OrfstenJe AKKERTJES KRONIEK VAN DEN DAG Duitschland voert oorlog tot de Britscke heerschappij bezwijkt, zegt Berlijn. De Amateur Detective „De Geallieerden handelden consequent door het vredesinitiatief af te wijzen". „Liever gewoon brood dan het beste oorlogsbrood", zegt minister Steenberghe. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MmDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 17 NOVEMBER 1939. No. 272. Finsche standvastigheid. Niet opnieuw fabelachtige prijzen voor land- en tuin bouwproducten. Het Duitsche antwoord geen manoeuvre. GEVORDERDE AUTOBUSSEN TERUGGEGEVEN IN BELGIë. „Volksonderwijs" vraagt verbetering der leerlingenschaal. Britsch schip tot zinken gebracht aan de Oostkust van Afrika. Duitsche eischen aan Roemenië? iillll'iuillli iorgen In pri- 'lauwe |g- dijden 1 met irnsen, zak- „De Mbg. jtletter J>ns 18 |0, ap- paucij- F. J. I'burg. Na de nerveuze spanning der laatste da gen verkeert Europa weer in afwachting van nieuwe emoties. Wij hebben den „zenu wenoorlog" gekend in 1938, toen ons we relddeel het uitbreken van een gewapend conflict om Tsjecho-Slowakije vreesde. Wij moesten een herhaling beleven enkele maanden daarna, wegens de Duitsche aan spraken ten opzichte van Polen, die ten slotte tot den Europeeschen oorlog hebben geleid. En thans, nu de vijandelijkheden sinds 2% maand ontbrand zijn, worden on ze zenuwen telkens op een zware proef ge steld. Er is weinig aan te doen; men moet er zich aan wennen. Dit geldt zoowel voor de bewoners der neutrale als voor de bevol king der oorlogvoerende landen en we krij gen den indruk, dat men in laatstgenoemde zijn aandoeningen heel wat beter weet te bedwingen dan in de niet direct bij den strijd betrokken staten. Eén uitzondering moet echter billijk heidshalve worden gemaakt. En wel ten gunste van Finland, op dit oogenblik een der meest in 't nauw gebrachte neutralen; een kleine mogendheid, die zich door een overmachtigen buurman rechtstreeks be dreigd gevoelt, maar desondanks geen spoor van angst of nervositeit vertoont. De Finsche natie, fier op haar goed recht en vastbesloten, de indertijd duur gekochte on afhankelijkheid tot het uiterste te verdedi gen, heeft wel vol aandacht en zorg den gang der onderhandelingen te Moskou ge volgd, maar zich nimmer uit haar even wicht laten brengen. Eensgezind stond en staat zij achter haar regeering, welke er van den beginne af aan naar streefde, Rus land zóóver tegemoet te komen als met de zelfstandigheid en neutraliteit der Finsche Republiek vereenigbaar was. Meer dan een maand lang hebben, tus- schenpoozen meegerekend, de thans afge broken of „onderbroken" besprekingen ge duurd. Den 12en October had de Sovjet- Unie, die toen de drie randstaten had ge noodzaakt tot het sluiten der nu reeds be faamde „pacten van wederzijdschen bij stand", ook de Finsche regeering uitgenoo- digd, vertegenwoordigers naar Moskou te zenden, „om de betrekkingen tusschen Rus land en Finland te hernieuwen". Deze uit- noodiging werd aanvaard, maar van den be ginne af heeft men te Helsinki zich verzet tegen het sluiten van een overeenkomst, zooals Estland, Letland en Litauen onder hoogen druk moesten accepteeren. Om zulks duidelijk te doen uitkomen, werd be sloten, de strijdkrachten op voet van oor log te brengen. Terwijl de legersterkte in vredestijd zeer bescheiden is naast de burgerwacht, die ruim 100.000 man telt, staat een veel kleiner geregeld leger, want het land heeft slechts 3% millioen inwo ners, is allesbehalve