VERKOUDHEID
KRONIEK VAN DEN DAG
[TEGEN DE WET
Het huidige kabinet is een noodliguur
THERMOGENE
Bestrijdt
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 1 DECEMBER 1939. No. 284.
De tragedie in het Hooge
Noorden.
de MILITAIRE VERKEERSPOLITIE
IS HAAR TAAK BEGONNEN.
De mobilisatie-uitgaven zullen grootendeels
uit leeningen worden bestreden.
De regeering zal onze
onzijdigheid naar alle kanten
handhaven.
DE KATHOLIEKEN EN DE
KABINETSFORMATIE.
Japan zou maatregelen nemen
tegen Britsche blokkade.
Kabelballon veroorzaakte
ernstige schade in Friesland.
Het anker was verward in de
electrische leiding.
Voorloopig geen convoyeering
van Hederlandsche schepen door
de marine.
Samenwerking tusschen
Rotterdam en Antwerpen.
Onklaar geraakte Britsche
duikboot loopt Noorsche haven
binnen.
met de warmte verwekkende
HOEST en BRONCHITIS
De wereldactie voor moreele
herbewapening.
Een oproep van Britsche
burgemeesters.
Verzoening tusschen
werknemers en werkgevers in
België.
AUTO TE WATER GERAAKT; DE
INZITTENDE VERDRONKEN.
r"
Bij wijze van bijna cynische galgenhumor
zou men kunnen zeggen, dat we nu heel
aardig op weg zijn naar de „Vereenigde Sta
ten van Europa". Sommige volkeren van
ons werelddeel schijnen door een wilde ver-
eenigingswoede te zijn gegrepen. De Duit-
schers begonnen er mee. De Russen doen
het hen nu na, zoo haastig, alsof ze vinden,
dat het tijd wordt hun schade in te halen.
De drie kleine Baltische landen, Letland,
Estland en Litauen kwamen het eerst aan
de beurt: zij lieten zich vreedzaam (zij het
vermoedelijk niet van ganscher harte) aan
de Sovjet-Unie vastkoppelen) en behielden
'een formeele zelfstandigheid. Thans moet
Finland er aan gelooven. Finland voelde
niets voor een vreedzame inlijving. Er zal
derhalve geleden worden door de Fin
nen
De tragadie, welke zich daar in het hoo
ge Noorden afspeelt vormt een onderdeel
van de groote tragedie, die zich aan geheel
Europa voltrekt. Het is voorhands ver
schrikkelijk, maar dat is dan ook het eeni-
ge, wat men er zeker van weet. De betee-
kenis dezer tragedie ontgaat het mensche-
Ijjk verstand. Men kan die beteekenis mis
schien „aanvoelen", als men daartoe geloo
vig genoeg is. Waarop ze tenslotte uit zal
loopen, verbergt de schoot der toekomst
voor ons.
Finland heeft nu twintig jaren onafhan
kelijkheid gekend. Voor den wereldoorlog
behoorden de Finnen tot het Russische rijk
der tsaren. Hun lot was vaak ontzettend.
Ze kwamen te weten, wat voor ding de
Russische knoet is. Pogingen tot opstand
ondernamen ze meermalen. Steeds echter
zonder resultaat. Totdat de wereldoorlog
kwam. Toen stortte het tsarenrijk ineen en
wisten de Finnen zich vrij te vechten.
Het ziet er heel erg naar uit, dat ze thans
opnieuw onder Russische heerschappij zul
len komen. De Sovjetregeering is het onaf
hankelijke Finland, zooals dat na den we
reldoorlog werd geschapen, opeens een be
dreiging van het communistische Rusland
gaan vinden. Ze heeft bovendien ontdekt,
dat de breede massa van het Finsche volk
door conservatieve kapitalisten wordt on
derdrukt. Zoo gelastte ze dan een dubbele
bevrijdingsactie.
Het heeft geen zin, dat men zich in de
argumenten en motieven van Moskou ver
diept. Het systeem, dat daar thans in het
hooge Noorden wordt 'toegepast, vond in
een zeer recent verleden reeds eenige ma
len toepassing op Europeeschen bodem.
