen in het Westland. Bij den dooi is in het Westland geble ken, dat de strenge vorst der laatste weken zeer groote schade heeft aangericht aan de tuinbouwgewassen. Vooral de te velde staande spruitkool blijkt voor een groot gedeelte vernietigd te zijn. Deze groote schade is dus een herhaling van de vorst- schade van December 1938, toen vrijwel alle tuinbouwproducten vernietigd werden. Verscheidene kweekers hadden Dinsdag de spruitkool met stronk en al in de vee stallen gehaald om deze vlugger tot ont dooiing te krijgen. Hierbij bleek het groot ste deel te gelijken op „groene zeep", zoo als een spruitenteler mededeelde. Bij een verderen dooi zal blijken, dat een groot deel verrot zal "zijn. De tuinbouwers, vooral de sprüitentelers. worden financieel zwaar getroffen Men verwacht ook, dat de glasandijvie veel geleden zal hebben van de vorst. Over het behoud van bloemkool- en slaplanten zijn de verwachtingen ook niet hoog ge spannen. Geen Nederlandsche vrijwilligers voor Finland. In de bestaande tijds omstandigheden onge- wenschts zegt minister De Geer. Op een schriftelijke vraag van het lid der Tweede Kamer de lieer Van der Goes van Naters (S.D.A.P.) betreffende 't verlee nen van verlof aan Nedcrlaiulsche vrijwil- Ijige*^ zich in Finschen ltrijgsdienst )te be- geveii, heeft He minis,ter van aïgemeene zaken ajv voorzitter van den Raad van ministers geantwoord, dat de regeering het in de bestaande tijdsomstandigheden ongewenscht 'acht te bevorderen, dat aan Nederlanders verlof wordt verleend in vreemden krijgsdienst ,te treden» N.S.B.-VERGADERING IN EEN GEBOUW WAAR MILITAIRE COMMANDOPOST WAS GEVESTIGD. Een ontslagen reservekapilein. Op schriftelijke vragen van het lid der' Tweede Kamer,, den heer Van der Goes van Naters (S.D.A.P.) betreffende 't houden van een vergadering der NSB. in een gé- bouw, waarin een militaire commando post gevestigd was, en het waarnemen van een functie in den „nationale» jeugdstorm" door een reserve-kapilein. heeft de minis ter, van defensie, geantwoord, dat het on derzoek geleid heeft tot de volgende con clusie. a. Op 29 November 1939 is in een ho tel te Zeist door de leden van de groepen Zeist en Driebergen van de N S.B. een be sloten vergadexing gehouden. b. Voor het houden van - de onder a. •bedoelde besloten vergadering was geen vergunning yereischt. noch van de burgerlijke, noch van de militaire autoritei ten. c. De zaal, waarin de vergadering werd gehouden de beneden-achterzaal ligt geheel afgescheiden van de localiteiten op de eerste verdieping. waarin de com mandopost van den kantonnementscom- mandant is gevestigd. Zaal en commando post kunnen niet door den zelfden ingang worden bereikt Bovendien worden op de eerste verdieping de kamers, waarin de bureau- van de commandoposten gevestigd zijn, door militair personeel bewaakt. d Er zpn geen militairen in de vergade ring aanwezig geweest Evenmin hebben zich, gedurende de vergadering, militairen opgehouden in de straat, waar het hotel is gelegen. e. De betrokken reserve-kapitein heeft met de vergadering geen enkele bemoeie nis gehad. Deze conclusie geeft don minister geen aanleding tot het treffen van maatregelen. Afgescheiden van het vorenstaande is meerbedoelde reserve-kapitein bij Konink lijk besluit van 17 Januari eervol ontslag uit den militairen dienst verleend op grond van'het feit. dat nij nadat de minister van defensie hem er op had gewezen, dat aansluiting bij of eenigerlei steunyerleening aan den nationalen jeugdstorm op grond van het bepaalde in de ministerieele be schikking van 10 Maart 1933, in strijd is met de plichten van den militairen amb tenaar en derhalve