(TEGEN DE WET
KRONIEK VAN DEN DAG
Nederland moet f 5.000000 bijdragen
in de vlootkosten voor Indië-
5 Werelds beste
Hoest-siroop
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 6 DECEMBER 1939. No. 288.
25 3-
Hinken op twee gedachten.
NIEUWE DUIKBOOT VOOR ONZE
MARINE.
De Tweede Kamer behandelt de
begrooting van Koloniën.
DE MINISTER AAN HET WOORD.
De scheepvaartbelemmeringen
door de Engelsche
controlestations.
De vergoeding aan gemobiliseer-
den voor overgenomen kleeding.
De passagiersschepen van de
„Nederland" varen van Indië
tot Genua.
De spionnage-affaire.
De verdachten blijven in arrest.
Een werklooze had geluk.
Hij won 80.000 in de loterij.
Rotterdam wordt zwaarder
getroffen dan Antwerpen.
Door de handelsbelemmeringen.
(Ingez. Med.)
r".
3c.:
rs)
h.
en D.
f. 34 j.
j. j.d.
e, 23 j.
m J J.
en A.
G. D.
j.d.
W. D.
•oppert,
- D. P.
)3 j j.d.
Appel,
J.
Keulen,
Bujjn,
it 33 j.
Vilijn
A. J.
54 j. jd.
er d.
B.C.)
In Italië zijn de laatste dagen pro-Fin-
sche en anti-Russ'che betoogingen gehou
den Door studenten. Het is nog niet zoo
lang geleden, dat Italiaansche studenten
te hoop liepen, om anti-Fransche kreten
te slaken. Men zal het zich herinneren:
„Tunis..Dzibouti", „Corsica"Waren
het dezelfden
De Italiaansche regeering heeft zich
niet tegen de demonstraties verzeg Zij
tolereert dat het jeugdige intellect der
fascistische natie aan zijn sympathie voor
de Finnen aan zijn afkeer voor de Sov
jets lucht geeft. Zij heeft trouwens altijd
veel meer getolereerd dan de nationaal-
socialistische regeering in Duitschland
Ondanks alle betuigingen van eensgezind
heid de laatste paar jaar bleef men een
groot verschil tusschen Berlijn en Rome
opmerkeneen verschil van verdraag
zaamheid. Wij hebben daarop eenige ma
len de aandacht gevestigd te dezer plaat
se, en er een gevolgtrekking aan verbon
den: dat het staal van de befaamde
„spil" minder hard zou zijn dan veelal
werd gedacht Thans begint dit aan den
dag te treden.
Maar als het ware aarzelend nog Men
neme in zijn oordeel over de Italiaan
sche buitenlandsche politiek ook thans re
serve in acht. De fascistische regeering
bekent nog lang geen kleur Dat Duitsch
land en Rusland samen gingen heeft
principieel en in eerste instantie bij haar
geen afkeer ontmoet/. De gevolgen er
van, welke -zich thans tragisch in Fin
land openbaren, stemmen haar echter tot
bezorgd nadenken Zij vreest, dat er een
communistische golf over Europa zal
komen spoelen, als de krachten, welke
nu ontketend zijn, nog geruimen tijd zou
den voortwoeden. En daar moet zij niets
van hebben.
Hier en daar ontmoet men de voor
stelling als zou Italië reeds geheel „be
keerd" zijn; ten gunste van de zaak der
Wesjkersche democratieëtn Datl is niet
waar. Uit tal van beschouwingen in de
Italiaansche pers bleek de laatste dagen
duidelijk, dat Rome nog steeds een ap
peltje met Engeland en Frankrijk te
schillen denkt te hebben. Maar de om
standigheden staan zulks voorshands in
den weg. Er doemden gevaren op, wel
ke het voor Italië noodzakelijk maakten
den pas te markeeren.-
Of in vervolg van tijd Italië zich mis
schien zal „bekeeren", is uiteraard heel
iets anders. De politieke ontwikkeling,
welke zich thans openbaart kan zonder
twijfel zoo ver komen, dat de fascistische
regeering het raadzaam zal achten haar
„eischen" aan Engeland én Frankrijk op
te bergen, teneinde handin hand met
deze landen aan een gevaarlijken chaos
het hoofd te bieden.
