kwiek vanden dag SCHIPBREUK OP DE WESÏERSCHELDE TEGEN DE WET TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 15 JANUARI 2940. No. 12. Symptomen van drieërlei aard. Er is weer eenige spanning in ons land en in België-: de militaire verloven inge trokken in verband met enkele „minder gunstige symptomen" in den internationa len toestand, terwijl de Belgische regeering bovendien de uitvoering van voorzorgs maatregelen heeft gelast, waartoe onlangs reeds was besloten, maar welke toen nog waren opgeschort. Het is uiteraard niet bekend, wat voor symptomen precies de beide regeeringen tot haar besluiten noopten. Eén er van zal wel zijn, dat de vorige week verscheidene vreemde, meest Duitsche, vliegtuigen bo ven België werden gesignaleerd. De bij zondere maatregelen zijn eerst, reeds Za terdag, in België genomen; daarna, Zondag in Nederland. Men make zich overigens niet ongerust voorloopig. Het intrekken van pe riodieke verloven is een voorzorgsmaatre gel, welke reeds pleegt te worden toege past, zonder dat men van een dreigenden toestand kan spreken. Een regeering mag in een situatie als de huidige nu eenmaal niet het geringste risico nemen. Men kan er zich bovendien mede troos ten, dat de laatste dagen opnieuw vredes- geruchten de ronde doen. Weer wordt in dit verband Italië genoemd, welke mogend heid consequent haar politiek, om 't Euro- peesche conflict althans zooveel mogelijk te localiseeren, blijft voortzetten. Men kent de motieven, welke Rome's houding bepalen. Eigenbelang gaat hier sa men met de leuze: „tegen het communis me!" door de fascistische regeering aange heven. Een leuze, die volledig steun vindt in Spanje, welks „caudillo", generaal Fran co, nu het Vaticaan zijn medewerking moet hebben aangeboden voor elke poging om den vrede te herstellen en een einde te maken aan het gevaar van communistische expansie. Bij dit aanbod zou Franco zijn steun hebben toegezegd voor een actie van den H. Stoel, de Vereenigde Staten en Ita lië, om de mogendheden over te halen tot het beleggen van een groote wereldconfe rentie, die de verschillende kwesties tus- schen alle volken zou moeten oplossen. Een Nederlandsch gezegde waarschuwt tegen het al te veel hooi op zijn vork ne men. Toch is deze Spaansche manifestatie hoogst opmerkelijk, vooal als men let op sommige pers-commentaren, waartoe de Sovjet-inval in Finland te Madrid aanlei ding heeft gegeven. De „A.B.C." noemt het zeer waarschijnlijk, dat de verschijning van het Russische imperialisme op het Euro- peesche tooneel een vermindering van de wrijvingen tusschen de beide mogendheden, „welke het tot dusver in de Middellandsche Zee niet eens waren" hier worden uiter aard Frankrijk en Italië beloeld tenge volge zal hebben. Het blad acht de „as Ro- me-Berlijn" niet verbroken noch de ver houding ItaliëDuitschland grondig gewij zigd door de Italiaansche hulp aan Finland en het standpunt, waarop Italië zich jegens Rusland plaatst. Wèl echter geven het zen den van Italiaansche vrijwilligers naai' Europa's Noorden, waar ook Engelsch en Fransch oorlogsmateriaal aankomt, de ar beid der Italiaansche diplomatie op den Balkan en de felle perscampagnes tegen de Sovjet-Unie aanwijzingen voor een moge lijke evolutie in de huidige crisis. Het wordt zoo langzamerhand wel heel duidelijk, dat Rome de verschillende par tijen zoo lang mogelijk tegen elkaar wil uitspelen en dat het daarbij de hoop koes tert, er tenslotte in te zullen slagen, een toenadering te bewerkstelligen, waarvoor het dan het loon van den „eerlijken make laar" denkt te incasseeren. Eenigszins be denkelijk voor Mussolini in dit verband is