KRONIEK VAN DEN DAG
Jtegen de wet j
Hachelijk avontuur van
Nederlandsche Rijnschippers.
Grensverkeer tusschen
Nederland en Duitschland
bemoeilijkt
Nederland wenscht geen
zitting te nemen in den
Raad van den Volkenbond.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 11 DECEMBER 1939. No. 292.»
Druk op de neutralen.
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinB
Hun sleepboot door de
Franschen beschoten.
Enorme vermindering van het
scheepvaartverkeer.
Ook goedkoope kerstpost
pakketten voor gemobiliseerden.
DE „SYLVAIN" WORDT ALS
VERLOREN BESCHOUWD,
Men is bang voor spion-
nage.
Nederlandsche bevolking gaf
reeds 10.000 voor Finland.
Twee Duitschers doodgeschoten
aan de Zuid-Slavische grens.
DE VERKOOP VAN ZEEP.
—O
De neutralen, de kleine neutralen
dan, krijgen voortdurend meer op hun
kerfstok, huns ondanks. Ze doen hun
uiterste best, om hun onzijdigheid on
gerept te houden, maar de oorlog
voerenden schijnen er een behagen in te
scheppen, hen in 't nauw te drijven, 's Is
blijkbaar nog niet mooi genoeg, dat hun
handel, industrie en landbouw schade en
verlies worden berokkend, dat men hun
scheepvaart eenerzijds belemmert door on
wettige controlemaatregelen, anderzijds
door mijnen en torpedo's, die bovendien het
leven der neutrale zeelieden en passagiers
in gevaar brengen, ja reeds tal van slacht
offers hebben geëischt. O, zeker, de oorlog
voerenden hebben wel begrip voor 't met
dit alles begane onrecht, doch elke partij
laakt slechts de maatregelen van haar te
genpartij en behandelt de zelf gepleegde
rechtsschennis met een beroep op over-
wacht. De geallieerden erkennen, dat hun
représailles „eenige inconveniënten" voor de
neutralen veroorzaken, maar wijzen daar
tegenover op de meer essentieele verliezen,
hun door de Duitsche oorlogvoering ter zee
berokkend. Berlijn van zijn kant acht die
verliezen nauwelijks de aandacht waard of
wel geeft er den vijand de schuld van; het
legt daarentegen vollen nadruk op de Brit
sche en Fransche uitvoer-blokkade, - waar
tegen z. i. de neutrale mogendheden, wel
ker schepen fot dusver Duitsche waren
vervoerden, zich met kracht moeten verzet
ten. Eigenaardig genoeg eischt men dit
krachtsvertoon juist van kleine mogend
heden en laat de „grooten" (Italië b.v.)
wien zulk verzet toch heel wat gemakke
lijker zou vallen, ongemoeid. Sterker nog:
wanneer een land als Italië, Duitschland's
asgenoot en vriend, in zijn protest tegen het
export-embargo verklaart, geen inbreuk op
zijn handel te zullen gedoogen, wordt deze
strikt platonische mededeeling reeds uit
bundig toegejuicht en den anderen zeeva
renden landen ten voorbeeld gesteld. En dit
nog wel, terwjjl de Italiaansche regeering
zelve elke vergelijking met de positie van
die landen afwijst. Immers, zij doet (voor-
loopig) niet mee aan den oorlog, maar be
houdt zich, naar ook Mussolini's lijfjourna
list, Gayda, in een commentaar op de be
sluiten van den Grooten Fascistischen Raad
Uiteenzette, alle vrijheid van besluit en actie
voor. De Duitsche pers is echter zóó ver
rukt over 't in het officieele Italiaansche
communiqué opgenomen zinnetje, waarin
trouw aan de „as" wordt betuigd, dat Italië
nu in 't geheel geen kwaad meer kan doen.
Men ziet den toch niet onduidelijken wenk
ten aanzien van Donau-bekken en Balkan
maar over het hoofd en verklaart, dat de
Italianen de juiste manier gevonden heb
ben, om Londen en Parijs op hun onrecht
matigheden van repliek te dienen. De ove
rige non-belligerenten, zoowel in Noord- als
in West-Europa, mogen er leering uittrek
ken. Maar, o wee, als zij 't bij deze soort
repliek zouden laten! En stilzwijgend gaat
men er'dan nog aan voorbij, dat Italië zich
tot dusver, evenals de kleine neutralen,
controle op zijn scheepvaart door Engeland
en Frankrijk Iaat welgevallen.