Wat dit betreft toonen de Russen zich voor
treffelijke leerlingen.
Moskou heeft opeens zoo'n haast met Fin
land, zoo wordt er gezegd, omdat het nieu
we verwikkelingen in Zuit-Oost-Europa
vreest. De Balkan zou eerlang weer het ter
rein van sensationeele gebeurtenissen wor
den, Dat moet men inderdaad niet voor uit
gesloten houden.
Maar dat Duitschland, Frankrijk en En
geland voor dit alles den bodem bereidden
Welk een dubbele dwaasheid wordt die
oorlog hier in het Westen, als men zich op
die in het Oosten en het hooge Noorden be
zint. Bespottelijk is het: drie groote mo
gendheden in een oorlog gewikkeld, waar
van het resultaat niet anders kan zijn dan
de overwinning van de vierde, die grijnzend
toekijkt en in haar onmiddellijke omgeving
haar voorbereidenden slag alvast slaat. Ze
zullen zich uitputten, Duitschland, Frank
rijk en Engeland en rijp worden althans
de eerste twee voor het Sovjet-systeem.
Het nieuw ingestelde korps der mili
taire verkeerspolitie is gisteren in dienst
getreden. De tak van dit korps is de zorg
voor de veiligheid op den weg met betrek
king tot het optreden van militaire be
stuurders, controle op het benzinever
bruik etc. Het korps omvat 48 man met
24 motorfietsen met zijspan.
Minister De Geer heeft gisteren in de
Eerste Kamer de sprekers, die het woord
hadden gevoerd bij de algemeene beschou
wingen over de rijksbegrooting voor 1940
beantwoord.
De minister-president wees het epithe
ton „parlementair" voor het huidige kabi
net af. Dit kabinet draagt een abnormaal
karakter en is als zoodanig niet-parlemen-
tair. Het is een noodfiguur, welke uitzonde
ring moet blijven en welke een nieuwe
rechtvaardiging heeft gevonden in de ge
beurtenissen van 1 September.
Voorts deelde de minister mede, dat het
ontwerp betreffende de winstbelasting in
vergevorderden staat van voorbereiding is
en in het voorjaar zal moeten worden be
handeld. Daar minister de Geer van een
oorlogwinstbelasting welke in een minder
vergevorderd stadium is, geen hooge op
brengst verwacht, was hij van oordeel, dat
de mobilisatie-uitgaven grootendeels uit
leeningen zullen moeten worden bestreden.
Ten aanzien van de represaille-maatre
gelen tegen den Duitschen uitvoer deelde
de minister mede, dat, zoodra in het Engel-
sche Lagerhuis deze maatregelen waren
aangekondigd, bij de Engelsche regeering
ernstig verzet is aangeteekend, waarbij er
op gewezen is, hoe onbillijk deze maatre
gelen zijn tegenover de neutralen. Een ge
lijke stap is bij de Fransche regeering ge
daan.
Wat het vlootrapport betreft, deelde mi
nister de Geer mede, dat het betreffende
advies van de Indische regeering omvangrijk
is en spoedig onderwerp van beraadslaging
in het kabinet zal uitmaken.
Den vasten wil om onze onzijdigheid naar
alle kanten te handhaven, wil de regeering
ook tot richtsnoer nemen inzake het vraag
stuk van de handhaving en het behoud van
onzen uitvoer overzee. De minister wees er
echter op, dat geen van de Oslo-staten er
nog in geslaagd is ten deze doeltreffende
maatregelen te nemen. Den heer Van Ves-
sem (nationaal-socialist) ried spreker aan to
gelooven in het woord en de kracht van de
regeering. Indien hij daarnaar handelt, zal
hij medewerken aan de versteviging van het
gebouw onzer neutraliteit, ook in het oog-
van het buitenland. Tot slot verklaarde de
minister-president, dat onze neutraliteit
niet alleen een Nederlandsch belang is, doch
meer dan dat, ook een Europeesch belang.
Zij kan in dezen tijd bovendien een middel
vormen om pogingen op gang te brengen
tot herstel van de vrede, waarnaar alle vol
ken verlangen.
