KRONIEK VAN DEN DAG Jtegen de wet j Hachelijk avontuur van Nederlandsche Rijnschippers. Grensverkeer tusschen Nederland en Duitschland bemoeilijkt Nederland wenscht geen zitting te nemen in den Raad van den Volkenbond. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 11 DECEMBER 1939. No. 292.» Druk op de neutralen. liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinB Hun sleepboot door de Franschen beschoten. Enorme vermindering van het scheepvaartverkeer. Ook goedkoope kerstpost pakketten voor gemobiliseerden. DE „SYLVAIN" WORDT ALS VERLOREN BESCHOUWD, Men is bang voor spion- nage. Nederlandsche bevolking gaf reeds 10.000 voor Finland. Twee Duitschers doodgeschoten aan de Zuid-Slavische grens. DE VERKOOP VAN ZEEP. —O De neutralen, de kleine neutralen dan, krijgen voortdurend meer op hun kerfstok, huns ondanks. Ze doen hun uiterste best, om hun onzijdigheid on gerept te houden, maar de oorlog voerenden schijnen er een behagen in te scheppen, hen in 't nauw te drijven, 's Is blijkbaar nog niet mooi genoeg, dat hun handel, industrie en landbouw schade en verlies worden berokkend, dat men hun scheepvaart eenerzijds belemmert door on wettige controlemaatregelen, anderzijds door mijnen en torpedo's, die bovendien het leven der neutrale zeelieden en passagiers in gevaar brengen, ja reeds tal van slacht offers hebben geëischt. O, zeker, de oorlog voerenden hebben wel begrip voor 't met dit alles begane onrecht, doch elke partij laakt slechts de maatregelen van haar te genpartij en behandelt de zelf gepleegde rechtsschennis met een beroep op over- wacht. De geallieerden erkennen, dat hun représailles „eenige inconveniënten" voor de neutralen veroorzaken, maar wijzen daar tegenover op de meer essentieele verliezen, hun door de Duitsche oorlogvoering ter zee berokkend. Berlijn van zijn kant acht die verliezen nauwelijks de aandacht waard of wel geeft er den vijand de schuld van; het legt daarentegen vollen nadruk op de Brit sche en Fransche uitvoer-blokkade, - waar tegen z. i. de neutrale mogendheden, wel ker schepen fot dusver Duitsche waren vervoerden, zich met kracht moeten verzet ten. Eigenaardig genoeg eischt men dit krachtsvertoon juist van kleine mogend heden en laat de „grooten" (Italië b.v.) wien zulk verzet toch heel wat gemakke lijker zou vallen, ongemoeid. Sterker nog: wanneer een land als Italië, Duitschland's asgenoot en vriend, in zijn protest tegen het export-embargo verklaart, geen inbreuk op zijn handel te zullen gedoogen, wordt deze strikt platonische mededeeling reeds uit bundig toegejuicht en den anderen zeeva renden landen ten voorbeeld gesteld. En dit nog wel, terwjjl de Italiaansche regeering zelve elke vergelijking met de positie van die landen afwijst. Immers, zij doet (voor- loopig) niet mee aan den oorlog, maar be houdt zich, naar ook Mussolini's lijfjourna list, Gayda, in een commentaar op de be sluiten van den Grooten Fascistischen Raad Uiteenzette, alle vrijheid van besluit en actie voor. De Duitsche pers is echter zóó ver rukt over 't in het officieele Italiaansche communiqué opgenomen zinnetje, waarin trouw aan de „as" wordt betuigd, dat Italië nu in 't geheel geen kwaad meer kan doen. Men ziet den toch niet onduidelijken wenk ten aanzien van Donau-bekken en Balkan maar over het hoofd en verklaart, dat de Italianen de juiste manier gevonden heb ben, om Londen en Parijs op hun onrecht matigheden van repliek te dienen. De ove rige non-belligerenten, zoowel in Noord- als in West-Europa, mogen er leering uittrek ken. Maar, o wee, als zij 't bij deze soort repliek zouden laten! En stilzwijgend gaat men er'dan nog aan voorbij, dat Italië zich tot