Hoe de „Arendskerk'
getorpedeerd werd»
""Akkertje
<2!W; 1938:35'8 (32®'-
De Buïtsehe dluikbootkapiteira beschouwde de
lading als contrabande,
Omdat zij bestemd was
voer Zuid-Afrika.
De kapitein van het in de Golf van Bis-
•caye getorpedeerde Nederlandsche motor
schip „Arendskerk" heeft gisteravond uit
Lissabon met de Vereenigde Nederlandsche
Scheepvaart Maatschappij getelefoneerd en
medegedeeld, dat de geheele bemanning
daar ter plaatse is aangekomen. Allen be
vinden zich in goeden welstand. Het Euro-
peesche deel van de bemanning zal zoo
spoedig mogelijk per trein naar Nederland
vertrekken.
Een relaas van den gezagvoerder.
De gezagvoerder van de „Arendskerk",
de heer C. J. H. Wjjker, heeft in een in
terview met Reuter gezegd:
„Wü waren op weg naar Kaapstad en
Durban met een lading stukgoederen. Wij
waren om 1 uur 's middags Heisant (de
Fransche vuurtoren Ouessant) gepasseerd,
toen wij ver voor ons iets aan den ge
zichtseinder zagen, dat naar onze meening
een mjjnveger was. Plotseling daalde een
kogelregen in de buurt van ons schip neer.
Toen wij dichterbij kwamen, zagen wij een
duikboot, die voortdurend dichterbij kwam,
bleef vuren en mij bevel gaf te stoppen.
Hoewel mijn schip volkomen stil kwam te
liggen, bleef de duikboot vuren. Gehoor ge
vende aan het bevel der Duitschers, heb
ik mijn eersten officier met de scheepspa
pieren naar de duikboot gezonden.
Het onderzoek der scheeps
papieren.
Na de papieren te hebben onderzocht,
zeide de commandant van de onderzeeboot
dat het hem speet, doch dat hij het schip
moest tot zinken brengen, daar de lading
■uit contrabande bestond; omdat zij bestemd
was voor Zuid-Afrika, beschouwde hü de
lading als contrabande, niet wegens haat
aard.
Mijn schip, aldus de heer Wijker, ver
voerde slechts stukgoederen en daar was
geen contrabande bij.
De eerste officier was zeer onder den
indruk van de vriendelijkheid van den' Duit-
schen commandant, die zeide, dat het hem
zeer speet zoo'n goed schip tot zinken te
moeten brengen, doch dat. hij zijn plicht
moest doen.
Ik moet hier aan toevoegen, dat mijn
schip pas een jaar oud was en beschouwd
werd als een der beste vrachtschepen ter
wereld.
De duikboot zelf sleepte de boql; terug
en gaf de bemanning een half uur haar te
verlaten. Dat hebben wij in drie booten
gedaan.
Toen wj ver genoeg waren, zagen wij
dat het geheele dek, de mast en de lading
van ons schip waren opgeblazen.
Het schip brak in stukken uiteen en
zonk. Wij zagen diudelijk de uitwerking der
ontploffing.
Twee uur rondgezwalkt.
Wj zijn twee uur in de reddingbooten
geweest en werden toen opgepikt door het
Italiaansche stoomschip „Fedora". De Itali-
aansche bemanning was buitengewoon aar
dig voor ons.
Dinsdagochtend passeerde de „Poeloe
Bras" (van de Stoomvaartmaatschappij Ne
derland) en daar dit schip op weg was naar
Lissabon en het Italiaansche schip niet, gin
gen wj over.
Wij waren met ons zestigen, met twee
passagiers, den heer en mevrouw Brouwer.
Allemaal waren ze zeer cordaat. Ik moet
zeggen, dat mevrouw Brouwer wonderlijk
kalm en beheerscht is geweest. Wij heb
ben al wat wij aan boord hadden verloren
en hadden slechts onze kleeren, daar ons
slechts een half uur was gelaten om in de
booten plaats te nemen voor de ontploffing
werd veroorzaakt.
Wat de eerste officier vertelde.
