Hoe de „Arendskerk' getorpedeerd werd» ""Akkertje <2!W; 1938:35'8 (32®'- De Buïtsehe dluikbootkapiteira beschouwde de lading als contrabande, Omdat zij bestemd was voer Zuid-Afrika. De kapitein van het in de Golf van Bis- •caye getorpedeerde Nederlandsche motor schip „Arendskerk" heeft gisteravond uit Lissabon met de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij getelefoneerd en medegedeeld, dat de geheele bemanning daar ter plaatse is aangekomen. Allen be vinden zich in goeden welstand. Het Euro- peesche deel van de bemanning zal zoo spoedig mogelijk per trein naar Nederland vertrekken. Een relaas van den gezagvoerder. De gezagvoerder van de „Arendskerk", de heer C. J. H. Wjjker, heeft in een in terview met Reuter gezegd: „Wü waren op weg naar Kaapstad en Durban met een lading stukgoederen. Wij waren om 1 uur 's middags Heisant (de Fransche vuurtoren Ouessant) gepasseerd, toen wij ver voor ons iets aan den ge zichtseinder zagen, dat naar onze meening een mjjnveger was. Plotseling daalde een kogelregen in de buurt van ons schip neer. Toen wij dichterbij kwamen, zagen wij een duikboot, die voortdurend dichterbij kwam, bleef vuren en mij bevel gaf te stoppen. Hoewel mijn schip volkomen stil kwam te liggen, bleef de duikboot vuren. Gehoor ge vende aan het bevel der Duitschers, heb ik mijn eersten officier met de scheepspa pieren naar de duikboot gezonden. Het onderzoek der scheeps papieren. Na de papieren te hebben onderzocht, zeide de commandant van de onderzeeboot dat het hem speet, doch dat hij het schip moest tot zinken brengen, daar de lading ■uit contrabande bestond; omdat zij bestemd was voor Zuid-Afrika, beschouwde hü de lading als contrabande, niet wegens haat aard. Mijn schip, aldus de heer Wijker, ver voerde slechts stukgoederen en daar was geen contrabande bij. De eerste officier was zeer onder den indruk van de vriendelijkheid van den' Duit- schen commandant, die zeide, dat het hem zeer speet zoo'n goed schip tot zinken te moeten brengen, doch dat. hij zijn plicht moest doen. Ik moet hier aan toevoegen, dat mijn schip pas een jaar oud was en beschouwd werd als een der beste vrachtschepen ter wereld. De duikboot zelf sleepte de boql; terug en gaf de bemanning een half uur haar te verlaten. Dat hebben wij in drie booten gedaan. Toen wj ver genoeg waren, zagen wij dat het geheele dek, de mast en de lading van ons schip waren opgeblazen. Het schip brak in stukken uiteen en zonk. Wij zagen diudelijk de uitwerking der ontploffing. Twee uur rondgezwalkt. Wj zijn twee uur in de reddingbooten geweest en werden toen opgepikt door het Italiaansche stoomschip „Fedora". De Itali- aansche bemanning was buitengewoon aar dig voor ons. Dinsdagochtend passeerde de „Poeloe Bras" (van de Stoomvaartmaatschappij Ne derland) en daar dit schip op weg was naar Lissabon en het Italiaansche schip niet, gin gen wj over. Wij waren met ons zestigen, met twee passagiers, den heer en mevrouw Brouwer. Allemaal waren ze zeer cordaat. Ik moet zeggen, dat mevrouw Brouwer wonderlijk kalm en beheerscht is geweest. Wij heb ben al wat wij aan boord hadden verloren en hadden slechts onze kleeren, daar ons slechts een half uur was gelaten om in de booten plaats te nemen voor de ontploffing werd veroorzaakt. Wat de eerste officier vertelde. De eerste officier van de „Arendskerk", de heer Öosterhuis, die zich aan boord van de duikboot heeft begeven, zeide, dat de Duitsche commandant zeer vriendelijk was geweest, doch niet kon worden overtuigd het schip door te laten gaan. Ook wilde hij er niet van hooren dat de lading van alge- meenen aard was en geen contrabande, noch