KRONIEK VAN DEN DAG
„Niet vooruit loopen op wettelijke
werkloosheidsverzekering", zegt minister v. d. Tempel
De regeering vraagt nieuw
crediet van (100 millioen
DE ZWEEDSCHE
NEUTRALITEIT.
Mir
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) 'VAN DONDERDAG 30 NOVEMBER 1939. No. 283.
half
Ivoor-
ix en
shag.
3 c. J.
tman-
raate,
fGEL,
edjes,
zak-
msen,
them-
Iburg.
ortee-
„uren,
ver-
pan-
A.
Mbg.
De represailles der Geallieerden
zijn niet gerechtvaardigd.
De regeering bevordert
wachtgeldregelingen.
Uit het Hooge Noorden
Ten behoeve der voedsel
voorziening.
mi - IMS
Prins Aschwin onderscheiden.
HET VREEMDELINGENLEGIOEN IN
ZUID-AFRIKA.
Mbg,
CCES
1
OT-j
Zooals men weet, zijn de Britsche en
Fransche maatregelen om den Duitsehen
export te blokkeeren, aangekondigd als re
presailles op onrechtvaardige oorlogshande
lingen van Duitschland.
De N.R.C. wijdt aan deze kwestie in een
hoofdartikel een diepgaande bespreking en
gaat na welke bepalingen men hierbij zou
dienen te volgen.
Het blad bespreekt o.m. de voorschriften,
welke de Haagsche Conventie van 1907, wel
ke over dit onderwerp heeft gbhandeld,
heeft vastgesteld en komt tot de conclusie,
dat de bewering als zou Engeland tot deze
represailles gerechtigd zijn als antwoord
op Duitsche onrechtvaardigheden, absoluut
onjuist is.
De Britsche bewering, dat de aangekon
digde maatregelen slechts worden genomen
als represailles tegen voorafgegaan onrecht
is zelfs zóó zwak, dat men de veronder
stelling niet kan onderdrukken, dat Enge
land van de door de ramp van de „Simon
Bolivar" en de daardoor gewekte ontstel
tenis heeft willen gebruik maken om
maatregelen door te zetten, welke het al
lang had willen nemen, doch waartoe men
tot dusverre nog niet was overgegaan, om
dat men wist dat zij tegen het volkenrecht
indruischten. De ramp van de „Simon Bo
livar" zou dan moeten dienen om dit alles
goed te praten.
Deze laatste veronderstelling wint zelfs
aan waarschijnlijkheid als men acht slaat
op hetgeen Lord Cecil in de zitting van het
Hoogerhuis van 22 November j.l. over de
aangekondigde represailles heeft opge
merkt. Lord Cecil wij citeeren het ver
slag van de Times „verheugde zich ten
zeerste over de beslissing van de (Britsche)
regeering om, als represaille-maatregelen
tegen de vele onwettige daden, welke de
Duitschers hadden bedreven, allen Duit
sehen export in beslag te nemen".
Men ziet het: Lord Cecil vermijdt het
te zeggen, tegen wélk Duitsch vergrijp de
represaille-maatregelen nu eigenlijk pre
cies zijn gericht Dat kan hij niet en daar
om bezigt hij de vage uitdrukking van
fde vele onwettige daden", zonder te
preciseeren, wélke daden hij op het oog
heeft En even later geeft hij zich (en
zijn regeering)* op nog gevaarlijker wijze
bloot. Zijn eenige kritiek zoude' kunnen
•zijn, zoo vervolgt hij, dat het hem speet,
dat de Britsche regeering dit initiatief
niet eerder had genomen doch „zon
der twijfel waren er zeer goede techni
sche redenen, waarom zulks onmogelijk
was geweest Men zal moeten toegeven,
dat hier de gedachte, dat het om repre
sailles ging, welke te voren niet genomen
mochten worden en die ook thans nog
op een behoorlijke rechtvaardiging wach
ten, wel op zeer „verraderlijke" wijze op
den achtergrond is geraakt, en het schijnt
niet gewaagd dit te verklaren door de
omstandigheid, dat de aangekondigde
maatregelen in feite worden genomen los
van elk „voorafgegaan onrecht", alleen
en uitsluit/end omdat Engeland ze voor
zjjn oorlogvoering noodzakelijk achtte,
hetgeen te bedenkelijker is, waar van die
maatregelen onzijdigen, welke aan den
mijnenoorlog part noch deel hebben ge
had, het slachtoffer dreigen te worden.
