OrfstenJe
AKKERTJES
KRONIEK VAN DEN DAG
Duitschland voert oorlog tot de Britscke
heerschappij bezwijkt, zegt Berlijn.
De Amateur
Detective
„De Geallieerden handelden consequent door het
vredesinitiatief af te wijzen".
„Liever gewoon brood dan
het beste oorlogsbrood",
zegt minister Steenberghe.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MmDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 17 NOVEMBER 1939. No. 272.
Finsche standvastigheid.
Niet opnieuw fabelachtige
prijzen voor land- en tuin
bouwproducten.
Het Duitsche antwoord geen
manoeuvre.
GEVORDERDE AUTOBUSSEN
TERUGGEGEVEN IN BELGIë.
„Volksonderwijs" vraagt
verbetering der leerlingenschaal.
Britsch schip tot zinken gebracht
aan de Oostkust van Afrika.
Duitsche eischen aan Roemenië?
iillll'iuillli
iorgen
In pri-
'lauwe
|g-
dijden
1 met
irnsen,
zak-
„De
Mbg.
jtletter
J>ns 18
|0, ap-
paucij-
F. J.
I'burg.
Na de nerveuze spanning der laatste da
gen verkeert Europa weer in afwachting
van nieuwe emoties. Wij hebben den „zenu
wenoorlog" gekend in 1938, toen ons we
relddeel het uitbreken van een gewapend
conflict om Tsjecho-Slowakije vreesde. Wij
moesten een herhaling beleven enkele
maanden daarna, wegens de Duitsche aan
spraken ten opzichte van Polen, die ten
slotte tot den Europeeschen oorlog hebben
geleid. En thans, nu de vijandelijkheden
sinds 2% maand ontbrand zijn, worden on
ze zenuwen telkens op een zware proef ge
steld. Er is weinig aan te doen; men moet
er zich aan wennen. Dit geldt zoowel voor
de bewoners der neutrale als voor de bevol
king der oorlogvoerende landen en we krij
gen den indruk, dat men in laatstgenoemde
zijn aandoeningen heel wat beter weet te
bedwingen dan in de niet direct bij den
strijd betrokken staten.
Eén uitzondering moet echter billijk
heidshalve worden gemaakt. En wel ten
gunste van Finland, op dit oogenblik een
der meest in 't nauw gebrachte neutralen;
een kleine mogendheid, die zich door een
overmachtigen buurman rechtstreeks be
dreigd gevoelt, maar desondanks geen
spoor van angst of nervositeit vertoont. De
Finsche natie, fier op haar goed recht en
vastbesloten, de indertijd duur gekochte on
afhankelijkheid tot het uiterste te verdedi
gen, heeft wel vol aandacht en zorg den
gang der onderhandelingen te Moskou ge
volgd, maar zich nimmer uit haar even
wicht laten brengen. Eensgezind stond en
staat zij achter haar regeering, welke er
van den beginne af aan naar streefde, Rus
land zóóver tegemoet te komen als met de
zelfstandigheid en neutraliteit der Finsche
Republiek vereenigbaar was.
Meer dan een maand lang hebben, tus-
schenpoozen meegerekend, de thans afge
broken of „onderbroken" besprekingen ge
duurd. Den 12en October had de Sovjet-
Unie, die toen de drie randstaten had ge
noodzaakt tot het sluiten der nu reeds be
faamde „pacten van wederzijdschen bij
stand", ook de Finsche regeering uitgenoo-
digd, vertegenwoordigers naar Moskou te
zenden, „om de betrekkingen tusschen Rus
land en Finland te hernieuwen". Deze uit-
noodiging werd aanvaard, maar van den be
ginne af heeft men te Helsinki zich verzet
tegen het sluiten van een overeenkomst,
zooals Estland, Letland en Litauen onder
hoogen druk moesten accepteeren. Om
zulks duidelijk te doen uitkomen, werd be
sloten, de strijdkrachten op voet van oor
log te brengen. Terwijl de legersterkte in
vredestijd zeer bescheiden is naast de
burgerwacht, die ruim 100.000 man telt,
staat een veel kleiner geregeld leger, want
het land heeft slechts 3% millioen inwo
ners, is allesbehalve rijk en koestert
uiteraard tegenover zijn buren geen agres
sieve bedoelingen werden aanstonds
300.000 dienstplichtigen onder de wapenen
geroepen. Bovendien kon Finland zich ver
heugen in den moreelen steun van de drie
andere Noorsche landen: Zweden, Noorwe
gen en Denemarken, die onmiddellijk no
ta's naar Moskou zonden om het Finsche
standpunt te ondersteunen. Ook de Ver-
eenigde Staten gaven, door Roosevelt's
boodschap aan „president" Kalinin, van hun
belangstelling blijk en beloonden langs de
zen weg Finland voor de trouw, waarmee
het, als eenige Europeesche mogendheid,
steeds zijn oorlogsschulden te Washington
had afbetaald.
