Engeland acht zich de beschermer der kleine staten {TEGEN DE WET KRONIEK VAN DEN DAG Argentinië wil de Sovjet- Unie uit den Volkenbond stooten. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 12 DECEMBER 1939. No. 293. De weg van den Mikado. Waarom de oorzaak van het mislukken der onderhandelingen met Moskou thans wordt bekend gemaakt Begrijpelijke, maar thans overbodige geheimzinnigheid. De waardigheid der Vol- kenbondsleden dient ge ëerbiedigd te worden. 'sbare d 70, stuks, ïk 29, „De 1 Mbg, t de ïbben Joffers onze [oord- BBB Brie- 1365, iKorte |raagd, ver- woor- egtse, G ge- Kor- peven [Blad. ESfll oor 2 ulden inker, Mid- Bij de tallooze onderwerpen, waarover de politici en would-be politici van van daag allerlei schoone en min of meer waarschijnlijke hypothesen kunnen op bouwen, behoort de houding en dan vooral de toekomstige houding van Japan Wat wil Japan en hoe wil het dat doel bereiken Het doel is bekend genoeg; het is alleen verwonderlijk, dat „het Westen" er zoo betrekkelijk weinig aandacht aan be steedt, alsof het denkt, dat het met dit doel niet zoo ernstig gemeend is, terwijl er toch voorbeelden te over zijn om te bewijzen, dat het Japan doodelijke ernst is met zijn streven. Die voorbeelden hee ten o m. Korea, Mandsjoekwo, China Vandaag is het 2600 jaar geleden, dat volgens de Japanners, de eerste Japan ner op aarde daalde, geboren uit de zon Hem werd gezegd, dat zijn nageslacht zou heerschen over heel de aarde en haar volkeren Dit was tegelijkertijd een be lofte en een opdracht. In de laatste tientallen jaren is Japan een begin gaan maken met de uitvoering van die opdracht! Het in bliksemtempo uit middeleeuwsche toestanden in een „modern" land getrans formeerde Japan, heeft met een reusach- tigen stap eenige eeuwen van technische ontwikkeling overgeslagen, welke de Wes- tersche staten alle hebben doorgemaakt, de een vroeger, de ander later In het Westen hebben we in die eeuwen gezien, dat niet alleen de techniek zich ontwikkelde, doch dat ook de geheele sa menleving der menschen een proces door maakte, dat leidde tot een beter „samen leven". De menschen toonden zich in staat tot wederzijdsch begrip en wederzijdsche achting en ontegenzeglijk zijn er groote dingen tot stand gebracht door het komen van een zachtmoediger geest Een paar 'kleine uitingen hiervan zijn: een groote- re „menschelijkheid", de afschaffing der slavernij, het Roode Kruis, het algemee- ne verlangen naar vrede, niet alleen om dat die ongevaarlijk en gemakkelijk is, maar ook omdat wij zijn gaan inzien, dat de dood op het slagveld wel heel eervol kan zijn; maar dat levende men schen doorgaans toch méér voor hun volk kunnen doen dan doode. Men lette er intusschen wel op, dat wij hier spreken over menschen en niet over staten. Voor de laatste geldt blijkbaar, ook in het Westen een andere moraal, he laas, dan voor de menschen Zoo zien wij hoe thans verscheidene groote staten din gen bedrijven, welke hun onderdanen in het gewone leven als „Misdaad" en „moord" zouden betitelen In Japan echter wij weten het uit de geschriften van vooraanstaande Ja panners schijnt er maar één moraal t# zijn: die van den staat En dat is ook begrijpelijk, want zoo goed als bij ons de moraal in diepsten zin afkomstig is uit den Godsdienst en in ieder geval over eenkomt met de voorschrfiten daarvan is dit ook in Japan het geval. Alleen: de Godsdienst van het over- groote deel der Japanners is anders. Hun God is de keizer, de Mikado, de regel rechte afstammeling van de zon. Hun mo raal is de „Kwodo", de weg des keizers. En daar die weg moet leiden tot ovor- heersching der geheele wereld, kan het ook geen verwondering baren als tie ui tingen van deze moraal in