STADSNIEUWS
STADSNIEUWS
UIT DE PROVINCIE
MIDDELBURG
ZENDINGSAVOND
IN DE LUTHERSCHE KERK.
Ds. Nolte spreekt over
lijkverbranding.
GOES
VLISSINGEN
De Amerikaansche scheepvaart
op Nederland.
De belangen van gemobiliseerde
werknemers.
Heeft de N.S.B. Nederlandss
neutraliteit in gevaar gebracht?
Vragen van een S.D.-Kamerlid.
De begrooting van Indië.
RECHTSZAKEN
500 boete wegens onjuiste
opgave van voorraden.
Tandartsen mogen geen lachgas
gebruiken.
LANDBOUW
LEGER EN VLOOT
UITVOERING VOOR DE
GEMOBELISEERDEN.
Het ligt in de bedoeling, dat het Middel-
burgsch Muziekkorps en de gymnastiekver
eeniging Medioburgum samen belangeloos
voor de Commissie voor O. en O. op Dins
dag 28 November een uitvoering geven voor
het brengen van afleiding aan onze gemo-
biliseerden.
Hedenavond zullen genoemde vereenigin-
gen daartoe gezamenlijk repeteeren in het
gymnastieklokaal op de Groenmarkt.
Dit voor hen, die daar muziek zullen hoo-
ren. Men denke niet, dat het muziekkorps
daar geregeld zal repeteeren. Het bestuur
is nog steeds bezig daarvoor gelegenheid
te vinden, want het repetitielokaal is „be
zet".
In de Luthersehe kerk alhier had giste
renavond uitgaande van het Luthersehe
Genootschap voor in- en uitwendige zending
een vrij druk bezochte bijeenkomst plaats,
waarin de voorzitter van het Genootschap
ds. C. F. Nolte sprak over „Lijkverbran
ding".
Spreker begon met te wijzen op drie pun
ten.
Ten eerste, dat deze bijeenkomst niet een
gevolg is van de Dinsdagavond te houden
vergadering van de Vereeniging voor fa
cultatieve lijkverbranding, omdat hij reeds
veel eerder was vastgesteld, en wel gerui-
men tijd voor men kennis droeg van deze
vergadering.
Ten tweede, dat men het verkeerd heeft
als men denkt, dat spr. een vooropgezette
meening ter zake heeft. Dit is niet juist, al
zal hij wel tot een bepaalde slotsom komen.
Ten derde dat spr. van N. N. een sympa
thiek schrijven en een bankbiljet van 10
ontving, waarvoor hij natuurlijk zeer dank
baar was.
Komende tot het eigenlijke onderwerp,
zeide spr. dat het hier gaat om het lichaam,
dat de ziel omhult en dat het de vraag is
wat de meest piëteitvolle bejegening van
dat stoffelijk omhulsel is. Dat was 100 jaar
geleden geen vraag, maar de laatste 40 ja
ren komt de vraag naar voren of dat stof
felijk omhulsel ter grave of ten vure moet
worden gebracht. Spr. wees op verschillen
de andere wijzen van behandeling van het
lichaam der overledenen bij verschillende
volken. Bij dit alles hangt veel af van de
algemeene levens- en wereldbeschouwing
van ieder persoon. De wet heeft wel willen
ingrijpen, doch er is een leemte in de wet,
dat de rechter niet weet wie aansprakelijk
moet worden gesteld voor een crematie of
een begrafenis. Als Nederland het verbod
versterkte zou het wel een zeer bijzondere
positie op dit gebied innemen.
Spr. gaf daarop een impressie van een be
zoek door hem aan het crematorium te
WesterveldDriehuizen en gewaagde daar
bij van den plechtigen indruk, die het ge
heel op hem maakte, al had hij toch weer
een andere ontroering in den urnentuin dan
op een kerkhof. Zeker zijn er op 't gebied
der lijkverbranding wel dingen gebeurd, die
niet goed te praten zijn, maar spr. heeft bij
begrafenissen ook meermalen dingen zien
gebeuren die hij afkeurt. Zoo zijn er lijk-
dienaars, die niet altijd handelen als men
van hen zou moeten verwachten, het roo-
ken onder de wachtenden keurt spr. af en
ook het luidruchtig praten. Uit boeken van
Luther, en van Charles Dickens, blijkt o.a.
dat vroeger ook meermalen aanmerkingen
waren te maken. Op een kerkhof, waar
geen aula is, kan het soms zeer storend zijn
als men spreken moet en er komt als te
Vlissingen vaak het geval is een vliegma
chine over. Maar dit is geen motief voor
crematie, al is daarvoor toch ook wel wat
te zeggen.
