VOOR DEN POLITIERECHTER
TE MIDDELBURG.
«ZEELAND»
STADSNIEUWS
KRIJGSVOLK VAN HEDEN
STOOMWASSCHERU
MIDDELBURG
Een schilderij van H.M. de
Koningin voor de S.D.O.A.
Het geschenk van den heer
Hoegen van Hoogelande is
gisteravond onthuld.
De vreemde vliegtuigen boven
België.
KRABBENDIJKE
ALS DE WIJN IS IN DEN MAN....
EEN JUBILEEREND CAFéHOUDER.
OP HET VERKEERDE PAD.
Hitier kan alleen nog maar een
guerilla-oorlog voeren."
Toch een verdrag tusschen
Rusland en Turkije?
Nog 115.000 Duitschers moeten
verhuizen.
TELEFOON 637 MIDDELBURG
Het adres voor beter werk
(Ingez, Med.)
De cantine in het nieuwe gebouw van
de kazerne der SDOA aan de Korte
Noordstraat was gisteravond tegen half
acht gevuld met de onderofficieren en
vertegenwoordigers van alle klassen der
school, terwijl een strijkje, gevormd door
leerlingen, zich deed hooren.
Te half acht kwamen de Commandant
der school, de officieren met den reserve
luitenant-kolonel, den heer P. W. M, Hoe
gen van Hoogelande, de zaal binnen, ter
wijl alle aanwezigen zich van hun zetels
verhieven. Op een wenk van den Comman
dant, majoor P. F. Kamm, namen allen
weer hun plaatsen in.
Het strijkje liet zich nog eenmaal hoo
ren en daarna nam majoor Kamm het
woord en heette in het bijzonder den heer
Hoegen welkom, hem verzekerende, dat
zijn komst en zijn daad: het aanbieden van
een portret van H. M. de Koningin, op
hoogen prijs wordt gesteld.
Voor de tegenwoordige leerlingen, die
na 1 Augustus op de school kwamen, her
innerde spr. er aan, dat op dien datum de
SDOA te Middelburg het feit heeft mo
gen herdenken, dat de school voor 15 jaar
in Breda was opgericht door den tegen-
woordigen Inspecteur der Militaire Admi
nistratie, den kolonel van de M. A G.
Berghuijs Voor geheel het personeel, of
ficieren en onderofficieren, was het dien
dag een groote voldoening terug te mo
gen blikken op een tijdperk van 15 jaren
van opgang, gedurende hetwelk aan het
leger werden afgeleverd 4000 jonge man
nen, die even zooveel steunpilaren blijken
te zijn geworden van de Nederlandsche
weermacht. Voor de stad Middelburg bood
de dag een aangename gelegenheid om
te kunnen getuigen van de liefde voor
haar garnizoen, de SDOA. Dien lsten
Augustus is feestelijk gevierd. Spr. her
innerde er aan dat om 10 uur de school
in volle uitrusting stond aangetreden voor
het station en met de stafmuziek van het
6e regiment infanterie aan het hoofd naar
het Molenwater werd gemarcheerd, waar
een groote menigte menschen was saam-
gestroomd ter bijwoning van de parade.
Het was een goede parade, uitgevoerd
door jonge mannen, die evenals de leer
lingen van thans, slechts vier weken
practische vooropleiding hadden gehad
Opgeluisterd door de stafmuziek werd een
militair vertoon gegeven, dat de waardee
ring mocht wegdragen van den inspecteur
M.A., de Commandant van Zeeland, den
Commissaris der Koningin in Zeeland, den
burgemeester en tal van militaire en bur
gerlijke autoriteiten Maar bovendien gaf
de burgerij blijk van haar bijzondere be
langstelling Het uit haar midden opge
richt comité tot behoud van garnizoen in
Zeeland heeft aangeboden 5 diepe trom
men en 3 klaroenen, welk geschenk dank
baar is aanvaard. Op denzelfden dag gaf
de militaire kapel een concert in de Ab
dij, waarvoor -uitzonderlijk toestemming
was verleend.