de pracnjk neerkomen op onderdrukking van andére volken. Als die andere volken weigeren de zending der Japanners de over- heersching gewillig aan te nemen, dan weerstreven zij niet alleen den wil van den huidigen keizer, maar ook den wil zegt de Jétpanner van God. Het zijn dus ongeloovigen, ketters En als wjj dan even nagaan hoe het Westen gehandeld heeft tegenover „ket ters", dan begrijpen wij iets van de on- meiischelijke gruwelen, die de „Zonen van de Zon" bedreven hebben en nog dagelijks bedrijven bij het volvoeren van hun „Goddelijke zending". Japan heeft een paar eeuwen „men- schelijkheids"-ontwikkeIing overgeslagen en zoo is het land nu pas toe aan wat „bij ons' brandstapels en Godsoordeelen waren. Japan doet het alleen daar zijn taak zooveel omvangrijker is in het groot. Het gaat niet tegen enkele perso nen of tegen groepen uit een stad, maar tegen heele streken, heele volkeren. Weer zijn er brandstapels, maar zij wor den veroorzaakt door bommen Weer zijn er Godsoordeelen, maar de uitvoerders en beoordeelaars zijn Japanners. Met dezelfde bewapening, dezelfde kracht en dezelfde oefening kan de eene soldaat tweemaal zoo sterk zijn als de andere wanneer hijgelooft In de overwin ning, in zijn roeping, in den hemel voor den soldaat-die-voor-het-vaderland-sterft. Dit geloof hebben de Japanners; neen zij hebben het niet; het heeft hen, zij zijn erdoor bezeten Daarom beteekenen tien duizenden dooden niets voor hen; daarom dragen zij blijmoedig de grootste ontberin gen; daarom zijn zij zoo gevaarlijk. Er is nu reeds eenige jaren oorlog in China; het Chineesche volk bloedt uit honderdduizenden wonden en het geeft den strijd niejt op Rusland steunt het met vliegtuigen. Duitschland steunde het met deskundigen en technichi De wereld heeft het gesteund met sympathie, waar het weinig aan had, en met geld, dat in een oogwenk verslonden was door de enorme kosten van den modernen oorlog Duitschland sloot met Italië en Japan het Anti-Komintern pact en trok zijn des kundigen terug De Japanner lachte zijn geheimzinnig glimlachje. Toen kwam de oorlog in het Westen en Duitschland sloot een verbond met Rusland De Japanner bleef glimlachen Hij heeft het geloof, de zekerheid, waar om zou de lach een grijns worden? Rus land wordt sterker in het Westen; het verwerft havens, deuren aan den weg van den wereldhandel. Wat zal hejti in het Oosten doen? De Japanner wacht af. Daar in het Oosten staan twee wereldbeschouwingên tegenover elkaar: het communisme en de weg van den keizer. Beide willen het zelfde: de wereld Moet dat niet botsen? Moet niet versterking van den een ver zwakking van den ander beteekenen? De dienaren van deze wereldbeschouwin gen zijn des te gevaarlijker omdat het re alisten zijn. En nu gebeurt onder onze oogen het wonder dat politiek gespro ken geen wonder is dat Rusland en Japan onderhandelingen willen aanknoopen en zullen trachten tot elkaar te komen Dat beteekent natuurlijk een verhalen van de kosten van het spel op een ander. Het Westen ziet toe en vraagt zich in span ning af wie als deze „ander" bedoeld is Groot zijn de tegenstellingen tusschen Moskou en Tokio, maar groot ook zijn de belangen, die zij gemeen hebben: Zij willen het Westen weg hebben uit China; zij willen de koloniën van het Westen zelf nemen. Hun weg daartoe verschilt, de een doet het met propaganda, de ander met vliegtuig en brandbom Wat zal er gebeuren als die twee el kaar vinden? Japan onderhandelt niet alleen met Rus land. Het tracht ook de Westersche sta ten niet alle tegelijk #tegen zich in het harnas te jagen Het weet verder, dat aan den overkant van den Stillen Oceaan een machtig land ligt, dat óók een moderne geschiedenis heeft, die nog jong