kwiek vanden dag
SCHIPBREUK OP DE WESÏERSCHELDE
TEGEN DE WET
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 15 JANUARI 2940. No. 12.
Symptomen van drieërlei aard.
Er is weer eenige spanning in ons land
en in België-: de militaire verloven inge
trokken in verband met enkele „minder
gunstige symptomen" in den internationa
len toestand, terwijl de Belgische regeering
bovendien de uitvoering van voorzorgs
maatregelen heeft gelast, waartoe onlangs
reeds was besloten, maar welke toen nog
waren opgeschort.
Het is uiteraard niet bekend, wat voor
symptomen precies de beide regeeringen
tot haar besluiten noopten. Eén er van zal
wel zijn, dat de vorige week verscheidene
vreemde, meest Duitsche, vliegtuigen bo
ven België werden gesignaleerd. De bij
zondere maatregelen zijn eerst, reeds Za
terdag, in België genomen; daarna, Zondag
in Nederland. Men make zich overigens niet
ongerust voorloopig. Het intrekken van pe
riodieke verloven is een voorzorgsmaatre
gel, welke reeds pleegt te worden toege
past, zonder dat men van een dreigenden
toestand kan spreken. Een regeering mag
in een situatie als de huidige nu eenmaal
niet het geringste risico nemen.
Men kan er zich bovendien mede troos
ten, dat de laatste dagen opnieuw vredes-
geruchten de ronde doen. Weer wordt in
dit verband Italië genoemd, welke mogend
heid consequent haar politiek, om 't Euro-
peesche conflict althans zooveel mogelijk
te localiseeren, blijft voortzetten.
Men kent de motieven, welke Rome's
houding bepalen. Eigenbelang gaat hier sa
men met de leuze: „tegen het communis
me!" door de fascistische regeering aange
heven. Een leuze, die volledig steun vindt
in Spanje, welks „caudillo", generaal Fran
co, nu het Vaticaan zijn medewerking moet
hebben aangeboden voor elke poging om
den vrede te herstellen en een einde te
maken aan het gevaar van communistische
expansie. Bij dit aanbod zou Franco zijn
steun hebben toegezegd voor een actie van
den H. Stoel, de Vereenigde Staten en Ita
lië, om de mogendheden over te halen tot
het beleggen van een groote wereldconfe
rentie, die de verschillende kwesties tus-
schen alle volken zou moeten oplossen.
Een Nederlandsch gezegde waarschuwt
tegen het al te veel hooi op zijn vork ne
men. Toch is deze Spaansche manifestatie
hoogst opmerkelijk, vooal als men let op
sommige pers-commentaren, waartoe de
Sovjet-inval in Finland te Madrid aanlei
ding heeft gegeven. De „A.B.C." noemt het
zeer waarschijnlijk, dat de verschijning van
het Russische imperialisme op het Euro-
peesche tooneel een vermindering van de
wrijvingen tusschen de beide mogendheden,
„welke het tot dusver in de Middellandsche
Zee niet eens waren" hier worden uiter
aard Frankrijk en Italië beloeld tenge
volge zal hebben. Het blad acht de „as Ro-
me-Berlijn" niet verbroken noch de ver
houding ItaliëDuitschland grondig gewij
zigd door de Italiaansche hulp aan Finland
en het standpunt, waarop Italië zich jegens
Rusland plaatst. Wèl echter geven het zen
den van Italiaansche vrijwilligers naai'
Europa's Noorden, waar ook Engelsch en
Fransch oorlogsmateriaal aankomt, de ar
beid der Italiaansche diplomatie op den
Balkan en de felle perscampagnes tegen de
Sovjet-Unie aanwijzingen voor een moge
lijke evolutie in de huidige crisis.
Het wordt zoo langzamerhand wel heel
duidelijk, dat Rome de verschillende par
tijen zoo lang mogelijk tegen elkaar wil
uitspelen en dat het daarbij de hoop koes
tert, er tenslotte in te zullen slagen, een
toenadering te bewerkstelligen, waarvoor
het dan het loon van den „eerlijken make
laar" denkt te incasseeren. Eenigszins be
denkelijk voor Mussolini in dit verband is
het echter, dat de samenwerking tusschen
Sovjet-Unie en Derde Rijk steeds meer het
karakter der gedwongen vriendschap krijgt.
