KRONIEK VAN DEN DA6 B.hd. TEGEN DE WET] De Finnen zijn een moedig en zelfbeheerscht volk. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 15 DECEMBER 1939. No. 296. Italië overstag? RUSSISCHE LUCHTAANVAL OP HELSINKI. Vrouwen en kinderen met mitrailleurkogels gedood. N DOENINGEN Een centrale levensmiddelen- distributieraad ingesteld. Gezonde voeten met Chloorgas doodde 61 personen. Wol- 'écos- warm, irkou- „De Mbg. ver- Be- Mid- In het communiqué, dat een dezer dagen na de vergadering van den Grooten Fas- cistischen Raad te Rome, werd gepubli ceerd, heeft de Italiaansche regeering nog eens weer laten weten, dat Italië trouw blijft aan de „aspolitiek", aan het verbond met Duitschland dus. Het schijnt dat dit hier en daar eenige verbazing heeft gewekt, bij diegenen dan, die meenden, dat Italië reeds zou zijn omgezwaaid, nademaal Duitschland teveel met Rusland is gaan aanpappen. Wij hebben onlangs te dezer plaatse nog tegen deze opvatting gewaarschuwd. Italië, zoo schreven we, zal inderdaad moeilijk enthousiast kunnen zijn over de ontwikke ling der politieke zaken in ons werelddeel, maar dat beteekent geenszins, dat het nu maar zonder meer naar Frankrijk en En geland overloopt. De fascistische regeering bedrijft immers „realistische" politiek, het geen wil zeggen, dat zij louter en alleen uitgaat van de Italiaansche belangen, bij al les wat ze onderneemt. Op dit oogenblik nu is het voor Italië verweg het voordeeligst, om twee ijzers in het vuur te houden. Mis schien voelt men er te Rome principieel wel iets voor, om te eeniger tijd overstag te gaan. Echter dan zal men eenige zekerheid moeten hebben, dat daaruit voordeelen kunnen voortvloeien, in overeenstemming met de aspiraties van toonaangevende Mid- dellandsche-zee-mogendheid, waaraan ten aanhoore van een op temperatuur gebrach te Kamer al meermalen uiting is gegeven. Dat deze aspiraties onverminderd worden gehandhaafd, heeft Virginio Gayda, de journalistieke spreekbuis des Duces deze week nog eens verkondigd in zijn rede voor de studeerende jeugd. Een nieuw Europa, dat het „Europa van Versailles" zou moeten vervangen, kan z.i. slechts wor den opgebouwd, als men Rome's eischen in willigt. Op 't oogenblik is de situatie zoo, dat de toegangen tot de zee, welke het Ita liaansche leven beheerscht, in handen zijn van Groot-Brittannië, tegenwoordig na het pact van Ankara zelfs de Dardanel- len incluis. Frankrijk en Spanje hebben nog directe verbinding met den Atlanti- schen Oceaan, maar Italië zit gevangen. Daar 't echter een wereldmogendheid is, moet men het een uitweg uit de Middel- landsche Zee afstaan. Gelden deze deside rata voornamelijk Engeland, ook Frankrijk dient offers te brengen. Tusschen de bevol king van 't moederland en die der Italiaan sche koloniën bestaat, volgens Gayda, een wanverhouding en de steeds talrijker Itali anen daarginds moeten land krijgen toege wezen. Herziening van het koloniale systeem is noodzakelijk in dien zin, dat de koloniën overeenkomstig de behoeften van elke natie worden verdeeldItalië vraagt dus „levensruimte", wat evenwel niet wegneemt, dat Gayda het met de Duit- sche opvatting daaromtrent niet geheel eens is. Hij heeft overigens nog eens een soort liefdesverklaring jegens Donau- en Balkan- staten afgestoken, welke verklaring te Ber lijn misschien geen onverdeelde instemming vindt. Ofschoon men eenerzijds een waar schuwing aan Rusland's adres, welke Gay da liet hooren, in de gegeven omstandighe den wel nuttig zal achten, komt het ander zijds de Wilhelmstrasse gewenscht voor, op enkele Midden- en Z. Oost-Europeesche sta ten druk te blijven uitoefenen. Militair overleg, dat tusschen Rome en Boedapest gaande is, moet men wellicht als een tegen zet beschouwen, welke door geen enkele be tuiging van onbezweken astrouw uit de we reld is te helpen. Van die trouw zal minister Ciano, wan neer hp morgen de Kamer van fasces en corporaties toespreekt, voor 't overige wel opnieuw getuigen. Men stelt een