fowmttcïuïe |p
(&60ESCHE COURANT)
De geredden van de «Simon Solsvar«
veilig in het vaderland terug.
RUSLAND SOMMEER! FINLAND ZIJN TROEPEN
25 km TERUG TE TREKKEN.
Het Ned. s.s. „Spaarndam"
op een mijn geloopen
Ik heb nog nooit zulke dankbare passagiers
gehad", zegt kapitein Hinterthür
Ontroerende tafreelen bij de
aankomst van de „Oranje-
Nassau" te Vlissingen.
Tranen van geluk, tranen
van smart.
DE OLIE: DEN DOOD VOOR
DEN EEN, DE REDDING
VOOR DEN ANDER.
wÈA
„NOG NOOIT DANKBAAR
DER PASSAGIERS GE
HAD."
Een held gaf zijn leven
Naar aanleiding van een
beweerden overval.
„WIJ HEBBEN GEEN
SCHOT GELOST", ZEG
GEN DE FINNEN,
Dertien schipbreukelingen van
de „Bolivar" aangekomen met
de „Batavier".
„INCIDENT NIET VAN
GROOT BELANG."
FINLAND IS NIET ONGE
RUST.
De bemanning nabij den
Theemsmond in de red
dingbooten.
NUMMER 280 182e JAARGANG
Dagblad. Uitgave C.V. De Middeï-
burgsche Courant. Bureaux: te
MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28,
Tel. Redactie 269, Administratie 139;
te GOES: Turf kade, Tel. 2863. Post-
giro 359300. Abonnementsprijs voor
Middelburg en Goes 2.30, elders
2.50 per kwartaal. Weekabonne
menten in Middelburg en Goes 18 ct.
TWEE BLADEN
EERSTE BLAD
MIDDELBURGSCHE COU
MAANDAG 27 NOVEMBER 1939
Advertentiën 30 cent per regel,
ingezonden mededeelingen 60 cent
per regel. Bij contract lager. Tarief
op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum 2.10.
„Kleine Advertenties", maximum 6
regels, 75 cent, bij vooruitbetaling.
„Brieven, of adres bureau v. d. blad"
10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct.
Zoo is dan Zaterdag eindelijk de lang
verwachte en vurig verbeide „Oranje-Nas
sau te Vlisisngen aangekomen met 89
geredden van de Simon Bolivar"
Drie dagen lang had men in ongerustheid
gezeten over het onverklaarbare uitblij
ven van het schip en velen, die naar
Vlissingen waren gekomen om verwanten
of vrienden af te halen, waren onverrich
ter zake teruggekeerd naar hun woon
plaats
Maar Vrijdagavond wist het departement
van Buit'enlandsche Zaken mede te dee-
len, dat de Engelsche autoriteiten de
„Oranje-Nassau" niet langer zouden vast
houden, zoodat men er op kon rekenen
dat het schip Zaterdag zou vertrekken
Dit is dan ook gebeurd, doch de Stoom
vaart-Maatschappij Zeeland ontving hier
van zelf eerst bericht om kwart over
elf Zaterdagmorgen Toen kwam er nl
een laconieke radioboodschap van den
kapitein, luidende „Zijn om 11 uur 10
North Goodwin gepasseerd
„North Goodwin" is het lichtschip, dat
het Noordelijke uiteinde van de „Goodwin
Sands" aangeeft, een ondiepte ten Oosten
van de Duins (The Downs) Hieruit bleek
dat het schip niet den kortsten weg naar
de thuishaven had genomen, doch zich
eerst iets naar het Zuiden had gewend
De kapitein heeft den kortsten „over
steek" gekozen, naar Oostende en van
daar langs de kust naar de Wielingen
Vele honderden, wellicht duizenden
waren Zaterdagmiddag bij de Buitenhaven
samengestroomd Hier werd ook weer dui-
dellijk hoe geheel Vlissingen meeleeft met
„zijn" stoomvaartlijn, de Zeeland Alleen
wie kon bewijzen familie aan boord te
hebben van de „Oranje-Nassau" werd op
het eigenlijke haventerrein toegelaten
Maar voor de hekken was het even druk
als er achter, zoodat ook zeer vele niet
onmiddellijk betrokkenen zich den tocht
naar de Buitenhaven hadden getroost
Om drie uur klonk te langen leste het
bekende fluitsignaal van de „Oranje-Nas
sau".