Er ontstaat een eigenaardige Duitsch-Rus-
sische solidariteit, welke vooral in de pers
beschouwingen tot uiting komt. Berlijnsche
en Moskousche bladen waarschuwen als
om strijd de Scandinavische landen voor
Britsche en Fransche pogingen, hen in den
oorlog mee te slepen. De „Prawda" ge
bruikt bij deze waarschuwing het oude re
cept, om de „arbeidende volksmassa's" al
bij voorbaat tegen de regeeringen der be
doelde staten, als deze voor pressie moch
ten zwichten, uit te spelen. Na hetgeen met
Finland gebeurd is, weet men wel zoo on-
Regeeringsaankooop van verbruiksaardappelen.
Zeeuwsche Blauwe en Bonte,
Koopmans Blauwe, Roode Star,
Eigenheimers, Bevelanders en
Bintjes.
Van officieele zijde worden ons de volgen
de bijzonderheden medegedeeld, omtrent
het aankoopen van verbruiksaardappelen
van den kleigrond, te leveren in het voor
jaar van 1940. Deze aankoopen, welke ge
schieden door middel van den georganiseer-
den aardappelhandel, waarvoor optreedt de
Ver. tot behartiging van den Nederland-
schen aardappelhandel, in samenwerking
met de provinciale voedselcommissarissen,
strekken 'zich uit over klei-consumptieaard-
appelen van eerste kwaliteit in de norma
le sorteering van de rassen Zeeuwsche
blauwe, Zeeuwsche bonte,
koopmans blauwe-, roode
star, eigenheimers, Beve
lander en, hoewel zulks aanvankelijk
niet in de bedoeling lag, ook van het ras
bintje, aangezien zulks met het oog
op de ontwikkeling der marktsituatie wen-
schelijk bleek.
De prijzen, waarvoor met de telers wordt
gecontracteerd, te weten voor de eerstge
noemde vier rassen 4.50 per 100 kg, voor
Bevelanders 4,per 100 kg, voor Eigen
heimers 3,75 per 100 kg en voor Bintjes
3,25 per '100 kg, alle af boerderij, zijn
gebaseerd op levering van de aardappelen
in de week van 1 tot en met 6 April 1940,
uitgezonder Eigenheimers, waarvoor de
prijs is gebaseerd op levering in de week
van 26 Februari tot en met 2 Maart 1940.
De telers zijn evenwel verplicht zooveel
vroeger of later dan de genoemde basisperi
oden te leveren als van overheidswege
noodzakelijk wordt geacht, met dien ver
stande, dat de Eigenheimers uiterlijk 30
Maart en de aardappelen van de andere
rassen uiterlijk 1 Juni afgenomen zullen
worden.
Wordt levering v o o r de genoemde tijd
vakken dus begin April of eind Februari
gevvenscht, dan zullen de genoemde over-
nemingsprijzen worden verminderd met
0,025 per 100 'kg per week, of gedeelte
daarvan.
Wordt verlangd, dat Eigenheimers na de
week van 26 Februari tot en met 2 Maart
worden geleverd, dan zal de prijs per week
of gedeelte daarvan, met 0,05 per 100 kg
worden verhoogd, -terwijl indien van de
overige rassen levering na de week van 1
tot en met 6 April wordt geëischt, de over-
nemingsprijzen daarvan met 0,03 per 100
kg per week, of gedeelten daarvan zullen
worden verhoogd tot 6 Mei 1940 en van 6
Mei af met 0,05 per 100 kg per week of
gedeelte daarvan.
De aardappelen moeten op het tijdstip
van levering van eorste kwaliteit zijn.
Eventueele geschillen over die kwaliteit
zullen worden beslecht door een commissie
van 3 arbiters. Het ligt in de bedoeling, in
elk gewest een arbitrage-commissie in te
stellen, waarvan als leden zullen worden
benoemd: een ambtenaar van den Planten-
ziektènkundigen Dienst, een deskundige,
aangewezen door de Ned. Akkerbouwcen-
trale en een voor elk geval afzonderlijk
door den teler aan te wijzen persoon.
Van eiken aankoop wordt een koopbrieije
opgemaakt, waarin behalve de gewone ge
gevens omtrent den koop met het oog op
de controle, zoo nauwkeurig mogelijk moe)
worden aangegeven, waar de gekochte pai-
tij zich bevindt.