Nadat samen gezongen was gez. 407 vers
7 en 8 „Gelijk het gras is ons kortstondig
leven" ging ds. Nolte voort en wees er op
dat de voorstanders van crematie ook be
langen van hygiënischen en economischen
aard naar voren brengen. Daar tegenover
kunnen zij, die aan het begraven de voor
keur blijven geven, wijzen op het voordeel
daarvan bij strafzaken e.d. Als men de heele
kwestie van practische zijde blijft bekijken,
komt men niet verder. Men moet vragen of
het Christendom tegen verbranding is. Aan
vankelijk lijkt dit zeker het geval te zijn.
De voorstanders van de lijkverbranding
hebben deze in den beginne een heel slech
ten dienst bewezen, omdat zij veelal tevens
vrijdenkers waren. Daarmede wil spr, nog
niet zeggen, dat lijkverbranding gelijk staat
aan anti-christelijk. Als men vraagt hoe de
Bijbel tegenover dit vraagstuk staat, dan
zegt spr. dat men ten onrechte getracht
heeft het Nieuwe Testament van het Oude
los te maken. Er staat in het Oude testa
ment dat het verbranden een onteering is
van het lichaam. Het Christendom heeft
het standpunt inzake het begraven over
genomen van het Volk van Israël. De R. K.
hebben zich steeds krachtig tegen crematie
verzet, doch aan Protestantsche zijde is men
minder beslist. Als de bekende voorstander
van de lijkverbranding, dr. Rademaker, zegt
dat geen enkel godsdienstig argument tegen
de crematie steek houdt, dan is dit voor spr.
aanleiding er op te wijzen, dat bijna nie
mand meer het atheisme verdedigt, men is
vaak religieus, maar dat is niet te vereen-
zelven met christendom,
zelvigen met christendom.
Zeker is er iets vernederigens in lijkver-
vernedering, want de mensch wordt gebo
ren om te leven. Een Christen wil echter
in alles den Heiland volgen en bejegend
worden als deze zelf. Daarom is de Chris
ten voor begraven. Spr. zegt als conclusie,
dat het verre van hem is ieder vriend van
de lijkverbranding een anti-christ te noe
men. Niet gaarne zal hij geestelijken bij
stand ontzeggen aan een stervende, die na
zjjn overlijden verbrand zal worden en ook
zal hij niet aarzelen, om als men dit
wenscht, bij een crematie het woord te
voeren.
Spr. geeft toe, dat men de bezwaren kan
onderschatten, maar men mag ze toch ook
niet overschatten.
Spr. zeide nog, dat de ziel het voornaam-
NEUTRALE ZANG.
Ook Toonkunst is neutraal.
In één onzer vorige nummers maakten
wfl melding van de oprichting van een neu
trale zangvereeniging onder directie van
den heer Jan Kousemaker, en we merkten
daarbij op, dat er te Goes behoefte bestond
aan een neutrale zangvereeniging. Dit was
voor den heer Joh. Pilaar, voorzitter van
de afdeeling Goes van Toonkunst, aanlei
ding er ons op te wijzen, dat Goes ook nog
haar „Toonkunst" heeft en dat ook „Toon
kunst" neutraal is. Wij maken van deze
opmerking gaarne melding, omdat het
geenszins onze bedoeling was „Toonkunst"
eenige politieke of godsdienstige richting toe
te kennen, of om te kennen te geven, dat
„Toonkunst" op het gebied van zang niet
veel te beduiden heeft. Onze lezers weten
integendeel wel, dat hetgeen Toonkunst
onder leiding van haar directeur Otto Lies
presteert, hoog door ons gewaardeerd
wordt. Maar het is nu eenmaal gewoonte
„Toonkunst" eigenlijk boven „zangvereeni-
gingen" in den algemeenen zin van het
woord te stellen. Bij de laatste denken we
aan vereenigingen die deelnemen aan
bondswedstrijden, die op bezoek elders
gaan, en die zich in den regel tot uitvoering
van eenvoudigere zang bepalen. Al beamen
we gaarne de opmerking van den hr. Pi
laar, dat deze ho'oge waardeering van
„Toonkunst" ook haar schaduwzijden heeft,
dat daardoor velen buiten „Toonkunst"
blijven, die er in behooren, die „Toonkunst"
grooter en sterker zouden maken. Want
ook „Toonkunst", al beweegt zij zich dan
op een eigen terrein, is neutraal, en een
vereeniging voor iedereen, ongeacht van
welken stand, godsdienstige of politieke
richting men ook is. En dat dit vaak anders
opgevat wordt, wordt vaak zeer betreurd
door haar bestuur, zooals ons nu ook weer
bleek uit de opmerking van den heer Jon.
