DE SPANNING IN BELGIË
KRONIEK VAN DEN DAG
De nieuwe
een... zeekafenderl
De Amateur
Detective
koop SUNLIGHT ZEEP
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DINSDAG 14 NOVEMBER 1939. No. 269.
Barensweeën.
BESTEL
NOG
HEDEN!
flngez. Med.j
Een onbestemd gevoel van angstmaar
bewustheid van kracht en moed.
Geruchten, die geen van alle
juist bleken.
NIEUWE BELASTINGEN.
Belgische waardeering voor
Minister Van Klef fens.
tkij.
IIngez. Med.)
i»
-»O
Zooals te verwachten was, bevatten de
antwoorden, welke Koning George van En
geland en de president der Fransche repu
bliek, Lebrun, op het aanbod van goede
diensten van Koningin Wilhelmina en de
Koning der Belgen, hebben gegeven,
geenerlei nieuwe gezichtspunten tot een
herstel van den vrede op korten termijn.
Men blijft te Londen en Parijs vasthouden
aan de these, dat Duitschland „aangedaan
onrecht goed moet willen maken", indien
er sprake van vredesonderhandelingen zal
zijn.
Het wachten is nu op het Duitsche ant
woord, dat naar alle waarschijnlijkheid
«venmin eenig nieuw perspectief zal ople
veren. De Duitsche reactie op den inhoud
der nota's van Koning George en president
Lebrun laat te dezen aanzien weinig te ho
pen. Weliswaar is te Den Haag verklaard,
dat men aldaar de deur nog niet toegesla
gen acht, doch vermoedelijk moet dit zoo
opgevat worden, dat zij formeel op een kier
blijft staan: de kier, waardoor het Duitsche
antwoord naar binnen zal glijden. „De
nota's uit Londen en Parijs saboteeren bij
voorbaat bewust de vredesbemiddelingspo
ging", zoo liet het Duitsche nieuwsbureau
gisteren weten. Op grond van die uiting
kan men den inhoud van het Duitsche ant
woord wel zoo ongeveer gissen. Het is niet
aan te nemen, dat Berlijn veel water bij zijn
wijn zal doen, nu Londen en Parijs dat al
vast hebben nagelaten.
Het is tragisch in de volle beteekenis van
het woord, dat er opnieuw zooveel geleden
zal moeten worden, voor de „nieuwe we
reld", welke zonder den minsten twijfel ge
boren staat te worden. Barensweeën zou
men al de pijn, welke reeds wordt onder
gaan en welke straks vermoedelijk nog zeer
veel heviger zal worden, kunnen noemen.
Maar hierin zit toch een wonderlijk iets,
dat rust geeft aan het gemoed, althans aan
het gemoed, dat zich er levendig van be
wust is, hoe alle verschijnsel voortvloeit
uit den ondoorgrondelijken wil der Voor
zienigheid. Minister De Geer heeft het giste
ren in zijn radio-rede zoo treffend gezegd:
„Indien wij onzen plicht doen, kunnen wij
de uitkomst rustig overlaten aan Hem, die
weet wat wij noodig hebben en die zich
nooit vergist".
Het is ons niet gegeven, vooruit te zien,
wat er zal ontstaan uit de beproevingen,
welke de menschheid in deze ure der his
torie noodwendig moet ondergaan. Wij kun
nen alleen weten, maar dat dan ook met
een volstrekte zekerheid, dat zich een oor
deel voltrekt, waarvan de beteekenis te
eeniger tijd geopenbaard zal worden.
Het is zoo gemakkelijk, om in een tijds
gewricht als het huidige met steenen te
werpen. Men denke liever aan dat zinrijke
woord van Jezus: „Wie zonder zonde is..."
De mensehen, die zulk een groote rol spe
len in de tragedie onzer samenleving zijn
werktuigen; werktuigen in de hand der
Voorzienigheid. Men vergete dat nooit:
Ook hun lot is bepaald, ook zij zijn onder
worpen aan het oordeel, dat wij niet ken
nen, maar dat gesteld werd door den eeni-
gen Rechtvaardige.
