m
DE DISTRIBUTIE VAN B00NEN, GRAUWE ERWTEN
EN CAPUCIJNERS BEGINT ÓP 19 JANUARI.
Wat er 3an het Roode
leger hapert
TEGEN DE WET
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 9 JANUARI
1940.
No. 7.
Achter de schermen van de
Britsche politiek.
Het rumoer naar aanleiding van het
plotselinge aftreden van den Engelschen
minister van ooi-log, Hore Belisha, is nog
steeds niet bedaard. En geen wonder! In
Engeland, dat zichzelf als een der meest
democratische landen ter wereld beschouwt,
wordt het lid der regeering, dat in dezen
tijd, na den minister-president, wel zoo onge
veer het belangrijkst is, plotseling aan den
•dijk gezet, waarbij de grondprincipes der
democratie: openbaarheid en medezeggen
schap van het volk, met voeten worden
getreden.
Het is waar, er was critiek geuit op Hore
Belisha, maar op wien niet? En een groot
deel van die critiek schrijft men toe aan
persoonlijke gevoelens van gekrenkt zijn
doordat deze minister dikwijls zonder aan
zien des persoons. noodzaak voor recht heeft
laten gaan en op hooge posten menschen
benoemde, die zoodoende ineens chef wer
den van hün vroegere chefs, wat altijd on
aangename verhoudingen schept.
Ook van andere zijde heeft Belisha, die
een Jood is, critiek te verduren gehad, n.l.
van de anti-semieten in Engeland welke
.critiek te verwaarloozen is en van een
.aantal Christelijke organisaties.
Belisha, een man van doortastende
maatregelen, had voorgesteld om aan de
„ongetrouwde vrouwen" van soldaten een
zelfde uitkeering te geven als aan de wet
tige echtgenooten. Hij zeide het niet meer
•dan fatsoenlijk te vinden, dat aan een
vrouw, met wie een soldaat zes maanden
voor zijn vertrek naar het front had sa
mengeleefd, wat de financieele gevolgen
van den oorlog voor haarzelf betrof, op de
zelfde manier behandeld zou worden als 'n
echtgenoote.
Dit voorstel verwekte in Engeland, voor
al bij de Christelijke vrouwenorganisaties
groote verontwaardiging. De bekende Lady
Astor stelde vragen in het Lagerhuis over
deze „officieele sanctie van ongeoorloofde
verhoudingen"; bisschop Heywood van de
Episcopaalsche kerk stortte zijn toorn uit
over Belisha, evenals vertegenwoordigers
van de groote Roomsch-katholieke organi
saties. Zij allen zagen in het voorstel vari
Belisha een'ondermijning van de moraliteit
en een in de hand werken van een „laat-
maar-waaien"-geest op zedelijk terrein.
Belisha's optreden had tengevolge, dat
onmiddellijk een aanzienlijk aantal „onge
trouwde echtgenooten" zich tot het minis
terie van oorlog wendden om een toelage.
Zij kwamen echter tevergeefs, want de mi
nister was niet alleen baas en zijn idee
werd niet overgenomen.
Hoe dit echter zij, deze heftige storm van
verontwaardiging uitzeer verschillende
kampen was niet in staat om Belisha's po
sitie reeds voldoende te schokken. Enge
land zag in hem den besten man voor de
plaats, die hij bekleedde en het liet hem
daar. En nu, plotseling, zou hij niet meer
deugen voor zijn functie?
Engeland is verbijsterd, zeggen de kran
ten, en dat zal wel waai- zijn, want een
dergelijke opzienbarende gebeurtenis-zon
der-commentaar is wel een zeer onaange
name verrassing. Wat is de beweegreden
voor dit ontslag geweest? Men vraagt het
zich nu reeds drie dagen af, zonder iets ver
der bij een afdoend antwoord gekomen te
zijn.
Hore Belisha stond er, met Churchill,
voor bekend, dat hij was voor de theorie
van: „geen onderhandelingen met Duitsch-
land, want Hitler is toch niet te vertrou
wen". Men zegt, dat zijn Joodsche afkomst
daaraan niet -vreemd is.
