KRONIEK VAN DEN DA6
B.hd.
TEGEN DE WET]
De Finnen zijn een moedig en
zelfbeheerscht volk.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 15 DECEMBER 1939.
No. 296.
Italië overstag?
RUSSISCHE LUCHTAANVAL OP HELSINKI.
Vrouwen en kinderen met
mitrailleurkogels gedood.
N DOENINGEN
Een centrale levensmiddelen-
distributieraad ingesteld.
Gezonde voeten met
Chloorgas doodde 61 personen.
Wol-
'écos-
warm,
irkou-
„De
Mbg.
ver-
Be-
Mid-
In het communiqué, dat een dezer dagen
na de vergadering van den Grooten Fas-
cistischen Raad te Rome, werd gepubli
ceerd, heeft de Italiaansche regeering nog
eens weer laten weten, dat Italië trouw
blijft aan de „aspolitiek", aan het verbond
met Duitschland dus. Het schijnt dat dit
hier en daar eenige verbazing heeft gewekt,
bij diegenen dan, die meenden, dat Italië
reeds zou zijn omgezwaaid, nademaal
Duitschland teveel met Rusland is gaan
aanpappen.
Wij hebben onlangs te dezer plaatse nog
tegen deze opvatting gewaarschuwd. Italië,
zoo schreven we, zal inderdaad moeilijk
enthousiast kunnen zijn over de ontwikke
ling der politieke zaken in ons werelddeel,
maar dat beteekent geenszins, dat het nu
maar zonder meer naar Frankrijk en En
geland overloopt. De fascistische regeering
bedrijft immers „realistische" politiek, het
geen wil zeggen, dat zij louter en alleen
uitgaat van de Italiaansche belangen, bij al
les wat ze onderneemt. Op dit oogenblik nu
is het voor Italië verweg het voordeeligst,
om twee ijzers in het vuur te houden. Mis
schien voelt men er te Rome principieel wel
iets voor, om te eeniger tijd overstag te
gaan. Echter dan zal men eenige zekerheid
moeten hebben, dat daaruit voordeelen
kunnen voortvloeien, in overeenstemming
met de aspiraties van toonaangevende Mid-
dellandsche-zee-mogendheid, waaraan ten
aanhoore van een op temperatuur gebrach
te Kamer al meermalen uiting is gegeven.
Dat deze aspiraties onverminderd worden
gehandhaafd, heeft Virginio Gayda, de
journalistieke spreekbuis des Duces deze
week nog eens verkondigd in zijn rede
voor de studeerende jeugd. Een nieuw
Europa, dat het „Europa van Versailles"
zou moeten vervangen, kan z.i. slechts wor
den opgebouwd, als men Rome's eischen in
willigt. Op 't oogenblik is de situatie zoo,
dat de toegangen tot de zee, welke het Ita
liaansche leven beheerscht, in handen zijn
van Groot-Brittannië, tegenwoordig na
het pact van Ankara zelfs de Dardanel-
len incluis. Frankrijk en Spanje hebben
nog directe verbinding met den Atlanti-
schen Oceaan, maar Italië zit gevangen.
Daar 't echter een wereldmogendheid is,
moet men het een uitweg uit de Middel-
landsche Zee afstaan. Gelden deze deside
rata voornamelijk Engeland, ook Frankrijk
dient offers te brengen. Tusschen de bevol
king van 't moederland en die der Italiaan
sche koloniën bestaat, volgens Gayda, een
wanverhouding en de steeds talrijker Itali
anen daarginds moeten land krijgen toege
wezen. Herziening van het koloniale
systeem is noodzakelijk in dien zin, dat de
koloniën overeenkomstig de behoeften van
elke natie worden verdeeldItalië
vraagt dus „levensruimte", wat evenwel
niet wegneemt, dat Gayda het met de Duit-
sche opvatting daaromtrent niet geheel
eens is.