Op grond van de koopbriefjes zal den te
lers door den provincialen voedselcommis-
sarsi een voorschot uitbetaald kunnen wor
den ten bedrage van de helft van den over-
nemingsprijs, uiteraard met dien verstand'
dat de telers zich moeten verbinden op eer
ste aanmaning het voorschot geheel of ge
deeltelijk terug te betalen, indien ten ge
volge van bijzondere omstandigheden nvn-
der kan worden geleverd dan werd ver
kocht.
Reeds (150.000 bijeen voor
het Finsche Roode Kruis
Wij vernemen dat de geldinzameling in
ons land. uitgaande van de Finsch-Neder-
landsche vereeniging in samenwerking
met het Nederlandscbe Roode Kruis, ten
behoeve van het Finsche Roode Kruis,
thans tot een totaal bedrag van 150,000
is gestegen
Wanneer in aanmerking wordt genomen
dat de actie nog maar enkele weken 'oud
is zoo vertelde de secretaris van de
Finsch-Nederlandsche Vtreeniging, mr J.
J. R. Schmal, aan een verslaggever van
het ANP dan zijn er redenen tot groo
te tevredenheid. lederen dag opnieuw
wordt ervaren, ,dat ook in ons land de
sympathie voor het zwaar beproefde Fin
sche volk, dat op.zoo'n moedige wijze voor
zijn vrijheid vecht, groot is en treffende
voorbeelden z\jn hiervan te noemen
Vele groepen van mensehen zijn de
laatste weken spontaan in beweging geko
men en werken mede om de actie tot een
zoo groot mogelijk succes te doen worden.
Verheugend is ook de activiteit, welke de
sportwereld thans aan den dag legt en
waartoe het Nederlandsch Olympisch Co-
geveer, welke bedoeling er achter de
„Prawda"-vermaningen steekt.
Wordt Scandinacië gewaarschuwd, Bul
garije krijgt een aanmoediging.Het tusschen
dat land en de Sovjet-Unie gesloten han
delsverdrag geldt in de oogen der „Kras-
naja Zwesda" als bewijs, dat Rusland
vriendschap met de kleine staten wil, „in
tegenstelling met de Engelsch-Fransche
overweldigingspolitiek"En tenslotte trek
ken zoowel „Iswestia" als „Prawda" van
leer tegen de Vereenigde Staten, die trach
ten zouden, Japan schaakmat te zetten.
Vrijwel terzelfder tijd meldt het Duitsche
Nieuwsbureau, dat Tokio thans een gron
dige herziening der Japansch-Amerikaan-
sche betrekkingen wil nastreven.
De nieuwe „as" functionneert op het
oogenblik beter dan de oude, zou men zoo
zeggen.
mité den stoot gaf door een bedrag van
500 beschikbaar te stellen uit de fond
sen, die bijeengebracht waren ter deelne
ming aan de Olympische Spelen, welke dit
jaar te Helsinki zouden plaats hebben
Een novum is het bericht zoo vertelt
mr. Schmal verder dat ik ontving uit
Harderwijk, waarbij werd medegedeeld,
dat de daar bijeengebrachte gelden voor
een gedeelte bestaat uit de opbrengst van
kerkcollecten Dat opent een geheel nieuw
perspectief.
Een treffend bewijs van medeleven was
het ook, toen dezer dagen een eenvoudig
bejaard man bij ons kwam. „Iedei'een
zoo zei hij heeft nog wel een oude
kous. Erg lang zal ik het wel niet meer
maken Hier hebt U van mij ook een gift
voor die dappere Finnen". En de bejaarde
man overhandigde ons 1000
Dezer dagen hebben de vrouwenorgani
saties te kennen gegeven, dat zij gezamen
lijk in den een of anderen vorm aan de
hulpverleening willen deelnemen. Natuur
lijk is dit aanbod gaarne aanvaard en
thans wordt overleg gepleegd omtrent de
wijze, waarop dat het beste kan gebeuren.
De Finsch-Nederlandsche vereeniging
beschouwt het als haar taak. om de krach
ten, die zich voor de Finsche zaak willen
geven, te coördineere». De heer Schmal
stelde er prijs op om in verband hiermede
nog eens te herhalen dat zij, die plaatse
lijk iets willen doen, zich kunnen verstaan
met de afdeeling van het Roode Kruis in'
de plaats hunner inwoning.
