m DE DISTRIBUTIE VAN B00NEN, GRAUWE ERWTEN EN CAPUCIJNERS BEGINT ÓP 19 JANUARI. Wat er 3an het Roode leger hapert TEGEN DE WET TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 9 JANUARI 1940. No. 7. Achter de schermen van de Britsche politiek. Het rumoer naar aanleiding van het plotselinge aftreden van den Engelschen minister van ooi-log, Hore Belisha, is nog steeds niet bedaard. En geen wonder! In Engeland, dat zichzelf als een der meest democratische landen ter wereld beschouwt, wordt het lid der regeering, dat in dezen tijd, na den minister-president, wel zoo onge veer het belangrijkst is, plotseling aan den •dijk gezet, waarbij de grondprincipes der democratie: openbaarheid en medezeggen schap van het volk, met voeten worden getreden. Het is waar, er was critiek geuit op Hore Belisha, maar op wien niet? En een groot deel van die critiek schrijft men toe aan persoonlijke gevoelens van gekrenkt zijn doordat deze minister dikwijls zonder aan zien des persoons. noodzaak voor recht heeft laten gaan en op hooge posten menschen benoemde, die zoodoende ineens chef wer den van hün vroegere chefs, wat altijd on aangename verhoudingen schept. Ook van andere zijde heeft Belisha, die een Jood is, critiek te verduren gehad, n.l. van de anti-semieten in Engeland welke .critiek te verwaarloozen is en van een .aantal Christelijke organisaties. Belisha, een man van doortastende maatregelen, had voorgesteld om aan de „ongetrouwde vrouwen" van soldaten een zelfde uitkeering te geven als aan de wet tige echtgenooten. Hij zeide het niet meer •dan fatsoenlijk te vinden, dat aan een vrouw, met wie een soldaat zes maanden voor zijn vertrek naar het front had sa mengeleefd, wat de financieele gevolgen van den oorlog voor haarzelf betrof, op de zelfde manier behandeld zou worden als 'n echtgenoote. Dit voorstel verwekte in Engeland, voor al bij de Christelijke vrouwenorganisaties groote verontwaardiging. De bekende Lady Astor stelde vragen in het Lagerhuis over deze „officieele sanctie van ongeoorloofde verhoudingen"; bisschop Heywood van de Episcopaalsche kerk stortte zijn toorn uit over Belisha, evenals vertegenwoordigers van de groote Roomsch-katholieke organi saties. Zij allen zagen in het voorstel vari Belisha een'ondermijning van de moraliteit en een in de hand werken van een „laat- maar-waaien"-geest op zedelijk terrein. Belisha's optreden had tengevolge, dat onmiddellijk een aanzienlijk aantal „onge trouwde echtgenooten" zich tot het minis terie van oorlog wendden om een toelage. Zij kwamen echter tevergeefs, want de mi nister was niet alleen baas en zijn idee werd niet overgenomen. Hoe dit echter zij, deze heftige storm van verontwaardiging uitzeer verschillende kampen was niet in staat om Belisha's po sitie reeds voldoende te schokken. Enge land zag in hem den besten man voor de plaats, die hij bekleedde en het liet hem daar. En nu, plotseling, zou hij niet meer deugen voor zijn functie? Engeland is verbijsterd, zeggen de kran ten, en dat zal wel waai- zijn, want een dergelijke opzienbarende gebeurtenis-zon der-commentaar is wel een zeer onaange name verrassing. Wat is de beweegreden voor dit ontslag geweest? Men vraagt het zich nu reeds drie dagen af, zonder iets ver der bij een afdoend antwoord gekomen te zijn. Hore Belisha stond er, met Churchill, voor bekend, dat hij was voor de theorie van: „geen onderhandelingen met Duitsch- land, want Hitler is toch niet te vertrou wen". Men zegt, dat zijn Joodsche afkomst daaraan niet -vreemd is. En aangezien de bange menschheid zich in dezen donkeren tijd nu eenmaal aan ieder stroohalmpje wil vastgrijpen, ook al is het maar een stroohalmpje in de fanta sie, kan men zich denken, dat sommigen In het aftreden van Belisha grond hopen te vinden voor de gedachte, dat achter de schermen men denkt aan den Paus, aan Roosevelt en Mussolini gewerkt wordt aan den vrede, en dat Belisha's onverzoen lijkheid daarbij in den weg zou staan. Zooals wij zeiden, het is maar een stroo halmpje en waarschijnlijk bestaat het slechts in de fantasie! De benoeming van den