dusver, evenals de kleine neutralen, controle op zijn scheepvaart door Engeland en Frankrijk Iaat welgevallen. Berlijn hecht geen waarde aan het argu ment der kleine neutrale mogendheden, dat zij zich wel aan de Engelsche représailles moéten onderwerpen, omdat ze tegen de Engelsche overmacht ter zee niet op kun nen. De „Dienst aus Deutschland", een offi cieus Duitsch orgaan heeft dit nog eens na drukkelijk naar voren gebracht. Dé kleine onzijdigen zijn blijkbaar wel vastbesloten, aldus het blad, te land hun neutraliteit vast beraden te verdedigen, „zelfs als dat mili tair niet veel hoop biedt". Militair en poli tiek gezien is namelijk de positie der neu tralen te land en ter zee dezelfde en volgens de Duitsche opvatting leidt een staatkunde van den geringsten weerstand in een ge vaarlijke nabuurschap tot indirectie deel neming aan den oorlog, terwijl de tegen woordige tijd een „constructieve neutrali teit" verlangt. Onder welke „constructiviteit" dan blijk baar verstaan wordt, dat Nederland, België en andere totnogtoe buiten den oorlog ge- llllillllllll>l!llllllllllllllllllllllllll!llllllllll||||||||||||||||||||||||||||||||||l!j|||||||||||||j= Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 12). HOOFDSTUK VIII. Na Het Feit. Als u om een minuut of wat over zes toe vallig voorbij 14 Gordon Place gekomen zou zijn, toen Nicholas Revel naar buiten kwam, in zijn groote auto stapte en in de richting van Oxford Street wegreed, is het zeer waarschijnlijk, dat u gezegd zoudt hebben indien men u de vraag gesteld had dat u dezen man gemakkelijk weer zoudt herkennen. Maar als u een anderhalf uur later in het café „De Os" in Notting Dale geweest was, durf ik gerust te zeg gen, dat u in den man, die daar in den hoek bij de toonbank stond, Nicholas Revel niet herkend zou hebben, of u had al een goede vriend of kennis van hem moeten zijn. Toch was er buiten zijn kleeren niets aan hem veranderd. En die hij nu aanhad waren van denzelfden tailleur en van vrijwel den zelfden stijl als de kleeding, welke hij in „Savarin" en Gordon Place had gedragen. Maar was zijn grijze costuum daar nieuw geweest (alhoewel ook weer niet al te nieuw) en zoo licht, dat het alleen door iemand, die over de noodige contanten en heel wat vrijen tijd beschikt, uitgekozen kon zijn het bruine costuum van Notting Dale daarentegen was van een zware, prac- tische stof en zoo afgedragen, dat het hier en daar al kaal begon te worden en ook in tal van andere opzichten teekenen van langdurigen dienst vertoonde. Er vielen nok nog andere veranderingen aan hem op Het uitbreken van den oorlog heeft vele Nederlandsche Rijnschippers verrast. Hun schepen in de Fransche of Duitsche ha vens op den Boven Rijn moesten in allerijl worden verlaten en pogingen om hun be zittingen terug te krijgen, hadden niet al tijd succes Bekend is het geslaagd avon tuur van twee dappere Rotterdamsche schippers, die tusschen de twee vijandelij ke linies langs den Rijn door hun sleep- schepen met de Hollandsche vlag in top veilig buiten de vuurlinie hebben weten te brengen. Het bijzondere van die daad spreekt nog sterker door het hacheljjk avontuur, dat twee andere Rotterdamsche Rijnschippers beleefden, die insgelijks er op uit waren getrokken om hun schepen terug te brengen meldt de Msb. Het waren schippers P. A. Verschure van de „Anna" en schippers Joor van de „Mejo", beiden met hun zoons, die medio October met de Nederlandsche sleepboot „Bernhard" den Rijn op waren gevaren om hun bezittingen uit Kehl te gaan ha len. Na met de Duitsche autoriteiten hun plan te hebben besproken,, vertrokken zij 25 October van Ruhrort met bestemming Kehl, de tegenover Straatsburg