ma6gi$fEOUllT"SOEP W|lWM
i Bloemkool-soep ö&pjum
VEILIG VERKEER
Engeland kondigt volledige blokkade
van Duitschland aan.
IDe Amateur f
Detective I
De verkeersdagen 1939.
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURNT) VAN WOENSDAG 22 NOVEMBER 1939. No. 276.
De reactie op de jongste
politieke spanning.
Ais represaillemaatregel voor het
leggen van mijnen.
SPAARBONS VOOR FINAN
CIERING VAN DEN OORLOG.
Oneenigheid in den eierenexport.
RUSSISCHE PROPAGANDA IN
JOEGOSLAVIË.
Oude vrouw te Amsterdam
levend verbrand.
Een petroleumtoesiel viel op den grond.
Als de voetbalhartstocht
oplaait
Wielrijders zullen scherp in
't oog worden gehouden.
De ondergang van de
Bolivar".
Simon
Een claxon scheurt door het gewone ver
keerslawaai heenHemmen knarsen
en piepentwee auto's staan op een
halve meter van elkaar stil. Goddank geen
ongeluk. Maar: in plaats van tevreden aoor
te loopen, komt net publiek er omheen
staan, en begint de chauffeurs verwijtemte
doen. „Je had niet moeten remmen sufferd,
je had er nog net langs gekund". „Hé, he
mensch, is dat schrikken, en dat terwyl het
nog best goed gegaan zou zijn". Dat is de
dankbaarheid van het publiek, in plaats
van het te verwachten „Gelukkig, dat het
zoo nog afliep".
Zoo neeft ook een groot deel van ons
volk gereageerd op het wijken van de span
ning, die de vorige week op ons viel, en die
eerst door de radio-rede van jhr. De Geer
werd opgeheven. Wij hadden verwacht, dat
men nu weer tevreden en gelukkig, met
een wat opgeruimder gezicht dan de vorige
week aan zgn werk zou gaan, maar niets
daarvan. Men heeft zich ertoe gezet, om
eens goed te gaan nakaarten, en eens te
kijken, of de regeering nu eigenlijk niet al
les rustig had kunnen laten, zooals het was.
Wij willen in dit koor niet meezingen.
Slechts één bedenking willen wij uiten: Wij
hadden gaarne gezien, dat de Regeering wat
eerder de dwaze geruchten had gedemen
teerd. Weliswaar had dit eerste dementi
misschien een wat minder positieven vorm
moeten hebben, dan nu de radio-rede van
jhr. De Geer kon krijgen, maar een offici-
eele geruststelling ware dan toch gepubli
ceerd.
Het heeft ons echter pijnlijk getroffen,
dat zoovelen twijfel hebben laten blijken
aan de noodzakelijkheid van de getroffen
maatregelen. Het iijkt ons, dat de samen
stelling der Regeering er afdoende waar
borgen voor biedt, dat niet ongegrond alar-
meerende maatregelen worden genomen.
Wijkt de spanning, dan zullen zij natuurlijk
weer worden opgeheven. Er is echter, en
dat dienen wij op het oogenblik goed te
beseffen, slechts één orgaan, dat terstond
de noodzakelijkheid van te nemen maat
regelen kan en moet beoordeelen. En dat is
de regeering. Zij alieen beschikt over een
uitgebreiden inlichtingendienst. Men mag
als particulier over nog zoo betrouwbare
vertrouwensmannen beschikken, de inlich
tingen, zooals de regeering die krijgen kan,
krijgt geen particulier. Zeker, de ministers
zijn verantwoording verschuldigd aan het
parlement; en als dat noodig is en moge
lijk, dan zal die verantwoording gevraagd
en gegeven worden. Maar. wat zou de ver
antwoordelijkheid zwaar wegen, als men de
maatregelen niet getroffen had, en er zou
wel iets gebeurd zijn! Dan zou ons heele
volksbestaan op het spel gestaan hebben,
terwijl nu slechts eenige toch-al-onrustige-
slapers nog wat minder goed geslapen heb
ben.