gedétail- leerd overzicht der Italiaansche politiek in 1939, de redenen voor Italië's niet-meedoen aan den oorlog en ook eenige opheldering omtrent zijn besprekingen met Hitier en Von Ribbentrop in uitzicht. Dit alles kan zéér belangwekkend zijn, al geldt voor staats lieden dikwijls nog meer dan voor anderen, dat woorden dienen om gedachten te ver bergen. Een medewerkster van Noorsche nationaliteit, die thans in Fin land verblijf houdt en daar deel uitmaakt van een organisatie tot steunv er leening aan de burger bevolking, schrijft ons het vol gende over haar belevenissen en het gebeurde in de Finsche hoofdstad Helsinki tijdens de eerste dagen van den Russischen aanval op Finland. Op den avond na den eersten verschrik- keljjken dag van den Russichen luchtaan val hadden eenige van ons opdracht ge kregen om huisgenooten, die niet langer in de stad konden blijven, naar den trein of de bus te helpen Nadat wij de bij een eventueele gasaanval hoogst noodzakelijke gummijas en rubberlaarzen aangetrok ken hadden, controleerden wij eerst nog of onze zakken voorzien waren volgens voorschrift: Zaklantaarn met nieuwe bat terij, snelverbandartikelen, benzine of brandspiritus, waarmee wij eventueele spatten van vloeibare gassen op de huid konden verwijderen, tanninezalf, oogzalf, veiligheidsbril, gasmasker of een mondver- band van flanel met houtskoolpoeder bin nenin, verder watten en een flanelverband dat op het achterhoofd bevestigd wordt om mond en neus te beschermen; tenslot te geld, vulpen, potlood en schrijfblok (om namen en adressen te kunnen aanteeke- nen en eventueele berichten van zwaar verwonden of stervenden) en een boter ham of een reep chocolade voor het ge val, dat wij gedwongen werden meerdere uren in een schuilkelder te vertoeven Een mes heb ik niet eens genoemd want ieder, die maar één etmaal in Fin land vertoeft heeft, heeft het Finsche mes de zoogenaamde „Pukke" aan ceintuur hangen Later was een dergelijke weder- zijdsche controle niet eens meer nóodig; want nu loopen wij vanzelf altijd rond met puilende zakken en slecht riekenden gum milaarzen, die wij zelfs wel eens verge ten 's nachts uit te trekken Van de vele buitenlanders, die ik in deze oorlogsdagen tegengekomen ben. was er niet een, die gezien of gehoord had, dat een van Finlands eigen mannen en vrouwen de zelfbeheersching verloren' had Er is slechts één opinie hierover: De Finnen zijn het moedigste, meest zelfbe- heerschte. volk, dat men zich voorstellen kan! Zonder tehuis, misschien zon der toekomst, maar niet zon der moed. Op een van deze avonden was het bit ter koud en guur; wij liepen door de ge heel verduisterde stad, waar de schijn van de vele brandende woningen bloedrood en zwavelgeel flakkerde over een zwar te en sterrenlooze hemel Wij liepen over een tapijt van glasscherven, die bij lede ren stap knarsten, én wij keken naar binnen in huizen zonder ramen, maar met geschroeide, kqjjotte gordijnen, die wap perden als rou^aandels over de meer of minder kapotgeschoten muren van de hui zen Lang niet allen, die wij in het donkerte tegen kwamen, waren in uniform; als men ze niet zag, dan kon men hun schreden in elk geval hooren. Maar af en toe kwam een kinderwagen aanrijden op het trottoir. Een familie, die dien ochtend nog veilig binnensbuis ';,'as gezeten, omgeven van alles, wat zij zelt 6ÏS, b.oodig beschouwden Nu 'gingen zij naar een evdtyatietrein, die. hun weg zou brengen Zij wistêït. jïvenmin, waarheen zij gingen, als wat de toekomst hun brengen zou, of dat zij nog wel een toekomst tegemoet zouden gaan Maar zij wisten, dat zij niet den moed s .l.ili.llilinm.