Dezer dagen zal onder ausspicien van
de Finsch-Ned. vereeniging een geschrift
worden uitgegeven met als titel: ,.Fin-
lands lot". Verder is binnenkort de uit
gave te verwachten van een reeks sluit-
zegels, waarop de beeltenissen van ver
schillende bekende Finsche persoonlijkhe
den.
De heer Schmal verzocht tenslotte het
gironummer van het actie-comiié nog eens
te vermelden. Het is 3016 .van de IJotter-
damsche Bankvereeniging Bij storting
gelieve men er bij te vermelden: bestemd
voor het Finsche Roode Kruis.
Nederland vraagt
inlichtingen in Londen
en Berlijn.
Welke vliegtuigen vlogen
boven ons land?
Het Duitsche legerbericht van Zaterdag
meldde o.m.:
„Van den vijand werd, behalve enkele
nachtelijke vluchten, waarbij voor een deel
Nederlandsche neutraliteit wederom
werd geschonden, slechts een enkel „Bris
tol-Blenheim" toestel boven Duitsch gebied
gezien.
Het vliegtuig werd na een kort gevecht
door Duitsche jachtvliegtuigen, omlaag ge
scholen. Het toestel is op Fransch gebied
neergevallen en verbrand".
Naar aanleiding van bovenstaand legerbe
richt kan worden medegedeeld, dat in den
nacht van 12 Jan. vreemde vliegtuigen bo-
-ven ons grondgebied zijn waargenomen.
Zoowel te Londen als te Berlijn is reeds
verzocht een onderzoek in te stellen naar
de vraag of deze vliegtuigen resp. van En-
gelsche of Duitsche nationaliteit zijn ge
weest.
OOK VREEMDE VLIEGTUI
GEN BOVEN BELGIë.
Verscheidene buitenlandsche vliegtuigen
hebben Zaterdagmiddag gevlogen boven de
versterkte stellingen van Luik. Het lucht
afweergeschut trad telkens in werking en
Prinselijk paar op het ijs.
Zij reden gisteren een ge
deelte van de drie meren-
tocht.
Uit Aalsmeer wordt gemeld: Prinses Ju
liana en Prins Bernhard hebben Zondag
middag een gedeelte van de route van den
drie-merentocht op de schaats gereden. Het
Prinselijk paar arriveerde per auto bij de
controle in Oude-Wetering. De Prinses was
gekleed in een bruin-rood mantelpak, de
Prins was in uniform. De vorstelijke per
sonen bonden op den steiger van de jacht
haven „De Braasem" hun schaatsen onder
en vertrokken in de richting van De Kaag,
langs de route, welke de ijsbond „Hollands
Noorderkwartier had aangegeven.
de toestellen verdwenen in Oostelijke rich
ting.
Voorts wordt gemeld, dat een driemotorig
Duitsch toestel gevlogen heeft boven de
streek van Verviers. Het vliegtuig vloog op
zeer geringe hoogte. Het vertrok in de rich
ting van Heusy en daarna naai' Poleur,
waar men duidelijk een hakenkruis zag.
aangezien het toestel niet hooger dan 300
meter vloog. Het verdween in de richting
van Fagnes en men hoorde toen het vuren
van het Belgische luchtafweergeschut. Des
ondanks vloog het toestel daarna over het
dorp Sart, waarna het naar Duitschland te
rugkeerde. In de omgeving van Elseborn
passeerde het de grens.
Engelsch stoomschip na aanvaring binnen 5 minuten gezonken
Alle opvarenden gered.
De mist is oorzaak geworden van een
ernstige aanvaring op de Westerschelde
tusschen twee Engclsche schepen, waarvan
er een zoodanig werd getroffen, dat het
binnen 5 minuten in de diepte is verdwenen.
Gelukkig konden alle opvarenden worden
gered, zij het met achterlating van al hun
hebben en houden.
De aanvaring gerchiedde in den nacht
van Zaterdag op Zondag op de Wester
schelde bij de roode boei no. 6, ter hoogte
van Borssele. Het circa 800 ton groote En-
gelsche stoomscheepje „Hullgate", dat op
weg was van Engeland naar Antwerpen,
werd te circa 3.30 uur midscheeps aan bak
boordzijde aangevaren door het Engelsche
stoomschip „Moyle", welk sch'ip op weg w
van Gent naar Engeland. De „Hullgate"
werd zoodanig geraakt, dat het water on
middellijk binnenstroomde. De bemanning,
waarvan er eenigen in de kooi lagen, had
den ternauwernood gelegenheid om op de
„Moyle" over te springen.