het echter, dat de samenwerking tusschen Sovjet-Unie en Derde Rijk steeds meer het karakter der gedwongen vriendschap krijgt. Er ontstaat een eigenaardige Duitsch-Rus- sische solidariteit, welke vooral in de pers beschouwingen tot uiting komt. Berlijnsche en Moskousche bladen waarschuwen als om strijd de Scandinavische landen voor Britsche en Fransche pogingen, hen in den oorlog mee te slepen. De „Prawda" ge bruikt bij deze waarschuwing het oude re cept, om de „arbeidende volksmassa's" al bij voorbaat tegen de regeeringen der be doelde staten, als deze voor pressie moch ten zwichten, uit te spelen. Na hetgeen met Finland gebeurd is, weet men wel zoo on- Regeeringsaankooop van verbruiksaardappelen. Zeeuwsche Blauwe en Bonte, Koopmans Blauwe, Roode Star, Eigenheimers, Bevelanders en Bintjes. Van officieele zijde worden ons de volgen de bijzonderheden medegedeeld, omtrent het aankoopen van verbruiksaardappelen van den kleigrond, te leveren in het voor jaar van 1940. Deze aankoopen, welke ge schieden door middel van den georganiseer- den aardappelhandel, waarvoor optreedt de Ver. tot behartiging van den Nederland- schen aardappelhandel, in samenwerking met de provinciale voedselcommissarissen, strekken 'zich uit over klei-consumptieaard- appelen van eerste kwaliteit in de norma le sorteering van de rassen Zeeuwsche blauwe, Zeeuwsche bonte, koopmans blauwe-, roode star, eigenheimers, Beve lander en, hoewel zulks aanvankelijk niet in de bedoeling lag, ook van het ras bintje, aangezien zulks met het oog op de ontwikkeling der marktsituatie wen- schelijk bleek. De prijzen, waarvoor met de telers wordt gecontracteerd, te weten voor de eerstge noemde vier rassen 4.50 per 100 kg, voor Bevelanders 4,per 100 kg, voor Eigen heimers 3,75 per 100 kg en voor Bintjes 3,25 per '100 kg, alle af boerderij, zijn gebaseerd op levering van de aardappelen in de week van 1 tot en met 6 April 1940, uitgezonder Eigenheimers, waarvoor de prijs is gebaseerd op levering in de week van 26 Februari tot en met 2 Maart 1940. De telers zijn evenwel verplicht zooveel vroeger of later dan de genoemde basisperi oden te leveren als van overheidswege noodzakelijk wordt geacht, met dien ver stande, dat de Eigenheimers uiterlijk 30 Maart en de aardappelen van de andere rassen uiterlijk 1 Juni afgenomen zullen worden. Wordt levering v o o r de genoemde tijd vakken dus begin April of eind Februari gevvenscht, dan zullen de genoemde over- nemingsprijzen worden verminderd met 0,025 per 100 'kg per week, of gedeelte daarvan. Wordt verlangd, dat Eigenheimers na de week van 26 Februari tot en met 2 Maart worden geleverd, dan zal de prijs per week of gedeelte daarvan, met 0,05 per 100 kg worden verhoogd, -terwijl indien van de overige rassen levering na de week van 1 tot en met 6 April wordt geëischt, de over- nemingsprijzen daarvan met 0,03 per 100 kg per week, of gedeelten daarvan zullen worden verhoogd tot 6 Mei 1940 en van 6 Mei af met 0,05 per 100 kg per week of gedeelte daarvan. De aardappelen moeten op het tijdstip van levering van eorste kwaliteit zijn. Eventueele geschillen over die kwaliteit zullen worden beslecht door een commissie van 3 arbiters. Het ligt in de bedoeling, in elk gewest een arbitrage-commissie in te stellen, waarvan als leden zullen worden benoemd: een ambtenaar van den Planten- ziektènkundigen Dienst, een deskundige, aangewezen door de Ned. Akkerbouwcen- trale en een voor elk geval afzonderlijk door den teler aan te wijzen persoon. Van eiken aankoop wordt een koopbrieije opgemaakt, waarin behalve de gewone ge gevens omtrent den koop met het oog op de