wilde hij er over praten dat het een neutraal schip betrof. De bemanning van de „Arendskerk" zal met het eerste Nederlandsche schip, dat naar het vaderland vertrekt, de reis ma ken. De kapitein zal waarschijnlijk met den trein via Spanje en Frankrijk reizen. Koes gevat Motorreddingboot „Prins Bernhard" in dienst gesteld. Een geschenk van de Neder landsche schooljeugd. De nieuwe motorstrandreddingboot „Prins Bernhard", die door de Nederland sche schooljeugd aan de N.Z.H.R.M. is ge schonken, is gistermiddag in tegenwoordig heid van Z.K.H. Prins Bernhard officieel in dienst gesteld. Voor deze plechtigheid waren circa 60 leerlingen en oud-leerlingen van het Am- sterdamsch lyceum naar Scheveningen ge komen. Dat juist deze jongens en meisjes uitver koren waren het prachtige geschenk na mens de Nederlandsche schooljeugd aan de Reddingmaatschappij over te dragen, dank ten zij aan het feit, dat het indertijd hun school is geweest, die het initiatief heeft genomen voor deze mooie daad. De schare jongelui verzamelde zich in één der lokalen van het havenkantoor. Kort te voren arriveerden hier Z.K.H. Prins Bernhard, die in gezelschap was van zijn secretaris, jhr. mr. C. Dedel, den burge meester van de residentie, mr. S. J. R. de Monchy, den voorzitter en den secretaris van het hoofdbestuur der Reddingmaat- sohappij, de heeren P. E. Tegelberg, en H. Th. de Booy en andere autoriteiten. Ook de bemanning van de nieuwe reddingboot had zich in het lokaal opgesteld. De directeur van het Amsterdamsche ly ceum, dr. C. P. Gunning, gaf in een harte lijke toespraak een overzicht van de wijze, waarop het mogelijk is geworden dit ge schenk van de Nederlandsche schooljeugd thans te kunnen aanbieden. Spr. gaf uiting aan de blijdschap van zijn leerlingen, die nu in de gelegenheid zijn het resultaat van hun arbeid te zien, een blijdschap, die door de aanwezigheid van Z.K.H. Prins Bern hard nog grooter is dan zij reeds was. In het vervolg van zijn toespraak ge waagde dr. Gunning van de beteekenis, die aan dit geschenk moet worden toege kend, en die hierop neerkomt: klaar staan, waar het geldt den medemensch te helpen. De voorzitter van den schoolraad van het Amsterdamsche lyceum, Tony Dulling, droeg de motorstrandreddingboot vervol- fen| T-f' enkele welgekozen woorden aan de Reddingmaatschappij over. Namens deze maatschappij sprak hierna de heer Tegelberg enkele hartelijke woor den van dank. Spr. vertelde den leerlingen iets van de organisatie en de werkwijze der maatschappu en bracht hulde aan de bemanningen der reddingbooten Op zijn beurt droeg spr. de nieuwe boot over aan den voorzitter van de plaatse- l«ke commissie der maatschappij, den heer Leeuwe en aan schipper Jol, onder wiens commando de bemanning zal staan Men gmg vervolgens naar buiten, waar rLÏ hü? aan de ltade las gemeerd. Door het wegnemen van een doek, dat den naam van de boot bedekte, stelde Bern,hard onder groot gejuich der scholieren de nieuwe aanwinst in dienst. De Prins heeft hierna met de naar hem genoemde boot een tochtje door de havens gemaakt. De stand der werkloosheid gunstiger dan vorig jaar. De laatste weken gaven echter een stijging te zien. