KRONIEK VAN DEN DAG j Detective 12 De Amateur „Geen gedicteerde vrede, maar overeenstemming De wereld moet doellooze ambities laten varen, zegt Roosevelt. ■nAKKEÜTJE. Wat het Nederlandsche leger iedere week verorbert. uwsche1 genhei- twe en, Zeeuw- bonte 2,25; >—2,80;; |]Rg S. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN MAANDAG 13 NOVEMBER 1939. No. 26S. Een en twintig jaar WOLFAARTSDIJK Engeland zou zyn bevoor rechte positie niet willen handhaven! „De nieuwe, betere wereld moet komen." Distributie van meer artikelen gevraagd. Het douane-onderzoek aan de Nederlandsch-Belgische grens te Esschen. Ook repatrieering van Duitschers uit Denemarken? Goedkoope verzending van St. Nicolaaspakketten aan militairen. EEN BUREAU „ONTRUIMING" VOOR DEN AFVOER VAN VEE INGESTELD, Een Britsche stem ten gunste van het vredesinitiatief. Neem (Ingez. Med.) Alleen voor brood 400 ton meel, 4500 kg gist en 8000 kg zout noodig DE RANTSOENEN IN CIJFERS. 3 6—3,50 -ooff. z.; K» (D.Z.) 1939. en C. 4 j. jm. jes met wollen bébé kee- Mej. >urg. immmm 0 In tal landen, die in den wereldoorlog betrokken zijn geweest, is Zaterdag de wa penstilstandsdag weer gevierd. Op 11 No vember 1918 kwam er een einde aan de gruwelijkste aller slachtingen, welke de menschheid in haar domme wanen tot dus ver aanrichtte. De overwinnaars maakten van dezen llden November een jaarlijksche nationale herdenking, niet uitbundig, maar ernstig en plechtig, onder de leuze: „nooit meer oorlog". Dit jaar is de herdenking, de leuze ten spijt, gehouden moeten worden onder het gedonder van kanonnen en het geloei van de waarschuwingssirenes der luchtbescherming Eigenlijk is deze keer maar op een plaats de herdenking zinrijk geweest: te Brussel, omdat ze hier gevierd werd door een klein volk in beklemming, dat zich de ontzetting van den verschrikkelijken krijg nog maar al te levendig herinnert en zich evenals het Nederlandsche schrap heeft gezet, om er niet opnieuw in betrokken te worden. Om tien uur ving in de Belgische hoofd stad een défilé aan van vereenigingen van oud-strijders, die zich naar het graf van den onbekenden soldaat begaven. Om kwart voor elf werd deze eerste optocht gevolgd door een officieelen stoet die het parle mentsgebouw verliet en zich eveneens naar het Congresplein begaf. Vooraan gingen de presidenten van de Kamer en den Senaat, daarna volgde de minister-president en de andere leden van de regeering. Alleen de minister van verkeersmiddelen Marck, was afwezig tengevolge van een lichten griep aanval. Ook de ministers van staat en tal rijke leden van de Kamer en den Senaat, de leden van de gedeputeerden staten van Bra bant, het college van wethouders van Brus sel en de burgemeester van de verschillende Brusselsche voorsteden, stapten mede in den stoet. Om elf uur verscheen Koning Leopold, vergezeld van Prins Karei en het jonge Prinsje Boudewijn, alsmede van de leden van zijn militaire hof. Toen de auto vlak voor het pleintje, dat naar 'het graf van den onbekenden soldaat leidt, stilhield, weerklonk het volkslied, gespeeld door een regimentskapel. Troepen van het Brussel sche garnizoen presenteerden het geweer. De koning en de beide Prinsen begaven zich naar het graf en legden er een krans van chrysanten neer; een andere krans van ro zen werd neergelegd uit naam van Konin gin Elisabeth. Over het plein hing een in drukwekkende stilte. Precies elf uur klonk een kanonschot ten teeken van het begin van een minuut volkomen stilte. Toen het tweede kanonschot