Engeland acht zich de
beschermer der kleine staten
{TEGEN DE WET
KRONIEK VAN DEN DAG
Argentinië wil de Sovjet-
Unie uit den Volkenbond
stooten.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 12 DECEMBER 1939. No. 293.
De weg van den Mikado.
Waarom de oorzaak van het mislukken der
onderhandelingen met Moskou thans wordt
bekend gemaakt
Begrijpelijke, maar thans
overbodige geheimzinnigheid.
De waardigheid der Vol-
kenbondsleden dient ge
ëerbiedigd te worden.
'sbare
d 70,
stuks,
ïk 29,
„De
1 Mbg,
t de
ïbben
Joffers
onze
[oord-
BBB
Brie-
1365,
iKorte
|raagd,
ver-
woor-
egtse,
G ge-
Kor-
peven
[Blad.
ESfll
oor 2
ulden
inker,
Mid-
Bij de tallooze onderwerpen, waarover
de politici en would-be politici van van
daag allerlei schoone en min of meer
waarschijnlijke hypothesen kunnen op
bouwen, behoort de houding en dan
vooral de toekomstige houding van
Japan
Wat wil Japan en hoe wil het dat doel
bereiken
Het doel is bekend genoeg; het is alleen
verwonderlijk, dat „het Westen" er zoo
betrekkelijk weinig aandacht aan be
steedt, alsof het denkt, dat het met dit
doel niet zoo ernstig gemeend is, terwijl
er toch voorbeelden te over zijn om te
bewijzen, dat het Japan doodelijke ernst
is met zijn streven. Die voorbeelden hee
ten o m. Korea, Mandsjoekwo, China
Vandaag is het 2600 jaar geleden, dat
volgens de Japanners, de eerste Japan
ner op aarde daalde, geboren uit de zon
Hem werd gezegd, dat zijn nageslacht zou
heerschen over heel de aarde en haar
volkeren Dit was tegelijkertijd een be
lofte en een opdracht.
In de laatste tientallen jaren is Japan
een begin gaan maken met de uitvoering
van die opdracht!
Het in bliksemtempo uit middeleeuwsche
toestanden in een „modern" land getrans
formeerde Japan, heeft met een reusach-
tigen stap eenige eeuwen van technische
ontwikkeling overgeslagen, welke de Wes-
tersche staten alle hebben doorgemaakt,
de een vroeger, de ander later
In het Westen hebben we in die eeuwen
gezien, dat niet alleen de techniek zich
ontwikkelde, doch dat ook de geheele sa
menleving der menschen een proces door
maakte, dat leidde tot een beter „samen
leven". De menschen toonden zich in staat
tot wederzijdsch begrip en wederzijdsche
achting en ontegenzeglijk zijn er groote
dingen tot stand gebracht door het komen
van een zachtmoediger geest Een paar
'kleine uitingen hiervan zijn: een groote-
re „menschelijkheid", de afschaffing der
slavernij, het Roode Kruis, het algemee-
ne verlangen naar vrede, niet alleen om
dat die ongevaarlijk en gemakkelijk is,
maar ook omdat wij zijn gaan inzien,
dat de dood op het slagveld wel heel
eervol kan zijn; maar dat levende men
schen doorgaans toch méér voor hun volk
kunnen doen dan doode.
Men lette er intusschen wel op, dat wij
hier spreken over menschen en niet over
staten. Voor de laatste geldt blijkbaar,
ook in het Westen een andere moraal, he
laas, dan voor de menschen Zoo zien wij
hoe thans verscheidene groote staten din
gen bedrijven, welke hun onderdanen in
het gewone leven als „Misdaad" en
„moord" zouden betitelen
In Japan echter wij weten het uit
de geschriften van vooraanstaande Ja
panners schijnt er maar één moraal t#
zijn: die van den staat En dat is ook
begrijpelijk, want zoo goed als bij ons de
moraal in diepsten zin afkomstig is uit
den Godsdienst en in ieder geval over
eenkomt met de voorschrfiten daarvan
is dit ook in Japan het geval.
Alleen: de Godsdienst van het over-
groote deel der Japanners is anders. Hun
God is de keizer, de Mikado, de regel
rechte afstammeling van de zon. Hun mo
raal is de „Kwodo", de weg des keizers.