Bij de replieken weerlegde de heer Van
Lanschot (r.k.) enkele opmerkingen, welke
de hr. Colijn (a.r.) Wóensdag in zijn rede
maakte. De heer Van Lanschot zeide, dat
men den katholieken niet verwijten kan
geen bereidheid te hebben gehad voor ka
binetsformatie, daar zij van de kroon geen
opdracht daartoe hadden gekregen. Hoe
hadden zij dan hun bereidheid kunnen too
nen? vroeg spr. Bij zijn jongste formatie
heeft dr. Colijn va banque gespeeld met de
Tweede Kamer. Hij moest daarvan het risi
co nemen. Hij had beter gedaan met te
trachten de moeilijkheden in de rechtsche
samenwerking op te lossen.
In zijn repliek zeide de heer C o 1 ij n
(a.r.) dat hij den sterken indruk had, dat de
bereidwilligheid tot een kabinetsformatie bij
de katholieken niet aanwezig was. Hij ont
kende niet, dat de geestelijke centra van
anti-revolutiqnairen en katholieken dicht
bij elkaar liggen, doch wees er op, dat in
dezen tijd niet de vraagstukken van die
centra, maar die van de peripherie over
practische. samenwerking hebben te beslis
sen. Niet in het vraagstuk van de ordening,
doch in de vraag, of bij de bevordering van
de ordeningsgedachte meer of minder van
den staat moet worden verlangd, ligt een
oorzaak van de scheiding. De katholieken
verlangen in dit opzicht meer van den staat
dan de anti-revolutionairen.
Zonder debat en zonder hoofdelijke stem
ming werden aangenomen de hoofdstukken
Huis der Koningin, hooge colleges van staat
en kabinet der Koningin, departement van
algemeene zaken en onvoorziene uitgaven,
en de wet op de middelen. Bij het hoofdstuk
nationale schuld, waarbij tevens in behan
deling kwam het ontwerp tijdelijke voor
zieningen tot versterking van de middelen
tot dekking van de uitgaven des rijks, be
pleitte de heer Pollema (c.h.) een actievere
houding van den staat ten opzichte van
geld- en kapitaalmarkt. Voorts beval hij de
instelling van een amortisatiesyndicaat aan.
Ook deze beide ontwerpen werden zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Na de ontvangst van de inlichtingen uit
Londen over de afkondiging van het be
sluit ten aanzien van de Duitsche exporten
hebben de leidende figuren van het Japan-
sche departement van buitenlandsche zaken
Woensdagavond in spoedvergadering de
maatregelen besproken, die genomen moe
ten worden om aan den toestand het hoofd
te bieden. Ofschoon geen besluiten zijn ge
nomen over concrete maatregelen, zoo ver
luidt, bestond er toch overeenstemming
van meening in de vergadering, dat men
moest vasthouden aan de vastgelegde poli
tiek en weerstand moest bieden aan de
Britsche maatregelen, daar die neerkomen
op een schending van het internationale
recht niet alleen, maar ook een inbreuk
vormen op de door Engeland jegens Japan
heeft van gedachten gewisseld met den mi-
wachten op formeele antwoorden uit Lon
den en Parijs. Wanneer die ontvangen zul
len zijn, zal de Japansche regeering zoo
noodig waarschijnlijk verdere krachtige
protesten bij Engeland en Frankrijk indie
nen met de waarschuwing, dat, ingeval vi
tale belangen van Japan door de Britsche
maatregelen getroffen worden, Japan ge
dwongen zou zijn gepaste tegenmaatregelen
te nemen.