Op velerlei wijze werd de herdenkings
dag verder gevierd, waarbij de burgemees
ter den commandant der school toesprak en
zijn rede eindigde met een „leve H. M.
de Koningin", waarmede alle aanwezigen
burgers zoowel als militairen, luide in
stemden En geen wonder! Immers men
heeft in ons land het zeldzame voorrecht,
in het bezit te zijn van een Vorstenhuis,
dat in het hart leeft van alle goede va
derlanders. En wanneer wij de geschiede
nis nagaan en een vergelijking maken met
den toestand in andere landen, dan worden
wij ons eerst recht bewust van dit voor
recht. Ook elders vindt men gelukkig nog
vorstenhuizen, die zich de sympathie en
de liefde van hun volk verworven heb
ben en dat is in dezen tjjd vooral van emi
nente beteekenis Want daarin is een
groote waarborg gelegen voor het welzijn
van een vorstenhuis zooals ons dat in het
Huis van Oranje is geschonken. Want
wie Oranje zegt, zegt Nederland, omdat
het volk en zijn Koningshuis zijn samen
gegroeid tot een onverbrekelijke eenheid
en het Oranjehuis het onvergankelijk sym
bool is van die eenheid. Oranje heeft zich
zelf altijd vereenzelfdigd met ons volk en
zich zelf altijd ondergeschikt gemaakt
aan de belangen daarvan.
Het Oranjehuis heeft zijn stempel op het
volk gedrujkt „heeft een traditie geschapen
en is zelf een traditie geworden. Oranje be
teekent geschiedenis, cultuur, volkskarak
ter, maar ook energie, kracht en moed om
te strijden en te overwinnen. Oranje betee-
kent ook weer in onze dagen een steun
punt voor de toekomst. Met God en Oranje
zullen wij staande blijven en weer omhoog
komen. Dat wij dit zoo krachtig gevoelen
komt door de omstandigheid, dat onze ge
liefde, thans regeerende Koningin de tra
ditie van Haar Huis op zoo'n voortreffelijke
wijze voortzet. Wij weten allen, hoe sterk
onze dierbare Vorstin meeleeft met Haar
Volk. In lief en leed. Vooral ook de moei
lijkheden draagt Zij, alsof ze de Hare wa
ren.
H. M. verricht Haar hooge constituti-
oneele taak op voortreffelijke wijze, die den
eerbied en de bewondering afdwingt van
alle groepen der bevolking omdat Zij in
waarheid is een Landsmoeder, die zich bo
ven alle partijen weet te verheffen en al
leen het ééne, groote belang van Haar Volk
in het oog vat. Het is dan ook geen wonder
dat het volk blijk heeft gegeven van een
onwankelbare liefde en trouw voor zijn
Koningin. En in deze donkere dagen heeft
het Oranje Boven nog een wijdere betee
kenis en dieperen klank gekregen. Het is,
of de liefde tot Oranje toeneemt, naarmate
de omstandigheden moeilijker geworden
zijn. Meer dan ooit wordt de onmetelijke
waarde gevoeld van een kleinood, dat men
lief gekregen heeft, omdat het van onver
gankelijke beteekenis is. En daarom ant
woorden wij op het Koniklijke woord:
„Wij willen blijven, die wij zijn" met een:
„Wij willen behouden, wat wij bezitten,
vooral ook, ja in de eerste plaats in U,
Majesteit". En deze woorden, gewijd aan
H. M. onderschrijvende en welke hem in
zijn hart gegriefd staan en met zijn warm
militair kloppend hart voor de S.D.O.A.,
heeft de heer P. W. M. Hoegen van Hooge
lande, res-luitenant-kolonel buiten dienst,
spr. als commandant der School bij gele
genheid van het 15-jarig bestaan, aangebo
den de geschilderde beeltenis in lijst van
Haar, die ons allen zoo lief is.