Hij heeft overigens nog eens een soort
liefdesverklaring jegens Donau- en Balkan-
staten afgestoken, welke verklaring te Ber
lijn misschien geen onverdeelde instemming
vindt. Ofschoon men eenerzijds een waar
schuwing aan Rusland's adres, welke Gay
da liet hooren, in de gegeven omstandighe
den wel nuttig zal achten, komt het ander
zijds de Wilhelmstrasse gewenscht voor, op
enkele Midden- en Z. Oost-Europeesche sta
ten druk te blijven uitoefenen. Militair
overleg, dat tusschen Rome en Boedapest
gaande is, moet men wellicht als een tegen
zet beschouwen, welke door geen enkele be
tuiging van onbezweken astrouw uit de we
reld is te helpen.
Van die trouw zal minister Ciano, wan
neer hp morgen de Kamer van fasces en
corporaties toespreekt, voor 't overige wel
opnieuw getuigen. Men stelt een gedétail-
leerd overzicht der Italiaansche politiek in
1939, de redenen voor Italië's niet-meedoen
aan den oorlog en ook eenige opheldering
omtrent zijn besprekingen met Hitier en
Von Ribbentrop in uitzicht. Dit alles kan
zéér belangwekkend zijn, al geldt voor staats
lieden dikwijls nog meer dan voor anderen,
dat woorden dienen om gedachten te ver
bergen.
Een medewerkster van Noorsche
nationaliteit, die thans in Fin
land verblijf houdt en daar deel
uitmaakt van een organisatie tot
steunv er leening aan de burger
bevolking, schrijft ons het vol
gende over haar belevenissen en
het gebeurde in de Finsche
hoofdstad Helsinki tijdens de
eerste dagen van den Russischen
aanval op Finland.
Op den avond na den eersten verschrik-
keljjken dag van den Russichen luchtaan
val hadden eenige van ons opdracht ge
kregen om huisgenooten, die niet langer in
de stad konden blijven, naar den trein
of de bus te helpen Nadat wij de bij een
eventueele gasaanval hoogst noodzakelijke
gummijas en rubberlaarzen aangetrok
ken hadden, controleerden wij eerst nog
of onze zakken voorzien waren volgens
voorschrift: Zaklantaarn met nieuwe bat
terij, snelverbandartikelen, benzine of
brandspiritus, waarmee wij eventueele
spatten van vloeibare gassen op de huid
konden verwijderen, tanninezalf, oogzalf,
veiligheidsbril, gasmasker of een mondver-
band van flanel met houtskoolpoeder bin
nenin, verder watten en een flanelverband
dat op het achterhoofd bevestigd wordt
om mond en neus te beschermen; tenslot
te geld, vulpen, potlood en schrijfblok (om
namen en adressen te kunnen aanteeke-
nen en eventueele berichten van zwaar
verwonden of stervenden) en een boter
ham of een reep chocolade voor het ge
val, dat wij gedwongen werden meerdere
uren in een schuilkelder te vertoeven
Een mes heb ik niet eens genoemd
want ieder, die maar één etmaal in Fin
land vertoeft heeft, heeft het Finsche mes
de zoogenaamde „Pukke" aan ceintuur
hangen Later was een dergelijke weder-
zijdsche controle niet eens meer nóodig;
want nu loopen wij vanzelf altijd rond met
puilende zakken en slecht riekenden gum
milaarzen, die wij zelfs wel eens verge
ten 's nachts uit te trekken
Van de vele buitenlanders, die ik in
deze oorlogsdagen tegengekomen ben. was
er niet een, die gezien of gehoord had,
dat een van Finlands eigen mannen en
vrouwen de zelfbeheersching verloren'
had Er is slechts één opinie hierover: De
Finnen zijn het moedigste, meest zelfbe-
heerschte. volk, dat men zich voorstellen
kan!
Zonder tehuis, misschien zon
der toekomst, maar niet zon
der moed.
