DE SPANNING IN BELGIË KRONIEK VAN DEN DAG De nieuwe een... zeekafenderl De Amateur Detective koop SUNLIGHT ZEEP TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 14 NOVEMBER 1939. No. 269. Barensweeën. BESTEL NOG HEDEN! flngez. Med.j Een onbestemd gevoel van angstmaar bewustheid van kracht en moed. Geruchten, die geen van alle juist bleken. NIEUWE BELASTINGEN. Belgische waardeering voor Minister Van Klef fens. tkij. IIngez. Med.) i» -»O Zooals te verwachten was, bevatten de antwoorden, welke Koning George van En geland en de president der Fransche repu bliek, Lebrun, op het aanbod van goede diensten van Koningin Wilhelmina en de Koning der Belgen, hebben gegeven, geenerlei nieuwe gezichtspunten tot een herstel van den vrede op korten termijn. Men blijft te Londen en Parijs vasthouden aan de these, dat Duitschland „aangedaan onrecht goed moet willen maken", indien er sprake van vredesonderhandelingen zal zijn. Het wachten is nu op het Duitsche ant woord, dat naar alle waarschijnlijkheid «venmin eenig nieuw perspectief zal ople veren. De Duitsche reactie op den inhoud der nota's van Koning George en president Lebrun laat te dezen aanzien weinig te ho pen. Weliswaar is te Den Haag verklaard, dat men aldaar de deur nog niet toegesla gen acht, doch vermoedelijk moet dit zoo opgevat worden, dat zij formeel op een kier blijft staan: de kier, waardoor het Duitsche antwoord naar binnen zal glijden. „De nota's uit Londen en Parijs saboteeren bij voorbaat bewust de vredesbemiddelingspo ging", zoo liet het Duitsche nieuwsbureau gisteren weten. Op grond van die uiting kan men den inhoud van het Duitsche ant woord wel zoo ongeveer gissen. Het is niet aan te nemen, dat Berlijn veel water bij zijn wijn zal doen, nu Londen en Parijs dat al vast hebben nagelaten. Het is tragisch in de volle beteekenis van het woord, dat er opnieuw zooveel geleden zal moeten worden, voor de „nieuwe we reld", welke zonder den minsten twijfel ge boren staat te worden. Barensweeën zou men al de pijn, welke reeds wordt onder gaan en welke straks vermoedelijk nog zeer veel heviger zal worden, kunnen noemen. Maar hierin zit toch een wonderlijk iets, dat rust geeft aan het gemoed, althans aan het gemoed, dat zich er levendig van be wust is, hoe alle verschijnsel voortvloeit uit den ondoorgrondelijken wil der Voor zienigheid. Minister De Geer heeft het giste ren in zijn radio-rede zoo treffend gezegd: „Indien wij onzen plicht doen, kunnen wij de uitkomst rustig overlaten aan Hem, die weet wat wij noodig hebben en die zich nooit vergist". Het is ons niet gegeven, vooruit te zien, wat er zal ontstaan uit de beproevingen, welke de menschheid in deze ure der his torie noodwendig moet ondergaan. Wij kun nen alleen weten, maar dat dan ook met een volstrekte zekerheid, dat zich een oor deel voltrekt, waarvan de beteekenis te eeniger tijd geopenbaard zal worden. Het is zoo gemakkelijk, om in een tijds gewricht als het huidige met steenen te werpen. Men denke liever aan dat zinrijke woord van Jezus: „Wie zonder zonde is..." De mensehen, die zulk een groote rol spe len in de tragedie onzer samenleving zijn werktuigen; werktuigen in de hand der Voorzienigheid. Men vergete dat nooit: Ook hun lot is bepaald, ook zij zijn onder worpen aan het oordeel, dat wij niet ken nen, maar dat gesteld werd door den eeni- gen Rechtvaardige. De maten, waarmede wij plegen te me ten zijn zoo gebrekkig, zoo hopeloos onvol komen. Ach, zijn het niet veelal de angst en de vrees, dat ons persoonlijk welzijn wordt bedreigd, welke ze ons doen han- teeren? Wij moeten probeeren daarover heen te komen, in het besef, dat in laatste instantie niets ons kan deren, als wij ver trouwen hebben op het Eenige, dat ons volle vertrouwen waard is. Zeer duidelijke kalender, met 6 prachtige afbeeldingen van klipperxehepea Mooier en kleurrijker dan ooit! Bij inaendiag ran 8 postzegels aan 5 cent of Bever nog storting aan 40 cent op postrekening Nr. 262910, volgt toezending. Verschijning begin December, maar bastei nog heden om later teleurstelling se voorkomen. THEE-PROPAGANDABUREAU, Afd. Sé HEERBNGR. 