EEN BETERE STEMMING TER BEURZE Dampo bij Hoofd- Neus- Keel- en Borstverkoudheid TEGEN DEWETf DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN ZATERDAG 16 DECEMBER 1939. No. 297. Indrukken van de nieuwe staatsleening. Gunstige gevol gen verwacht van de Britsch-Fransche financieele overeen komst. Hoogere goederenprijzen en andere gunstige verschijnselen. Een millioen sigaretten voor de militairen. Verzachting van de controle op onzen export naar Indië? Belgische paspoorten van vóór 11 October zijn ongeldig. HANDELSBESPREKINGEN TUSSCHEN DUITSCHLAND EN NEDERLAND, Wonderlijk zooals dat helpt zoowel^bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apoth. en Drog Financieel economisch weekoverzicht. Ter beurze is men reeds lang de meening toegedaan, dat de koersen der voornaamste fondsen zich op een niveau bewegen, dat uit een oogpunt van rendement niet onaan trekkelijk kan worden genoemd, doch men beseft tevens, dat het uitblijven van nieuwe kooplust tot nu toe uitsluitend het gevolg is geweest van de overweging bij het pu- bl.ek, dat het fondsenbezit in verband met de onzekere politieke verhoudingen bijzonde re risico's biedt. Ook realiseert men zich ter dege, dat in verband met de lichte stijging van den rentestand, die zich sedert het uit breken van den oorlog heeft voorgedaan, thans een andere maatstaf wordt aangelegd wat betreft het vereischte rendement dan tevoren het geval was. Met dit al dringt het soms toch duidelij ker tot den belegger door, dat ook het vlot tend houden van kapitaal groote nadeelen oplevert en dat het bezit van aandeelen in verband met den tegenwoordigen gang van zaken in de meeste takken van bedrijf toch ook weer goede kansen oplevert in geval de koopkracht van het geld als gevolg van de prijsstijging der goederen in de toekomst verder mocht dalen. Op deze overwegingen en tevens in verband met de betere stem ming, die in New York viel waar te nemen zijn de koersen de laatste week over de geheele linie gestegen en daarbij heeft men vooral belangstelling getoond voor Indische fondsen, ten deele op de overweging, dat Indië ver verwijderd is van het oorlogstoo- neel, ten deele ook omdat de prijzen voor de cultuurproducten sedert het begin van den oorlog een niet onbelangrijke verbetering hebben te zien gegeven. Het Rjjk heeft althans het voordeel, dat de zoo juist aangekondigde nieuwe staats leening op een tijdstip komt, waarop de beurs niet bepaald pessimistisch gestemd is. Voor het slagen van de leening is dit onge twijfeld een factor van beteekenis. Overi gens leggen natuurlijk de voorwaarden te gen welke de leening wordt uitgegeven, het meeste gewicht in de schaal. Men kan over het algemeen zeggen, dat het geringe ani mo, dat beleggers sinds geruimen tijd too- nen om obligaties te koopen, voor een be langrijk deel voortspruit uit de vrees, dat bij een stijging van den rentevoet een koers daling voor de uitstaande leeningen zal in treden, waardoor dus kapitaalverlies zou worden geleden. Het is waarschijnlijk uit deze overweging, dat de Minister voor de nieuwe leening een vorm gekozen heeft, waardoor een grootere zekerheid zal wor den verkregen, dat de koers niet sterk zal terugloopen. Deze zekerheid heeft Minister De Geer meenen te bereiken door aan de leeningsvoorwaarden de faciliteit te verbin den, dat de obligaties zullen kunnen wor den gebruikt tot betaling van de Vermo gens- en Verdedigingsbelasting I. Zoodra dus de koers van deze obligaties slechts een zou dalen beneden den koers van uit gifte dan brengt