En aangezien de bange menschheid zich
in dezen donkeren tijd nu eenmaal aan
ieder stroohalmpje wil vastgrijpen, ook al
is het maar een stroohalmpje in de fanta
sie, kan men zich denken, dat sommigen
In het aftreden van Belisha grond hopen te
vinden voor de gedachte, dat achter de
schermen men denkt aan den Paus, aan
Roosevelt en Mussolini gewerkt wordt
aan den vrede, en dat Belisha's onverzoen
lijkheid daarbij in den weg zou staan.
Zooals wij zeiden, het is maar een stroo
halmpje en waarschijnlijk bestaat het
slechts in de fantasie! De benoeming van
den nieuwen minister van oorlog, Stanley,
is trouwens in Berlijn even grimmig ont
vangen, als men Belisha daar heeft uitge
luid
Een andere mogelijkheid is, dat men Be
lisha heeft willen vervangen door iemand,
die populairder is in Engeland en hierbij
denkt men aan Churchill, de huidige minis
ter van marine Deze zou dan zoo rede
neert men de leiding krijgen van een de
partement, waaronder de heele oorlogsvoe
ring zou ressorteeren.
Zooals wij echter reeds schreven, dit zijn
alle slechts veronderstellingen en niemand
weet totnogtoe het ware. En het is een
groote vraag of de „groote men" ooit het
ware zal weten.
Maar men zal goed doen den naam Chur
chill in het oog te houden, niet alleen om
de mogelijkheid, welke wij hierboven op
perden, doch om nog een andere zaak, een
van ouden datum, een persoonlijke anti
pathie tusschen Churchill en Belisha.
Een treffend teeken hiervan heeft men
meegemaakt in Juli 1938. Een schoonzoon
van Churchill, het Lagerhuislid Sandys, was
van meening, dat er groote gebreken waren
in de luchtverdediging van Engeland, wel
ke meening hjj steunde op gegevens, die
hem door hooge officieren verstrekt moes
ten -zijn.
Sandys wilde het landsbelang niet scha
den en wenschte daarom niet dadelijk in
het openbaar een vraag te stellen in het
parlement. Hij legde een concept van zijn
vraag voor aan minister Belisha, waarbij
de bedoeling voorzat, dat Belisha hem, zoo
noodig, zou kunnen verzoeken om de vraag,
in het landsbelang, niet te stellen.
Dit gebeurde echter niet. Belisha eischte
van Sandys, dat deze zijn zegsmannen zou
noemen, onder bedreiging hem anders te
"zullen vervolgen wegens schending van de
wet op de staatsgeheimen. Dit nu be
schouwden vele parlementsleden als een
aantasting in hun rechten, waarbij men er
zeker van kan zijn, dat de oude Churchill,
die toen nog geen minister van marine
was, zijn beste beentje heeft voorgezet. De
zaak liep met een sisser af, maar zette veel
kwaad bloed.
Intusschen blijkt ook hieruit weer, dat
hooge legerautoriteiten hun oppersten chef,
den minister -van oorlog, graag op de vin
gers wilden tikken. Zoodat men waarschijn
lijk de invloeden, welke geleid hebben tot't
aftreden van Hore Belisha, kan teruglei
den tot een succesvolle samenwerking tus
schen Churchill en de hooge officieren.
800 kilometer per uur!
Volgens de voorspellingen van Ameri-
kaansche luchtvaartingenieurs, vervat in
twee technische rapporten, welke door de
Nationale consultatieve luchtvaartcommis
sie aan het Congres der Ver. Staten zijn
voorgelegd, zal men over twaalf tot acht
tien maanden vliegtuigen kunnen vervaar
digen met een actieradius van bijna 15,000
km en een snelheid van 800 km per uur.
De ingenieurs wijzen erop, dat de per-
fectionneeringen worden verkregen door
betrekkelijk eenvoudige wijzigingen in de
constructie van den vleugel en door syste
men van koeling en synchronisatie der mo
toren, welke op het oogenblik in de lucht
vaartlaboratoria worden bestudeerd.
