[tegen de wet j
KRONIEK VAN DEN DAG
Duitsehland is vertoornd op Uruguay
Pan-Amerika protesteert
tegen den Britsch-Duitschen
zeeslag.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 19 DECEMBER 1939. No. 299.
Na den ondergang van de
„Graf Spee".
„Geen Duitscher zal het
vergeten."
Het antwoord van Uruguay.
„Correct en royaal."
VIER OPVARENDEN VAN
HET SLAGSCHIP GEAR
RESTEERD.
Churchill over het „roemloos
einde" van de „Graf Spee".
De Engelschen hadden zware
verliezen.
H.M. de Koningin neemt deel in
de nieuwe staatsleening.
Ook een Kerstgave voor de
gemobiliseerde werkloozen.
Slachtoffers van het ijs.
De handhaving van de openbare
orde.
Commissie ingesteld voor
onderzoek der beslaande
bepalingen.
„Schending der neutraliteits-
zone".
NEUTRALITEITSZONE VAN
300 MIJL.
O—
■en belangrijke episode van den zee
oorlog is met den ondergang van het Duit-
sche slagschip „Admiral Graf Spee" ten
einde gekomen. De „Graf Spee" heeft drie
maanden lang op den Atlantischen oceaan
gekruist en de Engelsche koopvaardij zwa
re verliezen toegebracht. Reeds geruimen
tijd maakte de Engelsche marine daarom
jacht op het „vestzak"-slagschip, een jacht,
welke tenslotte met succes werd bekroond.
De ondergang van de „Graf Spee" is in-
tusschen niet alleen belangrijk vanwege
de episode, welke er door werd afgesloten,
maar tevens, ja meer nog, vanwege de er
varingen, welke bij het gevecht tusschen
de drie Engelsche kruisers en het Duitsche
schip werden opgedaan. Tot dusver wist
men n.1. niet, wat de „vestzak"-slagschepen
in den strijd waard zouden zijn. Men weet
daar nu wel het een en Einder van.
De bouw van het type waartoe de „Graf
Spee" behoorde, was een uitvloeisel van
het verdrag van Versailles, dat Duitsehland
den aanbouw van linieschepen met meer
dan 10.000 ton inhoud verbood. De Duit-
schers zelf beschouwden het type niet als
ideaal en zijn dein ook, zoodra zij zich van
de bepalingen van het verdrag van Ver
sailles bevrijd hadden, tot een grooter type
met zwaardere pantsering overgegaan.
Maar al waren de linieschepen in zakfor
maat geen ideaal oorlogsmiddel, zij hadden
toch een heel wat hoogere gevechtswaarde,
dan men voordien voor een schip van dezen
inhoud mogelijk had geacht, en zoowel in
Fransche als in Engelsche vlootkringen
heeft men dan ook indertijd den aanbouw
van deze schepen met nauw verholen on
gerustheid gadegeslagen.
Zij zijn uitgerust, naar wij in een des
kundige beschouwing in de N.R.C. lazen,
met zes kanonnen van 28 centimeter en
men achtte het aannemelijk dat zij slechts
te bestrijden zouden zijn door schepen, die
ook over dergelijk zwaar geschut beschik
ten, en daarbij over een grootere snelheid
dan het Duitsche type, dat 26 mijl kan loo-
pen. De Fransche marine miste dergelijke
schepen en heeft dan ook op den bouw
er van geantwoord met den bouw van
het type „Duinkerken", dat zoowel zwaar
der gewapend als sneller is, maar dan ook
26.000 ton meet. Ook de meeste Engelsche
schepen, die het in wapening tegen het
Duitsche type kunnen opnemen, loopen
minder snel, zelfs de „Nelson" en de „Rod
ney", die na den vorigen oorlog zijn ge
bouwd. Alleen de „Hood", „Renown" en
„Repulse", zijn sneller, maar de „Hood"
is een monster van 42.000 ton en de beide
andere meten 32.000 ton. Deze schepen
zouden dus aan andere actie van de Engel
sche vloot onttrokken moeten worden voor
de opsporing van de schepen van de „Graf-
Spee"-klasse, wanneer deze in tijden van
oorlog op kaapvaart uitgingen. Dat betee-
kende dat de Britsche vloot haar zware
eenheden moest decentraliseeren en daar
door dus een kwetsbare positie kreeg, al
leen door het bestaan van deze zwaar ge
wapende schepen met een inhoud van
slechts 10.000 ton.