De maten, waarmede wij plegen te me
ten zijn zoo gebrekkig, zoo hopeloos onvol
komen. Ach, zijn het niet veelal de angst
en de vrees, dat ons persoonlijk welzijn
wordt bedreigd, welke ze ons doen han-
teeren? Wij moeten probeeren daarover
heen te komen, in het besef, dat in laatste
instantie niets ons kan deren, als wij ver
trouwen hebben op het Eenige, dat ons
volle vertrouwen waard is.
Zeer duidelijke kalender, met 6 prachtige afbeeldingen van klipperxehepea
Mooier en kleurrijker dan ooit! Bij inaendiag ran 8 postzegels aan 5 cent of
Bever nog storting aan 40 cent op postrekening Nr. 262910, volgt
toezending. Verschijning begin December, maar bastei nog heden om later
teleurstelling se voorkomen.
THEE-PROPAGANDABUREAU, Afd. Sé HEERBNGR. 182, AMSTERDAM-C.
NEDERLANDSCH SCHIP VIJF WEKEN
OPGEHOUDEN.
Zaterdagavond omstreeks zes uur is het
ruim 9000 ton groote m.s. „Kota Agoeng"
van den Rotterdamschen Lloyd te Rotter
dam aangekomen. Het schip heeft bijna een
maand in Engeland gelegen ën was tevo
ren reeds een week in Marseille opgehou
den. Een deel van de lading moest worden
achtergelaten.
(Van onzen correspondent)
BRUSSEL, 11 Nov. 1939
De bemiddelingspoging van Koningin
Wilhelmina en Koning Leopold heeft aan
leiding gegeven tot een commentaar waar
aan niets moet worden toegevoegd De
plotselinge reis van Koning Leopold heeft
in Belgie bij het volk onmiddellijk een ge
voel doen ontstaan dat er ernstige ge
beurtenissen op til waren te achten en dat
het koninklijke telegram tevens een po
ging was te noemen, een uiterste poging
om een bepaald gevaar af te wenden. Wij
trachten hier niet te doorgronden, slechts
te registreeren De openbare meening heeft
zich echter onmiddellijk achter den Ko
ning geschaard en wij zouden hier een ty
pische bloemlezing kunnen maken van de
vele uitlatingen die in Belgie zijn ver
schenen over de vorstelijke boodschap aan
de oorlogvoerenden landen, waarin blijk
wordt gegeven van de eensgezinde ge
voelens, waarin het Nederïandsche voik
en de Belgen verkeeren. De wil tot zelf
standige neutraliteit is Volledag politiek,
militair, economisch. De hoofdtoon, die
men aantreft, is, dat het land zich even
sterk moet verzetten tegen een poging om
het te doen deelnemen aan een continen
tale blokkade tegen de Geallieerden, als
tegen een druk, om de normale handels
betrekkingen met Duitschland niet voort
te zetten. Een christelijk-democratisch or
gaan „La Cité Chrétienne" schreef: „Bel
gie en Nederland staan aan een keerpunt
van hun geschiedenis Wij hebben steeds
hun samenwerking voorgestaan met het
doel den vrede te dienen. Hun gemeen
schappelijke stap van heden laat het beste
hopen voor een nauwere samenwerking.
Wij hebben alle reden om ons er over te
verheugen."
Men vraagt zich intusschen met be
zorgdheid af, welken vorm dit keerpunt,
zal aannemen Heft angstig gevoel dat
zich heeft ontwikkeld, steunt eigenlijk
niet op vaste gegevens. Eenerzijds is er
de toon van de Duitsche pers ten opzich
te van de neutralen Anderzijds zijn er de
geruchten over de concentratie van Duit
sche troepen aan de Nederïandsche grens.