voor hem is verboden niet binnen redelijken tijd voor het lid maatschap van den nationalen jeugdstorm heeft bedankt OUDE MAN OP PETROLEUMKACHEL GEVALLEN EN AAN BRANDWONDEN OVERLEDEN. Gisteravond om kwart#voor zeverj is in een perceel in de Tweede Weteringdwars straat te Amsterdam een 64-jarige man op een petroleumkachel gevallen Er ontstond een kleine binnenbrand, welke de brand weer spoedig had gebluscht. De oude man' bekwam deerlijke brand wonden en moest naar het binnengasthuis worden overgebracht Hier is hij kort na aankomst overleden. Wat Finland op de Russische troepen veroverde. Een antieke wagen, die ingericht was als „radiostation" maakte deel uit van den oorlogsbuit aan 't Suomussalmifront De autoritaire staat Roemenië. Het D.N.B. meldt uit Boekarest: De in Roemenië na de invoering van het autori taire régime in 193S opgerichte eenheids partij, het „Roemeensohe Front der na tionale wedergeboorte", heeft thans bp een wet zijn statuten gekregen. Volgens deze statuten is het front de eenige in Roe menië toegelaten partij-organisatie, welke zich in overeenstemming met de bestuurs- indeefing van het land zal indeelen in gou wen, districten en plaatselijke groepen. In de plaatselijke groepen wosden leiders gekozen; in de hoogere eenheden worden zij benoemd. Alle openbare ambtenaren en beambten moeten lid zijn I van het. Front. De volksgroepen hebben het recht eigen groepen te vormen binnen hét-Front. De léden moeten den eed van' trouw afleggen op koning en Grondwet. EEN MINISTER HAD VERTRAGING. Gisteravond hield de Eerste Kamer een vergadering waarin een aantal kleine wets ontwerpen werden behandeld. De vergade ring werd te half negen geopend. Na goed keuring zonder debat van eenige ontwer pen, stelde de lieer Vijlbrief (s.d.) een vraag over de Indische mijnwet. De voorzitter verzocht den spreker in de rede te mogen vallen. De minister van ko loniën, de heer Welter, was niet aanwezig ter verdediging van het wetsontwerp, en geen der aanwezige ministers was gemach tigd, hem te vervangen. Spr. stelde voor, het wetsontwerp aan te houden tot een 'olgende vergadering, waartoe werd be- 'sloten. De vergadering werd te 8,37 ver daagd tot hedenochtend. Minister Welter had evenwel, toen hij per auto op weg was naar het Binnenhof ver traging ondervonden, doordat zijn wagen te kampen had met de gladheid. De minis- is morgen over mits Ge Uw kind vanavond nog AKKKP.'s "Abdijsiroop geelt. Gedu rende den nacht gaal de heilzame werking de'r'Icfuiden doonenmaken zij de verkoudheid los, terwijl de hoeslstillcnde kracht der „codeïne" zorgt, dat Uw kind rustig slaapt en niet wakker blijft door benauwende hoestprikkeling. De slijm komt loa en de hoest verdwijnt, dat is de verrassende dubbele werking van Abdijsiroop, welke uit kruiden-ex» tracten en „codeïne" bestaat. Zorgt dat U alt{jd Abdijsiroop in huis hebt. „Een lepel Abdijsiroop aan Uw kind vóór het naar school gaan, werkt als een .beschuttend schild". tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct„ f 1.50, f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbasf ter kwam slechts enkele minuten te laat in de Kamer, doch de vergadering was in middels verdaagd. Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 47). I „Ja", zei Hector Frensham, „dat heb ik hem al gezegd. Hij wierp een b2ik op het stapeltje getypte vellen, dat Connor hem gegeven had en vroeg, terwijl hij er met zijn wijsvinger op tikte: „Staat hier nog iets in over den afstand, waarop het schot gelost moet zijn. Ik bedoel iets nieuws?" Connor schudde het hoofd. „Nee, meneer. Jarvis heeft nog sir Bertram Matchdale gehaald om het lijk te schouwen. Volgens sir Bertram Matchdale was de afstand zelfs nog kleiner, dan de anderen geschat had den en wat nog erger is, meneer, sir Ber tram is van meening, dat het schot onmo gelijk uit een gewoon type auto gelost kan zjjn. Geen een gewone auto is zoo laag ge bouwd, dat men vanuit een hoek zou kun nen schieten, als de wond van Beard aan toont. Hector Frensham keek den spreker plotseling doordringend aan. „Heel veel open sportwagens zijn tegenwoordig zoo laag bij den grond, dat je er zoo maar in kunt stappen", zei hij. Connor knikte. „Ja, meneer, maar het is niet waarschüniyk, dat iemand uit zoo'n auto een schot zou lossen. Als het schot uit een auto gelost is, dan moet het volgens mij en Jarvis en de anderen zijn dit met me eens uit een gesloten wagen geweest zijn. En aangezien er volgens sir Bertram met het oog op den hoek van de wond alleen maar sprake kan zijn van een uiterst laag gebouwde auto, gelooven we, dat het schot heelemaal niet uit een auto gelost is". „Het moet uit een auto geweest zijn", zei Hector Franshem met stemverheffing. „Dat kan niet anders! Wil je me soms ver-' tellen, dat die X, die tot nog toe zóó voor zichtig geweest is, nu opeens zoo'n idioot zou zijn, al wandelend op iemand te schie ten? Man, het risico daarvan is toch véél te groot! Zóó brutaal kan hij toch niet zün „U moet niet vergeten, meneer, dat het vrijwel vast staat, dat de man gek is en een gek speelt vaak klaar, wat een nor maal mensch niet eens in zijn hoofd zou halen ook maar te probeeren". „Maar een gek gaat ook heel wat voor zichtiger te werk dan een normaal mensch, dat wil zeggen, waar het een „hobby" be treft. Ik houd vol, Connor, dat juist dat het feit, dat de man gek is, het vrijwel uitge sloten geacht mag worden, dat hij onder het wandelen in een drukke straat een re volverschot zou durven lossen. Toch voel ik ook wel iets voor jouw theorie. De zaak komt. me aan alle kanten even onmogelijk voor! Ik dacht, dat het geval met dien ar men verkeersagent het sterkste en onge looflijkste staaltje was, dat we ooit meege maakt hebben, maar dit slaat alles!" „Dan is er nog een andere mogelijkheid, namehjk de truc van den man met een re genjas over zijn armzei Connor lang zaam en op een toon, die weinig overtuigd klonk. Hector Frensham schraapte zijn keel en keek Nicholas Revel aan met een gezicht, waaruit alle kleur geweken was. Vele van Hector Frensham's vrienden zouden dit vermoeide, gerimpelde gezicht nauwelyks herkend hebben. Hij lachte een vreugde- De materialist ziet niets anders dan de stof, dan het begin en het einde van alle dingen, de stof, die gedoemd is te vergaan, als een waardeloos iets en die daarom haren vereerders keer op keer ontrouw moet worden. loos lachje, dat onaangenaam aandeed. „Dit is je kans, Re vél", zei hy. „Zeg ons hoe dit gebeurd is en we zullen uit je hand eten". Een oogenblik kwam er beweging in Connor's gezicht en houding. Hp draaide zich sehieiyk naar Hector Frensham om en deed zijn mond open alsof hij een woord van protest (of nog erger!) wilde laten hooren, doch wist zich met moeite nog net te bedwingen en verschanste zich weer achter een muur van onbewogenheid, wel ke nog ondoordringbarder was dan tevoren. „Om u de waarheid te zeggen", zei de heer Revel luchtig, „heb ik altijd wel ge dacht, dat ik wist hoe die verkeersagent vermoord werd. Na dezen moord op klaar lichten dag ben ik er zekerder van dan ooit „Een oogenblik!" riep Hector Frensham schor uit. „Ik wil niet, dat je je zelf be lachelijk maakt. Ik weet zeker, dat Connor dat wel graag zou hebben, maar zal ik Con nor en de andere mannen zoo ver krügen, dat ze waarde aan je