Om elf uur in den avond werd de omge
ving van het dorp Anjum aan de Friesche
kust eergisteren opgeschrikt door het ge
luid van afknappende palen en omvallende
boomen, terwijl op hetzelfde oogenblik de
electrische verlichting uit ging. De bewo
ners snelden naar buiten, waar bleek, dat
een militaire kabelballon groote schade had
aangericht. De ballon, welke uit Westelijke
richting was komen aandrijven, bevond zich
aan een kabel, ter lengte van ongeveer
2000 meter, aan welks uiteinde een anker
hing. Dit anker was verward geraakt in
draden van de electrische bovenleiding,
waardoor deze vernield werd, terwijl tevens
eenige houten palen van het net uit den
grond werden gerukt of afknapten. Een
paal, welke aan den kabel was blijven han
gen, kwam in aanraking met de boomen van
een boerderij. Een daarvan werd ontwor
teld, doch in een andere boom bleef de ka
bel met de paal hangen. Een visscherman
heeft hem daarop stevig bevestigd, waarna
militairen den ballon omlaag hebben ge
trokken, nadat zij eerst door schieten tever-
Officieus wordt ons uit Den Haag het
volgende bericht:
Het is begrijpelijk, dat de verscherping
van den zee-oorlog er toe leidt, dat alle
middelen, welke de veiligheid van onze
scheepvaart verhöogen, bij een zeevarend
volk als het onze in het centrum der be
langstelling staan.
Dat als een van deze middelen con
voyeering van onze koopvaarders door sche
pen onzer marine wordt aanbevolen, be
hoeft dan ook niet te verbazen.
Onze regeering houdt zich dan ook van
zelfsprekend o.m. bezig met het onderzoek
van de vraag, of een middel, als het hier ge
noemde, in aanmerking zou kunnen ko
men. Weet men, welke aspecten van mari-
tiemen en van anderen aard de toepassing
van dit middel vertoont, dan kan hieruit
reeds worden afgeleid, dat een besluit om
tot convoyeering over te gaan eerst geno
men kan worden, wanneer men de conse
quenties ten volle onder de oogen heeft
gezien en met voldoende zekerheid ver
wacht kan worden, dat de voordeelen de
nadeelen overtreffen. In dit verband zij er
aan herinnerd, dat tot dusver geen land,
behalve Engeland, zijn toevlucht tot con
voyeering gemeend heeft te moeten ne
men.
Uit een en ander volgt, dat een aan de
regeering in een der dagbladen toege
schreven voornemen, om op korten termijn
tot convoyeering over te gaan, niet op een
reëelen grondslag berust.
Men schrijft aan de Msb.:
Sedert de overe.enkomst van April van
dit jaar den weg opende voor het zoeken
naar meer samenwerking tusschen de ha
vens van Rotterdam en Antwerpen, werden
zoowel in Belgie als in Nederland, verschil
lende pogingen gedaan om tot verdere
practische resultaten te komen.
De nood der huidige tijden heeft er niet
weinig toe meegewerkt om deze pogingen
nog intensiever te maken.
Bij de bekendmaking der verscherpte En
gelsche blokkade zijn er, zooals men weet
van gezaghebbende Antwerpsche zijden
stemmen opgegaan om gezamenlijk op te
treden en om in het algemeen in nauwere
samenwerking de gemeenschappelijke be
langen der havens te verdedigen.
Zqn wij goed ingelicht dan is het niet
bij het uitspreken van wenschen gebleven
Uit goede bron vernemen wij althans, dai
gedurende de laatste dagen verschillende
besprekingen hebben plaais gehad tusschen
Antwerpsche en Rotterdamsche persoon
lijkheden, waarbij de gemeenschappelijke
belangen onder het oog werden gezien.
Deze besprekingen waren van groot be
lang vooral in verband met de bijeenkomst,
der Necierlandsch-Beigische commissie, in
gesteld ingevolge de overeenkomst van
April 11. Deze vergadering zal Donderdag
a.s. in den Haag plaats vinden en men ver
wacht, dat op deze bijeenkomst gewichtige
besluiten voor beide havens zullen getrof
fen worden.
Het Noorsche telegraafagentschap meldt:
Twee Britsche torpedojagers verschenen
Donderdagmorgen in de Mastra Fjord bij
Stavanger (Noorwegen), gelijk met een on-
derzeeëer, welke waarschijnlijk onklaar was
geraakt. Een Noorsch oorlogsschip ging op
onderzoek uit. De duikboot zal waarschijn
lijk te Stavanger in het dok gebracht wor
den.
geefs geprobeerd hadden het gevaarte on
klaar te maken.
Waarschijnlijk heeft men hier met een
Engelsche ballon te doen.