Maar zie: de ironie van het lot heeft ge
wild, dat de ondergang van de „Graf Spee"
niet bewerkt is door een van deze machtige
bodems, doch door een schitterende samen
werking van een drietal kruisers, die in
wapening verre de mindere van de „Graf
Spee" waren, zij het dezen bodem overtrof
fen in snelheid. Dit zegt natuurlijk niet,
dat onder alle omstandigheden een eskader
van lichte kruisers, mits het maar talrijk
genoeg is, met succes den strijd tegen sche
pen van het Duitsche type kunnen aanbin
den. Men vergete niet, dat juist de „Exe
ter", een schip, dat vanwege zijn pantse
ring, tot de zware kruisers gerekend en
dat dan ook heel wat beter beschermd is
dan de „Graf Spee" was, in het gevecht
ook leelijk geteisterd is. Hoe leelijk weten
wij niet, en zullen wij vermedelijk vóór het
einde van den oorlog ook wel niet verne
men. Met deze opmerkingen doen wij niets
te kort aan de schitterende strategie van
den Britsehen bevelhebber, integendeel. Hij
heeft geleerd, dat de zwakke pantsering
van schepen als de „Graf Spee" maakt, dat
ook lichter gewapende bodems onder gun
stige omstandigheden tegen dit type zijn
De Duitsche avondbladen van gisteren
maakten in groote opmaak melding van
den ondergang van de „Graf Spee". De bla
den wijzen er op, dat na de weigering der
regeering van Uruguay, om aan het Duit
sche oorlogsschip te Montevideo voldoen
den tijd tot herstel te laten, hiertoe beslo
ten is. In dit verband uiten de bladen he
vige verwijten aan de regeering van Uru
guay en wijzen zij op het protest, dat de
Duitsche regeering tegen deze houding bij
de autoriteiten te Montevideo heeft inge
diend, die „hebben toegegeven aan den En-
gelschen druk".
Geen Duitscher zal het vergeten, schrijft
de „Lokal Anzeiger", dat ook dit materi-
eele verlies van de Duitsche vloot slechts
mogelijk was door een dubbele, een actieve
en een passieve schending van het volke
renrecht, door Engeland en Uruguay.
De regeering van Uruguay, zoo schrijft
de „Deutsche Allgemeine Zeitung", heeft
gebogen voor den druk van Engeland en
Frankrijk en daarpiede een onvriendelijke
handeling begaan tegen ons, want zij heeft
geweten, dat voor de monding van de La
Plata, de Engelschen een kring van oor
logsschepen hadden geconcentreerd, die
zich op het enkele Duitsche schip zouden
storten, zoodra de termijn was afgeloopen.
De helden van de „Graf Spee", aldus de
„Naehtausgabe", hebben het niet verloren
tegenover een moedigen aanval van de En
gelschen, niet tegenover een militaire su
perioriteit van Engeland en Frankrijk,
doch eenvoudig tegenover een leelijke di
plomatieke intrige.
Havas meldt uit Montevideo:
De minister van buitenlandsche zaken
van Uruguay, Guani, heeft verklaard, dat
de onderhandelingen practisch geëindigd
.varen met de overhandiging aan den Duit-
schen gezant van een nota, waarin te ken
nen werd gegeven, dat de „Admiral Graf
Spee" Zondag om 20 uur op zijn laatst uit
Montevideo moest vertrekken De Duitsche
gezant zou hem antwoord geven en Zondag
middag om 15 uur werd Guani er van op
de hoogte gebracht, dat het Duitsche schip
om 18 uur de voorhaven verlaten zou.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft van de Duitsche regeering een nota
ontvangen ten aanzien van het genomen
besluit, maar, aldus de minister, het be-
„reft hier geen eigenlijk protest. De nota
geeft slechts uitdrukking aan het stand
punt van de Duitsche regeering, volgens
wie de neutraliteitswet niet goed is toe
gepast.