rijk en koestert uiteraard tegenover zijn buren geen agres sieve bedoelingen werden aanstonds 300.000 dienstplichtigen onder de wapenen geroepen. Bovendien kon Finland zich ver heugen in den moreelen steun van de drie andere Noorsche landen: Zweden, Noorwe gen en Denemarken, die onmiddellijk no ta's naar Moskou zonden om het Finsche standpunt te ondersteunen. Ook de Ver- eenigde Staten gaven, door Roosevelt's boodschap aan „president" Kalinin, van hun belangstelling blijk en beloonden langs de zen weg Finland voor de trouw, waarmee het, als eenige Europeesche mogendheid, steeds zijn oorlogsschulden te Washington had afbetaald. Men kent het verloop der zeer moeilijke en reeds dadelijk hoogst ingewikkelde pour parlers. Het Kremlin, dat zonder slag of stoot, door misschien niet uitgesproken, maar tast- en voelbare bedreigingen, de Baltische landen tot vazalstaten had ge maakt, dacht ook Finland wel klein te zul len krijgen en stelde een bijstandpact voor, dat echter zonder meer van de hand werd gewezen. Middelerwijl kwamen de vier Scandinavische staatshoofden bijeen, om van de solidariteit hunner landen getuige nis af te leggen. Blijkbaar onder den in druk van deze demonstratie en van Roose velt's optreden scheen Moskou wat handel baarder geworden en deed nieuwe voor stellen, waarover nog wel „te praten" zou zijn. De Finsche afvaardiging ging „thuis" nadere instructies vragen, maar tijdens haar terugreis naar de Russische hoofdstad kreeg het Finsche kabinet bericht van de rede, welke volkscommissaris Molotof op 31 October in de vergadering van den Hoog- sten Sovjet had gehouden. Deze rede, ook in algemeen internationaal opzicht zoo vol beteekenis, wekte te Helsinki verrassing en ontstemming, omdat Molotof voor 't eerst in grove trekken wereldkundig maakte, wat de Sovjet-Unie eigenlijk van Finland verlangde. Hij noemde die eischen buiten gewoon gematigd; de Finsche regeering was evenwel door de publicatie, die lijn recht tegen de van weerszijden beloofde dis cretie indruischte, zóó ontstemd, dat een oogenblik aan de terugroeping van Paasi- kivi c.s. werd gedacht. Per slot van re kening liet men. de afvaardiging haar weg vervolgen; in een op 1 November j.l. uitge geven communiqué werd echter niet ver heeld, hoezeer Molotof's handelwijze den stand van zaken had vertroebeld en de kan sen op een regeling bemoeilijkt. Sedertdien is men niet nader tot elkaar gekomen. Van Russischen kant wordt een vlootbasis aan de Finsche kust conditio sine qua non voor een overeenkomst genoemd, doch Finland beseft ten volle, dat het, door dezen eisch in te willigen, zich met handen en voeten gebonden aan den grooten buur staat zou uitleveren. Onverrichterzake zijn de onderhandelaars in 's lands hoofdstad teruggekeerd, de hoofdstad, die sinds lang gelijk andere groote steden met het oog op mogelijke gebeurtenissen door een deel der bewoners in goede orde is ont ruimd. 't Kleine Finsche volk toont zich in deze hachelijke ure bereid, desnoods te strij den voor zijn rechten en geeft door zijn kalme vastberadenheid anderen een be wonderenswaardig voorbeeld. Nadat nog de heeren Korten- horst (rk,1), Zandt (Sb. Ger.) en Schouten (ar.1) het aantal sprekers over de begrooting van Economi sche Zaken in de Tweede Kamer op 29 hadden gebracht, is gistermiddag de minis ter van Economische Zaken, de heer Steenberghe aan het woord gekomen De minister verklaarde op de meeste vragen met het oog op den tijd niet. te kunnen ingaan en behandelde alleen de belang