De regeering heeft ook aanvullende mili
taire maatregelen genomen, nl. de oproe
ping van nieuwe reservisten, waarvan
weliswaar de oproeping was voorzien se
dert een maand, om hen opnieuw te oefe
nen en die overigens niet zoo bijzonder
talrijk zjjn. Anderzijds werd vernomen,
dat maatregelen zijn genomen in verband
met het scheepvaartverkeer op het Al-
bertkanaal, dat evenwel niet werd stop
gezet. Tenslotte deden allerlei geruchten
de ronde volgens dewelke te Brussel zoo
wel als in Den Haag een stap was gedaan
van Duitsche zijde, die zooveel beteekende
als een ultimatum. Zelfs in journalistieke
kringen te Brussel werd op zeker oogen-
blik aan dezen stap geloofd. Men weet
dat intusschen een beslist dementi werd
gegeven.
Een ander gerucht dat hier werd ver
spreid in allerlei kringen was dat het
Duitsch-Nederlandsch grensverkeer was
stopgezet, dat de grens practisch was ge
sloten en dat zulks hierna ook het geval
was geworden met de Belgische grens.
Dit bleek vervolgens alles valsch të zijn
Vandaag is de atmosfeer weer verbeterd.
De openbare meening blijft evenwel onder
spanning, omdat geen definitieve mede-
deelingen werden gedaan nopens de blijk
baar gewijzigde omstandigheden, waarin
het land zich bevindt Naast de militaire
maatregelen komt men ook onder den
indruk van de omstandigheid dat de heer
Denis, minister van landsverdediging, Vrij
dagavond een rede moest houden, die was
aangekondigd voor de radio, over de op
vorderingen en daden van de militaire
overheid die van invloed zijn op de eco
nomie van het land en deze rede niet
heeft plaats gehad De Vlaamsche tekst
van de rede werd wel voorgelezen door
minister Vanderpoorten voor de Vlaam
sche radio Niettemin vroeg het publiek
zich af waarom de minister van Lands
verdediging was verhinderd geweest en
dadelijk heeft iedereen daarop het ongun
stigste antwoord gegeven. De minister,
zoo heette het, werd verhinderd door de
voorbereiding van de algemeene mobilisa
tie. De ministerraad heeft, zoo is van
daag medegedeeld, een belangrijke bespre
king gehouden. Het Brusselsche blad „La
Dernlère Heure" heeft den volgenden in
druk medegedeeld: „Het is niet overdre
ven te denken dat de Raad de verschillen
de vraagstukken heeft onderzocht die zich
zouden voordoen voor België bij een aan
val op België." Na de vergadering van
den kabinetsraad werd het gebruikelijke
communiqué niet gedaan. Wel werd ver
nomen dat de eerste-minister Pierlot, de
minister van Buitenlandsche Zaken, Spaak
en de minister van Landsverdediging voor
de vergadering een onderhoud hadden ge
had met den Koning, in het paleis te La
ken.
Men heeft den indruk dat het publiek
spoedig klaar zal kunnen zien in den toe
stand en een optimistisch gevoel blijft be
staan, dat alles tenslotte terecht zal ko
men. Men kan tevens ervaren, dat het
publiek op alles voorbereid is en bereid
is alles moedig te aanvaarden in het be
wustzijn van kracht en eensgezindheid De
regeering, die ook de besluiten heeft af
gekondigd in verband met de rantsoenee
ring van enkele producten, zonder dat tot
deze rantsoeneering onmiddellijk wordt
overgegaan, heeft nu ook maatregelen ge
nomen waarbij een klein Waalsch orgaan
niet meer zal worden vervoerd door de
spoorwegen en niet meer zal worden be
steld door de post. Dezelfde maatregel is
genomen ten opzichte van het Vlaamsche
communistische weekblad „Het Vlaam
sche Volk". Eenzelfde maatregel was in
beginsel besloten tegen het rexistische
dagbladorgaan „Le Pays Réel", wegens
het voortdurend publiceeren van anti-En-
gelsche artikelen. Een dergelijke maatre
gel zou op het huidige oogenblik prac
tisch de verschijning en verspreiding van
het orgaan verhinderen De regeering
heeft grondwettelijk niet het recht bladen
te verbieden,. De censuur bestaat niet
Maar de heer Degrelle heeft den minister
van justitie opgezocht en heeft te kennen
gegeven,, dat het zijn bedoeling niet is
geweest het land te schaden en dat hij
zich verplicht een meer bezadigden toon
aan te slaan en zich të hoeden voor over
drijving. Hierop is de maatregel tegen
„Le Pays Réel" ingetrokken.