„Ik ben er zeker van, zoo voegde Guani
hieraan toe, dat Uruguay nauwgezet de be
ginselen der neutraliteit èn de internati
onale wetten gehandhaafd heeft. Ik ben
op het oogenblik bereid over te gaan tot
oen publicatie van alle formaliteiten betref
fende dit bijzondere geval. Men zal dan
kunnen waardeeren, hoe correct het optre
den geweest is en hoezeer het zelfs royaal
was."
De minister besloot zijn verklaringen met
te zeggen: „Door het tot zinken brengen
van de „Admiral Graf Spee" is geen enkel
slachtoffer gevallen. Alle zeelieden zijn ge
red. De commandant van het slagschip is
veilig. HU werd een oogenblik gearresteerd,
toen hij zich van zijn schip verwijderde in
een sloep. Ik werd daarop geraadpleegd
opgewassen. Het zou echter verkeerd zijn
hieruit de les te trekken, dat men de jacht
op de beide andere schepen van dit type
voor zoover die nog in actie zijn of in actie
zullen komen, louter kan overlaten aan het
kruisersmateriaal. Zoolang trouwens de ge
allieerden ter zee alleen maar met de Duit
sche marine hebben rekening te houden, is
het bezwaar van afzondering van eenige
van de vijf genoemde eenheden niet zoo
groot, al zal men altijd er op bedacht moe
ten zijn, dat de Duitschers ook nog beschik
ken over twee linieschepen van 26.000 ton
en 27 mijl snelheid, waartegen althans wat
de snelheid betreft, eveneens slechts de ge
noemde groote bodems opgewassen zijn.
over de vraag of de commandant zijn reis
kon voortzetten, waarop ik antwoordde,
dat men hem volledig in vrijheid moest la
ten omdat hij zich van onze kusten verwij
derde en de bevelen opvolgde die hij van
onze autoriteiten had ontvangen."
Nadat de bemanning Zondagavond van
boord van de „Graf Spee" was weggegaan,
keerde een boot met vier matrozen naar
het oorlogsschip terug. Dezen lieten het
schip in de lucht vliegen. Vervolgens wer
den de vier mannen aan boord genomen
door de „Tacoma". De Urugueesche auto
riteiten hebben deze vier opvarenden ge
arresteerd. Zij zullen verhoord worden.
Nog urenlang stond het wrak in vlam
men. Er steeg een zware rookwolk op. De
brandende olie vloeide tot op een afstand
van twee mijl van het wrak. Hierin lag
groot gevaar voor de schepen, die in de
haven van Montevideo lagen.
DE BEMANNING DER „GRAF
SPEE" IN BUENOS AIRES.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau mede
deelt, is de commandant van de ,,Graf
Spee" met de officieren en de geheele be
manning aan boord van twee Argentijnsche
zeesleepbooten en een sleepschip gistermid
dag in de haven van Buenos Aires (Argen
tinië) aangekomen. Volgens verklaringen
van den kapitein is de geheele bemanning
ongedeerd.
De bemanning zal worden geïnterneerd
De Engelsche minister van marine,
Churchill, heeft gisteravond voor de radio
gesproken over den roemrijken slag aan
de Rio de la Plata". Hij zeide dat het uit
Montevideo ontvangen nieuws op de Brit
sche eilanden met dankbaarheid is ontvan
gen en in het gróótste deel der wereld met
onverholen voldoening. Churchill noemde
het einde van de „Graf Spee" roemloos.