Spr. zich richtende tot den heer Hoegen
zeide, dat hij met groote dankbaarheid on
middellijk dit geschenk voor de school heeft
aanvaard, omdat dit portret al degenen die
bij deze onthulling tegenwoordig zjjn en ve
le honderden, ja duizenden, die na hen zul
len komen door den aanblik van het prach
tige schilderstuk gesterkt zullen worden in
het vervullen van hun plicht en indachtig
zullen zijn het verheven voorbeeld van
plichtsbetrachtig, vaderlandsliefde en trouw
door onze Koningin Haar gansche leven ge
geven. Officieren, onderofficieren, leerlin
gen en overig personeel zeggen den schen
ker van harte dank.
De heer Hoegen van Hoogelande thans
het woord nemende, zeide een blijk van
symphatie' van officieren, onderofficieren
en leerlingen der school, dathij bij zijn
thuiskomst vond, op hoogen prijs te hebben
gesteld. Er is een sterke band tusschen
hem en de school. Zijnerzijds is dat van zelf
sprekend, dat het ook omgekeerd het ge
val is, stelt hij op hoogen prijs. Spr. heeft
een bewijs van liefde voor de school willen
leveren, maar ook voor het geheele Neder
landsche leger. Spr. gaf dan enkele herin
neringen uit zijn eigen diensttijd en studie
voor officier en voor hoofdofficier. Spr.
wees er de jongelui op, dat wat men in
dienst leert, ook veelal te pas komt in het
burgerleven. Spr. hoopte dat de beeltenis
van H. M. de Koningin officieren, onderof
ficieren en leerlingen zal sterken bij het
volbrengen van hun taak.
Nadat majoor Kamm den heer Hoegen
dank had gebracht, zette de muziek het
Wilhelmus in en stonden allen op, terwijl
de driekleur, die het schilderstuk nog aan
het oog onttrok, opzijde werd getrokken en
het boven het portret aangebracht electri-
sche licht eveneens een geschenk van den
heer Hoegen ontstoken werd.
Men kon nu het mooie portret van de
hand van den schilder W. Rees, bewonde
ren. Het geeft H. M. te zien zittend, gekleed
in een licht groene robe met het lint van
grootmeester van de orde van den Neder-
landschen leeuw, een diadeem in het kap
sel en een struisveeren waaier in de hand
dit alles scherp afstekend tegen donkeren
achtergrond. Het schilderij is vervat in een
fraai bewerkte, vergulde lijst met kroon
Het geheel is een sieraad en een groote
aanwinst voor de cantine en de school.
De majoor deelde nog mede, dat men
verder' gezellig bijeen mocht blijven, waar
bij de heer Hoegen voor versnaperingen enz.
een bedrag ter beschikking had gesteld.
Naar aanleiding van het feit, dat mel
ding gemaakt wordt van vreemde vlieg
tuigen boven Belgisch grondgebied, geeft
het Belgisch Telegraafagentschap de vol
gende uiteenzetting:
Het is juist, dat nog de laatste dagen
vliegtuigen der oorlogvoerende landen
veelvuldig boven Belgisch grondgebied
hebben gevlogen. Men heeft een aantal
Duitsche en Engelsche toestellen herkend
Andere vliegtuigen heeft men niet kunnen
identificeeren. Het luchtdoelgeschut en de
jachtvliegtuigen zijn telkens opgetreden,
wanneer het mogelijk was en vaak met
succes in dien zin, dat vele vliegtuigen ver
kozen op hun weg terug te keeren boven
het trotseeren van afweergeschut of het
ontmoeten van lucht-patrouilles. Het ge
beurt echter zeer dikwijls, dat de vreem
de toestellen zich zeer kort laten zien en
alleen in het grensgebied, waardoor aan
onze verdedigingsmiddelen elke mogelijk
heid tot optreden wordt ontnomen, aange
zien de Belgische vliegtuigen de vreemde
toestellen niet op buitenlandsch gebied
kunnen achtervolgen.