controle, zoo nauwkeurig mogelijk moe) worden aangegeven, waar de gekochte pai- tij zich bevindt. Op grond van de koopbriefjes zal den te lers door den provincialen voedselcommis- sarsi een voorschot uitbetaald kunnen wor den ten bedrage van de helft van den over- nemingsprijs, uiteraard met dien verstand' dat de telers zich moeten verbinden op eer ste aanmaning het voorschot geheel of ge deeltelijk terug te betalen, indien ten ge volge van bijzondere omstandigheden nvn- der kan worden geleverd dan werd ver kocht. Reeds (150.000 bijeen voor het Finsche Roode Kruis Wij vernemen dat de geldinzameling in ons land. uitgaande van de Finsch-Neder- landsche vereeniging in samenwerking met het Nederlandscbe Roode Kruis, ten behoeve van het Finsche Roode Kruis, thans tot een totaal bedrag van 150,000 is gestegen Wanneer in aanmerking wordt genomen dat de actie nog maar enkele weken 'oud is zoo vertelde de secretaris van de Finsch-Nederlandsche Vtreeniging, mr J. J. R. Schmal, aan een verslaggever van het ANP dan zijn er redenen tot groo te tevredenheid. lederen dag opnieuw wordt ervaren, ,dat ook in ons land de sympathie voor het zwaar beproefde Fin sche volk, dat op.zoo'n moedige wijze voor zijn vrijheid vecht, groot is en treffende voorbeelden z\jn hiervan te noemen Vele groepen van mensehen zijn de laatste weken spontaan in beweging geko men en werken mede om de actie tot een zoo groot mogelijk succes te doen worden. Verheugend is ook de activiteit, welke de sportwereld thans aan den dag legt en waartoe het Nederlandsch Olympisch Co- geveer, welke bedoeling er achter de „Prawda"-vermaningen steekt. Wordt Scandinacië gewaarschuwd, Bul garije krijgt een aanmoediging.Het tusschen dat land en de Sovjet-Unie gesloten han delsverdrag geldt in de oogen der „Kras- naja Zwesda" als bewijs, dat Rusland vriendschap met de kleine staten wil, „in tegenstelling met de Engelsch-Fransche overweldigingspolitiek"En tenslotte trek ken zoowel „Iswestia" als „Prawda" van leer tegen de Vereenigde Staten, die trach ten zouden, Japan schaakmat te zetten. Vrijwel terzelfder tijd meldt het Duitsche Nieuwsbureau, dat Tokio thans een gron dige herziening der Japansch-Amerikaan- sche betrekkingen wil nastreven. De nieuwe „as" functionneert op het oogenblik beter dan de oude, zou men zoo zeggen. mité den stoot gaf door een bedrag van 500 beschikbaar te stellen uit de fond sen, die bijeengebracht waren ter deelne ming aan de Olympische Spelen, welke dit jaar te Helsinki zouden plaats hebben Een novum is het bericht zoo vertelt mr. Schmal verder dat ik ontving uit Harderwijk, waarbij werd medegedeeld, dat de daar bijeengebrachte gelden voor een gedeelte bestaat uit de opbrengst van kerkcollecten Dat opent een geheel nieuw perspectief. Een treffend bewijs van medeleven was het ook, toen dezer dagen een eenvoudig bejaard man bij ons kwam. „Iedei'een zoo zei hij heeft nog wel een oude kous. Erg lang zal ik het wel niet meer maken Hier hebt U van mij ook een gift voor die dappere Finnen". En de bejaarde man overhandigde ons 1000 Dezer dagen hebben de vrouwenorgani saties te kennen gegeven, dat zij gezamen lijk in den een of anderen vorm aan de hulpverleening willen deelnemen. Natuur lijk is dit aanbod gaarne aanvaard en thans wordt overleg gepleegd omtrent de wijze, waarop dat het beste kan gebeuren. De Finsch-Nederlandsche vereeniging beschouwt het als haar taak. om de krach ten, die zich voor de Finsche zaak willen geven, te coördineere». De heer Schmal stelde er prijs op om in verband hiermede nog eens te herhalen dat zij, die plaatse lijk iets willen doen, zich kunnen verstaan