Berlijn hecht geen waarde aan het argu
ment der kleine neutrale mogendheden, dat
zij zich wel aan de Engelsche représailles
moéten onderwerpen, omdat ze tegen de
Engelsche overmacht ter zee niet op kun
nen. De „Dienst aus Deutschland", een offi
cieus Duitsch orgaan heeft dit nog eens na
drukkelijk naar voren gebracht. Dé kleine
onzijdigen zijn blijkbaar wel vastbesloten,
aldus het blad, te land hun neutraliteit vast
beraden te verdedigen, „zelfs als dat mili
tair niet veel hoop biedt". Militair en poli
tiek gezien is namelijk de positie der neu
tralen te land en ter zee dezelfde en volgens
de Duitsche opvatting leidt een staatkunde
van den geringsten weerstand in een ge
vaarlijke nabuurschap tot indirectie deel
neming aan den oorlog, terwijl de tegen
woordige tijd een „constructieve neutrali
teit" verlangt.
Onder welke „constructiviteit" dan blijk
baar verstaan wordt, dat Nederland, België
en andere totnogtoe buiten den oorlog ge-
llllillllllll>l!llllllllllllllllllllllllll!llllllllll||||||||||||||||||||||||||||||||||l!j|||||||||||||j=
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
12).
HOOFDSTUK VIII.
Na Het Feit.
Als u om een minuut of wat over zes toe
vallig voorbij 14 Gordon Place gekomen
zou zijn, toen Nicholas Revel naar buiten
kwam, in zijn groote auto stapte en in de
richting van Oxford Street wegreed, is het
zeer waarschijnlijk, dat u gezegd zoudt
hebben indien men u de vraag gesteld
had dat u dezen man gemakkelijk weer
zoudt herkennen. Maar als u een anderhalf
uur later in het café „De Os" in Notting
Dale geweest was, durf ik gerust te zeg
gen, dat u in den man, die daar in den hoek
bij de toonbank stond, Nicholas Revel niet
herkend zou hebben, of u had al een goede
vriend of kennis van hem moeten zijn.
Toch was er buiten zijn kleeren niets aan
hem veranderd. En die hij nu aanhad waren
van denzelfden tailleur en van vrijwel den
zelfden stijl als de kleeding, welke hij in
„Savarin" en Gordon Place had gedragen.
Maar was zijn grijze costuum daar nieuw
geweest (alhoewel ook weer niet al te
nieuw) en zoo licht, dat het alleen door
iemand, die over de noodige contanten en
heel wat vrijen tijd beschikt, uitgekozen
kon zijn het bruine costuum van Notting
Dale daarentegen was van een zware, prac-
tische stof en zoo afgedragen, dat het hier
en daar al kaal begon te worden en ook in
tal van andere opzichten teekenen van
langdurigen dienst vertoonde. Er vielen
nok nog andere veranderingen aan hem op
Het uitbreken van den oorlog heeft vele
Nederlandsche Rijnschippers verrast. Hun
schepen in de Fransche of Duitsche ha
vens op den Boven Rijn moesten in allerijl
worden verlaten en pogingen om hun be
zittingen terug te krijgen, hadden niet al
tijd succes Bekend is het geslaagd avon
tuur van twee dappere Rotterdamsche
schippers, die tusschen de twee vijandelij
ke linies langs den Rijn door hun sleep-
schepen met de Hollandsche vlag in top
veilig buiten de vuurlinie hebben weten te
brengen. Het bijzondere van die daad
spreekt nog sterker door het hacheljjk
avontuur, dat twee andere Rotterdamsche
Rijnschippers beleefden, die insgelijks er
op uit waren getrokken om hun schepen
terug te brengen meldt de Msb.
Het waren schippers P. A. Verschure
van de „Anna" en schippers Joor van de
„Mejo", beiden met hun zoons, die medio
October met de Nederlandsche sleepboot
„Bernhard" den Rijn op waren gevaren
om hun bezittingen uit Kehl te gaan ha
len.