DE STILTE VOOR DEN STORM?
De Britsche minister van binnenlandsche
zaken en binnenlandsche veiligheid, Ander
son, heeft gisteren in een te Glasgow ge
houden rede, naar aanleiding van de in dit
opzicht uitgeoefende kritiek, verklaard, dat
de organisatie der burgerlijke verdediging
in geen enkel opzicht te uitgebreid is voor
de taak, die zjj zal hebben te vervullen wan
neer de vyand zjjn aanval uit de lucht vol
voert.
„Wanneer de tijd van dezen proef daar is,
vrees ik niet, dat wij tot de conclusie zul
len komen, dat wjj ons teveel hebben voor
bereid; ik ben meer bezorgd, dat tenslotte
onze voorbereidingen niet voldoende zullen
blijken te zijn".
Anderson voegde hier nog aan toe: „Wat
men de stilte der laatste vier maanden
noemt, zou de stilte voor den grooten storm
kunnen zijn, en een wijs man zorgt ervoor,
dat zijn huis in orde is, voor de storm los
breekt".
Voldoende inlevering dezer
producten in de laatste weken.
In den loop van de volgende week zal
met de distributie van grauwe erwten, ca-
pucijners en alle soorten boonen (waar
onder dus vallen, o m. bruine en witte
boonen) een aanvang worden gemaakt.
Zooals bekend, waren ten gevolge van
verschillende omstandigheden tot voor
kort de voorraden van deze artikelen
nog niet voldoende om tot distributie te
kunnen overgaan. De minister heeft tot
zijn voldoening geconstateerd, dat vooral
in de laatste weken deze producten in
voldoende mate bij de provinciale voedse!-
commissarissen zijn ingeleverd, hetgeen
ten deele te danken is aan de gunstige
weersomstandigheden, die het dorschen
bevorderd hebben, en aan het feit., dat de
telers gevolg gegeven hebben aan den on
langs door den minister gedanen oproep
en hun volle medewerking hebben ver
leend.
In overleg met de winkeliersorganisaties
is bepaald, dat met de distributie van de
genoemde'artikelen op 19 Januari a.s.
begonnen zal worden Van dien datum af
zal men in den winkel deze producten
kunnen koopen tegen inlevering van een
nader aan te wijzen bon der rijksdistribu
tiekaart. Het rantsoen, dat men op dien
bon, die geldig zal zijn van 19 Januari
t/m 15 Februari, kan verkrijgen, bedraagt
'/j pond boonen of capucijners of grauwe
erwten.
De eerste toewijzing zal Vrijdag 12 Ja
nuari a.s in het bezit zijn van de klein
handelaren, die verstandig zullen doen de
Neerlands zout
èn tafelgebruikl
JOZO: her gejodeerde keuken
zout, dat door 'n niet te proeven
spoortje jodium een goede
waarborg tegen struma is.
Per pondspak: 8 cc.
NEZO: het zuivere, fijne keuken
zout, buitengewoon zuinig in het
gebruik.
Per kilopak 1 3 ct.
BOEKELO's TAFELZOUT:
het fijnste zout dat U kent!
Groote bus van 34Ó gr.: 15ct.
Mooie glazen strooier gevuld 10 ct.
is van 200 gram1 O ct.
toewijzingen onmiddellijk bij hun gebrui
kelijke leveranciers in te wisselen, aange
zien bij het aanhouden van de vorst
transportmoeilijkheden verwacht kunnen
worden De grossiers zullen op aanvraag
reeds deze week door de vereeniging „De
Korenbeurs" van voorraad worden voor
zien.
Mede wegens de mogelijkheid. van
transportmoeilijkheden wordt het publiek
dringend aangeraden op 19 Januari as.
niet dadelijk alle bons in te wisselen,
daar de in de winkels beschikbare voor
raad niet voldoende kan zijn om in de
eerste dagen reeds het geheele Neder-
landsche volk van de toegewezen 2200 ton
boonen, grauwe erwten en capucijners te
voorzien, te meer daar men er zeker van
kan zijn dat iedereen in den loop van deze
periode de toegewezen hoeveelheid zal
kunnen verkrijgen.