De eerste officier van de „Arendskerk",
de heer Öosterhuis, die zich aan boord van
de duikboot heeft begeven, zeide, dat de
Duitsche commandant zeer vriendelijk was
geweest, doch niet kon worden overtuigd
het schip door te laten gaan. Ook wilde hij
er niet van hooren dat de lading van alge-
meenen aard was en geen contrabande,
noch wilde hij er over praten dat het een
neutraal schip betrof.
De bemanning van de „Arendskerk" zal
met het eerste Nederlandsche schip, dat
naar het vaderland vertrekt, de reis ma
ken.
De kapitein zal waarschijnlijk met den
trein via Spanje en Frankrijk reizen.
Koes gevat
Motorreddingboot „Prins
Bernhard" in dienst gesteld.
Een geschenk van de Neder
landsche schooljeugd.
De nieuwe motorstrandreddingboot
„Prins Bernhard", die door de Nederland
sche schooljeugd aan de N.Z.H.R.M. is ge
schonken, is gistermiddag in tegenwoordig
heid van Z.K.H. Prins Bernhard officieel
in dienst gesteld.
Voor deze plechtigheid waren circa 60
leerlingen en oud-leerlingen van het Am-
sterdamsch lyceum naar Scheveningen ge
komen.
Dat juist deze jongens en meisjes uitver
koren waren het prachtige geschenk na
mens de Nederlandsche schooljeugd aan de
Reddingmaatschappij over te dragen, dank
ten zij aan het feit, dat het indertijd hun
school is geweest, die het initiatief heeft
genomen voor deze mooie daad.
De schare jongelui verzamelde zich in
één der lokalen van het havenkantoor. Kort
te voren arriveerden hier Z.K.H. Prins
Bernhard, die in gezelschap was van zijn
secretaris, jhr. mr. C. Dedel, den burge
meester van de residentie, mr. S. J. R. de
Monchy, den voorzitter en den secretaris
van het hoofdbestuur der Reddingmaat-
sohappij, de heeren P. E. Tegelberg, en H.
Th. de Booy en andere autoriteiten. Ook
de bemanning van de nieuwe reddingboot
had zich in het lokaal opgesteld.
De directeur van het Amsterdamsche ly
ceum, dr. C. P. Gunning, gaf in een harte
lijke toespraak een overzicht van de wijze,
waarop het mogelijk is geworden dit ge
schenk van de Nederlandsche schooljeugd
thans te kunnen aanbieden. Spr. gaf uiting
aan de blijdschap van zijn leerlingen, die
nu in de gelegenheid zijn het resultaat van
hun arbeid te zien, een blijdschap, die door
de aanwezigheid van Z.K.H. Prins Bern
hard nog grooter is dan zij reeds was.
In het vervolg van zijn toespraak ge
waagde dr. Gunning van de beteekenis,
die aan dit geschenk moet worden toege
kend, en die hierop neerkomt: klaar staan,
waar het geldt den medemensch te helpen.
De voorzitter van den schoolraad van
het Amsterdamsche lyceum, Tony Dulling,
droeg de motorstrandreddingboot vervol-
fen| T-f' enkele welgekozen woorden aan
de Reddingmaatschappij over.
Namens deze maatschappij sprak hierna
de heer Tegelberg enkele hartelijke woor
den van dank. Spr. vertelde den leerlingen
iets van de organisatie en de werkwijze
der maatschappu en bracht hulde aan de
bemanningen der reddingbooten
Op zijn beurt droeg spr. de nieuwe boot
over aan den voorzitter van de plaatse-
l«ke commissie der maatschappij, den heer
Leeuwe en aan schipper Jol, onder wiens
commando de bemanning zal staan
Men gmg vervolgens naar buiten, waar
rLÏ hü? aan de ltade las gemeerd.
Door het wegnemen van een doek, dat
den naam van de boot bedekte, stelde
Bern,hard onder groot gejuich der
scholieren de nieuwe aanwinst in dienst.
De Prins heeft hierna met de naar hem
genoemde boot een tochtje door de havens
gemaakt.
De stand der werkloosheid
gunstiger dan vorig jaar.
De laatste weken gaven echter
een stijging te zien.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt de volgende resultaten mede
van de verzameling door het centraal bu
reau voor de statistiek van de voorloopige
gegevens over de week van 27 tot en met
30 December 1939.
Op 30 December waren bjj de organen
der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre
ven 345.551 werkzoekenden (329.505 man
nen en 16,046 vrouwen).