Pilaar.
HET CONCOURS VAN DEN BOND VAN
HARMONIE- EN F AN IA REVFJ{ EENI
GING EN IN ZEELAND.
Volgend jaar wellicht te
Middelburg.
De Middelburgsche muziekvereenigingen
„Crescendo" en „Oefening na den Arbeid"
hebben zich met een schrijven tot de bij
den Bond van Harmonie- en Fanfarever-
eenigingen in Zeeland aangesloten muziek
vereenigingen gericht, waarin zij mededee-
len dat zij alsnog een verzoek tot het
Bondsbestuur hebben gericht om het con
cours op den tweeden Pinksterdag van 1940
te Middelburg te doen plaats vinden.
Het plan hiertoe was reeds eerder be
sproken, doch door verschillende omstan
digheden waren beide vereenigingen te laat
om het op de agenda voor de a.s. algemeene
vergadering van den Bond geplaatst te krij
gen. De aanleiding voor Vieze aanvraag
vormt het 125-jarig bestaan van het Mid-
delburgsch Muziekkorps, welk jubileum de
beide zustervereenigingen in 1940 met het
organiseeren van dit concours hopen te
vieren.
De aanvragende vereenigingen wijzen er
in hun schrijven op dat het Middelburgsch
Muziekkorps als oudste Zeeuwsche muziek
korps in Zeeland recht heeft op de sympa
thie harer Zeeuwsche zustervereenigingen,
ook al is het geen lid van den Bond, het
geen trouwens op grond van het Bonds-
reglement ook niet mogelijk is. Zij zouden
het op hoogen prijs stellen indien de aan
vraag door de aangesloten vereenigingen in
gunstige overweging genomen werd en deze
het mogelijk zouden maken dat aan de
plannen uitvoering gegeven kan worden.
Hunnerzijds geven de aanvragende vereeni
gingen de verzekering dat alles in het werk
zal worden gesteld om de ontvangst te Mid
delburg zoo aangenaam mogelijk te doen
zijn.
Zooals wij reeds berichtten heeft het
Bondsbestuur voorgesteld het concours het
volgend jaar te Goes te houden, dit in ver
band met het feit dat van de zijde der aan
gesloten vereenigingen geen enkele aan>
vraag was binnengekomen.
Nadat het bovenstaande reeds geschreven
was, bereikte ons het bericht, dat de arbei-
dersmuziekvereeniging „Excelsior" in haar
gisteravond gehouden vergadering besloot
medewerking aan de plannen der beide zus
tervereenigingen te verleenen, zoodat het
concours dan eventueel door de drie aan
gesloten Middelburgsche vereenigingen ge
organiseerd zal worden. „Excelsior" heeft
zich bereids tot het Bondsbestuur gewend
en zal in een circulaire aan de vereenigin
gen haar besluit kenbaar maken. Zij zal
dan tevens de gelegenheid hebben er nog
eens op te wijzen dat het de bedoeling der
aanvragende vereenigingen is om het con
cours geheel voor eigen rekening te hou
den, dus buiten bezwaar der Bondsfinanciën.
ONDERSCHEIDING.
Bjj Kon. Besluit van 27 October 1939 is
toegekend de aan de orde van Oranje-Nas-
sau verbonden eere-medaille, in zilver, aan
mejuffrouw W. Kwekkeboom, directrice
der N.V. Stoomwasscherij „Volharding", al
hier.
