KRONIEK VAN DEN DAG
„WELKOM KERSTMAN, OP HET VREDESEILAND"
De kerstboom groeit in barre kouzóó moge
de goedheid der menschen in barre tijden bloeien
Betaling van belasting door
middel van obligaties
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURNT) VAN ZATERDAG 23 DECEMBER 1939. No. 303.
Terug van het front.
Belgisch minister afgetreden om
337 franken!
DE BELGISCHE KAMER BETUIGT
HAAR SYMPATHIE AAN FINLAND.
Legende en wetenschap.
SYMBOLIEK OVERTREFT
WETENSCHAP.
WAAROM TOT OUDEJAAR?
IN TWENTE.
MISTLETOE.
Prins Bernhard m een soldaten-
cantine.
STROO ALS VEEVOEDER.
Een order der Ned. Spoorwegen
van 14 millioen.
Bij de Nederlandsche industrie.
Dezen winter zal een groot aantal Fran-
sche soldaten worden teruggeroepen van
het front.
Heeft Frankrijk dan genoeg van het
vechten
Neen. Frankrijk roept zijn soldaten juist
terug om beter te kunnen vechten! Want
de moderne oorlog is in de eerste plaats
een oorlog van materieel en techniek en
in de tweede plaats pas een strijd van den
soldaat d w.z van het aantal soldaten
zooals het vroeger dikwijls was. Van het
grootste belang is tegenwoordig het aan
tal vechtmachines en de geest van de
mannen die deze bedienen.
Frankrijk roept nu zijn soldaten terug.,
om meer werkers te krijgen in de fabrie
ken van oorlogstuig Zooals Daladier gis
teren in de Fransche Kamer mededeelde,
hebben er in de fabrieken 1,150,000 man
gewerkt, terwijl er thans 900,000 aan den
arbeid zijn. Nog duizenden zouden te werk
gesteld kunnen worden, zeide de man, die
in het democratische Frankrijk een macht
heeft, welke welhaast met die van een
dictator vergeleken kan worden en die
zijn groote zeggenschap dankt aan steeds
meer „machtigingswetten."
En het terugroepen van vele mannen
aan het front bewijst weer eens te meer,
dat deze oorjlog niet in de loopgraven
gewonnen wordt, als men nog kan
spreken van een winnaar maar in de
fabriek. Ook in Duitschland zijn lang niet
alle weerbare mannen opgeroepen voor
den soldatendienst. Zij hebben in fabrieken
en bedrijven een even gewichtige taak.
Doch niet alleen in de fabrieken zullen
de Fransche soldaten aan het werk wor
den gezet, maar ook achter het front.
Frankrijk schijnt bezig te zijn achter de
Maginot-linie nog een tweede en een der
de verdedigingslinie te bouwen
Daladier doelde hierop toen hij sprak
over het verschil tusschen Polen en Fin
land.
„Polen" zei de Fransche premier, werd
niettegenstaande den moed van den Pool-
schen soldaat in enkele faeken vernietigd
Het moest het hoofd bieden aan een be
wegingsoorlog met modern materieel. Fin
land echter heeft langs zijn grens een
fortenlinie gebouwd en het houdt stand
Beide landen waren dapper, maar het re
sultaat was verschillend."
Natuurlijk is dit een eenigszins mank
vergelijking, in zooverre, dat de Russische
soldaten, die tot dusverre in Finland ge
vochten hebben, niet te vergelijken zijn
met de Duitsche troepen, die den bliksem
oorlog in Polen voerden
Maar de bedoeling van Daladier's woor
den is duidelijk genoeg: als wij onze ver
dediging maar sterk genoeg maken, zul
len wjj nooit het lot van Polen deelen. En
zoo wordt de Maginot-linie, welke reeds
een haast legendarische sterkte bezit, nog
verstevigd door verdedigingswerken in het
achterland
Wij zien hetzelfde beeld als in 1917: de
partijen graven zich in. Alleen gebeurt het
nu op grootere schaal Wat in den vorigen
oorlog loopgraven en primitieve onderko
mens waren, zijn nu fortenlinies en onder-
aardsche steden. In den vorigen oorlog
kwam het ingraven na bijna drie jaar
Nó was men reeds ingegraven voor dt
strijd begon. En het verschil tusschen
„toen" en „nu" is sprekend: In Decem
ber 1914 had alleen Frankrijk reeds
450,000 dooden te betreuren Thans heeft
volgens Daladier het Fransche leger 1136
gesneuvelden, de vloot 256 en de lucht
macht 42.