De „Moyle" zette koers naar Vlissingen,
waar da schipbreukelingen, alsmede de
loods, aan land werden gezet en in „hotel
Goes" werden ondergebracht.
De „Moyle" had lichte schade bekomen
aan den voorsteven en maakte water. Het
schip is op de reede blijven liggen voor on
derzoek. Experts hebben zich Zondagmor
gen naar boord begeven om de schade op te
nemen. Waarschijnlijk zal het schip de reis
kunnen vervolgen.
In hotel Goes troffen wij Zondagmorgen
de geredde bemanning van de „Hullgate"
aan het ontbijt. Ailen waren in werkklee-
ding. Men kan het de meest jonge zeelieden
aanzien dat zij teleurgesteld waren over het
verlies van hun schip, hoewel zij vanzelf
dankbaar waren dat deze schipbreuk voor
hen zoo goed was afgeloopen. Kapitein
Krowther was echter niet erg mededeel
zaam, „we leven in oorlog", zoo zei hij, „dus
moet alle ruchtbaarheid worden vermeden.
De vijand maakt daarmede maar propagan
da". Bij brokken en beetjes gelukte het ons
toch een wat meer volledig relaas van de
schipbreuk te vernemen, vooral toen bleek
dat het schip in diep water was gezonken,
zoodat van berging geen sprake meer kan
zijn. De zeelieden vertelden toen dat zij op
weg waren naar Antwerpen om aldaar la
ding in te nemen. Hun reis van Engeland
over de Noordzee was zonder eenig inci
dent verloopen. Te Vlissingen was de loods
aan boord gekomen en hoewel het mistig
was, besloot men toch door te varen. „Time
is money" in dezen tijd. Hoewel er geregeld
mistsignalen werden gegeven en deze ook
van andere schepen werden opgevangen,
doemde 's morgens ongeveer half vier een
grooter schip uit den mist op. Een aanva
ring bleek niet meer te voorkomen en met
een hevigen klap werd ons schip aan bak
boordzijde midscheeps geramd. De „Hullga
te" bleef nog eenige oogenblikken aan de
boeg van het grootere schip hangen, welke
kostbare oogenblikken door de bemanning,
waarvan er eenige ijlings hun kooien had
den verlaten en naar dek waren gesneld,
werden benut, om op het andere schip over
te stappen. Een opvarende zag daartoe
echter geen kans meer en geraakte te wa
ter. De eerste stuurman, die op de brug
stond en door de botsing zijn arm had ge
broken, behield zijn tegenwoordigheid van
geest en hoewel hij hevige pijnen had, wist
ook hij over te stappen. Nauwelijks waren
allen aan boord van de „Moyle", of de
„Hullgate" geraakte los en zonk weg in
diepte. Van de „Moyle" had men inmiddels
een sloep gestreken en daarin werd de eeni
ge drenkeling opgepikt. De scheepsramp
duurde minder dan 5 minuten, zoodat aan
redden van eenig bezit niet viel te denken.
Alle bezittingen zijn dan ook met het schip
in de diepte verdwenen.
Vanzelfsprekend werd de bemanning van
de „Hullgate" aan hoord van de „Moyle"
met de meeste zorg behandeld. Bij aan
komst op de reede van Vlissingen heeft dr.
Detmar de stuurman behandeld, waarna
deze naar het ziekenhuis „Bethesda" is
overgebracht.
Door bemiddeling van den Engelschen
consul, werden de schipbreukelingen in ho
tel Goes van nieuwe onder- en bovenklee-
ren voorzien.
Zij zullen waarschijnlijk Maandag naar
Engeland terugkeeren.
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
39). -
Op den hoek van Willowdale Avenue in
South Kennington is een winkel, waarvan
de étalage vol met allerhande staalwaren
is. Boven dezen winkel staat met groote
vergulde letters: S. Widgeon. Messenmaker.