het voor de aangeslagenen in de Vermogensbelasting onmiddellijk voor deel mee om deze stukken voor betaling van hun belasting aan te koopen. Maar ook het direct inschrijven is voor de bedoelde categorie beleggers aantrekkelijk. Er zul len ongetwijfeld vele aangeslagenen in de Vermogensbelasting zijn, die bereid zijn om voor 5 jaar vooruit zich van zóóveel obli gaties te voorzien, dat hiermede gedurende dezen termijn de belasting ten volle kan worden voldaan. Immers zoolang zij de ter mijnen nog niet behoeven af te dragen, ma ken zij 4 rente van het geld, terwijl zij er anders op korten termijn een lagere rente vergoeding er voor zouden hebben ontvan gen. Op deze gronden is het dan ook te ver wachten, dat bij deze categorie van beleg gers redelijk belangstelling voor de leening zal bestaan. Tot zoover hebben wij de zaak bezien van het standpunt van beleggers. Er is ook nog een keerzijde en wel de consequenties uit het oogpunt van staatsfinanciering. Indien wij ons laten leiden door overwegingen van conservatief financieel beleid, dan is het een eenigszins zonderlinge figuur, dat met geen mogelijkheid vooruit kan worden ge zegd, welken looptijd deze leening zal heb ben. Formeel heet het dat de looptijd 40 jaar zal zijn, doch zooals in het prospectus wordt opgemerkt, zal deze waarschijnlijk veel korter worden, naarmate er meer obli gaties worden gebruikt tot betaling van de hierboven gemelde belasting. Indien men in aanmerking neemt, dat de opbrengst van de bedoelde belasting met in begrip van de opcenten waarschijnlijk tus- schen 40 a 50 millioen ligt, dan bestaat dus de mogelijkheid, dat de leening reeds in een periode van 8a 9 jaar geheel zal zijn terugbetaald. Van terugbetaling in den ge wonen zin is hier evenwel geen sprake. Slechts van een derving van de inkomsten der genoemde belastingen. De Minister zou dus op korten termijn nieuwe bronnen van inkomsten moeten aanwijzen, die tot dek king van deze leening en dus ter vervan ging van de opbrengst der Vermogens- en Verdedigingsbelasting zouden kunnen die nen. Tot nu toe heeft er nog geen aankon diging plaats gehad, op welke wijze de Mi nister zich voorstelt deze dekking te finan cieren. Terwijl de opbrengst van de leening dient tot consolidatie van de vlottende schuld, die sedert het begin van den oor log met 230 millioen is gestegen, zou het, indien niet spoedig nieuwe belastingen wor den geheven, erop neerkomen, dat binnen korten tijd opnieuw vlottende schuld zou moeten worden aangegaan. Daarom lijkt ons de franje van de belastingfaciliteit in deze leeningsopperatie een weinig aantrek kelijke figuur. De gunstige stemming, die op de beurs is gebleken, houdt wellicht ook ten deele verband met de opvatting, dat de zoo juist gesloten Britsch-Fransche overeenkomst tot nauwe samenwerking op economisch en fi nancieel gebied in het algemeen een goede uitwerking zal hebben. In de eerste plaats zal een grootere stabiliteit van de Britsche en Fransche valuta's daarvan een gevolg zijn. Naar men weet, ligt het in de bedoe ling, dat alle aankoopen van de Geallieer den gezamenlijk zullen worden uitgevoerd en dat de kosten ook gezamenlijk zullen wor den gedragen in de verhouding van 60 voor Engeland en 40 voor Frankrijk. On derlinge verrekening zal niet meer plaats vinden door goud en deviezen. De eindafre kening zal eerst op een later tijdstip wor den doorgevoerd. Er zal een vaste verhou ding worden gehandhaafd tusschen het Pont Sterling en den Franschen frank en wel 176 franken in het pond. Ook ten op zichte