(TEGEN DE WET KRONIEK VAN DEN DAG Nederland moet f 5.000000 bijdragen in de vlootkosten voor Indië- 5 Werelds beste Hoest-siroop TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 6 DECEMBER 1939. No. 288. 25 3- Hinken op twee gedachten. NIEUWE DUIKBOOT VOOR ONZE MARINE. De Tweede Kamer behandelt de begrooting van Koloniën. DE MINISTER AAN HET WOORD. De scheepvaartbelemmeringen door de Engelsche controlestations. De vergoeding aan gemobiliseer- den voor overgenomen kleeding. De passagiersschepen van de „Nederland" varen van Indië tot Genua. De spionnage-affaire. De verdachten blijven in arrest. Een werklooze had geluk. Hij won 80.000 in de loterij. Rotterdam wordt zwaarder getroffen dan Antwerpen. Door de handelsbelemmeringen. (Ingez. Med.) r". 3c.: rs) h. en D. f. 34 j. j. j.d. e, 23 j. m J J. en A. G. D. j.d. W. D. •oppert, - D. P. )3 j j.d. Appel, J. Keulen, Bujjn, it 33 j. Vilijn A. J. 54 j. jd. er d. B.C.) In Italië zijn de laatste dagen pro-Fin- sche en anti-Russ'che betoogingen gehou den Door studenten. Het is nog niet zoo lang geleden, dat Italiaansche studenten te hoop liepen, om anti-Fransche kreten te slaken. Men zal het zich herinneren: „Tunis..Dzibouti", „Corsica"Waren het dezelfden De Italiaansche regeering heeft zich niet tegen de demonstraties verzeg Zij tolereert dat het jeugdige intellect der fascistische natie aan zijn sympathie voor de Finnen aan zijn afkeer voor de Sov jets lucht geeft. Zij heeft trouwens altijd veel meer getolereerd dan de nationaal- socialistische regeering in Duitschland Ondanks alle betuigingen van eensgezind heid de laatste paar jaar bleef men een groot verschil tusschen Berlijn en Rome opmerkeneen verschil van verdraag zaamheid. Wij hebben daarop eenige ma len de aandacht gevestigd te dezer plaat se, en er een gevolgtrekking aan verbon den: dat het staal van de befaamde „spil" minder hard zou zijn dan veelal werd gedacht Thans begint dit aan den dag te treden. Maar als het ware aarzelend nog Men neme in zijn oordeel over de Italiaan sche buitenlandsche politiek ook thans re serve in acht. De fascistische regeering bekent nog lang geen kleur Dat Duitsch land en Rusland samen gingen heeft principieel en in eerste instantie bij haar geen afkeer ontmoet/. De gevolgen er van, welke -zich thans tragisch in Fin land openbaren, stemmen haar echter tot bezorgd nadenken Zij vreest, dat er een communistische golf over Europa zal komen spoelen, als de krachten, welke nu ontketend zijn, nog geruimen tijd zou den voortwoeden. En daar moet zij niets van hebben. Hier en daar ontmoet men de voor stelling als zou Italië reeds geheel „be keerd" zijn; ten gunste van de zaak der Wesjkersche democratieëtn Datl is niet waar. Uit tal van beschouwingen in de Italiaansche pers bleek de laatste dagen duidelijk, dat Rome nog steeds een ap peltje met Engeland en Frankrijk te schillen denkt te hebben. Maar de om standigheden staan zulks voorshands in den weg. Er doemden gevaren op, wel ke het voor Italië noodzakelijk maakten den pas te markeeren.