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
de afdeelingen Volksgezondheid, Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling,
Werkverruiming, Steunverleening en
Jeugdzorg van de begrooting van Sociale
Zaken voor 1940 behandeld.
Minister Van den Tempel
sloot zich bij de behandeling der afdeeling
Volksgezondheid aan bij de sprekers, die
hulde hadden gebracht aan de verschil
lende organen en particuliere organisa
ties, die zoo veel hebben gedaan in het
belang van een goeden gezondheidstoe
stand in Nederland Ten aanzien van de
kinderuitzending verklaarde de minister
dat onder de huidige omstandigheden
wordt gedaan wat mogelijk is Voorts zeg
de de minister t«e, overleg te zullen ple
gen met andere departementen over de
ter sprake gebrachte schoolkindervoeding
en het geneeiskundig schooltoezicht
Wat de ziekenfondsen betreft, erkent de
overheid het belang van voorzichtig orde
nend optreden, aldus de minister Door
samenwerking tusschen de belanghebben
den kan veel worden bereikt Tot slot
verklaarde de minister, dat ten aanzien
van de kwestie der tandtechnici van hem
geen wettelijke maatregelen meer te ver
wachten zijn,
Den zeven sprekers, die het woord had
den gevoerd bij de afdeeling Werkloos
heidsverzekering en Arbeidsbemiddeling,
antwoordde minister van den Tem
pel, dat hij met kracht zal voortwerken
aan de totstandkoming van een wettelij
ke werkloosheidsverzekering, doch dat
men darop niet moet vooruitloopen.
Wat het inschakelen van de vakver-
eenigingen betreft, hierover kon de minis
ter slechts mededeelen, dat de zaak door
den noogen Raad van Arbeid uitvoerig is
onderzocht Ten aanzien van 4e wacht
geldregelingen verklaarde de minister, dat
hij daarvoor steêds een open oog heeft
en ze dan ook bevordert
Voorts verklaarde de minister, dat de
regeering vervroegde pensionneering, wel
ke de algemeene instemming bleek te
hebben, aanmoedigt
Mevr. Ma c k a y K a t z (ch.)
had gewezen op het geval van het Amster-
damsche meisje, dat na een adres van
de Arbeidsbeurs te hebben verkregen, was
verdwenen. Naar aanleiding hiervan
zeide de minister, dat in het algemeen
een- voorafgaand grondig onderzoek naar
den werkgever onmogelijk is, doch dat ten
aanzien van jeugdig en vrouwelijk perso
neel de zaak wel anderls is De commis
sie, die verbetering der arbeidsbemiddeling
heeft te onderzoeken, zal ook hieraan
haar aandacht wijden
Tot slot maakte de Kamer een aanvang
met de behandeling van de afdeeling
Werkverruiming, Steunverleening en
Jeugdzorg.
De heer K u p e r s (s4 drong met
klem aan op verhooging van den steun
Hij betreurde, dat de regeering nog niet
had ingegrepenbv. door verleening van
een duurtetoeslag. De heer dr V o s
(lib.) bepleitte een systematisch onderzoek
naar den omvang van de werkloosheid en
haar oorzaken, terwijl de Anti-Revoluti
onaire afgevaardigde de heer A m e-
1 i n k verklaarde voor de jeugdige
werkloozen aan vakkampen de voorkeur
te geven boven algemeene kampen Ook
de heer Bach (r.k.) bepleitte krach
tiger beistrijding van de jeugdwerkloosheid
Voorts hebben het woord gevoerd, de
heeren Andriessen (rk) en
Duymaer van Twist (ar.) en
mevr. Bakker Nort (v.d He
denmiddag zou de behandeling worden
voortgezet.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tof verhooging van het tien
de hoofdstuk der Rijksbegrooting voor het
dienstjaar 1939. (buitengewoon crediet).
