[tegen de wet j KRONIEK VAN DEN DAG Duitsehland is vertoornd op Uruguay Pan-Amerika protesteert tegen den Britsch-Duitschen zeeslag. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 19 DECEMBER 1939. No. 299. Na den ondergang van de „Graf Spee". „Geen Duitscher zal het vergeten." Het antwoord van Uruguay. „Correct en royaal." VIER OPVARENDEN VAN HET SLAGSCHIP GEAR RESTEERD. Churchill over het „roemloos einde" van de „Graf Spee". De Engelschen hadden zware verliezen. H.M. de Koningin neemt deel in de nieuwe staatsleening. Ook een Kerstgave voor de gemobiliseerde werkloozen. Slachtoffers van het ijs. De handhaving van de openbare orde. Commissie ingesteld voor onderzoek der beslaande bepalingen. „Schending der neutraliteits- zone". NEUTRALITEITSZONE VAN 300 MIJL. O— ■en belangrijke episode van den zee oorlog is met den ondergang van het Duit- sche slagschip „Admiral Graf Spee" ten einde gekomen. De „Graf Spee" heeft drie maanden lang op den Atlantischen oceaan gekruist en de Engelsche koopvaardij zwa re verliezen toegebracht. Reeds geruimen tijd maakte de Engelsche marine daarom jacht op het „vestzak"-slagschip, een jacht, welke tenslotte met succes werd bekroond. De ondergang van de „Graf Spee" is in- tusschen niet alleen belangrijk vanwege de episode, welke er door werd afgesloten, maar tevens, ja meer nog, vanwege de er varingen, welke bij het gevecht tusschen de drie Engelsche kruisers en het Duitsche schip werden opgedaan. Tot dusver wist men n.1. niet, wat de „vestzak"-slagschepen in den strijd waard zouden zijn. Men weet daar nu wel het een en Einder van. De bouw van het type waartoe de „Graf Spee" behoorde, was een uitvloeisel van het verdrag van Versailles, dat Duitsehland den aanbouw van linieschepen met meer dan 10.000 ton inhoud verbood. De Duit- schers zelf beschouwden het type niet als ideaal en zijn dein ook, zoodra zij zich van de bepalingen van het verdrag van Ver sailles bevrijd hadden, tot een grooter type met zwaardere pantsering overgegaan. Maar al waren de linieschepen in zakfor maat geen ideaal oorlogsmiddel, zij hadden toch een heel wat hoogere gevechtswaarde, dan men voordien voor een schip van dezen inhoud mogelijk had geacht, en zoowel in Fransche als in Engelsche vlootkringen heeft men dan ook indertijd den aanbouw van deze schepen met nauw verholen on gerustheid gadegeslagen. Zij zijn uitgerust, naar wij in een des kundige beschouwing in de N.R.C. lazen, met zes kanonnen van 28 centimeter en men achtte het aannemelijk dat zij slechts te bestrijden zouden zijn door schepen, die ook over dergelijk zwaar geschut beschik ten, en daarbij over een grootere snelheid dan het Duitsche type, dat 26 mijl kan loo- pen. De Fransche marine miste dergelijke schepen en heeft dan ook op den bouw er van geantwoord met den bouw van het type „Duinkerken", dat zoowel zwaar der gewapend als sneller is, maar dan ook 26.000 ton meet. Ook de meeste Engelsche schepen, die het in wapening tegen het Duitsche type kunnen opnemen, loopen minder snel, zelfs de „Nelson" en de „Rod ney", die na den vorigen oorlog zijn ge bouwd. Alleen de „Hood", „Renown" en „Repulse", zijn sneller, maar de „Hood" is een monster van 42.000 ton en de beide andere meten 32.000 ton. Deze schepen zouden dus aan andere actie van de Engel sche vloot onttrokken moeten worden voor de opsporing van de schepen van de „Graf- Spee"-klasse, wanneer deze in tijden van oorlog op kaapvaart uitgingen. Dat betee- kende dat de Britsche vloot haar zware eenheden moest decentraliseeren en daar door dus een kwetsbare positie kreeg, al leen door het bestaan van deze zwaar ge wapende schepen met een inhoud van slechts 10.000 ton. Maar zie: de ironie van het lot heeft ge wild, dat de ondergang van de „Graf Spee" niet bewerkt is door een van deze machtige bodems, doch door een schitterende samen werking van een drietal kruisers, die in wapening verre de mindere van de „Graf