Deze cijfers zijn teekenend voor het
verschil tusschen beide oorlogen: de we
reldoorlog van 1914 was een voortdurende
veldslag; de wereldoorlog van 1939 is een
beleg. „Toen" gold het: Wie is 't sterkst?
Nu geldt het: Wie houdt het t langst uit?
Dezer dagen heeft de Belgische minister van
verkeer, Marck, den koning zijn ontslag
aangeboden, daar hjj beticht werd zijn po
sitie van minister te hebben misbruikt ten
eigen voordeele. Het was n.l. bekend ge
worden, dat minister Marck op den dag,
voordat de bekende bankkrach van het
„Crédit Anversois" plaats had, het grootste
deel van zijn tegoed bij die bank had op
genomen. Des middags was in den minis
terraad over deze kwestie gesproken en
deze feiten bracht men thans met elkaar in
verband.
Minister Marck heeft in de Kamer zijn
ontslag aangeboden om, zooals hij zeide,
de handen vrij te hebben voor zijn verde
diging.
Hij voerde daarbij aan de bewuste zit
ting van den ministerraad niet te hebben
bijgewoond en er ook pas van gehoord te
hebben, nadat hij zijn geld van de bank had
gehaald. Bovendien betrof het hier een be
drag van 1350 franken. Als hij dit geld, dat
hij zeide plotseling noodig te hebben gehad
om zjjn secretaris te betalen, op de bank
had laten staan, dan zou hem dit een na
deel van 337 franken bezorgd hebben, of
wel 21 gulden.
De minister vroeg of men werkelijk
dacht, dat hij o'm een dergelijk bedrag zijn
positie in de waagschaal zou stellen.
Van verschillende zijden werd de minis
ter gehuldigd en minister-president Pierlot
noemde zijn leven een voorbeeld van eer
lijkheid. Het ging zeer rumoerig toe in de
Kamer, waar minister Marck zich verde
digde.
De Belgische Kamer heeft gisteren een
motie aangenomen, waarin aan de Finsche
Kamer sympathie wordt betuigd. De motie
werd door de verschillende fracties, met
uitzondering van de communisten, aange
nomen, onder applaus van de Kamer.
Barre kou, sneeuw en ijs vagen het
plantenleven weg van den aardbo
dem, maar de denneboom met de
rondom uitgespreide takken, blijft
haar punt kaarsrecht in den ijzigen
wind steken, en groeit fier-groen
voort. Geen wonder dat de menschen
dezen boom hebben uitgekozen als
een symbool van het Kerstfeest, dat
zij vieren om te toonen dat het licht
der menschheid in de donkere wereld
uitgedragen moet worden. Het stre
ven van de menschen naar een be
tere wereld bestaat niet alleen wan
neer de zon in ons leven schijnt en
de omstandigheden mèt ons zijn,
maar groeit, evenals die Kerstboom
in de barre kou voort wanneer moei
lijke tijden aangebroken zjjn.
/aarom zouden wij het niet bekennen?
or velen zeker niet allen van ons
het Kerstfeest de laatste jaren gewor
den tot een traditioneele gebeurtenis, een
feest dat we vierden omdatwe het 't
vorige jaar ook vierden en zoovéél jaren in
successie al hebben gedaan, van generatie
op generatie. Voor sommigen van ons is
het feest een sprookje, een vlucht uit de
werkelijkheid naar een droomenland met
het zachte licht van de kaarsjes en de glans
van engelenhaar, een ver en onbereikbaar
sprookje. Maar in een tijd als dezen be
seffen we weet, dat zóó Kerstmis niet be
doeld is. Kerstmis geeft ons iets van het
licht, dat wij in de harde werkelijkheid
moeten probeeren te brengen.