Op een van deze avonden was het bit
ter koud en guur; wij liepen door de ge
heel verduisterde stad, waar de schijn van
de vele brandende woningen bloedrood
en zwavelgeel flakkerde over een zwar
te en sterrenlooze hemel Wij liepen over
een tapijt van glasscherven, die bij lede
ren stap knarsten, én wij keken naar
binnen in huizen zonder ramen, maar met
geschroeide, kqjjotte gordijnen, die wap
perden als rou^aandels over de meer of
minder kapotgeschoten muren van de hui
zen
Lang niet allen, die wij in het donkerte
tegen kwamen, waren in uniform; als men
ze niet zag, dan kon men hun schreden in
elk geval hooren. Maar af en toe kwam een
kinderwagen aanrijden op het trottoir.
Een familie, die dien ochtend nog veilig
binnensbuis ';,'as gezeten, omgeven van
alles, wat zij zelt 6ÏS, b.oodig beschouwden
Nu 'gingen zij naar een evdtyatietrein,
die. hun weg zou brengen Zij wistêït.
jïvenmin, waarheen zij gingen, als wat de
toekomst hun brengen zou, of dat zij nog
wel een toekomst tegemoet zouden gaan
Maar zij wisten, dat zij niet den moed
s .l.ili.llilinm.^HM,iliilMul.6imlllli!l!!iiiiiliiliiilj!ij||l!ii. 5g
hadden verloren en dezen ook niet wilden
verliezen.
„Door vijandelijke hand ver
moord."
Wij hebben gestaan bij het stoffelijk
overschot van de vrouwen en kinderen,
die door de Russische vliegers bij hun aan
val op Helsinki werden beschoten, terwijl
zij midden op een plein in een groepje
bijeenstonden, tot ieder van deze angstige
menschen stil lag Op het grijze plaveisel
Toen wij daar stonden en op de dooden
neerzagen, dachten wij aan de woorden,
die- in iedere Zweédsch-Finsche courant
hadden gestaan: „Door vijandelijke hand
vermoord".
De eene van de ^rouwen was zwanger,
en een van de vermoorde kinderen was
een klein, blond jongetje van 4 of 5 jaar
Zij hadden net als alle andere dooden die
uitdrukking van verhevenheid, die het
moeilijk maakt ons voor te stellen, hoe
zij eruitzagen bij het leven. Maar wij
dachten aan hen, die achterbleven en
vooral aan alle Finsche frontsoldaten; aan
al de mannen van de wereld, voor wie
een vrouw en een kind nog heilig en on
aantastbaar zijn!
Hierin ligt het. Met korte woorden kan
men zeggen, waarvoor er gestreden wordt:
Zal de toekomstige wereld geregeerd wor
den door mannen, die de zwakken neer
slaan en zich verbergen voor de sterken?
Of zullen wij het eens worden over het
volgende: Dat zij, die door natuurlijke
oorzaken zwak en weerloos zijn, zoolang
beschermd moeten worden, tot zij zich
zelf kunnen helpen, terwijl de stérkeren
gedwongen zullen worden door menschelij-
ke wetten?
EEN DROEVE ONTMOETING,
Ik ontmoette den man van een dier
vrouwen, de vader van een van de klei
ne kinderen, die vermoord werden door
de Rusfeische mtjirailleursEen stille,
grauwe man in de eenvoudige, grijze uni
form van de Finsche infanterie Hij was
onder de eerste infanteristen, die opge
roepen waren, en op dien dag, toen hij
zoowel vrouw als kind verloor, deed hij
zijn dagelijksche plicht „ergens aan de
grens" Daarginds kreeg hij de tijding en
vanzelfsprekend aanbo'd voor verlof, op
dat hij onmiddellijk naar huis zou kunnen
gaan Maar dit kon hij niet over zijn hart
krijgen. Ik begrijp, dat hij het niet kon
verdragen het laatste te verliezen dat hij
overhad: Het beeld van de vrouw en de
jongste van de meisjes die twee die
nu heengegaan zijn zooals zij daai
stonden en vaarwel wuifden op de stoep
dien dag, toen hij zijn huis verliet om
zijn land te dienen Dit herinneringsbeeld
had hij, en dat verbergt hij in zich zelf
zonder er vele woorden over te zeggen
Daarentegen herhaalde hij de beschrij
ving van het plotselinge neerdalen van de
Russische vliegers op het troepje, dat daar
midden op het plein stond, toen alle an
deren weggehold waren in portieken,
huisdeuren en schuilkelders Hij herhaalt
deze beschrijving, alsof hij zich ieder
klein trekje wilde inprenten. Maar het is,
alsof hij het altijd weer van zich af
schuift: Dat twee van de gevallenen tot
zijn naasten behoorden Van anderen kant
hoorde ik, dat zijn vrouw en kinderen
teruggekeerd waren van de evacuatie
plaats op het land Zij waren slechts wei
D D.D. Is een heldere vloei
stof, die diep ln de poriën
doordringt en de ziekte
kiemen doodt. Flacons
75 ct., f. 150 en f. 2.5a
(È£es. Med.)