Na met de Duitsche autoriteiten hun
plan te hebben besproken,, vertrokken zij
25 October van Ruhrort met bestemming
Kehl, de tegenover Straatsburg gelegen
Duitsche haven. Nadat men eenige dagen
in Mannheim was blijven liggen en de ver
zekering was gegeven, dat de wachtposten
langs de Siegfriedlinie de Nederlandsche
sleepboot ongehinderd zouden laten pas-
seeren, werd de tocht ondernomen De ge-
heele sleepboot was in de Nederlandsche
driekleur beschilderd, terwijl bovendien,
nog een groote Nederlandsche vlag in top
werd gevoerd.
Alles ging goed zoolang men nog tus
schen twee Duitsche oevers voer. Doch
toen Zaterdagmorgen 4 November 's mor
gens het Fransche Rijnstadje Lauterburg
werd genaderd, bleek de „Bernhard
eensklaps onder vuur te worden genomen.
De kogels sloegen in het water voor de
boeg van de boot
Kapitein Beekman, de gezagvoerder van
de sleepboot, draaide bij, zette koers naar
den Franschen oever en meerde daar. Er
kwam echter niemand opdagen Men be
sloot toen maar aan land te gaan, voorop
een witte vlag zwaaiend.
Nadat men een kleine verhevenheid be
stegen had, stonden de Nederlanders plot
seling in de loopen van een vijftal mi
trailleurs te kijken, welke op hen gericht
waren. Eindelijk kwam een Fransche of
ficier té voorschijn, die de danig geschrok
ken schippers vroeg, wie ze waren en wat
het doel was van hun reis. Toen de Fran
schen hoorden, dat ze met Hollanders te
doen hadden, draaiden ze eenigszins bij
Men gaf hun een glas cognac om wat van
de schrik te bekomen.
Ook de overigen, in totaal was men met
negen man aan boord, werden nu van de
„Bernhard" gehaald en weggebracht naar
Saverne, later naar St. Dié.
bleven landen zich gewapenderhand tegen
te Britsche controle op hun koopvaarders
zouden verzetten, op gevaar af met Enge
land en Frankrijk in oorlog te raken. Dat
zulk een moedwillig uitlokken van strijd
heel wat anders zou zijn dan weerstand bie
den aan agressie op ons grondgebied, uit
welke windstreek bok, ligt voor de hand,
maar debat hierover is nutteloos, da'ar te
gen een door macht geschraagd standpunt
immers toch geen redeneeren helpt.
De neutralen, wien het betreft, begrijpen
wel, waaraan ze zich moeten houden. Zij
wisten het trouwens reeds eerder, maar
zullen desondanks rustig, zoolang dit moge
lijk is, hun plichten als onzijdigen blijven
nakomen en daarbij nóch rechts nóch links
zien. Als men dan meent hun het neutrale
leden zoo ongeveer onmogelijk te moeten
maken, komen de gevolgen neer op het
hoofd van hen, die niet anders hebben ge
wild.
te merken. In plaats van den eleganten
grijzen hoed en het onberispelijke overhemd
droeg hij nu een gedeukt, ofschoon daarom
niet minder zwierig geval van verweerd
zwart vilt en een wit overhemd, waarvan
de smetteloosheid slechts diende om de ra
fels aan de manchetten en de nette, doch
in het oog loopende stop onder den rand
van de boord des te beter te doen uitko
men. De lichte, als aan den voet gegoten
molières van Gordon Place waren nu ver
vangen door een paar gehavende, zware
sportschoenen en de sigarettenkoker van
„Savarin" door een verfrommeld geel
pakje.
Nicholas Revel was een man, die niet
van half werk hield. Op het oogenblik zag
hij er van top tot teen uit als een heer, die
zich gelaten in het feit schikte, dat hij aan
l%er wal geraakt was. Dat hij geen vreem
de in café „De Os" was, bleek uit alles.
Niet alleen vele stamgasten, die uit een zeer
gevarieerd; publiek bestonden, Begroetten
hem met een hoofdknikje, doch ook Bessie
stond in de tusschentijden, dat zij niemand
behoefde te bedienen, gezellig, ja, zelfs ver
trouwelijk met hem over de toonbank te
babbelen, zoodat haar goudblonde hoofd
haast zijn somberen zwarte hoed raakte.
Het was niet vóórdat hij zijn tweede pul
bier half leeggedronken had, dat Nicholas
Revel kapitein Phelps uit „De Os"
ook maar met een enkel woord van het doel
van zijn bezoek repte. Hij zette zijn pul
neer, nam de krant op, welke Bessie voor
hem op de toonbank neergelegd had, en
keek de rubriek „Laatste Nieuws" na, om
te zien wie de winnaar van de om half vijf
gehouden race in Sandown Park geweest
was.