weerklonk, kwamen de Koning en zijn gevolg weer naar boven. De klokken van alle torens begonnen te luiden. De voorzitters van de Kamer en den Se naat legden op hun beurt kransen op het symbolische soldatengraf. Ook de Brussel sche autoriteiterv hadden bloemen meege bracht. De plechtigheid werd besloten met een défilé van patriottische vereenigingen en scholen van de stad Brussel, alsmede van afdeelingen behoorende tot de verschillen de militaire wapenen. Geen woord werd er gesproken dus bij deze herdenking. Daarom ook was ze zoo zinrijk. We hebben den laatsten tijd al meer woorden kunnen hooren dan ons lief is: woorden uit den mond der strijdenden, die bewezen, hoe ook in deze bange ure der ge schiedenis de mensch gevangen is in zijn wanen en blind voortijlt naar de catastrofe. „Nooit meer oorlog". Op 11 November 1918 werd een wapenstilstand gesloten. Maar er volgde geen werkelijke vrede op. Een en twintig jaar duurde de wapenstil stand onder het mom van een vrede, die ge dicteerd was uit kortzichtigheid en haat. Zal de krijg, die thans wordt voortgezet, in staat zijn, om verblinden de schellen van de oogen te doen vallenLaten we niet wanhopen. Laten we ons vertrouwen stellen op een hooger heil dan van men- schen komt, zwijgend, en doende wat onze hand vindt te doen. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent M. KLOOSTERMAN. 99 Sir Edward Grigg, parlementair secre taris van het Britsche ministerie van voor lichting heeft een rede gehouden, waarin hij sprak over de doeleinden van den oor log. Grigg zeide: Wij wenschen geen gedic- teerden vrede, doch een vrede door over eenstemming, waaraan alle volken, met in begrip van het Duitsche, hun deel zullen hebben. Wij wenschen een vrede, welke ge waarborgd is door algemeene goedkeuring, géén vrede gewaarborgd door de kracht van twee of drie overheerschende mogendheden, terwijl de andere volken zwak en ontwapend blijven. Wij zullen streven naar oeconomi- sche welvaart niet alleen voor de overwin nende landen, doch voor Europa als geheel. De staten van Europa zullen, naar spr. hoopt, tot het inzicht komen, dat zonder samenwerking op een schaal, welke in het verleden onbekend was, zij kunnen hopen veilig noch welvarend te zijn. Wij moeten er naar streven, dat tot stand te brengen door iedere mogelijke bijdrage te leveren voor het gemeenschappelijk welzijn. Door Duitschland en Rusland wordt gezegd, dat (Wij dezen oorlog zijn ingegaan om de im perialistische overheersching van Europa en andere deelen der wereld te handhaven, aldus Grigg. Dat is een leugen. Wij wen schen niets anders dan de vrijheid, hoogere levensstandaarden en een overvloediger le ven voor ons eigen vlok en voor alle vol ken onder de zon. Hoe langer de strijd zal duren, hoe groo- ter het te herstellen verlies. Grigg had in den aanvang van zijn rede nog verklaard, dat het eerste beginsel, dat door Chamberlain was uitgesproken, was, dat Engeland niet naar territoriale ver overigen voor onszelf streven. „Dat was niet ons beginsel in 1919 aldus spr. doch niets moet ons daarvan aan het einde van dezen oorlog weerhouden. Groot-Brittanië heeft geen enkele terri toriale ambitie en het heeft niét den wensch zijn uitzonderlijk bevoorrechte positie te handhaven, waarbij zijn groote hulpbronnen aan de overige wereld zouden worden ont zegd. Het is tijd en meer dan tijd, dat de na ties van Europa de beschaving in Europa en elders zien als een gemeenschappelijken last en wij wenschen niet de exclusieve con trole