nige dagen thuis toen de Russen kwamen
Zij was van huis gegaan met haar jongste
om eten te halen bij de Lotta's, daar waar
de uitdeeling voor de families van de re
servisten plaats vond Ofschoon zij, even
als al de anderen in de huurkazerne,
opgeschrikt was door alles, wat ge
beurd was, nam zij het leven kalm op
als de anderen. Zij meest zorgen voor huis
en kinderen, en het leven ging zijn gang,
dacht zij
MITRAILLEURSCHOTEN OP
VROUWEN EN KINDEREN.
De man, die de straten en dit plein
door en door kende, beschreef alles, alsof
hij zelf aanwezig was geweest: vrouw en
kind kwamen aanloopen, toen 't alarm
signaal luidde, maar zij waren er aan ge
wend, zoodat dit hun niet meer in paniek
stemming bracht Zij wilden vanzelfspre
kend beschutting zoeken, maar konden
niet vertrouwen op de portieken en huis
deuren. Ineens ontdekten zij een paar an
dere vrouwen, die ook haar kinderen bij
zich hadden zelfs meer kinderen Zij
wilden vragen, waar de naaste schuilkel
der was, maar voor zij een woord konden
zeggen, hoorden zij het motorgeronk over
haar hoofd
Zij staarden onwillekeurig naar boven
De kinderen begonnen naar de lucht te
wijzen en spraken vergenoegd over de
Russen en Rusland, want zij waren ook
kinderen van arbeiders, en hun ouders
hadden altijd verteld, dat uit Rusland
niets kwaads kon komen voor de arbei
ders Plotseling lieten de kinderen een
vreugdekreet hooren, want het eenige
dat zij tot nu toe niet leuk. hadden gevon
den, was, dat de vlieger zoo hoog vloog,
en nu kwam hij lager, zoodat men hem
duidelijk zien kon. Toen schreeuwden zij
allen, want toen werden zij plotseling
bang. Hetzelfde gebeurde met de velen, die
getracht hadden te schuilen in de portie
ken en in de keldertrappen Verschillen
de menschen wilden toesnellen om dezen
troep met zich mee te sleuren, maar toen
begon het machiegeweer reeds zijn moor
dend werk te doen
De man in het grijze uifofm had de
beschrijving van een andere ooggetuige
dan ik, maar beide beschrijvingen waren
zoo eensluidend, dat zij wel buitengewoon
authentiek waren: Het Russische vliegtuig
een vrij groote machine met minstens 3
mannen aan boord, had een heelen tijd
op ongeveer 40 meter gecirkeld om de
kleine hoop menschen, die zich samen
perste daar midden op het plein Langer
dan 2 of 3 minuten kon dit niet geweest
zijn. Maar toen het machinegeweer zoo
lang geknetterd had, was het hoopje men
schen ineengeslonken Toen steeg de ma
chine weer in een schuine lijn naar bo
ven, en het geluid van het machinegeweer
dat net een paar seconden gezwegen had,
begon opnieuw De aanvaller was zoo ge
lukkig met zijn zege, dat hij bleef schie
ten, totdat hij zoo hoog kwam, dat er
niets meer was om op te schieten
Maar toen naderden Finsche jachtvlieg
tuigen, die de Russische aanvallers hadden
gezocht en deze thans voor velen te
laat hadden gevonden Het pleit was in
enkele minuten beslist. De voorste der
Finsche jagers plaatste een voltreffer in
het Russische vliegtuig Zoo vonden de
drie Russen dnezelfden dood als de velen
kort voor hen
De minister van economische zaken,
overwegende, dat het met het oog op de
buitengewone tijdsomstandigheiden ge
wenscht is een Raad in het leven te roe
pen, welke de regeering van voorlichting
en advies zal dienen omtrent onderwerpen,
welke betrekking hebben op de distributie
van levensmiddelen en omtrent de uit
voering van te dier zake van regeerings-
wege te treffen maatregelen, heeft een
centralen levensmiddelendistributieraad in
gesteld
Verschillende vooraanstaande personen
op landbouwgebied, van den middenstand,
coöperaties, vakvereenigigen en vrou
wenbonden zijn als lid van dezen Raad
benoemd.