^HM,iliilMul.6imlllli!l!!iiiiiliiliiilj!ij||l!ii. 5g hadden verloren en dezen ook niet wilden verliezen. „Door vijandelijke hand ver moord." Wij hebben gestaan bij het stoffelijk overschot van de vrouwen en kinderen, die door de Russische vliegers bij hun aan val op Helsinki werden beschoten, terwijl zij midden op een plein in een groepje bijeenstonden, tot ieder van deze angstige menschen stil lag Op het grijze plaveisel Toen wij daar stonden en op de dooden neerzagen, dachten wij aan de woorden, die- in iedere Zweédsch-Finsche courant hadden gestaan: „Door vijandelijke hand vermoord". De eene van de ^rouwen was zwanger, en een van de vermoorde kinderen was een klein, blond jongetje van 4 of 5 jaar Zij hadden net als alle andere dooden die uitdrukking van verhevenheid, die het moeilijk maakt ons voor te stellen, hoe zij eruitzagen bij het leven. Maar wij dachten aan hen, die achterbleven en vooral aan alle Finsche frontsoldaten; aan al de mannen van de wereld, voor wie een vrouw en een kind nog heilig en on aantastbaar zijn! Hierin ligt het. Met korte woorden kan men zeggen, waarvoor er gestreden wordt: Zal de toekomstige wereld geregeerd wor den door mannen, die de zwakken neer slaan en zich verbergen voor de sterken? Of zullen wij het eens worden over het volgende: Dat zij, die door natuurlijke oorzaken zwak en weerloos zijn, zoolang beschermd moeten worden, tot zij zich zelf kunnen helpen, terwijl de stérkeren gedwongen zullen worden door menschelij- ke wetten? EEN DROEVE ONTMOETING, Ik ontmoette den man van een dier vrouwen, de vader van een van de klei ne kinderen, die vermoord werden door de Rusfeische mtjirailleursEen stille, grauwe man in de eenvoudige, grijze uni form van de Finsche infanterie Hij was onder de eerste infanteristen, die opge roepen waren, en op dien dag, toen hij zoowel vrouw als kind verloor, deed hij zijn dagelijksche plicht „ergens aan de grens" Daarginds kreeg hij de tijding en vanzelfsprekend aanbo'd voor verlof, op dat hij onmiddellijk naar huis zou kunnen gaan Maar dit kon hij niet over zijn hart krijgen. Ik begrijp, dat hij het niet kon verdragen het laatste te verliezen dat hij overhad: Het beeld van de vrouw en de jongste van de meisjes die twee die nu heengegaan zijn zooals zij daai stonden en vaarwel wuifden op de stoep dien dag, toen hij zijn huis verliet om zijn land te dienen Dit herinneringsbeeld had hij, en dat verbergt hij in zich zelf zonder er vele woorden over te zeggen Daarentegen herhaalde hij de beschrij ving van het plotselinge neerdalen van de Russische vliegers op het troepje, dat daar midden op het plein stond, toen alle an deren weggehold waren in portieken, huisdeuren en schuilkelders Hij herhaalt deze beschrijving, alsof hij zich ieder klein trekje wilde inprenten. Maar het is, alsof hij het altijd weer van zich af schuift: Dat twee van de gevallenen tot zijn naasten behoorden Van anderen kant hoorde ik, dat zijn vrouw en kinderen teruggekeerd waren van de evacuatie plaats op het land Zij waren slechts wei D D.D. Is een heldere vloei stof, die diep ln de poriën doordringt en de ziekte kiemen doodt. Flacons 75 ct., f. 150 en f. 2.5a (È£es. Med.) nige dagen thuis toen de Russen kwamen Zij was van huis gegaan met haar jongste om eten te halen bij de Lotta's, daar waar de uitdeeling voor de families van de re servisten plaats vond Ofschoon zij, even als al de anderen in de huurkazerne, opgeschrikt was door alles, wat ge beurd was, nam zij het leven kalm op als de anderen. Zij meest zorgen voor huis en kinderen, en het leven ging zijn gang, dacht zij MITRAILLEURSCHOTEN OP VROUWEN EN KINDEREN. De man, die de straten en dit plein door en door kende, beschreef alles, alsof hij zelf aanwezig was geweest: vrouw en kind kwamen aanloopen, toen 't alarm signaal luidde, maar zij waren er aan ge wend, zoodat dit hun niet meer in paniek stemming bracht Zij wilden vanzelfspre kend beschutting zoeken, maar konden niet vertrouwen op de portieken en huis deuren. Ineens ontdekten zij een paar an dere vrouwen, die ook haar kinderen bij zich hadden zelfs meer kinderen Zij wilden vragen, waar de naaste schuilkel der was, maar voor zij een woord konden zeggen, hoorden zij het motorgeronk over haar hoofd Zij staarden onwillekeurig naar boven De kinderen begonnen naar de lucht te wijzen en spraken vergenoegd over de