De Amsterdamsche reederij „Black Dia
mond Lines" maakt bekend, dat zij buiten-
landsche schepen zal charteren voor den
dienst op Nederland en België.
Zooals men weet, behooren deze beide
landen tot de gebieden, welke door presi
dent Roosevelt tot „oorlogszones" zijn ver
klaard en welke dienovereenkomstig door
de regeering der Ver. Staten zijn verboden
voor Amerikaansche schepen.
ste is en men dus vragen moet: hoe staat
het met ons innerlijk leven? Het lichame
lijke is van secundaire beteekenis.
Na dankzegging door ds. Nolte, werd de
samenkomst met het staande zingen van
Gez. 294 1 besloten.
Van de gelegenheid opmerkingen te ma
ken of vragen te stellen, was geen gebruik
gemaakt, doch ds. Nolte stelde zich gaarne
disponibel als men later nog vragen te stel
len heeft.
Aan den uitgang werd gecollecteerd voor
de zending.
De besturen van de samenwerkende ar
beiders-vakcentrales kwamen deze week op
nieuw bijeen ter bespreking van een aantal
actueele en urgente zaken.
Besproken werden o.m. het oprichten van
een „oorlogsrisicobank" door de werkge
vers, ter dekking van het oorlogs-ongeval-
lenrisico van de arbeiders, hetwelk met in
gang van 12 December a.s. uit de Ongeval
lenwetten zal zijn gelicht en het opnemen
van vertegenwoordigers van de arbeiders
vakbeweging in deze oorlogsrisicobank.
Voorts werden besprekingen gewijd aan
de prijsstijging en de loonvorming, het ont
slagrecht in mobilisatietijd, de herscholing
en omscholing van werklooze arbeiders, het
opnemen van vertegenwoordigers van de
arbeidersvakbeweging in de grondstoffenbu
reaux voor het bedrijfsleven, de verbetering
in de kostwinnersvergoeding en het uitbe
talen van menagegeld aan verlofgangers,
alsmede de pogingen, die worden aange
wend om te verkrijgen, dat de huishuren
van de kostwinnersvergoeding worden inge
houden.
Het Tweede Kamerlid jhr. Van der Goes
van Naters (sdap) heeft aan den minis
ter van Justitie de volgende vragen ge
steld:
Is het juist, dat op een „werkersbijeen
komst" der Nat. Socialistische beweging,
op 10 November 1939 te 's-Gravenhage
gehouden, drie leiders dier beweging de
volgende uitdrukkingen hebben gebezigd
of gevoelens tot uitdrukking hebben ge
bracht:
a. De eerste spreker:
1. „Wij zullen het machtige Dietschland
vestigen". „Dietschland moet weer een
worden, van Duinkerken tot Emden."
2. „Wij nat.-socialisten weten niet, wie
onzer het eerst zijn leven zal moeten ge
ven, wanneer hij voor de consequenties
van het nat. socialisme zal worden ge
steld/' waarna de spreker herinnerde aan
een onderdaan van de Zuid-Afrikaansche
Unie, die 25 jaar geleden in oorlogstijd aan
de bevelen zijner overheid niet voldeed en
deswege zou zijn gefusilleerd, waarop de
spreker uitriep: „Zoo stierf een Dietscher,
trouw aan de tradities van het Dietsche
volk."
b. De tweede spreker:
Het na de herdenking van de slachtof
fers in de „Bürgqrbraukeller +,e Mün-
chen voordragen van een gedicht ter eere
van Hitier en het Duitsche leger, waarop
aansluitend de muziek speelde: „Ik had
een wapenbroeder", en alle aanwezigen
den nat.-socialistischen groet brachten.
c. De laatste spreker:
le. „De haat is alleen bij de democraten.
Zij zijn het, die zeggen, dat alle Duit-
schers moeten worden afgemaakt."
2e. „Het Groot-Dietschland, Nederland,
Vlaanderen, Zuid-Afrika met Indië en den
Congo zaleen machtig imperium vor
men/'
Is de minister van meening, dat indien
het boven geciteerde en gerelateerde juist
is, daardoor de Nederlandsche neutrali
teit wordt in gevaar gebracht, alsmede
wordt opgeruid tot desertie en rebellie,
en zoo ja, wil de minister dan meedeelen,
of het bovengemelde hem tot het bevor
deren eener strafvervolging en/of andere
maatregelen aanleiding heeft gegeven, en
is hij bereid, van die maatregelen mede-
deeling te doen?