rijkste punten van het debat Zoo ontken de hij, dat onze voorradenpositie slecht zou zijn, hetgeen bepaaldelijk van de vee voederpositie was gezegd De minister handhaafde zijn in de stuk ken ingenomen standpunt, dat het niet wenschelijk is tot de instelling van een departement van Landbouw over te gaan, daar het gewenscht is, alle economische belangen in e e n hand te houden Er was gevraagd, waarom men nog niet over ging tot het verstrekken van oorlogs- brood Hierop antwoordde minister Steen berghe, dat dit nog niet noodig is en dat het Nederlandsche volk liever het gewo ne brood eet dan het beste oorlogsbrood De minster verklaarde voorts, dat de toe voer van graan van overzee tot nog toe niet op groote moeilijkheden is gestuit, doch dat de toestand niettemin precair blijft, daar wij van het buitenland afhan kelijk zijn. Of de 4,000,000 steun aan het bloem bollen- en het boomkweekerijbedrijf vol doende is, zal nog moeten blijken Is het te veel, dan zal de steun minder moeten bedragen, is het te weinig, dan zal de mi nister er niet tegen op zien, iets meer te verstrekken. Komende tot pacht- en landprijzen, er kende spr. dat de vorige oorlog heeft ge leerd, dat de boer niet weer moet komen tot fabelachtige prijzen van landbouwpro ducten noch tot fabelachtige pachten en landprijzen Spr. verklaarde uitdrukkelijk bij de volgende vaststelling van richtprijzen geen rekening te willen houden met andere pachtverhoudingen dan geldende op 31 Sep- Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: „De minister van Buitenlandsche Zaken heeft, zooals reeds medegedeeld is, den Bel gischen ambassadeur en den Nederland- schen gezant medegedeeld, dat, na de bruuske afwijzing van het BelgischNeder landsche initiatief door de regeeringen van Engeland en Frankrijk, deze actie als afge daan moet worden beschouwd. De reactie op deze mededeeling te Londen en Parijs heeft den vorm gekregen, dien Duitschland verwachtte, d.w.z. men heeft gereageerd met de poging de waarheid op plompe wijze te verdraaien. Door hun persagentschappen, door radio-omroep en pers trachten de re geeringen der Westelijke mogendheden het antwoord van Duitschland voor te stellen als een manoeuvre, die slechts ten doel had de verantwoordelijkheid voor den oorlog op Engeland en Frankrijk te schuiven. Van Duitsche zijde merkt men in dit ver band op, dat een dergelijke z.g. manoeuvre niet beschouwd wordt als een middel, dat vaststelling der historische waarheid zou kunnen bevorderen, noch als een taak van het oogenblik. Hoe staat vast, wie den oorlog heeft voorbereid, ontketend en voortgezet? Voor een verweer tegen de verdraaiïngspogingen der Britsche propaganda, heeft men in het geheel geen behoefte aan een onderzoek van de voorgeschiedenis van den oorlog, die, zooals bekend, wordt gekenmerkt door de Britsche omsingelingspolitiek, en de En- gelsche steunverleening aan Polen. Men behoeft slechts de aandacht te vestigen op het feit, dat Engeland den bemiddelingsstap, in begin September door Mussolini gedaan, getorpedeerd heeft en toen het na 6 Octo ber nogmaals de gelegenheid kreeg Europa den vrede te hergeven, de door den Führer .toegestoken hand bruusk afwees. In den zin van hun optreden tot dusverre hebben Engeland en Frankrijk dus slechts consequent gehandeld, toen zij ook het Bel gischNederlandsche initiatief reeds in het stadium van zijn ontstaan torpedeerden. Men herinnert zich, dat tezelfder tijd, dat in Den Haag het appèl aan de drie oorlog voerende staten