De toestand is van dien aard dat de
regeering het oogenblik gunstig heeft ge
acht om uit te pakken met bijzonderhe
den nopens de fiscale ontwerpen,. De heer
Gutt, minister van financiën, heeft in de
vereenigde commissies van Kamer en Se
naat een uiteenzetting gegeven waaruit
blijkt dat nieuwe belastingen worden in
gevoerd die worden becijferd op 1,443 mil-
lioen frank. Er zal een taks worden in
gevoerd op de uitzonderlijke winsten van
70 percent, met terugbetaling indien de
belanghebbende het daaropvolgend jaar een
verlies zou lijden van 30 t.h. der getax
eerde winst. De bestaande crisisbelasting
wordt met een tiende verhoogd De be
drijfsbelasting wordt verhoogd met twee
tienden. De mobiliënbelasting ondergaat
een verhooging van een tiende De jaar-
lijksche rijbelasting op de auto's wordt
eveneens met een tiende verhoogd terwijl
een nieuwe belasting wordt ingevoerd op
de personen die vrijgesteld zijn van mi
litairen dienst, en een nieuwe belasting
op de wnisten van de electriciteitsmaat-
schappijen. Wat de onrechtstreeksche be
lasting betreft, wordt de overdrachtstaks
of omzetbelasting gebracht van 2,75 op
3,50 t h. terwijl de belasting op de ben
zine met 50 centiemen wordt verhoogd.
De liter benzine zal voortaan in België
3,85 fr. kosten, minimum. Bovendien wor
den de accijnsrechten op lucifers, tabak,
koffie, bier en buitenlandsche vruchten
eveneens verhoogd.
Het is een buitengewone krachtinspan
ning die van de bevolking wordt gevraagd
Maar de atmosfeer, waarin deze nieuwe
opofferingen worden aanvaard, blijkt wel
hieruit dat de genoemde parlementaire
commissies van elke bespreking hebben
afgezien. Met berusting worden zij aan
vaard De regeering was zeker oogenblik
„De evenwichtige, genuanceerde redevoe
ring van den Nederlandschen minister van
Buitenlandsche Zaken, een meesterstuk van
fijnheid en diplomatie, heeft plotseling de
aandacht van Europa gevestigd op deze
nieuwe figuur in het Nederïandsche politie
ke leven, den heer Van Kleffens", aldus
schrijft volgens de Tel. het Brusselsche blad
de „Soir", naar aanleiding van de rede, die
de Nederïandsche minister van Buitenland
sche Zaken in de Tweede Kamer heeft uit
gesproken.
„Hij heeft een eigenaardige silhouet",
vervolgt het blad, „een intelligent, expres
sief gezicht. Mager en lang is de heer Van
Kleffens, een volmaakt type van een Fries.
Wat zijn karakter betreft, hij is zeldzaam
wilskrachtig, energiek en volhardend. Bij
het begin van zijn loopbaan scheen hij niet
voor die diplomatie bestemd. Eenige jaren
lang hield hij zich met belangrijke interna
tionale ondernemingen bezig, tot hij plot
seling van de business naar de politiek over
ging. Hij leidde met bewonderenswaardigen
tact de diplomatieke diensten van het Plein.
Hij onderscheidde zich daar zoodanig, dat
de regeering-Colijn hem tot gezant te Bern
benoemde. Dit was echter ternauwernood
geschied, of jhr. De Geer vertrouwde hem
in zijn regeering de portefeuille van Bui-
tenlandschen Zaken toe. Een enorme taak
kwam onmiddellijk op de schouders van den
nieuwen minister te rusten. Maar wie op
het Plein verkeert, doet er vele lessen op.
Men maakt er zich vertrouwd met de trot-
sche onafhankelijkheidstraditie van Neder
land.