Gisteren is verschenen de begrooting
voor Ned.-Indië voor het dienstjaar 1940.
Aan de Memorie van toelichting wordt het
volgende ontleend:
De cijfers van de uitkomsten over het
jaar 1937 laten een tekort zien van 548.999
op den geheelen dienst, die over 1938 die
meer het karakter van voorloopige uitkom
sten dragen een tekort van 37.789.000.
Het geraamde tekort over den geheelen
dienst voor 1939 bedroeg 127.322.000.
Het tekort over 1939 zal, naar thans ver
wacht wordt, 119.168.000.— bedragen.
Schakelt men de defensieuitgaven, waar
van rente en aflossing door Nederland wor
den betaald en de welvaartsuitgaven, welke
uit de door het moederland beschikbaar ge
stelde 25 millioen worden bestreden, uit,
dan wordt het nadeelig saldo over den ge
heelen dienst wat het verwachtingscijfer
betreft teruggebracht tot 96.924.
HUISKNECHT MET ZESHONDERD
GESTOLEN GULDEN AANGEHOUDEN.
Eenigen tijd geleden was bij een dokters
gezin in de Vondelstraat te Amsterdam, de
huisknecht, toen mevrouw des middags
weer thuis kwam, verdwenen. En met hem
verdwenen uit de la van een schrijfbureau
zes bankbiljetten van honderd gulden.
Gisteren is de man, een Amsterdammer,
te Rotterdam aangehouden en op transport
gesteld naar de hoofdstad, waar hij is op
gesloten. Hij heeft reeds bekend het geld
te hebben weggenomen. Honderd gulden
waren nog over. Van de overige vijfhonderd
had hij de man van de wereld gespeeld.
De uit 1644 dateerende Hervormde Kerk te Joure is Zondag door brand
verwoest. Slechts de zware muren en de toren staan nog overeind.
Een veehouder uit Nieuwer-Amstel stond
voor den Amsterdamschen kantonrechter
terecht, omdat hij bij de inventarisatie van
voorraden een groote hoeveelheid kracht
voer niet had opgegeven. Hij had 60 zak
ken verzwegen.
Toen op 10 Sept. een ambtenaar op zijn
boerderij kwam, had hij 3,500 kg kracht
voer aangegeven, „maar", had hij gezegd,
„op zolder liggen nog een paar zakjes van
mijn zwager".
„Maar die is toch geen veehouder", zei de
ambtenaar.
Dat was zoo, maar de veehouder zou la
ter het voer overnemen van zijn zwager.
Bij nader onderzoek vond de ambtenaar
een verborgen voorraad, ongeveer gelijk
aan die, welke de landbouwer had opgege
ven.
De ambtenaar van het O.M. eischte f 1000
boete, subs, een maand hechtenis en ver
beurdverklaring der inbeslag genomen
voorraden.
De kantonrechter veroordeelde den vee
houder tot f 500 boete en verbeurdverkla
ring van de voorraden.
De tandarts J. F. M. S. te Bloemendaal
is door de rechtbank te Haarlem veroor
deeld tot een geldboete van f 6, omdat hij
een patiënte tijdens het trekken van kiezen
een rubber kapje over den neus heeft ge
plaatst, welk kapje door middel van een
slang was verbonden met een z.g. „min-
nitt's lachgasapparaat".
De rechtbank was van oordeel, dat de
tandarts daarbij buiten noodzaak de gren
zen zijner bevoegdheid had overschreden,
welk oordeel werd gedeeld door den advo
caat-generaal bij den Hoogen Raad.
Deze was van meening, dat een tandarts
slechts bevoegd is tot plaatselijke behande
ling van de ziekten van tanden en niet tot
aanwending van middelen, die op 't geheele
lichaam werken en die alleen om die reden
indirect ook invloed hebben op de tanden.
De advocaat-generaal concludeerde dan
ook tot verwerping van het ingestelde cas
satieberoep.