Men kent het verloop der zeer moeilijke
en reeds dadelijk hoogst ingewikkelde pour
parlers. Het Kremlin, dat zonder slag of
stoot, door misschien niet uitgesproken,
maar tast- en voelbare bedreigingen, de
Baltische landen tot vazalstaten had ge
maakt, dacht ook Finland wel klein te zul
len krijgen en stelde een bijstandpact voor,
dat echter zonder meer van de hand werd
gewezen. Middelerwijl kwamen de vier
Scandinavische staatshoofden bijeen, om
van de solidariteit hunner landen getuige
nis af te leggen. Blijkbaar onder den in
druk van deze demonstratie en van Roose
velt's optreden scheen Moskou wat handel
baarder geworden en deed nieuwe voor
stellen, waarover nog wel „te praten" zou
zijn. De Finsche afvaardiging ging „thuis"
nadere instructies vragen, maar tijdens
haar terugreis naar de Russische hoofdstad
kreeg het Finsche kabinet bericht van de
rede, welke volkscommissaris Molotof op
31 October in de vergadering van den Hoog-
sten Sovjet had gehouden. Deze rede, ook
in algemeen internationaal opzicht zoo vol
beteekenis, wekte te Helsinki verrassing en
ontstemming, omdat Molotof voor 't eerst
in grove trekken wereldkundig maakte,
wat de Sovjet-Unie eigenlijk van Finland
verlangde. Hij noemde die eischen buiten
gewoon gematigd; de Finsche regeering
was evenwel door de publicatie, die lijn
recht tegen de van weerszijden beloofde dis
cretie indruischte, zóó ontstemd, dat een
oogenblik aan de terugroeping van Paasi-
kivi c.s. werd gedacht. Per slot van re
kening liet men. de afvaardiging haar weg
vervolgen; in een op 1 November j.l. uitge
geven communiqué werd echter niet ver
heeld, hoezeer Molotof's handelwijze den
stand van zaken had vertroebeld en de kan
sen op een regeling bemoeilijkt.
Sedertdien is men niet nader tot elkaar
gekomen. Van Russischen kant wordt een
vlootbasis aan de Finsche kust conditio sine
qua non voor een overeenkomst genoemd,
doch Finland beseft ten volle, dat het, door
dezen eisch in te willigen, zich met handen
en voeten gebonden aan den grooten buur
staat zou uitleveren. Onverrichterzake zijn
de onderhandelaars in 's lands hoofdstad
teruggekeerd, de hoofdstad, die sinds lang
gelijk andere groote steden met het
oog op mogelijke gebeurtenissen door een
deel der bewoners in goede orde is ont
ruimd. 't Kleine Finsche volk toont zich in
deze hachelijke ure bereid, desnoods te strij
den voor zijn rechten en geeft door zijn
kalme vastberadenheid anderen een be
wonderenswaardig voorbeeld.