- Of in vervolg van tijd Italië zich mis schien zal „bekeeren", is uiteraard heel iets anders. De politieke ontwikkeling, welke zich thans openbaart kan zonder twijfel zoo ver komen, dat de fascistische regeering het raadzaam zal achten haar „eischen" aan Engeland én Frankrijk op te bergen, teneinde handin hand met deze landen aan een gevaarlijken chaos het hoofd te bieden. Tot zekere hoogte hinkt men momen teel te Rome dus op twee gedachten, of beter twee sentimenten, waarbij dan ook nog een zekere prestige-kwestie in het geding komt. Immers: indien men overstag gaat, zich dus van Duitcshland afkeert, zou men erkennen, dat het sa mengaan met het Derde Rijk feitelijk een politieke fout was Alleen kan men er op wijzen, dat Italië er zijn overheer- sching van Abessynië indirect aan te danken heeft. Maar die „winst" staat in geen vergelijking tot het reusachtige profijt, dat Duitschland trok, en dat Italië bovendien op den duur parten zou kunnen gaan spelen. Van een der overdekte hellingen van de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij is gisteren met goed gevolg te water gelaten de onderzeeboot O 23, in aanbouw voor de Nederlandsche marine. De doopceremoniën en het wegnemen van de laatste beletselen voor de tewater lating geschiedde door mevrouw P. G. Vos Römer, echtgenoote van het hoofd der af- deeling Materieel-Zeemacht van het depar tement van Defensie. Sint-Nicolaas heeft gisteren de Tweede Kamer een verrassing bereid: Reeds voor half vijf sloot de voorzitter de vergadering. In deze vergadering, aan welker agenda o.m. werd toegevoegd de begrooting van Defensie voor 1940, werd een begin gemaakt met de behandeling van de begrooting van Koloniën voor 1940. De behandeling van twee conclusies en een wetsontwerp ging hieraan vooraf. Bij die van het verslag van de commissie voor de Rijksuitgaven betref fende de verslagen van de algemeene reken kamer in Nederland en Nederlandsch-Indië-' betreffende hare werkzaamheden over 1937, bepleitte de heer Van Poll (r.k.) een zoo danige wijziging van de Indische Compta biliteitswet, dat in den vervolge deze zui ver Indische aangelegenheden niet meer in Nederland behoeven te worden gecontro leerd, Zeven sprekers voerden het woord bij de behandeling van het wetsontwerp Goedkeu ring van een besluit van den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië tot wijzi ging en aanvulling van afdeeling 3 der be grooting van Ned.-Indië voor 1939. Dit be sluit werd door den Volksraad met 40 tegen 15 stemmen aangenomen en beoogt o.m. verhooging van de vennootschapsbelasting en van de inkomstenbelasting ter noodzake lijke versterking van de middelen. De mees te sprekers achtten de voorgestelde verhoo ging van de inkomstenbelasting in strijd met het draagkrachtbeginsel. De heer Van Poll (r.k.) kwam tot de slotsom, dat dit niet het geval is, evenals de heer Van Kem pen (lib.). De heeren Van Gelderen (s.d.), Effendi (comm.), Meyerink (a.r.), Slotema- ker de Bruine (c.h.) en Joekes (v.d.) wa ren van oordeel, dat de voorgestelde ver hooging te zware lasten legt op de minst draagkrachtigen. Verschillende sprekers, onder wie de heeren Van Poll, Joekes en Slotemaker de Bruine bepleitten handha ving van het 1 Januari 1940 vervallende de fensie-uitvoerrecht. De Minister van Koloniën, de heer Wei ter, wees er op, dat de laagste inkomens tot nog toe zeer zijn ontzien en dat de verhoo ging nog blijft beneden het belastingbedrag, dat velen tusschen 1932 en 1935 hadden op te brengen. Bovendien is de koopkracht van het Indische geld sinds 1929 aanmerkelijk gestegen. Met aanhaling van enkele cijfers toonde de minister aan, dat de regeering geenszins het belang van de minst draag krachtigen uit het oog heeft verloren. Men moet deze zaken in de Indische sfeer zien. Wat het defensie-uitvoerrecht betreft, hier zeïde de minister bereid te zijn met de In dische regeering te overleggen over de mo gelijkheid van handhaving, tot deze heffing In het Engelsche Lagerhuis is gister de vraag gesteld of de Engelsche