En daar die weg moet leiden tot ovor-
heersching der geheele wereld, kan het
ook geen verwondering baren als tie ui
tingen van deze moraal in de pracnjk
neerkomen op onderdrukking van andére
volken. Als die andere volken weigeren
de zending der Japanners de over-
heersching gewillig aan te nemen, dan
weerstreven zij niet alleen den wil van
den huidigen keizer, maar ook den wil
zegt de Jétpanner van God. Het zijn
dus ongeloovigen, ketters
En als wjj dan even nagaan hoe het
Westen gehandeld heeft tegenover „ket
ters", dan begrijpen wij iets van de on-
meiischelijke gruwelen, die de „Zonen
van de Zon" bedreven hebben en nog
dagelijks bedrijven bij het volvoeren van
hun „Goddelijke zending".
Japan heeft een paar eeuwen „men-
schelijkheids"-ontwikkeIing overgeslagen
en zoo is het land nu pas toe aan wat
„bij ons' brandstapels en Godsoordeelen
waren. Japan doet het alleen daar zijn
taak zooveel omvangrijker is in het
groot. Het gaat niet tegen enkele perso
nen of tegen groepen uit een stad, maar
tegen heele streken, heele volkeren.
Weer zijn er brandstapels, maar zij wor
den veroorzaakt door bommen Weer zijn
er Godsoordeelen, maar de uitvoerders en
beoordeelaars zijn Japanners.
Met dezelfde bewapening, dezelfde kracht
en dezelfde oefening kan de eene soldaat
tweemaal zoo sterk zijn als de andere
wanneer hijgelooft In de overwin
ning, in zijn roeping, in den hemel voor
den soldaat-die-voor-het-vaderland-sterft.
Dit geloof hebben de Japanners; neen
zij hebben het niet; het heeft hen, zij zijn
erdoor bezeten Daarom beteekenen tien
duizenden dooden niets voor hen; daarom
dragen zij blijmoedig de grootste ontberin
gen; daarom zijn zij zoo gevaarlijk.
Er is nu reeds eenige jaren oorlog in
China; het Chineesche volk bloedt uit
honderdduizenden wonden en het geeft
den strijd niejt op Rusland steunt het
met vliegtuigen. Duitschland steunde het
met deskundigen en technichi De wereld
heeft het gesteund met sympathie, waar
het weinig aan had, en met geld, dat in
een oogwenk verslonden was door de
enorme kosten van den modernen oorlog
Duitschland sloot met Italië en Japan
het Anti-Komintern pact en trok zijn des
kundigen terug De Japanner lachte zijn
geheimzinnig glimlachje.
Toen kwam de oorlog in het Westen
en Duitschland sloot een verbond met
Rusland De Japanner bleef glimlachen
Hij heeft het geloof, de zekerheid, waar
om zou de lach een grijns worden? Rus
land wordt sterker in het Westen; het
verwerft havens, deuren aan den weg van
den wereldhandel. Wat zal hejti in het
Oosten doen?
De Japanner wacht af. Daar in het
Oosten staan twee wereldbeschouwingên
tegenover elkaar: het communisme en de
weg van den keizer. Beide willen het
zelfde: de wereld Moet dat niet botsen?
Moet niet versterking van den een ver
zwakking van den ander beteekenen?
De dienaren van deze wereldbeschouwin
gen zijn des te gevaarlijker omdat het re
alisten zijn. En nu gebeurt onder onze
oogen het wonder dat politiek gespro
ken geen wonder is dat Rusland en Japan
onderhandelingen willen aanknoopen en
zullen trachten tot elkaar te komen Dat
beteekent natuurlijk een verhalen van de
kosten van het spel op een ander. Het
Westen ziet toe en vraagt zich in span
ning af wie als deze „ander" bedoeld is
Groot zijn de tegenstellingen tusschen
Moskou en Tokio, maar groot ook zijn de
belangen, die zij gemeen hebben: Zij willen
het Westen weg hebben uit China; zij
willen de koloniën van het Westen zelf
nemen. Hun weg daartoe verschilt, de
een doet het met propaganda, de ander
met vliegtuig en brandbom
Wat zal er gebeuren als die twee el
kaar vinden?
Japan onderhandelt niet alleen met Rus
land. Het tracht ook de Westersche sta
ten niet alle tegelijk #tegen zich in het
harnas te jagen Het weet verder, dat aan
den overkant van den Stillen Oceaan een
machtig land ligt, dat óók een moderne
geschiedenis heeft, die nog jong is, een
land, dat nog niet moegevochten is en
dat zijn belangen terdege in het oog houdt:
Amerika.