met de afdeeling van het Roode Kruis in' de plaats hunner inwoning. Dezer dagen zal onder ausspicien van de Finsch-Ned. vereeniging een geschrift worden uitgegeven met als titel: ,.Fin- lands lot". Verder is binnenkort de uit gave te verwachten van een reeks sluit- zegels, waarop de beeltenissen van ver schillende bekende Finsche persoonlijkhe den. De heer Schmal verzocht tenslotte het gironummer van het actie-comiié nog eens te vermelden. Het is 3016 .van de IJotter- damsche Bankvereeniging Bij storting gelieve men er bij te vermelden: bestemd voor het Finsche Roode Kruis. Nederland vraagt inlichtingen in Londen en Berlijn. Welke vliegtuigen vlogen boven ons land? Het Duitsche legerbericht van Zaterdag meldde o.m.: „Van den vijand werd, behalve enkele nachtelijke vluchten, waarbij voor een deel Nederlandsche neutraliteit wederom werd geschonden, slechts een enkel „Bris tol-Blenheim" toestel boven Duitsch gebied gezien. Het vliegtuig werd na een kort gevecht door Duitsche jachtvliegtuigen, omlaag ge scholen. Het toestel is op Fransch gebied neergevallen en verbrand". Naar aanleiding van bovenstaand legerbe richt kan worden medegedeeld, dat in den nacht van 12 Jan. vreemde vliegtuigen bo- -ven ons grondgebied zijn waargenomen. Zoowel te Londen als te Berlijn is reeds verzocht een onderzoek in te stellen naar de vraag of deze vliegtuigen resp. van En- gelsche of Duitsche nationaliteit zijn ge weest. OOK VREEMDE VLIEGTUI GEN BOVEN BELGIë. Verscheidene buitenlandsche vliegtuigen hebben Zaterdagmiddag gevlogen boven de versterkte stellingen van Luik. Het lucht afweergeschut trad telkens in werking en Prinselijk paar op het ijs. Zij reden gisteren een ge deelte van de drie meren- tocht. Uit Aalsmeer wordt gemeld: Prinses Ju liana en Prins Bernhard hebben Zondag middag een gedeelte van de route van den drie-merentocht op de schaats gereden. Het Prinselijk paar arriveerde per auto bij de controle in Oude-Wetering. De Prinses was gekleed in een bruin-rood mantelpak, de Prins was in uniform. De vorstelijke per sonen bonden op den steiger van de jacht haven „De Braasem" hun schaatsen onder en vertrokken in de richting van De Kaag, langs de route, welke de ijsbond „Hollands Noorderkwartier had aangegeven. de toestellen verdwenen in Oostelijke rich ting. Voorts wordt gemeld, dat een driemotorig Duitsch toestel gevlogen heeft boven de streek van Verviers. Het vliegtuig vloog op zeer geringe hoogte. Het vertrok in de rich ting van Heusy en daarna naai' Poleur, waar men duidelijk een hakenkruis zag. aangezien het toestel niet hooger dan 300 meter vloog. Het verdween in de richting van Fagnes en men hoorde toen het vuren van het Belgische luchtafweergeschut. Des ondanks vloog het toestel daarna over het dorp Sart, waarna het naar Duitschland te rugkeerde. In de omgeving van Elseborn passeerde het de grens. Engelsch stoomschip na aanvaring binnen 5 minuten gezonken Alle opvarenden gered. De mist is oorzaak geworden van een ernstige aanvaring op de Westerschelde tusschen twee Engclsche schepen, waarvan er een zoodanig werd getroffen, dat het binnen 5 minuten in de diepte is verdwenen. Gelukkig konden alle opvarenden worden gered, zij het met achterlating van al hun hebben en houden. De aanvaring gerchiedde in den nacht van Zaterdag op Zondag op de Wester schelde bij de roode boei no. 6, ter hoogte van Borssele. Het circa 800 ton groote En- gelsche stoomscheepje „Hullgate", dat op weg was van Engeland naar Antwerpen, werd te circa 3.30 uur midscheeps aan bak boordzijde aangevaren door het Engelsche stoomschip „Moyle", welk sch'ip op weg w van Gent