Russen en Rusland, want zij waren ook kinderen van arbeiders, en hun ouders hadden altijd verteld, dat uit Rusland niets kwaads kon komen voor de arbei ders Plotseling lieten de kinderen een vreugdekreet hooren, want het eenige dat zij tot nu toe niet leuk. hadden gevon den, was, dat de vlieger zoo hoog vloog, en nu kwam hij lager, zoodat men hem duidelijk zien kon. Toen schreeuwden zij allen, want toen werden zij plotseling bang. Hetzelfde gebeurde met de velen, die getracht hadden te schuilen in de portie ken en in de keldertrappen Verschillen de menschen wilden toesnellen om dezen troep met zich mee te sleuren, maar toen begon het machiegeweer reeds zijn moor dend werk te doen De man in het grijze uifofm had de beschrijving van een andere ooggetuige dan ik, maar beide beschrijvingen waren zoo eensluidend, dat zij wel buitengewoon authentiek waren: Het Russische vliegtuig een vrij groote machine met minstens 3 mannen aan boord, had een heelen tijd op ongeveer 40 meter gecirkeld om de kleine hoop menschen, die zich samen perste daar midden op het plein Langer dan 2 of 3 minuten kon dit niet geweest zijn. Maar toen het machinegeweer zoo lang geknetterd had, was het hoopje men schen ineengeslonken Toen steeg de ma chine weer in een schuine lijn naar bo ven, en het geluid van het machinegeweer dat net een paar seconden gezwegen had, begon opnieuw De aanvaller was zoo ge lukkig met zijn zege, dat hij bleef schie ten, totdat hij zoo hoog kwam, dat er niets meer was om op te schieten Maar toen naderden Finsche jachtvlieg tuigen, die de Russische aanvallers hadden gezocht en deze thans voor velen te laat hadden gevonden Het pleit was in enkele minuten beslist. De voorste der Finsche jagers plaatste een voltreffer in het Russische vliegtuig Zoo vonden de drie Russen dnezelfden dood als de velen kort voor hen De minister van economische zaken, overwegende, dat het met het oog op de buitengewone tijdsomstandigheiden ge wenscht is een Raad in het leven te roe pen, welke de regeering van voorlichting en advies zal dienen omtrent onderwerpen, welke betrekking hebben op de distributie van levensmiddelen en omtrent de uit voering van te dier zake van regeerings- wege te treffen maatregelen, heeft een centralen levensmiddelendistributieraad in gesteld Verschillende vooraanstaande personen op landbouwgebied, van den middenstand, coöperaties, vakvereenigigen en vrou wenbonden zijn als lid van dezen Raad benoemd. Aangewezen is als voorzitter prof. mr. Koolzuurhoudende zoutwaterbaden zorgen voor een betere bloedcirculatie. De stoffen, die Uw voeten hinderen, worden afgevoerd. U zult geen last meer hebben van koude voeten of wintervoeten, van vermoeide at gezwollen voeten. BADZO-voetbaden doen nieuwe kracht in Uw s voeten stroomen. Koopt nog heden bq Uw apotheker of erkende drogist een pak BADZO van 1 Kg. d 20 cent, voldoende voor 3 4 voetbaden. Voor kuipbaden: Vakken van 3 K.G. 45 ft. Vraagt gratis brochure! N.V. KON. NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO. (Ingez. Med.) Noodlottige ontploffing in een Roemeensche fabriek. Bij een ontploffing in een fabriek te Zar- nesty (Roemenië) zijn <11 personen omgeko men en 200 gewond, terwijl eenigen wór den vermist. De ontploffing geschiedde in de chloor- tank. Het dorp had na de explosie het aan zien van een verlaten en vergaste plaats. De beide directeuren van de fabriek, waar de ontploffing geschiedde en de meeste werkileden zijn omgekomen tengevolge van het verstikkende gas, dat zich snel in de omgeving verspreidde, waardoor ook de ge zinnen van de arbeiders werden getroffen. Het gas nam zijn weg naar het station van den spoorweg. Men kon nog juist op tijd een personentrein doen vertrekken, doch de chef van den trein en de stationschef werden slachtoffer van hun plicht. De brandweer uit Brasof was spoedig met gasmaskers ter plaatse, doch men kan wei nig anders doen dan afwachten tot de wind het doodende gas heeft weggewaaid. Talrijke ambulance-auto's brengen de gasgewonden naar het ziekenhuis te Brasof. De directeuren en talrijke bewoners der omliggende huizen waren, toen zij de ont ploffing hoorden, de straat opgesneld, waar zij getroffen werden door de eerste golf gas. Bovendien werd de geheele veestapel van Zarnesty door gassen, welke zich over het dorp hadden verspreid, vernietigd. C, P. M. Romme oud-minister van socia le zaken en als secretaris drs H. W. Plei ter, tijdelijk ambtenaar bij het departe ment van economische zaken Naar het Engelsch van I MARTIN rORLOCK. 