Bevoegde kringen, zoo vervolgt het
agentschap Belga, bevestigen in dit opzicht
de inlichtingen, welke wij uit eigen bron
verkrijgen Zij merken bovendien op, dat
het voor elk land onmogelijk is, het bezoek
van vreemde toestellen radicaal te ver
hinderen. Zelfs de groote oorlogvoerende
landen hebben ondanks hun krachtige ver
dedigingsmiddelen en hun grootere vrij
heid van optreden, talrijke vijandelijke
luchtaanvallen, zelfs tot in het hart van
het land, niet kunnen voorkomen Voorts
dient rekening gehouden te worden met
het feit, dat de vliegtuigen der oor
logvoerenden, welke over ons grondgebied
vliegen, bij ons geen taak te vervullen heb
ben. Het betreft immers of wel verdwaal
de toestellen, of wel toestellen die via
België een naburig land denken te berei
ken, en in de meeste gevallen op zeer
groote hoogte Wanneer zij zich ontdekt
en achtervolgd zien, verwijderen zij zich
terstond. Het is slechts eenmaal gebeurd,
dat een vliegtuig gepoogd heeft door te
vliegen Het werd toen tot dalen gedwon
gen.
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door den Agent
H. KOK Czn.
(Zitting van gisteren
De juistheid van dit eeuwenoude gezegde
wordt nog steeds iederen dag opnieuw be
wezen, alle drankbestrijdingen, droogleg
gingen en blauwe knoopen ten spijt. En of
de wijn als dan niet is vervangen door bor
rels of bier, de gevolgen bestaan vaak niet
alleen uit een flink uit de kluiten gewassen
kater, maar ook uit een bezoek aan het
gerechtsgebouw, met alle nasleep van dien.
Het eind draagt de lasten, dat ondervon-
gisteren een zestal arbeiders en schip
pers uit Oost-Zeeuwsch Vlaanderen weer.
Drie bij drie werden ze op het stoepje ge
roepen, en stonden schouder aan schouder,
van aangezicht tot aangezicht met het
Recht.
Het eerste trio was op een Zondagavond
in October bier gaan drinken, en niet zoo
maar een paar glaasjes, neen, het werk
werd grondig gedaan, zoodat na het slui
tingsuur elk ongeveer 25 glazen op zijn
geweten had, wat op zich zelf al een biolo
gisch wonder genoemd mag worden.
De wandelende biervaten richtten hun
onzekere schreden naar de haven, joelend
en hikkend, en in hun beneveld brein werd
het waandenkbeeld geboren, dat ze men-
schelijke oorlogstanks waren. Alle obsta
kels die in hun slingerenden weg lagen,
werden meedoogenloos onder den voet ge-
loopen, heggen, heiningen en hekjes wer
den uitgerukt en ontworteld, de leuning
van een brug werd gesloopt, en zelfs een
oliepomp in de haven moest er aan geloo-
ven.
De politierechter las het belangwekkende
proces-verbaal voor en vroeg toen: „Is dat
allemaal zoo?"
„Jawel edelachtbare", gaf de oudste, die
als woordvoerder optrad, toe.
„En 't is niet den eersten keer hé? Er
hebben al 13 of 14 menschen geklaagd, dat
dat tegenwoordig iederen Zondagavond zoo
is. Ze durven gewoon hun huis niet meer
uit."
„Nee, edelachtbare, 't is den eersten
keer", wees de woordvoerder deze aantij
ging gekrenkt af. (Voor beginnelingen is
het in dat geval een knap stuk werk.)
De officier van justitie achtte deze be
wering niet erg aannemelijk en eischte
25 boete of 20 dagen hechtenis tegen ieder
van hun.
De verdediger, mr. P. C. Adriaanse, meen
de dat het volstrekt niet bewezen was, dat
de verdachten ook de andere Zondagavon
den op hun geweten hadden en vroeg om
een geringe straf, daar de oorzaak van al
de verwoestingen in eerste instantie aan
den drank te wijten was en pas indirect aan
hen zelf.
De politierechter informeerde eens bij
den woordvoerder, waarvoor hij vroeger al
eens veroordeeld was.
„Diefstal, edelachtbare',, kwam er met
verbijsterende openhartigheid uit.