regeering er zich van bewust was, dat ernstige klachten uitgesproken worden door neutrale reeders ten aanzien van onredelijk lang vasthouden van schepen in contrabandecontrolestations, waar de vaartuigen soms 22 dagen liggen Namens de regeering werd geantwoord, dat deze zich er van bewust was, daf klach ten worden geuit. „De aangelegenheid heeft de voortdurende aandacht van de autori teiten, die volkomen doordrongen zijn van het belang van vermijding van onnoodige vertraging. Langdurige vertragingen heb ben zich waarschijnlijk voorgedaan in ge vallen van groote verschepingen zonder dat copieën der scheepspapieren vooruitgezon den waren gevallen, waarin een nauw keurig onderzoek van groot belang is. Wan neer de exporteurs volledig rekening hou den met de voordeelen van het kortelings ingevoerde nieuwe systeem, dan zullen de door de controle veroorzaakte vertragingen tot een minimum teruggebracht worden", aldus de officieele Engelsche verklaring. in werking treedt. Zonder stemming werd het ontwerp aangenomen met aanteeke- ning, dat de heer Effendi (comm.) wenscht geacht te worden te hebben tegengestemd. Bij de hierna in behandeling gekomen be grooting van Koloniën was de verdeeling van de vlootkosten het meest besproken on derwerp der algemeene beschouwingen. De heer Stokvis (s.d.) achtte het door Neder land te dragen bedrag van' vijf millioen gulden niet toereikend. Hij zeide het ant woord van den minister te zullen afwach ten, alvorens te besluiten een uitspraak van de Kamer te verkrijgen. De communistische afgevaardigde de heer Effendi was van oor deel, dat de kosten van de vloot geheel ten laste van Nederland moeten komen terwijl de heer Van Poll (r.k.) betoogde, dat het volgende jaar Indië er tijdens dezen econo- mischen oorlog waarschijnlijk beter aan toe zal zijn dan Nederland reden, waarom hij het handhaven van het bedrag van vijf mil lioen gulden toejuichte. De heer Joekes (v.d.) zeide de behande ling van de resultaten der Vlootcommissie te zullen afwachten. Dan kan tevens de vraag van de kostenverdeeling ter sprake komen. Tegen het eenzijdig in Nederland vaststellen van het bedrag had spr. geen be zwaar. De laatste spreker van dezen mid dag was de heer Slotemaker de Bruine (c.h.), die zich met de vaststelling op 5 millioen onder de huidige omstandigheden kon vereenigen. Vandaag zou de behande.ling van dit be- grootingshoofdstuk worden voortgezet. Op vragen van den heer Van Sleen betref fende de vergoeding voor de door het Rjjk van gemobiliseerden overgenomen kleeding en schoeisel heeft de minister van Defensie het volgende geantwoord: De vergoeding wegens het door het Rijk overnemen van door de groot-verlofgangers bij mobilisatie-opkomst medegebrachte on dergoed en schoeisel is bij dezerzjjdschen brief en bij legerorder geregeld. Er moet dan ook worden aangenomen, dat in algemeenen zin zij, die goederen me debrachten, welke aan het voorschrift vol deden, het hun toekomende uitbetaald heb ben gekregen. Waar blijkens de gestelde vraag rekening moet worden gehouden met de mogelijk heid, dat bij enkele afdeelingen de gegeven orders onvoldoende zijn uitgevoerd, zal bij legerorder worden bekend gemaakt, dat uit betaling binnen den kortst mogelijken tijd behoort te geschieden. Ten aanzien van de werkloozen, die als vervanger zijn opgeroepen, werd bij leger order bepaald, dat zij bij opkomst geen eigen ondergoed en schoeisel behoefden me de te brengen. Zij zouden van rijkswege van het benoodigde worden voorzien. Indien sommigen deze goederen