van den dollar en het goud zal de gesloten overeenkomst waarschijnlijk een versterking van de positie van beide landen beteekenen. De mogelijkheid bestaat zelfs, dat hierdoor minder behoefte zal worden gevoeld, om, zooals den laatsten tijd reeds herhaaldelijk is geschied omvangrijke be dragen aan Britsch en Fransch buiten- landsch fondsenbezit, hetzij in Amerika of in Amsterdam te realiseeren. Als gevolg daarvan zou het aanbod van die zijden in de toekomst eenigermate kunnen vermin deren. Bij voorbaat werkt dit gunstig op de markt in. In hoeverre deze opvatting juist is, zal natuurlijk nog moeten worden afge wacht. Overigens hebben ook de hoogere goede renprijzen een stimuleerende uitwerking op de New Yorksche en Amsterdamsche beur zen gehad. Hoewel het niveau der goede renprijzen zich onmiddellijk na het uitbre ken van den oorlog had hersteld, is er daar na een tijdperk van betrekkelijke stabiliteit gevolgd, dat eerst de laatste dagen is af gewisseld door een nieuwe stijging, waar door de prijzen zich thans op het hoogste niveau bewegen, dat in het loopende jaar is voorgekomen. De Indische producenten maken op het oogenblik, zooals wij reeds eerder hebben te kennen gegeven, zeer winstgevende prij zen en voor het loopende jaar worden al gemeen hooge dividenden verwacht. De vooruitzichten voor het volgende jaar ziin veel gunstiger, omdat dan ten volle zal worden geprofiteerd van het nieuwe sterk verhoogde uitvoerpercentage en bovendien nog van de verhoogde exportquota's. Die quota's worden nl. ieder jaar vastgesteld en daarbij wordt rekening gehouden met de natuurlijke uitbreiding van de verschillende aanplanten. Rubberaandeelen verbeterden over de geheele linie in koers en waren vast. Ook in den tabakshoek was de stem ming thans vaster, waarschijnlijk in ver band met de berichten, dat de oude voorra den den laatsten tijd door sterk verhoogde vraag zijn opgeruimd en dat ook voor min derwaardige kwaliteiten redelijke prijzen werden gemaakt. De suikercultuur verkeert eveneens in een gunstige positie, waarop wij reeds in het vorig overzicht de aandacht hebben ge vestigd. Verdere groote afdoeningen wer den niet gemeld, maar daar men reeds met verkoopen uit den nieuwen oogst is begon nen en de prijzen in de tweedehand zich goed kunnen handhaven, wordt er niet aan getwijfeld, dat de geheele oogst vlot zal worden afgezet, zulks temeer omdat het afzetgebied in het Verre Oosten is gelegen, zoodat verscheping van het product geen onoverkomelijke bezwaren kan opleveren. Over den toestand in de scheepvaart is men geruimen tijd weinig optimistisch ge stemd geweest en als gevolg daarvan bewo gen de koersen zich op een uiterst laag ni veau. Daarop is thans een redres gevolgd op de overweging, dat ondanks de vele moei lijkheden de inkomsten thans toch wel be vredigend zijn. Dagelijks ervaart men, dat de beschikbare scheepsruimte in de wereld vermindert tengevolge van torpedeeringen en mijnontploffingen en het is te voorzien, dat er dus na den oorlog een tijdperk zal intreden, dat voor de scheepvaart, indien al le belemmeringen zijn opgeheven, zeer winstgevend beloofd te worden. In verband met deze vooruitzichten heeft de Neder- landsche Scheepsbouw Mij. voorbereidingen getroffen tot uitbreiding van haar werf, waarbij een helling zal worden ingericht tot het bouwen van zeer groote schepen. De kosten van deze uitbreiding worden ruw berekend, geschat op 1.4 millioen. Het heeft in financieele kringen niet ontbroken aan critiek op deze expansie-politiek, om dat