Aangewezen is als voorzitter prof. mr.
Koolzuurhoudende zoutwaterbaden zorgen
voor een betere bloedcirculatie. De stoffen,
die Uw voeten hinderen, worden afgevoerd.
U zult geen last meer hebben van koude
voeten of wintervoeten, van vermoeide at
gezwollen voeten.
BADZO-voetbaden doen nieuwe kracht in Uw s
voeten stroomen. Koopt nog heden bq Uw
apotheker of erkende drogist een pak BADZO
van 1 Kg. d 20 cent, voldoende voor 3 4
voetbaden.
Voor kuipbaden: Vakken van 3 K.G. 45 ft.
Vraagt gratis brochure!
N.V. KON. NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO.
(Ingez. Med.)
Noodlottige ontploffing in een
Roemeensche fabriek.
Bij een ontploffing in een fabriek te Zar-
nesty (Roemenië) zijn <11 personen omgeko
men en 200 gewond, terwijl eenigen wór
den vermist.
De ontploffing geschiedde in de chloor-
tank. Het dorp had na de explosie het aan
zien van een verlaten en vergaste plaats.
De beide directeuren van de fabriek, waar
de ontploffing geschiedde en de meeste
werkileden zijn omgekomen tengevolge van
het verstikkende gas, dat zich snel in de
omgeving verspreidde, waardoor ook de ge
zinnen van de arbeiders werden getroffen.
Het gas nam zijn weg naar het station van
den spoorweg. Men kon nog juist op tijd
een personentrein doen vertrekken, doch
de chef van den trein en de stationschef
werden slachtoffer van hun plicht.
De brandweer uit Brasof was spoedig met
gasmaskers ter plaatse, doch men kan wei
nig anders doen dan afwachten tot de wind
het doodende gas heeft weggewaaid.
Talrijke ambulance-auto's brengen de
gasgewonden naar het ziekenhuis te Brasof.
De directeuren en talrijke bewoners der
omliggende huizen waren, toen zij de ont
ploffing hoorden, de straat opgesneld, waar
zij getroffen werden door de eerste golf gas.
Bovendien werd de geheele veestapel van
Zarnesty door gassen, welke zich over het
dorp hadden verspreid, vernietigd.
C, P. M. Romme oud-minister van socia
le zaken en als secretaris drs H. W. Plei
ter, tijdelijk ambtenaar bij het departe
ment van economische zaken
Naar het Engelsch van I
MARTIN rORLOCK.
16).
Ik vraag mij af, wat die oude kerel van
mij zou denken, als hij kon zien, wat ik
hier zit te schrijven. Heb veel zin om op
hem af te stevenen en hem te vragen, of hij
wel weet, dat hij tegen den man spreekt,
die door iedereen gezocht wordt en wiens
aanhouding Scotland Yard heel wat waard
zou zijn.
Ziezoo, ik heb mijn kop leeg gedronken
en mijn sigaar opgerookt. Ik heb Elsie's
foto's nog eens goed bekeken en ze vrien
delijk aangegrijnsd. Ik heb den inhoud van
de enveloppe te voorschijn gehaald en nog
eens goed bekeken en weer in de enve
loppe terug gedaan en verzegeld. Ik voel
rnu nu twee honderd en vijftig procent
als het niet méér is!