onderteekend werd, de En- gelsche minister van Buitenlandsche Zaken, door de vernietiging van het Duitsche vmk opnieuw als Engelsch oorlogsdoel te procla- meeren, den stap der beide vorsten bij voorbaat iedere kans op succes ontnam. Men herinnert zich verder, hoe deze stap in de Britsche en Fransche pers onmiddel lijk, op de scherpste wijze werd afgewezen en hoe de Britsche minister van marine die afwijzing bevestigde door een bijzonder haatdragende ophitsende rede tegen Duitschland. Tenslotte herinnert men zich de officieele Engelsche en Fransche antwoorden aan de beide vorsten. Ook van Fransche zijde wer den daarbij de verdeeling van het groot- Duitsche rijk en de vernedering van het Duitsche volk als oorlogsdoel gesteld. Doch niet alleen deze duidelijke feiten, al dus merkt men te Berlijn verder op, maken het stellen van de vraag, wie het Belgisch Nederlandsche initiatief heeft vernield, overbodig. Op den voorgrond staat thans niet een vraag van dien aard, doch uitsluitend het feit, dat Duitschland den oorlog voert, tot de Britsche heerschappij bezwijkt". tember 1939, tenzij zich bijzondere om standigheden voordoen Inzake bescher ming van den pachter ingevolge de Pacht wet houdt spr. overleg met den minister van justitie. Spr. wil niet in de schroef komen Ten aanzien van de landprijzen kan spr. thans verder gaan maatregelen te treffen. De minister waarschuwde er voorts te gen, de oorlogsorganisatie te Verwarren met de ordening De laatste heeft haar waarde bewezen voor die organisatie. Nogmaals wees minister Steenberghe er op, dat de moeilijkheden, die ons te wach ten staan, grooter zullen zijn dan in den vorigen oorlog Dit mag echter geen re den zijn om den moed te verliezen). Hij hoopt daarbij op volledige samenwerking tusschen regeering en volk Vervolgens werd een aanvang gemaakt met de behandeling van de afdeeling Landbouw der begrooting, waarbij tevens de begrooting van het Landbouw-crisis- fonds in behandeling kwam Verschillende sprekers stelden enkele vragen, waarna de minister een aanvang maakte met zijn rede, die hij vandaag zal voortzetten. Bij den aanvang der vergadering wer den enkele kleinere wetsontwerpen z.h s aangenomen, waaronder een ontwerp, waarbij artikel 88 van het Burgerlijk Wetboek in dien zin wordt gewijzigd, dat het huwelijk tusschen zwager en schoon zuster niet meer verboden is, als de echt genoot, die zwagerschap deed on staan, is overleden. Hedenmiddag wordt de vergadering voortgezet. Havas meldt uit Brussel: De meeste auto bussen, welke voor het Belgische leger wa ren gerequireerd, hebben gisteren hun ge wone diensten hervat. Het hoofdbestuur van de Vereeniging „Volksonderwijs" heeft een adres aan den minister van onderwijs, kunsten en weten schappen gezonden, waaraan wij het vol gende ontleenen: Namens de bijna 62000 leden, die in „Volksonderwijs" georganiseerd zijn, geeft het te kennen dat het met teleurstelling kennis heeft genomen van den inhoud der Rijksbegroo- ting voor 1940, waaruit blijkt, dat geen gel den worden aangevraagd ter bestrijding van uitgaven, welke het gevolg zouden zijn van een verlaging van de thans geldende leer lingenschaal; dat het, volkomen begrijpende, dat in de zen tijd van abnormale moeilijkheden de aandacht van Regeering en Volksvertegen woordiging voor een belangrijk deel in be slag genomen wordt door de zorg voor 's lands veiligheid en door den economi- schen nood van ons volk, overtuigd blijft van de noodzakelijkheid om verbetering te brengen in de