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt de volgende resultaten mede van de verzameling door het centraal bu reau voor de statistiek van de voorloopige gegevens over de week van 27 tot en met 30 December 1939. Op 30 December waren bjj de organen der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre ven 345.551 werkzoekenden (329.505 man nen en 16,046 vrouwen). Hiervan waren 271.025 (259.989 mannen en 11.036 vrouwen) werkloos en waren 58.734 personen door overheidshulp te werkgesteld bij cultuurtechnische en admi nistratief daarmede gelijkgestelde werken. Blijkbaar waren er dus 15.792 personen als werkzoekende ingeschreven, die in het vrije bedrijf werkten, doch ander werk zochten. In de week van 27 tot en met 30 Decem ber 1939 waren bij gesubsidieerde vereeni- gmgen met werkloozenkas aangesloten 592.406 personen, waaronder 75.395 land arbeiders. Van de 517.011 verzekerden buiten de landarbeiders was het werkloosheidsper centage 24,1 (in de vorige verslagweek van 4 tot en met 9 December 1939 was dit per centage 19,IJ Voor de 592.406 verzekerden, met inbe grip van de landarbeiders, was het werk loosheidspercentage 26.5 (vorige verslag week 18,23). In de overeenkomstige verslagweek van December was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders bui ten beschouwing worden gelaten): «l93?;,3.3:5 (32'®: 1933: 37'4 (32'7>; 1934: SiV ïfli 1EI35: 39'5 (36'7)1936: 33,7 Tr. Dc werkloozenkassen. ,y den rijksdienst der werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling be- gemïai^00!1^0?'86 °ÖferS kan worden op- bH pÏÏL^L'",/939 de warkloozenkassen in he? ge.middeld aantal leden van 585.000 totaal aan bijdragen van de leden ontvingen 7.700.000. Ten laste van het rjjk en de gemeenten "ir/ioiofe"1,1 i,et toiaai aaa aa9- 4aen fnT.tToïS^ da sen2df?I?n<3wre-e7es der werkloozenkas sen, die op het einde van 1938 14.800 000 vtn'llfb. 6g t0t 20-000-000 °P bet etaS HET NAZI-BEWIND BERGT HET KWAAD IN ZICH. Volgens den Aartsbisschop van Canterbury. Reuter meldt uit Londen: De aartsbis schop van Canterbury heeft verklaard, dat de kerk zich daadwerkelijk moet voorberei den voor de taken, waarvoor zij zich gesteld zal zien, indien de vredesvoorstellen zouden worden geformuleerd. De aartsbisschop verklaarde, dat het nazi-bewind het kwaad in zich bergt, of men het beziet van inter nationaal standpunt, dan wel in verband Zweden zal geen troepen doorlaten. Dit zou in strijd zijn met de neutraliteit. Uit Stockholm: De Zweedsche minister president Hansson heeft in den rijksdag een rede gehouden, waarin hij zeide. dat de buiten)andsche politiek van Zweden geenerlei wijziging hééft ondergaan. De onafhankelijkheid en neutraliteit van Zwe den zullen verdedigd worden. Hansson zei de ten aanzien van de discussies in de bui- tenlandsche pers over de mogelijkheid voor Zweden zich buiten den oorlog te houden, dat dit discussies waren „over onze hoof den heen". Er is, zoo zeide Hansson, noch door de Westersche mogendheden druk op ons uit geoefend, noch zijn wij door Duitschland bedreigd. Iedere poging onze neutraliteit te schenden, zal met alle te onzer beschik king staande middelen worden afgewend. Er kan geen sprake zijn van daden, wel ke in strijd zijn met de neutraliteit, zooals het doorlaten van troepen der oorlogvoe rende landen of het gebruik maken van steunpunten op ons grondgebied. Zweden handhaaft de samenwerking met de kleine staten, die niet door bondgenoot schappen verbonden zijn en welke den vrede zoeken, die veiligheid geeft door rechtvaardigheid. Het doel van de samen werking tusschen de Noordsche staten is het verzekeren van de neutraliteit en de onafhankelijkheid. Er is nooit sprake ge weest van een militaire coalitie en er be staat voor Zweden geen enkele verplich ting, zich aan de zijde van Finland te scha ren. Het Zweedsche volk is jegens Finland met warme gevoelens bezield. De Noord sche solidariteit is ten diepste getroffen door de daden van geweld tegen een Noordsch volk, en door de bedreiging, waarmede getracht wordt het te dwingen, tot het verlaten van de Noordsche ge meenschap, die het