182, AMSTERDAM-C. NEDERLANDSCH SCHIP VIJF WEKEN OPGEHOUDEN. Zaterdagavond omstreeks zes uur is het ruim 9000 ton groote m.s. „Kota Agoeng" van den Rotterdamschen Lloyd te Rotter dam aangekomen. Het schip heeft bijna een maand in Engeland gelegen ën was tevo ren reeds een week in Marseille opgehou den. Een deel van de lading moest worden achtergelaten. (Van onzen correspondent) BRUSSEL, 11 Nov. 1939 De bemiddelingspoging van Koningin Wilhelmina en Koning Leopold heeft aan leiding gegeven tot een commentaar waar aan niets moet worden toegevoegd De plotselinge reis van Koning Leopold heeft in Belgie bij het volk onmiddellijk een ge voel doen ontstaan dat er ernstige ge beurtenissen op til waren te achten en dat het koninklijke telegram tevens een po ging was te noemen, een uiterste poging om een bepaald gevaar af te wenden. Wij trachten hier niet te doorgronden, slechts te registreeren De openbare meening heeft zich echter onmiddellijk achter den Ko ning geschaard en wij zouden hier een ty pische bloemlezing kunnen maken van de vele uitlatingen die in Belgie zijn ver schenen over de vorstelijke boodschap aan de oorlogvoerenden landen, waarin blijk wordt gegeven van de eensgezinde ge voelens, waarin het Nederïandsche voik en de Belgen verkeeren. De wil tot zelf standige neutraliteit is Volledag politiek, militair, economisch. De hoofdtoon, die men aantreft, is, dat het land zich even sterk moet verzetten tegen een poging om het te doen deelnemen aan een continen tale blokkade tegen de Geallieerden, als tegen een druk, om de normale handels betrekkingen met Duitschland niet voort te zetten. Een christelijk-democratisch or gaan „La Cité Chrétienne" schreef: „Bel gie en Nederland staan aan een keerpunt van hun geschiedenis Wij hebben steeds hun samenwerking voorgestaan met het doel den vrede te dienen. Hun gemeen schappelijke stap van heden laat het beste hopen voor een nauwere samenwerking. Wij hebben alle reden om ons er over te verheugen." Men vraagt zich intusschen met be zorgdheid af, welken vorm dit keerpunt, zal aannemen Heft angstig gevoel dat zich heeft ontwikkeld, steunt eigenlijk niet op vaste gegevens. Eenerzijds is er de toon van de Duitsche pers ten opzich te van de neutralen Anderzijds zijn er de geruchten over de concentratie van Duit sche troepen aan de Nederïandsche grens. De regeering heeft ook aanvullende mili taire maatregelen genomen, nl. de oproe ping van nieuwe reservisten, waarvan weliswaar de oproeping was voorzien se dert een maand, om hen opnieuw te oefe nen en die overigens niet zoo bijzonder talrijk zjjn. Anderzijds werd vernomen, dat maatregelen zijn genomen in verband met het scheepvaartverkeer op het Al- bertkanaal, dat evenwel niet werd stop gezet. Tenslotte deden allerlei geruchten de ronde volgens dewelke te Brussel zoo wel als in Den Haag een stap was gedaan van Duitsche zijde, die zooveel beteekende als een ultimatum. Zelfs in journalistieke kringen te Brussel werd op zeker oogen- blik aan dezen stap geloofd. Men weet dat intusschen een beslist dementi werd gegeven. Een ander gerucht dat hier werd ver spreid in allerlei kringen was dat het Duitsch-Nederlandsch grensverkeer was stopgezet, dat de grens practisch was ge sloten en dat zulks hierna ook het geval was geworden met de Belgische grens. Dit bleek vervolgens alles valsch të zijn Vandaag is de atmosfeer weer verbeterd. De openbare meening blijft evenwel onder spanning, omdat geen definitieve mede- deelingen werden gedaan nopens de blijk baar gewijzigde omstandigheden, waarin het land zich bevindt Naast de militaire maatregelen komt men ook onder den indruk van de omstandigheid dat de heer Denis, minister van landsverdediging, Vrij dagavond een rede moest houden, die was aangekondigd voor de radio, over de op vorderingen en daden van de militaire overheid die van invloed zijn op de eco nomie van het land en