Tot zekere hoogte hinkt men momen
teel te Rome dus op twee gedachten,
of beter twee sentimenten, waarbij dan
ook nog een zekere prestige-kwestie in
het geding komt. Immers: indien men
overstag gaat, zich dus van Duitcshland
afkeert, zou men erkennen, dat het sa
mengaan met het Derde Rijk feitelijk
een politieke fout was Alleen kan men
er op wijzen, dat Italië er zijn overheer-
sching van Abessynië indirect aan te
danken heeft. Maar die „winst" staat
in geen vergelijking tot het reusachtige
profijt, dat Duitschland trok, en dat
Italië bovendien op den duur parten zou
kunnen gaan spelen.
Van een der overdekte hellingen van de
Rotterdamsche Droogdokmaatschappij is
gisteren met goed gevolg te water gelaten
de onderzeeboot O 23, in aanbouw voor de
Nederlandsche marine.
De doopceremoniën en het wegnemen
van de laatste beletselen voor de tewater
lating geschiedde door mevrouw P. G. Vos
Römer, echtgenoote van het hoofd der af-
deeling Materieel-Zeemacht van het depar
tement van Defensie.
Sint-Nicolaas heeft gisteren de Tweede
Kamer een verrassing bereid: Reeds voor
half vijf sloot de voorzitter de vergadering.
In deze vergadering, aan welker agenda
o.m. werd toegevoegd de begrooting van
Defensie voor 1940, werd een begin gemaakt
met de behandeling van de begrooting van
Koloniën voor 1940. De behandeling van
twee conclusies en een wetsontwerp ging
hieraan vooraf. Bij die van het verslag van
de commissie voor de Rijksuitgaven betref
fende de verslagen van de algemeene reken
kamer in Nederland en Nederlandsch-Indië-'
betreffende hare werkzaamheden over 1937,
bepleitte de heer Van Poll (r.k.) een zoo
danige wijziging van de Indische Compta
biliteitswet, dat in den vervolge deze zui
ver Indische aangelegenheden niet meer in
Nederland behoeven te worden gecontro
leerd,
Zeven sprekers voerden het woord bij de
behandeling van het wetsontwerp Goedkeu
ring van een besluit van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië tot wijzi
ging en aanvulling van afdeeling 3 der be
grooting van Ned.-Indië voor 1939. Dit be
sluit werd door den Volksraad met 40 tegen
15 stemmen aangenomen en beoogt o.m.
verhooging van de vennootschapsbelasting
en van de inkomstenbelasting ter noodzake
lijke versterking van de middelen. De mees
te sprekers achtten de voorgestelde verhoo
ging van de inkomstenbelasting in strijd
met het draagkrachtbeginsel. De heer Van
Poll (r.k.) kwam tot de slotsom, dat dit
niet het geval is, evenals de heer Van Kem
pen (lib.). De heeren Van Gelderen (s.d.),
Effendi (comm.), Meyerink (a.r.), Slotema-
ker de Bruine (c.h.) en Joekes (v.d.) wa
ren van oordeel, dat de voorgestelde ver
hooging te zware lasten legt op de minst
draagkrachtigen. Verschillende sprekers,
onder wie de heeren Van Poll, Joekes en
Slotemaker de Bruine bepleitten handha
ving van het 1 Januari 1940 vervallende de
fensie-uitvoerrecht.
De Minister van Koloniën, de heer Wei
ter, wees er op, dat de laagste inkomens tot
nog toe zeer zijn ontzien en dat de verhoo
ging nog blijft beneden het belastingbedrag,
dat velen tusschen 1932 en 1935 hadden op
te brengen. Bovendien is de koopkracht van
het Indische geld sinds 1929 aanmerkelijk
gestegen. Met aanhaling van enkele cijfers
toonde de minister aan, dat de regeering
geenszins het belang van de minst draag
krachtigen uit het oog heeft verloren. Men
moet deze zaken in de Indische sfeer zien.