16). Ik vraag mij af, wat die oude kerel van mij zou denken, als hij kon zien, wat ik hier zit te schrijven. Heb veel zin om op hem af te stevenen en hem te vragen, of hij wel weet, dat hij tegen den man spreekt, die door iedereen gezocht wordt en wiens aanhouding Scotland Yard heel wat waard zou zijn. Ziezoo, ik heb mijn kop leeg gedronken en mijn sigaar opgerookt. Ik heb Elsie's foto's nog eens goed bekeken en ze vrien delijk aangegrijnsd. Ik heb den inhoud van de enveloppe te voorschijn gehaald en nog eens goed bekeken en weer in de enve loppe terug gedaan en verzegeld. Ik voel rnu nu twee honderd en vijftig procent als het niet méér is! O, ja, dat is waar ook! Ik zou een vol ledig verslag van mijn avontuur met Num mer Drie geven. Het is kostelijk, zooals dat gegaan is. Het was gewoonweg idioot, zoo gemakkelijk als mij dat afgegaan is. Het mes is mij best bevallen. Toch doe ik het niet meer op die manier. Ik weet niet waar om, maar het lijkt mij toch gevaarlijker dat wil zeggen wat de kans om gepakt te worden aangaat. En nu mijn verslag! Wanneer ik dood ben en iemand een of anderen dag dit boek in handen krijgt, moet het interessante lec tuur zijn. Ik ging hier om even over elf vandaan. Het hotel is wel zoo groot en er loopen zoo veel menschen het restaurant in en uit, dat het onmogelijk voor iemand is op mijn ko men en gaan te letten. Over mijn smoking droeg ik een donkere overjas en ik had een zwarten, zachten vilthoed op. In mijn lin ker jaszak had ik een donkere das en een paar oude hondenleeren handschoenen en in mijn rechter jaszak had ik het mes, in twee deelen het lemmet, dat ik verleden week bij een ijzerhandelaartje in Camber- well gekocht had, en het handvat, dat ik op denzelfden dag in Notting Hill gekocht had en dat ik drie dagen later in het hartje van Richmond Park pasklaar had zitten snijden. Het lemmet was afkomstig van een zoogenaamd Fransch koksmes. Het was scherp toen ik het kocht, maar het was nog veel scherper, toen ik het gebruikte! Ik wandelde door Mayfair en sloeg Park Lane in. Daar nam ik de bus naar de Mar ble Arch, waar ik uitstapte. Ik wandelde verder langs het park, nog voorbij Lancas ter Gate, tot ik aan het Notting Hill Me tropolitan Station kwam. Ik nam een kaar tje (derde klas) naar High Street en stapte in een halfvolle rookcoupé. Van High Street ging ik met een bus terug naar Knights- bridge. Om twaalf uur liep ik door Fortes- cue Street achter Harrow Square. Om on geveer drie minuten over twaalf kwam ik voorbij de Sloweensche legatie, die net op den hoek van Harrow Square en Fortescue Street staat. Daar stond hij precies zooals ik hem een week geleden had gezien. Ik wist, dat hij daar zou staan, maar toch was ik blij, dat ik hem zag. Ik kon voorloopig nog niets i-jf, Uit angst, uit gemakzucht te wan kelen in overtuigingen, woorden of daden, dat is onoprecht. 