„Aha!" zei Hallows niet zonder eenige
verbazing en liet een veelbeteekenend sis
send fluittoontje tusschen zijn tanden ont
snappen. Hjj stelde zich verdekt op in de
portiek van een nieuwsbladen-agentschap
tegenover den winkel van S. Widgeon. En
niets te vroeg! Het geluk was met hem
vandaag, want hoewel de heer Revel den
indruk gewekt had, dat hij zonder om te
zien regelrecht den winkel van Widgeon
zou binnenstappen, hield hij nu ineens stil,
draaide zich om, kwam weer terug en
zocht Willowdale links en rechts met zijn
blikken af.
„Oef!" zei Hallows en zette zijn dophoed
af, waarvan hij met zijn zakdoek den bin
nenrand afveegde. Hij wachtte zij het
dan ook allesbehalve geduldig. Zijn prooi
bleef zoo lang in Widgeon's winkel vol
gens Hallows' horloge was hij er nu al tien
minuten dat hij zich met een gevoel van
schrik, dat hem deed kokhalzen, zich plot
seling afvroeg, of de heer Widgeon mis
schien ook zijn cliënt toegestaan had, dooi
de achterdeur zijn zaak te verlaten.
Maar nee, hoor, daar was de heer Revel
weer en niet met leege handenHij droeg
namelijk een rechthoekig, in bruin papier
gewikkeld pakje, waarvan de afmetingen
naar schatting 25 X 3 X 5 cm waren. Hal
lows keek uit zijn schuilplaats met wijd
opengesperde oogen toe. Nogmaals bleef de
deer Revel op het trottoir stilstaan en keek
omzichtig om zich heen. Blijkbaar voldaan
rnet zijn bevindingen ging hij nu rechtsat
en wandelde, zonder zich ook maar in het
minst te haasten, High Street af. Hallows
volgde hem voorzichtiger dan ooit.
Na een paar honderd* meter geloopen te
hebben, hield de heer Revel voor den ingang
van Café de „Leopard and Keys" stil en
stapte daar zonder om te kijken binnen.
Hallows kende toevallig deze zaak. Het
was een gelegenheid met een in het rond
loopend buffet, dat zoowel de tapperij als
het restaurant en 't café bestreek. Hallows
ging de tapperij binnen en bestelde een pot
bier. Hij stond tegen het buffet geleund en
keek door 't matglazen tusschenschot in het
café, waar zijn prooi met een krant en een
glas bier voor zich aan een tafeltje zat.
Hallows zette zijn hoed af en was blij even
uit te kunnen rusten. Hij had het ontzettend
warm, doch was daarom niet minder met
zich zelf ingenomen. Zijn bierpul was zoo
wat leeg, toen hij de deur achter zich
hoorde opengaan. Hü draaide zich niet om,
maar daar hij een oogenblik niet door het
tusschenschot had gekeken, herstelde hij
gauw zijn verzuim, om half waanzinnig van
schrik tot de verbijsterende ontdekking te
komen, dat zijn prooi „gevlogen" was
Maar zijn schrik was zeker niet minder
hevig, toen Hallows merkte, dat de man,
die zooeven binnengekomen was en nu
naast hem stond, niemand anders dan de
heer Revel in hoogst eigen persoon was!
„Morgen"' zei de heer Revel vriendelijk.
Een wijs man bewaakt zijn gedach
ten, want ze zijn zeer listig en snel
len heen, waar zij begeeren.
Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
Hallows, die zijn uiterste best deed om
zijn zelfbeheersching niet te verliezen,
bracht een grommend keelgeluid voort, dat
voor een wedergroet moest doorgaan.
„Mooi weertje!" zei de heer Revel en tik
te met een geldstuk op de toonbank. In
antwoord hierop verscheen er een jonge
vrouw, die zoowel met haar oogen als haar
stem niet weinig verbazing te kennen gaf
over dezen nieuwen klant van de tapperij.
De heer Revel glimlachte naar haar.
„Heb nog sigaretten vergeten te koopen",
zei hij en .bestelde een pakje.
„Ah, juist!" zei de jonge vrouw en legde
een pakje sigaretten op de toonbank neer.
„Geloof, dat ik er toch nog maar eentje
drink", zei de heer Revel. Hij wendde zich
nu joviaal tot den hevig geschrokken Hal
lows. „Drinkt u er een met me mee, me
neer?"
Het dient tot Hallows' eer gezegd, dat hij
zich dapper vermande. „Nou, dat sla ik niet
af, meneer. Graag. Ik nog een biertje, juf
frouw!"