„Reeds bij zijn debuut had de heer Van
Kleffens de taak, de Nederïandsche neutra
liteit te doen eerbiedigen. Hij kweet zich
daarvan met glans. In een tijdsverloop van
enkele weken, verklaarde hij onlangs, had
Nederland het aan den stok met al zijn bu
renbehalve met België, voegde hij er
lachend aan toe. Want de heer Van Klef
fens is een uitstekend vriend van ons land,
die de toenadering tusschen onze beide vol
ken ten zeerste behartigt. Het triomfante
lijk bezoek van koning Leopold aan Den
Haag en Amsterdam verleden jaar is door
hem onder de regeering-Colijn voorbereid.
De heer Van Kleffens is in alle kwesties,
die de beide landen betreffen, hoe ingewik
keld die ook mogen zijn, volkomen op de
hoogte. Hij weet welk groot verschil er be
staat tusschen de Nederïandsche toepassing
van de onzijdigheid, die op langdurige er
varing steunt, en de in België gehuldigde
opvattingen daaromtrent, waar de wonden
uit den jongsten oorlog ternauwernood ge
heeld zijn. Onze minister van Buitenland
sche Zaken heeft in zijn Nederlandschen
collega een loyalen, intelligenten partner,
die er op gesteld is op een verheven plan
de onzijdigheid van zijn land te verdedigen."
van zins geweest ingevolge de volmachten
de financieele ontwerpen kracht van wet
te geven, maar zij heeft zich gehouden
aan de afgelegde belofte, dat zij geen
nieuwe belastingen zou jinvoeren zander
het parlement te raadplegen. Zij heeft dan
ook van de volmachtproceduur afgezien
en de ontwerpen aanhangig gemaakt bij
de Kamer wat in alle politieke kringen
een goeden indruk heeft gemaakt.
ZEEP^LNOMVBEKEIVDEIHERKOMS^J
Naar het Engelsch van
Anthony Berkeley.
42).
„Het doel van het probleem, waarop ik,
.sedert ik u het laatst zag, mijn heele op
merkzaamheid richtte" begon hij op een
schoolmeesterachtigen toon, „was in de eer
ste plaats: hoe heeft men juffrouw Sinclair
het vergif toegediend, en ten tweede: hoe
kwam het fleschje in de hand van juffrouw
Sinclair? U zult zich wel herinneren, dat
ik den avond voor u vertrok, ten sterkste
betwijfelde of het vergif haar wel in de
koffie toegediend was, hoewel de resten in
het kopje sterk met blauwzuur vermengd
waren. Ik ben uitgegaan van het standpunt,
dat het kopje alleen maar een dwaalspoor
voor de politie was.
Daarom ging ik nog eens naar Picca
dilly Palace, om de dienster, die juffrouw
Sinclair bediend had, nog een paar vragen
te stellen. Ik zal u de bijkomstigheden be
sparen; het is voldoende als ik zeg, dat mijn
vragen de juffrouw hielpen herinneren aan
een omstandigheid, die zij heelemaal verge
ten had. Die omstandigheid is de volgende:
zij gelooft inderdaad, op een gegeven oogen
blik een glas op de tafel van juffrouw Sin
clair te hebben gezien, dat waarschijnlijk
met een of andere witte likeur gevuld was".
„Een mirakel", riep Mouse uit, „net wat
u dacht".
„Zoo is het", straalde Chitterwick, en
vertelde verder, wat de juffrouw hem mee
gedeeld had.
„Dit schijnt dus het eene punt op té hel
deren, nietwaar?" ging hij verder.
„Ik twijfel er geen oogenblik aan, dat de
juffrouw dat glas werkelijk gezien heeft en
dat juffrouw Sinclair het vergif in dit glas
is ingegeven. Maar zooals u ziet, staan wij
nu voor een ander raadsel! Wie heeft haar
die likeur gebracht? Ik ben er vast van
overtuigd, dat geen van de diensters dit
deed, want de juffrouw, die ik sprak, heeft
door haar relatie met de tragedie een ze
kere vermaardheid verworven; ik ben er
zeker van, dat haar collega's, die, al was
het ook maar heel gering, met het geval te
maken gehad zouden hebben, zich die sen
satie zeker niet zouden laten ontgaan,
daarom houd ik het voor uitgesloten, dat
dit feit aan hun aandacht ontschoten zou
zijn. Aan den anderen kant hebben wij al die
verklaringen, die bewezen, dat ik de eerste
was, die, na het vertrek van den roodhari
ge, naar het bewuste tafeltje toeging.