Spee" waren, zij het dezen bodem overtrof fen in snelheid. Dit zegt natuurlijk niet, dat onder alle omstandigheden een eskader van lichte kruisers, mits het maar talrijk genoeg is, met succes den strijd tegen sche pen van het Duitsche type kunnen aanbin den. Men vergete niet, dat juist de „Exe ter", een schip, dat vanwege zijn pantse ring, tot de zware kruisers gerekend en dat dan ook heel wat beter beschermd is dan de „Graf Spee" was, in het gevecht ook leelijk geteisterd is. Hoe leelijk weten wij niet, en zullen wij vermedelijk vóór het einde van den oorlog ook wel niet verne men. Met deze opmerkingen doen wij niets te kort aan de schitterende strategie van den Britsehen bevelhebber, integendeel. Hij heeft geleerd, dat de zwakke pantsering van schepen als de „Graf Spee" maakt, dat ook lichter gewapende bodems onder gun stige omstandigheden tegen dit type zijn De Duitsche avondbladen van gisteren maakten in groote opmaak melding van den ondergang van de „Graf Spee". De bla den wijzen er op, dat na de weigering der regeering van Uruguay, om aan het Duit sche oorlogsschip te Montevideo voldoen den tijd tot herstel te laten, hiertoe beslo ten is. In dit verband uiten de bladen he vige verwijten aan de regeering van Uru guay en wijzen zij op het protest, dat de Duitsche regeering tegen deze houding bij de autoriteiten te Montevideo heeft inge diend, die „hebben toegegeven aan den En- gelschen druk". Geen Duitscher zal het vergeten, schrijft de „Lokal Anzeiger", dat ook dit materi- eele verlies van de Duitsche vloot slechts mogelijk was door een dubbele, een actieve en een passieve schending van het volke renrecht, door Engeland en Uruguay. De regeering van Uruguay, zoo schrijft de „Deutsche Allgemeine Zeitung", heeft gebogen voor den druk van Engeland en Frankrijk en daarpiede een onvriendelijke handeling begaan tegen ons, want zij heeft geweten, dat voor de monding van de La Plata, de Engelschen een kring van oor logsschepen hadden geconcentreerd, die zich op het enkele Duitsche schip zouden storten, zoodra de termijn was afgeloopen. De helden van de „Graf Spee", aldus de „Naehtausgabe", hebben het niet verloren tegenover een moedigen aanval van de En gelschen, niet tegenover een militaire su perioriteit van Engeland en Frankrijk, doch eenvoudig tegenover een leelijke di plomatieke intrige. Havas meldt uit Montevideo: De minister van buitenlandsche zaken van Uruguay, Guani, heeft verklaard, dat de onderhandelingen practisch geëindigd .varen met de overhandiging aan den Duit- schen gezant van een nota, waarin te ken nen werd gegeven, dat de „Admiral Graf Spee" Zondag om 20 uur op zijn laatst uit Montevideo moest vertrekken De Duitsche gezant zou hem antwoord geven en Zondag middag om 15 uur werd Guani er van op de hoogte gebracht, dat het Duitsche schip om 18 uur de voorhaven verlaten zou. De minister van buitenlandsche zaken heeft van de Duitsche regeering een nota ontvangen ten aanzien van het genomen besluit, maar, aldus de minister, het be- „reft hier geen eigenlijk protest. De nota geeft slechts uitdrukking aan het stand punt van de Duitsche regeering, volgens wie de neutraliteitswet niet goed is toe gepast. „Ik ben er zeker van, zoo voegde Guani hieraan toe, dat Uruguay nauwgezet de be ginselen der neutraliteit èn de internati onale wetten gehandhaafd heeft. Ik ben op het oogenblik bereid over te gaan tot oen publicatie van alle formaliteiten betref fende dit bijzondere geval. Men zal dan kunnen waardeeren, hoe correct het optre den geweest is en hoezeer het zelfs royaal was." De minister besloot zijn verklaringen met te zeggen: „Door het tot zinken brengen van de „Admiral Graf Spee" is geen enkel slachtoffer gevallen. Alle zeelieden zijn ge red. De commandant van het slagschip is veilig. HU werd een oogenblik gearresteerd, toen hij zich van zijn schip verwijderde in een sloep. Ik werd daarop geraadpleegd opgewassen. Het zou echter