door deze maatschappij dezelfde metho de is gevolgd in den wereldoorlog, toen deze uitbreiding gepaard moest gaan met aan zienlijke kapitaalverhoogingen, terwijl later bleek, dat zulke investeeringen op den duur niet loonend waren. Het ligt dus voor de hand, dat men in kringen van aandeelhou ders vreest voor een herhaling van zulk een teleurstelling. Wat den toestand in Amerika betreft, bljjven de berichten meerendeels gunstig luiden, al viel er in de staalnijverheid een lichte vermindering van nieuwe bestellin gen waar te nemen. De onuitgevoerde or ders zijn echter zoo omvangrijk, dat de be drijvigheid op hetzelfde niveau kan worden gehandhaafd. Er hebben schattingen plaats gehad over de totale winsten in de Ameri- kaansche industrie en de cijfers hebben aan getoond, dat naar alle waarschijnlijkheid de winsten over 1939 die van 1938 met ca. 70 zullen overtreffen. De vliegtuigindustrie maakt natuurlijk een boomtijd door, doch hieraan is het gevaar verbonden van een scherpen terugslag na den oorlog, zoodat deze aandeelen als uiterst speculatief moe ten worden beschouwd. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 3—3% Nederland 1938 84%, 84%, 84. Koloniale Bank 157%, 165%. Unilever 92%,94%, 91%, 93% Philips 125%, 127%, 124%, 128% U. S. Steel 47%,51 5/16 Kon. Petroleum 246%, 244, 250%. Amsterdam Rubber 187, 204. H. V. A. 389, 393%, 388, 402, 401% Deli Batavia Mij. 112, 110%, 119. Deli Mij. 156%, 155, 161%. Een bekende sigarettenfabriek te Eind hoven heeft voor de gemobiliseerden een millioen sigaretten disponibel gesteld. Deze sigaretten zullen bij wijze van Kerst verrassing, op de stations worden uitge reikt. o Naar Reuter uit Londen mededeelt, zjjn tusschen Engeland en Frankrijk besprekin gen gaande om verlichting te brengen in de contrabande-controle ten aanzien van den export van Nederland en België naar hun koloniale bezittingen. o Het consulaat-generaal van België te Amsterdam brengt ter kennis van de Belgi sche onderdanen in Nederland, dat alle pas poorten, afgegeven voor 11 Oct. 1939, on geldig zijn verklaard, met uitzondering van die, welke zich in handen bevinden van zeelieden en Rijnschippers. Houders van de ongeldig verklaarde paspoorten, die zich op reis willen begeven, worden verzocht zich bjj de bevoegde consulaire ambtenaren aan te melden. o Een Nederlandsche delegatie, onder lei ding van den directeur-generaal voor han del en nijverheid dr H. M. Hirschfeld, is naar Berlijn vertrokken om met de Duit- sche regeering besprekingen te voeren over economische onderwerpen. TIngez. Meded.) ook de Hnscne tioepen mascn gebruik van ae goede diensten der voor militaire doeleinden afgerichte honden. Een der viervoeters krijgt een depêche, om over te brengen ctensiijd voor de f-.nsche troepen. - De Lottas, de leden der Finsche vrouwelijke hulpdiensten, beijveren zich, om de manschappen te bedienen ...-„iius,..na H Naar het Engelsch van I MARTIN TORLOCK. 8|l!ll?llll!ll!HHIIIIIIIIIIIIIIIH!Illlllinillll"!!IIHIII!llllllll!!l!llllllllllllllll!l!lllllllllP 17). In de vroege morgenuren van den 9den Juni echter werd in Mayfair, voor den in gang van Clarendon Passage, het lijk van den agent Henry Beecham gevonden. De pers had, zooals wij weten, veel aandacht aan dit sensationeele geval besteed. Niet alleen was er een agent tijdens het uit oefenen van zijn functie vermoord, doch de dader bleek een wijd en zijd bekende en zeer populaire persoonlijkheid te zqn, na melijk niemand minder dan sir Christopher Llewellyn De'ath Vayle, vierde baronet. Op