Nadat nog de heeren Korten-
horst (rk,1), Zandt (Sb. Ger.)
en Schouten (ar.1) het aantal
sprekers over de begrooting van Economi
sche Zaken in de Tweede Kamer op 29
hadden gebracht, is gistermiddag de minis
ter van Economische Zaken, de heer
Steenberghe aan het woord gekomen De
minister verklaarde op de meeste vragen
met het oog op den tijd niet. te kunnen
ingaan en behandelde alleen de belang
rijkste punten van het debat Zoo ontken
de hij, dat onze voorradenpositie slecht
zou zijn, hetgeen bepaaldelijk van de vee
voederpositie was gezegd
De minister handhaafde zijn in de stuk
ken ingenomen standpunt, dat het niet
wenschelijk is tot de instelling van een
departement van Landbouw over te gaan,
daar het gewenscht is, alle economische
belangen in e e n hand te houden Er
was gevraagd, waarom men nog niet over
ging tot het verstrekken van oorlogs-
brood Hierop antwoordde minister Steen
berghe, dat dit nog niet noodig is en dat
het Nederlandsche volk liever het gewo
ne brood eet dan het beste oorlogsbrood
De minster verklaarde voorts, dat de toe
voer van graan van overzee tot nog toe
niet op groote moeilijkheden is gestuit,
doch dat de toestand niettemin precair
blijft, daar wij van het buitenland afhan
kelijk zijn.
Of de 4,000,000 steun aan het bloem
bollen- en het boomkweekerijbedrijf vol
doende is, zal nog moeten blijken Is het
te veel, dan zal de steun minder moeten
bedragen, is het te weinig, dan zal de mi
nister er niet tegen op zien, iets meer te
verstrekken.
Komende tot pacht- en landprijzen, er
kende spr. dat de vorige oorlog heeft ge
leerd, dat de boer niet weer moet komen
tot fabelachtige prijzen van landbouwpro
ducten noch tot fabelachtige pachten en
landprijzen
Spr. verklaarde uitdrukkelijk bij de
volgende vaststelling van richtprijzen geen
rekening te willen houden met andere
pachtverhoudingen dan geldende op 31 Sep-
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
„De minister van Buitenlandsche Zaken
heeft, zooals reeds medegedeeld is, den Bel
gischen ambassadeur en den Nederland-
schen gezant medegedeeld, dat, na de
bruuske afwijzing van het BelgischNeder
landsche initiatief door de regeeringen van
Engeland en Frankrijk, deze actie als afge
daan moet worden beschouwd. De reactie
op deze mededeeling te Londen en Parijs
heeft den vorm gekregen, dien Duitschland
verwachtte, d.w.z. men heeft gereageerd
met de poging de waarheid op plompe wijze
te verdraaien. Door hun persagentschappen,
door radio-omroep en pers trachten de re
geeringen der Westelijke mogendheden het
antwoord van Duitschland voor te stellen
als een manoeuvre, die slechts ten doel had
de verantwoordelijkheid voor den oorlog
op Engeland en Frankrijk te schuiven.
Van Duitsche zijde merkt men in dit ver
band op, dat een dergelijke z.g. manoeuvre
niet beschouwd wordt als een middel, dat
vaststelling der historische waarheid zou
kunnen bevorderen, noch als een taak van
het oogenblik.
Hoe staat vast, wie den oorlog heeft
voorbereid, ontketend en voortgezet? Voor
een verweer tegen de verdraaiïngspogingen
der Britsche propaganda, heeft men in het
geheel geen behoefte aan een onderzoek
van de voorgeschiedenis van den oorlog,
die, zooals bekend, wordt gekenmerkt door
de Britsche omsingelingspolitiek, en de En-
gelsche steunverleening aan Polen. Men
behoeft slechts de aandacht te vestigen op
het feit, dat Engeland den bemiddelingsstap,
in begin September door Mussolini gedaan,
getorpedeerd heeft en toen het na 6 Octo
ber nogmaals de gelegenheid kreeg Europa
den vrede te hergeven, de door den Führer
.toegestoken hand bruusk afwees.
In den zin van hun optreden tot dusverre
hebben Engeland en Frankrijk dus slechts
consequent gehandeld, toen zij ook het Bel
gischNederlandsche initiatief reeds in het
stadium van zijn ontstaan torpedeerden.
Men herinnert zich, dat tezelfder tijd, dat
in Den Haag het appèl aan de drie oorlog
voerende staten onderteekend werd, de En-
gelsche minister van Buitenlandsche Zaken,
door de vernietiging van het Duitsche vmk
opnieuw als Engelsch oorlogsdoel te procla-
meeren, den stap der beide vorsten bij
voorbaat iedere kans op succes ontnam.