verkeerd zijn hieruit de les te trekken, dat men de jacht op de beide andere schepen van dit type voor zoover die nog in actie zijn of in actie zullen komen, louter kan overlaten aan het kruisersmateriaal. Zoolang trouwens de ge allieerden ter zee alleen maar met de Duit sche marine hebben rekening te houden, is het bezwaar van afzondering van eenige van de vijf genoemde eenheden niet zoo groot, al zal men altijd er op bedacht moe ten zijn, dat de Duitschers ook nog beschik ken over twee linieschepen van 26.000 ton en 27 mijl snelheid, waartegen althans wat de snelheid betreft, eveneens slechts de ge noemde groote bodems opgewassen zijn. over de vraag of de commandant zijn reis kon voortzetten, waarop ik antwoordde, dat men hem volledig in vrijheid moest la ten omdat hij zich van onze kusten verwij derde en de bevelen opvolgde die hij van onze autoriteiten had ontvangen." Nadat de bemanning Zondagavond van boord van de „Graf Spee" was weggegaan, keerde een boot met vier matrozen naar het oorlogsschip terug. Dezen lieten het schip in de lucht vliegen. Vervolgens wer den de vier mannen aan boord genomen door de „Tacoma". De Urugueesche auto riteiten hebben deze vier opvarenden ge arresteerd. Zij zullen verhoord worden. Nog urenlang stond het wrak in vlam men. Er steeg een zware rookwolk op. De brandende olie vloeide tot op een afstand van twee mijl van het wrak. Hierin lag groot gevaar voor de schepen, die in de haven van Montevideo lagen. DE BEMANNING DER „GRAF SPEE" IN BUENOS AIRES. Naar het Duitsche Nieuwsbureau mede deelt, is de commandant van de ,,Graf Spee" met de officieren en de geheele be manning aan boord van twee Argentijnsche zeesleepbooten en een sleepschip gistermid dag in de haven van Buenos Aires (Argen tinië) aangekomen. Volgens verklaringen van den kapitein is de geheele bemanning ongedeerd. De bemanning zal worden geïnterneerd De Engelsche minister van marine, Churchill, heeft gisteravond voor de radio gesproken over den roemrijken slag aan de Rio de la Plata". Hij zeide dat het uit Montevideo ontvangen nieuws op de Brit sche eilanden met dankbaarheid is ontvan gen en in het gróótste deel der wereld met onverholen voldoening. Churchill noemde het einde van de „Graf Spee" roemloos. Het vestzakslagschip werd ondanks zijn veel zwaarder pantsering gedwongen door drie Britsche kruisers zijn toevlucht te zoe ken in een neutrale haven. In de haven aangekomen, had het de keuze tusschen interneering of weer uitvaren om te vech ten en in een slag onder te gaan gelijk de „Rawalpindi", hetgeen eervol zou zijn ge weest. Het koos evenwel een derde alter natief. Het liep uit, niet om te vechten, doch bracht zichzelf tot zinken in een vaar geul van een neutralen staat, waar het on derdak had bekomen en hulp op de wijze als het internationale recht voorschrijft. Op dat oogenblik wist het vestzakslagschip, dat de Britsche zware schepen „Renown" en „Ark Royal" zich nog op 1000 mijl af stand bevonden om brandstof in te nemen te Rio. Wat buiten de haven wachtte, waren twee kruisers, de „Ajax" en de „Achilles" met zesduimskanons, welke het naar bin nen hadden gejaagd en de kruiser .Cum berland" met achtduimsgeschut, die was aangekomen ter vervanging van de bescha digde Exeter". De Britsche verliezen zijn niet licht- geweest. Het kan geen kwaad thans te verklaren, dat twee van de vier geschuttorens van de „Ajax" waren neergehaald, terwijl de „Exe ter" 40 tot 50 malen werd getroffen, in vele gevallen door granaten, die drie keer het gewicht hadden van die welke hij te rug kon vuren. Drie van de achtduimskanons werden vernield. Er waren bijna honderd slacht offers aan boord, voor het meerendeel doo- den. Een zesduizend tons kruiser werd door een torpedo getroffen, een tweede kruiser van dezelfde tonnage door twee torpedo's. Deze kruisers kunnen misschien thuis ko men, doch voor een is dat allesbehalve ze ker. Wanneer zij thuis zullen