toch mee gebracht hebben en die goederen overge nomen zijn, hetgeen door bijzondere om standigheden mogelijk is, behoort de ver goeding uitbetaald te worden. In de hierboven bedoelde legerorder zul len ook hieromtrent nadere bevelen worden gegeven. De directie der Stoomvaart Mij. „Neder land" deelt mede, dat besloten is, te begin nen met het m.s. „Johan van Oldenbarne- velt" welk schip van Nederlandsch-Indië op weg is naar Europa en op 10 December te Genua wordt verwacht de passagiers schepen niet naar Nederland te laten door varen, doch de reis in Genua te doen ein digen. Het ligt in de bedoeling de „Marnix van St. Aldegonde" in Febr. a.s. te Soerabaja op te leggen en alleen met de „Johan van Oldenbarnevelt" en de „Christiaan 'Huy- gens" den passagiersdienst tusschen Genua en Indië te onderhouden. De Haagsche rechtbank heeft g'ster en in raadkamer beslist op de vordering van den officier van justitie tot gevangenhouding van het ëehtpaar Van H. en van mr. B., verdacht van spionnage. Omtrent deze beslissing weigerde men van justitieele zijde eerst elke inlichting. Nadat wij van particuliere zijde verno men hadden, dat de gevangenhouding was bevolen, werd ons dit later officieel beves tigd. Zooals men weet, was mr. Van H. de lei der van den Socialen Jeugddienst aan het departement van Sociale Zaken. De regeeringspersdienst deelt thans me de, dat de algemeene leiding van de aange legenheden van de Jeugdzorg en de Cultu- reele Zorg tijdelijk zal worden waargeno men door den heer Meyer de Vries, admini strateur, hoofd van de afdeeling Werkver ruiming van bovengenoemd departement, die vroeger gedurende verscheidene jaren ook deze aangelegenheden heeft behandeld. De heer De Vries blijft zjjn taak voor de werkverruiming mede vervullen Uit deze mededeeling blijkt wel, dat men mr. Van H. niet terugverwacht aan het de partement. Al sedert enkele jaren was de heer D., die iemand is van een bekende familie in Midden-Java, in verband met de slechte tijdsomstandigheden buiten betrekking na voorheen als administrateur in de cultures werkzaam te zijn geweest. Niettemin had hij er toch nog zijn hoop op gevestigd, dat het geluk nog wel eens met hem zou zijn en het was in dit vaste vertrouwen, dat hij, niettegenstaande zijn inkomsten slechts veertig gulden per maand bedroegen, toch nog elke maand hiervan een tientje afnam voor het koopen van een heel lot in de groote loterij, vertelt het Bataviasch Nieuwsblad. Wie kan 's mans aandoening van vreugde beschrijven toen hij de vorige maand er voer, dat de hoofdprijs gevallen was op een nummer waarvan hij het lot bezat? Een weekje daarna was hij weer man in bonus en weer heel kort daarop volgde zijn benoeming tot administrateur van een ta baksonderneming in de Vorstenlanden. Het is te begrijpen, dat in Antwerpen de gesprekken blijven draaien om het cfubbele vraagstuk van den toegespitsten mijnen- oorlog en van de represaille-maatregelen hiertegen, die den Duitschen export zwaar zullen treffen. Zoo schrijft de Belgische „Standaard": Sinds het bekend worden van deze nieuwe oorlogsverwikkelingen hebben de instan ties, die gemachtigd zijn te spreken uit naam van handel en scheepvaart, overvloe dig gemotiveerde protesten laten hooren bij de regeering. Ook namens de stad werd na drukkelijk gevraagd bij de oorlogvoerende mogendheden het protest van de Belgische havenkringen luid te laten weerklinken. De heer Delwaide, wethouder van handel en scheepvaart, heeft verklaard, dat de ge volgen der beide maatregelen thans reeds