In deze Decembermaand van het jaar
1939 zien we niet meer dien kerstboom als
een met allerlei glinsterende dingen opge
tuigd onwezenlijk iets, maar veeleer als 'n
levenskrachtige tegen de kou in groeiende
boom, naakt en alleen met hetgeen hem
door de natuur gegeven is den winter trot-
seerend; een werkelijk licht in de duister
nis. Naar dit symbool willen wij ons leven
vormen. In moeilijke tijden als deze wor
den wij teruggeleid tot den bron der din
gen opdat wij een andere, betere bedding
kunnen zoeken. Dat is de beteekenis van
Kerstmis in dezen tijd. De bewoners van de
lage landen hebben in dit opzicht een bij
zondere opgave. Koning Leopold heeft ons
land en België zoo treffend gekenschetst als
te zijn een vredeseiland. Een eiland, waar
het licht van den vrede nog straalt temid
den van een kolkende zee, die in beroering
wordt gebracht door den storm van den
oorlog. Anderen hebben gezegd, dat dit
vredeseiland en de andere plekken op de
aarde, waar de storm niet woedt, de pei
lers zullen kunnen dragen van den brug,
die ons brengt naar een beteren toekomst.
Daar kan veel waars in schuilen. Welnu,
laten wij, bewoners van het vredeseiland,
den Kerstman hartelijk welkom heeten en
hem toonen dat bij ons de kaarsjes aan
den kerstboom branden, opdat daarna ten
slotte weer het groote licht van den we
reldvrede ontstoken zal kunnen worden.
Wanneer we de wetenschappelijke gege
vens raadplegen zien we, dat er verschil
van meening is over den dag, waarop Jezus
Christus geboren werd. Het doet er weinig
toe of we precies wete'n op welken dag de
Heiland geboren werd. Het feit dat Hij
geboren wérd is van belang. Later is men
ertoe gekomen om dien geboortedag te
herdenken. Pas in de vierde eeuw schijnt
deze herdenking, het Kerstfeest, te zijn
ingevoerd. Dit blijkt o.m. uit een bewaard
gebleven preek van Chrysostemus, die op
20 December van het jaar 386 de viering
van het Kerstfeest aanbeval.
In het Oosten werd de gedachtenis van
Christus' geboorte op 6 Januari gevierd
en Epiphanienfeest genoemd. In het Wes
ten vierde men Kerstmis steeds op 25 De
cember, te Rome voor het eerst in het jaar
354. Zooals de geleerden het niet eens zijn
over Christus' geboortedag zoo verschil
len zij van meening over de herkomst van
den kerstboom als attribuut voor de Kerst
viering. Maar het gevoel van de mensch
heid voor symboliek is vaak sterker en
gelukkig! dan de wetenschappelijke pre
ciesheid. Wanneer men vrede kan hebben
met de opvatting dat Christus herdacht
wordt op 25 December, omdat het licht van
de zon dan weer de overhand op de heer
schappij van het duister begint te krijgen,
voelt men ook het meest voor de redenee
ring dat juist de denneboom werd gekozen
als kerstsymbool omdat ze midden in den
winter groen is, dus in de plantenwereld
een licht vormt in de donkere, slapende
natuur. Er bestaan legenden over den
kerstboom. Eén ervan is die van het arme
gezin, dat in weerwil van de armoede toch
een verdwaald kindje bij zich in huis nam.
Plotseling hoorden de man en de vrouw
buiten engelengezang en zjj zagen dat de
denneboom voor hun huis beladen was met
goudstukken en kostbare geschenken. Dat
was de eerste kerstboom.