nieuwen minister van oorlog, Stanley, is trouwens in Berlijn even grimmig ont vangen, als men Belisha daar heeft uitge luid Een andere mogelijkheid is, dat men Be lisha heeft willen vervangen door iemand, die populairder is in Engeland en hierbij denkt men aan Churchill, de huidige minis ter van marine Deze zou dan zoo rede neert men de leiding krijgen van een de partement, waaronder de heele oorlogsvoe ring zou ressorteeren. Zooals wij echter reeds schreven, dit zijn alle slechts veronderstellingen en niemand weet totnogtoe het ware. En het is een groote vraag of de „groote men" ooit het ware zal weten. Maar men zal goed doen den naam Chur chill in het oog te houden, niet alleen om de mogelijkheid, welke wij hierboven op perden, doch om nog een andere zaak, een van ouden datum, een persoonlijke anti pathie tusschen Churchill en Belisha. Een treffend teeken hiervan heeft men meegemaakt in Juli 1938. Een schoonzoon van Churchill, het Lagerhuislid Sandys, was van meening, dat er groote gebreken waren in de luchtverdediging van Engeland, wel ke meening hjj steunde op gegevens, die hem door hooge officieren verstrekt moes ten -zijn. Sandys wilde het landsbelang niet scha den en wenschte daarom niet dadelijk in het openbaar een vraag te stellen in het parlement. Hij legde een concept van zijn vraag voor aan minister Belisha, waarbij de bedoeling voorzat, dat Belisha hem, zoo noodig, zou kunnen verzoeken om de vraag, in het landsbelang, niet te stellen. Dit gebeurde echter niet. Belisha eischte van Sandys, dat deze zijn zegsmannen zou noemen, onder bedreiging hem anders te "zullen vervolgen wegens schending van de wet op de staatsgeheimen. Dit nu be schouwden vele parlementsleden als een aantasting in hun rechten, waarbij men er zeker van kan zijn, dat de oude Churchill, die toen nog geen minister van marine was, zijn beste beentje heeft voorgezet. De zaak liep met een sisser af, maar zette veel kwaad bloed. Intusschen blijkt ook hieruit weer, dat hooge legerautoriteiten hun oppersten chef, den minister -van oorlog, graag op de vin gers wilden tikken. Zoodat men waarschijn lijk de invloeden, welke geleid hebben tot't aftreden van Hore Belisha, kan teruglei den tot een succesvolle samenwerking tus schen Churchill en de hooge officieren. 800 kilometer per uur! Volgens de voorspellingen van Ameri- kaansche luchtvaartingenieurs, vervat in twee technische rapporten, welke door de Nationale consultatieve luchtvaartcommis sie aan het Congres der Ver. Staten zijn voorgelegd, zal men over twaalf tot acht tien maanden vliegtuigen kunnen vervaar digen met een actieradius van bijna 15,000 km en een snelheid van 800 km per uur. De ingenieurs wijzen erop, dat de per- fectionneeringen worden verkregen door betrekkelijk eenvoudige wijzigingen in de constructie van den vleugel en door syste men van koeling en synchronisatie der mo toren, welke op het oogenblik in de lucht vaartlaboratoria worden bestudeerd. DE STILTE VOOR DEN STORM? De Britsche minister van binnenlandsche zaken en binnenlandsche veiligheid, Ander son, heeft gisteren in een te Glasgow ge houden rede, naar aanleiding van de in dit opzicht uitgeoefende kritiek, verklaard, dat de organisatie der burgerlijke verdediging in geen enkel opzicht te uitgebreid is voor de taak, die zjj zal hebben te vervullen wan neer de vyand zjjn aanval uit de lucht vol voert. „Wanneer de tijd van dezen proef daar is, vrees ik niet, dat wij tot de conclusie zul len komen, dat wjj ons teveel hebben voor bereid; ik ben meer bezorgd, dat tenslotte onze voorbereidingen niet voldoende zullen blijken te zijn". Anderson voegde hier nog aan toe: „Wat men de stilte der laatste vier maanden noemt, zou de stilte voor den grooten storm kunnen zijn, en een wijs man zorgt ervoor, dat zijn huis in orde is, voor de storm los breekt". Voldoende inlevering dezer producten in de laatste weken. In den loop van de volgende week zal met de distributie van grauwe erwten, ca- pucijners en alle soorten boonen (waar onder dus vallen, o m. bruine en witte boonen) een aanvang worden gemaakt. Zooals bekend, waren ten gevolge van verschillende omstandigheden tot voor kort de voorraden van deze artikelen nog niet voldoende om tot distributie te kunnen overgaan. De minister heeft tot zijn voldoening geconstateerd, dat vooral in de laatste weken deze producten in voldoende mate bij de provinciale voedse!