komen, zul len zij vele maanden buiten actie moeten Naar wij vernemen, zal H.M. de Konin gin voor een aanmerkelijk bedrag deel nemen in de nieuwe staatsleening. iliillIHlltutll»-i illllillllslliiillllii'liitEli'iilil: s Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. J 19). Malpas keek neer op den man in de ver- dachtenbank met een kwiek knikje van zijn hoofd, dat hem iets van een gevogeltje deed weghebben. „Een verdediger?" „Nee", zei Christopher Vayle. Mapas trok zijn wenkbrauwen op en sperde zijn kleine bruine oogjes zoo wijd mogelijk open. „Waarom niet?" „Ik heb de mij te laste gelegde feiten be kend. Ik achtte het dus niet noodig mij te laten verdedigen". „H'm!" gromde Malpas. De getuigen werden nu opgeroepen. De eerste agent van politie Patrick Dorney van de X. L. Divisie, verklaarde, dat op den vroegen morgen van den 9den Juni om on geveer kwart over twee een man op hem toegekomen was, namelijk dezelfde man, die thans in de bank der verdachten zat. Verdachte had toen allerlei onzinnige din gen gezegd. Agent Patrick Dorney had hem toen verzocht door te loopen. Dit was alles wat agent Dorney zich nog kon herinneren tot hij eenige minuten later weer tot be wustzijn kwam met een kaak, die zoo pijnlijk was, dat hij eerst bang was, dat die gebroken was en merkte dat zijn helm gestolen was. Op een vraag van den magi straat verklaarde agent Dorney, dat van al den onzin, dien verdachte uitgekraamd had, hij zich nog positief herinnerde, dat verdachte ook over helmen gesproken had. £)e vrouw moet het gewone leven Verdachte had zooiets gezegd, dat hij die versmaden; zij moet er niet bui ten of boven willen staan, maar zij noodig had voor drinkbekers lijks. „Was hij beschonken?" snauwde Malpas. Agent Patrick Dorney aarzelde. „•Was hij beschonken?" „Oogenschijnlijk niet", antwoordde agent Dorney en mocht toen weer gaan zitten. „Getuige Nicholas Revel!" De heer Nicholas Revel1, smaakvol en koel gekleed in een allerlichtst grijs cos- tuum en allerfrischt blauw overhemd, zat daar zoo correct en rustig in de bank der getuigen, dat het net was, of hij de tempe ratuur in de zaal eenige graden deed zak ken wat opzichzelf reeds een weldaad was. In antwoord op de hem gestelde vragen gaf de heer Revel een adres in Knights- bridge op, beaamde financieel onafhanke lijk te zijn en verklaarde, dat hij op den nacht van den 8en Juni een partijtje ten huize van een zijner vrienden bijgewoond had, namelijk in Clarges Street. Om half drie den volgenden morgen was hij daar weggegaan en had een taxi genomen. In Fothergill Street, recht tegenover den ingang van Clarendon Passage, doch aan den anderen kant van de straat, had de chauffeur moeten stoppen om zijn motor na te kijken. Meneer Revel, die uit het raamp je van de taxi keek, had toen opgemerkt hoe een man, dien hij als den beklaagde identificeerde, uit Clarandort Passage kwam rechts afsloeg en vervolgens vlug wegliep. De ongewoon forsche verschijning van be klaagde had zijn aandacht getrokken, als mede het feit, dat hij in avondkleeding, doch zonder hoed of overjas was. Niet we'nig verbaasd had hij ook gezien, dat beklaagde- twee politiehelmen bij zich had. Even later, juist voordat de taxi weerreed, had de heer Revel een politieagent zonder helm uit Cla- moet het veredelen, verhoogen, dan wordt het vanzelf minder plat en pro- zaïsch. rendon Passage zien komen. Hij liep eenigs- zins onzeker en keek links en rechts Fothergill Street af. Meneer Revel had nog een oogenblik in tweestrijd gestaan, om den agent te vragen, of hij ook misschien hulp noodig had. Daar evenwel de agent, die de taxi beslist gezien moest hebben, niet om assistentie verzocht had, was het dus logisch te veronderstellen, dat hij die dan ook niet noodig had. De chauffeur, die inmiddels met zijn gemorrel aan den motor klaar was gekomen, was toen weer ingestapt en ver der gereden. De heer Revel daalde van de getuigen bank af en stapte