Bij de wet van 6 September 1939 werd
een buitengewoon crediet van 60.000.000
toegestaan tot het doen van uitgaven ten
behoeve van de voorziening van de Neder-
landsche volkshuishouding met voedings
middelen voor mensch en dier en grond
stoffen voor de industrie. Met behulp van
dit crediet zijn inmiddels voor rekening van
de regeering belangrijke hoeveelheden pro
ducten, in het bijzonder ten behoeve van
de voedselvoorziening, in het buitenland
aangekocht. Voorts heeft de regeering een
aanvang gemaakt met den aankoop van
den binnenlandschen oogst van akkerbouw
producten.
Door deze aankoopen is het toegestane
crediet ad. 60.000.000,thans uitgeput.
De ontwikkeling van den politieken toe
stand in Europa en de daaruit voortvloeien-
gevaren voor de regelmatige voorziening
van de Nederlandsche volkshuishouding
met de benoodigde producten en grondstof-
ten maken het noodzakelijk, deze aankoo
pen zoowel in het binnenland als in het
buitenland voort te zetten.
^,minist®rs van Eonomlsche Zaken en
van Financiën zien zich derhalve genoopt
voor te stellen, het reeds toegestane crediet
te verhoogen en wel ïn verband met de
reeds voorgenomen aankoopen met een be
drag van 100.000.000,—.
Zooals in de Memorie van toelichting op
eedZm Van„6 SePtember 1939 werd mede-
hoofdzaak ?n fe aan®evraa8de gelden in
te dienen fmancieringscrediet hebben
ONGELUK MET EEN LANDMIJN IN
ZWITSERLAND.
De Zwitsersche legerstaf deelt mede:
In de omgeving van Chaux-de-Fonds is
door onbekende oorzaak een landmijn ont
ploft. Een officier werd daarbij ernstig ge
kwetst en moet wellicht het licht van beide
oogen missen. Twee soldaten werden ern
stig en negen anderen licht gewond. Er
wordt een onderzoek ingesteld.
Voor den oorlog, toen men zich in Zwe
den nog de weelde veroorloven kon, ge-
noegeljjke academische debatten op touw
te zetten over de buitenlandsche politiek is
er, ofschoon Zweden meer dan eens met
alle gewenschte duidelijkheid en steunend
op een practisch eensgezinde volksopinie
strikte neutraliteit en onafhankelijkheid
naar alle kanten als grondslag van zü~n bui-
tenlandsch beleid had geproclameerd, vaak
in de pers en dan natuurlijk ook door men-
schen, die zich voor zulke dingen interes
seeren, over de vooruitzichten voor die po
litiek gediscussieerd. Er waren er, die neu
traliteit bij een nieuw conflict in Europa
uitgesloten achtten. Er waren anderen, die
betoogden, dat zij, die nog over neutraliteit
spraken, den nieuwen tijdgeest niet begre
pen, de gevaren voor Zweden onderschatten
en de verplichtingen van Zweden als cen
traal land in het Noordelijke democratische
blok niet beseften. Sommigen zeiden, dat
Zweden een gevaarlijken weg op was ge
gaan door zich door antipathie tegen het
bewind van Hitier meer en meer van
Duitschland te verwijderen, omdat Zweden
alleen met den steun van Duitschland in
den rug zich zou kunnen handhaven. Ande
ren hielden lang hun hoop gevestigd op het
machtige Groot-Brittannië als waker over
de veiligheid der kleine staten, waaronder
Zweden, en toen het steeds duidelijker werd
dat men vooral niet veel van het Engeland
van Chamberlain mocht verwachten, ont
waakten bij velen de oude sympathieën
voor het „Rusland van den socialistischen
opbouw" en propageerde een der grootste
sociaal-democratische bladen de opvatting,
dat Zweden zich alleen veilig voor het
Duitschland van Hitier kon voelen, wan
neer het samen met de andere Noordelijke
staten toenadering tot Rusland zocht. Aan-,
gezien het bedoelde blad al eens eerder
proefballonnetjes voor Sandler, den Zweed-
schen minister van buitenlandsche zaken,
had opgelaten, is toen, zelfs door zeer se
rieuze menschen, wel de veronderstelling
geuit, dat ook in leidende politieke kringen
de mogelijkheid was overwogen „het Noor
den onder bescherming van Sovjet-Rus-
lands bajonetten" te stellen, en dit ofschoon
die veronderstelling wel zeer absurd moest
lijken, al was het alleen maar, omdat de
eenige van de vier Noordelijke staten, die
direct aan Rusland grenst Finland
toen, evengoed als nu, niets van Russische
bescherming moest hebben.