Zeker zullen de Ver. Staten niet zonder
meer toelaten, dat Japan de Westersche
mogendheden nog verder terugdringt uit
China. Het geeft Engeland een grooten
steun in den rug. En het ziet er wel naar
uit, dat de Britten in het Oosten een
steuntje noodig hebben
(Van onzen
correspondent.)
LONDEN, begin December
- In de Engelsche bladen is dezer dagen
een bericht verschenen dat meer aandacht
verdient dan het in het buitenland schijnt
te hebben ontvangen. Vooral voor de klei
ne neutrale staten zooals Nederland heeft
het een speciale beteekenis Het werpt
namelijk een scherp licht op Engeland s
houding tegenover de kleine mogendheden.
Het bericht in kwestie betrof de oorzaak
van de mislukking van de onderhandelin
gen, die dezen zomer tusschen Londen,
Parijs en Moskou zijn gevoerd Op de
vraag waarop die onderhandelingen nu
eigenlijk precies zijn gestrand, heeft de
wereld tot nu toe nooit een duidelijk ant
woord gekregen. De Engelsche en Fran-
sche regeeringen hebben daaromtrent
voor en na een geheimzinnig stilzwijgen be
tracht, dat zij ook nadat de onderhandelin
gen waren mislukt, nog verschillende
maanden bleven handhaven
De reden voor deze geheimzinnigheid
lag voor de hand Men wilde tijdens de
onderhandelingen niet over de moeilijk
heden, die er gerezen waren, praten uit
vrees het verdere verloop der onderhande
lingen daardoor ongunstig te beïnvloeden
kwanselen. Het betrof natuurlijk de Oost
zeestaten Rusland eischte als prijs voor
de afsluiting van een drievoudig verbond
liet recht de Oostzee-staten zoo noodig
met Fransche en Engelsche hulp, tegen
„indirecte aggressie" te beschermen. Wat
Rusland daaronder verstaat hebben deze
mogendheden in de afgeloopen maanden
een voor een aan den lijve mogen onder
vinden
Het recht hen tegen „indirecte aggres
sie" te beschermen was niets anders dan
het recht van de sterkere tegen de zwak
kere, het recht hen onder de voet te loo
pen
Dat begrepen Londen en Parijs dezen
zomer heel goed, zij het ook pas toen
de onderhandelingen reeds - vrij ver
gevorderd waren, en daar weigerden
zij aan mee te doen. Ondanks hun dringen
de behoefte aan Rusland's hulp, ondanks
het feit dat de prijs, die Rusland daarvoor
vergde, hen zelf materieel niets -gekost
zou hebben, wezen zij het Russische idee
voor een koehandeltje, waar de kleine mo
gendheden het slachtoffer van zouden wor
den, van de hand. Zij weigerden te doen
wat von Ribbentrop zonder aarzelen deed
zij weigerden Rusland's steun te koopen ten
koste van de vrijheid en onafhankelijkheid
van Rusland's kleine buurstaten.
Hier heeft men dus een feitelijk bewijs
dat Chamberlain „geen leege phrases ver
koopt", wanneer hij zegt dat Engeland
vecht „om de volken van Europa in staat te
DOOR AUTO AANGEREDEN EN
OVERLEDEN.
De 39-jarige gehuwde Pauwels uit de
IJsselstraat te Nijmegen, is gistermorgen op
den Weurtschenweg door een auto aange
reden. De man was vrijwel onmiddellijk
dood.
en men bleef ook toen alle hoop op sue- stellen hun vrijheden en onafhankelijkheid
j handhaven". Hij heeft door zijn houding
tegenover Moskou metterdaad bewezen dat
Engeland (en wat voor Engeland geldt,
geldt evenzeer voor zijn Fransche bondge
noot) het met de kleine mogendheden goed
meent, dat het ontgroeid is aan de mentali
teit, die de kleine mogendheden beschouwt
als de natuurlijke handelsobjecten van hun
groote broeders
De Engelschman zelf trekt dat nooit in
twijfel. Des te meer ergert het hem, wan
neer hij merkt dat de kleine mogendheden
minder gerust zijn op de goede bedoelingen
van het machtige Engeland en het vaak
met een ingeroest wantrouwen beschouwen,
dat niet principieel verschilt van het wan
trouwen voor Engelands tegenpartij in den
huidigen oorlog. Hij gevoelt zich daardoor
gekwetst en hij begrijpt het niet.