De politierechter schudde het wijze hoofd
en sprak het vonnis uit: 25 of 10 dagen.
Het volgende drietal had eveneens een
kwaden dronk over zich. Na een groot deel
van den Zondag in het café doorgebracht
te hebben, waarbij de tijd met bier en kout
werd doodgeslagen, steeg ook hun een
machtsroes naar het hoofd. Ze begonnen
met jonge boompjes uit te rukken of het
peentjes waren, en daarmee niet tevreden,
richtten ze hun begeerige blikken op de
palen van het electriciteitsnet.
Ook deze vielen ten offer aan hun niets
ontziende vernielzucht, en de dronken woes
telingen gingen zelfs nog verder. Ze legden
twee palen in de lengte op den weg op
ongeveer twee meter afstand van elkaar
en dwars daaroverheen een derde. Daar
de weg volkomen donker was, werd de
eerstvolgende voorbijganger het slachtoffer
van deze „val"; hij reed er met de fiets
tegen aan een viel, gelukkig zonder ern
stige gevolgen. Het trok de aandacht van
den veldwachter, die het verkeersobstakel
opruimde voor er verdere ongelukken ge
beurden.
De officier van justitie vond dit feit veel
erger dan het voorgaande, aangezien het
gevaar opleverde voor het verkeer. Op het
versperren van een openbaren rijweg kan
9 jaar gevangenisstraf staan. Spr. achtte
1 maand dan ook niet veel voor de schul
digen.
De uitspraak luidde: 1 maand gevange
nisstraf voorwaardelijk met een proeftijd
van 3 jaar en 25 boete subs. 10 dagen
hechtenis.
De dikke caféhouder komt niet voor den
eersten keer tegenover den rechter te staan.
Integendeel, hij is een vaste klant en voelt
zich in de rechtszaal even thuis als tusschen
tapkast en buffet. Onbeschroomd deponeert
hij zijn hoed vóór den griffier op de groene
tafel en gaat breeduit op het beklaagden
bankje zitten, dat door zijn geweldigen om
vang bijna volkomen in beslag genomen
wordt.
Bedaard luistert hij naar de beschuldi
gingen die tegen hem worden uitgesproken.
Op 3 October kwamen een marechaussée
en een veldwachter een inspectie bij hem
houden en vonden in de kippenren een ge
wicht dat niet geijkt was.
„Wat deed dat gewicht in de kippenren?"
vroeg de politierechter belangstellend.
„Daar lagen er nog meer die ik niet ge
bruikte, ik wou ze verkoopen meneer, ex
pliceerde verd., niet overduidelijk.
De politie, die hem verbaliseerde, liet
verd. het gewicht zien, als tastbaar bewijs
van zjjn schuld.
„Ze leien 't zoo in m'n hand meneer",
interrumpeert verd., bij wien zich teekenen
van een groeiende opwinding beginnen te
vertoonen.
„Ja, maar toen ze je vroegen het terug
te geven, wilde je dat niet doen. Je gooide
het je huis in. En toen de veldwachter en
de marechaussee naar binnen wilden gaan
om het te zoeken, heb je ze tegengehou
den en gezegd: „D'r uit, je komt er niet
in", brengt de politierechter hem onder het
oog.
„Nee meneer", buldert verd. nu. Zijn stem
vult de zaal met rollende echo's. „Dat he 'k
niet gezegd. Ik heb gezegd dat ik het ge
wicht niet meer had, maar niet dat ze d'r
uit mosten".
Maar de politierechter heeft nog meer
voor hem in petto.
Verd. is al 14 maal in deze zaal veroor
deeld, de keeren dat hij in appèl kwam te
gen vonnissen van het kantongerecht niet
meegerekend. Als de marechaussee's bij hem
komen, worden ze er uit gegooid.
Den laatsten keer dat verd. terecht stond
is pas een jaar geleden. Hij werd toen vrij
gesproken. „Maar dat was jouw schuld
niet", voegt de politierechter er bij.