van de welvaart van andere continen ten voor onszelf". Koningin Elisabeth van Engeland heeft Zaterdagavond in verband met den Wapen stilstandsdag een radioboodschap gericht tot de vrouwen van het Britsche rijk, waar in zij haar dank zeide voor de wijze, waar op zij de oproep tot het toonen van ziels kracht en zelfopoffering beantwoord had den. „Wij hebben niet minder dan de man nen vitalen arbeid te verrichten", zeide de Koningin, die voorts verklaarde: „De vrou wen van alle landen haken naar den dag, waarop het mogelijk zal zijn een begin te maken met den opbouw van een nieuwe, betere wereld, waar vrede en goede wil zullen wonen. Die dag moet komen. Intus- schen zou ik U allen een boodschap van hoop en aanmoediging willen geven. Wij hebben allen een rol te spelen en ik weet, dat gij in de uwe niet in gebreke zult biy- ven. Eerst wanneer wij een duurzamen vre de hebben gewonnen, zullen wij vrij zijn, om onbelemmerd te werken voor een groo- ter geluk en welzijn van de geheele mensch heid. Wij stellen ons vertrouwen in God, Die onze toevlucht en kracht is in alle tij den van beroering. Ik bid met geheel mijn hart, dat Hij U altijd moge zegenen, leiden en behoeden." Reuter meldt uit Washington: President Roosevelt heeft Zaterdag in een radiotoe spraak van vijf minuten gezegd: „De we reld heeft een nieuwen, beteren vrede noo dig, een vrede, welke de menschen zal noodzaken de wapens van haat neer te leg gen, welke gebruikt zijn om hen te verdee- len. Ook moet zij de doellooze ambities la ten varen, die vrees in het leven hebben ge roepen, de ambities, die tot geen nuttig doel dienen. Wij zoeken een taal, waarin de nabuur tot den nabuur spreken kan, waar in menschen tot menschen kunnen spreken en waardoor de gewone men.schelijke in stincten, die overal gevonden worden, uit drukking zullen kunnen vinden door weg neming van de vrees." Roosevelt hield zijn toespraak na zijn te rugkeer uit Arlington, de nationale begraaf plaats, waar hij een krans had gelegd op het graf van den onbekenden soldaat. In een adres aan den minister van Econ. Zaken, hebben de besturen van de lande lijke vereenigingen van verbruikscoöpera ties hun instemming betuigd met de motie ven, welke de minister in zijn radiorede van 1 November j.l. heeft aangevoerd voor de invoering van de suiker distributie. Deze besturen meenen evenwel te moeten constateeren, dat een deel der verbruikers t.a.v. bepaalde artikelen nog steeds door gaat met grootere hoeveelheden te koo- pen, dan voor een normale behoefte nood zakelijk is. Zij meenen dit te mogen aflei den uit de abnormale hooge omzetten in de levensmiddelenbedrijven in de laatste maan den. Gezien de abnormale hooge afname van een deel dezer verbruikers, kan het niet anders of het niet koopkrachtige deel der bevolking, of zij die uit gemeenschapszin niet meer dan normaal willen koopen, moe ten velerlei moeilijkheden ondervinden bij het verkrijgen van deze artikelen. Dit blijkt in de practijk ook zoo te zijn. De besturen wijzen er op, dat de distri butie van suiker een einde gemaakt heeft aan de onrechtvaardige verdeeling van dit artikel. Zij meenen, dat het voor de groote massa een uitkomst zou zijn, wanneer deze maatregel ook getroffen werd voor bepaal de artikelen, die nu vallen onder de rant soeneering der bedrijven. Zij noemen o.a. zeep, rijst, thee, olie en vet. De Nederlandsche Kamer van Koophan del voor België en Luxemburg heeft een verzoek gericht tot de Belgische regeering, teneinde het douane-onderzoek