Nog even duurt het en dan draait reeds
het schip den havenkop om
Niet alleen op de beide schoorsteenen
maar ook op de boorden zijn duidelijk de
nationale kleuren geschilderd Het schip
zwenkt naar den pontonsteiger, waar de
talloozen in haast ademlooze spanning
wachten. „Het is dan tóch waar", schijnt
op hun gezichten te lezen.
De meerlijnen vliegen aan den wal, de
trossen worden vastgemaakt en het schip
ligt stil. De loopplank wordt vlug aan
boord geschoven en twee douane-ambtena
ren stellen zich oudergewoonte elk aan
een kant ervan op Maar zij hebben niets
te doen, want de onverwachte passagiers
van deze reis hebben niets, "totaal niets
aan te geven!
Zfj letten trouwens niet eens op de
ambtenaren, zien alleen de gezichten, die
enkele onder vele naar hen hebben
uitgekeken en nu tranen in de oogen heb
ben, tranen van geluk dikwijls, tranen van
smart ook helaas
Ontroerende tafereelen spelen zich af op
den aanlegsteiger
Hier klemmen twee menschen zich
woordeloos aan elkander vast, daar staan
anderen te snikken Hier staat een man
die zijn vrouw en twee dochters verloren
heeft, daar draagt men een baby, die
plotseling wees is geworden
Allen zijn slechts schamel gekleed, de
meesten dragen niet meer dan een kort
jasje en een broek Een ander heeft een
overjas, maar verder niet veel anders
Neen, degenen, die wij hier zien, hebben
er werkelijk niet veel meer afgebracht
dan „het veege lijf
Wij spreken den scheepskapper. Zooals
men weet, heeft deze aan boord van een
passagiersschip een doorgaans zeer goed
voorzienen winkel Zoo ook deze man
Voor duizenden aan waarde had hij aan
boord van de „Bolivar". Dat alles is met
het schip naar de diepte gegaan. Zjjn ring
had hij op de waschtafel gelegd zoodat hij
zelfs dien kwijt is
Wij spreken met passagiers en perso
neel van het verongelukte schip Men
schen van den dekdienst, uit de machine
kamer, van het civiele personeel, allen
vertellen zij ons hun ervaringen En op
nieuw schrijnt het door ons: Hoe gruwe
lijk moet dit geweest zijn!
De scheèpsfotograaf vertelt i hoe hij
twee uur in het koude water gelegen
heeft „Eigenlijk is het een wonder, dat
je na zooiets nog leeft", zegt hij
„Maar het is nog gekker als je nagaat,
dat de dikke olie, die op het water dreef
voor den één den dood heeft beteekent
en anderen wellicht van den dood heeft
gered Want ik heb hooren zeggen, dat
die olie, die op ons lijf vastkoekte, de po
riën heeft afgesloten en zoo de lichaams
warmte heeft behouden Ik weet niet of
dat de verklaring is, maar in ieder ge
val lijkt het mij heel goed mogelijk Waar
anderen in gestikt zijn, heeft mij dan het
leven doen behouden
Deze fotograaf maakte zijn eerste reis.
Een ander vertelt over het oogenblik van
de ramp in de machinekamer „Het was
de hel", zegt hij, „en ik huiver nog als
ik eraan terugdenk Niemand van ons
dacht, dat hij het er levend zou afbrengen
En verscheidene zijn dan ook gebleven
Maar ja eindigt hij filosofisch
nuchter beschouwd hebben we nóg ge
boft, want als de mijn het schip 15 me
ter meer naar achteren had geraakt, dan
:vmÉÉI1I
Zeer tragisch was de aankomst van een vader en zijn twee geredde
kinderen, wiens vrouw en drie kinderen verdronken waren. De chef
der passage-afdeeling van de Maatschappij „Zeeland", de heer
B, W. J, Leijen, draagt de kleinste, met het andere kind aan de hand,
naar de wachtkamer. Links de ongelukkige vader.
Eindelijk in behouden haven
was ze in de machinekamer terecht ge
komen en dan was het met alle opvaren
den waarschijnlijk wel gedaan geweest
Even kunnen wij beslag leggen op ka
pitein Hinterthür van de „Oranje-Nassau"
„Ik heb niets te zeggen", verklaart deze
„Wat kan er nou over zoo'n reis te ver
tellen zijn: Een stukkie stoomen en een
poosje wachten, weer een stukkie stoomen
en weer een poosje wachten. Uitkijken
nog eens uitkijken en steeds maar uitkij
ken, dat is alles Niets bijzonders"
Daar kunnen wij het voorloopig mee
doen Een tocht door de met mijnen be
zaaide Noordzee, niets bijzonders.