Afgaande op hoofdinspecteur Moresby
zijn de getuigen op dit punt heel zeker en
de verklaringen van de vier eersten worden
zelfs nog door twee anderen bevestigd. Ik
geloof dus, dat we overtuigd kunnen zijn,
dat zij waarheid spreken.
De feiten daarentegen toonen duidelijk
aan, dat zij zich vergist moeten hebben.
Hoe kunnen wij dit nu verklaren?"
Chitterwick zag zijn toehoorders onder
vragend aan.
Die twee keken elkaar weer aan, tot
Mouse voor hen beiden het woord deed.
„Dat moet u mij niet vragen" zei hij hul
peloos.
„Ik vroeg het mij zelf af", zei Chitter
wick, „niet één keer, neen, heel veel malen
en ik moet toegeven, dat ik in het eerst
heelemaal geen uitweg zag. Toen kreeg ik
ineens een merkwaardig idee. Of misschien
moet ik juister zeggen twee ideeën, maar
die waren zoo nauw aan elkander verbon
den, dat ik een tijdje noodig had, om ze uit
elkaar te houden. Ten eerste: Zouden niet
al die getuigen iets gezien kunnen hebben,
zonder het hoe zal ik het uitdrukken
Als wij gedachteloos zijn, brengt
een kind ons tot nadenken door zijn
vragen.
Pierson.
iiiiiimiiiiiiiiii
op te merKen?"
Weer hield Chitterwick een kleine pauze.
„Daar kan ik niet bij", zei Mouse.
Chitterwick zag er wat terneergeslagen
uit. „Ach, lieve hemel, ik weet niet hoe ik
het duidelijk kan maken. Het is zoo moei
lijk om het theoretisch uit te drukken. Mis
schien kan ik het zoo uitleggen: Zou het
mogelijk kunnen zijn, dat de oogen van ge
tuigen, zooiets doodgewoons hebben gezien,
dat het geen indruk op hun geest gemaakt
heeft? Met andere woorden: Kunnen zij be
weren, dat geen der gasten van Piccadilly
Palace naar juffrouw Sinclair toeging, en
toch ernaast zijn, als zij zeiden dat niemand
dat deed?"
„Zeg u dat eens, zoodat iedereen u be
grijpen kan", verzocht Mouse. „Ik ben van
daag zeker erg zwaar van begrip".
„U begrjjpt nog steeds niet wat ik bedoel?
Nu dan: laten wij aannemen, dat er een be-
dienster naar het tafeltje toeging. Dat zou
in zoo'n gelegenheid zoo iets heel gewoons
zijn, dat dit bq de getuigen totaal geen in
druk achterliet, zoodat zij bereid zijn er een
eed op te doen, dat zij niemand hebben ge
zien. Ik geloof, zei Chitterwick, dat dit de
moeite waard is om te overwegen".
„Het is erg scherpzinnig", zei Judith, niet
direct norsch, maar toch zoo, alsof zij er
nog heelemaal niet van overtuigd was.
„Maar ja, waar bijjft u dan met het be
zwaar, dat het geen bedienster geweest kan
zjjn?" vroeg Mouse, klaarblijkelijk zijn oor
deel niet uitsprekend.
„Daar hebt u gelijk in, maar hier komt
mijn tweede idee van pas. U zult zien, hoe
die elkaar aanvullen. Laten we eens aan
nemen, dat de moordenaar een vrouwe
lijke medeplichtige had, die als bedienster
verkleed was!" Mr. Chitterwick keek zijn
metgezellen, zonder zijn trots te verbergen,
aan.
Deze keer had hij ook bij Judith indruk
gemaakt. Zij ging rechtop in haar stoel
zitten en keek Chitterwick met groote
oogen aan. „Hebt u daar een of ander be
wijs voor?" vroeg zij scherp.