Hel eenvoudige middel legen
Bij de eerste teekenen van
verkoudheid, als U zich
rillerig en afgemat gevoelt,
neem dan direct de noodlge
voorzorgen om U te behoe
den voor complicaties, zoo
als hardnekkige hoest, keel
pijn en zelfs bronchitis. Leg
bij het naar bed gaan een vel Thermo-
gène op uw borst. De weldadige warm
te, die de Thermogène ontwikkelt, ver
drijft de benauwdheid en de prikkexing
uwer ademhalingsorganen. Reeds den
volgenden morgen voelt U zich opge
lucht en kunt U Uw werkzaamheden
hervatten. Voor alle zekerheid kunt U
de Thermogène ook overdag onder uw
kleeren blijven dragen om U tegen
plotselinge afkoeling te beschermen.
Thermogène is verkrijgbaar bij Apoth.
en Drog. in doozen van 40 en 60 cent.
Off'1"
(Ingez. Mcd.)
Als onderdeel van de „wereldactie voor
moreele herbewapening", welke op 1, 2 en
3 December millioenen menschen over de
geheele wereld zal vereenigen, is in Enge
land een „oproep tot onze burgers" versche
nen, uitgaande van ongeveer drie honderd
Britsche burgemeesters, waarin zij verkla
ren in dezen tijd, nu het heele wereld met
den ondergang wordt bedreigd, dringender
dan ooit behoefte te gevoelen aan die nieu
we kracht van moreele herbewapening, die
een nieuwe wereld kan scheppen van ge
zond verstand en orde, voorspoed en vrede,
overeenkomstig de door God gegeven be
stemming der menschheid. Zij sporen hun
medeburgers aan op genoemde dagen aan
de actie deel te nemen en naar Gods stem
te luisteren.
Havas meldt uit Brussel:
De eerste minister van België, Pierlot,
heeft van fgdachten gewisseld met den mi
nister voor Economische zaken, Sap, en den
minister van arbeid, Balthazar. Besloten
werd op 4 December een „nationale confe
rentie" van werkgevers- en werknemers
organisaties bijeen te brengen. Men denkt,
dat tijdens deze bijeenkomst de leden der
regeering er naar zullen streven de stand
punten der werkgevers en der werknemers
met elkaar te verzoenen.
Er bestaan n.l. op het oogenblik verschil
len van meening over verscheidene kwesties
De vergadering van 4 December zou dus
belangrijke consequenties kunnen hebben
met het oog op de ontwikkeling van de
Belgische economie.
De circa 60-jarige hr. B. P. uit Enschede,
die met zijn auto van een zakenbezoek uit
Almelo terugkeerde, is aldaar bij het nemen
van een bocht uit een straat, welke uit
komt bjj het Kanaal naar Denekamp, in het
water gereden.
De wagen bleef gedeeltelijk boven water
uitsteken, doch de heer P. kon zich niet red
den. Toen hij later uit den wagen was op
gehaald, kon men de levensgeesten bij hem
niet meer opwekken.
P., die directeur was van een woningbu
reau te Enschede, was gehuwd en vader
van vijf kinderen.
Naar het Engelsch van
martin porlock.
4).
„Ja, meneer", zei hij eindelijk en slikte
nog net bijtijds het stereotiepe: „En
wat is er aan het handje?" in, dat hem
haast ontglipt was. „Maar als u me niet
kwalijk neemt, meneer
Hij probeerde opnieuw om hem te passee-
ren. Doch de vreemdeling ging geen duim
breed uit den weg. In plaats daarvan stren
gelde hij met een gemaakt, meisjesachtig
•gebaartje zijn vingers in elkaar, waarom
Henry Beecham niet kon nalaten even te
lachen en begon toen plotseling te spreken
op 'n toon, welke Henry Beecham alle verdere
lust tot lachen ontnam, want de stem ver
ried maar al te duidelijk, dat met de wet
telijke macht hier een loopje werd genomen.
„Toe agent, laat mij toch alstublieft niet
in den steek!" jammerde de vreemdeling.
„Ik heb op u gewacht. Ah, de tijd is mij zoo
AtfeVallen 200 verschrikkelijk lang!"
em wel, ik zal u eens wat zeggen,
meneer zei Henry Beecham norsch, „neem
nou van mij een goeden raad aan en ga
naar huis. U weet, dat u een kou zult op
doen, wanneer u hier zoo blijft rondhangen.