'II. doen, want op hetzelfde trottoir, waar ik liep, hoorde ik op ongeveer een twintig me ter afstand iemand achter mij aankomen. Ik wandelde recht door en sloeg toen Har row Square in, dat ik bijna rondliep. Doch niet heelemaal, daar ik niet door Fortes cue Street terugkwam, doch door Fortes cue Mews, zoodat ik in Palethorpe Terrace uitkwam. Daar sloeg ik tweemaal links af en stond toen weer opnieuw in Fortescue Street. O, het was een pracht-van een kans! De straat was als uitgestorven dit keer. Ik liep aan den linker huizenkant. Er was geen le vend wezen achter of voor mij behalve dan Nummer Drie. Toen ik nog een meter of vijftig van hem vandaan was, bleef ik stilstaan, grabbelde in mijn zakken, haalde toen eerst het mes uit mijn rechter jaszak, klemde het in het ge vest en stopte het weer in mijn zak. Ik haal de een sigaret uit mijn koker en stak die in mijn mond. Ik liep door. Ik hield het mes in mijn rechterhand vast, in mijn jas zak. Nog steeds niemand voor of achter mij behalve Nummer Drie. Ik had het erg warm, maar beklaagde mij niet over mijn jas. Mijn smokingzak zou groot genoeg voor het mes geweest zijn. Ik dacht nog: het is maar goed, dat het geen warme nacht is, zoodat het niet gek staat met een overjas te loopen. Ik had al heel wat heeren in lichte overjassen gezien. Ik stapte op hem toe. Hü stond net in de schaduw van de eerste zuil der portiek. Hij hnH "h9Cfien op zijn rug en stond daar alsof hS iftstafcfcfcStew» - de verve lende gewoonte, welke ai aï§-«. ben. Ik klampte hem aan. Ik hadT „v S:5are, in mijn linker hand en zei: „Goeden avond. Kunt u mij ook misschien aan een beetje vuur helpen?" Hij keek mij aan. Het kon mij niets schelen. Wat mij betreft had hij mij bij het licht van duizend booglampen mo gen opnemen, als hij dat gewild had. Ik wist, dat hij nooit meer de kans zou krijgen om iets te vertellen. Het was toch zoo gemakkelijk, zoo dood gemakkelijk! Hij zei: „Dat zal wel gaan meneer". Hij was erg slijmerig en beleefd. Hij begon in zijn zakken te wroeten en haalde er een doosje lucifers uit te voorschijn. Ik kwam nu heel dicht bij hem staan. Hij streek een lucifer aan en hield allebei zijn handen op. Ik haalde mijn rechter hand, waarin ik het mes geklemd hield, uit mijn zak. Mijn he mel, wat was dat gemakkelijk! Ik had zoo'n schik in de sigaret-truc, dat ik het doosje lucifers van hem meenam, toen hij daar bij het hek lag. Er was nog steeds niemand te zien in Fortescue Street. Ik was absoluut kalm. Ik haalde de zwarte wollen das uit mijn jaszak en wikkelde die om het mes. zoodat er geen droppel bloed op mijn kleeren kon komen. Ik stopte het bundeltje in mijn rechter jaszak en wandelde toen rustig ver der. Hij had geen kik gegeven. Ik wandelde door verschillende pleinen naar Victoria, het station rond, Wilton Road af, vervolgens naar St. George Square en tenslotte naar de Theems. Daar rookte ik, leunend over de borstwering van het Emkankment, een sigaret. Ik was een heer, die naar een partijtje geweest was en op zijn weg naar huis nog een oogenblik van het maanlicht op het water wilde genieten. Hoe liefelijk! In de modder van de Theems ligt ergens .w-c-,mes en een paar handschoenen, een-^^a-.^ - ywpSTUK X. Dies Iraè. Het was zooals men zich nog wei zu. herinneren de 13e Mei, dat brigadier Guilfoil dood in het politiebureau van Farnley aangetroffen werd en wel met een revolverschot in het hoofd. Deze zaak hield de gemoederen vijf dagen lang in bewe ging. „Brigadier van politie doodgescho ten", schreef de Daily Telegraph. „Politie agent vermoord", kondigde dè Times aan. „Gewapende bandieten slachten een briga dier van politie af!", schreeuwde de Dis patch. „Moord in een politiebureau. Op zijn post doodgeschoten", gilde de Morning Standaard. Op den 14den Mei meldden de kranten, dat de politie over belangrijke aanwijzin gen beschikte en dat er een arrestatie op handen was. Op den 15den Mei schreef de pers, dat er nog geen arrestatie was ge daan en dat de politie erg gesloten was. Op den 16den Mei maakte Fleet Street de krantenwijk, zich gereea voor een massalen aanval op de politie en haar methoden. Zij wreven zich in de handen en snakten met de tong in Fleet Street, want het seizoen was tot dusver buitengewoon saai en arm aan nieuws geweest. Doch de aanval ging niet door tenminste toen niet. Want op den nacht van den 16den Mei schoot Hans Ericssen, de internationaal bekende Noor sche multi-millionnair, zich voor het hoofd in de koninklijke suite van een Londensch hotel (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5