Hiervan waren 271.025 (259.989 mannen
en 11.036 vrouwen) werkloos en waren
58.734 personen door overheidshulp te
werkgesteld bij cultuurtechnische en admi
nistratief daarmede gelijkgestelde werken.
Blijkbaar waren er dus 15.792 personen als
werkzoekende ingeschreven, die in het vrije
bedrijf werkten, doch ander werk zochten.
In de week van 27 tot en met 30 Decem
ber 1939 waren bij gesubsidieerde vereeni-
gmgen met werkloozenkas aangesloten
592.406 personen, waaronder 75.395 land
arbeiders.
Van de 517.011 verzekerden buiten de
landarbeiders was het werkloosheidsper
centage 24,1 (in de vorige verslagweek van
4 tot en met 9 December 1939 was dit per
centage 19,IJ
Voor de 592.406 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk
loosheidspercentage 26.5 (vorige verslag
week 18,23).
In de overeenkomstige verslagweek van
December was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden in de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld
de percentages, indien de landarbeiders bui
ten beschouwing worden gelaten):
«l93?;,3.3:5 (32'®: 1933: 37'4 (32'7>; 1934:
SiV ïfli 1EI35: 39'5 (36'7)1936: 33,7
Tr. Dc werkloozenkassen.
,y den rijksdienst der werkloos
heidsverzekering en arbeidsbemiddeling be-
gemïai^00!1^0?'86 °ÖferS kan worden op-
bH pÏÏL^L'",/939 de warkloozenkassen
in he? ge.middeld aantal leden van 585.000
totaal aan bijdragen van de leden
ontvingen 7.700.000.
Ten laste van het rjjk en de gemeenten
"ir/ioiofe"1,1 i,et toiaai aaa aa9-
4aen fnT.tToïS^ da
sen2df?I?n<3wre-e7es der werkloozenkas
sen, die op het einde van 1938 14.800 000
vtn'llfb. 6g t0t 20-000-000 °P bet etaS
HET NAZI-BEWIND BERGT HET
KWAAD IN ZICH.
Volgens den Aartsbisschop
van Canterbury.
Reuter meldt uit Londen: De aartsbis
schop van Canterbury heeft verklaard, dat
de kerk zich daadwerkelijk moet voorberei
den voor de taken, waarvoor zij zich gesteld
zal zien, indien de vredesvoorstellen zouden
worden geformuleerd. De aartsbisschop
verklaarde, dat het nazi-bewind het kwaad
in zich bergt, of men het beziet van inter
nationaal standpunt, dan wel in verband
Zweden zal geen troepen
doorlaten.
Dit zou in strijd zijn met
de neutraliteit.
Uit Stockholm: De Zweedsche minister
president Hansson heeft in den rijksdag
een rede gehouden, waarin hij zeide. dat
de buiten)andsche politiek van Zweden
geenerlei wijziging hééft ondergaan. De
onafhankelijkheid en neutraliteit van Zwe
den zullen verdedigd worden. Hansson zei
de ten aanzien van de discussies in de bui-
tenlandsche pers over de mogelijkheid voor
Zweden zich buiten den oorlog te houden,
dat dit discussies waren „over onze hoof
den heen".
Er is, zoo zeide Hansson, noch door de
Westersche mogendheden druk op ons uit
geoefend, noch zijn wij door Duitschland
bedreigd. Iedere poging onze neutraliteit
te schenden, zal met alle te onzer beschik
king staande middelen worden afgewend.
Er kan geen sprake zijn van daden, wel
ke in strijd zijn met de neutraliteit, zooals
het doorlaten van troepen der oorlogvoe
rende landen of het gebruik maken van
steunpunten op ons grondgebied.
Zweden handhaaft de samenwerking met
de kleine staten, die niet door bondgenoot
schappen verbonden zijn en welke den
vrede zoeken, die veiligheid geeft door
rechtvaardigheid. Het doel van de samen
werking tusschen de Noordsche staten is
het verzekeren van de neutraliteit en de
onafhankelijkheid. Er is nooit sprake ge
weest van een militaire coalitie en er be
staat voor Zweden geen enkele verplich
ting, zich aan de zijde van Finland te scha
ren. Het Zweedsche volk is jegens Finland
met warme gevoelens bezield. De Noord
sche solidariteit is ten diepste getroffen
door de daden van geweld tegen een
Noordsch volk, en door de bedreiging,
waarmede getracht wordt het te dwingen,
tot het verlaten van de Noordsche ge
meenschap, die het gekozen heeft als zijn
levensruimte in den ruimsten zin des
woords. Dit beteekent geenszins vijandig
heid jegens het Russische volk.