„Hoe kunt gij, Nederlanders of Belgen,
zoo redeneert hij, in uw hart werkelijk neu
traal zijn, hoe kunt gij voorgeven dat
Duitschland en Engeland wat u betreft
over één kam geschoren moeten worden.
Zeker, wij begrijpen, dat gij, neutralen, of
ficieel niet partijdig moogt zijn. Maar gij
kunt toch niet ontkennen dat gij van een
Engelsche overwinning niets te vreezen
hebt, terwijl iedereen op zijn vingers af kan
tellen wat u te wachten staat als Duitsch
land zegevierend uit den strijd zou treden.
Gij kunt toch niet ontkennen, dat Engeland,
ook al strijdt het allereerst voor zijn eigen
huid, tegelijkertijd voor al die beschavings
waarden strijdt die u even dierbaar zijn als
ons.
Antwoordt men daarop: „Ja, dat is alle
maal heel mooi, maar de zwakke broeders
in onze internationale anarchie moeten nu
eenmaal altijd wantrouwend tegenover al
hun grootere broers staan om de eenvoudi
ge reden, dat zij per slot van rekening aan
hun genade zijn overgeleverd", dan zegt
de Brit: „Goed, maar gij zult toch moeilijk
kunnen volhouden, dat wij in de laatste
vijfentwintig jaar misbruik hebben gemaakt
van onze superieure macht om de kleine
mogendheden op den kop te zitten en bo
vendien is het een van onze oorlogsdoelein
den een eind te maken aan deze internati
onale anarchie, waarin gij u terecht niet op
uw gemak voelt."
ces verkeken was volharden in zijn stil
zwijgendheid uit vrees dat men door al te
groote openhartigheid de betrekkingen
met Moskou nog slechter zou maken dan
zij al waren. De elementaire stelregels van
de diplomatie geboden d,at er over de
moeilijkheden, die er met Moskou gerezen
waren, zoo weinig mogelijk werd gezegd
Zoolang er nog een kans bestond dat Mos
kou vroeger of later nog eens tegen
Duitschland zou kunnen worden gebruikt
wilde men vasthouden aan het principe
spreken is zilver en zwijgen is goud."
Daarin is nu echter door het Russische
optreden tegen Finland een groote ver
andering gebracht. Rusland heeft daardoor
bij het Engelsche publiek zoo'n afkeer ge
wekt, dat het als potentieele bondgenoot
voorloopig heeft afgedaan. Hoe gaarne de
regeering misschien ook nu nog om rede
nen van „realpolitik" den Russischen beer
te vriend zou willen houden, zij ziet dui
delijk in dat de publieke opinie van een
samengaan met Rusland niets meer zou
willen weten
Daarmee is dus ook de noodzaak Rus
land's optreden bij de onderhandelingen
van dezen zomer met den mantel der lief
de te bedekken vervallen. Engeland heeft
van Rusland weinig meer te verwachten
en hoeft zich dus ook niet meer te schro
men den sluier van tactvolle diplomatieke
geheimzinnigheid op te heffen.
Zoo kwam het dat de diplomatieke cor
respondenten van vrijwel alle Engelsche
bladen enkele dagen geleden plotseling
met een „onthulling" konden komen over
de onderhandelingen van den vorigen
zomer. Zij hadden kennelijk een wenk van
hoogerhand gekregen (dat blijkt niet al
leen uit het feit dat zij hun onthulling al
len op dezelfde dag publiceerden, maar
ook uit de gelijkluidende bewoordingen van
hun berichten) dat het tijd werd een boek
je over Moskou's wandaden open te doen
De inhoud van dit boekje was ongeveer
als volgt:
Engeland en Frankrijk hadden niet tot
een accoord met Rusland kunnen komen
omdat Moskou hen in feite gevraagd had
de vrijheden en onafhankelijkheid van
een aantal kleine mogendheden te ver-
Men kan altijd met het oude argument
van den Boerenoorlog yoor den dag komen,
men kan historische koeien uit de sloot ha
len om den Engelschman te bewijzen, dat
de kleine mogendheden wel degelijk reden
hebben wantrouwig te zijn, maar het feit
blijft bestaan, dat Engeland nu al een ge
neratie lang een goeden staat van interna
tionalen dienst heeft, het feit blijft bestaan,
dat het tegenwoordige Engeland niet meer
het Engeland van Rhodes of van Palmer-
ston is. Dat weet de Engelschman, daarvan
is hij tot in het diepst van zijn hart over
tuigd en daarom voelt hij zich tegenover de
kleine mogendheden moreel sterk in zijn
schoenen staan.