Volgens historische gegevens zijn de be
woners van Straatsburg in den Elzas de
eersten, die den denneboom in de Kerstvie
ring betrokken. Op de Vogezen in de on
middellijke nabijheid, groeiden duizenden
dennen en de jeugd uit Straatsburg kwam
blijkbaar op de gedachte om die boompjes
te vellen en ter opluistering van Kerstmis
in de huiskamer te zetten.
Tegenwoordig bewaren veel menschen
den kerstboom tot Oudejaar en maken er
dan oudejaarsboomen van. Wellicht is het
hun niet bekend dat deze handeling een
historische reden heeft? Vroeger, zoo om
streeks 1500, begonnen vele menschen het
nieuwe jaar niet op 1 Januari, maar op 25
December, zoodat 24 December eigenlijk
oudejaarsavond was. In ettelijke deelen van
ons land bleef men wel tot 1750 op deze
wijze Nieuwjaar vieren.
Pas daarna kwam 1 Januari als alge-
meene nieuwjaarsdag in zwang. In dien tijd
veranderden hertogelijke en gravelijke ze
tels wél eens van plaats. Zoo was er ook
een bekende' hertogin, die Kerstmis wilde
vieren en de boom op oudejaarsavond, vol
gens haar opvattingen dus de dag voor
Kerstmis, in haar vertrek versierde. Edoch
in de plaats, waar zij zetelde, Brieg, vier
de men nieuwjaar niet meer op 25 Decem
ber doch op 1 Januari, zoodat de hertogin
de boom alleen op oudejaar tooide en hee-
lemaal niet op Kerstmis! Uit deze hertoge
lijke vergissing, die door haar onderdanen
werd nagevolgd, is blijkbaar de gewoonte
ontstaan van de tegenwoordige huisvrou
wen om den kerstboom tot oudjaar in huis
te houden!
Liselotte von der Pfalz, de bekende her
togin van Orleans, schreef in een brief over
het Kerstfeest: „Men richt tafels als al
taar in en zet er allerlei dingen op voor
kinderen, zooals nieuwe kleedingstukken,
zilveren speelgoed, poppen, suikergoed en
allerlei aardige dingen. Öp deze tafels zet
men voorts palmboompjes en bevestigt aan
iederen tak een kaars".
Hier is dus voor het eerst sprake van
kaarsjes. De oudste afbeelding echter wel
ke bestaat van een denneboom, versierd als
kerstboom, zooals we die tegenwoordig ken
nen, dateert uit 1795. Het is aardig om te
zien hoe of de behoefte van den mensch om
uitdrukking te geven aan het licht, dat in
hem is, zich in den loop der eeuwen ont
wikkelt! In de literatuur is voor het eerst
van den kerstboom met brandende kaars
jes sprake in het boek van Jung-Stilling:
„Heimweh", waarin verteld wordt dat een
knaap bij het ontwaken op Kerstmorgen
een verlicht kerstboompje cadeau kreeg.
In ons land kreeg de Kerstviering ook lo
cale uitingen. Zoo ontstond in Twente de
gewoonte om op den midwinterhoorn
ook wel den kersthoorn -te blazen. Deze
hoorn bestaat uit twee of meer stukken ge
knipt wilgenhout, die door biezen banden
aaneen worden gevoegd. Het instrument
heeft den vorm van een Alpenhoorn.
De hoorn, die uit zichzelf niet veel ge
luid voortbrengt, kan, door hem op een
put te houden, een versterkte toon produ-
ceeren, die tot ver in den omtrek gehoord
wordt.
In Overijssel ontstond voorts de gewoon
te om een kerstblok het onderstuk van
een boomstam naar een bepaalde plaats
te slepen en daar een liedje te zingen als:
Kerstavondje, Kerstavondje
Dan kookt mij moeder rijstebrij
Mijn vader is naar Hasselt toe
En haalt er pekelharing bij.
Het in den brand steken van het hout in
Kersttijd berust waarschijnlijk op de ver
onderstelling van de menschen in vroegere
jaren, dat de zon het in dezen tijd van het
jaar uiterst moeilijk had en wel een handje
geholpen kon worden!