Men herinnert zich verder, hoe deze stap
in de Britsche en Fransche pers onmiddel
lijk, op de scherpste wijze werd afgewezen
en hoe de Britsche minister van marine die
afwijzing bevestigde door een bijzonder
haatdragende ophitsende rede tegen
Duitschland.
Tenslotte herinnert men zich de officieele
Engelsche en Fransche antwoorden aan de
beide vorsten. Ook van Fransche zijde wer
den daarbij de verdeeling van het groot-
Duitsche rijk en de vernedering van het
Duitsche volk als oorlogsdoel gesteld.
Doch niet alleen deze duidelijke feiten, al
dus merkt men te Berlijn verder op, maken
het stellen van de vraag, wie het Belgisch
Nederlandsche initiatief heeft vernield,
overbodig.
Op den voorgrond staat thans niet een
vraag van dien aard, doch uitsluitend het
feit, dat Duitschland den oorlog voert, tot
de Britsche heerschappij bezwijkt".
tember 1939, tenzij zich bijzondere om
standigheden voordoen Inzake bescher
ming van den pachter ingevolge de Pacht
wet houdt spr. overleg met den minister
van justitie. Spr. wil niet in de schroef
komen Ten aanzien van de landprijzen
kan spr. thans verder gaan maatregelen
te treffen.
De minister waarschuwde er voorts te
gen, de oorlogsorganisatie te Verwarren
met de ordening De laatste heeft haar
waarde bewezen voor die organisatie.
Nogmaals wees minister Steenberghe er
op, dat de moeilijkheden, die ons te wach
ten staan, grooter zullen zijn dan in den
vorigen oorlog Dit mag echter geen re
den zijn om den moed te verliezen). Hij
hoopt daarbij op volledige samenwerking
tusschen regeering en volk
Vervolgens werd een aanvang gemaakt
met de behandeling van de afdeeling
Landbouw der begrooting, waarbij tevens
de begrooting van het Landbouw-crisis-
fonds in behandeling kwam Verschillende
sprekers stelden enkele vragen, waarna
de minister een aanvang maakte met zijn
rede, die hij vandaag zal voortzetten.
Bij den aanvang der vergadering wer
den enkele kleinere wetsontwerpen z.h s
aangenomen, waaronder een ontwerp,
waarbij artikel 88 van het Burgerlijk
Wetboek in dien zin wordt gewijzigd, dat
het huwelijk tusschen zwager en schoon
zuster niet meer verboden is, als de echt
genoot, die zwagerschap deed on staan,
is overleden.
Hedenmiddag wordt de vergadering
voortgezet.
Havas meldt uit Brussel: De meeste auto
bussen, welke voor het Belgische leger wa
ren gerequireerd, hebben gisteren hun ge
wone diensten hervat.
Het hoofdbestuur van de Vereeniging
„Volksonderwijs" heeft een adres aan den
minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen gezonden, waaraan wij het vol
gende ontleenen:
Namens de bijna 62000 leden, die in
„Volksonderwijs" georganiseerd zijn, geeft
het te kennen
dat het met teleurstelling kennis heeft
genomen van den inhoud der Rijksbegroo-
ting voor 1940, waaruit blijkt, dat geen gel
den worden aangevraagd ter bestrijding van
uitgaven, welke het gevolg zouden zijn van
een verlaging van de thans geldende leer
lingenschaal;
dat het, volkomen begrijpende, dat in de
zen tijd van abnormale moeilijkheden de
aandacht van Regeering en Volksvertegen
woordiging voor een belangrijk deel in be
slag genomen wordt door de zorg voor
's lands veiligheid en door den economi-
schen nood van ons volk, overtuigd blijft
van de noodzakelijkheid om verbetering te
brengen in de leerlingenschaal, waardoor
mede een einde gemaakt zal worden aan
de wantoestanden bij het instituut „kwee-
kelingen met akte";
dat daartoe thans te meer reden is, daar
naast alle reeds vroeger aangevoerde argu
menten ter verlaging van de leerlingen
schaal de opvoedende taak van de school
nog is verzwaard, omdat onder de tegen
woordige bijzondere omstandigheden in tal
rijke gezinnen de vaders afwezig zijn, door
dat zij geroepen zijn hun plicht tegenover
land en volk te vervullen;
dat uit de mededeelingen betreffende de
kosten, welke een verbetering van de leer
lingenschaal zullen vragen, gedaan in de
zittingen van de Tweede Kamer der Sta-
ten-Generaal van 31 October en 1 Novem
ber j.l. een argument te meer te putten is
om onverwijld tot de bedoelde verbetering
over te gaan;
redenen, waarom het eerbiedig, doch met
W
die maar niet verdwijnen wil.