is, een land, dat nog niet moegevochten is en dat zijn belangen terdege in het oog houdt: Amerika. Zeker zullen de Ver. Staten niet zonder meer toelaten, dat Japan de Westersche mogendheden nog verder terugdringt uit China. Het geeft Engeland een grooten steun in den rug. En het ziet er wel naar uit, dat de Britten in het Oosten een steuntje noodig hebben (Van onzen correspondent.) LONDEN, begin December - In de Engelsche bladen is dezer dagen een bericht verschenen dat meer aandacht verdient dan het in het buitenland schijnt te hebben ontvangen. Vooral voor de klei ne neutrale staten zooals Nederland heeft het een speciale beteekenis Het werpt namelijk een scherp licht op Engeland s houding tegenover de kleine mogendheden. Het bericht in kwestie betrof de oorzaak van de mislukking van de onderhandelin gen, die dezen zomer tusschen Londen, Parijs en Moskou zijn gevoerd Op de vraag waarop die onderhandelingen nu eigenlijk precies zijn gestrand, heeft de wereld tot nu toe nooit een duidelijk ant woord gekregen. De Engelsche en Fran- sche regeeringen hebben daaromtrent voor en na een geheimzinnig stilzwijgen be tracht, dat zij ook nadat de onderhandelin gen waren mislukt, nog verschillende maanden bleven handhaven De reden voor deze geheimzinnigheid lag voor de hand Men wilde tijdens de onderhandelingen niet over de moeilijk heden, die er gerezen waren, praten uit vrees het verdere verloop der onderhande lingen daardoor ongunstig te beïnvloeden kwanselen. Het betrof natuurlijk de Oost zeestaten Rusland eischte als prijs voor de afsluiting van een drievoudig verbond liet recht de Oostzee-staten zoo noodig met Fransche en Engelsche hulp, tegen „indirecte aggressie" te beschermen. Wat Rusland daaronder verstaat hebben deze mogendheden in de afgeloopen maanden een voor een aan den lijve mogen onder vinden Het recht hen tegen „indirecte aggres sie" te beschermen was niets anders dan het recht van de sterkere tegen de zwak kere, het recht hen onder de voet te loo pen Dat begrepen Londen en Parijs dezen zomer heel goed, zij het ook pas toen de onderhandelingen reeds - vrij ver gevorderd waren, en daar weigerden zij aan mee te doen. Ondanks hun dringen de behoefte aan Rusland's hulp, ondanks het feit dat de prijs, die Rusland daarvoor vergde, hen zelf materieel niets -gekost zou hebben, wezen zij het Russische idee voor een koehandeltje, waar de kleine mo gendheden het slachtoffer van zouden wor den, van de hand. Zij weigerden te doen wat von Ribbentrop zonder aarzelen deed zij weigerden Rusland's steun te koopen ten koste van de vrijheid en onafhankelijkheid van Rusland's kleine buurstaten. Hier heeft men dus een feitelijk bewijs dat Chamberlain „geen leege phrases ver koopt", wanneer hij zegt dat Engeland vecht „om de volken van Europa in staat te DOOR AUTO AANGEREDEN EN OVERLEDEN. De 39-jarige gehuwde Pauwels uit de IJsselstraat te Nijmegen, is gistermorgen op den Weurtschenweg door een auto aange reden. De man was vrijwel onmiddellijk dood. en men bleef ook toen alle hoop op sue- stellen hun vrijheden en onafhankelijkheid j handhaven". Hij heeft door zijn houding tegenover Moskou metterdaad bewezen dat Engeland (en wat voor Engeland geldt, geldt evenzeer voor zijn Fransche bondge noot) het met de kleine mogendheden goed meent, dat het ontgroeid is aan de mentali teit, die de kleine mogendheden beschouwt als de natuurlijke handelsobjecten van hun groote broeders De Engelschman zelf trekt dat nooit in twijfel. Des te meer ergert het hem, wan neer hij merkt dat de kleine mogendheden minder gerust zijn op de goede bedoelingen van het machtige Engeland en het vaak met een ingeroest wantrouwen beschouwen, dat niet principieel