meening hechten, dan moet ik ze er eerst van overtuigen, dat de handige manier, waarop je. die wedden schap met mijn dochter gewonnen hebt, geen stom geluk geweest is. Voor je iets gaat zeggen dien je eerst te weten wat wij weten. Het schot, dat vanmiddag dien agent doodde, werd volgens vier doctoren waaronder sir Bertram Matchdale op nog geen anderhalven meter afstand gelost. Let wel nog geen anderhalven meter! Want de verkeersagent werd op een af stand van circa zes meter doodgeschoten. Nogal een verschil, zooals je ziet! Als je nu nóg lust hebt om ons aan te toonen hoe dom we toch zijn, ga dan je gang!" „Dank u", zei Nicholas Revel vriendelijk. „Maar de afstand doet er werkelijk weinig toe. Laat ik beginnen met u te zeggen, dat ik het met commissaris Connor volkomen eens ben. Het schot werd niet uit een auto, doch door een voetganger gelost. Ik kan uw meening niet deelen, dat dit uitgesloten geacht moet worden. Ook lijkt commissaris Connor's theorie van den man met de re genjas me in dit geval niet toepasselijk te zijn. Hebt u „De Onzichtbare Man" van Chesterton wel eens gelezen?" Van zijn twee toehoorders stoote er één een ongearticuleerd geluid uit, terwijl de andere plotseling een en al aandacht werd bp het hooren van den titel van een dei- meest fantastische detectiveromans, die missschien ooit geschreven is. En vreemd genoeg was het ditmaal Connor, die blijk 'van belangstelling gaf, en Hector Frens ham, die zijn afkeer niet onder stoelen of banken stak. „In „De Onzichtbare Man", vervolgde de heer Revel, „zegt vader Brown, dat een man ineen brievenbestellersuniform zoo goed als onzichtbaar is, daar niemand eige- iyk ooit op brievenbestellers let". „Je wilt toch niet bewerenzei Hec tor Frensham kwaadaardig. „Nee", zei meneer Revel en schudde het hoofd. „Maar ik zou er op willen wijzen, dat hoewel Chesterton misschien een einde gemaakt heeft aan de onzichtbaarheid van brievenbestellers, er niettemih in Londen een soort man rondloopt, waarvan de klee ding nog sterker in het oog valt, dan dis van een brievenbesteller en toch durf ik beweren, dat diezelfde man desondanks tweemaal zoo onzichtbaar is. Het is een soort man, die niet alleen een volmaakt» schuilplaats voor een revolver heeft zelfs wanneer bij de revolver gebruikt doch die ook juist door zpn opzichtigheid zóó weinig opval l, dat hp voor de mcnschen in zijn onmiddellijke omgeving om zoo te zeg gen niet eens bestaat". Connor kuchte gemaakt en stond op. „Ik hoop, dat u het me niet kwalijk neemt, me neer" zei lip, toen Hector Frensham hem vragend aankeek „maar ik ben erg bezet. Ik vrees, dat ik niet meer tijd kan missen om naar salon-getheoretiseer te luisteren". Aan den toon, waarop hij deze woorden zei was een oogenblik te hooren, welk een bit tere toon er in zijn binnenste brandde. „Ilc heb werk te doen", zei hp. „Ga zitten!" zei Hector Frensham. Hoe wel zpn stem rustig klonk, nam Connor direct weer plaats. „Ga door, Revel", zei Hector Frensham. „Wie is jeeh on zichtbare man, die zoo opvallend gekleed gaat?" „Misschien heb ik ten onrechte het woord kleeding gebruikt", zei de heer Revel pein zend. „Nee, ik zie nu dat ik me verkeerd uitgedrukt heb Nee, het opvallende dat dit soort man draagt is geen kleeding. Neemt u me niet kwalijk. Ik had het niet klee ding mogen noemen". De heer Revel schud de langzaam het hoofd, alsof hij zich zelf om zijn domme fout veroordeelde. „ik vind, dat je er wel eens rekening mee mocht houden, dat we het tegenwoor dig nog drukker dan gewoonlpk hebben, Revel". Hector 'Frensham's stem klonk koud en onheilspellend. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5