„Nee, dat was zeker mijn schuld niet,"
beaamt verd. vol overtuiging. (Of hij legt
de opmerking verkeerd uit óf hij is gren-
zenloos onbeschaamd).
Voor de overtreding van de IJkwet heeft
hij bij den kantonrechter twee kwartjes
boete gekregen, vermoedelijk in verband
met de straf die nog volgen zou.
De officier van justitie weet verd. te ver
tellen, dat hy in de jaren 19181920 6 maal
veroordeeld is wegens overtredingen van
distributie- en vervoersbepalingen. „Dat kan
je nu ook weer doen," stelt de officier voor.
„Nee, dat doe ik niet meer," geeft verd.
als zijn vaststaand besluit te kennen. De
officier vindt dat verstandig van hem, en
om de 15e veroordeeling als een belangrijk
lustrum te vieren, eischt spr. 25 boete
subs. 20 dagen hechtenis wegens wederspan-
nigheid tegen ambtenaren in functie.
De politierechter veroordeelt verd. tot
25 of 15 dagen hechtenis en waarschuwt
hem, dat als hij den volgenden keer hier
komt,, de zaak niet met een geldboete zal
worden afgedaan.
„Dat kan makkelijk weze", zegt verd.
stoïcynsch. Hij plant den hoed weer op
zijn hoofd en gaat weg onder het afvuren
van zjjn laatsten kogel: „En as je dan be
lazerd wordt door een ander, dan valt dat
niet mee."
Het meisje dat met neergeslagen oogen
voor den politierechter verscheen, was geen
onbekende. Ongeveer twee maanden gele
den stond ze terecht wegens oplichting. Ze
had met allerlei smoesjes uit een paar win
kels enkele kleedingstukken weten los te
krijgen, die ze aan trok om ter kermis te
gaan. Tijdens de behandeling van de zaak
kwamen er echter zooveel ongunstige dé
tails van haar levenswandel aan het licht,
dat ze voor een nader onderzoek opnieuw
ter beschikking werd gesteld van den rech-
ter-commissaris. Sindsdien heeft ze twee
maanden in een rijksopvoedingsgesticht
doorgebracht, waarvan ze dezer dagen te
ruggekeerd is.
De moeder werd als getuige gehoord, en
deze verklaarde, dat het alweer mis was
met haar dochter. Drie dagen geleden heeft
ze een fiets weggenomen, en dikwijls komt
ze pas diep in den nacht thuis. Onder tra
nen verhaalde de arme moeder, hoe zij en
haar man iederen avond vol onrust op hun
kind, dat maar niet thuis kwam, zaten te
wachten, zonder naar bed te durven gaan.
,,'t Is hopeloos met jou", zei de politie
rechter streng tegen het meisje. „De tucht
school heeft dus niets geholpen. Ja, nu sta
je hier te grienen, maar ik heb veel meer
medelijden met die arme ouders van je.
Nog geen dag ben je thuis of je begint
weer."
Op een persconferentie aan het Britsche
ministerie van voorlichting heeft kolonel
Reitz, de Zuid-Afrikaansche minister voor
inlandersaangelegenheiden, die Zuid-Afrika
vertegenwoordigt pp de Londensche confe
rentie van afgezanten uit het Britsche rijk,
het standpunt van Zuid-Afrika in den hui-
digen oorlog belicht. „Wij in Zuid-Afrika, al
dus Reitz, maken ons geen illusie, wat er
met ons zou gebeuren, indien Duitschland
den oorlog won. Wjj zouden een zuiver
Duitsche kolonie worden, zonder vrijheid en
zonder nationalen status. Voor zoover ik
kan zien, kan Hitier niet anders meer doen
dan een guerilla-oorlog voeren, en aan den
uitslag daarvan twijfel ik niet. Ik kan naar
Zuid-Afrika terugkeeren en den menschen
daar vertellen goeden moed te houden, om
dat alles in orde is."