„Polonius, hè!" zei hp en keek over zijn
krant Bessie aan.
„Iets op gezet?" Kapitein Phelps was wat
je noemt een racing man.
Hier had een langdurige ondervraging
plaats, waarbij de Fransche officier tot
kapitein Beekman zeide: „Je bent langs
de Siegfried-linie gevaren, he? Vertel ons
dan maar eens precies, waar de Duitschers
bruggen hebben geslagen".
„Liever den kogel, dan voor spion te
spelen" was het antwoord van den kapi
tein „En zoo denken wij er allemaal
over. De Nederlandsche regeering heeft
ons order gegeven onder alle omstandighe
den neutraal te blijven
De reactie op dit antwoord was aanvan
kelijk niet zeer welwillend, maar tenslot
te zag men blijkbaar in niet met lafaards
te doen te hebben.
Na drie weken in het Vogezenstadje St
Dié te hebben vertoefd, kregen de Hol
landers toestemming om naar Parijs te
gaan. De militaire autoriteiten hadden
zich inmiddels in verbinding gesteld met
het Nederlandsche conculaat te Reims.
Niet allen konden deze reis echter^ ver
volgen, want schipper Joore was inmiddels
ziek geworden en was dank zij de tus-
schenkomst van een priester in een zieken
huis te St. Dié opgenomen. Hem en zijn
zoon, die bij zjjn vader bleef, heeft men
daar achter moeten laten.
Dank zij de bemiddeling van het Neder-
landsch gezantschap te Parijs waren nu
binnen enkele dagen de pasvisa in orde
en kon eindelijk, na vijf weken de terug
reis naar Holland worden ondernomen.
Blijkens door den directeur der di
recte belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Rotterdam aan de Kamer van Koop
handel en Fabrieken aldaar verstrekte ge
gevens over het havenverkeer gedurende
November, zijn te Rotterdam in totaal bin
nengekomen 364 schepen (vorig jaar 1243),
metende 628.346 (vorig jaar 2.049.899) netto
ton; te Hoek van Holland geen (vorig jaar
48, metende 94.452 ton); te Maassluis 9
(vorige jaar 3) en 6077 ton (399)te Vlaar-
dingen 8 (vorig jaar 86) en 11.816 ton
(165.101); te Schiedam 46 (61) en 148.723
ton (188.866); te Dordrecht en Zwijndrecht
11 (5) en 11.389 ton (16.313).
o
Evenals ter gelegenheid van het St. Ni-
colaasfeest, zal ook met het kerstfeest de
gelegenheid worden opengesteld, aan on
der de wapenen zijnde militairen beneden
den rang van officier tegen de helft van
het normale tarief postpakketten toe te
zenden. De regeling is geheel dezelfde als
die, welke voor de St. Nicolaaspakketten
heeft gegolden, t.w. de pakketten moeten
aan het veldpostadres van de betrokkenen
worden geadresseerd, zooveel mogelijk met
het nummer van het veldpostkantoor, in
welk de militair is gelegerd. Teneinde deze
pakketten voor de post duidelijk kenbaar
te maken, dienen over het adres op het
pakket en op de bijbehoorende adreskaart
- met inkt twee elkaar schuin snijdende
lijnen te worden aangebracht.
Goedkoope postpakketten voor militairen
dienen in het tijdvak van 18 t/m 20 De
cember ter post te worden bezorgd.
o
Nu de IJmuider treiler „Sylvain" reeds 14
dagen over tijd is, moet wel als vaststaand
worden aangenomen dat het schip door den
storm of door een mijnontploffing is ver
gaan. De elf opvarenden, afkomstig uit
IJmuiden, Scheveningen, Vlaardingen en
Maassluis worden als omgekomen be
schouwd.
Slechts hij is waarlijk arm, die geest
noch kracht heelt.
illlllllllllllitlllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllliillllllllllllllltlllllllllllllllillllllllllll
Bessie schudde met haar gouden krul
len. „Zoo'n boffertje heb ik nooit. Een goeie
prjjs
Kapitein Phelps knikte. „VijftienHe
mel nog toe!"
„Wat is er?" vroeg Bessie. Iets verge
ten?"
„Nee, maar daar schiet me iets te bin
nen. Waar is Joe?"
