KRONIEK VAN DEN DAG „WELKOM KERSTMAN, OP HET VREDESEILAND" De kerstboom groeit in barre kouzóó moge de goedheid der menschen in barre tijden bloeien Betaling van belasting door middel van obligaties TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURNT) VAN ZATERDAG 23 DECEMBER 1939. No. 303. Terug van het front. Belgisch minister afgetreden om 337 franken! DE BELGISCHE KAMER BETUIGT HAAR SYMPATHIE AAN FINLAND. Legende en wetenschap. SYMBOLIEK OVERTREFT WETENSCHAP. WAAROM TOT OUDEJAAR? IN TWENTE. MISTLETOE. Prins Bernhard m een soldaten- cantine. STROO ALS VEEVOEDER. Een order der Ned. Spoorwegen van 14 millioen. Bij de Nederlandsche industrie. Dezen winter zal een groot aantal Fran- sche soldaten worden teruggeroepen van het front. Heeft Frankrijk dan genoeg van het vechten Neen. Frankrijk roept zijn soldaten juist terug om beter te kunnen vechten! Want de moderne oorlog is in de eerste plaats een oorlog van materieel en techniek en in de tweede plaats pas een strijd van den soldaat d w.z van het aantal soldaten zooals het vroeger dikwijls was. Van het grootste belang is tegenwoordig het aan tal vechtmachines en de geest van de mannen die deze bedienen. Frankrijk roept nu zijn soldaten terug., om meer werkers te krijgen in de fabrie ken van oorlogstuig Zooals Daladier gis teren in de Fransche Kamer mededeelde, hebben er in de fabrieken 1,150,000 man gewerkt, terwijl er thans 900,000 aan den arbeid zijn. Nog duizenden zouden te werk gesteld kunnen worden, zeide de man, die in het democratische Frankrijk een macht heeft, welke welhaast met die van een dictator vergeleken kan worden en die zijn groote zeggenschap dankt aan steeds meer „machtigingswetten." En het terugroepen van vele mannen aan het front bewijst weer eens te meer, dat deze oorjlog niet in de loopgraven gewonnen wordt, als men nog kan spreken van een winnaar maar in de fabriek. Ook in Duitschland zijn lang niet alle weerbare mannen opgeroepen voor den soldatendienst. Zij hebben in fabrieken en bedrijven een even gewichtige taak. Doch niet alleen in de fabrieken zullen de Fransche soldaten aan het werk wor den gezet, maar ook achter het front. Frankrijk schijnt bezig te zijn achter de Maginot-linie nog een tweede en een der de verdedigingslinie te bouwen Daladier doelde hierop toen hij sprak over het verschil tusschen Polen en Fin land. „Polen" zei de Fransche premier, werd niettegenstaande den moed van den Pool- schen soldaat in enkele faeken vernietigd Het moest het hoofd bieden aan een be wegingsoorlog met modern materieel. Fin land echter heeft langs zijn grens een fortenlinie gebouwd en het houdt stand Beide landen waren dapper, maar het re sultaat was verschillend." Natuurlijk is dit een eenigszins mank vergelijking, in zooverre, dat de Russische soldaten, die tot dusverre in Finland ge vochten hebben, niet te vergelijken zijn met de Duitsche troepen, die den bliksem oorlog in Polen voerden Maar de bedoeling van Daladier's woor den is duidelijk genoeg: als wij onze ver dediging maar sterk genoeg maken, zul len wjj nooit het lot van Polen deelen. En zoo wordt de Maginot-linie, welke reeds een haast legendarische sterkte bezit, nog verstevigd door verdedigingswerken in het achterland Wij zien hetzelfde beeld als in 1917: de partijen graven zich in. Alleen gebeurt het nu op grootere schaal Wat in den vorigen oorlog loopgraven en primitieve onderko mens waren, zijn nu fortenlinies en onder- aardsche steden. In den vorigen oorlog kwam het ingraven na bijna drie jaar Nó was men reeds ingegraven voor dt strijd begon. En het verschil tusschen „toen" en „nu" is sprekend: In Decem ber 1914 had alleen Frankrijk reeds 450,000 dooden te betreuren Thans heeft volgens Daladier het Fransche leger 1136 gesneuvelden, de vloot 256 en de lucht macht 42. Deze cijfers zijn teekenend voor het verschil tusschen beide oorlogen: de we reldoorlog van 1914 was een voortdurende