naar Engeland. De „Hullgate" werd zoodanig geraakt, dat het water on middellijk binnenstroomde. De bemanning, waarvan er eenigen in de kooi lagen, had den ternauwernood gelegenheid om op de „Moyle" over te springen. De „Moyle" zette koers naar Vlissingen, waar da schipbreukelingen, alsmede de loods, aan land werden gezet en in „hotel Goes" werden ondergebracht. De „Moyle" had lichte schade bekomen aan den voorsteven en maakte water. Het schip is op de reede blijven liggen voor on derzoek. Experts hebben zich Zondagmor gen naar boord begeven om de schade op te nemen. Waarschijnlijk zal het schip de reis kunnen vervolgen. In hotel Goes troffen wij Zondagmorgen de geredde bemanning van de „Hullgate" aan het ontbijt. Ailen waren in werkklee- ding. Men kan het de meest jonge zeelieden aanzien dat zij teleurgesteld waren over het verlies van hun schip, hoewel zij vanzelf dankbaar waren dat deze schipbreuk voor hen zoo goed was afgeloopen. Kapitein Krowther was echter niet erg mededeel zaam, „we leven in oorlog", zoo zei hij, „dus moet alle ruchtbaarheid worden vermeden. De vijand maakt daarmede maar propagan da". Bij brokken en beetjes gelukte het ons toch een wat meer volledig relaas van de schipbreuk te vernemen, vooral toen bleek dat het schip in diep water was gezonken, zoodat van berging geen sprake meer kan zijn. De zeelieden vertelden toen dat zij op weg waren naar Antwerpen om aldaar la ding in te nemen. Hun reis van Engeland over de Noordzee was zonder eenig inci dent verloopen. Te Vlissingen was de loods aan boord gekomen en hoewel het mistig was, besloot men toch door te varen. „Time is money" in dezen tijd. Hoewel er geregeld mistsignalen werden gegeven en deze ook van andere schepen werden opgevangen, doemde 's morgens ongeveer half vier een grooter schip uit den mist op. Een aanva ring bleek niet meer te voorkomen en met een hevigen klap werd ons schip aan bak boordzijde midscheeps geramd. De „Hullga te" bleef nog eenige oogenblikken aan de boeg van het grootere schip hangen, welke kostbare oogenblikken door de bemanning, waarvan er eenige ijlings hun kooien had den verlaten en naar dek waren gesneld, werden benut, om op het andere schip over te stappen. Een opvarende zag daartoe echter geen kans meer en geraakte te wa ter. De eerste stuurman, die op de brug stond en door de botsing zijn arm had ge broken, behield zijn tegenwoordigheid van geest en hoewel hij hevige pijnen had, wist ook hij over te stappen. Nauwelijks waren allen aan boord van de „Moyle", of de „Hullgate" geraakte los en zonk weg in diepte. Van de „Moyle" had men inmiddels een sloep gestreken en daarin werd de eeni ge drenkeling opgepikt. De scheepsramp duurde minder dan 5 minuten, zoodat aan redden van eenig bezit niet viel te denken. Alle bezittingen zijn dan ook met het schip in de diepte verdwenen. Vanzelfsprekend werd de bemanning van de „Hullgate" aan hoord van de „Moyle" met de meeste zorg behandeld. Bij aan komst op de reede van Vlissingen heeft dr. Detmar de stuurman behandeld, waarna deze naar het ziekenhuis „Bethesda" is overgebracht. Door bemiddeling van den Engelschen consul, werden de schipbreukelingen in ho tel Goes van nieuwe onder- en bovenklee- ren voorzien. Zij zullen waarschijnlijk Maandag naar Engeland terugkeeren. Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 39). - Op den hoek van Willowdale Avenue in South Kennington is een winkel, waarvan de étalage vol met allerhande staalwaren is. Boven dezen winkel staat met groote vergulde letters: S. Widgeon. Messenmaker. „Aha!" zei Hallows niet zonder eenige verbazing en liet een veelbeteekenend sis send fluittoontje tusschen zijn tanden ont snappen. Hjj stelde zich verdekt op in de portiek van een nieuwsbladen-agentschap tegenover den winkel van S. Widgeon. En niets te vroeg! Het geluk was met hem vandaag, want hoewel de heer Revel den indruk gewekt had, dat hij zonder om te zien regelrecht den winkel van Widgeon zou binnenstappen, hield hij nu ineens stil, draaide zich om, kwam weer terug en zocht Willowdale links en rechts met zijn blikken af. „Oef!" zei Hallows en zette zijn dophoed af, waarvan hij met zijn zakdoek den bin nenrand afveegde. Hij wachtte zij het dan ook allesbehalve geduldig. Zijn prooi bleef zoo lang in Widgeon's winkel vol gens Hallows' horloge was hij er nu al tien minuten dat hij zich met een gevoel van schrik, dat hem deed kokhalzen, zich plot seling afvroeg, of de heer Widgeon mis schien ook zijn cliënt toegestaan had, dooi de achterdeur zijn zaak te verlaten. Maar nee, hoor, daar was de heer Revel weer en niet met leege handenHij droeg namelijk een rechthoekig, in bruin papier gewikkeld pakje, waarvan de afmetingen naar schatting 25 X 3 X 5 cm waren. Hal lows keek uit zijn schuilplaats met wijd opengesperde oogen toe. Nogmaals bleef de deer Revel op het trottoir stilstaan en keek omzichtig om zich heen. Blijkbaar voldaan rnet zijn bevindingen ging hij nu rechtsat en wandelde, zonder zich ook maar in het minst te haasten, High Street af. Hallows volgde hem voorzichtiger dan ooit. Na een paar honderd* meter geloopen te hebben, hield de heer Revel voor den ingang van Café de „Leopard and Keys" stil en stapte daar zonder om te kijken binnen. Hallows kende toevallig deze zaak. Het was een gelegenheid met een in het rond loopend buffet, dat zoowel de tapperij als het restaurant en 't café bestreek. Hallows ging de tapperij binnen en bestelde een pot bier. Hij stond tegen het buffet geleund en keek door 't matglazen tusschenschot in het café, waar zijn prooi met een krant en een glas bier voor zich aan een tafeltje zat. Hallows zette zijn hoed af en was blij even uit te kunnen rusten. Hij had het ontzettend warm, doch was daarom niet minder met zich zelf ingenomen. Zijn bierpul was zoo wat leeg, toen hij de deur achter zich hoorde opengaan. Hü draaide zich niet om, maar daar hij een oogenblik niet door het tusschenschot had gekeken, herstelde hij gauw zijn verzuim, om half waanzinnig van schrik tot de verbijsterende ontdekking te komen, dat zijn prooi „gevlogen" was Maar zijn schrik was zeker niet minder hevig, toen Hallows merkte, dat de man, die zooeven binnengekomen was en nu naast hem stond, niemand anders dan de heer Revel in hoogst eigen persoon was! „Morgen"' zei de heer Revel vriendelijk. Een wijs man bewaakt zijn gedach ten, want ze zijn zeer listig en snel len heen, waar zij begeeren. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ Hallows, die zijn uiterste best deed om zijn zelfbeheersching niet te verliezen, bracht een grommend keelgeluid voort, dat voor een wedergroet moest doorgaan. „Mooi weertje!" zei de heer Revel en tik te met een geldstuk op de toonbank. In antwoord hierop verscheen er een jonge vrouw, die zoowel met haar oogen als haar stem niet weinig verbazing te kennen gaf over dezen nieuwen klant van de tapperij. De heer Revel glimlachte naar haar. „Heb nog sigaretten vergeten te koopen", zei hij en .bestelde een pakje. „Ah, juist!" zei de jonge vrouw en legde een pakje sigaretten op de toonbank neer. „Geloof, dat ik er toch nog maar eentje drink", zei de heer Revel. Hij wendde zich nu joviaal tot den hevig geschrokken Hal lows. „Drinkt u er een met me mee, me neer?" Het