„Joe? Welke Joe?"
„Een groote kerel. Ik kegel wel eens
met hem. Ik geloof, dat hij taxi-chauffeur
is".
„O, die!" riep Bessie met een langen uit
haal uit. „Joe Palmer! Wel, die kan ieder
oogenblik hier zijn. Hoezoo?"
„Omdat ik den vorigen keer, dat ik hier
was, h^n den tip gegeven heb wat op Polo
nius te zetten. Als hij dat gedaan heeft dan
sleept hij nu een dikken prijs in de wacht".
Achter kapitein Phelps werden met een
smak de klapdeuren opengegooid.
„Als je het over den duivel hebtzei
Bessie.
Kapitein Phelps draaide zich om en zag
nu een grooten, zwaren man, die nietegen-
staande de hitte over zijn kleeren nog het
met olievlekken bezaaide overblijfsel van
wat eens een militaire regenjas geweest
was, droeg. Tusschen den kraag vein dit
kleedingstuk en de klep van een geruite pet
keek een besmeurd doch joviaal gezicht
uit, dat ten duidelijkste verried, dat de
eigenaar ervan met de edele bokssport te
maken gehad moest hebben en zelfs
heel wat.
„Goeien avond, Joe", zei kapitein Phelps.
„Hé, hoe gaat het ermee, meneer?" zei
Palmer hartelijk.
Men schrijft aan de Msb.:
Het gerucht, dat het grensverkeer be
perkt zou worden, is waarheid gebleken.
Grensbewoners zijn veelal aan elkaar ver
want en de grens was nimmer een beletsel,
wel soms een lastige hinderpaal, om de fa
miliebetrekkingen te onderhouden. Thans
wordt Nederlanders in Duitschland en ook
Duitschers, die familie in Nederland heb
ben, niet meer toegestaan, naar Nederland
te gaan, om familieleden te bezoeken, ter
wijl ook het familiebezoek naar Duitsch
land aan zooveel bezwaren is gekoppeld, dat
practisch de grens voor eenvoudige bezoe
ken gesloten is. Alleen handelsreizigers, die
hun visumaanvraag kunnen documenteeren
met een verklaring van de handelskamer
van het betrokken district, lukt het een vi
sum te krijgen.
Blijkbaar staat een en ander in verband
met den aanleg van Duitsche versterkingen
langs de Nederlandsche grens. Op een sta
tion nabij de Nederlandsch-Duitsche grens
kwam de vorige week, in den nacht van
Donderdag op Vrijdag, artillerie-materiaal
aan, dat in denzelfden nacht ontladen werd,
zoodat den volgenden morgen passeerende
treinen uit Nederland slechts een 25-tal
platte wagons te zien kregen.
Men is ontzettend bang voor spionnage.
In het kleinste dorpje nog ziet men het bil
jet: „Vorsicht bei Gesprachen. Feind hört
mit", terwijl we ook het opschrift zagen:
„Schweigen ist mehr wert als Geld". Zelfs
het spreken in eigen kring over militaire
aangelegenheden wordt ontraden.
Sinds de vorige week Vrijdag zijn de Zon
en feestdagen als gewone werkdagen ver
klaard voor het lossen van goederenwagens
der spoorwegen. Blijkbaar is er voor een
bepaald vervoer gebrek aan wagons, zoodat
de rustdagen ingeschakeld moeten worden,
om daarin te voorzien.
DE JACHT NAAR UITGAAN.
Intusschen gaat het dagelijksche leven
van den Duitschen burger zijn gewonen
gang en niets wijst op den oorlogstoestand
dan de rantsoeneering der levensmiddelen
ende jacht naar uitgaan, om aan de
innerlijke onrustige spanning, vooral in de
avonduren, lucht te geven. Bioscopen, the
aters, café's met muziek zijn dagelijks
stampvol. „Uitverkocht" leest de schouw
burgbezoeker, die verzuimd heeft, tijdig een
toegangsbiljet te koopen en dit niet in een
bepaalde stad, maar overal, in het geheele
Duitsche Rijk. Het stadstheater te Wup-
perthal zag zijn bezoeksaantal in de eerste
14 dagen van dit seizoen, in vergelijking
met denzelfden tijd van het vórig jaar stij
gen met 80 procent.