Wat het defensie-uitvoerrecht betreft, hier
zeïde de minister bereid te zijn met de In
dische regeering te overleggen over de mo
gelijkheid van handhaving, tot deze heffing
In het Engelsche Lagerhuis is gister de
vraag gesteld of de Engelsche regeering er
zich van bewust was, dat ernstige klachten
uitgesproken worden door neutrale reeders
ten aanzien van onredelijk lang vasthouden
van schepen in contrabandecontrolestations,
waar de vaartuigen soms 22 dagen liggen
Namens de regeering werd geantwoord,
dat deze zich er van bewust was, daf klach
ten worden geuit. „De aangelegenheid heeft
de voortdurende aandacht van de autori
teiten, die volkomen doordrongen zijn van
het belang van vermijding van onnoodige
vertraging. Langdurige vertragingen heb
ben zich waarschijnlijk voorgedaan in ge
vallen van groote verschepingen zonder dat
copieën der scheepspapieren vooruitgezon
den waren gevallen, waarin een nauw
keurig onderzoek van groot belang is. Wan
neer de exporteurs volledig rekening hou
den met de voordeelen van het kortelings
ingevoerde nieuwe systeem, dan zullen de
door de controle veroorzaakte vertragingen
tot een minimum teruggebracht worden",
aldus de officieele Engelsche verklaring.
in werking treedt. Zonder stemming werd
het ontwerp aangenomen met aanteeke-
ning, dat de heer Effendi (comm.) wenscht
geacht te worden te hebben tegengestemd.
Bij de hierna in behandeling gekomen be
grooting van Koloniën was de verdeeling
van de vlootkosten het meest besproken on
derwerp der algemeene beschouwingen. De
heer Stokvis (s.d.) achtte het door Neder
land te dragen bedrag van' vijf millioen
gulden niet toereikend. Hij zeide het ant
woord van den minister te zullen afwach
ten, alvorens te besluiten een uitspraak van
de Kamer te verkrijgen. De communistische
afgevaardigde de heer Effendi was van oor
deel, dat de kosten van de vloot geheel ten
laste van Nederland moeten komen terwijl
de heer Van Poll (r.k.) betoogde, dat het
volgende jaar Indië er tijdens dezen econo-
mischen oorlog waarschijnlijk beter aan toe
zal zijn dan Nederland reden, waarom hij
het handhaven van het bedrag van vijf mil
lioen gulden toejuichte.
De heer Joekes (v.d.) zeide de behande
ling van de resultaten der Vlootcommissie
te zullen afwachten. Dan kan tevens de
vraag van de kostenverdeeling ter sprake
komen. Tegen het eenzijdig in Nederland
vaststellen van het bedrag had spr. geen be
zwaar. De laatste spreker van dezen mid
dag was de heer Slotemaker de Bruine
(c.h.), die zich met de vaststelling op 5
millioen onder de huidige omstandigheden
kon vereenigen.
Vandaag zou de behande.ling van dit be-
grootingshoofdstuk worden voortgezet.
Op vragen van den heer Van Sleen betref
fende de vergoeding voor de door het Rjjk
van gemobiliseerden overgenomen kleeding
en schoeisel heeft de minister van Defensie
het volgende geantwoord:
De vergoeding wegens het door het Rijk
overnemen van door de groot-verlofgangers
bij mobilisatie-opkomst medegebrachte on
dergoed en schoeisel is bij dezerzjjdschen
brief en bij legerorder geregeld.
Er moet dan ook worden aangenomen,
dat in algemeenen zin zij, die goederen me
debrachten, welke aan het voorschrift vol
deden, het hun toekomende uitbetaald heb
ben gekregen.
Waar blijkens de gestelde vraag rekening
moet worden gehouden met de mogelijk
heid, dat bij enkele afdeelingen de gegeven
orders onvoldoende zijn uitgevoerd, zal bij
legerorder worden bekend gemaakt, dat uit
betaling binnen den kortst mogelijken tijd
behoort te geschieden.
Ten aanzien van de werkloozen, die als
vervanger zijn opgeroepen, werd bij leger
order bepaald, dat zij bij opkomst geen
eigen ondergoed en schoeisel behoefden me
de te brengen. Zij zouden van rijkswege van
het benoodigde worden voorzien.
Indien sommigen deze goederen toch mee
gebracht hebben en die goederen overge
nomen zijn, hetgeen door bijzondere om
standigheden mogelijk is, behoort de ver
goeding uitbetaald te worden.