gekozen heeft als zijn levensruimte in den ruimsten zin des woords. Dit beteekent geenszins vijandig heid jegens het Russische volk. De hulp aan Finland is het voorwerp van de levendige sympathie der Zweedsche regeering, doch voorzichtigheid is geboden, indien wij niet een deel willen worden van het gebied van het groote conflict. Wij hebben geen instructies uit het bui tenland noodig voor onze betrekkingen met Finland. Wij beoordeélen zelf vrijelijk, hoe wij het beste de zaak van het Noorden en Finland kunnen dienen." Spoorwegambtenaren krijgen les in microfoontechniek. Het kan als bekend worden veronder steld, dat de Nederlandsche Spoorwegen eenigen tijd Beleden zijn overgegaan tot het aanbrengen van lüidsprekersinstallaties op de verschillende stations, teneinde het publiek zoo spoedig mogelijk van wijzigin gen in de dienstregeling op de hoogte te kunnen brengen. Degenen, die deze installaties moesten bedienen, waren echter in de meeste ge vallen voor het wachtende publiek onver staanbaar, soms door onduidelijkheid van de stemmen, soms ook, omdat het lawaai op de stations de stemgeluiden verre in kracht overtreft. Toen er klachten binnen kwamen over de resultaten van het om roepen, heeft de directie van de spoorwe gen pogingen aangewend om hierin de noo- dige verbetering te brengen. Daartoe ver leende de directie van de A.V.R.O. haar medewerking. Een technische commissie kwam tot de conclusie, dat de fout moest gezocht worden in het feit, dat de spre kers op de stations niet wisten hoe zij met een microfoon moesten omgaan. Zij kónden dat ook niet weten, want zü hadden nooit geleérd de techniek van het microfoonspreken onder de knie te krijgen. En dit is toch een eerste vereischte. De A.V.R.O. heeft toen in samenwerking met de Nederlandsche Spoorwegen cursus sen georganiseerd, welke onder leiding staan van den bekenden omroeper Guus Weitzel, wiens aanwijzingen van groot nut kunnen zijn voor de stations-sprekers. Een klein groepje spoorwegambtenaren uit alle deelen des lands volgen den cursus in de studio te Hilversum. In de toekomst zullen dus de stations omroepers, beter dan tot nu toe het geval was, in staat zijn het publiek te bereiken. Niets is hinderlijker dan dat men hoort, dat er iets wordt gezegd, terwijl men op geen stukken na de beteekenis kan ver staan. 1-Iet streven naar vervolmaking op dit punt geschiedt ten voordeele van het pu bliek, dat voor iedere verbetering in de „service" dankbaar zal zijn. De distributie van peulvruchten. Zooals reeds werd gemeld, worden met ingang van 19 Januari a.s. alle soorten dro ge peulvruchten, tenzij vaststaat, dat deze niet voor mensclielijke consumptie be stemd zijn en met uitzondering van groene erwten, spliterwten en linzen, in distributie gebracht. De vroegere speciale regeling, welke be oogde de verstrekking van peulvruchten aan zieken en instellingen mogelijk te ma ken, komt hiermede te vervallen. Naar wij voorts vernemen, kunnen met ingang van 19 Januari a.s. de plaatselijke distributiediensten, op vertoon van door de controleerende medische instantie afgege ven formulieren, aan hen voor wie zulks op medische gronden noodzakelijk is, extra consumentenbonnen verstrekken. Instellingen zullen in de week van 14 tot en met 20 Januari 1940 toewijzingen voor droge peulvruchten rechtstreeks van het centraal distributiekantoor ontvangen. met de barbaarschheden van het tratiekamp, de wreede Jodenvervolgingen en de onverbloemde zeerooverij in volle zee. De schepen „Hilversum" en „Leto" zijn met regeeringsgraan uit Zuid-Amerika in de haven van Amsterdam aangekomen, waar zij gelost worden. Beide vaartuigen