In Twente kent men ter eere van dit
houtvuur het liedje:
Karsavondje, Karsavondje,
Dan ette wi volop
Dan slacht mien vader een pekelharing
En dan krijg ik den kop.
De mistletoe, die op Kerstmis vooral bij
de jeugd in een goed blaadje staat, werd
reeds in de oudste tijden een zeer bijzon
dere nDnt geacht. Bij de Druïden was het
een heilig gewas, waarmee kwalen gene
zen konden worden. Wanneer de maretak
groeide op een eikenstam had dit een bij
zondere beteekenis en moest de priester er
ZOI TVOORZIEMNG IN
OORLOGSTIJD.
De ouderen onder U zullen zich nog her
inneren, hoeveel moeilijkheden gedurende
den oorlog van 1914-T8 de zoutvoorziening
aan de Nederlandsche regeering gaf.
Toen stonder er te Boekelo en Hengelo
nog geen ló-tallen boortorens, om onze
eigen rijke zoutvoorraden voor het Neder
landsche volk te ontginnen.
Nu is dat gelukkig anders: de N.V. Kon.
Ned. Zoutindustrie, Boekelo/Hengelo, is in
staat heel Nederland gedurende 2000 jaar
vanal het benoodigde zout te voorzien.
Wanneer U bedenkt, dat Nederland onge
veer 180.000.000 Kg. zout per jaar gebruikt,
dan krijgt U een denkbeeld van deze zout-
schat in eigen bodem!
Ondanks deze groote voorraden» moet
het raadzaam geacht worden, dat ieder
gezin een reserve-voorraad zout aanlegt,
zoolang ongestoorde verbindingen daartoe
de gelegenheid bieden.
Jozo en Nezo leenen zich daartoe bij
zonder gunstig door de deugdelijke verpak
king, die bovendien een goede bescherming
geeft tegen oorlogsgassen.
Een der tientallen boortorens.
Als men in de fabrieken de machtige en
ingenieuze inpakmachines (met een capa
citeit van 100 pak per minuut) hulzen
ziet maken, deze met het sneeuwblanke
zout ziet vullen en daarna de hulzen auto
matisch ziet dichtvouwen, dan begrijpt men
nog beter hoe het komt dat de huismoe
ders aan het hygiënisch verpakte en be
reide Jozo en Nezo steeds meer de voor
keur gaan geven.
Gezien de groote voordeelen van Jozo en
Nezo, zooals hygiënische verpakking en
bereiding, hoogste zuiverheid (n.l. 99.9
zout), afwezigheid van vocht, zekerheid van
herkomst, mag men wel verwachten, dat
onze kruideniers binnen afzienbaren tijd
vreemd zullen opkijken, als U om een pond
los zout vraagt.
(Ingez. Med.)
[W-7""
Van 2 Januari a.s. af bestaat, paar wjj
vernemen, de mogelijkheid van het voldoen
van vermogens- en verdedigingsbelasting I
door middel van obligaties van de 4
staatsleening 1940, die voor de nominale
waarde in betaling worden aangenomen.
Iedereen is bevoegd zoowel zijn eigen aan
slag als die van een ander op deze wijze
te betalen en het doet niet ter zake op
welk belastingjaar de aanslag betrekking
heeft.
Aangezien de vermogens- en verdedi
gingsbelasting I in het algemeen voorko
men op hetzelfde biljet waarop de inkom
stenbelastingen zjjn uitgetrokken, wordt
het bedrag van eiken verschuldigden ter
mijn bepaald door het eindbedrag van het
aanslagbiljet te deelen door het aantal ter
mijnen. Men behoeft echter niet bij eiken
termijn een evenredig gedeelte aan vermo
gens- en verdedigingsbelasting I te voldoen.