deze rede niet heeft plaats gehad De Vlaamsche tekst van de rede werd wel voorgelezen door minister Vanderpoorten voor de Vlaam sche radio Niettemin vroeg het publiek zich af waarom de minister van Lands verdediging was verhinderd geweest en dadelijk heeft iedereen daarop het ongun stigste antwoord gegeven. De minister, zoo heette het, werd verhinderd door de voorbereiding van de algemeene mobilisa tie. De ministerraad heeft, zoo is van daag medegedeeld, een belangrijke bespre king gehouden. Het Brusselsche blad „La Dernlère Heure" heeft den volgenden in druk medegedeeld: „Het is niet overdre ven te denken dat de Raad de verschillen de vraagstukken heeft onderzocht die zich zouden voordoen voor België bij een aan val op België." Na de vergadering van den kabinetsraad werd het gebruikelijke communiqué niet gedaan. Wel werd ver nomen dat de eerste-minister Pierlot, de minister van Buitenlandsche Zaken, Spaak en de minister van Landsverdediging voor de vergadering een onderhoud hadden ge had met den Koning, in het paleis te La ken. Men heeft den indruk dat het publiek spoedig klaar zal kunnen zien in den toe stand en een optimistisch gevoel blijft be staan, dat alles tenslotte terecht zal ko men. Men kan tevens ervaren, dat het publiek op alles voorbereid is en bereid is alles moedig te aanvaarden in het be wustzijn van kracht en eensgezindheid De regeering, die ook de besluiten heeft af gekondigd in verband met de rantsoenee ring van enkele producten, zonder dat tot deze rantsoeneering onmiddellijk wordt overgegaan, heeft nu ook maatregelen ge nomen waarbij een klein Waalsch orgaan niet meer zal worden vervoerd door de spoorwegen en niet meer zal worden be steld door de post. Dezelfde maatregel is genomen ten opzichte van het Vlaamsche communistische weekblad „Het Vlaam sche Volk". Eenzelfde maatregel was in beginsel besloten tegen het rexistische dagbladorgaan „Le Pays Réel", wegens het voortdurend publiceeren van anti-En- gelsche artikelen. Een dergelijke maatre gel zou op het huidige oogenblik prac tisch de verschijning en verspreiding van het orgaan verhinderen De regeering heeft grondwettelijk niet het recht bladen te verbieden,. De censuur bestaat niet Maar de heer Degrelle heeft den minister van justitie opgezocht en heeft te kennen gegeven,, dat het zijn bedoeling niet is geweest het land te schaden en dat hij zich verplicht een meer bezadigden toon aan te slaan en zich të hoeden voor over drijving. Hierop is de maatregel tegen „Le Pays Réel" ingetrokken. De toestand is van dien aard dat de regeering het oogenblik gunstig heeft ge acht om uit te pakken met bijzonderhe den nopens de fiscale ontwerpen,. De heer Gutt, minister van financiën, heeft in de vereenigde commissies van Kamer en Se naat een uiteenzetting gegeven waaruit blijkt dat nieuwe belastingen worden in gevoerd die worden becijferd op 1,443 mil- lioen frank. Er zal een taks worden in gevoerd op de uitzonderlijke winsten van 70 percent, met terugbetaling indien de belanghebbende het daaropvolgend jaar een verlies zou lijden van 30 t.h. der getax eerde winst. De bestaande crisisbelasting wordt met een tiende verhoogd De be drijfsbelasting wordt verhoogd met twee tienden. De mobiliënbelasting ondergaat een verhooging van een tiende De jaar- lijksche rijbelasting op de auto's wordt eveneens met een tiende verhoogd terwijl een nieuwe belasting wordt ingevoerd op de personen die vrijgesteld zijn van mi litairen dienst, en een nieuwe belasting op de wnisten van de electriciteitsmaat- schappijen. Wat de onrechtstreeksche be lasting betreft, wordt de overdrachtstaks of omzetbelasting gebracht van 2,75 op 3,50 t h. terwijl de belasting op de ben zine met 50 centiemen wordt verhoogd. De liter benzine zal voortaan in België 3,85 fr. kosten, minimum. Bovendien wor den de accijnsrechten op lucifers, tabak, koffie, bier en buitenlandsche vruchten eveneens verhoogd. Het is een buitengewone krachtinspan ning die van de bevolking wordt gevraagd Maar de