Het vestzakslagschip werd ondanks zijn
veel zwaarder pantsering gedwongen door
drie Britsche kruisers zijn toevlucht te zoe
ken in een neutrale haven. In de haven
aangekomen, had het de keuze tusschen
interneering of weer uitvaren om te vech
ten en in een slag onder te gaan gelijk de
„Rawalpindi", hetgeen eervol zou zijn ge
weest. Het koos evenwel een derde alter
natief. Het liep uit, niet om te vechten,
doch bracht zichzelf tot zinken in een vaar
geul van een neutralen staat, waar het on
derdak had bekomen en hulp op de wijze
als het internationale recht voorschrijft.
Op dat oogenblik wist het vestzakslagschip,
dat de Britsche zware schepen „Renown"
en „Ark Royal" zich nog op 1000 mijl af
stand bevonden om brandstof in te nemen
te Rio.
Wat buiten de haven wachtte, waren
twee kruisers, de „Ajax" en de „Achilles"
met zesduimskanons, welke het naar bin
nen hadden gejaagd en de kruiser .Cum
berland" met achtduimsgeschut, die was
aangekomen ter vervanging van de bescha
digde Exeter". De Britsche verliezen zijn
niet licht- geweest.
Het kan geen kwaad thans te verklaren,
dat twee van de vier geschuttorens van de
„Ajax" waren neergehaald, terwijl de „Exe
ter" 40 tot 50 malen werd getroffen, in
vele gevallen door granaten, die drie keer
het gewicht hadden van die welke hij te
rug kon vuren.
Drie van de achtduimskanons werden
vernield. Er waren bijna honderd slacht
offers aan boord, voor het meerendeel doo-
den. Een zesduizend tons kruiser werd door
een torpedo getroffen, een tweede kruiser
van dezelfde tonnage door twee torpedo's.
Deze kruisers kunnen misschien thuis ko
men, doch voor een is dat allesbehalve ze
ker. Wanneer zij thuis zullen komen, zul
len zij vele maanden buiten actie moeten
Naar wij vernemen, zal H.M. de Konin
gin voor een aanmerkelijk bedrag deel
nemen in de nieuwe staatsleening.
iliillIHlltutll»-i illllillllslliiillllii'liitEli'iilil:
s Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK. J
19).
Malpas keek neer op den man in de ver-
dachtenbank met een kwiek knikje van zijn
hoofd, dat hem iets van een gevogeltje deed
weghebben. „Een verdediger?"
„Nee", zei Christopher Vayle.
Mapas trok zijn wenkbrauwen op en
sperde zijn kleine bruine oogjes zoo wijd
mogelijk open.
„Waarom niet?"
„Ik heb de mij te laste gelegde feiten be
kend. Ik achtte het dus niet noodig mij
te laten verdedigen".
„H'm!" gromde Malpas.
De getuigen werden nu opgeroepen. De
eerste agent van politie Patrick Dorney van
de X. L. Divisie, verklaarde, dat op den
vroegen morgen van den 9den Juni om on
geveer kwart over twee een man op hem
toegekomen was, namelijk dezelfde man,
die thans in de bank der verdachten zat.
Verdachte had toen allerlei onzinnige din
gen gezegd. Agent Patrick Dorney had hem
toen verzocht door te loopen. Dit was alles
wat agent Dorney zich nog kon herinneren
tot hij eenige minuten later weer tot be
wustzijn kwam met een kaak, die zoo
pijnlijk was, dat hij eerst bang was, dat die
gebroken was en merkte dat zijn helm
gestolen was. Op een vraag van den magi
straat verklaarde agent Dorney, dat van
al den onzin, dien verdachte uitgekraamd
had, hij zich nog positief herinnerde, dat
verdachte ook over helmen gesproken had. £)e vrouw moet het gewone leven
Verdachte had zooiets gezegd, dat hij die versmaden; zij moet er niet bui
ten of boven willen staan, maar zij
noodig had voor drinkbekers
lijks.
„Was hij beschonken?" snauwde Malpas.