Het verdient zelfs aanbeveling deze belas
tingen door middel van schuldbekentenissen
te voldoen bij het afbetalen van één, al
thans van enkele van de termijnen. Indien
echter de aanslag wordt betaald aan een
ander kantoor dan dat waaronder hij is
opgelegd, moet het eindbedrag van het aan
slagbiljet in zijn geheel worden betaald
vóór het vervallen van den tweeden ter
mijn.
De ontvanger mag ingeval van betaling
door schuldbekentenissen tot een bedrag,
hooger dan het te betalen belastingbedrag
nimmer contanten teruggeven.
Betaling met recepissen zal mogelijk zijn
zoolang de obligaties nog niet zijn afgege
ven.
Gisteren heeft Z. K. H. Prins Bernhard
met zijn waarnemenden adjudant, luitenant
kolonel Phaff, en generaal-majoor van den
Bent een bezoek gebracht aan de cantine,
genaamd „Onder den Linde" te Baarn.
Ter ontvangst van den Prins waren aan
wezig de heer en mevr. SillemBeels en
de heer M. Lettenmeyer, allen van het co
mité van oprichting en de kantonnements-
commandant met zijn adjudant. Deze can
tine is opgericht en wordt gefinancieerd
door propagandisten voor geestelijke en
moreele hèrbewapening.
Prins Bernhard heeft bij zijn vertrek zijn
groote waardeering uitgesproken voor het
geen hier ten behoeve van de soldaten is
tot stand gebracht.
STIJGENDE OPBRENGSTEN DER
P.T.T.
In de maand October hebben de op
brengsten der Posterijen Telegrafie en tele
fonie bedragen f 7,028,068 hetgeen f 660,304
meer is dan in dezelfde maand in 1938.
Dit jaar was de totaalopbrengst van Jan.
tot en met October f 65,532,487. Dit is
f 4,467,827 meer dan in de overeenkomstige
periode in het jaar 1938.
zelf aan te pas komen om de plant met een
gouden schaar en een groot begeleidend
ceremonieel af te knippen. Deze karwei
was een zeer verantwoordelijke want in
dien de mistletoe op den grond viel zóu ze
alle kracht verloren hebben.
Wanneer twee vijanden elkaar bij een
boom ontmoeten, waar mistletoe op groei
de, wisselden ze een vredeskus, werden de
wapens neergelegd en waren ze voor altijd
vrienden. Het is jammer dat deze gewoon
te door de tijden heen in den oorspronke-
lijken vorm geen stand heeft kunnen hou
den, want dit gebruik zou ons vooral te
genwoordig zeer van pas komen!
Het door de mistletoe geschapen privile
ge: De vredeskus tusschen vijanden, is in
den loop der tijden geworden tot een kus
in het algemeen. Twee menschen, die el
kaar op Kerstmis onder den mistletoe ont
moeten, mogen elkaar kussen. Maar men
bedenke daarbij wel, dat voor eiken kus
een bosje van de plant geplukt moet wor
den, en dat wanneer de bessen öp zijn, de
plant geen verantwoording meer voor
Amor's kuren draagt! Wanneer de tak
eens op den grond is gevallen denkt aan
de Druïden heeft ze geen kracht meer.
Al deze facetten van de Kerstviering, de
boom, de versiering, het blok, de mistletoe
en nog zoo veel meer zijn terug te voeren
tot dien eenen bron: het licht.
Het licht, dat wij niet alleen buiten in
de natuur, maar ook in ons innerlijk willen
behouden en uitdragen tot anderen .Ook
en vooral in dezen benarden donkeren tijd.
Laten wij Kerstmis vieren met groote in
nigheid en den Kerstman, die een personi-
fieering van het lichtbrengende is, van har
te welkom heeten op ons vredeseiland.
(Nadruk verboden.)
Een verbod tot be- en verwerking.
Naar wij vernemeri heeft thans de mi
nister van economische zaken eenige maat
regelen getroffen mét betrekking tot ver
schillende stroosoortén.