leerlingenschaal, waardoor mede een einde gemaakt zal worden aan de wantoestanden bij het instituut „kwee- kelingen met akte"; dat daartoe thans te meer reden is, daar naast alle reeds vroeger aangevoerde argu menten ter verlaging van de leerlingen schaal de opvoedende taak van de school nog is verzwaard, omdat onder de tegen woordige bijzondere omstandigheden in tal rijke gezinnen de vaders afwezig zijn, door dat zij geroepen zijn hun plicht tegenover land en volk te vervullen; dat uit de mededeelingen betreffende de kosten, welke een verbetering van de leer lingenschaal zullen vragen, gedaan in de zittingen van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal van 31 October en 1 Novem ber j.l. een argument te meer te putten is om onverwijld tot de bedoelde verbetering over te gaan; redenen, waarom het eerbiedig, doch met W die maar niet verdwijnen wil. Niet willen, zegt U? Maar er zijn toch "AKKERTJES"! Neem zoo'n "AKKERTJE" en binnen een kwartier zult U bemerken, dat "AKKERTJES" hoofdpijn en migraine vlug en radicaal verdrijven. "AKKERTJES" zijn beroemd vanwege hun uitstekende werking. Vaak nagemaakt, maar nog nooit geëvenaard. "AKKERTJES" zijn rond en elk draagt het "AKKER"-merk. Let daar dus vooral op I tegen pijnen, nare dagen, koorts, koih) Doos13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers. (Ingez. Med.). Het Britsche stoomschip „Afrika-Shell (706 ton) is door een Duitschen aanvaller tot zinken gebracht in de Portugeesche ter ritoriale wateren ter hoogte van Zabora, on geveer 300 km ten Noordoosten van Lou- rengo-Marques, aan de Afrikaansche Oost kust. Over de identiteit van den aanvaller zjjn geen nauwkeurige inlichtingen beschik baar, maar volgens berichten uit Durban was het een schip van ongeveer 10.000 ton, wellicht een gewapende koopvaarder. Er hebben geruchten de ronde gedaan, volgens welke de „Africa-Shell" door een vestzakslagschip tot zinken zou zijn ge bracht, doch in gezaghebbende kringen kent men daaraan geen waarde toe. Onmiddellijk nadat de aanval bekend was geworden, is de scheepvaart door het omroepstation te Lourengo Marques gewaarschuwd. De be manning van het schip kreeg vergunning aan land te gaan, behalve de kapitein, die gevangen werd genomen. Een vliegtuigbestuurder bracht het eer ste nieuws over den aanval. Hij vertelde een stoomschip in zinkenden toestand te hebben gezien. De bemanning bevond zich aan de kust. Volgens Reuter is uit officieele Duitsche bron vernomen, dat dr. Clodius, het hoofd van de economische afdeeling van het Duit sche departement van Buitenlandsche Za ken, uit Berlijn een in krachtige bewoordin gen gestelde nota heeft meegenomen van de Duitsche regeering, waarin verklaard wordt, dat „kunstmatige moeilijkheden" in het leven geroepen zijn bij de Roemeensche leveranties aan Duitschland. Een wegnemen van deze moeilijkheden wordt in de nota op krachtigen toon geëischt. Dr. Clodius, die Dinsdag per vliegtuig te Boekarest is aan gekomen, heeft zijn handelsbesprekingen met de leidende Roemeensche autoriteiten voortgezet. Behalve verdere olieleveranties, willen de Duitschers gaarne sojaboonen koopen van Roemenië en daarvoor in ruil stoomtreilers, landingssteigers en andere uitrustingsstukken leveren voor de ontwik keling van de Roemeensche zeevisscherij. grooten nadruk verzoekt, alsnog gelden be schikbaar te stellen, waardoor verbetering in de thans geldende leerlingenschaal te brengen is. Naar het Engelsch van Anthony Berkeley. 