en de pas- sencontröle te Esschen, evenals vroeger, in den trein te doen plaats vinden. Uit Tonder in het Deensche Zuid-Jutland wordt gemeld, dat de 1400 aldaar wonende Duitschers Zaterdag biljetten hebben ont vangen van het Duitsche consulaat te Aabenraa, waarop zij moeten invullen hun geboortedatum, of zij gehuwd zijn en kin deren hebben, welke banden hen verbinden met Denemarken, of zij een zaak hebben, enz. De vragenlijst wordt beschouwd als een eerste teeken voor een mogelijke repatri eering van de Duitsche minderheid. Tot dusver is het onderzoek beperkt ge bleven tot hen, die nog het Duitsche staats burgerschap bezitten en waarvan velen eigenaars zijn van groote zaken. (Zooals men weet, is Zuid-Jutland bij het Verdrag van Versailles bij Denemarken ge voegd. Rel.) St. Nicolaaspakketten aan onder de wa penen zijnde militairen beneden den rand van officier kunnen, mits aan het betref fende veldpostadres geadresseerd, tegen de helft van het normale tarief worden ver zonden. Een pakketje van 1 kg zal dus 0,10, t/m 2 kg 12%, t/m 3 kg 0,15 kosten. De ter postbezorging van deze pakketten moet in het tijdvak van 27 t/m 30 Novem ber geschieden. Teneinde deze pakketten duidelijk ken baar te maken moeten over het adres op het pakket en op de bijbehoorende adres kaart met inkt twee elkaar schuin snijden de lijnen worden aangebracht. De pakketten zullen omstreeks 5 Decem ber, zooveel mogelijk op dien dag zelf, wor den uitgereikt. Van officieele zijde vernemen wij: In onderling overleg tusschen de minis ters van defensie en van economische zaken is als onderdeel van het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd, inge steld een bureau ontruiming. Aan dit bu reau is opgedragen de voorbereiding en de eventueele uitvoering van den afvoer van vee en landbouwproducten, wanneer uit bepaalde streken des lands daarvan onder bepaalde omstandigheden afvoer noorzake- lijk zou blijken. Het bureau is gevestigd aan het Lange Voorhout No. 3 te 's-Graven- hage. George Lansbury, de pacifist en afgevaar digde van de Britsche Arbeiderspartij, heeft Zaterdag in een te Londen gehouden rede voering verklaard, dat kleine staten een zelfde recht hebben als machtige naties ge hoord te worden. Lansbury steunde den vredesoproep van Koning Leopold en Koningin Wilhelmina. Lansbury zeide: In de laatste drie jaren heeft Leopold Europa al meer gewaar schuwd voor het gevaar van een oorlog en steeds opnieuw zijn zijn oproepen met een stilte, welke bijna een hoon beteekende, behandeld. Het is de plicht van ieder Chris ten man of vrouw zich aan te sluiten bij de vastberaden poging de conferentie en bemiddeling, welke thans worden voor gesteld, te verzekeren. FRANSCH STOOMSCHIP AAN BOMBARDEMENT ONTSNAPT. Een Duitsch vliegtuig heeft kort na het vertrek van een Fransch stoomschip uit een haven aan Het Kanaal naar Engeland twee bommen in zee laten vallen. Aan boord van het schip bevonden zich negentig personen. Niemand werd gewond. Het schip heeft den overtocht kunnen voortzetten. Drie jacht- toestellen hebben het Duitsche toestel ver dreven. In een persconferentie heeft kolonel H. H. Thoden van Velzen, directeur van den Etappen- en Verkeersdienst, een aantal me- dedeelingen gedaan over de organisatie en de werking van deze afdeeling van het Al gemeen Hoofdkwartier Een heel bela'ngrijk onderdeel is de intendance, waarover Kapitein W. Ch. Wensinck het volgende vertelde: De Intendance is in een groote Neder landsche stad gevestigd Zij is de verple- gingsbasis