arriveerden tegelijk in de hoofdstad met hun in dezen tijd wel bijzonder welkome lading. Engeland tracht Duitschland economisch te worgen. De Britsche schatkist een belangrijk oorlogswapen. In het Engelsche Lagerhuis heeft de minister voor de economische oorlogvoering Cross, een overzicht gegeven van den eco- nomischen oorlog. Hij zeide: „Wij bestrijden een land, waar het geheele volk geklonken is tot e e n uitgebreide militaire machine en dat een economische organisatie heeft, die reeds lang werkte voor den dag van den oorlog. Dat maakt naar mijn opvatting Duitsch land technisch sterker dan in 1914-191S en tegelijk brozer dan ooit tevoren". De minister vermeldde aldus Reuter een belangrijk onderscheid tusschen de zen en den wereldoorlog. „Thans is alleen de Fransche grens gesloten. De rest van Duitschlands naburen is neutraal en zijn mogelijke leverantiekanalen zijn derhalve ontzaglijk toegenomen, daarom heeft de regeering „een bijna nieuwe techniek" aan vaard. Spr. beschreef het systeem der con- trabandecontrölebases en wees op de „slim me trucs, waarmede neutrale kooplieden trachten de regelingen van hun eigen regee ring te omzeilen". Voortgaande zeide Cross. „Het spreekt vanzelf, maar misschien moet het nog ge zegd worden, dat onze campagne niet ge richt is tegen de neutralen. Wjj stellen al les in het werk om den weg voor den neu tralen handel zoo vlot mogelijk te maken, waarbij echter steeds de overheerschende overweging voorop staat, dat wij onze rech ten van oorlogvoerende ten volle moeten uitoefenen. Het doel is een slagboom op te werpen rondom het onder Duitsche controle staand gebied. Hoe meer wij er in kunnen slagen om dezen slagboom te controleeren van af de zeetoegangen, hoe minder de vertragin gen zullen zijn voor de neutrale scheep vaart en hoe grooter het gemak zal zijn voor de bonafide neutrale kooplieden. „CONCURREERENDE AAN KOOPEN." Een ander en zeer belangrijk terrein der Britsche activiteit bestaat in „de zeer con- curreerende verkoopen en aankoopen in sommige neutrale landen". Cross zeide, dat Duitschland in de afgeloopen jaren zijn buitenlandsche handel vooral in de Donau- landen voerde door een ingewikkeld systeem van clearing en ruilhandel, dat Duitschland een belangrijken greep gaf op den buitenlandschen handel in verscheidene kleinere neutrale landen. Om deze vijande lijke positie aan te vallen had Engeland nieuwe methoden noodig. Bijgevolg werd het voor de schatkist noodzakelijk de ver schillen in prijs te betalen, die ontstonden. „De schatkist is nooit in gebreke geble ven een snelle en royale beslissing te geven ten aanzien van aankoopen, die ten doel hadden den vijand te berooven van vitale goederen." Zeer aanzienlijke aankoopen zijn gedaan. Engeland heeft sommige soorten goederen gekocht in landen, waar het ze nooit tevo ren gekocht had. Over de gevolgen voor Duitschland ver klaarde Cross, dat de snelheid van den Britschen economischen aanval de Duitsche staatshuishouding een hevigen slag heeft toegebracht. „Na vier en een halve maand zien wij Duitschland zoo ongeveer onder denzelfden economischen druk als na twee jaar van den vorigen oorlog. De levens omstandigheden in Duitschland zijn krap. Er is reeds een rantsoeneering voor klee ding en zeep. De bewoners van Berlijn lij den koude door gebrek aan steenkool. Er zijn tekorten aan petroleum, ijzer, katoen, koper, wol, oliën, vetten en vele andere ma terialen." De exporten zullen de beste proef vormen op Duitschlands industrieele onbehaaglijk heid. Duitschlands exporten worden belem merd door een tekort aan materialen en ve le fabrieken moeten sluiten of onder hun