45). Za- „Neen, Agatha heeft liever dat hij direct naar Riversmead doorgaat, zoodat Judith en wij hem op ons gemak kunnen leeren kenden. Naar mijn meening nog zoo kwaad niet bedacht. Hij is daar beter opgeborgen dan in Londen, waar hij hemel en aarde zou bewegen". „Hoezoo zou hij in Londen de boel op stelten zetten?" „Judith kreeg, toen zij zijn brief ontving, zoo den indruk, dat hij niet eerder rusten zal voordat Lynn's onschuld een feit is, niet Judith?" „Ja, hjj scheen in vuur en vlam te staan", zei Judith droogjes. „Een onstuimig man naar het lijkt". „En dat alles op eigen kosten", zei Chit- terwick. Niet alleen onstuimig, maar men zou zeggen ongelooflijk onbaatzuchtig. Ik zou graag kennis met hem maken". „Nu, dit is gemakkelijk genoeg. Wij blij ven vannacht in Londen en u rijdt morgen vroeg met ons naar Riversmead". „Kom ik daar niet ongelegen?" bracht Chitterwick in 't midden. „Volstrekt niet. Agatha staat in Rivers mead voor u klaar, zoo vaak als u komen wilt". „Dat is heel erg vriendelijk van uw zus ter", zei Chitterwick hartelijk. „Als we denken aan wat u voor ons doet, mag het geen naam hebben", antwoordde Mouse, niet minder hartelijk. Chitterwick zei, dat Judith en Mouse dan dien nacht in Chiswick moesten blijven lo- geeren, waarop zij antwoordden dat zij het heel graag zouden doen, als het tenminste niet te lastig was voor juffrouw Chitter wick, waarop Chitterwick zijn tante ging halen, zoodat zij zelf haar gasten kon ver zekeren, dat haar geen moeite te veel zou zijn, om aan een hertog en diens aangeno men zuster, gastvrijheid te verleenen. In den loop van den avond kwam bij Chitterwick vast te staan, dat Judith Mou se alleen maar zusterlijk genegen was, ter wijl Mouse tegenover haar, heel andere gevoelens scheen te hebben. Chitterwick zuchtte meer dan eens over het feit, dat de flinke, vroolijke en achtens waardige jonge man zoo hopeloos verliefd op haar bleek te zijn. Pas toen de avond op het eind liep, scheen de oplossing van het probleem op te schieten. Chitterwick vloog plotseling uit zijn stoel op en vloekte zoodanig, dat het overige gezelschap, dat juist heel vreed zaam aan het praten was, over het culti- veeren van paddenstoelen, verschrikt op keek. „Ambrose", vermaande tante veront waardigd. „Lieve hemel! Neen werkelijk, al het andere... allemachtig," stootte Chitterwick achter elkaar uit. „Wat is er dan?" vroegen de anderen. De ziel leeft uit den levensdrang, het verstand uit den doodsangst. Walther Rathenau. iiKiiuiiiiiiitiiiiuiiiiiiiiiiiiinittiiiiitiiHiiiiifniiiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiKiiHiiiiiiiiiifiii Chitterwick scheen zich weer wat mees ter te worden: „Mij is zooeven duidelijk ge worden... Ik heb jullie geloof ik gezegd, dat jufrouw Goole mij zoo bekend voor kwam, maar ik kon... het geheugen laat iemand wel eens meer in de steek; ik heb mijn kop gek geprakkizeerd waar en nu terwijl ik aan paddestoelen dacht, juist aan paddestoelen... Ik snap niet wat er voor verband tuschen het meisje en pad destoelen bestaaan kan." „Maar wat voor meisje?" vroeg Mouse die een lachje met juffrouw Chitterwick wisselde, toen zij beide het ontdane gezicht van Chitterwick zagen. „Aan wie doet juffrouw Goole u den ken?" vroeg Judith geduldig. Chitterwick schrok op. „Och ja, neemt u mij niet kwalijk. Weet u, in de hall van Piccadilly zat een meisje, een heel aardig meisje. Ik keek haar even aan. Ik bedoel hiermee," probeerde Chiterwick haastig te verbeteren, toen hij den afkeurenden blik van zijn tant op zich