Daarom ook voelt hij zich gekwetst, voelt
hij het als een onverdiend verwijt, wanneer
zijn land in de neutrale mogendheden naast
Duitschland in de eerste plaats als oorlog
voerende mogendheid beschouwd wordt.
Daarom ouk hindert het hem, wanneer de
ze landen even fel protesteeren tegen En
gelsche maatregelen zooals de export-blok
kade en Duitsche zooals de onbeperkte mij-
nencampagne.
De Engelsche diplomaat weet wel dat
dergelijke gelijke reactie op Engelsche en
Duitsche maatregelen, waardoor de neu
trale zich in zijn rechten geschaad voelt,
een onmisbaar deel uitmaakt van een con
sequent doorgevoerde neutraliteitspolitiek.
De Engelsche man in de straat reageert an
ders. Hij is vaak geneigd protesten van de
kleine neutrale staten als verkeerd begre
pen eigenbelang op zij te schuiven. Zijn im
pulsieve antwoord is dat, ook al zouden En-
geland's maatregelen schadelijk voor de
neutrale zijn, zij „op den duur toch de neu
tralen even goed als Engeland zelf ten goe
de zullen komen en wel omdat alles wat een
Engelsche overwinning bespoedigt in het
belang van de neutralen is", naar zijn
meening. Dat is een houding, welke men in
de neutrale landen natuurlijk niet in al zijn
consequenties kan aanvaarden, maar welke
men als Britsch standpunt kan begrijpen.
De Argentijnsche minister vein buiten-
landsche zaken, Cantillo, heeft opnieuw een
verklaring afgelegd waarin hij een recht
vaardiging geeft van de houding van Argen
tinië, dat gebruik heeft gemaakt van zijn
recht als lid van den Volkenbond om de
uitstooting uit den bond van een der onge-
wenschte leden te vragen. Argentinë is van
oordeel, dat de aanwezigheid van de Sov
jet-Unie onvereenigbaar is met de statuten
van den bond, omdat zij iedere verzoening
weigert en de bondstatuten geschonden
heeft. Een moreele reactie is noodzakelijk,
opdat het bestaan zelve van den Volken
bond gehandhaafd zal kunnen worden.
Wat artikel 15 betreft van het handvest,
dat ingeroepen is door Finland, is Cantillo
niet van meening, dat de Volkenbond ver
trouwen heeft in een uitstelprocedure en in
de resultaten van een verzoeningspoging.
Argentinië vraagt, dat de waardigheid der
Volkenbondsleden geëerbiedigd zal worden,
hetgeen niet uitsluit, dat betrokken landen
kunnen onderhandelen met aanvallers, maar
dan buiten den Volkenbond en niet binnen
zijn verband. Door Finland te verdedigen,
aldus Cantillo, verdedigen wij den Volken
bond en onszelve.
Cantillo besloot met te verklaren, dat
Argentinië niet tracht zich van den Volken
bond te verwijderen. Het wenscht niet, dat
men zou kunnen denken, dat het de begin
selen van zijn traditioneele politiek laat
varen. Wanneer echter de Volkenbond wei
gert de U r s s uit te stooten, zal Argentinië
zich verplicht zien uit den Volkenbond te
treden in afwachting van een gunstiger
oogenblik voor de wedergeboorte van het
recht en de internationale moraal.
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
11
111=
13).
Hij deed de doos open, haalde er een si
gaar uit en sneed er het puntje af. Achter
hem, ineengedoken, zat Jane in een groo
ten stoel, waarin haar tengere figuurtje
bijna geheel en al weggezonken scheen. Zij
had haar gezicht met de handen bedekt. Zü
hield zich stil, alles in haar was gespannen.
Achter haar handen groeven zich haar tan
den in haar onderlip.
Gedurende het eerste uur na haar va
ders thuiskomst was zij nog steeds geweest
onder wat zij niet anders dan de „betoove-
ring" van den vreemden man kon noemen.