„En de mijnen, kapitein?" vragen wij
„Ach wat, mjjnen," antwoordt de zee
rob, en hij maakt een handgebaar of hij
zeggen wilt: „Leuter toch niet."
Goed, goed, er zijn dingen, waar je nu
eenmaal niet over praat en dus laten we
de mijnen rusten.
Reeds willen wij weggaan, als de kapi
tein zegt: „Wacht eens even Ik heb toch
iets te zeggen En dat is over de passagiers
Ik heb nog nooit zulke dankbare passagiers
gehad als deze schipbreukelingen Ik heb
het niet over het scheepspersoneel van de
„Bolivar" Zeeman is nu eenmaal zeeman
Maar de passagiers, daar zal ik altijd een
heel prettige herinnering aan behouden
Als wij dit later aan eenige passagiers
overbrengen, geven zij kapitein Hinterthür
dit compliment met warmte terug: „Onze
eigen moeder had niet beter voor ons kun
nen zorgen
Een uur na de aankomst van de „Oranje-
Nassau" zal de extra Dieseltrein vertrek
ken. Wij hebben alle gelegenheid om met
de geredden te spreken. En hoewel het
meeste al verteld is, hooren wij nu toch
ook iets, dat de moeite waard is om met
gouden letters gegrift te worden in 't eere-
boek van onze Nederlandsche koopvaardij
Dit is de dappere daad van den hofmees
ter der jSimon Bolivar" Rooi). Deze heeft
door zijn tegenwoordigheid van geest en
zijn opofferingsgezindheid naar alle waar
schijnlijkheid het leven van meer dan tien
menschen gered, en hierdoor zelf den dood
gevonden.
De heer Root, een nog jonge mani, heeft
nl. zonder aan gevaar voor eigen leven te
denken, reddingsgordels uitgedeeld aan de
in angstpaniek verkeerende passagiers,. Hij
gaf de reddingsgordels uit tot den laatsten
toe. Zelf kon hij niet zwemmen. Men heeft
den moedigen jongeman niet weergezien.
Zoo hooren wij vele tragische gebeurte
nissen. Een enkele heeft een komische noot
Zooals het verhaal van het kindje, waar
van men eerst na twee dagen tot de ont
dekking kwam, dat het een blanke baby
was en geen negertje, wat men eerst dacht.
De olie was zoo dik aan het kind vastge-
koekt, dat men niet beter had geweten of
ht was de eigen huid. En de baby zelf
stelde geen belang in huidskleuren en liet
de zaak zooals zij was.
In de wachtkamer wordt het personeel
van de KNSM geholpen aan voorschotten
en andere noodige dingen De vertegen
woordigers van de KNSM, de heeren
Leijen en Kramer doen hun best voor al
len,
Onder de vele aanwezigen zagen wij den
directeur van de „Zeeland", den heer K
G Bron; den inspecteur der af deeling pas
sage, den hr. Ravelli; den commissaris van
De Russische volkscommissaris van Buifcen-
landsche Zaken, Molotof, heeft den Fin-
schen gezant in Moskou een nota overhan
digd, waarin de Finsche regeering gesom
meerd wordt onmiddellijk haar troepen 25
kilometer van de RussischFinsche grens
terug te trekken.
Als aanleiding tot deze sommatie be
weert de Sovjet-Russische regeering, dat
van Finsche zjjde geschoten is op troepen
van het Roode Leger, waarbij dooden en
gewonden gevallen zouden zijn.
Het officieele Russische communiqué gis
teren hierover uitgegeven luidt als volgt:
„Zendag om 15,45 uur werd plotseling ar
tillerievuur geopend van Finsch gebied te
gen de Sovjettroepen, die gestationneerd
waren op een kilometer ten Noordwesten
van Mainil. In het geheel werden zeven
granaten door de Finnen afgevuurd. Drie
manschappen van het Roode Leger en een
jonge bevelvoerder werden gedood, en ze
ven manschappen van het Roode Leger,
een jonge bevelvoerder en een jonge luite
nant werden gewond".
Het Russische Telegraaf-agentschap
meldt: „Deze provocatie heeft ontzaglijke
verontwaardiging gewekt onder de troepen
in het gebied van den Finschen artillerie-
aanval".