In de hierboven bedoelde legerorder zul
len ook hieromtrent nadere bevelen worden
gegeven.
De directie der Stoomvaart Mij. „Neder
land" deelt mede, dat besloten is, te begin
nen met het m.s. „Johan van Oldenbarne-
velt" welk schip van Nederlandsch-Indië
op weg is naar Europa en op 10 December
te Genua wordt verwacht de passagiers
schepen niet naar Nederland te laten door
varen, doch de reis in Genua te doen ein
digen.
Het ligt in de bedoeling de „Marnix van
St. Aldegonde" in Febr. a.s. te Soerabaja
op te leggen en alleen met de „Johan van
Oldenbarnevelt" en de „Christiaan 'Huy-
gens" den passagiersdienst tusschen Genua
en Indië te onderhouden.
De Haagsche rechtbank heeft g'ster en in
raadkamer beslist op de vordering van den
officier van justitie tot gevangenhouding
van het ëehtpaar Van H. en van mr. B.,
verdacht van spionnage.
Omtrent deze beslissing weigerde men
van justitieele zijde eerst elke inlichting.
Nadat wij van particuliere zijde verno
men hadden, dat de gevangenhouding was
bevolen, werd ons dit later officieel beves
tigd.
Zooals men weet, was mr. Van H. de lei
der van den Socialen Jeugddienst aan het
departement van Sociale Zaken.
De regeeringspersdienst deelt thans me
de, dat de algemeene leiding van de aange
legenheden van de Jeugdzorg en de Cultu-
reele Zorg tijdelijk zal worden waargeno
men door den heer Meyer de Vries, admini
strateur, hoofd van de afdeeling Werkver
ruiming van bovengenoemd departement,
die vroeger gedurende verscheidene jaren
ook deze aangelegenheden heeft behandeld.
De heer De Vries blijft zjjn taak voor de
werkverruiming mede vervullen
Uit deze mededeeling blijkt wel, dat men
mr. Van H. niet terugverwacht aan het de
partement.
Al sedert enkele jaren was de heer D.,
die iemand is van een bekende familie in
Midden-Java, in verband met de slechte
tijdsomstandigheden buiten betrekking na
voorheen als administrateur in de cultures
werkzaam te zijn geweest. Niettemin had
hij er toch nog zijn hoop op gevestigd, dat
het geluk nog wel eens met hem zou zijn
en het was in dit vaste vertrouwen, dat hij,
niettegenstaande zijn inkomsten slechts
veertig gulden per maand bedroegen, toch
nog elke maand hiervan een tientje afnam
voor het koopen van een heel lot in de
groote loterij, vertelt het Bataviasch
Nieuwsblad.
Wie kan 's mans aandoening van vreugde
beschrijven toen hij de vorige maand er
voer, dat de hoofdprijs gevallen was op een
nummer waarvan hij het lot bezat?
Een weekje daarna was hij weer man in
bonus en weer heel kort daarop volgde zijn
benoeming tot administrateur van een ta
baksonderneming in de Vorstenlanden.
Het is te begrijpen, dat in Antwerpen de
gesprekken blijven draaien om het cfubbele
vraagstuk van den toegespitsten mijnen-
oorlog en van de represaille-maatregelen
hiertegen, die den Duitschen export zwaar
zullen treffen.
Zoo schrijft de Belgische „Standaard":
Sinds het bekend worden van deze nieuwe
oorlogsverwikkelingen hebben de instan
ties, die gemachtigd zijn te spreken uit
naam van handel en scheepvaart, overvloe
dig gemotiveerde protesten laten hooren bij
de regeering. Ook namens de stad werd na
drukkelijk gevraagd bij de oorlogvoerende
mogendheden het protest van de Belgische
havenkringen luid te laten weerklinken. De
heer Delwaide, wethouder van handel en
scheepvaart, heeft verklaard, dat de ge
volgen der beide maatregelen thans reeds
merkbaar zijn. Het toegenomen mijnenge
vaar heeft tot gevolg, dat steeds kleinere
en oudere schepen in de vaart worden ge
nomen en ook dat zekere lijnen uitzien naar
veiliger uitgangspunten voor haar diensten.