merkbaar zijn. Het toegenomen mijnenge vaar heeft tot gevolg, dat steeds kleinere en oudere schepen in de vaart worden ge nomen en ook dat zekere lijnen uitzien naar veiliger uitgangspunten voor haar diensten. Het kan slechts schade beteekenen voor een haven, dat de risico's en onkosten voor de scheepvaart in sterke mate worden ver hoogd. De taal der cijfers klinkt duidelijk: in September van dit jaar werden tijdens den oorlog nog 225.000 ton Duitsche goe deren over Antwerpen uitgevoerd. Het wa ren hoofdzakelijk steenkool, ijzer, erts, ce ment en scheikundige producten. In de eer ste negen maanden van dit jaar voerde Bel gië circa 3.000.000 ton Duitsche goederen uit, terwijl het totale transitoverkeer onge veer 4.000.000 ton bedroeg en de totale ex- Twee paar luxe klompjes, vervaardigd door de klompenmakers van Clinge, zijn als St. Nicolaasgeschenk aan de beide Prinsesjes aangeboden. Burgemeester Vercauteren pakt de klomjes in. port en het transitoverkeer 8.000.000 ton. Er valt echter op te merken, dat tegenover September 1938 de uitvoer van Duitsche goederen via Antwerpen met de helft ver minderd was. Hoe erg het verlies van de andere helft ook is voor Antwerpen, toch wordt Rotterdam zwaarder getroffen, omdat deze haven voor circa 80 afhankelijk is van den Duitschen handel, terwijl in 1938 53 van den uitvoer van Antwerpen uit gaand nationaal verkeer was. In geen ge val mag dus het oog worden verloren, dat het Duitsche verkeer over de Antwerpsche haven, hoe sterk het ook geslonken is in vergelijking met het vorige jaar, een factor van belang is gebleven voor de stabilisatie in het Antwerpsche havenverkeer. Namens de stad Antwerpen is dan ook de aandacht van de regeering gevestigd op den nieuwen nadeeligen toestand en .werd aangedrongen op protesten bij de betrokken mogendheden. ts ongetwijfeld AKKER's Abdijsi roop, bevattende een twintigtal kruiden, alle heilzaam voor de adem halingsorganen. in de juiste ver menging en samenstelling. De wer king is krachtig en snel. Kruiden hebben geen nadeelen voor de andere lichaamsorganen. Daarom komt den laatsten tijd de medische wereld weer veel van chemische op plantaardige middelen terug. De reeds zoo krachtige werking van Abdijsiroop is thans bovendien nog versterkt o.a. door het toevoegen van „codeïne", de sterkste hoestbe- dwingende stof. Gebruikt daarom ACONITUM Eenige der 20 kruiden tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar s Naar het Engelsch van MARTIN PORLOCK. 8). Formeel gearresteerd. Later in den morgen werd door Scotland Yard aan de pers medegedeeld, dat een be vel tot inhechtenisneming was uitgevaar digd tegen Christopher Llewellyn De'Ath Vayle, vierden baronet, en dat genoemde persoon onder beschuldiging van moord reeds gearresteerd was. Het spreekt vanzelf, dat de gevangene nog in den loop van den dag van Vine Street naar de Wondworth gevangenis over gebracht zal worden. De gerechtelijke lijk schouwing op het licham van agent Bee ch am zal a.s. Maandag plaats vinden. Gestolen helmen bij wijze van vriendschapsbeker. Naar wij van bevoegde zijde vernamen, werd het lijk van Beecham zonder helm aangetroffen. Ook bereikte ons zooeven het bericht, dat nog een andere agent, die in een naburige wijk gesurveilleerd had, zich hedenmorgen genoodzaakt had gezien het verlies van zijn helm te rapporteeren. De twee vermiste helmen werden door de rechercheurs van de crimineele recher che in sir Christopher's huis teruggevonden, waar zij, gevoerd met sauspannen, waarvan de stelen afgerukt