Wij willen dan ook nadrukkelijk aan de
regeering vragen, om als zij dat gewenscht
acht onbeschroomd de maatregelen te tref
fen, die zij noodig oordeelt, en niet op
risico van onvolledig voorbereid een strijd
te moeten beginnen voortaan nog maar
weer eens af te wachten, of het misschien
niet goed gaat.
Zal iemand van de chauffeurs verlangen,
dat zij nu in het vervolg het er maar op
wagen,- en maar doorrijden? Moeten zjj de
eerstvolgende keer maar niet remmen? In
tegendeel! „Dood door schuld" is dan de
naam van hun m i s d r ij f.
In dienzelfden geest mag niet van onze
regeering verlangd worden, dat zij het er
een volgenden keer maar eens op waagt.
,,Gouverner c'est prévoir", besturen is
vooruit zien.
Ook het ergste gevaar valt hieronder.
Zelfs oorlog.
v. H. t. S.
DUITSCHE VLIEGER AAN ONZE KUST
ERNSTIG GEWOND.
Naar van Duitsche zijde gemeld wordt is
bij het korte luchtgevecht dat dezer dagen
in de Nederlandsche territoriale wateren
nabij Vlieland heeft plaats gehad tusschen
een Duitsche vliegboot en een Nederlandsch
jachtvliegtuig, een Duitsche vlieger door 'n
kogel ernstig gewond.
In het Engelsehe Lagerhuis heeft de
minister-president,i Chamberlain gisteren
aangekondigd, dat Engeland overgaat tot
den maatregel, dat exporten van Duit-
schen oorsprong op zee in beslag genomen
zullen worden.
Chamberlain noemde dit een represaille
maatregel^ naar aanleiding van het feit,
dat de Duitschers mijnen zouden hebben
gelegd op. de scheepvaartroutes om En-
geland, zonder daarvan kennis te geven,
wat in strijd is met het internationale
recht.
Chamberlain legde deze verklaring ai
in antwoord op een vraag van den afge
vaardigde oer oppositie van de Arbeiders
partij, Attlee, die herinnerde aan de ramp
met de Simon Bolivar."
Chamberlain antwoordde: „Het zal het
Huis bekend zijn, dat de laatste drie da
gen meer dan tien schepen, waaronder zes
neutrale, door Duitscne mijnen tot zinken
zijn gebracnt en dat daarop zeer ernstige
verliezen aan menschenlevens zijn te be
treuren, De Haagscne Conventie, welke
door Duitschland is onderteekend
Duitschland heeit nog op 17 September
verklaard deze overeenkomst te willen na
leven bepaalt, dat bij net gebruik van
verankerde mijnen alle mogeujke voor
zorgsmaatregelen voor de vemgneid dei
vreedzame scneepvaart moeien woruen
genomen. De conventie eiscnt in het bij
zonder, dat, wanneer de mijnen niet lan
ger onder controle van hen, die ze ge
legd hebben, staan, de gevaarlijke zone
oenend gemaakt wordt, zooara ae militaire
benoemen uat toelaten Bij net leggen van
de mijnen, welke de door mg genoemde
verhezen veroorzaakt heooen, neeit de
Duitscne regeenng geen dezer bepalingen
in acnt genomen. Deze nieuwe geweld
daad is een noogtepunt in de reexs ver-
dragsscnendmgen, waaraan Duitscnlanu
zien heelt scnuidig gemaakt. Ik benoei
slechts te herinneren aan het tot zinken
brengen van de „Athenia"", waarbij 110
menschenlevens verloren gingen,j en de
daarop volgende vernietiging van Britsche
geallieerde of neutrale schepen door mid
del van mijnen, torpedo's of kanonvuur.
Deze aanvallen zijn vaak zonder waar
schuwing ondernomen en in een stijgend
aantal gevallen met volkomen veronacht
zaming van het door Duitschland geteeken-
de protocol over den duikbootoorlog en
de meest elementaire wetten van mensche-
lijkheid.