Volgens het Fransch Havas-bureau zou
Rusland aan de Turksche regeering hebben
voorgesteld de in Moskou afgebroken on
derhandelingen over het sluiten van een
niet-aanvalspact te hervatten. Volgens den
correspondent te Boedapest van de „Basler
Nachrichten" zou de Turksche regeering in
beginsel het voorstel aanvaard hebben,
maar zou zij eerst de Westelijke mogendhe
den willen raadplegen.
Havas meldt uit Moskou:
De gemengde Duitsch-Russische commis
sie tot uitwisseling der bevolking is tot
overeenstemming gekomen. De Duitsche
commissieleden zijn naar Berlijn terugge
keerd. Volgens het accoord zullen naar
Duitschland worden overgebracht 115.000
personen van Duitsche afstamming, wonen
de in de vroegere Poolsche provincies, wel
ke thans door de Russen bezet zijn. Naar
Rusland zullen worden overgebracht een
millioen Oekrainers, Roethenen, Wit-Rus-
sen en Russen in het deel van Polen, dat
onder Duitsche bezetting staat. Er wordt
niet gesproken over de Joden en de Polen,
men gelooft, dat de Duitschers een aanzien
lijk aantal van deze zullen dwingen Oekrai-
ner of Rus te worden, teneinde .voor Duit
schers plaats te maken.
De officier van justitie vond het een moei
lijk geval. Binnenkort wordt het meisje
meerderjarig, ze is dus te oud om weer in
'n gesticht te worden opgenomen. Spr. stel
de voor haar ter beschikking van de regee
ring te stellen.
De politierechter besloot het meisje te
veroordeelen tot een voorwaardelijke ge-
vangenissstraf van 1 maand met 3 jaar
proeftijd voor de gepleegde oplichting, en
haar tevens voor den tijd van 2 jaar ter
beschikking van de regeering te stellen.
Zeeuwsch-Vlaamsche brieven.
Soldaten.'.' Hoe renden wij, kinderen, de
jongens in hun blauw uniform tegemoet, als
zij met verlof kwamen, zingend, zwaaiend
met de politiemuts. Als ze dan een herberg
binnenrukten, moest de zaalvloer het ont
gelden. Want dof dreunden dan de stam
pende passen waarmede de jongens hun
blijdschap zochten te uiten, de kracht in
hun jonge botten. Ontzag was er in ons
voor dien troep flinke kerels, die in onze
kinderoogen veel grooter, veel rijziger wa
ren dan de mannen van nu. We keken im
mers tegen hen op. Hun komst in de ge
meente na lange afwezigheid leek een
triomftocht. Waar zij uitgehangen hadden
was naar onze kinderlijke begrippen een
vreemd oord, een plaats waar slechts flinke
daden mogelijk waren.
Hè, kerels toch die soldaten! En hoe
blonken die zware koperen knoopen. Fier
stond de oranje-witte pompon voor de
sjako. Als een spotter deze versiering „ci
troen met suiker" durfde noemen, schuim
bekten wij van woede.
We werden ouder. De dingen verloren
van hun verheven grootheid. Een schip, een
kerk, de oude eik ze bleken lang niet
zoo hoog zoo majestueus, als onze kinder
geest ze gedacht had en we lachten om
onze kinderdroomen.
Weer kwamen er soldaten in menigte
met de mobilisatie van '14. En zie, het wa
ren menschen als wij zelf. Toon, de grap
penmaker onder hen, scheen er eenigszins
anders over te denken. Een boot volge
propt met militairen naderde de aanleg
plaats te B. en Toon riep de gevleugelde
woorden: „Kiek, d'r is geen mensch op de
boot, niks as soldaten!"
En nu in '39 zjjn de jongens er weer. Ze
zwermden uit over het land om te trachten
den dreigenden brand buiten onze grenzen
te houden. We weten hoe beroerd het voor
de mannen is, weggehaald te worden uit
een bestaan, dat precies is als het onze. En
daarom doen we moeite, het verschil met
hun minder gemakkelijk leven van thans
zooveel mogelijk te verkleinen.