van de troep, die levensmidde len, kleeding enz. naar het Veldleger doet vervoeren,. De etappenmagazijnen putten hun voorraad uit de hoofdmagazijnen Dat de laatste gevuld zijn behoort tot de taak van den hoofdintendant. Hoe komt de soldaat nu aan zijn kuch? In de hoofdmagazijnen ligt de tarwe, waarvan het brood gemaakt wordt Nu heeft de étappen-intendant in „die groote Neder landsche stad" eenige bakkerijen gevor derd In zulk een bakkerij werken twee ploegen, elk 8 uur. Voor de honderdduizenden rantsoenen brood van 7% ons per week zijn iedere week noodig 400 ton meel, 4500 kg gist en 8 ton zout. De verpakking geschiedt in rantsoenen voor 40 man en van 10 man, Een rantsoen voor 10 man heet in de mi litaire wandeling .pasmuntIn gevorderde maalderijen wordt de tarwe tot meel ver malen. Ook in de behoefte aan gist wordt thans in eigen (militair) bedrijf voorzien. De soldaat krijgt 3 ons vleesch „in de beenen", wel te verstaan per dag. Ten dienste van de Intendance zijn er étappen-slachterijen en een étappenkoel- inrichting. Binnenkort is de oprichting te verwach ten van een étappen-vleesch-warenbedrijf voor het maken van lever- en rookworst uit den afval der vleesch- en vetproducten Op een afleverng van 25 a 30 ton worst per week wordt gerekend. Verstrekking- van spek voor de erwtensoep geschiedt na tuurlijk al. Andere artikelen, afkomstig uit de le vensmiddelenmagazijnen, zijn suiker, thee, koffie en zout, die niet in kisten of balen maar in zakken resp. van 2% kg, 0,25 kg, 1 kg en 2 kg verpakt worden. Verder wordt op groote schaal geleverd: kaas, rijst, versche peulvruchten, margarine, aardappelen en groenten, beide laatste producten ook in gedroogden vorm Ha ver, hooi en voederstroo dient den paar den tot voedsel. Als „broodbeleggings-ar- tikelen" noemde kap Wensinck, behalve kaas en koek, ontbijtspek, worst en jam. Er zijn 7 étappenrantsoenen (menu's), waarvan het gebruikelijkste is rantsoen nummer 5: versche groenten, brood en vleesch. En nu een lijstje, dat eenige hoeveelhe den geeft van wat een man per dag krijgt. Alle getallen zijn in kilogrammen Brood 0,75 Koffie 0,02 Kaas 0,10 Rundvleesch 0,30 Vet 0,05 Rijst voor de soep 0,05 Groene erwten 0,25 Peulvruchten 0,35 Spek 0,15 Zout 0,02 Margarine 0,05 Gewone aardappelen 1,25 of 1 Gedroogde aardappelen 0,020 Gedroogde groenten 0,03 Natuurlijk zitten deze 14 producten niet in een rantsoen, maar in verschillende rantsoenen. Enorme hoeveelheden levensmiddelen zijn opgeslagen in de magazijnen, waar de geregeld binnenkomende voorraden machi naal, naar de rantsoenen, worden afgewo gen, welke dan, voorzien van een label, waarop inhoud en gewicht zijn vermeld, in groote partijen worden opgestapeld, van welke stapels dagelijks de noodige rant soenen in de voorrijdende treinen worden geladen. Als eindconclusie kan dan ook gerust gezegd worden, dat aan de voedselvoorzie ning van den Nederlandschen soldaat, zoo wel in hygiënisch opzicht, als wat kwali teit en kwantiteit betreft, door de auto riteiten alle aandacht wordt besteed en dat de Etappen- en Verkeersdienst bij de omvangrijke taak, welke deze dienst moet vervullen, voortreffelijk werk verricht, dat in hooge mate waardeering moet on dervinden. lllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllillllilllllllllllllliililllillliiiiliiiilll'lillp Naar het Engelsch van Anthony Berkeley. 