Agent Patrick Dorney aarzelde.
„•Was hij beschonken?"
„Oogenschijnlijk niet", antwoordde agent
Dorney en mocht toen weer gaan zitten.
„Getuige Nicholas Revel!"
De heer Nicholas Revel1, smaakvol en
koel gekleed in een allerlichtst grijs cos-
tuum en allerfrischt blauw overhemd, zat
daar zoo correct en rustig in de bank der
getuigen, dat het net was, of hij de tempe
ratuur in de zaal eenige graden deed zak
ken wat opzichzelf reeds een weldaad
was.
In antwoord op de hem gestelde vragen
gaf de heer Revel een adres in Knights-
bridge op, beaamde financieel onafhanke
lijk te zijn en verklaarde, dat hij op den
nacht van den 8en Juni een partijtje ten
huize van een zijner vrienden bijgewoond
had, namelijk in Clarges Street. Om half
drie den volgenden morgen was hij daar
weggegaan en had een taxi genomen.
In Fothergill Street, recht tegenover den
ingang van Clarendon Passage, doch aan
den anderen kant van de straat, had de
chauffeur moeten stoppen om zijn motor na
te kijken. Meneer Revel, die uit het raamp
je van de taxi keek, had toen opgemerkt
hoe een man, dien hij als den beklaagde
identificeerde, uit Clarandort Passage kwam
rechts afsloeg en vervolgens vlug wegliep.
De ongewoon forsche verschijning van be
klaagde had zijn aandacht getrokken, als
mede het feit, dat hij in avondkleeding, doch
zonder hoed of overjas was. Niet we'nig
verbaasd had hij ook gezien, dat beklaagde-
twee politiehelmen bij zich had. Even later,
juist voordat de taxi weerreed, had de heer
Revel een politieagent zonder helm uit Cla-
moet het veredelen, verhoogen, dan
wordt het vanzelf minder plat en pro-
zaïsch.
rendon Passage zien komen. Hij liep eenigs-
zins onzeker en keek links en rechts
Fothergill Street af. Meneer Revel had nog
een oogenblik in tweestrijd gestaan, om den
agent te vragen, of hij ook misschien hulp
noodig had. Daar evenwel de agent, die de
taxi beslist gezien moest hebben, niet om
assistentie verzocht had, was het dus logisch
te veronderstellen, dat hij die dan ook niet
noodig had. De chauffeur, die inmiddels
met zijn gemorrel aan den motor klaar was
gekomen, was toen weer ingestapt en ver
der gereden.
De heer Revel daalde van de getuigen
bank af en stapte toen doodbedaard naar
een van de stoelen, welke in een rij achter
de perstafel stonden!
De volgende getuige was Joseph Palmer,
e'genaar en bestuurder van huurauto GH
4838 (rijbewijs Nr BK 41872). Joseph Pal
mer bevestigde met een schat van bijzon
derheden en met humor de verklaringen
van den heer, die op den morgen van den
9den Juni zijn „vrachtje" geweest was en
mocht, toen hij aan het eind van zijn ver
haal gekomen was meteen de rechtzaal ver
laten.
Malpas leunde met de armen over elkaar
geslagen op zijn tafel en keek den man in
de verdachtenbank vlak in het gezicht.
„Nog iets te zeggen?" vroeg Malpas.
„Ja", antwoordde Christopher Vayle met
een vaste, volmaakt beheerschte stem, die
echter toonloos en valk klonk.
De regeeringspersdienst meldt:
De minister van defensie heeft bepaald,
dat de kostwinnersvergoeding, die is vastge
steld op het steunbedrag, hetwelk een
dienstplichtige als ondersteunde werklooze
vóór zijn opkomst laatstelijk genoot, in de
week van 1823 December 1939 wordt ver
hoogd met het bedrag, dat de dienstplich
tige dit jaar als Kerstgave vermoedelijk zou
hebben genoten, indien hij niet in werkelij-
ken dienst zou zijn geweest.