veldslag; de wereldoorlog van 1939 is een beleg. „Toen" gold het: Wie is 't sterkst? Nu geldt het: Wie houdt het t langst uit? Dezer dagen heeft de Belgische minister van verkeer, Marck, den koning zijn ontslag aangeboden, daar hjj beticht werd zijn po sitie van minister te hebben misbruikt ten eigen voordeele. Het was n.l. bekend ge worden, dat minister Marck op den dag, voordat de bekende bankkrach van het „Crédit Anversois" plaats had, het grootste deel van zijn tegoed bij die bank had op genomen. Des middags was in den minis terraad over deze kwestie gesproken en deze feiten bracht men thans met elkaar in verband. Minister Marck heeft in de Kamer zijn ontslag aangeboden om, zooals hij zeide, de handen vrij te hebben voor zijn verde diging. Hij voerde daarbij aan de bewuste zit ting van den ministerraad niet te hebben bijgewoond en er ook pas van gehoord te hebben, nadat hij zijn geld van de bank had gehaald. Bovendien betrof het hier een be drag van 1350 franken. Als hij dit geld, dat hij zeide plotseling noodig te hebben gehad om zjjn secretaris te betalen, op de bank had laten staan, dan zou hem dit een na deel van 337 franken bezorgd hebben, of wel 21 gulden. De minister vroeg of men werkelijk dacht, dat hij o'm een dergelijk bedrag zijn positie in de waagschaal zou stellen. Van verschillende zijden werd de minis ter gehuldigd en minister-president Pierlot noemde zijn leven een voorbeeld van eer lijkheid. Het ging zeer rumoerig toe in de Kamer, waar minister Marck zich verde digde. De Belgische Kamer heeft gisteren een motie aangenomen, waarin aan de Finsche Kamer sympathie wordt betuigd. De motie werd door de verschillende fracties, met uitzondering van de communisten, aange nomen, onder applaus van de Kamer. Barre kou, sneeuw en ijs vagen het plantenleven weg van den aardbo dem, maar de denneboom met de rondom uitgespreide takken, blijft haar punt kaarsrecht in den ijzigen wind steken, en groeit fier-groen voort. Geen wonder dat de menschen dezen boom hebben uitgekozen als een symbool van het Kerstfeest, dat zij vieren om te toonen dat het licht der menschheid in de donkere wereld uitgedragen moet worden. Het stre ven van de menschen naar een be tere wereld bestaat niet alleen wan neer de zon in ons leven schijnt en de omstandigheden mèt ons zijn, maar groeit, evenals die Kerstboom in de barre kou voort wanneer moei lijke tijden aangebroken zjjn. /aarom zouden wij het niet bekennen? or velen zeker niet allen van ons het Kerstfeest de laatste jaren gewor den tot een traditioneele gebeurtenis, een feest dat we vierden omdatwe het 't vorige jaar ook vierden en zoovéél jaren in successie al hebben gedaan, van generatie op generatie. Voor sommigen van ons is het feest een sprookje, een vlucht uit de werkelijkheid naar een droomenland met het zachte licht van de kaarsjes en de glans van engelenhaar, een ver en onbereikbaar sprookje. Maar in een tijd als dezen be seffen we weet, dat zóó Kerstmis niet be doeld is. Kerstmis geeft ons iets van het licht, dat wij in de harde werkelijkheid moeten probeeren te brengen. In deze Decembermaand van het jaar 1939 zien we niet meer dien kerstboom als een met allerlei glinsterende dingen opge tuigd onwezenlijk iets, maar veeleer als 'n levenskrachtige tegen de kou in groeiende boom, naakt en alleen met hetgeen hem door de natuur gegeven is den winter trot- seerend; een werkelijk licht in de duister nis. Naar dit symbool willen wij ons leven vormen. In moeilijke tijden als deze wor den wij teruggeleid tot den bron der din gen opdat wij een andere, betere bedding kunnen zoeken. Dat is de beteekenis van Kerstmis in dezen tijd. De bewoners van de lage landen hebben in dit opzicht een bij zondere opgave. Koning Leopold heeft ons land en België zoo treffend gekenschetst als te zijn een vredeseiland. Een eiland, waar het licht van den vrede nog straalt temid den van een kolkende