verschilt van het wan trouwen voor Engelands tegenpartij in den huidigen oorlog. Hij gevoelt zich daardoor gekwetst en hij begrijpt het niet. „Hoe kunt gij, Nederlanders of Belgen, zoo redeneert hij, in uw hart werkelijk neu traal zijn, hoe kunt gij voorgeven dat Duitschland en Engeland wat u betreft over één kam geschoren moeten worden. Zeker, wij begrijpen, dat gij, neutralen, of ficieel niet partijdig moogt zijn. Maar gij kunt toch niet ontkennen dat gij van een Engelsche overwinning niets te vreezen hebt, terwijl iedereen op zijn vingers af kan tellen wat u te wachten staat als Duitsch land zegevierend uit den strijd zou treden. Gij kunt toch niet ontkennen, dat Engeland, ook al strijdt het allereerst voor zijn eigen huid, tegelijkertijd voor al die beschavings waarden strijdt die u even dierbaar zijn als ons. Antwoordt men daarop: „Ja, dat is alle maal heel mooi, maar de zwakke broeders in onze internationale anarchie moeten nu eenmaal altijd wantrouwend tegenover al hun grootere broers staan om de eenvoudi ge reden, dat zij per slot van rekening aan hun genade zijn overgeleverd", dan zegt de Brit: „Goed, maar gij zult toch moeilijk kunnen volhouden, dat wij in de laatste vijfentwintig jaar misbruik hebben gemaakt van onze superieure macht om de kleine mogendheden op den kop te zitten en bo vendien is het een van onze oorlogsdoelein den een eind te maken aan deze internati onale anarchie, waarin gij u terecht niet op uw gemak voelt." ces verkeken was volharden in zijn stil zwijgendheid uit vrees dat men door al te groote openhartigheid de betrekkingen met Moskou nog slechter zou maken dan zij al waren. De elementaire stelregels van de diplomatie geboden d,at er over de moeilijkheden, die er met Moskou gerezen waren, zoo weinig mogelijk werd gezegd Zoolang er nog een kans bestond dat Mos kou vroeger of later nog eens tegen Duitschland zou kunnen worden gebruikt wilde men vasthouden aan het principe spreken is zilver en zwijgen is goud." Daarin is nu echter door het Russische optreden tegen Finland een groote ver andering gebracht. Rusland heeft daardoor bij het Engelsche publiek zoo'n afkeer ge wekt, dat het als potentieele bondgenoot voorloopig heeft afgedaan. Hoe gaarne de regeering misschien ook nu nog om rede nen van „realpolitik" den Russischen beer te vriend zou willen houden, zij ziet dui delijk in dat de publieke opinie van een samengaan met Rusland niets meer zou willen weten Daarmee is dus ook de noodzaak Rus land's optreden bij de onderhandelingen van dezen zomer met den mantel der lief de te bedekken vervallen. Engeland heeft van Rusland weinig meer te verwachten en hoeft zich dus ook niet meer te schro men den sluier van tactvolle diplomatieke geheimzinnigheid op te heffen. Zoo kwam het dat de diplomatieke cor respondenten van vrijwel alle Engelsche bladen enkele dagen geleden plotseling met een „onthulling" konden komen over de onderhandelingen van den vorigen zomer. Zij hadden kennelijk een wenk van hoogerhand gekregen (dat blijkt niet al leen uit het feit dat zij hun onthulling al len op dezelfde dag publiceerden, maar ook uit de gelijkluidende bewoordingen van hun berichten) dat het tijd werd een boek je over Moskou's wandaden open te doen De inhoud van dit boekje was ongeveer als volgt: Engeland en Frankrijk hadden niet tot een accoord met Rusland kunnen komen omdat Moskou hen in feite gevraagd had de vrijheden en onafhankelijkheid van een aantal kleine mogendheden te ver- Men kan altijd met het oude argument van den Boerenoorlog yoor den dag komen, men kan historische koeien uit de sloot ha len om den Engelschman te bewijzen, dat de kleine mogendheden wel degelijk reden hebben wantrouwig te