De uitzondering:
Met zijn inkwartieringsbiljet staat hij op
de stoep, een beetje zielige vermoeide fi
guur met geweer, rugzak en helm. Een lan
ge reis had hjj achter den rug. Nu zou hij
komen binnenvallen bij wildvreemde men
schen, die hem wellicht met een scheel
oog zouden aanzien.
Hij belt, nogeens, tot vijf maal toe. De
deur blijft gesloten. Een kring van nieuws
gierigen vormt zich. Gemompel, booze
woorden aan het adres van hen aan geene
zijde der deur. Gemeentepolitie, geklop.
Stemmen: „Laat die lui naar de maan
waaien, ga met ons mee, je zult het goed
hebben!"
De stemming wordt bepaald vijandig.
Dan een dringend verzoek aan het hoofd der
gemeente: „Burgemeester, geef hem mij".
Maar het gezag moet gelden. Een aanvech
ting als deze kan niet geduld worden.
Onder de samengestroomde burgers groeit
de woede. Juist is het plan gerijpt om naar
de regelen der eenigszins verouderde kunst
de deur te rameien, als de veldwachter door
een achterstraatje glipt en den toegang tot
een tuin forceert. Hij weet een venster van
de onneembare veste open te krijgen, valt
binnen, stormt als een onbedwingbare
Achilles door den gang en ontgrendelt de
deur. Met een kwak vliegt deze open en on
ze zwerver overschrijdt den drempel onder
een hartig hoera der omstanders. Eenmaal
door harde hand overwonnen, onthaalden
de bewoners van het huis hun gast naar
behooren.
De jongens passen zich aardig aan; vin
den overigens de bevolking nog zoo kwaad
niet. Ze treffen nieuwe gewoonten, andere
spreekwijzen. Die uit de stad glunderden in
het eerst, als een ieder hen in het voorbij
gaan een goeden dag wenschte. Nu beijveren
zij zich hierin de eerste te zijn. Goeden
dag!
En Amor heeft druk werk. De kleine
kwiekerd is echter ten einde raad, nu hij
met een haast ledigen pijlkoker moet rond
fladderen. Zijn munitie is zóó verschoten.
Als hij niet een beetje pijlhout gehamsterd
had, zou het er nog beroerder voor hern
uitzien. Eenmaal werkeloos zou „de steun
zich zijner wel aantrekken.
Maar onze meisjes dan
De aanleiding tot de militaire bezetting
was ook de oorzaak van de bescherming
tegen luchtgevaar c.q. de aanschaffing van
gasmaskers: Eenige personen hier stelden
zich in verbinding met een prima firma.
Een paar maskers werden gezonden als
proef, moesten weer terug, maar de fabriek
garandeerde bij bestelling de levering bin
nen veertien dagen. Men paste, wrong op
stikken af en alle ernst werd op zijde ge
drongen. Kon ook niet anders bij het sta
ren op ingedrukte neuzen en uiteengehaal-
haalde kapsels, bij het hooren der onwezen
lijke bromstemmen binnen de veel te kleine
maskers. En dan nog te zeggen tot zulk een
slachtoffer: „Fluit nou eens van Piet Hein
Allen rolden van het lachen.
Toch werden na de gehouden oefening
de maskers, voorzien van het officiee
goedkeuringsmerk, besteld in de vereisc
maten maanden geleden.
De firma bekogelt de fabriek met alkmaar
dringender verzoeken om toezending te-
vergeefs.
Vlugge bediening is toch maar alles.
De levering van levensbehoeften aan de
militairen beteekende een aardig buiten
kansje in deze moeilijke tijden voor slagers,
bakkers, kruideniers en groenteboeren. De
hoerastemming waarmede vlug aan de or
ders werd voldaan is echter vrij wel g
weken. Op verschillende plaatsen n.l. ko
van elke categorie voor deze lever"?f g
nog slechts één winkelier in aanmerKi b
vermoedelijk uit een streven naar ve
voudiging, hetwelk gebillijkt mo® bezet-
de goede verstandhouding tussch
ting en burgerij ten spijt. Ruwaard.