De hulp aan Finland is het voorwerp
van de levendige sympathie der Zweedsche
regeering, doch voorzichtigheid is geboden,
indien wij niet een deel willen worden van
het gebied van het groote conflict.
Wij hebben geen instructies uit het bui
tenland noodig voor onze betrekkingen met
Finland. Wij beoordeélen zelf vrijelijk, hoe
wij het beste de zaak van het Noorden en
Finland kunnen dienen."
Spoorwegambtenaren krijgen
les in microfoontechniek.
Het kan als bekend worden veronder
steld, dat de Nederlandsche Spoorwegen
eenigen tijd Beleden zijn overgegaan tot
het aanbrengen van lüidsprekersinstallaties
op de verschillende stations, teneinde het
publiek zoo spoedig mogelijk van wijzigin
gen in de dienstregeling op de hoogte te
kunnen brengen.
Degenen, die deze installaties moesten
bedienen, waren echter in de meeste ge
vallen voor het wachtende publiek onver
staanbaar, soms door onduidelijkheid van
de stemmen, soms ook, omdat het lawaai
op de stations de stemgeluiden verre in
kracht overtreft. Toen er klachten binnen
kwamen over de resultaten van het om
roepen, heeft de directie van de spoorwe
gen pogingen aangewend om hierin de noo-
dige verbetering te brengen. Daartoe ver
leende de directie van de A.V.R.O. haar
medewerking. Een technische commissie
kwam tot de conclusie, dat de fout moest
gezocht worden in het feit, dat de spre
kers op de stations niet wisten hoe zij met
een microfoon moesten omgaan.
Zij kónden dat ook niet weten, want zü
hadden nooit geleérd de techniek van het
microfoonspreken onder de knie te krijgen.
En dit is toch een eerste vereischte.
De A.V.R.O. heeft toen in samenwerking
met de Nederlandsche Spoorwegen cursus
sen georganiseerd, welke onder leiding
staan van den bekenden omroeper Guus
Weitzel, wiens aanwijzingen van groot nut
kunnen zijn voor de stations-sprekers. Een
klein groepje spoorwegambtenaren uit alle
deelen des lands volgen den cursus in de
studio te Hilversum.
In de toekomst zullen dus de stations
omroepers, beter dan tot nu toe het geval
was, in staat zijn het publiek te bereiken.
Niets is hinderlijker dan dat men hoort,
dat er iets wordt gezegd, terwijl men op
geen stukken na de beteekenis kan ver
staan.
1-Iet streven naar vervolmaking op dit
punt geschiedt ten voordeele van het pu
bliek, dat voor iedere verbetering in de
„service" dankbaar zal zijn.
De distributie van peulvruchten.
Zooals reeds werd gemeld, worden met
ingang van 19 Januari a.s. alle soorten dro
ge peulvruchten, tenzij vaststaat, dat deze
niet voor mensclielijke consumptie be
stemd zijn en met uitzondering van groene
erwten, spliterwten en linzen, in distributie
gebracht.
De vroegere speciale regeling, welke be
oogde de verstrekking van peulvruchten
aan zieken en instellingen mogelijk te ma
ken, komt hiermede te vervallen.
Naar wij voorts vernemen, kunnen met
ingang van 19 Januari a.s. de plaatselijke
distributiediensten, op vertoon van door de
controleerende medische instantie afgege
ven formulieren, aan hen voor wie zulks
op medische gronden noodzakelijk is, extra
consumentenbonnen verstrekken.
Instellingen zullen in de week van 14
tot en met 20 Januari 1940 toewijzingen
voor droge peulvruchten rechtstreeks van
het centraal distributiekantoor ontvangen.
met de barbaarschheden van het
tratiekamp, de wreede Jodenvervolgingen
en de onverbloemde zeerooverij in volle zee.