gelegen Duitsche haven. Nadat men eenige dagen in Mannheim was blijven liggen en de ver zekering was gegeven, dat de wachtposten langs de Siegfriedlinie de Nederlandsche sleepboot ongehinderd zouden laten pas- seeren, werd de tocht ondernomen De ge- heele sleepboot was in de Nederlandsche driekleur beschilderd, terwijl bovendien, nog een groote Nederlandsche vlag in top werd gevoerd. Alles ging goed zoolang men nog tus schen twee Duitsche oevers voer. Doch toen Zaterdagmorgen 4 November 's mor gens het Fransche Rijnstadje Lauterburg werd genaderd, bleek de „Bernhard eensklaps onder vuur te worden genomen. De kogels sloegen in het water voor de boeg van de boot Kapitein Beekman, de gezagvoerder van de sleepboot, draaide bij, zette koers naar den Franschen oever en meerde daar. Er kwam echter niemand opdagen Men be sloot toen maar aan land te gaan, voorop een witte vlag zwaaiend. Nadat men een kleine verhevenheid be stegen had, stonden de Nederlanders plot seling in de loopen van een vijftal mi trailleurs te kijken, welke op hen gericht waren. Eindelijk kwam een Fransche of ficier té voorschijn, die de danig geschrok ken schippers vroeg, wie ze waren en wat het doel was van hun reis. Toen de Fran schen hoorden, dat ze met Hollanders te doen hadden, draaiden ze eenigszins bij Men gaf hun een glas cognac om wat van de schrik te bekomen. Ook de overigen, in totaal was men met negen man aan boord, werden nu van de „Bernhard" gehaald en weggebracht naar Saverne, later naar St. Dié. bleven landen zich gewapenderhand tegen te Britsche controle op hun koopvaarders zouden verzetten, op gevaar af met Enge land en Frankrijk in oorlog te raken. Dat zulk een moedwillig uitlokken van strijd heel wat anders zou zijn dan weerstand bie den aan agressie op ons grondgebied, uit welke windstreek bok, ligt voor de hand, maar debat hierover is nutteloos, da'ar te gen een door macht geschraagd standpunt immers toch geen redeneeren helpt. De neutralen, wien het betreft, begrijpen wel, waaraan ze zich moeten houden. Zij wisten het trouwens reeds eerder, maar zullen desondanks rustig, zoolang dit moge lijk is, hun plichten als onzijdigen blijven nakomen en daarbij nóch rechts nóch links zien. Als men dan meent hun het neutrale leden zoo ongeveer onmogelijk te moeten maken, komen de gevolgen neer op het hoofd van hen, die niet anders hebben ge wild. te merken. In plaats van den eleganten grijzen hoed en het onberispelijke overhemd droeg hij nu een gedeukt, ofschoon daarom niet minder zwierig geval van verweerd zwart vilt en een wit overhemd, waarvan de smetteloosheid slechts diende om de ra fels aan de manchetten en de nette, doch in het oog loopende stop onder den rand van de boord des te beter te doen uitko men. De lichte, als aan den voet gegoten molières van Gordon Place waren nu ver vangen door een paar gehavende, zware sportschoenen en de sigarettenkoker van „Savarin" door een verfrommeld geel pakje. Nicholas Revel was een man, die niet van half werk hield. Op het oogenblik zag hij er van top tot teen uit als een heer, die zich gelaten in het feit schikte, dat hij aan l%er wal geraakt was. Dat hij geen vreem de in café „De Os" was, bleek uit alles. Niet alleen vele stamgasten, die uit een zeer gevarieerd; publiek bestonden, Begroetten hem met een hoofdknikje, doch ook Bessie stond in de tusschentijden, dat zij niemand behoefde te bedienen, gezellig, ja, zelfs ver trouwelijk met hem over de toonbank te babbelen, zoodat haar goudblonde hoofd haast zijn somberen zwarte hoed raakte. Het was niet vóórdat hij zijn tweede pul bier half leeggedronken had, dat Nicholas Revel kapitein Phelps uit „De Os" ook