ER DREIGDE EEN TEKORT.
Van verschillende zijden is de vraag
gesteld, waarom eigenlijk de boonen, grau
we erwten en capucijners gedistribueerd
moeten worden daar de consumptie im
mers normaal genomen de productie niet
overtreft Ter beantwoording van deze
vraag deelt men ons mede, dat, zooals in
een vorig persbericht reeds was uiteen
gezet, o.a door het ontbreken van een
voorraad boonen bij het uitbreken van
oorlog en het late dorschen tengevolge
van de weersomstandigheden, een tekort
dreigde Voorts heeft de weermacht, zoo
wel voor directe consumptie als voor
voorraadvorming. groote hoeveelheden
noodig. Een en ander heeft tot gevolg,
dat het artikel niet vrijgelaten kan wor
den De distributie brengt een billijke
verdeeling van de beschikbare hoeveelhe
den over alle consumenten tot stand. In
dien niet gedistribueerd zou worden, zou
het gevaar bestaan, dat door hamsteren,
hetgeen uiteraard slechts de beter gesi
tueerden kunnen doen, de minder kapitaal
krachtigen onder de bevolking van dit
zoozeer begeerde voedsel verstoken bljj-
Beëindiging van de distri
butie van erwten.
Voorts deelde de minister raeje, dat
tegelijkertijd met den aanvang van de
boonendistributie, de distributie van groe
ne en splitenvten beëindigd zal worden,
waarf.Ioor voor dit artikel de vrijheid voor
de consumenten weer hersteld wordt.
De minister heeft dit besluit kunnen
nemen, daar verwacht wordt, dat de
motieven, die destijds geleid hebben tot
het invoeren van deze distributie, Ihans
niet meer gelden, hetgeen uit de volgen
de gegevens moge blijken
Thans wordt slechts ruim GO van de
erwtenbonnen bij de detaillisten ingewis
seld. Door het invoeren van de boonendis
tributie zal dit percentage ongetwijfeld
nog lager worden Er bestaat derhalve
geen gevaar meer, dal de beschikbare
hoeveelheid groene en splitenvten niet
bilhjlj verdeeld wordt, terwijl ook gevaar
voor hamsteren niet langer aanwezig
wordt geacht.
Bovendien heeft de veevoederpositie zich
zoodanig ontwikkeld, dat de vrees. dat. een
worden bestemd voor veevoeder het
geen mede een belangrijke overweging is
geweest om over te- gaan tot de erwten
distributie zich thans niet m«?er voor
doet. Wel dienen de delaillisten de inge
nomen erwtenbonnen van de laatste distri
butieperiode op de normale wijze in te le
veren, aangezien anders bij een eventu-
eele toekomstige distributie van dit artikel
moeilijkheden voor hen zullen ontstaan.
Zooals bekend, beeft tijdens de distribu
tie van groene en splitenvten de verkoop
aan den handel uitsluitend plaats gevon-
den via de vereeniging „De Korenbeurs"-
Ook na het beëindigen van de distributie
van deze artikelen blijft' de verkoop nog
geschieden via deze vereeniging.
Het kader is onvoldoende
en er zijn te veel politieke
commissarissen.
Havas seint uit Helsinki:
Men weet, hoe in den loop van de laatste
jaren het kader van de Russische legers
zonder ophouden werd vernieuwd. Na dezen
„schoonmaak" zijn er slechts mannen over
gebleven, bereid tot instemming met aiies
wat Stalin door middel van Worosjilow
zegt. Tijdens de operaties in Finland kon
men zich rekenschap geven van het feit, dat
de officieren van het roode leger tegen
woordig verplicht zijn nauw contact met
hun manschappen te onderhouden en te
midden van hen te leven buiten de dienst
uren, welke nauwe aanraking hun taak uit
militair oogpunt niet vergemakkelijkt.