41). Men kan niet beweren, dat de reis naar Ashton-on-Lyne een plezierreisje was. We zullen het, kort, even weergeven. Hij was 's morgens vroeg vertrokken en kwam juist tegen lunchtijd in een rookerigen nevel, die Ashton en de omliggende plaatsen omhul de, aan. Hij had in het zg. beste hotel van de stad gegeten, waar men hem het slecht ste eten voor den hoogsten prijs voortzette. Hij had een taxi genomen, teneinde zich, over erbarmelijk slecht geplaveide straten, naar de Southowram Villas, een lange, treurige rij vervallen huizen, te laten bren gen. Ieder huis was van het trottoir ge scheiden door een zes voet breede strook gras. Toen hij op No. 47 op de deur klopte, vertelde men hem, dat mijnheer Ings niet thuis was. Waar hij dan was. Misschien in het missiehuis. Waar dat stond. De eerste straat rechts, de tweede links, de derde links, dan stond hij er recht tegenover. Chitterwick wandelde de eerste rechts, de tweede links en de derde links en had een grooten steun aan de gedachte, dat hij nu echt detectivewerk deed. Hij stond voor een huis, dat opgetrok ken was uit baksteenen, die indertijd rood geweest moesten zijn. De ramen zagen er onnoemelijk smerig uit. Buiten hing een bord, waarop te lezen stond, dat mijnheer Jas. Hall Ings a.s. Zon dag in de Ware Evangelische Kerk een preek zou houden, onder den titel „Toon berouw of wees vervloekt". De heer Ings scheen zich daarbinnen al van te voren een beetje in berouw toonen aan het oefenen te zijn. Chitterwick tikte met den knop van zijn wandelstok op de ijzeren deur, wat nog al lawaai maakte, zoodat de predikant al spoedig op den drempel verscheen. Hij was een lange ma gere man, tamelijk kaal, met een woesten baard en om de een of andere, zij het ook godsdienstige, oorzaak, droeg hij een ouder- wetsche lange jas, een schiller-kraag met blauwe das, die een groot deel van zijn schralen, pezigen hals aan den belangstel lenden bezoeker liet zien. Over een stalen bril keek hij Chitterwick welwillend aan. „Bent u James Hall Ings?" vroeg Chit terwick zenuwachtig. „Die ben ik, broeder", antwoordde de predikant. Chitterwick kromp even in elkaar, maar was direct weer bij zijn positieven. „Ik had gehoopt u in Piccadilly Palace te treffen, toen u daar in Juni was", loog hij er lustig op los. „Is het werkelijk?" „Ja, u was daar toch, niet waar?" „Ik ben daar geweest, broeder", zei de heer Ings waardig. „Waarom zou ik het niet willen weten? Ik ging naar die zon dige stad, om een vergadering bij te wo nen, die door onzen stichter, dr. Ezra Drig- glinton, belegd was. Die naam komt u ze ker wel bekend voor, Halleluja". „Wat zegt u", stamelde Chitterwick, die dacht dat hij uitgescholden werd. „Ik zei, dat de naam van onzen stichter de Heer De liefde tot zijn land is ieder aangeboren. Vondel, zij geloofd u zeker wel bekend moest zijn. Maar kom binnen, broeder, als u mij spreken wilt. Kom binnen". „Neen, dank u wel", zei Chitterwick haastig. Dat is heusch niet noodig. Ik kwam alleen maar hier, ziet u, omom... Ik wilde uw kerkfonds een kleinigheidu hebt toch zeker een fonds?" „Verschillende, broeder", gaf Ings gewil lig toe. „O, juist. Ik wilde iets voor uw fonds, voor een van uw fondsen geven. Een klei nigheidMaar ik verzoek uGoe dendag". En nadat hij een pond in de ver raste, maar bereidwillige handen van den heer Ings gestopt had, keerde Chitterwick zich zoo vlug mogelijk om en ging naar Londen terug. „Dat dacht ik wel" mompelde Chitter wick, terwijl hij diep zuchtte; en hij de om geving van Ashton voor altijd achter zich liet. „Ach lieve hemel, wat is dat vreeselijk Nu had ik nog wel gedacht, dat ik niet zoo