zee, die in beroering wordt gebracht door den storm van den oorlog. Anderen hebben gezegd, dat dit vredeseiland en de andere plekken op de aarde, waar de storm niet woedt, de pei lers zullen kunnen dragen van den brug, die ons brengt naar een beteren toekomst. Daar kan veel waars in schuilen. Welnu, laten wij, bewoners van het vredeseiland, den Kerstman hartelijk welkom heeten en hem toonen dat bij ons de kaarsjes aan den kerstboom branden, opdat daarna ten slotte weer het groote licht van den we reldvrede ontstoken zal kunnen worden. Wanneer we de wetenschappelijke gege vens raadplegen zien we, dat er verschil van meening is over den dag, waarop Jezus Christus geboren werd. Het doet er weinig toe of we precies wete'n op welken dag de Heiland geboren werd. Het feit dat Hij geboren wérd is van belang. Later is men ertoe gekomen om dien geboortedag te herdenken. Pas in de vierde eeuw schijnt deze herdenking, het Kerstfeest, te zijn ingevoerd. Dit blijkt o.m. uit een bewaard gebleven preek van Chrysostemus, die op 20 December van het jaar 386 de viering van het Kerstfeest aanbeval. In het Oosten werd de gedachtenis van Christus' geboorte op 6 Januari gevierd en Epiphanienfeest genoemd. In het Wes ten vierde men Kerstmis steeds op 25 De cember, te Rome voor het eerst in het jaar 354. Zooals de geleerden het niet eens zijn over Christus' geboortedag zoo verschil len zij van meening over de herkomst van den kerstboom als attribuut voor de Kerst viering. Maar het gevoel van de mensch heid voor symboliek is vaak sterker en gelukkig! dan de wetenschappelijke pre ciesheid. Wanneer men vrede kan hebben met de opvatting dat Christus herdacht wordt op 25 December, omdat het licht van de zon dan weer de overhand op de heer schappij van het duister begint te krijgen, voelt men ook het meest voor de redenee ring dat juist de denneboom werd gekozen als kerstsymbool omdat ze midden in den winter groen is, dus in de plantenwereld een licht vormt in de donkere, slapende natuur. Er bestaan legenden over den kerstboom. Eén ervan is die van het arme gezin, dat in weerwil van de armoede toch een verdwaald kindje bij zich in huis nam. Plotseling hoorden de man en de vrouw buiten engelengezang en zjj zagen dat de denneboom voor hun huis beladen was met goudstukken en kostbare geschenken. Dat was de eerste kerstboom. Volgens historische gegevens zijn de be woners van Straatsburg in den Elzas de eersten, die den denneboom in de Kerstvie ring betrokken. Op de Vogezen in de on middellijke nabijheid, groeiden duizenden dennen en de jeugd uit Straatsburg kwam blijkbaar op de gedachte om die boompjes te vellen en ter opluistering van Kerstmis in de huiskamer te zetten. Tegenwoordig bewaren veel menschen den kerstboom tot Oudejaar en maken er dan oudejaarsboomen van. Wellicht is het hun niet bekend dat deze handeling een historische reden heeft? Vroeger, zoo om streeks 1500, begonnen vele menschen het nieuwe jaar niet op 1 Januari, maar op 25 December, zoodat 24 December eigenlijk oudejaarsavond was. In ettelijke deelen van ons land bleef men wel tot 1750 op deze wijze Nieuwjaar vieren. Pas daarna kwam 1 Januari als alge- meene nieuwjaarsdag in zwang. In dien tijd veranderden hertogelijke en gravelijke ze tels wél eens van plaats. Zoo was er ook een bekende' hertogin, die Kerstmis wilde vieren en de boom op oudejaarsavond, vol gens haar opvattingen dus de dag voor Kerstmis, in haar vertrek versierde. Edoch in de plaats, waar zij zetelde, Brieg, vier de men nieuwjaar niet meer op 25 Decem ber doch op 1 Januari, zoodat de hertogin de boom alleen op oudejaar tooide en hee- lemaal niet op Kerstmis! Uit deze hertoge lijke vergissing, die door haar onderdanen werd nagevolgd, is blijkbaar de gewoonte ontstaan van de tegenwoordige huisvrou wen om den kerstboom tot oudjaar in huis te houden! Liselotte von der Pfalz, de bekende her togin van Orleans, schreef in een