„Jammer genoeg niet", klaagde Chitter
wick. „Maar u zult zien, dat alles vóór mijn
vermoeden spreekt. Bedenk maar eens hoe
dat de dingen vereenvoudigen zou. Het lost
bijna alle problemen op, die met den dood
van juffrouw Sinclair in verband staan.
Het brengen van de likeur, en het wegne
men van het glas, nadat het zijn taak ver
vuld heeft, het doen van een paar drup
pels vergif in het leege kopje, het in de
hand van juffrouw Sinclair stoppen van het
fleschje, om dan nog niet eens te spreken
van den, zoo geruimen tijd na het vertrek
van den man, ingetreden dood, en kijkt u
dan eens, hoe gemakkelijk het voor hem
zou worden, zich vrij te pleiten in geval
men hem van de misdaad zou verdenken.
Al die kleine moeilijkheden verdwijnen,
verdwijnen als sneeuw voor de zon".
„Maar hoe is zoo iets nu mogelijk?" vroeg
Judith belangstellend. „Ik zie direct in, dat
het van ons standpunt gezien, het geval
vereenvoudigen zou, maarhoe kan
iemand zich nu voor een paar minuten als
kellnerin verkleeden, zonder dat het be
merkt wordt? Het is een buitengewoon
idee, maarZij schudde haar hoofd.
„Ik geloof niet, dat het onmogelijk is",
hield Chitterwick overtuigd vol. „U kunt
er van op aan, dat ik heel wat over dit
punt heb nagedacht en hoe meer ik alles
overweeg, des te gemakkelijker vind ik,
dat het plan uit te voeren was. Ga maar
eens even na. De schuldige hoefde heele
maal niet met de andere kellnerinnen in
aanraking te komen. Het geval is vanzelf
sprekend van te voren bestudeerd en er is
natuurlijk voor gezorgd, dat zij niet langer
dan een paar minuten in de, laten we zeg
gen, gevaarlijke zone behoefde te blijven.
Ongetwijfeld hield zij zich vooraf ergens
verborgen, totdat de man de hall uitkwam
en haar mededeelde, dat alls in orde was,
en daarna was haar heele taak, om een
glas op een dienblad naar binnen te bren
gen en wie zou haar dit beletten het
bij juffrouw Sinclair neer te zetten en af te
wachten tot zij de noodige hoeveelheid op
gedronken had, en dat was eigenlijk het
eenige gevaarlijke moment het weer weg
te nemen en meteen het fleschje, dat zij
bij zich had, in de hand te stoppen, en er
vandoor te gaan. Tamelijk eenvoudig dus.
In een kleinere zaak zou het veel moeilijker
geweest zijn, maar in de hall van Piccadil
ly Palace zijn zooveel diensters, dat zij el
kaar allen nauwelijks van gezicht onder
scheiden kunnen. lederen dag doemen er
nieuwe gezichten op. Zij moesten natuurlijk
een oogenblik afwachten, dat de juffrouw,
die in dit rayon bediende, even naar het
buffet was. Ook dat kan geen bezwaar op
leveren. Zij hoefde alleen maar met haar
dien blad te loopen alsof zij het erg druk
had en niemand zou op haar letten. Het
lijkt mij, dat dit plan juist door zijn groo-
ten eenvoud zoo geniaal is. Natuurlijk ga
ik bij verschillende dingen van veronder
stellingen uit, b.v. dat de man op een of
andere manier zorgde voor de likeur en dat
hij er zeker van was, dat juffrouw Sinclair
die drinken zou, en dat de hoeveelheid ver
gif die er in was, voldoende zou zijn, om bij
het kleinste slokje al doodelijk te werken.
Ik zie verder geen hindernissen. Het flesch
je moest bij de kurk vasthouden om geen
vingerafdrukken na te laten. Zij kon on
opvallend dicht bij juffrouw Sinclair komen
door net te doen of zij iets opraapte. Ik ben
er van overtuigd, dat de moord op die ma
nier begaan is". Chitterwick was door zijn
ijver rood geworden als een kalkoensche
haan.
(Wordt vervolgd)'.