Niet willen, zegt U? Maar
er zijn toch "AKKERTJES"!
Neem zoo'n "AKKERTJE" en
binnen een kwartier zult U
bemerken, dat "AKKERTJES"
hoofdpijn en migraine
vlug en radicaal verdrijven.
"AKKERTJES" zijn beroemd
vanwege hun uitstekende
werking. Vaak nagemaakt,
maar nog nooit geëvenaard.
"AKKERTJES" zijn rond en elk
draagt het "AKKER"-merk.
Let daar dus vooral op I
tegen pijnen, nare dagen, koorts, koih)
Doos13 stuks - 12 stuivers; 2 stuks - 2 stuivers.
(Ingez. Med.).
Het Britsche stoomschip „Afrika-Shell
(706 ton) is door een Duitschen aanvaller
tot zinken gebracht in de Portugeesche ter
ritoriale wateren ter hoogte van Zabora, on
geveer 300 km ten Noordoosten van Lou-
rengo-Marques, aan de Afrikaansche Oost
kust. Over de identiteit van den aanvaller
zjjn geen nauwkeurige inlichtingen beschik
baar, maar volgens berichten uit Durban
was het een schip van ongeveer 10.000 ton,
wellicht een gewapende koopvaarder.
Er hebben geruchten de ronde gedaan,
volgens welke de „Africa-Shell" door een
vestzakslagschip tot zinken zou zijn ge
bracht, doch in gezaghebbende kringen kent
men daaraan geen waarde toe. Onmiddellijk
nadat de aanval bekend was geworden, is
de scheepvaart door het omroepstation te
Lourengo Marques gewaarschuwd. De be
manning van het schip kreeg vergunning
aan land te gaan, behalve de kapitein, die
gevangen werd genomen.
Een vliegtuigbestuurder bracht het eer
ste nieuws over den aanval. Hij vertelde
een stoomschip in zinkenden toestand te
hebben gezien. De bemanning bevond zich
aan de kust.
Volgens Reuter is uit officieele Duitsche
bron vernomen, dat dr. Clodius, het hoofd
van de economische afdeeling van het Duit
sche departement van Buitenlandsche Za
ken, uit Berlijn een in krachtige bewoordin
gen gestelde nota heeft meegenomen van
de Duitsche regeering, waarin verklaard
wordt, dat „kunstmatige moeilijkheden" in
het leven geroepen zijn bij de Roemeensche
leveranties aan Duitschland. Een wegnemen
van deze moeilijkheden wordt in de nota op
krachtigen toon geëischt. Dr. Clodius, die
Dinsdag per vliegtuig te Boekarest is aan
gekomen, heeft zijn handelsbesprekingen
met de leidende Roemeensche autoriteiten
voortgezet. Behalve verdere olieleveranties,
willen de Duitschers gaarne sojaboonen
koopen van Roemenië en daarvoor in ruil
stoomtreilers, landingssteigers en andere
uitrustingsstukken leveren voor de ontwik
keling van de Roemeensche zeevisscherij.
grooten nadruk verzoekt, alsnog gelden be
schikbaar te stellen, waardoor verbetering
in de thans geldende leerlingenschaal te
brengen is.
Naar het Engelsch van
Anthony Berkeley.
45).
Za-
„Neen, Agatha heeft liever dat hij direct
naar Riversmead doorgaat, zoodat Judith
en wij hem op ons gemak kunnen leeren
kenden. Naar mijn meening nog zoo kwaad
niet bedacht. Hij is daar beter opgeborgen
dan in Londen, waar hij hemel en aarde
zou bewegen".