den avond van den lOden Juni evenwel, werd door Scotland Yard een officieel com muniqué gepubliceerd, dat hier op neer kwam, dat nu nieuwe getuigenverklaringen de beschuldiging van moord tegen sir Christopher Vayle ingetrokken was en dat deze nu wegens aanranding van de politie, waarvoor hij nog zou moeten terechtstaan, in verzekerde bewaring gehouden werd. Op den morgen van den llden Juni blikte commissaris Connor van de crimineele re cherche over een stapel kranten een colle ga aan en merkte droefgeestig op, dat on getwijfeld de hel los gebroken moest zijn. Want de heele pers, die zich de voortzet ting van de Vayle-sensatie had zien ont gaan, wierp z;ch nu als een hond op de gebeenten van de twee vermoorden agen ten. Hoe was die zaak van brigadier Guil- foil aangepakt? Hoe zou de zaak van agent Beecham aangepakt worden? Wat waren die belangrijke aanwijzingen? Waar moet dat heen met het land? Als de „handha vers der openbare orde" zélf niet veilig wa ren, was „openbare orde" maar een holle klank. Hoe kon de eer en het aanzien van de wet hooggehouden worden door diena ren, die niet eens de misdadigers jegens hen zélf te pakken konden krijgen? Wat man keerde er toch aan Scotland Yard? En zoo voort en zoo voort. Doch wat het publiek en de politie in hun zalige onwetendheid voor een storm hielden, zou nog geen twee uur later slechts een onbeteekenend briesje blijken te zjjn in vergelijking met wat hun nog te wachten stond. Want op den llden Juni bevatten de mid dag-edities van de kranten het door de au toriteiten slechts noode verstrekte nieuws, dat den vorigen nacht in Fortescue Street voor het huis van een buitenlandsehen ambassadeur het lijk was gevonden van den door messteken vermoorden agent Thomas Franklin II. Op den avond van den 17den Juni, om vijf minuten over elf, vond Cathleen Storey van Nr. 8 Piatt's Villas, Fulham, het in el kaar gezakte lichaam van Edward Storey, dat onderaan de stoep van zijn eigen huis lag. Edward Storey was haar man. Hij was ook, ofschoon pas zeven en dertig jaar oud, de man, die naar het oordeel van al zijn collega's de beste kansen had om, bij de eerstvolgende vacature in de A. X. Divisie, tot inspecteur der hoofdstelijke politie be noemd te worden. Brigadier Storey was ge dood door een slag tegen zjjn rug. Voor de experts, die zijn lichaam later schouwden leed het geen twijfel, dat de slag met een zak zand toegebracht was. Vele menschen zijn als brandnetels: raakt men ze zachtjes aan, dan bran den zij; pakt men ze flink beet, dan zijn zij machteloos. 1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Brigadier Storey's dienst liep om acht uur af. Zijn vrouw verwachtte hem om negen uur op zijn laatst thuis. Tegen tien uur was zjj een beetje ongerust geworden, doch maar een beetje, want de vrouw van een politie agent wordt niet zoo gauw benauwd, wan neer haar gemaal zich niet al te stipt aan de klok houdt. Er kunnen zich zooveel din gen onverwacht voordoen, zei Cathleen Storey bij haar zelf. Arme Cathleen! Tot zij eindelijk, bekropen door een vagen angst, naar buiten ging om uit te kijken en het stoffelijk overschot van Edward Storey aan haar voeten vond. Om half elf stapte sir Hector Frensham den volgenden morgen in zijn auto, die voor den ingang van Scotland Yard stond. Hij zag er ingevallen en ongeschoren uit. Hij was sinds den vorigen dag elf uur niet meer thuis geweest. Om tien uur veertig belde Nicholas Revel het nummer van nrss Jane Frensham op en hoorde dat zjj net uitgegaan was. Om tien uur vijf en