atmosfeer, waarin deze nieuwe opofferingen worden aanvaard, blijkt wel hieruit dat de genoemde parlementaire commissies van elke bespreking hebben afgezien. Met berusting worden zij aan vaard De regeering was zeker oogenblik „De evenwichtige, genuanceerde redevoe ring van den Nederlandschen minister van Buitenlandsche Zaken, een meesterstuk van fijnheid en diplomatie, heeft plotseling de aandacht van Europa gevestigd op deze nieuwe figuur in het Nederïandsche politie ke leven, den heer Van Kleffens", aldus schrijft volgens de Tel. het Brusselsche blad de „Soir", naar aanleiding van de rede, die de Nederïandsche minister van Buitenland sche Zaken in de Tweede Kamer heeft uit gesproken. „Hij heeft een eigenaardige silhouet", vervolgt het blad, „een intelligent, expres sief gezicht. Mager en lang is de heer Van Kleffens, een volmaakt type van een Fries. Wat zijn karakter betreft, hij is zeldzaam wilskrachtig, energiek en volhardend. Bij het begin van zijn loopbaan scheen hij niet voor die diplomatie bestemd. Eenige jaren lang hield hij zich met belangrijke interna tionale ondernemingen bezig, tot hij plot seling van de business naar de politiek over ging. Hij leidde met bewonderenswaardigen tact de diplomatieke diensten van het Plein. Hij onderscheidde zich daar zoodanig, dat de regeering-Colijn hem tot gezant te Bern benoemde. Dit was echter ternauwernood geschied, of jhr. De Geer vertrouwde hem in zijn regeering de portefeuille van Bui- tenlandschen Zaken toe. Een enorme taak kwam onmiddellijk op de schouders van den nieuwen minister te rusten. Maar wie op het Plein verkeert, doet er vele lessen op. Men maakt er zich vertrouwd met de trot- sche onafhankelijkheidstraditie van Neder land. „Reeds bij zijn debuut had de heer Van Kleffens de taak, de Nederïandsche neutra liteit te doen eerbiedigen. Hij kweet zich daarvan met glans. In een tijdsverloop van enkele weken, verklaarde hij onlangs, had Nederland het aan den stok met al zijn bu renbehalve met België, voegde hij er lachend aan toe. Want de heer Van Klef fens is een uitstekend vriend van ons land, die de toenadering tusschen onze beide vol ken ten zeerste behartigt. Het triomfante lijk bezoek van koning Leopold aan Den Haag en Amsterdam verleden jaar is door hem onder de regeering-Colijn voorbereid. De heer Van Kleffens is in alle kwesties, die de beide landen betreffen, hoe ingewik keld die ook mogen zijn, volkomen op de hoogte. Hij weet welk groot verschil er be staat tusschen de Nederïandsche toepassing van de onzijdigheid, die op langdurige er varing steunt, en de in België gehuldigde opvattingen daaromtrent, waar de wonden uit den jongsten oorlog ternauwernood ge heeld zijn. Onze minister van Buitenland sche Zaken heeft in zijn Nederlandschen collega een loyalen, intelligenten partner, die er op gesteld is op een verheven plan de onzijdigheid van zijn land te verdedigen." van zins geweest ingevolge de volmachten de financieele ontwerpen kracht van wet te geven, maar zij heeft zich gehouden aan de afgelegde belofte, dat zij geen nieuwe belastingen zou jinvoeren zander het parlement te raadplegen. Zij heeft dan ook van de volmachtproceduur afgezien en de ontwerpen aanhangig gemaakt bij de Kamer wat in alle politieke kringen een goeden indruk heeft gemaakt. ZEEP^LNOMVBEKEIVDEIHERKOMS^J Naar het Engelsch van Anthony Berkeley. 42). „Het doel van het probleem, waarop ik, .sedert ik u het laatst zag, mijn heele op merkzaamheid richtte" begon hij op een schoolmeesterachtigen toon, „was in de eer ste plaats: hoe heeft men juffrouw Sinclair het vergif toegediend, en ten tweede: hoe kwam het fleschje in de hand van juffrouw Sinclair? U zult zich wel herinneren, dat ik den avond voor u vertrok, ten sterkste betwijfelde of het vergif haar wel in de koffie toegediend was, hoewel de resten in het kopje sterk met blauwzuur vermengd waren. Ik ben uitgegaan van het standpunt, dat het kopje alleen maar een dwaalspoor voor de politie was. Daarom ging ik nog eens