maar met een enkel woord van het doel van zijn bezoek repte. Hij zette zijn pul neer, nam de krant op, welke Bessie voor hem op de toonbank neergelegd had, en keek de rubriek „Laatste Nieuws" na, om te zien wie de winnaar van de om half vijf gehouden race in Sandown Park geweest was. „Polonius, hè!" zei hp en keek over zijn krant Bessie aan. „Iets op gezet?" Kapitein Phelps was wat je noemt een racing man. Hier had een langdurige ondervraging plaats, waarbij de Fransche officier tot kapitein Beekman zeide: „Je bent langs de Siegfried-linie gevaren, he? Vertel ons dan maar eens precies, waar de Duitschers bruggen hebben geslagen". „Liever den kogel, dan voor spion te spelen" was het antwoord van den kapi tein „En zoo denken wij er allemaal over. De Nederlandsche regeering heeft ons order gegeven onder alle omstandighe den neutraal te blijven De reactie op dit antwoord was aanvan kelijk niet zeer welwillend, maar tenslot te zag men blijkbaar in niet met lafaards te doen te hebben. Na drie weken in het Vogezenstadje St Dié te hebben vertoefd, kregen de Hol landers toestemming om naar Parijs te gaan. De militaire autoriteiten hadden zich inmiddels in verbinding gesteld met het Nederlandsche conculaat te Reims. Niet allen konden deze reis echter^ ver volgen, want schipper Joore was inmiddels ziek geworden en was dank zij de tus- schenkomst van een priester in een zieken huis te St. Dié opgenomen. Hem en zijn zoon, die bij zjjn vader bleef, heeft men daar achter moeten laten. Dank zij de bemiddeling van het Neder- landsch gezantschap te Parijs waren nu binnen enkele dagen de pasvisa in orde en kon eindelijk, na vijf weken de terug reis naar Holland worden ondernomen. Blijkens door den directeur der di recte belastingen, invoerrechten en accijn zen te Rotterdam aan de Kamer van Koop handel en Fabrieken aldaar verstrekte ge gevens over het havenverkeer gedurende November, zijn te Rotterdam in totaal bin nengekomen 364 schepen (vorig jaar 1243), metende 628.346 (vorig jaar 2.049.899) netto ton; te Hoek van Holland geen (vorig jaar 48, metende 94.452 ton); te Maassluis 9 (vorige jaar 3) en 6077 ton (399)te Vlaar- dingen 8 (vorig jaar 86) en 11.816 ton (165.101); te Schiedam 46 (61) en 148.723 ton (188.866); te Dordrecht en Zwijndrecht 11 (5) en 11.389 ton (16.313). o Evenals ter gelegenheid van het St. Ni- colaasfeest, zal ook met het kerstfeest de gelegenheid worden opengesteld, aan on der de wapenen zijnde militairen beneden den rang van officier tegen de helft van het normale tarief postpakketten toe te zenden. De regeling is geheel dezelfde als die, welke voor de St. Nicolaaspakketten heeft gegolden, t.w. de pakketten moeten aan het veldpostadres van de betrokkenen worden geadresseerd, zooveel mogelijk met het nummer van het veldpostkantoor, in welk de militair is gelegerd. Teneinde deze pakketten voor de post duidelijk kenbaar te maken, dienen over het adres op het pakket en op de bijbehoorende adreskaart - met inkt twee elkaar schuin snijdende lijnen te worden aangebracht. Goedkoope postpakketten voor militairen dienen in het tijdvak van 18 t/m 20 De cember ter post te worden bezorgd. o Nu de IJmuider treiler „Sylvain" reeds 14 dagen over tijd is, moet wel als vaststaand worden aangenomen dat het schip door den storm of door een mijnontploffing is ver gaan. De elf opvarenden, afkomstig uit IJmuiden, Scheveningen, Vlaardingen en Maassluis worden als omgekomen be schouwd. Slechts hij is waarlijk arm, die geest noch kracht heelt. illlllllllllllitlllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllliillllllllllllllltlllllllllllllllillllllllllll Bessie schudde met haar gouden krul