O, ja, dat is waar ook! Ik zou een vol
ledig verslag van mijn avontuur met Num
mer Drie geven. Het is kostelijk, zooals dat
gegaan is. Het was gewoonweg idioot, zoo
gemakkelijk als mij dat afgegaan is. Het
mes is mij best bevallen. Toch doe ik het
niet meer op die manier. Ik weet niet waar
om, maar het lijkt mij toch gevaarlijker
dat wil zeggen wat de kans om gepakt te
worden aangaat.
En nu mijn verslag! Wanneer ik dood ben
en iemand een of anderen dag dit boek in
handen krijgt, moet het interessante lec
tuur zijn.
Ik ging hier om even over elf vandaan.
Het hotel is wel zoo groot en er loopen zoo
veel menschen het restaurant in en uit, dat
het onmogelijk voor iemand is op mijn ko
men en gaan te letten. Over mijn smoking
droeg ik een donkere overjas en ik had een
zwarten, zachten vilthoed op. In mijn lin
ker jaszak had ik een donkere das en een
paar oude hondenleeren handschoenen en
in mijn rechter jaszak had ik het mes, in
twee deelen het lemmet, dat ik verleden
week bij een ijzerhandelaartje in Camber-
well gekocht had, en het handvat, dat ik
op denzelfden dag in Notting Hill gekocht
had en dat ik drie dagen later in het hartje
van Richmond Park pasklaar had zitten
snijden. Het lemmet was afkomstig van een
zoogenaamd Fransch koksmes. Het was
scherp toen ik het kocht, maar het was nog
veel scherper, toen ik het gebruikte!
Ik wandelde door Mayfair en sloeg Park
Lane in. Daar nam ik de bus naar de Mar
ble Arch, waar ik uitstapte. Ik wandelde
verder langs het park, nog voorbij Lancas
ter Gate, tot ik aan het Notting Hill Me
tropolitan Station kwam. Ik nam een kaar
tje (derde klas) naar High Street en stapte
in een halfvolle rookcoupé. Van High Street
ging ik met een bus terug naar Knights-
bridge. Om twaalf uur liep ik door Fortes-
cue Street achter Harrow Square. Om on
geveer drie minuten over twaalf kwam ik
voorbij de Sloweensche legatie, die net op
den hoek van Harrow Square en Fortescue
Street staat.
Daar stond hij precies zooals ik hem
een week geleden had gezien. Ik wist, dat
hij daar zou staan, maar toch was ik blij,
dat ik hem zag. Ik kon voorloopig nog niets
i-jf,
Uit angst, uit gemakzucht te wan
kelen in overtuigingen, woorden of
daden, dat is onoprecht.
'II.
doen, want op hetzelfde trottoir, waar ik
liep, hoorde ik op ongeveer een twintig me
ter afstand iemand achter mij aankomen.
Ik wandelde recht door en sloeg toen Har
row Square in, dat ik bijna rondliep. Doch
niet heelemaal, daar ik niet door Fortes
cue Street terugkwam, doch door Fortes
cue Mews, zoodat ik in Palethorpe Terrace
uitkwam. Daar sloeg ik tweemaal links af
en stond toen weer opnieuw in Fortescue
Street.
O, het was een pracht-van een kans! De
straat was als uitgestorven dit keer. Ik liep
aan den linker huizenkant. Er was geen le
vend wezen achter of voor mij behalve
dan Nummer Drie.
Toen ik nog een meter of vijftig van hem
vandaan was, bleef ik stilstaan, grabbelde in
mijn zakken, haalde toen eerst het mes uit
mijn rechter jaszak, klemde het in het ge
vest en stopte het weer in mijn zak. Ik haal
de een sigaret uit mijn koker en stak die
in mijn mond. Ik liep door. Ik hield het
mes in mijn rechterhand vast, in mijn jas
zak. Nog steeds niemand voor of achter mij
behalve Nummer Drie. Ik had het erg
warm, maar beklaagde mij niet over mijn
jas. Mijn smokingzak zou groot genoeg voor
het mes geweest zijn. Ik dacht nog: het is
maar goed, dat het geen warme nacht is,
zoodat het niet gek staat met een overjas
te loopen. Ik had al heel wat heeren in
lichte overjassen gezien.