Bovendien hebben het behooren tot de
communistische partij en het goed aange
schreven staan in die partij meer belang
voor den officier in het Roode leger dan do
kennis van zijn beroep en militaire geschikt
heid. De gevolgen van dit politieke systeem
van het bolsjewistische Rusland in het
Roode leger zijn zeer slecht voor de vorming
van de kaders en het is volkomen duidelijk,
dat het kader een zeer zwak element van
dit leger vormt. Doch meer nog dan het po
litieke element vormt het gebrek aan alge-
meene opleiding van de sowjet-Russische of
ficieren en onder-officieren een zwak punt.
Volgens de tegenwoordige gebruiken in
Rusland bezitten de officieren van het Roo
de leger slechts elementaire kennis. Even
als hun mannen zijn het primitieve men
schen en het peil van hun algemeene ont
wikkeling is nog beneden dat van kinderen,
die op vijftienjarigen leeftijd de lagere
school verlaten. Twee jaren militaire en
technische opleiding kunnen dit gebrek aan
voldoende onderwijs niet goed maken
Aan den anderen kant moet men re
kening houden met de rol van de politieke
commissarissen in het leger. Dezen worden
op speciale wijze gerecruteerd en opgeleid;
zij krijgen ook eenig militair onderwijs en
hebben hun eigen hiërarchie en eigen gra
den, welke van die van de officieren ver
schilt Bij de verschillende onderdeelen van
regimenten, divisies en legercorpsen zijn
commissarissen ingedeeld. Er is een com
missaris voor elke compagnie, voor elk ba
taljon enz. De commissaris is verantwoor
delijk voor het moreel van dén troep. In be
ginsel moeten zij samenwerken met de
commandanten van hun groep, doch zij kun
nen zich verzetten tegen een bevel van de
militaire chefs, indien zij dat tegen de be
langen van het proletariaat of van het
vaderland achten.
Men heeft gevallen kunnen nagaan, dat
op bevel van de commissarissen achter,
troepen, die ten aanval gingen, mitrailleurs
werden geplaatst om op de troep te schie
ten, indien hij achteruitweek. Ook heerscht
er niet altijd overeenstemming tusschen de
militaire commandanten en de politieke
agenten van het Kreml, want over het al
gemeen verachten de officieren en soldaten
de commissarissen.
De politieke inmenging van commissaris
sen in het Roode leger is dus een element
van ontbinding en zwakheid in een leger,
dat slechts sterk schijnt door het massale
aantal.
OORLOGSMATERIAAL VOOR
FINLAND IN DUITSCHLAND
OPGEHOUDEN.
Havas meldt, via Brussel, uit Berlijn: Een
groote hoeveelheid voor Finland bestemd
oorlogsmateriaal, welke over Duitschland
werd verzonden, is door dit land opgehou
den. Het zou in de eerste plaats oorlogsma
teriaal afkomstig uit Italië betreffen. Duit-
sehe kringen geven hiervan vooralsnog geen
enkele rechtvaardiging van juridischen of
politieken aard.
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
34).
De minister van binnenlandsche zaken:
Het publiek is door de dageiyksche pers
volledig op de hoogte gesteld.
Afgevaardigde van Kensington: Het zü
mij vergund op te merken, dat dit geen ant
woord op mijn vraag is. Zijn er nog politie
agenten vermoord, waarvan de namen, zoo
mede de omstandigheden, waaronder zij den
dood vonden niet door de pers gepubliceerd
z\jn?
Minister van binnenlandsche zaken:
Neen.
Afgevaardigde van Silverton: 1-Ioe lang
moet het nog duren alvorens er iets gedaan
wordt?
Voorzitter van het Lagerhuis: Die
vraag is niet aan de orde.
Afgevaardigde van Kensington: Mag
het Huis ingelicht worden aangaande de
maatregelen, welke genomen zijn ten aan
zien van 't nieuwe aspect der bedreiging
te weten: den op klaarlichten dag gepleeg-
den moord op verkeersagent Brackley?