De schepen „Hilversum" en „Leto" zijn met regeeringsgraan uit
Zuid-Amerika in de haven van Amsterdam aangekomen, waar zij
gelost worden. Beide vaartuigen arriveerden tegelijk in de hoofdstad
met hun in dezen tijd wel bijzonder welkome lading.
Engeland tracht Duitschland economisch te worgen.
De Britsche schatkist een
belangrijk oorlogswapen.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
minister voor de economische oorlogvoering
Cross, een overzicht gegeven van den eco-
nomischen oorlog. Hij zeide: „Wij bestrijden
een land, waar het geheele volk geklonken
is tot e e n uitgebreide militaire machine
en dat een economische organisatie heeft,
die reeds lang werkte voor den dag van
den oorlog.
Dat maakt naar mijn opvatting Duitsch
land technisch sterker dan in 1914-191S en
tegelijk brozer dan ooit tevoren".
De minister vermeldde aldus Reuter
een belangrijk onderscheid tusschen de
zen en den wereldoorlog. „Thans is alleen
de Fransche grens gesloten. De rest van
Duitschlands naburen is neutraal en zijn
mogelijke leverantiekanalen zijn derhalve
ontzaglijk toegenomen, daarom heeft de
regeering „een bijna nieuwe techniek" aan
vaard. Spr. beschreef het systeem der con-
trabandecontrölebases en wees op de „slim
me trucs, waarmede neutrale kooplieden
trachten de regelingen van hun eigen regee
ring te omzeilen".
Voortgaande zeide Cross. „Het spreekt
vanzelf, maar misschien moet het nog ge
zegd worden, dat onze campagne niet ge
richt is tegen de neutralen. Wjj stellen al
les in het werk om den weg voor den neu
tralen handel zoo vlot mogelijk te maken,
waarbij echter steeds de overheerschende
overweging voorop staat, dat wij onze rech
ten van oorlogvoerende ten volle moeten
uitoefenen.
Het doel is een slagboom op te werpen
rondom het onder Duitsche controle staand
gebied. Hoe meer wij er in kunnen slagen
om dezen slagboom te controleeren van af
de zeetoegangen, hoe minder de vertragin
gen zullen zijn voor de neutrale scheep
vaart en hoe grooter het gemak zal zijn
voor de bonafide neutrale kooplieden.
„CONCURREERENDE AAN
KOOPEN."
Een ander en zeer belangrijk terrein der
Britsche activiteit bestaat in „de zeer con-
curreerende verkoopen en aankoopen in
sommige neutrale landen". Cross zeide, dat
Duitschland in de afgeloopen jaren zijn
buitenlandsche handel vooral in de Donau-
landen voerde door een ingewikkeld
systeem van clearing en ruilhandel, dat
Duitschland een belangrijken greep gaf op
den buitenlandschen handel in verscheidene
kleinere neutrale landen. Om deze vijande
lijke positie aan te vallen had Engeland
nieuwe methoden noodig. Bijgevolg werd
het voor de schatkist noodzakelijk de ver
schillen in prijs te betalen, die ontstonden.
„De schatkist is nooit in gebreke geble
ven een snelle en royale beslissing te geven
ten aanzien van aankoopen, die ten doel
hadden den vijand te berooven van vitale
goederen."
Zeer aanzienlijke aankoopen zijn gedaan.
Engeland heeft sommige soorten goederen
gekocht in landen, waar het ze nooit tevo
ren gekocht had.
Over de gevolgen voor Duitschland ver
klaarde Cross, dat de snelheid van den
Britschen economischen aanval de Duitsche
staatshuishouding een hevigen slag heeft
toegebracht. „Na vier en een halve maand
zien wij Duitschland zoo ongeveer onder
denzelfden economischen druk als na twee
jaar van den vorigen oorlog. De levens
omstandigheden in Duitschland zijn krap.
Er is reeds een rantsoeneering voor klee
ding en zeep. De bewoners van Berlijn lij
den koude door gebrek aan steenkool. Er
zijn tekorten aan petroleum, ijzer, katoen,
koper, wol, oliën, vetten en vele andere ma
terialen."
De exporten zullen de beste proef vormen
op Duitschlands industrieele onbehaaglijk
heid. Duitschlands exporten worden belem
merd door een tekort aan materialen en ve
le fabrieken moeten sluiten of onder hun
capaciteit werken.