Het kan slechts schade beteekenen voor
een haven, dat de risico's en onkosten voor
de scheepvaart in sterke mate worden ver
hoogd. De taal der cijfers klinkt duidelijk:
in September van dit jaar werden tijdens
den oorlog nog 225.000 ton Duitsche goe
deren over Antwerpen uitgevoerd. Het wa
ren hoofdzakelijk steenkool, ijzer, erts, ce
ment en scheikundige producten. In de eer
ste negen maanden van dit jaar voerde Bel
gië circa 3.000.000 ton Duitsche goederen
uit, terwijl het totale transitoverkeer onge
veer 4.000.000 ton bedroeg en de totale ex-
Twee paar luxe klompjes, vervaardigd door
de klompenmakers van Clinge, zijn als St.
Nicolaasgeschenk aan de beide Prinsesjes
aangeboden. Burgemeester Vercauteren
pakt de klomjes in.
port en het transitoverkeer 8.000.000 ton. Er
valt echter op te merken, dat tegenover
September 1938 de uitvoer van Duitsche
goederen via Antwerpen met de helft ver
minderd was. Hoe erg het verlies van de
andere helft ook is voor Antwerpen, toch
wordt Rotterdam zwaarder getroffen, omdat
deze haven voor circa 80 afhankelijk is
van den Duitschen handel, terwijl in 1938
53 van den uitvoer van Antwerpen uit
gaand nationaal verkeer was. In geen ge
val mag dus het oog worden verloren, dat
het Duitsche verkeer over de Antwerpsche
haven, hoe sterk het ook geslonken is in
vergelijking met het vorige jaar, een factor
van belang is gebleven voor de stabilisatie
in het Antwerpsche havenverkeer. Namens
de stad Antwerpen is dan ook de aandacht
van de regeering gevestigd op den nieuwen
nadeeligen toestand en .werd aangedrongen
op protesten bij de betrokken mogendheden.
ts ongetwijfeld AKKER's Abdijsi
roop, bevattende een twintigtal
kruiden, alle heilzaam voor de adem
halingsorganen. in de juiste ver
menging en samenstelling. De wer
king is krachtig en snel. Kruiden
hebben geen nadeelen voor de
andere lichaamsorganen. Daarom
komt den laatsten tijd de medische
wereld weer veel van chemische op
plantaardige middelen terug. De
reeds zoo krachtige werking van
Abdijsiroop is thans bovendien nog
versterkt o.a. door het toevoegen
van „codeïne", de sterkste hoestbe-
dwingende stof. Gebruikt daarom
ACONITUM
Eenige der
20 kruiden
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
s
Naar het Engelsch van
MARTIN PORLOCK.
8).
Formeel gearresteerd.
Later in den morgen werd door Scotland
Yard aan de pers medegedeeld, dat een be
vel tot inhechtenisneming was uitgevaar
digd tegen Christopher Llewellyn De'Ath
Vayle, vierden baronet, en dat genoemde
persoon onder beschuldiging van moord
reeds gearresteerd was.
Het spreekt vanzelf, dat de gevangene
nog in den loop van den dag van Vine
Street naar de Wondworth gevangenis over
gebracht zal worden. De gerechtelijke lijk
schouwing op het licham van agent Bee
ch am zal a.s. Maandag plaats vinden.
Gestolen helmen bij wijze van
vriendschapsbeker.
Naar wij van bevoegde zijde vernamen,
werd het lijk van Beecham zonder helm
aangetroffen. Ook bereikte ons zooeven het
bericht, dat nog een andere agent, die in
een naburige wijk gesurveilleerd had, zich
hedenmorgen genoodzaakt had gezien het
verlies van zijn helm te rapporteeren.
De twee vermiste helmen werden door
de rechercheurs van de crimineele recher
che in sir Christopher's huis teruggevonden,
waar zij, gevoerd met sauspannen, waarvan
de stelen afgerukt waren, als drinkbekers
dienst gedaan hadden.
Omtrent deze tetails zijn geen officieele
mededeelingen gedaan, doch volgens onzen
bijzonderen correspondent was de andere
agent, wiens helm eveneens gestolen werd,
hedenmorgen vroeg reeds in Vine Street
en hekende hij Sir Christopher als den man,
die hem aangevallen en van zijn helm be
roofd had.