capaciteit werken. Tenslotte zeide Cross: „Er zijn geen be langrijke lekken in de controle en practisch alle Duitsche exporten, die door dit wapen kunnen worden aangevallen, zijn werkelijk gestuit. Wij verwachten den dag, waarop wij op zoodanige wijze Duitschlands economische leven zullen hebben gewurgd, dat het de oorlogsinspanning niet langer kan volhou den. Door dat middel gelooven wij, dat wij den dag der afrekening dichter bij kunnen brengen en de levens van onze eigen men- schen kunnen sparen". Weer beperkte verloven in Engelsch expeditieleger. Het Britsche ministerie van oorlog beves tigt, dat „beperkte verloven" voor het Britsche expeditieleger hervat zijn. Men ziet hierin een bewijs, dat de Engel sche legerleiding den toestand aan het Wes telijk front minder spannend acht. DE KOLENSCHAARSCHTE TE BERLIJN. Het D.N.B. meldt uit Berlijn: De tijde lijk in Berlijn opgetreden kolenschaarschte die een gevolg was van den aanvang van ongewoon felle koude in Europa, zal bin nenkort zijn opgeheven. De laatste dagen reden reeds overal in Berlijn auto's met briketten door de straten en van 's morgens tot 's avonds werden kolen bij de woningen afgeleverd. Ook des Zondags bleven de steenkoolzaken op bevel van het stadsbe stuur geopend om het mogelijk te maken de bevolking zoo snel mogelijk weer van brandstoffen te voorzien. De militaire auto riteiten stelden een deel van hun vracht auto's ter beschikking voor steenkool transport in de stad. De hulpdienst der NSDAP. heeft wagons steenkool op de sta tions gelost en gezorgd voor transport naar ouden van dagen en gebrekkigen. De be perking van de personentreinen bij de rijks- spoorwegen heeft reeds een gunstig gevolg gehad voor den toevoer van steenkool naar Berlijn. In plaats van 7,000 ton in de afge loopen week, komen thans dagelijks onge veer 11,000 ton briketten uit het steenkool bekken van Lausitz aan. Bovendien worden cokes en steenkool uit Oppersilezië gele verd. SPORTNIEUWS SCHAATSENRIJDEN DE ELFSTEDENTOCHT. In plaats van massale tochten individueele tochten. Het bestuur van de elfstedenvereeniging heeft zich de mogelijkheid voor oogen ge steld, dat de Friesehe elf steden individueel of groepsgewijs op één dag zijn te bezoeken, terwijl de algemeene ijstoestand nog niet kan voldoen aan de zeer zware eischen, welke een tocht van 3500 deelnemers daar aan eventueel moet stellen. Het centraal bestuur wil op deze wijze tegemoet komen aan de wenschen van tal rijke schaatsenrijders in den lande, die er naar uitzien den vermaarden stedentocht te volbrengen en dan niet meer aangewe zen zijn op den „massalen tocht". Het centraal bestuur der elr-steden-ver- eeniging heeft besloten zijn organisatie uit te bouwen en voortaan de gelegenheid open te stellen, om den traditioneelen tocht af te leggen, hetzij dan individueel, hetzij in groepsverband op alle dagen, dat dit geacht wordt mogelijk te zijn. Dit besluit is genomen uit overweging, dat bij het stijgen van het aantal deelne mers de mogelijkheid daalt, dat de tocht kan gehouden worden. Het centraal bestuur zal deze nieuwe plannen thans met spoed nader uitwerken en stelt zich voor zich in den vervolge naast eigen inspecties, dagelijks door zijn plaatse lijke controleurs te doen voorlichten. De deelnemers aan deze individueele en. collectieve tochten zullen dan onder auspi ciën en controle van de elf steden-vereeni- ging den tocht moeten volbrengen en zullen bij het volbrengen daarvan ook het zoozeer begeerde zilveren elf-stedenkruisje in ont vangst kunnen nemen als bewijs van en herinnering aan hun sportprestatie.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 7