naar Picca dilly Palace, om de dienster, die juffrouw Sinclair bediend had, nog een paar vragen te stellen. Ik zal u de bijkomstigheden be sparen; het is voldoende als ik zeg, dat mijn vragen de juffrouw hielpen herinneren aan een omstandigheid, die zij heelemaal verge ten had. Die omstandigheid is de volgende: zij gelooft inderdaad, op een gegeven oogen blik een glas op de tafel van juffrouw Sin clair te hebben gezien, dat waarschijnlijk met een of andere witte likeur gevuld was". „Een mirakel", riep Mouse uit, „net wat u dacht". „Zoo is het", straalde Chitterwick, en vertelde verder, wat de juffrouw hem mee gedeeld had. „Dit schijnt dus het eene punt op té hel deren, nietwaar?" ging hij verder. „Ik twijfel er geen oogenblik aan, dat de juffrouw dat glas werkelijk gezien heeft en dat juffrouw Sinclair het vergif in dit glas is ingegeven. Maar zooals u ziet, staan wij nu voor een ander raadsel! Wie heeft haar die likeur gebracht? Ik ben er vast van overtuigd, dat geen van de diensters dit deed, want de juffrouw, die ik sprak, heeft door haar relatie met de tragedie een ze kere vermaardheid verworven; ik ben er zeker van, dat haar collega's, die, al was het ook maar heel gering, met het geval te maken gehad zouden hebben, zich die sen satie zeker niet zouden laten ontgaan, daarom houd ik het voor uitgesloten, dat dit feit aan hun aandacht ontschoten zou zijn. Aan den anderen kant hebben wij al die verklaringen, die bewezen, dat ik de eerste was, die, na het vertrek van den roodhari ge, naar het bewuste tafeltje toeging. Afgaande op hoofdinspecteur Moresby zijn de getuigen op dit punt heel zeker en de verklaringen van de vier eersten worden zelfs nog door twee anderen bevestigd. Ik geloof dus, dat we overtuigd kunnen zijn, dat zij waarheid spreken. De feiten daarentegen toonen duidelijk aan, dat zij zich vergist moeten hebben. Hoe kunnen wij dit nu verklaren?" Chitterwick zag zijn toehoorders onder vragend aan. Die twee keken elkaar weer aan, tot Mouse voor hen beiden het woord deed. „Dat moet u mij niet vragen" zei hij hul peloos. „Ik vroeg het mij zelf af", zei Chitter wick, „niet één keer, neen, heel veel malen en ik moet toegeven, dat ik in het eerst heelemaal geen uitweg zag. Toen kreeg ik ineens een merkwaardig idee. Of misschien moet ik juister zeggen twee ideeën, maar die waren zoo nauw aan elkander verbon den, dat ik een tijdje noodig had, om ze uit elkaar te houden. Ten eerste: Zouden niet al die getuigen iets gezien kunnen hebben, zonder het hoe zal ik het uitdrukken Als wij gedachteloos zijn, brengt een kind ons tot nadenken door zijn vragen. Pierson. iiiiiimiiiiiiiiii op te merKen?" Weer hield Chitterwick een kleine pauze. „Daar kan ik niet bij", zei Mouse. Chitterwick zag er wat terneergeslagen uit. „Ach, lieve hemel, ik weet niet hoe ik het duidelijk kan maken. Het is zoo moei lijk om het theoretisch uit te drukken. Mis schien kan ik het zoo uitleggen: Zou het mogelijk kunnen zijn, dat de oogen van ge tuigen, zooiets doodgewoons hebben gezien, dat het geen indruk op hun geest gemaakt heeft? Met andere woorden: Kunnen zij be weren, dat geen der gasten van Piccadilly Palace naar juffrouw Sinclair toeging, en toch ernaast zijn, als zij zeiden dat niemand dat deed?" „Zeg u dat eens, zoodat iedereen u be grijpen kan", verzocht Mouse. „Ik ben van daag zeker erg zwaar van begrip". „U begrjjpt nog steeds niet wat ik bedoel? Nu dan: laten wij aannemen, dat er een be- dienster naar het tafeltje toeging. Dat zou in zoo'n gelegenheid zoo iets heel gewoons zijn, dat dit bq de getuigen totaal geen in druk achterliet, zoodat zij bereid zijn er een eed op te doen, dat zij niemand hebben ge zien. Ik geloof, zei Chitterwick, dat dit de moeite waard is om te overwegen". „Het is erg scherpzinnig", zei Judith, niet direct norsch, maar toch zoo, alsof zij er nog heelemaal niet van overtuigd was. „Maar ja, waar bijjft u dan met het be zwaar, dat het geen bedienster geweest kan zjjn?" vroeg Mouse, klaarblijkelijk