toen doodbedaard naar een van de stoelen, welke in een rij achter de perstafel stonden! De volgende getuige was Joseph Palmer, e'genaar en bestuurder van huurauto GH 4838 (rijbewijs Nr BK 41872). Joseph Pal mer bevestigde met een schat van bijzon derheden en met humor de verklaringen van den heer, die op den morgen van den 9den Juni zijn „vrachtje" geweest was en mocht, toen hij aan het eind van zijn ver haal gekomen was meteen de rechtzaal ver laten. Malpas leunde met de armen over elkaar geslagen op zijn tafel en keek den man in de verdachtenbank vlak in het gezicht. „Nog iets te zeggen?" vroeg Malpas. „Ja", antwoordde Christopher Vayle met een vaste, volmaakt beheerschte stem, die echter toonloos en valk klonk. De regeeringspersdienst meldt: De minister van defensie heeft bepaald, dat de kostwinnersvergoeding, die is vastge steld op het steunbedrag, hetwelk een dienstplichtige als ondersteunde werklooze vóór zijn opkomst laatstelijk genoot, in de week van 1823 December 1939 wordt ver hoogd met het bedrag, dat de dienstplich tige dit jaar als Kerstgave vermoedelijk zou hebben genoten, indien hij niet in werkelij- ken dienst zou zijn geweest. Omstreeks half vijf gistermiddag zijn twe militairen van ongeveer dertigjarigen leef tijd, P. de Winter en M. de Wilde beiden vonende te Gaasterland en gedetacheerd te Ossesluis (Dr.) bij het schaatsenrijden op de Hoogeveenschevaart aldaar door het ijs ge- 7.akt en verdronken. Onmiddellijk stelde de sluiswachter po gingen in het werk om de drenkelingen op 'iet droge te krijgen, waarbij hij gebruik naakte van een ladder. Na eenigen tijd ge- 'ukte het hem de militairen uit het water e halen, doch de levensgeesten waren toen -eeds geweken. Het stoffelijk overschot der beide mannen -•erd later naar het gemeentehuis van De Wijk overgebracht. De W. was gehuwd en iad twee kinderen. De 25-jarige landarbeider J. Raggers uit iteggerda is bij het schaatsenrijden op de Gekanaliseerde rivier de Linde door het ijs Tezakt en verdronken. R. laat een vrouw en twee kinderen ach ter. Te Boornzwaag (Fr.) is gisteren een 25- 'arige veehouder, die op de Langstaarten mei aan het schaatsenrijden was, in eer •ak gereden en verdronken. De dertigjarige arbeider K. Reitsma uit lenker (Fr.) is g'stermiddag bij het schaat enrijden op de Ringvaart ter hoogte van dr werkverschaffing Buiten veld onder Veen- •ouden in een wak terecht gekomen en •erdronken. Uit overweging, dat het wenschelijk is •■en onderzoek in te stellen naar de vraag ->f de bepalingen van de gemeentewet er mdere voorschriften met betrekking tot ie handhaving van de openbare orde vol ioen aan de eischen, welke te dien aan dien dienen te worden gesteld en in het bij zonder ook, of zij wel, in het belang van eer uiste regeling van bevoegdheden en ver houdingen, voldoende scherp tot uitdruk king brengen de voor de bestuursorganer weggelegde taak, hebben de ministers var binnenlandsche zaken en van justitie een commissie benoemd, aan' welke dit onder zoek wordt opgedragen, met verzoek dien aangaande rapport uit te brengen, onder bijvoeging zoo noodig van voorstellen tot wijziging of aanvulling van de desbetreffen de wettelijke voorschriften. Tot voorzitter dezer commissie is benoemd de minister van staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karne- beek, Commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland. blijven. Intusschen heeft de geheele Duitsche vloot iedere onderneming opgegeven. Een belangrijk deel der totale Duitsche kruiser sterkte is tot zinken gebracht of buiten actie gesteld. Cantillon, de minister van buitenlandsche zaken van Argentinië, heeft verklaard, dat hij vandaag een nota zal publiceeren, welke 21 landen gezamenlijk zullen zenden aan de oorlogvoerenden land. Deze nota protesteert tegen de schending der maritieme neutraliteitszone, welke door de conferentie van Panama is vastgesteld. De nota is "opgesteld door den