len. „Zoo'n boffertje heb ik nooit. Een goeie prjjs Kapitein Phelps knikte. „VijftienHe mel nog toe!" „Wat is er?" vroeg Bessie. Iets verge ten?" „Nee, maar daar schiet me iets te bin nen. Waar is Joe?" „Joe? Welke Joe?" „Een groote kerel. Ik kegel wel eens met hem. Ik geloof, dat hij taxi-chauffeur is". „O, die!" riep Bessie met een langen uit haal uit. „Joe Palmer! Wel, die kan ieder oogenblik hier zijn. Hoezoo?" „Omdat ik den vorigen keer, dat ik hier was, h^n den tip gegeven heb wat op Polo nius te zetten. Als hij dat gedaan heeft dan sleept hij nu een dikken prijs in de wacht". Achter kapitein Phelps werden met een smak de klapdeuren opengegooid. „Als je het over den duivel hebtzei Bessie. Kapitein Phelps draaide zich om en zag nu een grooten, zwaren man, die nietegen- staande de hitte over zijn kleeren nog het met olievlekken bezaaide overblijfsel van wat eens een militaire regenjas geweest was, droeg. Tusschen den kraag vein dit kleedingstuk en de klep van een geruite pet keek een besmeurd doch joviaal gezicht uit, dat ten duidelijkste verried, dat de eigenaar ervan met de edele bokssport te maken gehad moest hebben en zelfs heel wat. „Goeien avond, Joe", zei kapitein Phelps. „Hé, hoe gaat het ermee, meneer?" zei Palmer hartelijk. Men schrijft aan de Msb.: Het gerucht, dat het grensverkeer be perkt zou worden, is waarheid gebleken. Grensbewoners zijn veelal aan elkaar ver want en de grens was nimmer een beletsel, wel soms een lastige hinderpaal, om de fa miliebetrekkingen te onderhouden. Thans wordt Nederlanders in Duitschland en ook Duitschers, die familie in Nederland heb ben, niet meer toegestaan, naar Nederland te gaan, om familieleden te bezoeken, ter wijl ook het familiebezoek naar Duitsch land aan zooveel bezwaren is gekoppeld, dat practisch de grens voor eenvoudige bezoe ken gesloten is. Alleen handelsreizigers, die hun visumaanvraag kunnen documenteeren met een verklaring van de handelskamer van het betrokken district, lukt het een vi sum te krijgen. Blijkbaar staat een en ander in verband met den aanleg van Duitsche versterkingen langs de Nederlandsche grens. Op een sta tion nabij de Nederlandsch-Duitsche grens kwam de vorige week, in den nacht van Donderdag op Vrijdag, artillerie-materiaal aan, dat in denzelfden nacht ontladen werd, zoodat den volgenden morgen passeerende treinen uit Nederland slechts een 25-tal platte wagons te zien kregen. Men is ontzettend bang voor spionnage. In het kleinste dorpje nog ziet men het bil jet: „Vorsicht bei Gesprachen. Feind hört mit", terwijl we ook het opschrift zagen: „Schweigen ist mehr wert als Geld". Zelfs het spreken in eigen kring over militaire aangelegenheden wordt ontraden. Sinds de vorige week Vrijdag zijn de Zon en feestdagen als gewone werkdagen ver klaard voor het lossen van goederenwagens der spoorwegen. Blijkbaar is er voor een bepaald vervoer gebrek aan wagons, zoodat de rustdagen ingeschakeld moeten worden, om daarin te voorzien. DE JACHT NAAR UITGAAN. Intusschen gaat het dagelijksche leven van den Duitschen burger zijn gewonen gang en niets wijst op den oorlogstoestand dan de rantsoeneering der levensmiddelen ende jacht naar uitgaan, om aan de innerlijke onrustige spanning, vooral in de avonduren, lucht te geven. Bioscopen, the aters, café's met muziek zijn dagelijks stampvol. „Uitverkocht" leest de schouw burgbezoeker, die verzuimd heeft, tijdig een toegangsbiljet te koopen en dit niet in een bepaalde stad, maar overal, in het geheele Duitsche Rijk. Het stadstheater te Wup- perthal zag zijn bezoeksaantal in de eerste 14 dagen van dit seizoen, in vergelijking met denzelfden tijd van het vórig jaar stij gen