zijn, maar het feit blijft bestaan, dat Engeland nu al een ge neratie lang een goeden staat van interna tionalen dienst heeft, het feit blijft bestaan, dat het tegenwoordige Engeland niet meer het Engeland van Rhodes of van Palmer- ston is. Dat weet de Engelschman, daarvan is hij tot in het diepst van zijn hart over tuigd en daarom voelt hij zich tegenover de kleine mogendheden moreel sterk in zijn schoenen staan. Daarom ook voelt hij zich gekwetst, voelt hij het als een onverdiend verwijt, wanneer zijn land in de neutrale mogendheden naast Duitschland in de eerste plaats als oorlog voerende mogendheid beschouwd wordt. Daarom ouk hindert het hem, wanneer de ze landen even fel protesteeren tegen En gelsche maatregelen zooals de export-blok kade en Duitsche zooals de onbeperkte mij- nencampagne. De Engelsche diplomaat weet wel dat dergelijke gelijke reactie op Engelsche en Duitsche maatregelen, waardoor de neu trale zich in zijn rechten geschaad voelt, een onmisbaar deel uitmaakt van een con sequent doorgevoerde neutraliteitspolitiek. De Engelsche man in de straat reageert an ders. Hij is vaak geneigd protesten van de kleine neutrale staten als verkeerd begre pen eigenbelang op zij te schuiven. Zijn im pulsieve antwoord is dat, ook al zouden En- geland's maatregelen schadelijk voor de neutrale zijn, zij „op den duur toch de neu tralen even goed als Engeland zelf ten goe de zullen komen en wel omdat alles wat een Engelsche overwinning bespoedigt in het belang van de neutralen is", naar zijn meening. Dat is een houding, welke men in de neutrale landen natuurlijk niet in al zijn consequenties kan aanvaarden, maar welke men als Britsch standpunt kan begrijpen. De Argentijnsche minister vein buiten- landsche zaken, Cantillo, heeft opnieuw een verklaring afgelegd waarin hij een recht vaardiging geeft van de houding van Argen tinië, dat gebruik heeft gemaakt van zijn recht als lid van den Volkenbond om de uitstooting uit den bond van een der onge- wenschte leden te vragen. Argentinë is van oordeel, dat de aanwezigheid van de Sov jet-Unie onvereenigbaar is met de statuten van den bond, omdat zij iedere verzoening weigert en de bondstatuten geschonden heeft. Een moreele reactie is noodzakelijk, opdat het bestaan zelve van den Volken bond gehandhaafd zal kunnen worden. Wat artikel 15 betreft van het handvest, dat ingeroepen is door Finland, is Cantillo niet van meening, dat de Volkenbond ver trouwen heeft in een uitstelprocedure en in de resultaten van een verzoeningspoging. Argentinië vraagt, dat de waardigheid der Volkenbondsleden geëerbiedigd zal worden, hetgeen niet uitsluit, dat betrokken landen kunnen onderhandelen met aanvallers, maar dan buiten den Volkenbond en niet binnen zijn verband. Door Finland te verdedigen, aldus Cantillo, verdedigen wij den Volken bond en onszelve. Cantillo besloot met te verklaren, dat Argentinië niet tracht zich van den Volken bond te verwijderen. Het wenscht niet, dat men zou kunnen denken, dat het de begin selen van zijn traditioneele politiek laat varen. Wanneer echter de Volkenbond wei gert de U r s s uit te stooten, zal Argentinië zich verplicht zien uit den Volkenbond te treden in afwachting van een gunstiger oogenblik voor de wedergeboorte van het recht en de internationale moraal. Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 11 111= 13). Hij deed de doos open, haalde er een si gaar uit en sneed er het puntje af. Achter hem, ineengedoken, zat Jane in een groo ten stoel, waarin haar tengere figuurtje bijna geheel en al weggezonken scheen. Zij had haar gezicht met de handen bedekt. Zü hield zich stil, alles in haar was gespannen. Achter haar handen groeven zich haar tan den in haar onderlip. Gedurende het eerste uur na haar va ders thuiskomst was zij nog steeds geweest onder wat zij niet anders dan de „betoove- ring" van den vreemden man kon noemen. Telkens weer moest zij denken aan den vreemden middag, welken zij met hem door gebracht had. Gedurende het tweede uur, dat zij en Hector Frensham rustig en met ka m overleg hadden gesproken over Vayle en Janes liefde voor Christopher Vayle en de tegenwoordige penibele omstandighe den van Christopher Vayle en hoe het kwam dat, zoodra hij in moeilijkheden was, Jane er oprecht spijt van gekregen had! dat een kinderachtig misverstand haar tot het verbreken van haar verloving met Christopher Vayle had bewogen, voelde Jane hoe haar vertrouwen in den vreemden man ieder oogenblik zwakker werd. Tegen dat het tweede uur verstreken was, had zij het zoo goed als heelemaal verloren. Nu zag zij eerst goed in, hoe waanzinnig de heele episode eigenlijk was. De man moest of een schurk, of een gek zijn, en misschien wel allebei. Nee, geen gek. Dat in geen ge val. Dus een schurk? Of alleen maar een charlatan? Maar wat hij ook mocht zijn, één ding stond vast, namelijk dat het iemand was, die verder wilde springen dan zijn polsstok lang was, want wat zou hij in deze zaak voor haar kunnen doen? Dit, gevoegd bü haar teruggekeerde gedeprimeerdheid, wel ke door de tijdelijke afwezigheid in hevig heid verdubbeld scheen, vervulde Jane met groote minachting voor zichzelf. Onder het diner had noch zij, noch Hector Frensham ook maar een woord gesproken over de zaak, welke zoo'n donkere scha duw om hun bestaan geworpen had. Doch nauwelijks waren zij na afloop van het di ner alleen, of zjj kwamen er onvermijdelijk weer op terug. Sir Hector Frensham, die zooals reeds gezegd Jane's beste vriend was, probeerde haar niet met een valsche hoop te vleien. Jane, die voelde, dat zij vrij wel het crisispunt van haar ondragelijke wanhoop bereikt had, stond verscheidene keeren op het punt haar vader de dwaas heid te vertellen, welke zij dezen middag begaan had. Doch iederen keer, dat zij het hem wilde meedeelen was het alsof iets misschien alleen maar haar belofte, doch waarschijnlijk nog iets anders haar den mond snoerde. Hector Frensham draaide zich met de nog onaangestoken sigaar in zijn hand om en liep langzaam weer naar het midden van de kamer. Jane liet de handen van haar gezicht vallen en zette zich met een klein, doch voor Hector Frensham onein dig aandoenlijk schouderschokje weer rechtop in haar stoel. Zij keek naar haar vader op en hij zag dat haar blauwe oogen droog waren. Maar hij zag ook, dat zij schit terden met 'n hard, wild licht en dat deed. hem meer pijn dan tranen hem ooit hadden kunnen doen. Als ge in de maskerade, Die het leven spelen laat, Maar niet speelt tot eigen schade Aan uw eerlijke gelaat. Adama van Scheltema. llllllllllllllllt!llllllllllllll!llllllllll!llllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllilililll!lll!!I Hij wierp zijn sigaar in het rooster van den haard. Hij ging op den arm van den grooten stoel zitten en sloeg zijn arm om zijn dochter heen. Hij voelde haar heele lichaam tegen zijn arm schokken. Hij drukte haar stevig tegen zich aan. Zoo bleven zij zwijgend zitten. III. Tegen het middernachtelijk uur was de dansvloer van café Berlin door al de extra-tafels, welke voortdurend voor de laatkomers op het parket bijgezet moesten worden geslonken tot een oppervlakte, welke niet veel grooter dan die van een tafellaken was. Hierop nu probeerden vijftig a zestig pa ren te dansen. Ferdie Kruhn ontlokte de laatste sacha- rine-zoete jammertonen van Moonlight and Lilies aan zijn Zestien Luitenants. Een luid en langdurig applaus klaterde op, doch daar