En zoo ging het in de „Cornet" aan één
stuk door. In het midden van het blad stond
in een dikke, zwarte lijst en een ander
lettertype, een beknopte biografie van den
arrestant afgedrukt. De kopregel daarvan
luidde
„Vlugge" Vayle.
Sir Chistopher werd in 1896 geboren en
genoot zjjn opleiding in de St. James school.
Na het uitbreken van den oorlog ging hij
naar Sandhurst. In 1915 werd hij als offi
cier bij de Koninklijke artillerie aangesteld
en diende bij dat wapen in verschillende
afdeelingen aan drie fronten. Hij werd ge
decoreerd met het Militaire Kruis, het
Eereteeken voor Bijzondere Dienstverrich
tingen en het Legioen van Eer. In 1918
werd hjj zoo ernstig gewond, dat men voor
zjjn leven vreesde en het was pas tegen het
einde van 1920, dat hij weer in het volle
dige bezit van zijn kracht was. In 1921
kwam zijn vader te overlijden, waardoor
zoowel de titel, als het geweldige uit de
„Vayle"- en andere staalgieterijen verkre
gen -vermogen op hem overging. In 1924
ging hij uit liefhebberij aan auto-rennen
doen. Omstreeks 1927 was hij reeds een van
van de meest vooraanstaande coureurs van
de wereld zoowel op den weg als op de
baan. Omstreeks 1930 was hij in de
Engelsch-sprekende wereld bekend en be
mind want zijn populariteit was enorm
als: „Vlugge Vayle".
Van de allervoornaamste successen, wel
ke op zjjn naam geboekt staan, noemen
wjj: de Fransche Grand Prïxx(twee keer ge-
Laat ons nooit veroordeelen en niet
vergeten dat zij, die vallen en zij, die
trachten te klimmen, dankbaar een
helpende hand aannemen.
wonnen), de Ulster Tropee (twee keer ge
wonnen) en het Brooklands Lapping Record
(drie keer behaald.)
Sir Christopheris eveneens een bekend
cricketspeler en amateur-bokser. Den laat
sten tijd werd zijn naam voortdurend in één
adem genoemd met dien van lady Ross-
Nairn, beter bekend onder haar tooneel-
naam Leda Fitzroy. Het gerucht liep, dat
lady Ross-Nairn, die zich in 1928 van lord
Ross-Nairn had laten scheiden, met sir
Christopher met miss Jane Frensham, de
dochter van sir Hector Frensham, hoofd
commissaris van politie, bekend gemaakt.
De huwelijksvoltrekking zou de volgende
maand plaats hebben. Twee weken geleden
echter werd de pers er van in kennis ge
steld, dat het engagement verbroken was.
Sindsdien zijn de oude geruchten weer naar
voren gekomen en worden de namen van
sir Chritopher en lady Ross-Nairn weer met
elkaar in verband gebracht.
Jane, die de heele bladzijde reeds door
gelezen had, las hoewel tegen haar wil
ook dit laatste. Zij beet zich op de lippen.
En plotseling, zonder ook maar een oogen-
blik te denken aan de plaats waar zij was,
of aan den man, die haar aangestaard had,
frommelde zij de krant tot een harden bal
in elkaar en wierp hem van zich af. Haar
handen vielen in haar schoot en met zoo'n
kracht grepen de lange vingers in elkaar,
dat alle kleur uit haar knokkels trok.
Zij hoorde het geluid van een openzwaai
ende deur achter zich. Het was koel in de
-v.'Tsrsgi
lounge en de plotselinge warme lucht
stroom, welke van de zon-doorstoofde straal
binnenkwam, bracht haar tot het besef van
haar omgeving terug. George, de geweldige
portier, kwam nu voorbij haar tafeltje. Hij
droeg zijn prachtige pet in zijn wit-gehand-
schoende hand en zijn kale schedel glansde
eerbiedwaardig. In twee lange, doch daarom
niet minder indrukwekkende schreden was
hij bij het tafeltje van den man, die Jane
zoo had gefixeerd en boog zich daar zeer
beleefd, maar dringend overheen.
„Sir!" baste hij.