De Britsche regeering is niet voorne
mens toe te laten, dat deze methodes van
oorlogvoering voortduren zonder vergel
dingsmaatregelen (bijval).
Ik moge het Huis er aan herinneren, dat
gedurende den vorigen oorlog bij wijze
van gerechtvaardige represaille voor de
duikbootaanvallen op koopvaardijschepen
exporten van Duitschen oorsprong of van
Duitsche eigenaars op zee in beslag zijn
genomen.
De vele schendingen van het internatio
nale recht en de meedoogenlooze ruwheid
der Duitsche methodes hebben ons er toe
doen besluiten thans opnieuw een derge
lijke koers te volgen (luide bijval).
Binnenkort zal een koninklijk besluit
verschijnen, waarbij aan deze beslissmg
uitvoering zal worden gegeven."
De minister van financiën, sir John Si
mon, deelue in het Lagerhuis verder me
de, dat een nieuwe uitgifte zal plaats
hebben van „nationale spaarbons", ter fi
nanciering van den oorlog. De emissie zal
in de plaats treden van de loopende uit
gifte. De aankoopprijs zou ongewpzigd blij
ven op vijftien shillings, maar de rente
zou iets verhoogd woruen, zoodat zulk een
spaarbon na vijf jaar zou gestegen zpn tot
17 sh. 6 d. en na tien jaar tot 20 sh. b
d. Simon voegde hieraan toe, dat de tpo
nog niet daar is om een leening op de
open markt te plaatsen.
Ook zal nog een ander certificaat te
koop zijn, t.w. de „verdedigingsbons wel
ke in eenheden van vijf pond sterling elk
worden uitgegeven.
In verband met het bericht in zake de
oprichting door den „Ned. Industrie- en
Handelsraad voor land- en tuinbouw" van
een „Alg. vereeniging voor den eierenex
port", welke een concentratie van alle
eieren-exporteurs zou beoogen, wordt ons
van de zijde der „Centrale commissie uit
den eieren-exporthandel" o.m. het volgen
de medegedeeld
„Twee jaar geleden werden ernstige po
gingen gedaan om meer concentratie in den
eierenexporthandel te verkrijgen. Het re
sultaat daarvan is geweest, dat een zestal
rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni-
gingen van eierenexporteurs werd gefor
meerd, die tezamen de „Centrale commis
sie uit den eieren-exporthandel" zijn gaan
vormen. In December 1937 heeft minister
Steenberghe, bij de behandeling der begroo
ting van het Landbouw-crisisfonds in de
Tweede Kamer, dit als een juist voorbeeld
van de door hem gedachte ordening uit het
bedrijfsleven zelf, aangehaald.
De gedragslijn van den „Ned. Industrie-
en Handelsraad voor land- en tuinbouw"
kan in de kringen der eieren-exporteurs
dan ook alleen worden begrepen, wanneer
men zich realiseert, dat van de zeven der
destijds onder dat lichaam ressorteerende
eieren-exportvereenigingen, niet minder
dan zes zich geleidelijk hebben teruggetrok
ken, zoodat zijn actie als een laatste kramp
achtige poging wordt beschouwd om te
trachten, van een vrijwel verloren geraakt
terrein en een daardoor ernstig geschokt
prestige nog zoo veel mogelijk te redden."
In Slovenië zijn vlugschriften verspreid
met den volgenden tekst:
„Sloveensch volk, strijdt voor de oprich
ting van de eenheid der Balkanlanden on
der bescherming van Sovjét-Rusland, dat
den vrede wil en dat zich verheft tegen het
wereldimperialisme".
De politie van Ljoebliana heeft verschei
dene arrestaties verricht.
Gisteren heeft de politie op de boven
verdieping van een woning aan de Passeer-
dersgracht te Amsterdam een afschuwelijke
vondst gedaan. Een door een buurvrouw
te hulp geroepen agent van politie vond
hier, nadat hij de deur had opengebroken,
de tachtigjarige bewoonster geheel ver
koold naast een omgevallen petroleumstel
op dén grond.