waren, als drinkbekers dienst gedaan hadden. Omtrent deze tetails zijn geen officieele mededeelingen gedaan, doch volgens onzen bijzonderen correspondent was de andere agent, wiens helm eveneens gestolen werd, hedenmorgen vroeg reeds in Vine Street en hekende hij Sir Christopher als den man, die hem aangevallen en van zijn helm be roofd had. En zoo ging het in de „Cornet" aan één stuk door. In het midden van het blad stond in een dikke, zwarte lijst en een ander lettertype, een beknopte biografie van den arrestant afgedrukt. De kopregel daarvan luidde „Vlugge" Vayle. Sir Chistopher werd in 1896 geboren en genoot zjjn opleiding in de St. James school. Na het uitbreken van den oorlog ging hij naar Sandhurst. In 1915 werd hij als offi cier bij de Koninklijke artillerie aangesteld en diende bij dat wapen in verschillende afdeelingen aan drie fronten. Hij werd ge decoreerd met het Militaire Kruis, het Eereteeken voor Bijzondere Dienstverrich tingen en het Legioen van Eer. In 1918 werd hjj zoo ernstig gewond, dat men voor zjjn leven vreesde en het was pas tegen het einde van 1920, dat hij weer in het volle dige bezit van zijn kracht was. In 1921 kwam zijn vader te overlijden, waardoor zoowel de titel, als het geweldige uit de „Vayle"- en andere staalgieterijen verkre gen -vermogen op hem overging. In 1924 ging hij uit liefhebberij aan auto-rennen doen. Omstreeks 1927 was hij reeds een van van de meest vooraanstaande coureurs van de wereld zoowel op den weg als op de baan. Omstreeks 1930 was hij in de Engelsch-sprekende wereld bekend en be mind want zijn populariteit was enorm als: „Vlugge Vayle". Van de allervoornaamste successen, wel ke op zjjn naam geboekt staan, noemen wjj: de Fransche Grand Prïxx(twee keer ge- Laat ons nooit veroordeelen en niet vergeten dat zij, die vallen en zij, die trachten te klimmen, dankbaar een helpende hand aannemen. wonnen), de Ulster Tropee (twee keer ge wonnen) en het Brooklands Lapping Record (drie keer behaald.) Sir Christopheris eveneens een bekend cricketspeler en amateur-bokser. Den laat sten tijd werd zijn naam voortdurend in één adem genoemd met dien van lady Ross- Nairn, beter bekend onder haar tooneel- naam Leda Fitzroy. Het gerucht liep, dat lady Ross-Nairn, die zich in 1928 van lord Ross-Nairn had laten scheiden, met sir Christopher met miss Jane Frensham, de dochter van sir Hector Frensham, hoofd commissaris van politie, bekend gemaakt. De huwelijksvoltrekking zou de volgende maand plaats hebben. Twee weken geleden echter werd de pers er van in kennis ge steld, dat het engagement verbroken was. Sindsdien zijn de oude geruchten weer naar voren gekomen en worden de namen van sir Chritopher en lady Ross-Nairn weer met elkaar in verband gebracht. Jane, die de heele bladzijde reeds door gelezen had, las hoewel tegen haar wil ook dit laatste. Zij beet zich op de lippen. En plotseling, zonder ook maar een oogen- blik te denken aan de plaats waar zij was, of aan den man, die haar aangestaard had, frommelde zij de krant tot een harden bal in elkaar en wierp hem van zich af. Haar handen vielen in haar schoot en met zoo'n kracht grepen de lange vingers in elkaar, dat alle kleur uit haar knokkels trok. Zij hoorde het geluid van een openzwaai ende deur achter zich. Het was koel in de -v.'Tsrsgi lounge en de plotselinge warme lucht stroom, welke van de zon-doorstoofde straal binnenkwam, bracht haar tot het besef van haar omgeving terug. George, de geweldige portier, kwam nu voorbij haar tafeltje. Hij droeg zijn prachtige