„Hoezoo zou hij in Londen de boel op
stelten zetten?"
„Judith kreeg, toen zij zijn brief ontving,
zoo den indruk, dat hij niet eerder rusten
zal voordat Lynn's onschuld een feit is,
niet Judith?"
„Ja, hjj scheen in vuur en vlam te staan",
zei Judith droogjes.
„Een onstuimig man naar het lijkt".
„En dat alles op eigen kosten", zei Chit-
terwick. Niet alleen onstuimig, maar men
zou zeggen ongelooflijk onbaatzuchtig. Ik
zou graag kennis met hem maken".
„Nu, dit is gemakkelijk genoeg. Wij blij
ven vannacht in Londen en u rijdt morgen
vroeg met ons naar Riversmead".
„Kom ik daar niet ongelegen?" bracht
Chitterwick in 't midden.
„Volstrekt niet. Agatha staat in Rivers
mead voor u klaar, zoo vaak als u komen
wilt".
„Dat is heel erg vriendelijk van uw zus
ter", zei Chitterwick hartelijk.
„Als we denken aan wat u voor ons doet,
mag het geen naam hebben", antwoordde
Mouse, niet minder hartelijk.
Chitterwick zei, dat Judith en Mouse dan
dien nacht in Chiswick moesten blijven lo-
geeren, waarop zij antwoordden dat zij het
heel graag zouden doen, als het tenminste
niet te lastig was voor juffrouw Chitter
wick, waarop Chitterwick zijn tante ging
halen, zoodat zij zelf haar gasten kon ver
zekeren, dat haar geen moeite te veel zou
zijn, om aan een hertog en diens aangeno
men zuster, gastvrijheid te verleenen.
In den loop van den avond kwam bij
Chitterwick vast te staan, dat Judith Mou
se alleen maar zusterlijk genegen was, ter
wijl Mouse tegenover haar, heel andere
gevoelens scheen te hebben.
Chitterwick zuchtte meer dan eens over
het feit, dat de flinke, vroolijke en achtens
waardige jonge man zoo hopeloos verliefd
op haar bleek te zijn.
Pas toen de avond op het eind liep,
scheen de oplossing van het probleem op
te schieten. Chitterwick vloog plotseling uit
zijn stoel op en vloekte zoodanig, dat het
overige gezelschap, dat juist heel vreed
zaam aan het praten was, over het culti-
veeren van paddenstoelen, verschrikt op
keek.
„Ambrose", vermaande tante veront
waardigd.
„Lieve hemel! Neen werkelijk, al het
andere... allemachtig," stootte Chitterwick
achter elkaar uit.
„Wat is er dan?" vroegen de anderen.
De ziel leeft uit den levensdrang,
het verstand uit den doodsangst.
Walther Rathenau.
iiKiiuiiiiiiitiiiiuiiiiiiiiiiiiinittiiiiitiiHiiiiifniiiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiKiiHiiiiiiiiiifiii
Chitterwick scheen zich weer wat mees
ter te worden: „Mij is zooeven duidelijk ge
worden... Ik heb jullie geloof ik gezegd,
dat jufrouw Goole mij zoo bekend voor
kwam, maar ik kon... het geheugen laat
iemand wel eens meer in de steek; ik heb
mijn kop gek geprakkizeerd waar
en nu terwijl ik aan paddestoelen dacht,
juist aan paddestoelen... Ik snap niet wat
er voor verband tuschen het meisje en pad
destoelen bestaaan kan."
„Maar wat voor meisje?" vroeg Mouse
die een lachje met juffrouw Chitterwick
wisselde, toen zij beide het ontdane gezicht
van Chitterwick zagen.
„Aan wie doet juffrouw Goole u den
ken?" vroeg Judith geduldig.