In verband met de schaarschte aan
grondstoffen voor de vervaardiging van
gramofoonplaten, kunnen handelaren in dit
artikel slechts dan nieuwe platen bekomen,
als ze oude platen in gelijke hoeveelheden
inleveren. De handelaren zijn wel niet ver
plicht, van hun klanten ook oude platen te
vorderen, maar ze zullen daartoe wel ge
noodzaakt zijn. Deze regeling is getroffen,
om de voorhanden voorraad garmofoonpla-
ten steeds weer te kunnen aanvullen. Voor
het vervaardigen dezer platen is schellak
noodig, een grondstof, welke uit Britsch-
Indië betrokken werd, doch thans door den
oorlog niet meer te krijgen is. Men schat,
dat op deze wijze per jaar 3 millioen oude
platen verzameld kunnen worden, waaruit
ongeveer 2% millioen nieuwe platen ge
perst kunnen worden.
o
CHEF VAN DE CUBAANSCHE GEHEIME
POLITIE VERMOORD.
Havas meldt uit Havana, dat Miguel Bal-
massera, de chef van de geheime politie
van den Cubaanschen oud-president Ma-
chado, door revolverschoten is vermoord,
toen hij de woning van Orestes Ferrara,
oud-staatssecretaris van Machado, verliet.
„Wij hadden het net over je" zei kapi
tein Phelps.
„Ga maar gerust door".
„En of!" zei kapitein Phelps.
Een zeer opmerkzaam toeschouwer zou
achter de lachende tinteling in Palmer's
kleine, doch vriendelijke oogen een zekere
verbazing waargenomen hebben. Doch nog
maals daarvoor zou een zeer scherpe
opmerkingsgave vereischt geweest zijn.
Kapitein Phelps gaf Bessie een knipoog
je. „Hij doet net of hij het vergeten is!"
Bessie liet haar tandjes blinken. „Ge
meen noem ik het!"
„Polonius 15...1... Heb je gedaan wat ik
gezegd heb, of niet?"
„Wel allemachtig, nou wordt-ie goed!"
riep Palmer uit. „Is-ie dan aangekomen?"
Phelps reikte hem zijn krant aan.
Palmer merkte tot zjjn groote verbazing,
dat hij totaal verkeerd gegrepen was.
„Nu vraag ik je toch!' barstte Bessie
diep verontwaardigd uit.
„Jammer!" zei Palmer met een gezicht
aisof hij zijn laatste oortje versnoept had.
Maar hij kon dit spelletje niet lang volhou
den, want plotseling spleet een breede lach
zijn groezelige facie in tweeën.
„Aan het prakkizeeren, kapitein?" vroeg
Palmer.
Naar aanleiding van het heugelijke feit
werd nu door Palmer een soort fuifje ge
geven, waaraan ook de niet haatdragende
Bessie even meedeed. Doch al heel gauw
zaten kapitein Phelps en Joseph Palmer
aan een tafeltje in een hoek van het café.
Zij schenen hun gesprek nu niet bepaald op
een fluistertoon te voeren en toch zou
iemand, die zich aan een der dichtst bij zijn
de tafeltjes gezet had dus nog geen hal
ven meter van hun ruggen vandaan met
geen mogelijkheid een woord hebben kun
nen opvangen van wat zij zeiden en dat was
heel watT Kapitein Phelps had de opening
De regeeringspersdienst meldt:
Aangezien thans zoowel België als Zwe
den zitting heeft in den Raad van den Vol
kenbond en derhalve, indien Nederland
zich inplaats van Zweden, dat moet af
treden voor een raadszetel beschikbaar
zou stellen, het onwenschelijke feit zich
zou voordoen dat geen der vier Scandina
vische staten doch wel Nederland en Bel
gië in den Raad vertegenwoordigd zouden
zijn, heeft de Nederlandsche regeering be
sloten geen candidatuur voor het raadslid
maatschap te aanvaarden.
o
De actie voor het Finsche Roode Kruis
van de Finsch-Nederlandsche vereeniging
heeft reeds 10.000 bijeen gebracht, waar
van 2000 door Nederlandsche houthande
laren is gestort. Vooral ook uit de kringen
van de Nederlandsche arbeiders en den
kleinen middenstand blijkt groote sympa
thie voor het Finsche volk te bestaan en
van deze zijden zijn vele giften ingekomen,
meldt de Tel.