- commissarissen zijn ingeleverd, hetgeen ten deele te danken is aan de gunstige weersomstandigheden, die het dorschen bevorderd hebben, en aan het feit., dat de telers gevolg gegeven hebben aan den on langs door den minister gedanen oproep en hun volle medewerking hebben ver leend. In overleg met de winkeliersorganisaties is bepaald, dat met de distributie van de genoemde'artikelen op 19 Januari a.s. begonnen zal worden Van dien datum af zal men in den winkel deze producten kunnen koopen tegen inlevering van een nader aan te wijzen bon der rijksdistribu tiekaart. Het rantsoen, dat men op dien bon, die geldig zal zijn van 19 Januari t/m 15 Februari, kan verkrijgen, bedraagt '/j pond boonen of capucijners of grauwe erwten. De eerste toewijzing zal Vrijdag 12 Ja nuari a.s in het bezit zijn van de klein handelaren, die verstandig zullen doen de Neerlands zout èn tafelgebruikl JOZO: her gejodeerde keuken zout, dat door 'n niet te proeven spoortje jodium een goede waarborg tegen struma is. Per pondspak: 8 cc. NEZO: het zuivere, fijne keuken zout, buitengewoon zuinig in het gebruik. Per kilopak 1 3 ct. BOEKELO's TAFELZOUT: het fijnste zout dat U kent! Groote bus van 34Ó gr.: 15ct. Mooie glazen strooier gevuld 10 ct. is van 200 gram1 O ct. toewijzingen onmiddellijk bij hun gebrui kelijke leveranciers in te wisselen, aange zien bij het aanhouden van de vorst transportmoeilijkheden verwacht kunnen worden De grossiers zullen op aanvraag reeds deze week door de vereeniging „De Korenbeurs" van voorraad worden voor zien. Mede wegens de mogelijkheid. van transportmoeilijkheden wordt het publiek dringend aangeraden op 19 Januari as. niet dadelijk alle bons in te wisselen, daar de in de winkels beschikbare voor raad niet voldoende kan zijn om in de eerste dagen reeds het geheele Neder- landsche volk van de toegewezen 2200 ton boonen, grauwe erwten en capucijners te voorzien, te meer daar men er zeker van kan zijn dat iedereen in den loop van deze periode de toegewezen hoeveelheid zal kunnen verkrijgen. ER DREIGDE EEN TEKORT. Van verschillende zijden is de vraag gesteld, waarom eigenlijk de boonen, grau we erwten en capucijners gedistribueerd moeten worden daar de consumptie im mers normaal genomen de productie niet overtreft Ter beantwoording van deze vraag deelt men ons mede, dat, zooals in een vorig persbericht reeds was uiteen gezet, o.a door het ontbreken van een voorraad boonen bij het uitbreken van oorlog en het late dorschen tengevolge van de weersomstandigheden, een tekort dreigde Voorts heeft de weermacht, zoo wel voor directe consumptie als voor voorraadvorming. groote hoeveelheden noodig. Een en ander heeft tot gevolg, dat het artikel niet vrijgelaten kan wor den De distributie brengt een billijke verdeeling van de beschikbare hoeveelhe den over alle consumenten tot stand. In dien niet gedistribueerd zou worden, zou het gevaar bestaan, dat door hamsteren, hetgeen uiteraard slechts de beter gesi tueerden kunnen doen, de minder kapitaal krachtigen onder de bevolking van dit zoozeer begeerde voedsel verstoken bljj- Beëindiging van de distri butie van erwten. Voorts deelde de minister raeje, dat tegelijkertijd met den aanvang van de boonendistributie, de distributie van groe ne en splitenvten beëindigd zal worden, waarf.Ioor voor dit artikel de vrijheid voor de consumenten weer hersteld wordt. De minister heeft dit besluit kunnen nemen, daar verwacht wordt, dat de motieven, die destijds geleid hebben tot het invoeren van deze distributie, Ihans niet meer gelden, hetgeen uit de volgen de gegevens moge blijken Thans wordt slechts ruim GO van de erwtenbonnen bij de detaillisten ingewis seld. Door het invoeren van de boonendis tributie zal dit percentage ongetwijfeld nog lager worden