Met de conclusies van den politie-schei-
kundige is men tot de volgende reconstruc
tie van het geval gekomen.
Op de bovenverdiep.ng woonde in een
klein primitief ingericht kamertje alleen de
tachtigjarige mejuffrouw M. C. J. Auer-
bach. In het kamertje kon men zich bijna
niet bewegen of men stootte tegen een
meubel of voorwerp aan. zoo dicht stond
alles in de kleine woonruimte opeen. Op
een wankele sinaasappelkist was een pe
troleumstel geplaatst. Vermoedelijk is het
oudje, toen zij bezig was haar potje te ko
ken, tegen de kist gestruikeld, zoodat het
brandende stel is gevallen en de vrouw in
brand is geraakt.
Wanneer het ongeluk precies is gebeurd
is niet meer na te gaan, doch het moet in
ieder geval op een tijdstip tusschen Zater
dag en Maandag zijn gebeurd. Een buur
vrouw van de derde verdieping, die met de
oude vrouw bevriend was, had haar sinds
Zaterdag niet meer gezien. En toen zij ook
gisteren weer na herhaalde malen kloppen
geen gehoor kreeg, heeft zij een agent van
politie gewaarschuwd. Deze heeft de deur,
welke aan de binnenzijde was gegrendeld,
opengebroken.
De G.G. en G.D. heeft het stoffelijk over
schot naar het Binnen gasthuis vervoerd.
In de kamer was verder niets verbrand.
Op 8 October van dit jaar was te Ubach
over Worms (L.) een voetbalwedstrijd ge
houden tusschen elftallen uit dit mijnstreek
dorp en het naburige Nieuvvenhagen. Het
ging daarbij zoo ruw toe, dat de scheids
rechter den wedstrijd staakte. Na het „spel"
hebben de vader en de broer van een der
spelers van Ubach eenige Nieuwenhagers,
die naar de bus wilden gaan, opgewacht,
waarbij zij het hadden voorzien op den 27-
jarigen mijnwerker van Rooy, die zich af
keurend over een der tegenstanders had
uitgelaten. De 64-jarige vader van D. gooi
de met steenen naar dezen speler, maar de
projectielen misten hun doel. Toen gooide
de zoon van D., een mijnwerker uit Ubach,
met een stuk beton en trof van Rooy zoo
ernstig aan het achterhoofd, dat deze be
wusteloos vooroversloeg en een schedel
breuk bekwam, waarvoor hij enkele weken
in het ziekenhu.s moest worden verpleegd
Vader van D., die den bewustelooze nog
eens te lijf wilde gaan, moest worden tegen
gehouden door de omstanders. Hij trok toen
een mes, waarmee hij naar een der Nieu
wenhagers stak. De steek miste het doel,
doordat de zoon van den bedreigde den arm
van den aanvaller wegsloeg.
Vader en zoon van D. stonden in verband
met deze feiten Maandag voor de
Maastrichtsche rechtbank terecht.
Tegen den zoon, die gedetineerd was,
werd vijf maanden wegens zware mishan
deling geëischt, terwijl tegen vader van D.,
wegens bedreiging twee maanden gevange
nisstraf werd gevraagd. De rechtbank be
paalde de uitspraak in dit weinig sportief
optreden van de sport-aanhangers van
Ubach op 4 December.
(Ingez. Med.)
Tijdens de Verkeersdagen, welke door de
Vereeniging voor Veilig Verkeer in samen
werking met de politie op Donderdag 23,
Vrijdag 24 en Zaterdag 25 November a.s.
zuilen worden gehouden, zal bijzondere
aandacht worden geschonken aan het rij
den der fietsers, terwijl er tevens scherp op
zal worden gelet, of het rijwiel aan de wet
telijke voorschriften voldoet.
Wielrijders, dit geschiedt in het belang
van veilig verkeer, wat ook Uw belang is.