brief over het Kerstfeest: „Men richt tafels als al taar in en zet er allerlei dingen op voor kinderen, zooals nieuwe kleedingstukken, zilveren speelgoed, poppen, suikergoed en allerlei aardige dingen. Öp deze tafels zet men voorts palmboompjes en bevestigt aan iederen tak een kaars". Hier is dus voor het eerst sprake van kaarsjes. De oudste afbeelding echter wel ke bestaat van een denneboom, versierd als kerstboom, zooals we die tegenwoordig ken nen, dateert uit 1795. Het is aardig om te zien hoe of de behoefte van den mensch om uitdrukking te geven aan het licht, dat in hem is, zich in den loop der eeuwen ont wikkelt! In de literatuur is voor het eerst van den kerstboom met brandende kaars jes sprake in het boek van Jung-Stilling: „Heimweh", waarin verteld wordt dat een knaap bij het ontwaken op Kerstmorgen een verlicht kerstboompje cadeau kreeg. In ons land kreeg de Kerstviering ook lo cale uitingen. Zoo ontstond in Twente de gewoonte om op den midwinterhoorn ook wel den kersthoorn -te blazen. Deze hoorn bestaat uit twee of meer stukken ge knipt wilgenhout, die door biezen banden aaneen worden gevoegd. Het instrument heeft den vorm van een Alpenhoorn. De hoorn, die uit zichzelf niet veel ge luid voortbrengt, kan, door hem op een put te houden, een versterkte toon produ- ceeren, die tot ver in den omtrek gehoord wordt. In Overijssel ontstond voorts de gewoon te om een kerstblok het onderstuk van een boomstam naar een bepaalde plaats te slepen en daar een liedje te zingen als: Kerstavondje, Kerstavondje Dan kookt mij moeder rijstebrij Mijn vader is naar Hasselt toe En haalt er pekelharing bij. Het in den brand steken van het hout in Kersttijd berust waarschijnlijk op de ver onderstelling van de menschen in vroegere jaren, dat de zon het in dezen tijd van het jaar uiterst moeilijk had en wel een handje geholpen kon worden! In Twente kent men ter eere van dit houtvuur het liedje: Karsavondje, Karsavondje, Dan ette wi volop Dan slacht mien vader een pekelharing En dan krijg ik den kop. De mistletoe, die op Kerstmis vooral bij de jeugd in een goed blaadje staat, werd reeds in de oudste tijden een zeer bijzon dere nDnt geacht. Bij de Druïden was het een heilig gewas, waarmee kwalen gene zen konden worden. Wanneer de maretak groeide op een eikenstam had dit een bij zondere beteekenis en moest de priester er ZOI TVOORZIEMNG IN OORLOGSTIJD. De ouderen onder U zullen zich nog her inneren, hoeveel moeilijkheden gedurende den oorlog van 1914-T8 de zoutvoorziening aan de Nederlandsche regeering gaf. Toen stonder er te Boekelo en Hengelo nog geen ló-tallen boortorens, om onze eigen rijke zoutvoorraden voor het Neder landsche volk te ontginnen. Nu is dat gelukkig anders: de N.V. Kon. Ned. Zoutindustrie, Boekelo/Hengelo, is in staat heel Nederland gedurende 2000 jaar vanal het benoodigde zout te voorzien. Wanneer U bedenkt, dat Nederland onge veer 180.000.000 Kg. zout per jaar gebruikt, dan krijgt U een denkbeeld van deze zout- schat in eigen bodem! Ondanks deze groote voorraden» moet het raadzaam geacht worden, dat ieder gezin een reserve-voorraad zout aanlegt, zoolang ongestoorde verbindingen daartoe de gelegenheid bieden. Jozo en Nezo leenen zich daartoe bij zonder gunstig door de deugdelijke verpak king, die bovendien een goede bescherming geeft tegen oorlogsgassen. Een der tientallen boortorens. Als men in de fabrieken de machtige en ingenieuze inpakmachines (met een capa citeit van 100 pak per minuut) hulzen ziet maken, deze met het sneeuwblanke zout ziet vullen en daarna de hulzen auto matisch ziet dichtvouwen, dan begrijpt men nog beter hoe het komt dat de huismoe ders aan het hygiënisch verpakte en be reide Jozo en Nezo steeds meer de voor keur gaan geven. Gezien de groote voordeelen van Jozo en Nezo, zooals hygiënische verpakking en bereiding, hoogste zuiverheid (n.l. 99.9 zout), afwezigheid van vocht, zekerheid van herkomst, mag