Tenslotte zeide Cross: „Er zijn geen be
langrijke lekken in de controle en practisch
alle Duitsche exporten, die door dit wapen
kunnen worden aangevallen, zijn werkelijk
gestuit.
Wij verwachten den dag, waarop wij op
zoodanige wijze Duitschlands economische
leven zullen hebben gewurgd, dat het de
oorlogsinspanning niet langer kan volhou
den.
Door dat middel gelooven wij, dat wij
den dag der afrekening dichter bij kunnen
brengen en de levens van onze eigen men-
schen kunnen sparen".
Weer beperkte verloven in
Engelsch expeditieleger.
Het Britsche ministerie van oorlog beves
tigt, dat „beperkte verloven" voor het
Britsche expeditieleger hervat zijn.
Men ziet hierin een bewijs, dat de Engel
sche legerleiding den toestand aan het Wes
telijk front minder spannend acht.
DE KOLENSCHAARSCHTE TE
BERLIJN.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De tijde
lijk in Berlijn opgetreden kolenschaarschte
die een gevolg was van den aanvang van
ongewoon felle koude in Europa, zal bin
nenkort zijn opgeheven. De laatste dagen
reden reeds overal in Berlijn auto's met
briketten door de straten en van 's morgens
tot 's avonds werden kolen bij de woningen
afgeleverd. Ook des Zondags bleven de
steenkoolzaken op bevel van het stadsbe
stuur geopend om het mogelijk te maken
de bevolking zoo snel mogelijk weer van
brandstoffen te voorzien. De militaire auto
riteiten stelden een deel van hun vracht
auto's ter beschikking voor steenkool
transport in de stad. De hulpdienst der
NSDAP. heeft wagons steenkool op de sta
tions gelost en gezorgd voor transport naar
ouden van dagen en gebrekkigen. De be
perking van de personentreinen bij de rijks-
spoorwegen heeft reeds een gunstig gevolg
gehad voor den toevoer van steenkool naar
Berlijn. In plaats van 7,000 ton in de afge
loopen week, komen thans dagelijks onge
veer 11,000 ton briketten uit het steenkool
bekken van Lausitz aan. Bovendien worden
cokes en steenkool uit Oppersilezië gele
verd.
SPORTNIEUWS
SCHAATSENRIJDEN
DE ELFSTEDENTOCHT.
In plaats van massale tochten
individueele tochten.
Het bestuur van de elfstedenvereeniging
heeft zich de mogelijkheid voor oogen ge
steld, dat de Friesehe elf steden individueel
of groepsgewijs op één dag zijn te bezoeken,
terwijl de algemeene ijstoestand nog niet
kan voldoen aan de zeer zware eischen,
welke een tocht van 3500 deelnemers daar
aan eventueel moet stellen.
Het centraal bestuur wil op deze wijze
tegemoet komen aan de wenschen van tal
rijke schaatsenrijders in den lande, die er
naar uitzien den vermaarden stedentocht
te volbrengen en dan niet meer aangewe
zen zijn op den „massalen tocht".
Het centraal bestuur der elr-steden-ver-
eeniging heeft besloten zijn organisatie uit
te bouwen en voortaan de gelegenheid open
te stellen, om den traditioneelen tocht af te
leggen, hetzij dan individueel, hetzij in
groepsverband op alle dagen, dat dit geacht
wordt mogelijk te zijn.
Dit besluit is genomen uit overweging,
dat bij het stijgen van het aantal deelne
mers de mogelijkheid daalt, dat de tocht
kan gehouden worden.
Het centraal bestuur zal deze nieuwe
plannen thans met spoed nader uitwerken
en stelt zich voor zich in den vervolge naast
eigen inspecties, dagelijks door zijn plaatse
lijke controleurs te doen voorlichten.
De deelnemers aan deze individueele en.
collectieve tochten zullen dan onder auspi
ciën en controle van de elf steden-vereeni-
ging den tocht moeten volbrengen en zullen
bij het volbrengen daarvan ook het zoozeer
begeerde zilveren elf-stedenkruisje in ont
vangst kunnen nemen als bewijs van en
herinnering aan hun sportprestatie.