Dat was vóór den oorlog.
Wie toen wel eens, juist omdat hij onaf
hankelijkheid en onzijdigheid den eenigen
verstandigen koers voor Zweden achtte,
nagedacht heeft over de mogelijkheden van
dit beleid, die moet zich bezorgd afge
vraagd hebben, of die discussie over aan
sluiting bij de eene of de andere partij op
zichzelf niet een gevaar voor de neutrali
teit vormden, of zij in geval van oorlog in
Europa niet gevaarlijke afmetingen zouden
aannemen en tot een binnenlandsche ver
deeldheid zouden leiden, die een vruchtba
ren voedingsbodem zou opleveren voor de
propaganda van de oorlogvoerenden en de
handhaving van de neutraliteit nog moei
lijker zou maken dan zij al zou zijn.
De neutralen hébben het moeilijk gekre
gen. Maar in één opzicht hebben de oor
logvoerenden 't hun gemakkelijk gemaakt:
door de wijze, waarop beide partijen de
rechten en de belangen van de neutralen
hebben gekrenkt, hebben zij de sympathie
ën van velen in de neutrale landen ver
speeld en de neiging van den menschen om
partij te kiezen wel zeer sterk verminderd.
De individueele neutraliteit is, in de neu
trale landen van het Noorden althans, veel
grooter dan zij in de jaren van toenemende
spanning, die aan dezen oorlog voorafgin
gen, ooit geweest is. Dat versterkt zonder
eenigen twijfel de nationale neutraliteit en
daardoor wordt de mogelijkheid om de neu
traliteit van den staat te handhaven on
danks alles vergroot.
Door met Duitschland vriendschap te
sluiten heeft Rusland aan alle gedachten
over een anti-fascistisch, lees: anti-
Duitsch, front een einde gemaakt en zij,
die toch het idee van bescherming door de
Sovjet-bajonetten nog niet geheel konden
opgeven, zijn daar doorgaans wel toe geko
men, toen Rusland in de Baltische landen
toonde, hoe het zoo'n bescherming opvatte,
en vooral toen het vervolgens ook pogingen
ging doen om tevens het broederland Fin
land onder de hoede van zijn kanonnen te
brengen. Die FinschRussische kwestie is
hoogstwaarschijnlijk nog niet van de baan
en er zijn goede redenen om te verwachten,
dat Rusland met de welwillende medewer
king van Duitschland vooral in den
vorm van belemmering van de Finsche
scheepvaart en dus tevens van den Finschen
uitvoer naar landen buiten het Oostzeege
bied probeert, Finland economisch zóó
te treffen, dat het tenslotte zijn verzet te
gen de Russische eischen niet langer kan
volhouden, maar hoe deze kwestie zich ver
der ook ontwikkelt, toch heeft de eerste
fase daarvan in Zweden in geloof in de
juistheid van de strikte neutraliteitspolitiek
belangrijk versterkt. Had Finland niet van
den beginne af onwankelbaar vastgehou
den aan zijn beginsel van volstrekte onaf
hankelijkheid, dan zou nu waarschijnlijk do
„Mannerheim-linie" op de Karelische land
engte ontruimd en geslecht zjjn en zouden
er evenals aan den overval op strategische
punten Rflfssische garnizoenen zijn geves
tigd.
De maatregelen, die de beide oorlogvoe
rende partijen genomen hebben tegen den
handel van de andere en dan in weerwil
van allerlei beloften en verzekeringen in
direct of direct ook tegen den handel van
de neutralen, treffen ook Zweden. Het is
waarschijnlijk, dat andere neutrale staten
meer van den handelsoorlog en vooral van
den onbeperkten oorlog ter zee te lijden
hebben, maar voor Zweden is dat een zeer
schamele troost. Een grootere troost is het,
dat de moeilijkheden niet van één kant ko
men, want in dat geval zou het uiterst las
tig worden, tegenover beide partijen een
zelfde houding aan te nemen, zou men zoo
gemakkelijk den schijn op zich laden, niet
onzijdig te zijn.