Telkens weer moest zij denken aan den
vreemden middag, welken zij met hem door
gebracht had. Gedurende het tweede uur,
dat zij en Hector Frensham rustig en met
ka m overleg hadden gesproken over Vayle
en Janes liefde voor Christopher Vayle en
de tegenwoordige penibele omstandighe
den van Christopher Vayle en hoe het
kwam dat, zoodra hij in moeilijkheden was,
Jane er oprecht spijt van gekregen had!
dat een kinderachtig misverstand haar tot
het verbreken van haar verloving met
Christopher Vayle had bewogen, voelde
Jane hoe haar vertrouwen in den vreemden
man ieder oogenblik zwakker werd. Tegen
dat het tweede uur verstreken was, had zij
het zoo goed als heelemaal verloren. Nu
zag zij eerst goed in, hoe waanzinnig de
heele episode eigenlijk was. De man moest
of een schurk, of een gek zijn, en misschien
wel allebei. Nee, geen gek. Dat in geen ge
val. Dus een schurk? Of alleen maar een
charlatan?
Maar wat hij ook mocht zijn, één ding
stond vast, namelijk dat het iemand was,
die verder wilde springen dan zijn polsstok
lang was, want wat zou hij in deze zaak
voor haar kunnen doen? Dit, gevoegd bü
haar teruggekeerde gedeprimeerdheid, wel
ke door de tijdelijke afwezigheid in hevig
heid verdubbeld scheen, vervulde Jane met
groote minachting voor zichzelf.
Onder het diner had noch zij, noch Hector
Frensham ook maar een woord gesproken
over de zaak, welke zoo'n donkere scha
duw om hun bestaan geworpen had. Doch
nauwelijks waren zij na afloop van het di
ner alleen, of zjj kwamen er onvermijdelijk
weer op terug. Sir Hector Frensham, die
zooals reeds gezegd Jane's beste vriend
was, probeerde haar niet met een valsche
hoop te vleien. Jane, die voelde, dat zij vrij
wel het crisispunt van haar ondragelijke
wanhoop bereikt had, stond verscheidene
keeren op het punt haar vader de dwaas
heid te vertellen, welke zij dezen middag
begaan had. Doch iederen keer, dat zij het
hem wilde meedeelen was het alsof iets
misschien alleen maar haar belofte, doch
waarschijnlijk nog iets anders haar den
mond snoerde.
Hector Frensham draaide zich met de
nog onaangestoken sigaar in zijn hand om
en liep langzaam weer naar het midden
van de kamer. Jane liet de handen van
haar gezicht vallen en zette zich met een
klein, doch voor Hector Frensham onein
dig aandoenlijk schouderschokje weer
rechtop in haar stoel. Zij keek naar haar
vader op en hij zag dat haar blauwe oogen
droog waren. Maar hij zag ook, dat zij schit
terden met 'n hard, wild licht en dat deed.
hem meer pijn dan tranen hem ooit hadden
kunnen doen.
Als ge in de maskerade,
Die het leven spelen laat,
Maar niet speelt tot eigen schade
Aan uw eerlijke gelaat.
Adama van Scheltema.
llllllllllllllllt!llllllllllllll!llllllllll!llllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllilililll!lll!!I
Hij wierp zijn sigaar in het rooster van
den haard. Hij ging op den arm van den
grooten stoel zitten en sloeg zijn arm om
zijn dochter heen. Hij voelde haar heele
lichaam tegen zijn arm schokken. Hij drukte
haar stevig tegen zich aan.
Zoo bleven zij zwijgend zitten.
III.
Tegen het middernachtelijk uur was de
dansvloer van café Berlin door al de
extra-tafels, welke voortdurend voor de
laatkomers op het parket bijgezet moesten
worden geslonken tot een oppervlakte,
welke niet veel grooter dan die van een
tafellaken was.
Hierop nu probeerden vijftig a zestig pa
ren te dansen.
Ferdie Kruhn ontlokte de laatste sacha-
rine-zoete jammertonen van Moonlight and
Lilies aan zijn Zestien Luitenants. Een luid
en langdurig applaus klaterde op, doch daar
dit reeds het zooveelste „bis" geweest was,
bleef de muziek hardnekkig zwijgen. Met
veel strijkages en een satanisch glimlachje
nam Ferdie Kruhn de bijvalsbetuigingen
in ontvangst.