Men volge dus steeds stipt de verkeersre
gels op en drage zorg, dat het rijwiel in
orde wordt bevonden. Aarzelt men, wat dit
laatste betreft, dan roepe men onverwijld
de hulp in van een bekwamen vakman!
De wettelijke exschen, waaraan het rij
wiel moet voldoen, alsmede de voorschrif
ten, waaraan de wielrijders(sters) zich
hebben te houden, laten wij hieronder vol
gen:
Eischen voor het rijwiel.
1. Een goede stuurinrichting.
2. Een krachtige rem, indien het rijwiel een
vrijwielinrichting heeft.
3. Een goede bel.
4. Het ondereinde van het achterspatbord
over een lengte van minstens 30 cm. hel
der wit.
5. Aan de voorzijde een lantaarn met hel
der geel of wit licht, dat niet verblindend
is (dus de stralenbundel kennelijk naar
den weg gericht).
6. Aan de achterzijde in verticalen stand
een rood achterlicht met reflector (voor
zien van rijkskeur), welke moet zijn aan
gebracht op het witte spatbord niet hoo-
ger dan 60 cm boven het wegdek.
Voorschriften voor den wielrijder.
1. Geef vooral tijdig met gestrekten arm
een teeken bij richtingverandering.
2. Geef met Uw linkerarm door dezen op
en neer te bewegen bijtijds het teeken,
dat U -gaat stoppen of vaart verminderen.
3. Geef op kru.spunten en op punten van
vereeniging van wegen aan den wegge
bruiker, die U aan Uw rechterhand hebt,
voorrang en bij nadering van een voor-
rangsweg ook aan het verkeer van links
voorrang.
4. Geef alleen een belsignaal als de veilig
heid van het verkeer dit vordert.
5. Rijd op den weg zooveel mogelijk aan de
uiterste rechterzijde en niet met meer
dan twee naast elkaar.
6 Maak gebruik van rijwielpaden.
7. Sta alleen stil aan den kant van den
weg, doch nooit zoo, dat ge het verkeer
belemmert.
8. Bevorder Uw eigen veiligheid door U
stipt te houden aan de verkeersregels.
yy
Op dit kaartje is de route (met dikke
zwarte lijn) aangegeven die de neutrale
schepen volgen wanneer zij zich langs de
Oostkust van Engeland via „The Downs"
naar de vrije en sperzone willen begeven.
Het Nederlandsche passagiersschip, „Si
mon Bolivar" van de K.N.S.M. hep (de
plaats is met zwart pijltje op de kaart aan
gegeven) op een mjjn, nabij het lichtschip
„Sunk".
«Illllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
taliiÉliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiü
Naar het Engelsch van
Anthony Berkeley.
49).
„In dat geval", zei Chitterwick en zijn
anders zoo vriendelijk gezicht werd hard
en vastberaden. „In dat geval moeten wij
onze toevlucht tot snellere methoden ne
men. Wij moeten Benson zelf aanpakken".
„Daar doe ik graag aan mee", zei Mouse
met geestdrift.
Toen zij Riversmead bereikten en onder
de poort aan den ingang doorreden, keek
Mouse op de klok. De 393 kilometer had
den zij in 2 uur en 40 minuten afgelegd.
Greggs, de sterke staljongen, stond toe
vallig voor het huis van den concierge.
Mouse hield even in, om hem op te nemen
en verklaarde in het kort den toestand,
terwijl hij de laan naar het slot opreed.
Greggs, een jonge, stevige knaap, scheen
te begrijpen, wat er van hem verwacht
werd; hij grinnikte al van voorpret.