Omstreeks half vijf gistermiddag zijn twe
militairen van ongeveer dertigjarigen leef
tijd, P. de Winter en M. de Wilde beiden
vonende te Gaasterland en gedetacheerd te
Ossesluis (Dr.) bij het schaatsenrijden op de
Hoogeveenschevaart aldaar door het ijs ge-
7.akt en verdronken.
Onmiddellijk stelde de sluiswachter po
gingen in het werk om de drenkelingen op
'iet droge te krijgen, waarbij hij gebruik
naakte van een ladder. Na eenigen tijd ge-
'ukte het hem de militairen uit het water
e halen, doch de levensgeesten waren toen
-eeds geweken.
Het stoffelijk overschot der beide mannen
-•erd later naar het gemeentehuis van De
Wijk overgebracht. De W. was gehuwd en
iad twee kinderen.
De 25-jarige landarbeider J. Raggers uit
iteggerda is bij het schaatsenrijden op de
Gekanaliseerde rivier de Linde door het ijs
Tezakt en verdronken.
R. laat een vrouw en twee kinderen ach
ter.
Te Boornzwaag (Fr.) is gisteren een 25-
'arige veehouder, die op de Langstaarten
mei aan het schaatsenrijden was, in eer
•ak gereden en verdronken.
De dertigjarige arbeider K. Reitsma uit
lenker (Fr.) is g'stermiddag bij het schaat
enrijden op de Ringvaart ter hoogte van dr
werkverschaffing Buiten veld onder Veen-
•ouden in een wak terecht gekomen en
•erdronken.
Uit overweging, dat het wenschelijk is
•■en onderzoek in te stellen naar de vraag
->f de bepalingen van de gemeentewet er
mdere voorschriften met betrekking tot
ie handhaving van de openbare orde vol
ioen aan de eischen, welke te dien aan
dien dienen te worden gesteld en in het bij
zonder ook, of zij wel, in het belang van eer
uiste regeling van bevoegdheden en ver
houdingen, voldoende scherp tot uitdruk
king brengen de voor de bestuursorganer
weggelegde taak, hebben de ministers var
binnenlandsche zaken en van justitie een
commissie benoemd, aan' welke dit onder
zoek wordt opgedragen, met verzoek dien
aangaande rapport uit te brengen, onder
bijvoeging zoo noodig van voorstellen tot
wijziging of aanvulling van de desbetreffen
de wettelijke voorschriften. Tot voorzitter
dezer commissie is benoemd de minister
van staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karne-
beek, Commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland.
blijven.
Intusschen heeft de geheele Duitsche
vloot iedere onderneming opgegeven. Een
belangrijk deel der totale Duitsche kruiser
sterkte is tot zinken gebracht of buiten
actie gesteld.
Cantillon, de minister van buitenlandsche
zaken van Argentinië, heeft verklaard, dat
hij vandaag een nota zal publiceeren, welke
21 landen gezamenlijk zullen zenden aan de
oorlogvoerenden land.
Deze nota protesteert tegen de schending
der maritieme neutraliteitszone, welke door
de conferentie van Panama is vastgesteld.
De nota is "opgesteld door den minister
van buitenlandsche zaken van Argentinië.
Zij heeft de goedkeuring ontvangen van
verscheidene Amerikaansche staten.
De nota geeft een vastberaden uiteenzet
ting van de ontevredenheid, welke gewekt
is door het jongste zeegevecht in de Zuid-
Amerikaansche wateren.
De „declaratie van Panama", welke in
October j.l. is aangenomen op de pan-Ame-
rikaansche conferentie, heeft een driehon
derd mijls-veiligheidszone rond Amerika
vastgesteld.
De minister van buitenlandsche zaken der
Ver. Staten Huil heeft gezegd, dat, indien
de Europeesche oorlogvoerenden binnen de
ze zone tot vijandelijkheden zouden over
gaan, de 21 republieken in conferentie zou
den bijeenkomen, om te bepalen welke actie
zjj zullen ondernemen.