De man legde zijn krant neer. Gedurende
een ondeelbaar moment bleef zijn blik,
voordat hij naar George keek, op Jane rus
ten. Toen keek hij George glimlachend in
het gezicht. Jane zat hen gade te slaan. Al
les wat maar dienen kon om haar afgemar
telde gedachten op iets anders te coneen-
treeren, desnoods slechts voor enkele se
conden, was haar welkom. Zij luisterde nu
naar George. Hjj sprak op een voor zijn
doen vertrouwelijken fluistertoon, doch zijn
stem bulderde door de zachte bontheid van
de lounge als het doffe gerommel van een
op grooten afstand woedende donderbui.
„Ik heb u gewaarschuwd, sir!" hoorde zij
George zeggen. „U kunt niet zeggen, dat
ik u niet gewaarschuwd heb".
De man aan het tafeltje stond op. Nu hij
haar niet langer meer aanstaarde, nam zij
Hem eens goed op. Staande bleek hij ie
mand van iets meer dan middelbare lengte
te zijn. Hij zag er evenwel kleiner uit dan hij
in werkelijkheid was door de bijna buiten
sporige breedte van zjjn schouders. Hij was,
hoe paradoxaal het ook moge klinken, ma
ger en toch stevig. Ook kleedde hij zich
goed wel met een elegance, waarvan juist
de ongewildheid een groot deel van haar
geraffineerde, doch tevens groote artistici
teit uitmaakte. Hij had verder een gladge
schoren, rechthoekig gezicht.
Hij scheen een geziene en bekende be
zoeker te zijn. Jane, die zelf dikwijls in „Sa-
varin" zat, vroeg zich niet verwondering
af, hoe het toch kon komen, dat zij hem
daar nooit eens eerder gezien had. Enfin,
zeker niet goed opgelet, of al vergeten,
dacht ze. Zij luisterde naar hun gesprek,
waaruit zij nu opmaakte, dat er moeilijkhe
den over een auto waren.
„Dat kunt nu één keer doen, meneer"
zei George. „U kunt het een dozijn keer
doen, maar zooals ik u al zoo vaak heb ge
zegd, vroeg of laat krijgen ze u toch te
pakken. Er is een nieuwe agent in deze wijk
gekomen naar mijn smaak een beetje
een al te erge dienstklopper. Kijk, daar
staat hij, en rekent u er maar op, dat hjj
daar net zoo lang blijft schilderen tot u er
uitkomt. Hij neemt nu de bijzonderheden
van uw auto op. Het beste wat u kunt doen,
meneer Revel, is naar buiten gaan en hem
nog wat meer in zijn boekje laten opschrij
ven en dan uw wagen even om te rijden".
De man, die met meneer Revel aange
sproken was, glimlachte. „Om sir Hector
Frensham vijf guineas in zijn zak te stop
pen?"
Jane richtte zich met een rukje in haar
stoel op, doch liet zich op hetzelfde oogen-
blik weer tegen de rugleuning vallen Zij
had er nooit aan gewend kunnen raken,
dat haar vaders naam een gemeenzaaam
woord was geworden, waarvan ieder zich
naar believen kon bedienen.
„Ik loop nooit boeten op, George", ant
woordde hij. „Al wat mij dit kost is een
borrel voor jou, een telefoontje en tien
shilling".
(Wordt vervolgd).
len.
'tij-
3an
-22!
-27
:24.
ken
!eze
ter
len
13,
25,
ïlde
)oie
g);
12;
tje,
ens
ak-
de
C.
:em
nog
on-
aan
reer
ze-
ïet
van
ssa-
an-
was
be-
>ot-
S.
I.V.
te
en-
an-
P.
erk
en.,
bc.:
)St-
er-
we
ep,
aul
al-
)ch
se-
ere
ers
aui
ai-
va-
>en
ra-
id-
ek-
dt,
on
ran
C.
te
09,
an
id;
er-
de
74,
an
;er
32,
.b-
se-
34,
!h-
an
la
ait
ïk,
3r,
an
ait
rs-
ik.
ie,
r-
en
iet
iet
>p-
iti,
>ds
an
en
an
al-
üh,
ste
lUl
kt,
:er
>k
ou
ar
en
ee-