Nu komen de moeilijkheden van beide
zijden, van de zijde van Engeland en Fran
krijk zoo goed als van den kant van Duitsch
land, al kan bezwaarlijk ontkend worden,
dat althans op het oogenblik de Duitsche
maatregelen het schadelijkst voor Zweden
zijn. Ten deele is dit een gevolg van het
feit, dat de verscherpte Engelsche blokka
de direct van veel minder beteekenis voor-
Zweden is dan voor ons land en België, om
dat Zweedsche schepen slechts bij uitzonde
ring Duitsche exportproducten vervoeren
en omdat er in Zweedsche exportproducten
slechts in geringe mate Duitsche grondstof
fen of half afgewerkte producten verwerkt
worden. Daarentegen zal Duitschland, naar
men vreest, in staat zijn, den Engelschen
uitvoer naar Zweden ernstige schade toe
te brengen en daling van den Zweedschen
import uit Engeland, waarvan steenkolen
een zeer belangrijk deel uitmaken, moet
niet alleen moeilijkheden voor de volksver
zorging in Zweden tengevolge hebben, maar
ook een daling van den Zweedschen uitvoer
naar Engeland.
Duitschland berokkent voorts den Zweed
schen uitvoer groote moeilijkheden door
zijn controle op de scheepvaart van de Oost
zee naar de Noordzee. Van de 37 Zweed
sche schepen, die op het oogenblik in Duit
sche controlehavens liggen, zijn er 34 on
Een practisch reddingsvlot, plaats biedend aan 24 personen, is door den heer
G. de Vries Lentsch jr. geconstrueerd. Dit vlot kan in iederen stand te water
worden geworpen, daar boven- en onderzijde eender zijn
Teneinde geheel voor hun gevaarvolle taak berekend te zijn, krijgen de visschers,
die dienst gaan doen op de tot mijnenvegers gemetamorphoseerde trawlers bij
onze kustwacht, een zorgvuldige opleiding. - Oefeningen in het gebruik van een
mitrailleur, waarmede gevonden mijnen onschadelijk worden gemaakt
derweg naar neutrale havens en van die 34
hebben er 17 houtladingen, bestemd voor-
Nederland of België, maar het is hoogst
onzeker of die 17 schepen vrijgelaten zullen
worden, omdat de Duitsche autoriteiten
verwachten, dat deze ladingen naar Enge
land doorgestuurd zouden worden, ofschoon
de Nederlandsche en de Belgische autori
teiten betreffende elk dezer ladingen ga
ranties tegen heruitvoer gegeven hebben.
Bovendien hebben de Duitschers de laatste
veertien dagen acht Zweedsche schepen, die
in ballast naar Engeland onderweg waren
om daar steenkolen te halen, aangehouden
en opgebracht met de motiveering, dat deze
schepen aan de Engelschen verkocht zou
den worden, iets waartoe de Zweedsche
autoriteiten bij het tegenwoordige tonnage
gebrek zeker geen toestemming zullen ge
ven.
Bovendien is Duitschland er Zaterdag toe
overgegaan, de laatste vrije passage, die er
nog voor groote zeeschepen tusschen de
Noordzee en de Oostzee open was, de acht
meter-vaargeul door de Zweedsche territo
riale wateren bij Falsterbo aan de uiterste
Zuid-West-punt van Zweden, af te sluiten
met mijnen. Daardoor wordt inbreuk ge
maakt op den van oi?ds door Zweden gehand-
haafden vier-mijls-regel, maar erger is het
voor Zweden, dat nu geen enkel schip met
cellulose verreweg het belangrijkste ex
portproduct van Zweden meer uit de
Oostzee kan komen, zonder dat de Duit
schers het goed vinden en dat ook geen en
kel tankschip met benzine of olie meer
naar een Oostkusthaven kan komen, zonder
dat de Duitschers hun medewerking ver-
leenen en het door de mijnenversperringen
in de doorvaarten tusschen Noordzee en
Oostzee heen-loodsen. Kleine schepen kun
nen nog bij Falsterbo passeeren, maar al
leen bij goed weer en veelal slechts, nadat
zij een deel van hun lading gelost hebben,
opdat dit per trein naar een haven aan den
anderen kant van Falsterbo gezonden en
daar weer aan boord genomen kan worden.