dit reeds het zooveelste „bis" geweest was, bleef de muziek hardnekkig zwijgen. Met veel strijkages en een satanisch glimlachje nam Ferdie Kruhn de bijvalsbetuigingen in ontvangst. De dansvloer stroomde nu leeg. De dans paren wrongen zich in allerlei bochten om hun respectieve tafels weer te bereiken. Van de breede trap, welke naar de cock tail-bar leidde, kwam, aangekondigd door een plotselinge stilte, een Zeer Belangrijk Persoon, die een dame van een rustige, doch opmerkelijke schoonheid aan zijn arm had. Hij werd onder aan de trap ontvangen door den maitre d'hótel, die door jarenlange er varing er al aan gewend was den Zeer Be langrijken Persoon te bejegenen op een wij ze, welke slechts weinig verschilde van de wijze, waarop hij met alle gasten omging. Met een indrukwekkende plechtstatigheid ging hij hem voor naar een tafeltje in een afgelegen hoek. Door de stilte sijpelde lang zaam hier en daar gefluister, dat echter al heel spoedig weer tot het oude oorverdoo- vende rumoer aanzwol. Aan een vierpersoons-tafel aan den rand van den dansvloer zei een vrouw tegen de twee mannen naast en de vrouw tégenover haar: ,,'t Kan me niets schelen ik vind hem lief!" „Ik dacht niet, dat je me gezien had", zei plotseling een stem In haar oor. Zij draaide zich met een ruk om. „Nick!" riep zij uit. „Dar-ling!" Zij was een zeer knappe vrouw. Nicholas Revel keek op haar neer en glimlachte. Ferdie Kruhn en zijn Zestien Luitenants lieten de eerste luidruchtige maten van Let Me Kiss You and Die weerschallen. De vrouw aan het uiteinde van de tafel stond op en een der mannen volgde haar. Zij ver loren zich in den maalstroom der-dansende paren. Nicholas liet zich in den stoel van den man vallen. Een oogenblik lang keek de vrouw aan het hoofd van de tafel hem glimlachend aan, tot zjj zich met een schrik ineens de voorschriften der etiquette herin nerde en wendde zich toen tot haar metge zel. „Ik geloof niet", zei zij, „dat de heeren elkaar kennenMeneer Revel Kapi tein Hm-a". Nicholas knikte en glimlachte. Kapitein Hm-a glimlachte alleen. De gastvrouw schpnk Nicholas een glas champagne in, waar deze meteen van dronk. Kapitein Hm-a maakte een paar beleefde keelgeluiden, welke even onverstaanbaar waren als zijn naam van de lipper der gast vrouw had geklonken,excuseerde zich en was verdwenen. De vrouw slaakte een zucht van opluch ting. „Nick", zei zij, „ik ben erg boos op je!" Zij zag er evenwel in het geheel niet boos uit. IntegendeelZij was een zeer knappe vrouw. „Uitgesloten!" zei Nicholas. Zij schudde het hoofd. „Dat is heelemaal. niet- uitgesloten het is een feit. Waarom ben je gisteravond niet op mijn partijtje gekomen, jij slechte man? Hebben je be loften dan nooit eenige warade?" „Maar zeer zelden", zei Nicholas, „Je bent verschrikkelijk!" „Best mogelijk", zei Nicholas. „Maar je hebt het mis in dit geval". De zeer knappe vrouw staarde hem ver baasd aan en keek, zoo mogelijk, knapper dan ooit. „Ik begrijp je niet", zei zij met een paar oogen, welke dat duidelijk bevestigden. „Het is toch zoo eenvoudig. Ik ben op je partijtje geweest. Ik heb mij er kostelijk geamuseerd. Het was een van die gedist..." „Maar Nick!" viel zij hem in de rede. De verbaasde uitdrukking in haar bruine oogen verdwenen toen deze zijn zwarte oogen ontmoetten. „O, ik begrijp het al". „Ik heb mij kostelijk op je partijtje ge amuseerd", herhaalde Nicholas. „En ik ben erg blij je vanavond hier aan te treffen, want ik voel, dat ik je mijn verontschul diging moet aanbieden". Zij haalde haar blanke schouders op. „Maar waarvoor dan? Ik weet zeker, dat jij je zeer correct gedragen hebt zooals je dat trouwens altijd doet". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5