met 80 procent. In verband met de schaarschte aan grondstoffen voor de vervaardiging van gramofoonplaten, kunnen handelaren in dit artikel slechts dan nieuwe platen bekomen, als ze oude platen in gelijke hoeveelheden inleveren. De handelaren zijn wel niet ver plicht, van hun klanten ook oude platen te vorderen, maar ze zullen daartoe wel ge noodzaakt zijn. Deze regeling is getroffen, om de voorhanden voorraad garmofoonpla- ten steeds weer te kunnen aanvullen. Voor het vervaardigen dezer platen is schellak noodig, een grondstof, welke uit Britsch- Indië betrokken werd, doch thans door den oorlog niet meer te krijgen is. Men schat, dat op deze wijze per jaar 3 millioen oude platen verzameld kunnen worden, waaruit ongeveer 2% millioen nieuwe platen ge perst kunnen worden. o CHEF VAN DE CUBAANSCHE GEHEIME POLITIE VERMOORD. Havas meldt uit Havana, dat Miguel Bal- massera, de chef van de geheime politie van den Cubaanschen oud-president Ma- chado, door revolverschoten is vermoord, toen hij de woning van Orestes Ferrara, oud-staatssecretaris van Machado, verliet. „Wij hadden het net over je" zei kapi tein Phelps. „Ga maar gerust door". „En of!" zei kapitein Phelps. Een zeer opmerkzaam toeschouwer zou achter de lachende tinteling in Palmer's kleine, doch vriendelijke oogen een zekere verbazing waargenomen hebben. Doch nog maals daarvoor zou een zeer scherpe opmerkingsgave vereischt geweest zijn. Kapitein Phelps gaf Bessie een knipoog je. „Hij doet net of hij het vergeten is!" Bessie liet haar tandjes blinken. „Ge meen noem ik het!" „Polonius 15...1... Heb je gedaan wat ik gezegd heb, of niet?" „Wel allemachtig, nou wordt-ie goed!" riep Palmer uit. „Is-ie dan aangekomen?" Phelps reikte hem zijn krant aan. Palmer merkte tot zjjn groote verbazing, dat hij totaal verkeerd gegrepen was. „Nu vraag ik je toch!' barstte Bessie diep verontwaardigd uit. „Jammer!" zei Palmer met een gezicht aisof hij zijn laatste oortje versnoept had. Maar hij kon dit spelletje niet lang volhou den, want plotseling spleet een breede lach zijn groezelige facie in tweeën. „Aan het prakkizeeren, kapitein?" vroeg Palmer. Naar aanleiding van het heugelijke feit werd nu door Palmer een soort fuifje ge geven, waaraan ook de niet haatdragende Bessie even meedeed. Doch al heel gauw zaten kapitein Phelps en Joseph Palmer aan een tafeltje in een hoek van het café. Zij schenen hun gesprek nu niet bepaald op een fluistertoon te voeren en toch zou iemand, die zich aan een der dichtst bij zijn de tafeltjes gezet had dus nog geen hal ven meter van hun ruggen vandaan met geen mogelijkheid een woord hebben kun nen opvangen van wat zij zeiden en dat was heel watT Kapitein Phelps had de opening De regeeringspersdienst meldt: Aangezien thans zoowel België als Zwe den zitting heeft in den Raad van den Vol kenbond en derhalve, indien Nederland zich inplaats van Zweden, dat moet af treden voor een raadszetel beschikbaar zou stellen, het onwenschelijke feit zich zou voordoen dat geen der vier Scandina vische staten doch wel Nederland en Bel gië in den Raad vertegenwoordigd zouden zijn, heeft de Nederlandsche regeering be sloten geen candidatuur voor het raadslid maatschap te aanvaarden. o De actie voor het Finsche Roode Kruis van de Finsch-Nederlandsche vereeniging heeft reeds 10.000 bijeen gebracht, waar van 2000 door Nederlandsche houthande laren is gestort. Vooral ook uit de kringen van de Nederlandsche arbeiders en den kleinen middenstand blijkt groote sympa thie voor het Finsche volk te bestaan en van deze zijden zijn vele giften ingekomen, meldt de Tel. Het is nog niet bepaald of geld zal wor den overgemaakt, dan wel of goederen zul