Kom, loop door, meneer, hinder me niet
in het uitoefenen van mijn functie".
De vreemdeling maakte nu zijn nog
steeds in elkaar gestrengelde vingers los en
hield zijn met de palmen naar voren ge
richte handen voor het gezicht, alsof hij
zijn oogen voor een of ander schrikbeeld
wilde afsluiten en teemde met een kreu
nende, gebroken stem:
„Ach, nee! Toe, spreek alstublieft toch
niet zoo tegen mij!"
„Nou is het welletjes!" zei Henry
Beecham. „Méér dan welletjes zelfs!"
Hij deed een stap naar links, greep den
vreemdeling bij den schouder en probeerde
zich tusschen hem en den muur door te
dringen. De vreemdeling, echter, was niet
van zijn plaats te krijgen. De schouder, wel
ken Henry Beecham in zijn greep hield ge
klemd, was massief en hard. Plotseling liet
Henry Beecham los, doch niet tengevolge
van het krachtige, lijdelijke verzet. Hij
hield op met dringen, daar hij met zijn voet
tegen een of ander voorwerp had gestoo-
ten, dat aan de voet van den muur lag;
het was zwaar, hard en hol. Hij liet zijn lan
taarn aanflitsen en den lichtbundel op het
voorwefp aan zijn voeten schijnen. Het lag
precies daar, waar de vreemdeling tegen
den muur had staan lenen.
Henry Beecham haalde eens diep adem en
liet dezen vervolgens door zijn op elkaar
geklemde tanden weer ontsnappen, waar
door een krachtige, lage fluittoon voortge
bracht werd. Het voorwerp kon niet anders
dan achter of tusschen zijn voeten gelegen
hebben, toen hij daar tegen den muur ge
leund stond. Hij bukte zich snel en raapte
eenpolitiehelm van den grond op!
„Hé!" zei hij. „Wat is dat?"
De vreemdeling nam zijn handen voor
zijn gezicht weg en stak ze in zijn zakken.
Toen hij begon te spreken was er geen
spoor van gekscheerderij meer in zijn stem
te bekennen en Henry Beecham, die hem
bij het schijnsel van de lantaarn, welke nu
zijn geheele gezicht verlichtte, eens goed
bekeek, werd opnieuw getroffen door de
woestheid van de blauwe oogen.
„Dat?" zei de vreemdeling, terwijl hij naar
Het begin van alle booze verzoeking
ligt in de onstandvastigheid van ons
gemoed, en in ons gering vertrouwen
op God.
Thomas a Kempis,
den helm keek, welke met zijn stormband
nu aan Henry Beecham's wijsvinger bengel
de. „Dat? Wel, dat is van mij. Het is een
soort hoofddeksel".
„Van u?" zei Henry Beecham met een
stem, welke hij beangstigend officieel wilde
laten klinken, doch welke er alleen maar
in slaagde zijn stomme verbazing tot uiting
te brengen. „Wat heeft dit allemaal te be-
teekenen?"
„Uw verbijstering is volkomen te begrij
pen", zei de vreemdeling. „De situatie is
dan ook niet zonder pathos als ik het zoo
noemen mag. Ik begrijp wel, dat ik u een
verklaring van een en ander schuldig ben.
Ik woon hier dichtbij, namelijk net om den
hoek. Welnu, vanavond kwam het idee bij
mij op en laat mij u mogen zeggen, dat
dit den laatsten tijd zeer dikwijls bij mij op
komt dat ik niets beters zou kunnen
doen, dan een fuif te organiseeren. Dat heb
ik dan ook gedaan. Het feest is op het
oogenblik nog in vollen gang. Iets meer in
het begin van den avond leidde een onbe-
teekenend eh voorval tot een nogal
ernstig tekort aan drinkglazen. Ik kwam
toen op de gedachte ten gerieve van mijn
gasten de oude traditie van den vriend
schapsbeker weer in eere te herstellen. Mijn
fuif, welke een vrij bijzonder karakter
draagt, was onmiddellijk voor mijn idee te
vinden. Nog een ander idee van mij was de
vraag in stemming te brengen, wat voor
bekers het zonderlingst en laten wij zeg
gen het sensationeelst zouden zijn. Er
werden verscheidene voorstellen gedaan,
agent, waarvan ik eenige niet graag zou
willen noemen. Maar voor mij was het weg
gelegd ïk zeg dit in alle bescheidenheid
het leven te schenken aan een idee, dat
dadelijk met algemeene stemmen aangeno
men werd".