ver meer van de oplossing af was... En nu is het nog raadselachtiger dan ooit te vo ren. Dat zal mij nog wel hoofdbrekens kos ten". Chitterwick maakte het zich in zijn hoek je zoo gemakkelijk mogelijk en dacht na. HOOFDSTUK XIII. Een toonbeeld van deugd, met een leelijken ondergrond. De volgende drie dagen, bracht Chitter wick in groote opwinding in Londen door. Hij wist dat iederen dag, dien hij nog wachtte, zijn schuld tegenover Mouse, dien hij toch beloofd had, zoodra hij iets gewich tigs wist, naar Dorfetshire te volgen, groo- ter werd. Maar' hij kon er eenvoudig niet toe besluiten. Hij voor zich geloofde, dat hij heusch iets van groote waarde ontdekt had, maar iets anders stond de opheldering van net raadsel nog in den weg en dit beschouw den Mouse en hij als het voornaamste van de heele geschiedenis; n.l. de vraag hoe het fleschje in de hand van juffrouw Sin clair was gekomen. Zou hij Moresby gaan opzoeken en hem zijn nieuw idee voorleggen? Maar het wa ren alleen gissingen; hij had bijna geen houvast; hij had nog niets gedaan, om de juistheid ervan na te gaan. En zou Mores by zich wel laten beïnvloeden door een op eenstapeling van vermoedens, al waren die dan ook nog zoo geniaal? Dit kon Chitter wick van te voren wel uitmaken. Moest hij de zaak aan de advocaten voor leggen? Chitterwick wist niet veel van advocaten af, maar hij kon zonder bezwaar, dat, wat hij niet van hem wist, wel door zijn fan tasie laten aanvullen. Advocaten zijn wat outsiders, betreft, altijd naijverig en ach terdochtig, zij zouden droog, juridisch en zakelijk zijn, feiten verlangen en die had Chitterwick niet veel. Moest hij alles met Mouse en Judith be praten, zonder er aan te denken, dat hij misschien hoop zou verwekken die nooit in vervulling kon gaan en aan den de ver antwoordelijkheid voor het voortgaan op den ingeslagen weg overlaten? Misschien was dit nog het beste. Per slot ging het om hun zaak en niet om de zijne. Niettemin wilde Chitterwick veel liever iets, met een beetje meer houvast, voorleggen. Het grootste deel van de drie dagen bracht hij door met zoeken, nu eens hier en dan weer daar; hij viel een aantal menschen met schijnbaar zinlooze vragen lastig, maar alles tevergeefsch. Dan echter ruimden Mouse en Judith op kordate wijze de moeilijkheid voor hem uit den weg, door op den morgen van den vier den dag in Chiswick op te duiken en de gastvrijheid van de verraste juffrouw Chit terwick in te roepen. Zoodra Chitterwick hen gewaar werd, wist hij precies wat hij te doen had; nl. uit voerig zijn nieuwe theorie uiteen te zetten; hij geloofde, dat de misdaad begaan was, zonder hen echter zijn vermoed,ens omtrent den waren dader kenbaar te ma ken. Tijdens de lunch had hij geheimzinnig op de gewichtige verwikkelingen gedoeld; na het eten gingen zij naar de werkkamer van zijn tante. Men had zoo het ge voel, dat deze kamer veel geschikter was, dan een gewone huiskamer. Het getuigt voor het karakter van juf frouw Chitterwick, dat zij, hoewel zij na tuurlijk van nieuwsgierigheid brandde, de zen keer weigerde, bij het gesprek aanwe zig te zijn. Zij wilde niet, zei ze, dingen hooren, waarvan men later spijt zou heb ben, die in haar tegenwoordigheid bedacht te hebben. Chitterwick zag er heel gelukkig uit, toen hij de verwachtende blikken van zijn twee helpers op zich gericht voelde; hij sloeg zijn eene been over het andere, ging gemakkelijk in zijn stoel zitten en kuchte een paar keer. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5