zijn oor deel niet uitsprekend. „Daar hebt u gelijk in, maar hier komt mijn tweede idee van pas. U zult zien, hoe die elkaar aanvullen. Laten we eens aan nemen, dat de moordenaar een vrouwe lijke medeplichtige had, die als bedienster verkleed was!" Mr. Chitterwick keek zijn metgezellen, zonder zijn trots te verbergen, aan. Deze keer had hij ook bij Judith indruk gemaakt. Zij ging rechtop in haar stoel zitten en keek Chitterwick met groote oogen aan. „Hebt u daar een of ander be wijs voor?" vroeg zij scherp. „Jammer genoeg niet", klaagde Chitter wick. „Maar u zult zien, dat alles vóór mijn vermoeden spreekt. Bedenk maar eens hoe dat de dingen vereenvoudigen zou. Het lost bijna alle problemen op, die met den dood van juffrouw Sinclair in verband staan. Het brengen van de likeur, en het wegne men van het glas, nadat het zijn taak ver vuld heeft, het doen van een paar drup pels vergif in het leege kopje, het in de hand van juffrouw Sinclair stoppen van het fleschje, om dan nog niet eens te spreken van den, zoo geruimen tijd na het vertrek van den man, ingetreden dood, en kijkt u dan eens, hoe gemakkelijk het voor hem zou worden, zich vrij te pleiten in geval men hem van de misdaad zou verdenken. Al die kleine moeilijkheden verdwijnen, verdwijnen als sneeuw voor de zon". „Maar hoe is zoo iets nu mogelijk?" vroeg Judith belangstellend. „Ik zie direct in, dat het van ons standpunt gezien, het geval vereenvoudigen zou, maarhoe kan iemand zich nu voor een paar minuten als kellnerin verkleeden, zonder dat het be merkt wordt? Het is een buitengewoon idee, maarZij schudde haar hoofd. „Ik geloof niet, dat het onmogelijk is", hield Chitterwick overtuigd vol. „U kunt er van op aan, dat ik heel wat over dit punt heb nagedacht en hoe meer ik alles overweeg, des te gemakkelijker vind ik, dat het plan uit te voeren was. Ga maar eens even na. De schuldige hoefde heele maal niet met de andere kellnerinnen in aanraking te komen. Het geval is vanzelf sprekend van te voren bestudeerd en er is natuurlijk voor gezorgd, dat zij niet langer dan een paar minuten in de, laten we zeg gen, gevaarlijke zone behoefde te blijven. Ongetwijfeld hield zij zich vooraf ergens verborgen, totdat de man de hall uitkwam en haar mededeelde, dat alls in orde was, en daarna was haar heele taak, om een glas op een dienblad naar binnen te bren gen en wie zou haar dit beletten het bij juffrouw Sinclair neer te zetten en af te wachten tot zij de noodige hoeveelheid op gedronken had, en dat was eigenlijk het eenige gevaarlijke moment het weer weg te nemen en meteen het fleschje, dat zij bij zich had, in de hand te stoppen, en er vandoor te gaan. Tamelijk eenvoudig dus. In een kleinere zaak zou het veel moeilijker geweest zijn, maar in de hall van Piccadil ly Palace zijn zooveel diensters, dat zij el kaar allen nauwelijks van gezicht onder scheiden kunnen. lederen dag doemen er nieuwe gezichten op. Zij moesten natuurlijk een oogenblik afwachten, dat de juffrouw, die in dit rayon bediende, even naar het buffet was. Ook dat kan geen bezwaar op leveren. Zij hoefde alleen maar met haar dien blad te loopen alsof zij het erg druk had en niemand zou op haar letten. Het lijkt mij, dat dit plan juist door zijn groo- ten eenvoud zoo geniaal is. Natuurlijk ga ik bij verschillende dingen van veronder stellingen uit, b.v. dat de man op een of andere manier zorgde voor de likeur en dat hij er zeker van was, dat juffrouw Sinclair die drinken zou, en dat de hoeveelheid ver gif die er in was, voldoende zou zijn, om bij het kleinste slokje al doodelijk te werken. Ik zie verder geen hindernissen. Het flesch je moest bij de kurk vasthouden om geen vingerafdrukken na te laten. Zij kon on opvallend dicht bij juffrouw Sinclair komen door net te doen of zij iets opraapte. Ik ben er van overtuigd, dat de moord op die ma nier begaan is". Chitterwick was door zijn ijver rood geworden als een kalkoensche haan. (Wordt vervolgd)'.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5