Het beweerde incident aan de Finsch
Russische grens bij Leningrad is door alle
Russische zenders bekend gemaakt Veel
commentaar werd er niet op geleverd, maar
wel werd het een daad van provocatie ge
noemd. De Russische troepen, die gelegerd
zijn aan de grens, waar het incident zich
heeft voorgedaan, aldus het radiobericht,
hebben het van Finsche zijde geopende ar
tillerievuur niet beantwoord, omdat zij be
vel hadden ontvangen op provocaties van
dien aard niet in te gaan.
Het Finsche Nieuwsagentschap publi
ceert het volgende omtrent het standpunt
van het ministerie van Buitenlandsche Za
ken:
politie, den heer Gasinjet, alsmede den
hoofdinspecteur, den heer Q van Vught
De stationschef, de heer H. R. Bennema,
was overal tegelijk. Het was zeker niet aan
hem te wijten, dat de extra-Diesel te laat
vertrok. Het werd kwart voor vijf eer de
terrein het station uitschoof.
Een ramphoofdstuk was afgesloten.
o
Niet tusschen vijf en zes in den middag
zooals verwacht werd maar om tien mi
nuten over acht kwam de „Batavier 4", Za-
derdag met dertien schipbreukelingen van
de Simon Bolivar" aan boord, te Rotter
dam aan.
De wachtkamer van Wm. Müller en Co.
was al vroeg in den middag propvol met
familieleden van het troepje schipbreuke
lingen. ifl
Na eenige uren wachten, kwam een van
de heeren van Muller en Co. binnen en
deelde het verlossende bericht mede. „De
„Batavier" is om half zeven den Waterweg
binnengevaren"
De Finsche overheid heeft na een on
derzoek van het door Sovjet-Rusland ge
melde voorval vastgesteld, dat van Finschen
kant geen schot gelost is aan de grens.
Het communiqué verklaart verder, dat
„daarentegen van Russische zijde aan gene
zijde der Finsche grens naar het schijnt
schietoefeningen zijn gehouden met mor
tieren".
Tenslotte deelt het communiqué mede,
dat den Finschen gezant een nota overhan
digd is, waarin wordt voorgesteld de Fin
sche troepen 25 km achter de grens terug
te trekken, teneinde een onderzoek van de
gebeurtenissen te vergemakkelijken.
In zijn uitzend ng in de Engelsche taal
heeft de zender van Moskou den tekst me
degedeeld van de nota, die door Molotof
aan den Finschen gezant werd overhan
digd. Na te hebben herinnerd aan het inci
dent, verklaart dit document in hoofdzaak,
dat de Sovjetregeering niet het voornemen
heeft te veel belang te hechten aan dit in
cident, dat verwekt is door een Finschen
commandant, die zijn bevelen slecht uitge
legd heeft. Om een herhaling te voorkomen
wordt onmiddellijk terugtrekk'ng der Fin
sche troepen op de Karelische landengte
over een diepte van 20 tot 25 km geëischt.
Havas seint uit Helsinki, dat Finsche
kringen geen enkele ongerustheid betoonen
naar aanleiding van het uit Russische bron
gemelde grensincident, dat door de Finsche
regeering is tegengesproken.
F'nland, aldus zegt men, heeft geen troe
penconcentraties bij de Russische grens. Bo
vendien hebben de Finsche troepen Zondag
rust gehad.
Bij de directie van de Holland-Amerika
Lijn is hedenmorgen bericht ontvangen dat
het stoomschip „Spaarndam" van deze
maatschappij vanmorgen voor de Theems
mond ongeveer twee mijl ten Noordoosten
van het „Tongue"-liehtschip op een mijn is
geloopen.
Verschillende schepen in de nabijheid
vingen s.o.s. signalen van het schip op. De
bemanning is in de reddingbooten gegaan.
De „Spaarndam" is op 22 September met
een lading stukgoed aan boord uit New Or
leans (Ver. Staten) vertrokken en arriveer
de op 10 October in de Duins. Nadat het
schip door de Britsche contrabandecontröle
was vrijgegeven, stoomde het op naar Gra-
vesend, vanwaar het heden in den vroegen
ochtend is vertrokken.
De „Spaarndam" is in 1922 gebouwd en
meet 8857 ton.
Omstreeks elf uur hedenmorgen was het
door de opvarenden verlaten wrak van de
„Spaarndam" nog drijvende. Door den
krachtigen Noordoostelijken wind dreef het
wrak in Westelijke richting. De zee was
ruw.