De jonge vrouw „werkte" koket met haar
inderdaad lang niet onaardige, bruine
oogen.
„U bent me d'r een!" zei ze tegen den
heer Revel. „Het zou me niets verwonde
ren als ik u zoo meteen nog in het restau
rant zag komen!"
„Ja, ziet u, toen ik uit het café kwam,
zei ik zoo bij mij zelf, ik moet u och even
zien", zei de heer Revel.
De jonge vrouw giechelde. „Als het maar
waar is. U meent het toch niet!" Zij zette
met vaardigen, doch eleganten spoed twee
pullen bier voor haar bezoekers neer.
„Proost!" zei de heer Revel en hief zijn
pul naar den overvloedig transpireerenden
Hallows op.
„Op uw gezondheid!" zei Hallows rustig.
Hij was er haast van overtuigd, dat hier
geen sprake van een truc kon zijn.
De heer Revel dronk zijn glas leeg en
zette het weer op de toonbank. Hij lachte
guitig naar de jonge vrouw een lachje,
dat een spoedig hernieuwd bezoek aan den
„Luipaard en zijn Sleutels" scheen te voor
spellen.
„Morgen", zei hij. „Moet nu maken dat
ik weg kom".
Hij had de zwaaideur al half open, toen
Hallows hem terugriep.
„U hebt iets laten liggen", zei Hallows en
wees naar de toonbank, waar naast 's hee-
ren Revel's ledige pul het pakje van S.
Widgeon, messenmaker, lag.
„O, dat!" zei de heer Revel. „Och, wees
zoo goed en geef het voor me af, wilt u?
Het adres staat er op".
Revel liep naar buiten en de deur zwaaide
achter hem dicht.
Hallows rende woest naar deur, doch
wendde zich halverwege om en liep wild
naar de toonbank terug, waar hq het lange
pakje van afritste. Op de zijde, waarmee
het op de mohoniehouten toonbank gele
gen had, stond in forsche letters hef adres:
Aan den Heer Commissaris Connor, Afd.
Crimineele Recherche, Scotland Yard.
Hallows staarde wezenloos naar het
adres. Het duurde geruimen tijd voor hij 'n
woord zeggen kon hjj zei er vier heele
dikke!!
„Nee maar!" riep de jonge vrouw uit.
III.
Het was tien minuten voor half één, toen
rechercheur Hallows van de crimineele re
cherche door de buffetjuffrouw van de
„Leopard and Keys" wegens zijn gevloek
op zijn nummer gezet werd. Het was om
dezen zelfden tijd, dat sir Christopher Vayle
al een half uur bij commissaris Connor zat.
„Zoo, dit is dus alles wat u me te ver
tellen hebt, meneer", zei Connor, eindelijk
het zwijgen verbrekend. „Niet veel, wel?"
Christopher haalde zijn breede schouders
op. „Zegt u maar liever: niets. Het spijt me,
maar het is nu eenmaal zoo. Juist, wanneer
ik denk een spoor gevonden te hebben,
stoot ik me iederen keer op nieuw het hoofd
tegen een of anderen ondoordringbaren
muur".
Connor liet met zoo'n geweld zijn vuist
op tafel neerkomen, dat de dekseltjes van
zjjn inktkokers rammelden en een opge
sprongen penhouder op den grond rolde.
„Net wat u zegt, meneer! Ondoordring
bare muur! Zoo vergaat het mij ook wan
neer ik me met Revel's privé-leven bezig
houd. Overal ondoordringbare en onover
komelijke muren en dat deugt niet ten
minste niet zooveel. Het feit, dat hij die
zelf opgetrokken heeft, bewijst, dat hij er
iets achter te verbergen heeft. Maar wat?
Mijn hemel, ik heb hard genoeg mijn best
gedaan om daarachter te komen en er ach
ter komen zal ik! Ik geloof niet dat er in
héél Engeland een man te vinden is, voor
wien ik even veel moeite met even weinig
resultaat zou kunnen doen!"
„Ik zou u graag een vraag willen stel
len, commissaris", zei Christopher Vayle.
„Een vraag, die ik u tot nog toe. nog niet
heb durven doen. Gelooft u, dat Revel en X
één en dezelfde persoon zijn?"
(Wordt vervolgd).