De dansvloer stroomde nu leeg. De dans
paren wrongen zich in allerlei bochten om
hun respectieve tafels weer te bereiken.
Van de breede trap, welke naar de cock
tail-bar leidde, kwam, aangekondigd door
een plotselinge stilte, een Zeer Belangrijk
Persoon, die een dame van een rustige, doch
opmerkelijke schoonheid aan zijn arm had.
Hij werd onder aan de trap ontvangen door
den maitre d'hótel, die door jarenlange er
varing er al aan gewend was den Zeer Be
langrijken Persoon te bejegenen op een wij
ze, welke slechts weinig verschilde van de
wijze, waarop hij met alle gasten omging.
Met een indrukwekkende plechtstatigheid
ging hij hem voor naar een tafeltje in een
afgelegen hoek. Door de stilte sijpelde lang
zaam hier en daar gefluister, dat echter al
heel spoedig weer tot het oude oorverdoo-
vende rumoer aanzwol.
Aan een vierpersoons-tafel aan den rand
van den dansvloer zei een vrouw tegen de
twee mannen naast en de vrouw tégenover
haar:
,,'t Kan me niets schelen ik vind hem
lief!"
„Ik dacht niet, dat je me gezien had",
zei plotseling een stem In haar oor.
Zij draaide zich met een ruk om. „Nick!"
riep zij uit.
„Dar-ling!" Zij was een zeer knappe
vrouw.
Nicholas Revel keek op haar neer en
glimlachte.
Ferdie Kruhn en zijn Zestien Luitenants
lieten de eerste luidruchtige maten van
Let Me Kiss You and Die weerschallen. De
vrouw aan het uiteinde van de tafel stond
op en een der mannen volgde haar. Zij ver
loren zich in den maalstroom der-dansende
paren.
Nicholas liet zich in den stoel van den
man vallen. Een oogenblik lang keek de
vrouw aan het hoofd van de tafel hem
glimlachend aan, tot zjj zich met een schrik
ineens de voorschriften der etiquette herin
nerde en wendde zich toen tot haar metge
zel.
„Ik geloof niet", zei zij, „dat de heeren
elkaar kennenMeneer Revel Kapi
tein Hm-a".
Nicholas knikte en glimlachte. Kapitein
Hm-a glimlachte alleen. De gastvrouw
schpnk Nicholas een glas champagne in,
waar deze meteen van dronk.
Kapitein Hm-a maakte een paar beleefde
keelgeluiden, welke even onverstaanbaar
waren als zijn naam van de lipper der gast
vrouw had geklonken,excuseerde zich en
was verdwenen.
De vrouw slaakte een zucht van opluch
ting. „Nick", zei zij, „ik ben erg boos op
je!" Zij zag er evenwel in het geheel niet
boos uit. IntegendeelZij was een zeer
knappe vrouw.
„Uitgesloten!" zei Nicholas.
Zij schudde het hoofd. „Dat is heelemaal.
niet- uitgesloten het is een feit. Waarom
ben je gisteravond niet op mijn partijtje
gekomen, jij slechte man? Hebben je be
loften dan nooit eenige warade?"
„Maar zeer zelden", zei Nicholas,
„Je bent verschrikkelijk!"
„Best mogelijk", zei Nicholas. „Maar je
hebt het mis in dit geval".
De zeer knappe vrouw staarde hem ver
baasd aan en keek, zoo mogelijk, knapper
dan ooit.
„Ik begrijp je niet", zei zij met een paar
oogen, welke dat duidelijk bevestigden.
„Het is toch zoo eenvoudig. Ik ben op je
partijtje geweest. Ik heb mij er kostelijk
geamuseerd. Het was een van die gedist..."
„Maar Nick!" viel zij hem in de rede.
De verbaasde uitdrukking in haar bruine
oogen verdwenen toen deze zijn zwarte
oogen ontmoetten.
„O, ik begrijp het al".
„Ik heb mij kostelijk op je partijtje ge
amuseerd", herhaalde Nicholas. „En ik ben
erg blij je vanavond hier aan te treffen,
want ik voel, dat ik je mijn verontschul
diging moet aanbieden".
Zij haalde haar blanke schouders op.
„Maar waarvoor dan? Ik weet zeker, dat
jij je zeer correct gedragen hebt zooals
je dat trouwens altijd doet".
(Wordt vervolgd).