men wel verwachten, dat onze kruideniers binnen afzienbaren tijd vreemd zullen opkijken, als U om een pond los zout vraagt. (Ingez. Med.) [W-7"" Van 2 Januari a.s. af bestaat, paar wjj vernemen, de mogelijkheid van het voldoen van vermogens- en verdedigingsbelasting I door middel van obligaties van de 4 staatsleening 1940, die voor de nominale waarde in betaling worden aangenomen. Iedereen is bevoegd zoowel zijn eigen aan slag als die van een ander op deze wijze te betalen en het doet niet ter zake op welk belastingjaar de aanslag betrekking heeft. Aangezien de vermogens- en verdedi gingsbelasting I in het algemeen voorko men op hetzelfde biljet waarop de inkom stenbelastingen zjjn uitgetrokken, wordt het bedrag van eiken verschuldigden ter mijn bepaald door het eindbedrag van het aanslagbiljet te deelen door het aantal ter mijnen. Men behoeft echter niet bij eiken termijn een evenredig gedeelte aan vermo gens- en verdedigingsbelasting I te voldoen. Het verdient zelfs aanbeveling deze belas tingen door middel van schuldbekentenissen te voldoen bij het afbetalen van één, al thans van enkele van de termijnen. Indien echter de aanslag wordt betaald aan een ander kantoor dan dat waaronder hij is opgelegd, moet het eindbedrag van het aan slagbiljet in zijn geheel worden betaald vóór het vervallen van den tweeden ter mijn. De ontvanger mag ingeval van betaling door schuldbekentenissen tot een bedrag, hooger dan het te betalen belastingbedrag nimmer contanten teruggeven. Betaling met recepissen zal mogelijk zijn zoolang de obligaties nog niet zijn afgege ven. Gisteren heeft Z. K. H. Prins Bernhard met zijn waarnemenden adjudant, luitenant kolonel Phaff, en generaal-majoor van den Bent een bezoek gebracht aan de cantine, genaamd „Onder den Linde" te Baarn. Ter ontvangst van den Prins waren aan wezig de heer en mevr. SillemBeels en de heer M. Lettenmeyer, allen van het co mité van oprichting en de kantonnements- commandant met zijn adjudant. Deze can tine is opgericht en wordt gefinancieerd door propagandisten voor geestelijke en moreele hèrbewapening. Prins Bernhard heeft bij zijn vertrek zijn groote waardeering uitgesproken voor het geen hier ten behoeve van de soldaten is tot stand gebracht. STIJGENDE OPBRENGSTEN DER P.T.T. In de maand October hebben de op brengsten der Posterijen Telegrafie en tele fonie bedragen f 7,028,068 hetgeen f 660,304 meer is dan in dezelfde maand in 1938. Dit jaar was de totaalopbrengst van Jan. tot en met October f 65,532,487. Dit is f 4,467,827 meer dan in de overeenkomstige periode in het jaar 1938. zelf aan te pas komen om de plant met een gouden schaar en een groot begeleidend ceremonieel af te knippen. Deze karwei was een zeer verantwoordelijke want in dien de mistletoe op den grond viel zóu ze alle kracht verloren hebben. Wanneer twee vijanden elkaar bij een boom ontmoeten, waar mistletoe op groei de, wisselden ze een vredeskus, werden de wapens neergelegd en waren ze voor altijd vrienden. Het is jammer dat deze gewoon te door de tijden heen in den oorspronke- lijken vorm geen stand heeft kunnen hou den, want dit gebruik zou ons vooral te genwoordig zeer van pas komen! Het door de mistletoe geschapen privile ge: De vredeskus tusschen vijanden, is in den loop der tijden geworden tot een kus in het algemeen. Twee menschen, die el kaar op Kerstmis onder den mistletoe ont moeten, mogen elkaar kussen. Maar men bedenke daarbij wel, dat voor eiken kus een bosje van de plant geplukt moet wor den, en dat wanneer de bessen öp zijn, de plant geen verantwoording meer voor Amor's kuren draagt! Wanneer de tak eens op den grond is gevallen denkt aan de Druïden heeft ze geen kracht meer. Al deze facetten van de Kerstviering, de boom, de versiering, het blok, de mistletoe en nog zoo veel meer zijn terug te voeren tot dien eenen bron: het licht. Het licht, dat wij niet alleen buiten in de natuur, maar