De minister van binnenlandsche zaken:
Die vraag behoort eerst aangekondigd te
worden.
Een lid: Het ontslag moest je aange
kondigd worden!
Verschillende leden: Ga zitten!
Afgevaardigde van N. Kensington: Wil
de -minister van binnenlandsche zaken me-
dedeeling doen, of een voorstel om dé poli
tiemacht met militairen te versterken, door
zijn departement verworpen is?
Verschillende leden: Orde!
De minister van binnenlandsche zaken:
Ik wil deze graag beantwoorden. De geheele
aangelegenheid heeft de voortdurende en
onverflauwde aandacht van m\jn departe
ment, dat sedert het begin van deze ontzet
tende daden, met de politie ten nauwste
samenwerkt. Allerlei wenken en raadgevin
gen zjjn ons ten getale van honderden aan
de band gedaan. Enkele van deze voorstel
len zijn goedgekeurd, andere weer op grond
van hun onuitvoerbaarheid in een of ander
opzicht, verworpen. Het voorstel dat pnze
hooggeachte militaire afgevaardigde in
hoofdlijnen aangaf, is en wordt nog
steeds zorgvuldig bestudeerd.
Afgevaardigde van Stepney: Wikkel
er maar een stroopballetje in!
Verschillende leden: Orde! Orde!
Ga zitten!
Afgevaardigde van Stepney: Ik wil niet
zitten.
Afgevaardigde van Bayswater: Wil de
minister van binnenlandsche zaken mede-
deeling doen, of het besluit van zijn depar
tement, om de bijzondere maatregelen,
welke de politie genomen heeft, geheim te
houden zelfs voor de leden van dit Huis
gebaseerd is op de veronderstelling, dat
de onbekende misdadiger mogelijk een lid
van dit Huis is?
Verschillende leden: Foei! Schande!
Afgevaardigde van Silverton: Daar
gaat het om!
De minister van binnenlandsche zaken:
Het besluit, waarvan onze hooggeachte
rechtskundige afgevaardigde gewaagt, is
genomen in het algemeen belang.
Afgevaardigde van Chelsea: Is de mi
nister van binnenlandsche zaken zich er van
bewust, dat het in gebreke blijven van zijn
departement om deze tragische situatie
krachtdadig aan te pakken. Engeland in de
oogen der geheele wereld belachelijk
maakt?
Een doel met moeite bereikt te heb
ben is het edelste dat men zich zelf
verschaffen kan.
er
Verschillende leden: Ga zitten!
Afgevaardigde van Silverton: Zet het
heele zooitje aan den dijk!
Verderop in het kleine blauwe boek stond,
onder de rubriek Debatten, het volgende:
De minister-president: Ik heb het Huis
een uiterst belangrijke mededeeling te doen.
Hedenmiddag is op een kabinetszitting be
sloten, dat onder de leden een volledig ver
slag van alle door de politie gedane stap
pen verspreid zal worden. Ik zou de leden
er nog eens nadrukkelijk aan willen herin
neren, dat dit rapport strikt vertrouwelijk
is en als zoodanig behandeld dient te wor
den. Ik hoop van ganscher harte, dat dit do
cument de leden er van zal overtuigen, dat
elke mogelijke maatregel genomen wordt
en ik spreek den wensch uit, dat daardoor
een herhaling van de pijnlijke scène, waar
van wij heden tijdens de Vragen getuigen
geweest zijn, onmogelijk meer zal kunnen
voorkomen.
Den dag na het oproer in het Lagerhuis
kreeg elk lid van het parlement een lange
enveloppe, waarvan de inhoud uit een aan
zienlijk aantal volgetikte foliovellen be
stond. Het eerste van deze bladen droeg als
opschrift het adres van Scotland Yard en
het laatste was aan den voet van de blad
zijde onderteekend met den handteekening-
stempel van Hector Frensham. Dit docu
ment hier in zijn geheel weer te geven is
volkomen overbodig, doch over de belang
rijke inleiding er van mogen hier een paar
woorden volgen.