De rest is gauw verteld. Greggs werd in
de buurt van een open plek, de oprijlaan
liep door licht houtgewas, opgesteld en
Chitterwick bleef bij hem; Mouse ging naar
huis toe, en zou Benson, als hij er was, mee
naar buiten zien te krijgen. Na heel korten
tijd kwam hij met hem terug. Benson
scheen, toen hij de twee anderen onder de
boomen zag staan wachten, lont te ruiken,
.draalde een oogenblik en wilde er vandoor
gaan. Mouse echter, die wat achter gebleven
was, had een flinken. tak opgeraapt, waar
mede hij dreigend zwaaide. Benson aarzel
de weer even, zoodat Greggs den tijd had om
naderbij te komen en hem een gewéldige
rëchtsche te verkoopen, die Benson op den
grond terecht deed komen.
Hij bleef liggen waar hij gevallen was en
Schreeuwde woedend wat dat te beteekenen
had.
„Waar is juffrouw Goole, schoft?" vroeg
Chitterwick, ziedend van kwaadheid.
„Juffrouw Goole?" bromde de ander.
„Die ken ik niet. Loop jullie alle drie naar
den duivel".
„Sla er op Greggs", riep Chitterwick;
door het dolle heen. „Geen medelijden met
dien hond".
Benson vond het blijkbaar beter om te
blijven liggen.
„Sla er op, Greggs, geef hem", drong
Chitterwick aan. „Het is nu geen tijd om
sportief te zijn".
Greggs liep naar een boom en rukte een
dikken tak af. „Dat varkentje zullen we
wel eventjes wasschen", siste hij tusschen
zijn tanden en begon er op los te slaan.
„Waar is juffrouw Goole?" herhaalde
Chitterwick, heesch van opwinding. Een
half dozijn slagen op het kronkelende li
chaam was genoeg.
„Houd op, ik zal het jullie zeggén",
Greggs hield hem in de gaten. „In den ijs
kelder", zei Benson.
„Leeft ze nog?"
„Natuurlijk".
„In den ijskelder?" vroeg Mouse.
„Ik geloof, dat ik weet, wat hij bedoelt,
zei Greggs. „Het is een ruimte onder den
grond, waar ze vroeger in den zomer ijs
bewaarden, maar dat is in jaren al niet
meer gebeurd. Het is niet ver weg. Zal ik
u den weg wijzen, Hoogheid?"
Zoodra de menschen zullen hebben
ontdekt, hoeveel vreugde en genot ook
zonder het bezit van geld verkregen
kan worden, zal de heerschappij van
het goud ten einde zijn.
lllllllllllllllllllillllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllIlllllllilllUllilllllllllllllllllllllllll
„Dat is goed, maar dien kerel zullen wij
meenemen. Als zij er niet is, zullen wij ons
bedienen van de gebruiken van zijn vader
land, en een klein lynchfeest aanrichten. Ik
zou hem heusch graag aan een boom zien
bengelen."
Maar zulke maatregelen bleken niet noo
dig. Juffrouw Goole was in den ijskelder en
toonde zich heelemaal niet verrukt met
haar bevrijding. Zij was uitgesproken on
dankbaar. En Chitterwick schold zij zonder
aarzelen uit voor Jan Hen en potkijker.
Een paar vragen deden haar houding
echter veranderen. Zjj was bang geweest,
dat men haar in hechtenis wilde nemen en
die vriendelijke heer Benson had haar voor
zooiets willen behoeden, hoewel ze toegaf,
dat Jimmy, zooals ze hem noemde, anders
niet om zijn hulpvaardigheid bekend stond.
„Dus u kent elkaar?" vroeg Chitterwick.
„Of ik robijnen-Jimmy ken? Dat zou ik
denken. Wij hebben toch indertijd samen
gewerkt".
„Zoo", zei Chitterwick, alsof die mede-
deeling hem niet erg verbaasde.
„Maar met deze zaak heb ik niets te ma
ken", zei juffrouw Goole, weer volkomen
beheerscht.
„Jou verdleugenaarster!" merkte
Benson onhoffelijk op. „Jij weet heel goed,
dat je
„Breng hem daarin en sluit hem op,
Greggs", zei Chitterwick. „Ik zal later wel
met hem spreken.
Met een goed gerichten opstopper duwde
Greggs Benson in de aangeduide richting
en knalde de deur achter hem dicht.