N.V. KONINKLIJKE NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO
(Ingez. Med.)
„En dat is
„De eerste getuige had het mis. Hij gaf
min of meer te kennen, dat ik niet be
schonken was. Welnu, ik was beschonken.
Ik was ongeveer tien dagen lang dronken
geweest. Ik zeg dit niet bij wijze van ex
cuus. Het is alleen maar als een verklaring
bedoeld. Ik veronderstel, dat het eerder een
verzwarende omstandigheid is".
,,H'm!" gromde Malpas.
Stiltè.
„Meer geluk dan verstand gehad!" ze.i
Malpas.
„Ja", antwoordde Christopher Vayle. „Ik
weet wat u bedoelt, doch ik besef ten volle,
dat ik de indirecte oorzaak van Beecham's
dood ben. Als ik hem dien slag niet gege
ven had, zou hij niet
Hij zweeg een oogenblik. Jane, die hem
met angstige oogen gadesloeg, zag dat hij
met de punt van zijn tong zijn kurkdroge
lippen bevochtigde.
„Als ik hem dien slag niet toegebracht
had", zei Christopher nogmaals met een
stem, die thans een beetje krachtiger dan
daareven kolnk, „zou hij zeer waarschijn
lijk in staat geweest zijn zich te verdedigen
tegen den man, die hem vermoordde. Mo
gelijk had hij hem zelfs kunnen arrestee
ren. Als hem dat gelukt was
„Juist! Dan zouden ook die andere moor
den misschien niet gepleegd zijn!" gromde
Malpas „Zoo is hetWel, jongeman,
ik veroordeel u tot(hier volgde de
welbekende Malpasiaansche paar seconden
pauze voor de u'tspraak) „twee honderd
pond boete, benevens veertien dagen dwang
arbeid subsidiair vijf honderd pond".
„Ik neem de twee honderd pond en de
veertien dagen", zei Christopher Vayle,
wiens jaarlijksche inkomen dertig duizend
pond bedroeg.
„Volgende zaak", zei Malpas.
De stilte, waarin de twee stemmen de
eene effen, toonloos en diep, de andere
scherp, hoog en duidelijk weerklonken
hadden als neervallende kiëzelsteenen in
een welput, werd nu totaal verbroken. Twee
of drie sn'kken zwollen aan tot een ge
dempt gemompel. Het gedempte gemompel
zwol aan tot een luid gegons van ettelijke
stemmen, dat al spoedig overging in een
oorverdoovend rumoer. En terwijl Jane zich
met moeite een weg door de naar buiten
drommende menigte probeerde te banen,
hoorde zij den voorzitter luid hameren en
stemmen roepen, dat de zaal ontruimd
moest worden.
Zij gaf den strijd op en liet zich door deu
stroom meenemen. Haar oogen stonden vol
heete, brandende tranen, die zij met geweld
inhield.
II.
De schuifelende menschenmenigte voor,,
Jane uit werd plotsel'ng dunner. Zij voelde
hef heete zonlicht in haar gezicht schijnen.
Het felle zonlicht deed haar toch al bran
dende oogen zeer en voor een oogenblik
sloot zij ze. Toen zij haar oogen weer open
deed, hervond zij zichzelf in een smalle
straat, waar zij nog nooit eerder geweest
was. Dit steegje want meer was het niet
liep zoowaar langs het gerechtsgebouw
en vormde de verbinding tusschen twee
hoofdstraten. Langs 't trottoir, vlak tegen
over de deur, waar zijn uitgekomen was
stond een auto, een lange, grijze copé. Jane
sloot nogmaals- haar oogen en voelde op
hetzelfde oogenblik een tikje op haar arm.
Met een schrik keek zij op. „O!" zei Jane.
Zij keek in de oogen van Nicholas Revel,
die met den hoed in de hand naast haar'
stond. Hij glimlachte
(Wordt vervolgd).