De Hooge Raad heeft heden het cassatie
beroep verworpen op overweging o.a., dat
de rechtbank, op grond van de verklaringen
der door haar gehoorde deskundigen feite
lijk aanneemt, dat lachgas niet plaatselijk,
maar over het geheele lichaam gevoelloos
heid veroorzaakt, zoodat het gebruik daar
van op de door requirant gevolgde wijze
den tandarts verboden is.
ONDERWIJZERES VEROORDEELD
WEGENS MISHANDELING.
Voor den Haarlemschen politierechter
stond gisteren een onderwijzeres van een
school te Halfweg terecht wegens mishan
deling van een leerlinge. Op 16 Oct. waren
eenige kinderen tijdens het vrije kwartier
op de speelplaats aan het spelen. Een der
meisjes greep een vriendinnetje, dat zich
plotseling losrukte en met het hoofd tegen
een muur viel, waardoor het kind een bloe
dende wond opliep. De onderwijzeres kwam
op het andere meisje toe, gaf het een paar
klappen om de ooren en nam het mee naar
binnen, waar het tot kwart over twaalf,
toen de school uitging, op de knieën moest
Stand der groentengewassen op
31 October 1939.
De groententeeltgewassen in den vollen
grond vertoonen over het algemeen een
vrij goeden stand. Door de droge Septem
bermaand hebben de gewassen zich vrij
langzaam ontwikkeld. Het weer in Octo
ber heeft over het algemeen een gunsti-
gen invloed gehad.
Andijvie. De stand van dit gewas is over
het algemeen goed. Het gewas heeft gele
den door aantasting door de wortelluis
(Pemphigus bursarius).
Bloemkool. De stand van dit gewas is
over het algemeen matig tot vrij goed.
Boerenkool staat er goed voor.
Koolrapen. De stand van dit gewas is
vrij goed.
.Roode- witte- en savoyekool. Over het
algemeen staan deze koolsoorten er vrij
goed tot goed voor. De kooien zijn niet
groot, doch de kwaliteit is goed.
Spruitkool. De verwachtingen voor dit
gewas zijn vrij goed.
Prei. De stand van dit gewas is vrij
goed. Het heeft echter te lijden gehad
van aantasting van de preivlieg, waardoor
rot voorkomt
Schorseneeren. De stand van dit gewas
is goed De kwaliteit van de wortels is
echter minder goed.
Majoor C. Reijnierse.
Op 49-jarigen leeftijd is te Amersfoort
overleden de majoor C. Reijnierse, com
mandant van een der bataljons van het
5e reg. infanterie.
In 1912 werd de heer Reijnierse benoemd
tot tweede luitenant, op 20 Juli 1916 be
vorderd tot eerste luitenant en op 1 Au
gustus 1927 tot kapitein. Op 1 Augustus
1938 volgde zijn bevordering tot majoor.
Hij was een zeer sportief officier, in het
bezit van het NOC-diploma eerste graad
en drager van het eere-teeken voor 25-ja-
rigen troqwen dienst. Ook aan den Olym-
pischeii vijfkamp heeft hij deelgenomen.
Bij Kon. besluit is met ingang van
16 November a.s. benoemd en aangesteld
bij het reserve personeel der landmacht,
bij het wapen der infanterie tot reserve-
generaal-majoor, de reserve-kolonel P-
Clerk van den staf der. 2de divisie en is
aan den reserve generaal-majoor Clerk
op het daartoe door hem gedaan verzoek,
eervol ontslag uit den militairen (dienst
verleend.
blijven liggen. Ook had zij het meisje aan
de haren getrokken.
De onderwijzeres ontkende dit laatste,
doch een zusje van het meisje had gecon
stateerd, dat het een pluk haar miste, toen
het 's middags thuis gekomen was. Verd.
meende, dat het kind wel een haarziekte
zou kunnen lijden, maar het meisje zeide,
daarvan nooit last gehad te hebben.
De politierechter vond het geen manier
van doen om een kind geruimen tijd voor
straf op de knieën te laten liggen, waarop
de verd. antwoordde, dat dit de gebruike
lijke manier van straffen was op deze
school.
De officier van justitie was van oordeel,
dat de onderwijzeres veel te ver was ge
gaan. Hü eischte f 30 boete, subs. 15 dagen
hechtenis.
De politierechter veroordeelde de hard
handige kinderopvoedster tot f 20 boete
subs. 12 dagen hechtenis.