Nadat de hoofdcommissaris met nadruk
op de noodzakeijlkheid van geheimhouding
gewezen had en zelfs door de regels had la
ten doorschemeren, dat dit rapport slecht:
onder de ondragelijke pressie van politieke
zijde tot stand gekomen was, zette hij het
meer dan duidelijk uiteen, dat hü in zijn ver
slag alleen de buitengewone maatregelen
behandelen zou.
De gewone maatregelen (waarvan hij,
zooals hij in zijn voorrede bedektelijk te
kennen gaf. op den duur meer succes ver
wachtte, dan van een der buitengewone
maatregelen) gingen natuurlijk gewoon
door. Tot dusver was daarmee echter nog
niets bereikt, daar de politie nog over geen
enkele aanwijzing beschikte.
In het slotatrikel van zijn inleiding gaf
Hector Frensham de gronden, waaruit maar
al te duidelijk het ontbreken van aanwij
zingen bleek (d.w.z. het ontbreken van fou
ten in de werkwijze van den moordenaar),
voor zijn veronderstelling, dat de misdaden
slechts door één persoon gepleegd waren.
De lijst van de uit het officieele rapport
overgenomen bijzondere maatregelen volgt
hieronder:
le. Overal waar zulks mogelijk is, zijn de
wachtposten in de eenzaam gelegen en uit
gebreide wijken van Londen gedurende den
nachtdienst verdubbeld.
(Opmerking: Het is niet mogelijk dit
overal in te voeren, om de eenvoudige en
begrijpelijke reden, dat hiervoor niet over
voldoende manschappen beschikt kan wor
den. Mogelijk kunnen binnenkort alle
wachtposten verdubbeld worden door van
speciale agenten gebruik te maken. Zie
onder).
2e. Agenten en rechercheurs in burger-
lcleeding zijn aangewezen om extra nacht
dienst. te doen. In groepjes van 2 i 3 doen
deze tijdens de donkere uren regelmatig dé
ronde door alle wijken en controleeren daar
de agenten.
3e. Alle agenten en rechercheurs, die
nachtdienst hebben, zijn nu van -vuurwa
penen voorzien.
4e. Extra bereden politie, uit- de andere
deelen van het land, is aan de hoofdstede
lijke politie toegevoegd. Het geheele bere
den corps doet thans meer nacht- dan dag
diensten. Iedere bereden agent moet tijdens
zijn nachtdienst een bepaald aantal wijken
surveilleeren.
(Opmerking: Deze controle staat natuur
lijk los van' die omschreven is onder Nr. 2.)
5e. Nieuwe voorschriften zijn aan alle
agenten en rechercheurs van de hoofdste
delijke en city politie bekend gemaakt,
waarin de grootst mogelijke voorzichtigheid
geboden wordt ten aanzien van personen,
die een agent naderen met de klaarblijke
lijke bedoeling om hem aan te spreken. Alle
manschappen zijn gewaarschuwd dergelijke
personen niet dichter dan tot op 2 meter
afstand van hen te laten komen.'
(Opmerking: Indien, niettegenstaande
de waarschuwing, welke iedere agent vol
gens de instructie dient te geven aan per
sonen, die hem naderen, iemand toch de
voorgescherven afstandsgrens overschrijdt,
zal zoo'n delinquent aangehouden en aan 'n
verhoor onderworpen worden).
Ge. Groote belooningen zijn zoowel in de
pers, als door middel van aanplakbiljetten
etc. uitgeloofd voor inlichtingen, welke
leiden tot de aanhouding of her-kenning van
den misdadiger. Ook is er een lijst gepubli
ceerd van de verschillende premies, welke
gesteld zijn op het verstrekken van eeniger-
lei inlichtingen aangaande den misdadiger.
Het bedrag, waaruit deze premies bestaan,
hangt af van liet gewicht der verstrekte in
lichtingen.
(Opmerking: Onder inlichtingen dient
hier verstaan te worden mededeelingen,
welke een redeUike aanwijzing blijken in te
houden. De belooningen varieeren van f 50
tot 2000).
(Wordt vervolgd).