„Jimmy was altijd een lafaard", merkte
juffrouw Goole met verachting op. Zij keek
nieuwsgierig naar Chitterwick. „Heeft hij
gekletst
„Nog niet, maar dat zal hij nog doen",
zei Chitterwick grimmig. „En u ook".
,„Ik?" zei juffrouw Goole uiterst ver
baasd. „Wat bedoelt u? Ik weet van het
heele geval niets af. Het was mij te doen
om de sieraden van de oude dame, dat is
alles. Dat andere gaat mij niet aan."
„En wat zegt u dan van uw brief van
vanmorgen?" zei Mouse met gefronst voor
hoofd.
„Brief?echode juffrouw (Goole. „Welke
brief? Ik weet van geen brief".
„Wilt u dat misschien liever aan mij over
laten?" sloeg Chitterwick zoo bedeesd
voor, dat Mouse zich schaamde.
Chitterwick wendde zich tot juffrouw
Goole en sprak:
„U hebt laatst geprobeerd een beetje
chantage te plegen?"
Een uitdrukking van groote verwarring
kwam even over het gezicht van juffrouw
Goole.
„Waar wilt u eigenlijk heen?" zei ze een
beetje te schril. „Dat alles is Spaansch voor
mij".
„O, ik dacht het", merkte Chitterwick
met genoegdoening op, alsof ze zijn vraag
reeds beantwoord had. „Luistert u eens goed
naar me. Voor dien Benson heb ik geen an
dere mogelijkheid, dan hem eenvoudig aan
de politie over te leveren. Voor u zie ik,
geloof ik, nog een kansje. Tenminste, als u
me nu heel nauwkeurig de waarheid zegt
op alle vragen, die ik u stellen zal. Dus neem
ik het op mijn verantwoording, dat in mijn
verslag aan aan Scotland Yard uw naam
niet genoemd wordt. Het kan verkeerd van
mij zijn, maar ik beloof het u".
Juffrouw Goole keek hem onzeker aan.
„Wie bent u dan eigenlijk? U ziet er toch
niet uit als een stille".
„Dat doet er minder toe", antwoordde
Chitterwick streng. „Ik geef u vijf minuten
bedenktijd. Greggs, let op dat zij er niet
tusschen uit knijpt."
Hij nam Mouse even apart nagestaard
door juffrouw Goole.
„Ziezoo, die hebben we", zei Mouse te
vreden, toen zij op voldoenden afstand wa
ren, om niet meer gehoord te kunnen wor
den. Vriend Benson is dus een beroepsmis
dadiger. Erg prettig voor de Sinclairs".
„Ik dacht wel, dat het op zooiets uit zou
draaien" bromde Chitterwick, die nu de
spanning voorbij was, weer in een afwezigen
gemoedstoestand terugviel.
„Robijnen-Jimmy" meende Mouse „is een
prachtnaam voor hem, vindt u niet? En dan
zijn optreden, toen hij gisteren aankwam.
Hij heeft wel erg overdreven".
„Ja", gaf Chitterwick toe. „Alles is bij
die misdaad aldoor erg overdreven geweest
en dat was hun fout".
„Ja, en toch leek het eenvoudig genoeg,
totdat u de zaak grondig onderzocht. Maar
toch, Chitterwick, geloof ik, hoewel het mij
niet aangaat, dat die Goole ook aan de po
litie uitgeleverd moest worden, wegens
medeplchtigheid en zoo".
„Ja, inderdaad was ze mede schuldig",
gaf Chitterwick toe, „maar alleen door een
toeval. Ik bedoel, dat zij er niet veel van
afgeweten heeft".
Mouse keek verwonderd op; wat was er
nu weer?
„Maar als ze toch de medeplichtige van
den moordenaar geweest is?"
„Dat was zij niet".
Mouse staarde hem aan. „Was zij dat
niet? Maar
„Er was heelemaal geen medeplichtige".
(Wordt vervolgd).