Het is nog niet bepaald of geld zal wor
den overgemaakt, dan wel of goederen zul
len worden gestuurd.
o
Aan de Duitsch-Zuid Slavische grens
heeft zich Vrijdagmiddag een ernstig inci
dent voorgedaan, meldt het D.N.B.
Een douaneassistent van de grenscontrole-
post Sulmbach Ts in de nabijheid van de
Zuid-Slavische grens ten Zuiden van Graz
door een onbekenden man, dien hij voor
legitimatie had aangeroepen, met een pis
tool neergeschoten. De dader vluchtte. Kor
ten tijd daarop werd in den naburigen
grenscontrolepost Langegg een hulpambte
naar der douane eveneens met een pistool
schot in een hinderlaag gedood. Aangeno
men kan worden, dat in beide gevallen de
zelfde dader schuldig is.
DE MOORDENAAR GEDOOD.
Het D.N.B. meldt nader: De moordenaar,
die twee douane-beambten heeft vermoord
in het Zuiden van Stiermarken, heeft later
nog een man gedood. Tenslotte is hijzelf in
een heftig vuurgevecht met de politie en
douane, welke hem in een schuur hadden
omsingeld, doodgeschoten.
o
De minister van economische zaken deelt
mede, dat de directeur van de sectie zeep
van het rijksbureau voor chemische produc
ten aan de ingeschrevenen bjj zijn bureau
voor het tijdvak van 1 Januari 1940 tot
1 Maart 1940 opnieuw dispensatie heeft
verleend van het verbod tot het verkoopen
of afleveren van zeep "en wel voor alle
soorten zeep tot 1/6 deel van de in de pe
riode van 1 September 1938 tot 1 Septem
ber 1939 verkochte of afgeleverde hoeveel
heid.
o
ZES BRITSCHE SOLDATEN
OMGEKOMEN OP SPOORWEG
OVERGANG.
De correspondent van Reuter bij de Brit
sche luchtmacht in Frankrijk seint, dat vijf
Britsche soldaten op slag omkwamen, toen
een vrachtauto, waarin seiners van het
Britsche expeditieleger gezeten waren, op
een spoorwegovergang door een trein werd
gegrepen. Een zesde militair stierf later.
Zeven anderen werden ernstig gewond, en
men vreest, dat een hunner niet in leven
zal blijven. Dit is het eerste groote onge
luk, waarbij leden van de Britsche expe
ditiestrijdkrachten in Frankrijk betrokken
zijn.
en het slot van de conversatie voor zijn re
kening genomen en gedurende al den tijd,
welke daar tusschen lag, was Joseph Pal
mer aan het woord.
II.
Sir Hector Frensham stond voor den, in
dit jaargetijde met varenplanten gevulden,
open haard in den salon van Nr. 14 Gordon
Place en vermeed zooveel mogelijk izijn
dochter aan te kijken. Dit viel hem zwaar,
omdat zijn dochter zich op het oogenblik
in een hoogst pijnlijke situatie bevond. Tus
schen hem en zijn dochter bestond die vol
maakte vriendschap, welke de onvermijde
lijke band tusschen een ouder en kind be
hoorde te zijn, doch welke door het toe
doen van de meeste ouders zoo weinig on
vermijdelijk is, dat hij eerder zeldzaam ge
noemd mag worden. Sir Hector drentelde
nerveus op en neer. Hij haalde zijn siga-
tettenkoker te voorschijn, opende deze en
sloot hem weer, ofschoon hij toch werke
lijk vol was. Nu liep hij de kamer door naar
een tafeltje, waarop naast een met karaffen
en glazen beladen blad een sigarendoos
stond.
Zooals hij daar liep, zou men hem, vail
achteren gezien, voor een man van een "jaar
of dertig gehouden hebben. Hij was rpzig,
recht en slank van gestalte. Een geestdrif
tige verslaggeefster had hem eens niet ten
onrechte met de „kling van zijn eigen sa
bel" vergeleken. Alleen de fraaie witheid
van zijn kort geknipte, doch nog weelde
rige haar zou iemand, die hem niet kende,
eenig idee van den leeftijd hebben kunnen
geven. En zelfs dan zou de vreemde zich
nog met tien jaar vergist hebben. Want nie
mand zou Hector Frensham meer dan vijf
en vijftig jaar geven, terwijl hij toch in
werkelijkheid pas een week voor dezen
avond met Jane zijn vijf en zestigsten ver
jaardag had gevierd.
(Wordt vervolgd).