gericht voelde, „ik bedoel alleen maar dat zij mij opviel en dat ik dacht wat een aardig meisje, voor dat ik juffrouw Sinclair ontdekte en bestudeerde. Het was alleen maar een on derbreking. Tot op dit oogenblik heb ik er niet meer aan gedacht. Ik geloof ook niet, dat ik nog in haar richting keek. Ik heb er geen idee van, hoe lang zij bleef. Ik vond juffrouw Sinclair n.l. veel interessan ter." Hij hield even op, zag de anderen wezen loos aan en scheen diep na te denken. „En juffrouw Goole doet u aan het meis je herinneren?" vroeg Judith kalm. Chitterwick staarde haar een oogenblik aan, als of hij zijn woorden wikken en we gen wilde. Dan scheen hij besloten. „Dat meisje was jufffrouw Goole", zei hij vast overtuigd. Er volgde een oogenblik stilte, zooals al tijd na plotselinge gezegden. Dan lachte Judith schril op. „Dat is de nekslag, zou Mouse zeggen. Mijn hemel, ik „Chitterwick, die haar verbaasd aankeek, was verrast door de plotselinge haat die haar anders zoo rustige trekken onkenbaar maakte. Men kan het bijna boosaardige wraakzucht noemen, alsof haar oogen zich aan een in stukken gereten juffrouw Goole verlustigden. De knokkels van haar handen waren wit, toen zij de leuning van haar stoel grepen; zij was een hysterischen aan val nabij. Langzamerhand vond zij haar zelfbeheersching weer terug; de spanning week en zij lachte zwakjes. „Het spijt mij erg", zei ze met onzekere stem, terwijl ze met de hand over haar voorhoofd streek. „Ik probeer altijd wel mij te beheerschen, maar dit alles is te veel voor mijn zenu wen". Zij stond en wankelde even. „Als u het goed vindt, zou ik liever naar bed gaan juffrouw Chitterwick". „Maar natuurlijk, mijn kind", zei juf frouw Chitterwick op heel ongewoon zach- ten toon. „Dat kunnen wij best begrijpen. Met een paar minuten kom ik boven om u iets kalmeerends te geven". Mouse was opgesprongen en hield zijn arm om haar heen. „Kom, Judith, houd je taai. Ik breng je even naar boven". Judith keek bedroefd even om. „Het spijt mij zoo", herhaalde zij. „Ik laat mij niet graag gaan. Goeden nacht". Zij ging de ka mer uit en steunde zwaar op Mouse. Chitterwick, voor wien het duidelijk werd, dat hij zoo juist een oogenblikje een menschelijke ziel had gezien, zooals die in werkelijkheid was, voelde zich als een klei ne jongen, die van de chocolade gesnoept heeft. HOOFDSTUK XIV. Hard tegen hard. De reis naar Southampton en Dorfetshire verliep nagenoeg zonder spreken. Mouse werd in beslag genomen door het stuur en Chitterwick was in gedachten verdiept; al leen op den terugweg wisselde Judith een paar beleefdheids-zinnen met den nieuwen neef. Het was voor hen, toen ze op de kade stonden en de passagiers van boord kwamen, niet erg moeilijk geweest, om er den goede uit te halen. Wat zijn vader ook geweest mocht zijn, zijn ras had het tegen dat van de Sinclairs af moeten leggen. Zijn neus had hem direct verraden. Chitterwick had zijn uiterlijk aandachtig opgenomen Harold J. Benson was een man van tegen de dertig jaar en had niet alleen den neus, maar ook de houding van de Sinclairs. Hij was groot en sterk, had grijs groene oogen, een flink hoofd met licht haar, dat bovenop zoo merkwaardig golfde, dat men onwillekeurig aan een papegaai zou denken. Het eenige, waarmee hij van de Sinclairs afweek, was zijn terugwijken de kin en zijn voorhoofd. Misschien had hij dat van zijn vader; maar dat was dan ook alles, wat die hem had nagelaten. Wordt vervol gd i

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5