len worden gestuurd. o Aan de Duitsch-Zuid Slavische grens heeft zich Vrijdagmiddag een ernstig inci dent voorgedaan, meldt het D.N.B. Een douaneassistent van de grenscontrole- post Sulmbach Ts in de nabijheid van de Zuid-Slavische grens ten Zuiden van Graz door een onbekenden man, dien hij voor legitimatie had aangeroepen, met een pis tool neergeschoten. De dader vluchtte. Kor ten tijd daarop werd in den naburigen grenscontrolepost Langegg een hulpambte naar der douane eveneens met een pistool schot in een hinderlaag gedood. Aangeno men kan worden, dat in beide gevallen de zelfde dader schuldig is. DE MOORDENAAR GEDOOD. Het D.N.B. meldt nader: De moordenaar, die twee douane-beambten heeft vermoord in het Zuiden van Stiermarken, heeft later nog een man gedood. Tenslotte is hijzelf in een heftig vuurgevecht met de politie en douane, welke hem in een schuur hadden omsingeld, doodgeschoten. o De minister van economische zaken deelt mede, dat de directeur van de sectie zeep van het rijksbureau voor chemische produc ten aan de ingeschrevenen bjj zijn bureau voor het tijdvak van 1 Januari 1940 tot 1 Maart 1940 opnieuw dispensatie heeft verleend van het verbod tot het verkoopen of afleveren van zeep "en wel voor alle soorten zeep tot 1/6 deel van de in de pe riode van 1 September 1938 tot 1 Septem ber 1939 verkochte of afgeleverde hoeveel heid. o ZES BRITSCHE SOLDATEN OMGEKOMEN OP SPOORWEG OVERGANG. De correspondent van Reuter bij de Brit sche luchtmacht in Frankrijk seint, dat vijf Britsche soldaten op slag omkwamen, toen een vrachtauto, waarin seiners van het Britsche expeditieleger gezeten waren, op een spoorwegovergang door een trein werd gegrepen. Een zesde militair stierf later. Zeven anderen werden ernstig gewond, en men vreest, dat een hunner niet in leven zal blijven. Dit is het eerste groote onge luk, waarbij leden van de Britsche expe ditiestrijdkrachten in Frankrijk betrokken zijn. en het slot van de conversatie voor zijn re kening genomen en gedurende al den tijd, welke daar tusschen lag, was Joseph Pal mer aan het woord. II. Sir Hector Frensham stond voor den, in dit jaargetijde met varenplanten gevulden, open haard in den salon van Nr. 14 Gordon Place en vermeed zooveel mogelijk izijn dochter aan te kijken. Dit viel hem zwaar, omdat zijn dochter zich op het oogenblik in een hoogst pijnlijke situatie bevond. Tus schen hem en zijn dochter bestond die vol maakte vriendschap, welke de onvermijde lijke band tusschen een ouder en kind be hoorde te zijn, doch welke door het toe doen van de meeste ouders zoo weinig on vermijdelijk is, dat hij eerder zeldzaam ge noemd mag worden. Sir Hector drentelde nerveus op en neer. Hij haalde zijn siga- tettenkoker te voorschijn, opende deze en sloot hem weer, ofschoon hij toch werke lijk vol was. Nu liep hij de kamer door naar een tafeltje, waarop naast een met karaffen en glazen beladen blad een sigarendoos stond. Zooals hij daar liep, zou men hem, vail achteren gezien, voor een man van een "jaar of dertig gehouden hebben. Hij was rpzig, recht en slank van gestalte. Een geestdrif tige verslaggeefster had hem eens niet ten onrechte met de „kling van zijn eigen sa bel" vergeleken. Alleen de fraaie witheid van zijn kort geknipte, doch nog weelde rige haar zou iemand, die hem niet kende, eenig idee van den leeftijd hebben kunnen geven. En zelfs dan zou de vreemde zich nog met tien jaar vergist hebben. Want nie mand zou Hector Frensham meer dan vijf en vijftig jaar geven, terwijl hij toch in werkelijkheid pas een week voor dezen avond met Jane zijn vijf en zestigsten ver jaardag had gevierd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5