Ik stapte op hem toe. Hü stond net in de
schaduw van de eerste zuil der portiek. Hij
hnH "h9Cfien op zijn rug en stond daar
alsof hS iftstafcfcfcStew» - de verve
lende gewoonte, welke ai aï§-«.
ben. Ik klampte hem aan. Ik hadT „v S:5are,
in mijn linker hand en zei: „Goeden avond.
Kunt u mij ook misschien aan een beetje
vuur helpen?" Hij keek mij aan. Het kon
mij niets schelen. Wat mij betreft had hij mij
bij het licht van duizend booglampen mo
gen opnemen, als hij dat gewild had. Ik
wist, dat hij nooit meer de kans zou krijgen
om iets te vertellen.
Het was toch zoo gemakkelijk, zoo dood
gemakkelijk!
Hij zei: „Dat zal wel gaan meneer". Hij
was erg slijmerig en beleefd. Hij begon in
zijn zakken te wroeten en haalde er een
doosje lucifers uit te voorschijn. Ik kwam
nu heel dicht bij hem staan. Hij streek een
lucifer aan en hield allebei zijn handen op.
Ik haalde mijn rechter hand, waarin ik het
mes geklemd hield, uit mijn zak. Mijn he
mel, wat was dat gemakkelijk! Ik had zoo'n
schik in de sigaret-truc, dat ik het doosje
lucifers van hem meenam, toen hij daar bij
het hek lag.
Er was nog steeds niemand te zien in
Fortescue Street. Ik was absoluut kalm.
Ik haalde de zwarte wollen das uit mijn
jaszak en wikkelde die om het mes. zoodat
er geen droppel bloed op mijn kleeren kon
komen. Ik stopte het bundeltje in mijn
rechter jaszak en wandelde toen rustig ver
der. Hij had geen kik gegeven.
Ik wandelde door verschillende pleinen
naar Victoria, het station rond, Wilton
Road af, vervolgens naar St. George Square
en tenslotte naar de Theems. Daar rookte
ik, leunend over de borstwering van het
Emkankment, een sigaret. Ik was een heer,
die naar een partijtje geweest was en op
zijn weg naar huis nog een oogenblik van
het maanlicht op het water wilde genieten.
Hoe liefelijk!
In de modder van de Theems ligt ergens
.w-c-,mes en een paar handschoenen,
een-^^a-.^ - ywpSTUK X.
Dies Iraè.
Het was zooals men zich nog wei zu.
herinneren de 13e Mei, dat brigadier
Guilfoil dood in het politiebureau van
Farnley aangetroffen werd en wel met een
revolverschot in het hoofd. Deze zaak hield
de gemoederen vijf dagen lang in bewe
ging. „Brigadier van politie doodgescho
ten", schreef de Daily Telegraph. „Politie
agent vermoord", kondigde dè Times aan.
„Gewapende bandieten slachten een briga
dier van politie af!", schreeuwde de Dis
patch. „Moord in een politiebureau. Op
zijn post doodgeschoten", gilde de Morning
Standaard.
Op den 14den Mei meldden de kranten,
dat de politie over belangrijke aanwijzin
gen beschikte en dat er een arrestatie op
handen was. Op den 15den Mei schreef de
pers, dat er nog geen arrestatie was ge
daan en dat de politie erg gesloten was. Op
den 16den Mei maakte Fleet Street de
krantenwijk, zich gereea voor een massalen
aanval op de politie en haar methoden. Zij
wreven zich in de handen en snakten met
de tong in Fleet Street, want het seizoen
was tot dusver buitengewoon saai en arm
aan nieuws geweest. Doch de aanval ging
niet door tenminste toen niet. Want op
den nacht van den 16den Mei schoot Hans
Ericssen, de internationaal bekende Noor
sche multi-millionnair, zich voor het hoofd
in de koninklijke suite van een Londensch
hotel
(Wordt vervolgd).