Natuurlijk kan een deel van den in- en uit
voer, die normaal over Oostkusthavens
gaat, naar havens aan de Westkust gediri
geerd worden, maar dit brengt uit den aard
der zaak aanzienlijke kosten en moeilijk
heden met zich mee.
Onder deze omstandigheden zal er van
de handelsonderhandelingen met Duitsch
land, die binnenkort te Berlijn hervat zou
den worden, niet veel te verwachten zijn.
Men kan, zoo zegt men hier, moeilijk on
derhandelen onder dwang en Zweden be
hoeft zich ook niet alles te laten welge
vallen. Duitschland heeft evenals trou
wens Engeland groot belang bij bepaalde
Zweedsche exportproducten en het moet
Duitschland dus wat waard zijn met Zwe
den tot een regeling van het handelsver
keer onder de tegenwoordige omstandighe
den te komen. Daarom wanhoopt men nog
niet. Daarom hecht men weinig geloof aan
de verzekeringen van Duitsche zijde, dat
Zweden gedwongen zou kunnen worden
zijn handel geheel op Duitschland en zijn
achterland in Centraal en Zuid-Europa in
te stellen oftewel, zooals dat heet, zich aan
Prins Aschwin van Lippe Biesterfeld, de
broeder van Prins Bernhard, is voor zijn in
den Poolschen veldtocht bewezen moed met
het IJzeren Kruis tweede klasse onderschei
den. (De Banier).
Offic'eel wordt medegedeeld, dat in Zuid-
Afrika een vreemdelingenlegioen is opge
richt. Reeds hebben zich meer dan duizend
vreemdelingen aangemeld ais vrijwilligers.
OPLEVING IN DE STREEK.
Goede vooruitzichten voor de bloem
kool.
In de tuinbouwdorpen van de Streek
heeft de oorlogstoestand onmiskenbaar ver
betering gebracht.
Sinds Sept. zijn de prijzen der meeste
producten gestegen en vooral de bloemkool
teelt is niet slecht. De groei van dit riskant
herfstproduct gaat langzaam van 't jaar.
Tot op 23 November waren aan de veiling
De Tuinbouw nog slechts 5% millioen ko
len geveild tegen verleden jaar op denzelf
den datum 14 millioen. Maar toen had Oct.
ook 'n lawine van bloemkool gebracht.
Evenwel was het omzetcijfer op 23 Nov.
f 1,9 millioen dat is f 115,000 meer dan op
denzelfden datum in 1938.
En nu staat het meerendeel van de
bloemkool nog te velde!
Er zouden al vreemde dingen moeten ge
beuren als het omzetcijfer de f 2 millioen
niet haalde, en daarmee wordt een bedrag
bereikt als sinds 1930, het begin van de
crisis in den tuinbouw, niet is gehaald. En
er bestaat zeer gegronde hoop, wanneer het
weer slechts even meewerkt, dat de omzet
een flink stuk boven 2 millioen zal uitgaan.
(Stand.)
te sluiten bij „het continentale handels
stelsel". Voor Zweden is dat, ook al zou men
zijn handelsneutraliteit willen prijs geven en
zich aan de zijde van Duitschland willen
scharen in den economischen oorlog, alleen
al niet mogelijk, omdat binnen dit
„continentale handelsstelsel" geen af
zetgebied bestaat voor naar schatting
de helft van den Zweedschen uit
voer en deze helft wordt dan nog voor het
overgroote deel gevormd door natuurlijke
uitvoerproducten van Zweden, door cellu
lose in de eerste plaats. Moet Zweden de
zen, grootendeels onvervangbaren, uitvoer
missen, dat is een buitengewoon sterke da
ling van den levensstandaard onvermijde
lijk, dan blijft er van de befaamde Zweed
sche welvaart bitter weinig over.
Bertil J.