veertig verscheen dien morgen lord Otterworth in zijn kolossale kamer op de vierde verdieping van Otter worth House. Hij sprak de zeven redac teuren van zijn krant toe, die hij zelf in ver gadering bijeengeroepen had. Om elf uur dien morgen nam de heer Eustace Fauntwell van 18 The Grove, Aca cia Avenue, Balham, S.E., pen en papier om een brief aan den redacteur van de Mor ning Standaard te schrijven. „Geachte Heer", begon de heer Faunt well. „Is het niet tijd, dat er drastische maatregelen genomen worden om nieuw le ven te blazen in een politie-corps, dat door de droeve gebeurtenissen van de laatste paar weken blijk gegeven heeft aftandsch en waardeloos te zijn?" Om tien uur dertig dien morgen zagen de vader en moeder van Thomas Franklin ex-nummer X.L. 2146 van de hoofdstede lijke politie, de kist met het stoffelijk over schot van hun zoon in een versch gegraven grafkuil wegzinken. Om twaalf uur dien dag ontving de mi nister van binnenlandsche zaken van zijn oudsten particulieren secretaris de groene foliovellen, waarop de parlementaire vra gen voor deze dag getikt waren. „Mijn hemel!" riep de minister uit en bestudeerde de vele bladen. Er waren drie maal zooveel vragen als anders en negen tig procent daarvan hadden betrekking op hetzelfde onderwerp. „Wilt u kolonel Eckersleigh zeggen, dat ik door dringende bezigheden verhinderd ben vandaag de par- lementszitting bij te wonen? Ik zou hem erg dankbaar zijn, als hü de vragen voor mij wilde beantwoorden", zei de minister van binnenlandsche' zaken. Om één uur 's middags een kwartier vroeger dan gewoonlijk liepen dien dag de krantenjongens met een speciale extra editie van de Evening Express. In plaats van kopregels, artikelen en foto's was op de voorpagina alleen maar een reusachtige letter X afgedrukt, welke tegen den wit ten, onbedrukten achtergrond een brutalen, men zou haast zeggen agressieven indruk maakte. Om één uur dertig dien dag zat sir Hec tor Frensham aan het hoofd van "een lange tafe.l Aan weerszijden van die tafel zaten acht mannen. De zeventien mannen hadden daar al ruim een uur gezeten en het had er allen schijn van, dat zij er over ruim een uur nog wel zouden zitten. Om drie uur (Engelsche zomertijd) dien dag ging de nieuws-redacteur van de New York Cornet niet zuinig te keer tegen twee van zijn assistent-redacteuren. „Allemachtig!" raasde hij. „Het lijkt wel of die madame Rosenbluhm de voorpagina gekocht heeft! Gooi haar d'r uit! En vraag me alsjeblieft niet wat er voor haar in de plaats moet komen! Weten jullie dan niet wat er in de wereld te koop is? Of zijn jullie misschien al dood? Er is een landje, dat Engeland heet, en een gehuchtje, dat Londen heet. Weten jullie waarmee zij daar in Londen aan den gang zijn? Zij zijn daar smerissen aan het mollen bij hon derden! Vooruit! Aan den slag!" Om tien uur dien avond wenschte agent Percy Batey zijn collega Frederick Rogers, die hem juist afgelost had, goeden nacht. Om den hoek hoorden zij de wegstervende voetstappen van den brigadier en de twee andere aflossers, die hij ging u'tzetten. „Nou, goeie nacht, Fred", zei Batey. „Ta- bé, hoor!" groette Rogers terug. „Pas maar goed op voor den Boeman!" waarschuwde Batey. Rogers lachte. „O, da's dik in orde, hoor", antwoordde hij. „Ik houd mijn vingers over elkaar gekruist en daar kan-ie niet tegen, weet je?" Om elf uur dertig dien avond zaten twee mannen, die elkaar overigens niet kenden, samen te praten in de cocktailbar van Al sace Hotel. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 9