Er bestaat derhalve geen gevaar meer, dal de beschikbare hoeveelheid groene en splitenvten niet bilhjlj verdeeld wordt, terwijl ook gevaar voor hamsteren niet langer aanwezig wordt geacht. Bovendien heeft de veevoederpositie zich zoodanig ontwikkeld, dat de vrees. dat. een worden bestemd voor veevoeder het geen mede een belangrijke overweging is geweest om over te- gaan tot de erwten distributie zich thans niet m«?er voor doet. Wel dienen de delaillisten de inge nomen erwtenbonnen van de laatste distri butieperiode op de normale wijze in te le veren, aangezien anders bij een eventu- eele toekomstige distributie van dit artikel moeilijkheden voor hen zullen ontstaan. Zooals bekend, beeft tijdens de distribu tie van groene en splitenvten de verkoop aan den handel uitsluitend plaats gevon- den via de vereeniging „De Korenbeurs"- Ook na het beëindigen van de distributie van deze artikelen blijft' de verkoop nog geschieden via deze vereeniging. Het kader is onvoldoende en er zijn te veel politieke commissarissen. Havas seint uit Helsinki: Men weet, hoe in den loop van de laatste jaren het kader van de Russische legers zonder ophouden werd vernieuwd. Na dezen „schoonmaak" zijn er slechts mannen over gebleven, bereid tot instemming met aiies wat Stalin door middel van Worosjilow zegt. Tijdens de operaties in Finland kon men zich rekenschap geven van het feit, dat de officieren van het roode leger tegen woordig verplicht zijn nauw contact met hun manschappen te onderhouden en te midden van hen te leven buiten de dienst uren, welke nauwe aanraking hun taak uit militair oogpunt niet vergemakkelijkt. Bovendien hebben het behooren tot de communistische partij en het goed aange schreven staan in die partij meer belang voor den officier in het Roode leger dan do kennis van zijn beroep en militaire geschikt heid. De gevolgen van dit politieke systeem van het bolsjewistische Rusland in het Roode leger zijn zeer slecht voor de vorming van de kaders en het is volkomen duidelijk, dat het kader een zeer zwak element van dit leger vormt. Doch meer nog dan het po litieke element vormt het gebrek aan alge- meene opleiding van de sowjet-Russische of ficieren en onder-officieren een zwak punt. Volgens de tegenwoordige gebruiken in Rusland bezitten de officieren van het Roo de leger slechts elementaire kennis. Even als hun mannen zijn het primitieve men schen en het peil van hun algemeene ont wikkeling is nog beneden dat van kinderen, die op vijftienjarigen leeftijd de lagere school verlaten. Twee jaren militaire en technische opleiding kunnen dit gebrek aan voldoende onderwijs niet goed maken Aan den anderen kant moet men re kening houden met de rol van de politieke commissarissen in het leger. Dezen worden op speciale wijze gerecruteerd en opgeleid; zij krijgen ook eenig militair onderwijs en hebben hun eigen hiërarchie en eigen gra den, welke van die van de officieren ver schilt Bij de verschillende onderdeelen van regimenten, divisies en legercorpsen zijn commissarissen ingedeeld. Er is een com missaris voor elke compagnie, voor elk ba taljon enz. De commissaris is verantwoor delijk voor het moreel van dén troep. In be ginsel moeten zij samenwerken met de commandanten van hun groep, doch zij kun nen zich verzetten tegen een bevel van de militaire chefs, indien zij dat tegen de be langen van het proletariaat of van het vaderland achten. Men heeft gevallen kunnen nagaan, dat op bevel van de commissarissen achter, troepen, die ten aanval gingen, mitrailleurs werden geplaatst om op de troep te schie ten, indien hij achteruitweek. Ook heerscht er niet altijd overeenstemming tusschen de militaire commandanten en de politieke agenten van het Kreml, want over het al gemeen verachten de officieren en soldaten de commissarissen. De politieke inmenging van commissaris sen in het Roode leger is dus een element van ontbinding en zwakheid in een leger, dat slechts sterk schijnt door het massale aantal. OORLOGSMATERIAAL VOOR FINLAND IN DUITSCHLAND OPGEHOUDEN. Havas meldt, via Brussel, uit Berlijn: Een groote hoeveelheid voor Finland bestemd oorlogsmateriaal, welke over Duitschland werd verzonden, is door dit land opgehou den. Het zou in de eerste plaats oorlogsma teriaal afkomstig uit Italië betreffen. Duit- sehe kringen geven hiervan vooralsnog geen enkele rechtvaardiging van juridischen of politieken aard. Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 34). De minister van binnenlandsche zaken: Het publiek is door de dageiyksche pers volledig op de hoogte gesteld. Afgevaardigde van Kensington: Het zü mij vergund op te merken, dat dit geen ant woord op mijn vraag is. Zijn er nog politie agenten vermoord, waarvan de namen, zoo mede de omstandigheden, waaronder zij den dood vonden niet door de pers gepubliceerd z\jn? Minister van binnenlandsche zaken: Neen. Afgevaardigde van Silverton: 1-Ioe lang moet het nog duren alvorens er iets gedaan wordt? Voorzitter van het Lagerhuis: Die vraag is niet aan de orde. Afgevaardigde van Kensington: Mag het Huis ingelicht worden aangaande de maatregelen, welke genomen zijn ten aan zien van 't nieuwe aspect der bedreiging te weten: den op klaarlichten dag gepleeg- den moord op verkeersagent Brackley? De minister van binnenlandsche zaken: Die vraag behoort eerst aangekondigd te worden. Een lid: Het ontslag moest je aange kondigd worden! Verschillende leden: Ga zitten! Afgevaardigde van N. Kensington: Wil de -minister van binnenlandsche zaken me- dedeeling doen, of een voorstel om dé poli tiemacht met militairen te versterken, door zijn departement verworpen is? Verschillende leden: Orde! De minister van binnenlandsche zaken: Ik wil deze graag beantwoorden. De geheele aangelegenheid heeft de voortdurende en onverflauwde aandacht van m\jn departe ment, dat sedert het begin van deze ontzet tende daden, met de politie ten nauwste samenwerkt. Allerlei wenken en raadgevin gen zjjn ons ten getale van honderden aan de band gedaan. Enkele van deze voorstel len zijn goedgekeurd, andere weer op grond van hun onuitvoerbaarheid in een of ander opzicht, verworpen. Het voorstel dat pnze hooggeachte militaire afgevaardigde in hoofdlijnen aangaf, is en wordt nog steeds zorgvuldig bestudeerd. Afgevaardigde van Stepney: Wikkel er maar een stroopballetje in! Verschillende leden: Orde! Orde! Ga zitten! Afgevaardigde van Stepney: Ik wil niet zitten. Afgevaardigde van Bayswater: Wil de minister van binnenlandsche zaken mede- deeling doen, of het besluit van zijn depar tement, om de bijzondere maatregelen, welke de politie genomen heeft, geheim te houden zelfs voor de leden van dit Huis gebaseerd is op de veronderstelling, dat de onbekende misdadiger mogelijk een lid van dit Huis is? Verschillende leden: Foei! Schande! Afgevaardigde van Silverton: Daar gaat het om! De minister van binnenlandsche zaken: Het besluit, waarvan onze hooggeachte rechtskundige afgevaardigde gewaagt, is genomen in het algemeen belang. Afgevaardigde van Chelsea: Is de mi nister van binnenlandsche zaken zich er van bewust, dat het in gebreke blijven van zijn departement om deze tragische situatie krachtdadig aan te pakken. Engeland in de oogen der geheele wereld belachelijk maakt? Een doel met moeite bereikt te heb ben is het edelste dat men zich zelf verschaffen kan. er Verschillende leden: Ga zitten! Afgevaardigde van Silverton: Zet het heele zooitje aan den dijk! Verderop in het kleine blauwe boek stond, onder de rubriek Debatten, het volgende: De minister-president: Ik heb het Huis een uiterst belangrijke mededeeling te doen. Hedenmiddag is op een kabinetszitting be sloten, dat onder de leden een volledig ver slag van alle door de politie gedane stap pen verspreid zal worden. Ik zou de leden er nog eens nadrukkelijk aan willen herin neren, dat dit rapport strikt vertrouwelijk is en als zoodanig behandeld dient te wor den. Ik hoop van ganscher harte, dat dit do cument de leden er van zal overtuigen, dat elke mogelijke maatregel genomen wordt en ik spreek den wensch uit, dat daardoor een herhaling van de pijnlijke scène, waar van wij heden tijdens de Vragen getuigen geweest zijn, onmogelijk meer zal