minister van buitenlandsche zaken van Argentinië. Zij heeft de goedkeuring ontvangen van verscheidene Amerikaansche staten. De nota geeft een vastberaden uiteenzet ting van de ontevredenheid, welke gewekt is door het jongste zeegevecht in de Zuid- Amerikaansche wateren. De „declaratie van Panama", welke in October j.l. is aangenomen op de pan-Ame- rikaansche conferentie, heeft een driehon derd mijls-veiligheidszone rond Amerika vastgesteld. De minister van buitenlandsche zaken der Ver. Staten Huil heeft gezegd, dat, indien de Europeesche oorlogvoerenden binnen de ze zone tot vijandelijkheden zouden over gaan, de 21 republieken in conferentie zou den bijeenkomen, om te bepalen welke actie zjj zullen ondernemen. N.V. KONINKLIJKE NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO (Ingez. Med.) „En dat is „De eerste getuige had het mis. Hij gaf min of meer te kennen, dat ik niet be schonken was. Welnu, ik was beschonken. Ik was ongeveer tien dagen lang dronken geweest. Ik zeg dit niet bij wijze van ex cuus. Het is alleen maar als een verklaring bedoeld. Ik veronderstel, dat het eerder een verzwarende omstandigheid is". ,,H'm!" gromde Malpas. Stiltè. „Meer geluk dan verstand gehad!" ze.i Malpas. „Ja", antwoordde Christopher Vayle. „Ik weet wat u bedoelt, doch ik besef ten volle, dat ik de indirecte oorzaak van Beecham's dood ben. Als ik hem dien slag niet gege ven had, zou hij niet Hij zweeg een oogenblik. Jane, die hem met angstige oogen gadesloeg, zag dat hij met de punt van zijn tong zijn kurkdroge lippen bevochtigde. „Als ik hem dien slag niet toegebracht had", zei Christopher nogmaals met een stem, die thans een beetje krachtiger dan daareven kolnk, „zou hij zeer waarschijn lijk in staat geweest zijn zich te verdedigen tegen den man, die hem vermoordde. Mo gelijk had hij hem zelfs kunnen arrestee ren. Als hem dat gelukt was „Juist! Dan zouden ook die andere moor den misschien niet gepleegd zijn!" gromde Malpas „Zoo is hetWel, jongeman, ik veroordeel u tot(hier volgde de welbekende Malpasiaansche paar seconden pauze voor de u'tspraak) „twee honderd pond boete, benevens veertien dagen dwang arbeid subsidiair vijf honderd pond". „Ik neem de twee honderd pond en de veertien dagen", zei Christopher Vayle, wiens jaarlijksche inkomen dertig duizend pond bedroeg. „Volgende zaak", zei Malpas. De stilte, waarin de twee stemmen de eene effen, toonloos en diep, de andere scherp, hoog en duidelijk weerklonken hadden als neervallende kiëzelsteenen in een welput, werd nu totaal verbroken. Twee of drie sn'kken zwollen aan tot een ge dempt gemompel. Het gedempte gemompel zwol aan tot een luid gegons van ettelijke stemmen, dat al spoedig overging in een oorverdoovend rumoer. En terwijl Jane zich met moeite een weg door de naar buiten drommende menigte probeerde te banen, hoorde zij den voorzitter luid hameren en stemmen roepen, dat de zaal ontruimd moest worden. Zij gaf den strijd op en liet zich door deu stroom meenemen. Haar oogen stonden vol heete, brandende tranen, die zij met geweld inhield. II. De schuifelende menschenmenigte voor,, Jane uit werd plotsel'ng dunner. Zij voelde hef heete zonlicht in haar gezicht schijnen. Het felle zonlicht deed haar toch al bran dende oogen zeer en voor een oogenblik sloot zij ze. Toen zij haar oogen weer open deed, hervond zij zichzelf in een smalle straat, waar zij nog nooit eerder geweest was. Dit steegje want meer was het niet liep zoowaar langs het gerechtsgebouw en vormde de verbinding tusschen twee hoofdstraten. Langs 't trottoir, vlak tegen over de deur, waar zijn uitgekomen was stond een auto, een lange, grijze copé. Jane sloot nogmaals- haar oogen en voelde op hetzelfde oogenblik een tikje op haar arm. Met een schrik keek zij op. „O!" zei Jane. Zij keek in de oogen van Nicholas Revel, die met den hoed in de hand naast haar' stond. Hij glimlachte (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5