pet in zijn wit-gehand- schoende hand en zijn kale schedel glansde eerbiedwaardig. In twee lange, doch daarom niet minder indrukwekkende schreden was hij bij het tafeltje van den man, die Jane zoo had gefixeerd en boog zich daar zeer beleefd, maar dringend overheen. „Sir!" baste hij. De man legde zijn krant neer. Gedurende een ondeelbaar moment bleef zijn blik, voordat hij naar George keek, op Jane rus ten. Toen keek hij George glimlachend in het gezicht. Jane zat hen gade te slaan. Al les wat maar dienen kon om haar afgemar telde gedachten op iets anders te coneen- treeren, desnoods slechts voor enkele se conden, was haar welkom. Zij luisterde nu naar George. Hjj sprak op een voor zijn doen vertrouwelijken fluistertoon, doch zijn stem bulderde door de zachte bontheid van de lounge als het doffe gerommel van een op grooten afstand woedende donderbui. „Ik heb u gewaarschuwd, sir!" hoorde zij George zeggen. „U kunt niet zeggen, dat ik u niet gewaarschuwd heb". De man aan het tafeltje stond op. Nu hij haar niet langer meer aanstaarde, nam zij Hem eens goed op. Staande bleek hij ie mand van iets meer dan middelbare lengte te zijn. Hij zag er evenwel kleiner uit dan hij in werkelijkheid was door de bijna buiten sporige breedte van zjjn schouders. Hij was, hoe paradoxaal het ook moge klinken, ma ger en toch stevig. Ook kleedde hij zich goed wel met een elegance, waarvan juist de ongewildheid een groot deel van haar geraffineerde, doch tevens groote artistici teit uitmaakte. Hij had verder een gladge schoren, rechthoekig gezicht. Hij scheen een geziene en bekende be zoeker te zijn. Jane, die zelf dikwijls in „Sa- varin" zat, vroeg zich niet verwondering af, hoe het toch kon komen, dat zij hem daar nooit eens eerder gezien had. Enfin, zeker niet goed opgelet, of al vergeten, dacht ze. Zij luisterde naar hun gesprek, waaruit zij nu opmaakte, dat er moeilijkhe den over een auto waren. „Dat kunt nu één keer doen, meneer" zei George. „U kunt het een dozijn keer doen, maar zooals ik u al zoo vaak heb ge zegd, vroeg of laat krijgen ze u toch te pakken. Er is een nieuwe agent in deze wijk gekomen naar mijn smaak een beetje een al te erge dienstklopper. Kijk, daar staat hij, en rekent u er maar op, dat hjj daar net zoo lang blijft schilderen tot u er uitkomt. Hij neemt nu de bijzonderheden van uw auto op. Het beste wat u kunt doen, meneer Revel, is naar buiten gaan en hem nog wat meer in zijn boekje laten opschrij ven en dan uw wagen even om te rijden". De man, die met meneer Revel aange sproken was, glimlachte. „Om sir Hector Frensham vijf guineas in zijn zak te stop pen?" Jane richtte zich met een rukje in haar stoel op, doch liet zich op hetzelfde oogen- blik weer tegen de rugleuning vallen Zij had er nooit aan gewend kunnen raken, dat haar vaders naam een gemeenzaaam woord was geworden, waarvan ieder zich naar believen kon bedienen. „Ik loop nooit boeten op, George", ant woordde hij. „Al wat mij dit kost is een borrel voor jou, een telefoontje en tien shilling". (Wordt vervolgd). len. 'tij- 3an -22! -27 :24. ken !eze ter len 13, 25, ïlde )oie g); 12; tje, ens ak- de C. :em nog on- aan reer ze- ïet van ssa- an- was be- >ot- S. I.V. te en- an- P. erk en., bc.: )St- er- we ep, aul al- )ch se- ere ers aui ai- va- >en ra- id- ek- dt, on ran C. te 09, an id; er- de 74, an ;er 32, .b- se- 34, !h- an la ait ïk, 3r, an ait rs- ik. ie, r- en iet iet >p- iti, >ds an en an al- üh, ste lUl kt, :er >k ou ar en ee-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5