kunnen voorkomen. Den dag na het oproer in het Lagerhuis kreeg elk lid van het parlement een lange enveloppe, waarvan de inhoud uit een aan zienlijk aantal volgetikte foliovellen be stond. Het eerste van deze bladen droeg als opschrift het adres van Scotland Yard en het laatste was aan den voet van de blad zijde onderteekend met den handteekening- stempel van Hector Frensham. Dit docu ment hier in zijn geheel weer te geven is volkomen overbodig, doch over de belang rijke inleiding er van mogen hier een paar woorden volgen. Nadat de hoofdcommissaris met nadruk op de noodzakeijlkheid van geheimhouding gewezen had en zelfs door de regels had la ten doorschemeren, dat dit rapport slecht: onder de ondragelijke pressie van politieke zijde tot stand gekomen was, zette hij het meer dan duidelijk uiteen, dat hü in zijn ver slag alleen de buitengewone maatregelen behandelen zou. De gewone maatregelen (waarvan hij, zooals hij in zijn voorrede bedektelijk te kennen gaf. op den duur meer succes ver wachtte, dan van een der buitengewone maatregelen) gingen natuurlijk gewoon door. Tot dusver was daarmee echter nog niets bereikt, daar de politie nog over geen enkele aanwijzing beschikte. In het slotatrikel van zijn inleiding gaf Hector Frensham de gronden, waaruit maar al te duidelijk het ontbreken van aanwij zingen bleek (d.w.z. het ontbreken van fou ten in de werkwijze van den moordenaar), voor zijn veronderstelling, dat de misdaden slechts door één persoon gepleegd waren. De lijst van de uit het officieele rapport overgenomen bijzondere maatregelen volgt hieronder: le. Overal waar zulks mogelijk is, zijn de wachtposten in de eenzaam gelegen en uit gebreide wijken van Londen gedurende den nachtdienst verdubbeld. (Opmerking: Het is niet mogelijk dit overal in te voeren, om de eenvoudige en begrijpelijke reden, dat hiervoor niet over voldoende manschappen beschikt kan wor den. Mogelijk kunnen binnenkort alle wachtposten verdubbeld worden door van speciale agenten gebruik te maken. Zie onder). 2e. Agenten en rechercheurs in burger- lcleeding zijn aangewezen om extra nacht dienst. te doen. In groepjes van 2 i 3 doen deze tijdens de donkere uren regelmatig dé ronde door alle wijken en controleeren daar de agenten. 3e. Alle agenten en rechercheurs, die nachtdienst hebben, zijn nu van -vuurwa penen voorzien. 4e. Extra bereden politie, uit- de andere deelen van het land, is aan de hoofdstede lijke politie toegevoegd. Het geheele bere den corps doet thans meer nacht- dan dag diensten. Iedere bereden agent moet tijdens zijn nachtdienst een bepaald aantal wijken surveilleeren. (Opmerking: Deze controle staat natuur lijk los van' die omschreven is onder Nr. 2.) 5e. Nieuwe voorschriften zijn aan alle agenten en rechercheurs van de hoofdste delijke en city politie bekend gemaakt, waarin de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden wordt ten aanzien van personen, die een agent naderen met de klaarblijke lijke bedoeling om hem aan te spreken. Alle manschappen zijn gewaarschuwd dergelijke personen niet dichter dan tot op 2 meter afstand van hen te laten komen.' (Opmerking: Indien, niettegenstaande de waarschuwing, welke iedere agent vol gens de instructie dient te geven aan per sonen, die hem naderen, iemand toch de voorgescherven afstandsgrens overschrijdt, zal zoo'n delinquent aangehouden en aan 'n verhoor onderworpen worden). Ge. Groote belooningen zijn zoowel in de pers, als door middel van aanplakbiljetten etc. uitgeloofd voor inlichtingen, welke leiden tot de aanhouding of her-kenning van den misdadiger. Ook is er een lijst gepubli ceerd van de verschillende premies, welke gesteld zijn op het verstrekken van eeniger- lei inlichtingen aangaande den misdadiger. Het bedrag, waaruit deze premies bestaan, hangt af van liet gewicht der verstrekte in lichtingen. (Opmerking: Onder inlichtingen dient hier verstaan te worden mededeelingen, welke een redeUike aanwijzing blijken in te houden. De belooningen varieeren van f 50 tot 2000). (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1940 | | pagina 5