Chitterwick schrok op. „Och ja, neemt
u mij niet kwalijk. Weet u, in de hall van
Piccadilly zat een meisje, een heel aardig
meisje. Ik keek haar even aan. Ik bedoel
hiermee," probeerde Chiterwick haastig
te verbeteren, toen hij den afkeurenden
blik van zijn tant op zich gericht voelde,
„ik bedoel alleen maar dat zij mij opviel
en dat ik dacht wat een aardig meisje,
voor dat ik juffrouw Sinclair ontdekte en
bestudeerde. Het was alleen maar een on
derbreking. Tot op dit oogenblik heb ik er
niet meer aan gedacht. Ik geloof ook niet,
dat ik nog in haar richting keek. Ik heb
er geen idee van, hoe lang zij bleef. Ik
vond juffrouw Sinclair n.l. veel interessan
ter."
Hij hield even op, zag de anderen wezen
loos aan en scheen diep na te denken.
„En juffrouw Goole doet u aan het meis
je herinneren?" vroeg Judith kalm.
Chitterwick staarde haar een oogenblik
aan, als of hij zijn woorden wikken en we
gen wilde. Dan scheen hij besloten. „Dat
meisje was jufffrouw Goole", zei hij vast
overtuigd.
Er volgde een oogenblik stilte, zooals al
tijd na plotselinge gezegden. Dan lachte
Judith schril op. „Dat is de nekslag, zou
Mouse zeggen. Mijn hemel, ik
„Chitterwick, die haar verbaasd aankeek,
was verrast door de plotselinge haat die
haar anders zoo rustige trekken onkenbaar
maakte. Men kan het bijna boosaardige
wraakzucht noemen, alsof haar oogen zich
aan een in stukken gereten juffrouw Goole
verlustigden. De knokkels van haar handen
waren wit, toen zij de leuning van haar
stoel grepen; zij was een hysterischen aan
val nabij. Langzamerhand vond zij haar
zelfbeheersching weer terug; de spanning
week en zij lachte zwakjes. „Het spijt mij
erg", zei ze met onzekere stem, terwijl ze
met de hand over haar voorhoofd streek.
„Ik probeer altijd wel mij te beheerschen,
maar dit alles is te veel voor mijn zenu
wen". Zij stond en wankelde even. „Als u
het goed vindt, zou ik liever naar bed gaan
juffrouw Chitterwick".
„Maar natuurlijk, mijn kind", zei juf
frouw Chitterwick op heel ongewoon zach-
ten toon. „Dat kunnen wij best begrijpen.
Met een paar minuten kom ik boven om u
iets kalmeerends te geven".
Mouse was opgesprongen en hield zijn
arm om haar heen. „Kom, Judith, houd je
taai. Ik breng je even naar boven".
Judith keek bedroefd even om. „Het spijt
mij zoo", herhaalde zij. „Ik laat mij niet
graag gaan. Goeden nacht". Zij ging de ka
mer uit en steunde zwaar op Mouse.
Chitterwick, voor wien het duidelijk
werd, dat hij zoo juist een oogenblikje een
menschelijke ziel had gezien, zooals die in
werkelijkheid was, voelde zich als een klei
ne jongen, die van de chocolade gesnoept
heeft.
HOOFDSTUK XIV.
Hard tegen hard.
De reis naar Southampton en Dorfetshire
verliep nagenoeg zonder spreken. Mouse
werd in beslag genomen door het stuur en
Chitterwick was in gedachten verdiept; al
leen op den terugweg wisselde Judith een
paar beleefdheids-zinnen met den nieuwen
neef.
Het was voor hen, toen ze op de kade
stonden en de passagiers van boord kwamen,
niet erg moeilijk geweest, om er den goede
uit te halen.
Wat zijn vader ook geweest mocht zijn,
zijn ras had het tegen dat van de Sinclairs
af moeten leggen.
Zijn neus had hem direct verraden.
Chitterwick had zijn uiterlijk aandachtig
opgenomen Harold J. Benson was een man
van tegen de dertig jaar en had niet alleen
den neus, maar ook de houding van de
Sinclairs. Hij was groot en sterk, had grijs
groene oogen, een flink hoofd met licht
haar, dat bovenop zoo merkwaardig golfde,
dat men onwillekeurig aan een papegaai
zou denken. Het eenige, waarmee hij van
de Sinclairs afweek, was zijn terugwijken
de kin en zijn voorhoofd. Misschien had hij
dat van zijn vader; maar dat was dan ook
alles, wat die hem had nagelaten.
Wordt vervol gd i