Bij Kon. besluit is het bewerken, doen
bewerken, verwerken en doen verwerken
van haverstroo en zomergerststroo verbo
den. Van deze verbodsbepalingen zal alleen
ontheffing worden verleend voor partijen
haverstroo en zomer-gerststroo, welke on
geschikt zijn om tot veevoeder te dienen.
De ontheffing zal worden verleend door
den centralen crisis-controle dienst van 't
departement van economische zaken.
Voorts is de uitvoer van alle stroosoortén
verboden.
De Nederlandsche akkerbouwcentrale,
die monopoliehoudster voor stroo is, sluit
nl. geen monopolieovereenkomsten meer
af voor den uitvoer van haver-, gerst-,
erwten-, boonën-, tarwe- en roggestroo.
Een uitzondering zal worden gemaakt voor
die partijen tarwe- en roggestroo, waarvan
ten genoegen van deze centrale is aange
toond, dat zij vóór 7 December 1939 naar
het buitenland zijn verkocht.
Door deze maatregeeln zal alle hier te
lande aanwezige stroo, voorzoover daar
voor geschikt, gereserveerd blijven yoor
voederdoeleinden. Gezien de beschikbare
hoeveelheid, kan daardoor worden ver
wacht, - zoo meldt men ons, dat de prijzen
voor het voederstroo wederom op een re
delijk peil zullen komen.
DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE
CLEARINGOVEREENKOMST
VERLENGD.
Op 31 December werd tusschen de Ne
derlandsche en de Duitsche onderhande
lingscommissies overeenstemming verkre
gen over de verlenging van het op 31 De
cember a.s. afloopende Nederlandsch-Duit-
sche clearingsverdrag.
Voorts werden voor het eerste kwartaal
van 1940 betalingscontingenten voor den
uitvoer naar Duitschland vastgesteld.
Naar wij vernemen, zijn de plannen tot
electrificatie van de Gooilijnen weer een
belangrijke stap voorwaarts gekomen, door
dat de directie der Nederlandsche Spoor
wegen dezer dagen is overgegaan tot het
bestellen van het in verband daarmede noo-
dige rollend materieel.
Het rijtuigenpark zal worden uitgebreid
met: 25 vijfwagentreinstellen; 15 tweewa-
gentreinstellen; 37 versterkingsrijtuigen
voor de driewagentreinstellen van het mid-
dennet; 29 versterkingsrijtuigen voor de
tweewagentreinstellen van het middennet.
In totaal dus 221 rijtuigen.
Het ligt dus in het voornemen, van de
37 driewagentreinen, die thans op het mid
dennet dienst doen, vierwagentreinen te
maken en deze vergrooting aan te grijpen,
om de verhouding tusschen tweede en der
de klasse meer overeenkomstig de vraag
van het reizend publiek naar deze plaatsen
te maken.
Hetzelfde geldt voor 29 tweewagenstel-
len, die thans op het middennet dienst doen.
In verband hiermede zullen de verster
kingsrijtuigen alleen derde klasse zitplaat
sen bevatten.
De geheele order wordt ondergebracht
bij de Nederlandsche industrie en wel bij
Werkspoor, Beijnes en Allan.
Voor de werkgelegenheid in Nederland
beteekent deze opdracht een aanmerkelijke
verruiming, daar er een bedrag van rond
14 millioen mee gemoeid is. Een belangrijk
aantal arbeiders zal er circa anderhalf jaar
werk aan hebben. De directie der spoor
wegen rekent er namelijk op, dat het nieu
we materieel in het midden van 1941 in
bedrijf zal komen.
RADIO-LUISTER WEDSTRIJD TEN BATE
VAN DEN VERKOOP DER KINDER
POSTZEGELS.
Dmsdag 26 December a.s. is er op golf
lengte 301,5 meter 's avonds tusschen 9 20
en 9 35 uur voor de A.V.R.O.-microfoon een
luisterwedstrijd ten bate van den verkoop
der kinderpostzegels. Het motto van den
wedstrijd luidt: „Geeft acht voor het kind,
geeft gul, voor het kind".