dient tot Hallows' eer gezegd, dat hij zich dapper vermande. „Nou, dat sla ik niet af, meneer. Graag. Ik nog een biertje, juf frouw!" De jonge vrouw „werkte" koket met haar inderdaad lang niet onaardige, bruine oogen. „U bent me d'r een!" zei ze tegen den heer Revel. „Het zou me niets verwonde ren als ik u zoo meteen nog in het restau rant zag komen!" „Ja, ziet u, toen ik uit het café kwam, zei ik zoo bij mij zelf, ik moet u och even zien", zei de heer Revel. De jonge vrouw giechelde. „Als het maar waar is. U meent het toch niet!" Zij zette met vaardigen, doch eleganten spoed twee pullen bier voor haar bezoekers neer. „Proost!" zei de heer Revel en hief zijn pul naar den overvloedig transpireerenden Hallows op. „Op uw gezondheid!" zei Hallows rustig. Hij was er haast van overtuigd, dat hier geen sprake van een truc kon zijn. De heer Revel dronk zijn glas leeg en zette het weer op de toonbank. Hij lachte guitig naar de jonge vrouw een lachje, dat een spoedig hernieuwd bezoek aan den „Luipaard en zijn Sleutels" scheen te voor spellen. „Morgen", zei hij. „Moet nu maken dat ik weg kom". Hij had de zwaaideur al half open, toen Hallows hem terugriep. „U hebt iets laten liggen", zei Hallows en wees naar de toonbank, waar naast 's hee- ren Revel's ledige pul het pakje van S. Widgeon, messenmaker, lag. „O, dat!" zei de heer Revel. „Och, wees zoo goed en geef het voor me af, wilt u? Het adres staat er op". Revel liep naar buiten en de deur zwaaide achter hem dicht. Hallows rende woest naar deur, doch wendde zich halverwege om en liep wild naar de toonbank terug, waar hq het lange pakje van afritste. Op de zijde, waarmee het op de mohoniehouten toonbank gele gen had, stond in forsche letters hef adres: Aan den Heer Commissaris Connor, Afd. Crimineele Recherche, Scotland Yard. Hallows staarde wezenloos naar het adres. Het duurde geruimen tijd voor hij 'n woord zeggen kon hjj zei er vier heele dikke!! „Nee maar!" riep de jonge vrouw uit. III. Het was tien minuten voor half één, toen rechercheur Hallows van de crimineele re cherche door de buffetjuffrouw van de „Leopard and Keys" wegens zijn gevloek op zijn nummer gezet werd. Het was om dezen zelfden tijd, dat sir Christopher Vayle al een half uur bij commissaris Connor zat. „Zoo, dit is dus alles wat u me te ver tellen hebt, meneer", zei Connor, eindelijk het zwijgen verbrekend. „Niet veel, wel?" Christopher haalde zijn breede schouders op. „Zegt u maar liever: niets. Het spijt me, maar het is nu eenmaal zoo. Juist, wanneer ik denk een spoor gevonden te hebben, stoot ik me iederen keer op nieuw het hoofd tegen een of anderen ondoordringbaren muur". Connor liet met zoo'n geweld zijn vuist op tafel neerkomen, dat de dekseltjes van zjjn inktkokers rammelden en een opge sprongen penhouder op den grond rolde. „Net wat u zegt, meneer! Ondoordring bare muur! Zoo vergaat het mij ook wan neer ik me met Revel's privé-leven bezig houd. Overal ondoordringbare en onover komelijke muren en dat deugt niet ten minste niet zooveel. Het feit, dat hij die zelf opgetrokken heeft, bewijst, dat hij er iets achter te verbergen heeft. Maar wat? Mijn hemel, ik heb hard genoeg mijn best gedaan om daarachter te komen en er ach ter komen zal ik! Ik geloof niet dat er in héél Engeland een man te vinden is, voor wien ik even veel moeite met even weinig resultaat zou kunnen doen!" „Ik zou u graag een vraag willen stel len, commissaris", zei Christopher Vayle. „Een vraag, die ik u tot nog toe. nog niet heb durven doen. Gelooft u, dat Revel en X één en dezelfde persoon zijn?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5