ook in ons innerlijk willen behouden en uitdragen tot anderen .Ook en vooral in dezen benarden donkeren tijd. Laten wij Kerstmis vieren met groote in nigheid en den Kerstman, die een personi- fieering van het lichtbrengende is, van har te welkom heeten op ons vredeseiland. (Nadruk verboden.) Een verbod tot be- en verwerking. Naar wij vernemeri heeft thans de mi nister van economische zaken eenige maat regelen getroffen mét betrekking tot ver schillende stroosoortén. Bij Kon. besluit is het bewerken, doen bewerken, verwerken en doen verwerken van haverstroo en zomergerststroo verbo den. Van deze verbodsbepalingen zal alleen ontheffing worden verleend voor partijen haverstroo en zomer-gerststroo, welke on geschikt zijn om tot veevoeder te dienen. De ontheffing zal worden verleend door den centralen crisis-controle dienst van 't departement van economische zaken. Voorts is de uitvoer van alle stroosoortén verboden. De Nederlandsche akkerbouwcentrale, die monopoliehoudster voor stroo is, sluit nl. geen monopolieovereenkomsten meer af voor den uitvoer van haver-, gerst-, erwten-, boonën-, tarwe- en roggestroo. Een uitzondering zal worden gemaakt voor die partijen tarwe- en roggestroo, waarvan ten genoegen van deze centrale is aange toond, dat zij vóór 7 December 1939 naar het buitenland zijn verkocht. Door deze maatregeeln zal alle hier te lande aanwezige stroo, voorzoover daar voor geschikt, gereserveerd blijven yoor voederdoeleinden. Gezien de beschikbare hoeveelheid, kan daardoor worden ver wacht, - zoo meldt men ons, dat de prijzen voor het voederstroo wederom op een re delijk peil zullen komen. DE NEDERLANDSCH-DUITSCHE CLEARINGOVEREENKOMST VERLENGD. Op 31 December werd tusschen de Ne derlandsche en de Duitsche onderhande lingscommissies overeenstemming verkre gen over de verlenging van het op 31 De cember a.s. afloopende Nederlandsch-Duit- sche clearingsverdrag. Voorts werden voor het eerste kwartaal van 1940 betalingscontingenten voor den uitvoer naar Duitschland vastgesteld. Naar wij vernemen, zijn de plannen tot electrificatie van de Gooilijnen weer een belangrijke stap voorwaarts gekomen, door dat de directie der Nederlandsche Spoor wegen dezer dagen is overgegaan tot het bestellen van het in verband daarmede noo- dige rollend materieel. Het rijtuigenpark zal worden uitgebreid met: 25 vijfwagentreinstellen; 15 tweewa- gentreinstellen; 37 versterkingsrijtuigen voor de driewagentreinstellen van het mid- dennet; 29 versterkingsrijtuigen voor de tweewagentreinstellen van het middennet. In totaal dus 221 rijtuigen. Het ligt dus in het voornemen, van de 37 driewagentreinen, die thans op het mid dennet dienst doen, vierwagentreinen te maken en deze vergrooting aan te grijpen, om de verhouding tusschen tweede en der de klasse meer overeenkomstig de vraag van het reizend publiek naar deze plaatsen te maken. Hetzelfde geldt voor 29 tweewagenstel- len, die thans op het middennet dienst doen. In verband hiermede zullen de verster kingsrijtuigen alleen derde klasse zitplaat sen bevatten. De geheele order wordt ondergebracht bij de Nederlandsche industrie en wel bij Werkspoor, Beijnes en Allan. Voor de werkgelegenheid in Nederland beteekent deze opdracht een aanmerkelijke verruiming, daar er een bedrag van rond 14 millioen mee gemoeid is. Een belangrijk aantal arbeiders zal er circa anderhalf jaar werk aan hebben. De directie der spoor wegen rekent er namelijk op, dat het nieu we materieel in het midden van 1941 in bedrijf zal komen. RADIO-LUISTER WEDSTRIJD TEN BATE VAN DEN VERKOOP DER KINDER POSTZEGELS. Dmsdag 26 December a.s. is er op golf lengte 301,5 meter 's avonds tusschen 9 20 en 9 35 uur voor de A.V.R.O.-microfoon een luisterwedstrijd ten bate van den verkoop der kinderpostzegels. Het motto van den wedstrijd luidt: „Geeft acht voor het kind, geeft gul, voor het kind".

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5