Henry Beecham viel hem nu in de rede.
„Ik begrijp niet goed, wat dat er allemaal
mee te maken heeft", zei Henry Beecham,
die hoe langer hoe meer de kluts kwijt
raakte. „Hij hield den helm in de hoogte
en zwaaide er haast den vreemdeling mee
in het gezicht. „Wat ik wil weten is dit:
Wat voert u hiermee uit?"
„Maar agent", zei de vreemdeling terwijl
hij een halven stap achteruit deed en Hen
ry Beecham met zijn blonde hoofd van ter
zijde opnam, „dat is toch juist wat ik u nu
al een minuut of drie vier met inspanning
van mijn uiterste, poovere krachten aan
het verstand probeer te brengen!"
„Ik geloof, dat u gedronken hebt", zei
Henry Beecham gestreng.
„Uw veronderstelling is juist", antwoord
de de vreemdeling hoffelijk. „Ik heb ge
dronken. Gedurende de laatste veertien da
gen heb ik met een voortdurend toenemen-
den ijver vrijwel aan één stuk door gedron
ken. Maar niemand zal toch, naar ik mag
aannemen, anders van mij getuigen, dan
dat ik een behoorlijken dronk over mij heb".
Hij zweeg een oogenblik en voegde er toen
met een zekere opgewektheid in zijn toon
aan toe: „Komaan, wij kunnen hier niet
den geheelen nacht blijven omhangen. Ik
heb lang genoeg op u gewacht. Laten wij
nu spijkers met koppen slaan.
„U hebt gedronken!" herhaalde Henry
Beecham, zich wanhopig vastklemmende
aan de eenige lichtbaken in deze zee van
onbegrijpelijkheid. „Da's wat u gedaan
hebt! En waarop hebt u al dien tijd staan
wachten?"
„Op u agent, aangezien ik mijn gasten
twee vriendschapsbekers heb beloofd. Eén
heb ik al, namelijk dien u daar nu vast
houdt. Maar ik moet er nog' een bij heb
ben en dien hebt u op het oogenblik nog
op uw hoofd. Bent u van plan mij dien
goedschiks, als een lief klein diendertje,
te geven, of zal ik hem moeten nemen?
Ik hoop in uw eigen belang, dat u met meer
voorkomendheid aan mijn verzoek zult vol
doen, dan uw collega."
„Ik zal u eens vertellen wat er met u
gaat gebeuren," zei Henry Beecham, „u
gaat met me mee naar het bureau."
De vreemdeling haalde zijn handen uit
zijn zakken. „Zoo, dus u weigert mij uw
helm af te staan?" vroeg hij.
„Ik heb nu lang genoeg geduld met u
gebruikt," zei Henry Beecham. „Gaat u
rustig met me mee, of moet ik
„Jammer!" zei hij meewarig, stak blik
semsnel met een lenig gebaar zijn hand uit
en gaf een ruk aan den keelband van den
helm, welken Henry Beecham in zijn hand
hield. Deze, die hierop niet in het minst
voorbereid was, werd half voorover getrok
ken en op het zelfde oogenblik suisde de
vuist van den vreemdeling op een uiterst
deskundige wijze in een wijden boog door
de lucht en kwam met een doffen slag
op Henry Beecham's kin terecht.
Henry Beecham was niet drie jaar lang
kampioen-middengewicht van de Londen-
sche politie geweest zonder heel wat stoo-
ten te hebben geïncasseerd, doch nog nim
mer te voren had hij in den ring, of in
een der gevaarlijke achterbuurten, waar
de jongens van de J.B.-divisie altijd paars
gewijze moeten dienst doen zoo'n „men"
gekregen.
(Wordt vervolgd).