UGOESCHE COURANT) Er is geen acuut gevaar, zegt Minister De Geer. Men beware zijn en kalmte zijn gemoedsrust. Het antwoord van Frankrijk en Engeland op het vredesinitiatief. De deur geenszins gesloten p 'qix x tssoplo De nieuwe militaire maatregelen hebben niets verontrustends. Een Duitsche duikboot vernietigd. „Ons doel is bekendhet woord is aan Duitschland." Herstel van Oostenrijk, Polen en Tsjecho-Slowakije verlangd. De boodschap van den Engelschen Koning. Een officieuze Duitsche reactie. De ministers Van Kleffens en Spaak ontmoetten eikaar te Breda. Historische kerk te Joure afgebrand. fonder Sr ko- in en niet mis- zus- probe- it is deze Ije an- loe ge- fn de porden ■geven, hebt lenkele pehulp lieuwe pro- ie cir- en het Tsje- ewas Iheid I 'U0JBA fatsiA 9 |n moe- altijd soorten gezien, heer lij nu |n„ zag de wa- s te be- ti? Han ze nog dig, zet- p heel Waar lie eens ua3 iqueAoq :soidQ NUMMER 268 182e JAARGANG Dagblad. Uitgave C.V. De Middel- burgsche Courant. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28, Tel. Redactie 269, Administratie 139; te GOES: Turf kade, Tel. 2863. Post giro 359300. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes 2.30, elders 2.50 per kwartaal. Weekabonne menten in Middelburg en Goes 18 ct. wrgjdB TWEE BLADEN mpl'Ii IH.AL» .«m, i-jj lp P HIDDELBUR6SCHE COURANT EERSTE BLAD MAANDAG 13 NOVEMBER 1939 Advertentiën 30 cent per regel, ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum 2.10. „Kleine Advertenties", maximum 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct. Onze minister-president, jhr. De Geer, heeft zich hedenmiddag in een radiorede gericht tot Nederland en de Overzeesche gebiedsdeelen. De rede luidt als volgt: Waarde luisteraars in Nederland en in de Overzeesche gebiedsdeelen! Het is aan de regeering gebleken, dat in de laatste dagen geruchten hebben geloo- pen over een acuut dreigend gevaar voor ons land en dat die geruchten in breede kringen onrust hebben gewekt. En nu wil ik U even komen vertellen, dat daarvoor geen enkele grond bestaat. De aanleiding tot de geruchten schijnt te liggen in buitenlandsche radio- en persbe richten 'en ook in enkele daden va.n onze regeering. Wat de eerste aangaat, wil ik U aanra den nooit te vergeten, dat in oorlogvoe rende landen de begrijpelijke neiging be staat, steeds de donkerste verwachtingen te koesteren over de voornemens der tegen partij. Die landen worden daartoe vanzelf gebracht, vooreerst door het ongunstige oordeel dat zij over hun tegenstanders heb ben, in de tweede plaats door hun zorg voor eigen veiligheid, een zorg die hen noopt de kwaadste risico's onder de oogen te zien en deze als reeds aanwezig te veronderstel len. Vandaar, dat onder de oorlogvoerende volken zoo gemakkelijk en geheel te goeder trouw geloofd wordt aan een schending van ons grondgebied. Dat geloof komt dan tot uiting in hun berichten en kan zich langs dien weg verspreiden ook onder onze bevolking. Ik raad U aan, daar tegen geharnast te zijn en te bedenken, dat de neutraliteit ook in dit opzicht een eigen geestesgesteldheid eischt. Wat mede tot de geruchten aanleiding schijnt gegeven te hebben, is, naar ik op merkte, gelegen in enkele daden der re geering. Maar dan verkeerdelijk uitgelegde da den. Ik wil ook daarop Uw aandacht vestigen. In een tijd, als wij thans weer beleven, is het voortdurend noodig, ook voor neutrale staten, om de militaire maatregelen aan te passen aan den feitelijken toestand. Toen de oorlog in Polen geëindigd was en na een korte tusschenpoos de spanning in het Westen klaarblijkelijk toenam, ont stond allengs een situatie, die, althans tij delijk, aan de kracht en de intensiteit van onze mobilisatie andere eischen stelde dan te voren. Eenige maatregelen onzerzijds zijn daarvan het gevolg geweest. Het zou een noodlottige dwaling zijn, hieruit op te ma ken, dat de bedreiging van onze grenzen grooter geworden is. De beste waarschuwing tegen die dwaling ligt misschien in een herinnering aan den jongsten wereldoorlog. Er zijn toen ver schillende momenten geweest, waarop bij zondere maatregelen, bv. een plotseling in trekken van periodieke en zelfs van za ken -verloven, zekere vrees en onrust on der de bevolking veroorzaakten. Die maat regelen werden toen niet genomen, omdat het w 'e z e n 1 jj k gevaar zooveel grooter geacht werd dan te voren, maar omdat be paalde omstandigheden aan onze paraatheid tijdelijk hoogere eischen stelden. De uit komst heeft destijds in al die gevallen de vrees, die onder de bevolking was opgeko men, beschaamd. Niet anders zal men het ook nu mogen zien. Een acuut gevaar be staat thans evenmin als in de eerste dagen van Sep tember. Toen in die dagen onze ge- heele weermacht werd gemobiliseerd, heeft niemand daaruit een onmiddellijk bedreigd- zijn van ons land afgeleid. Die mobilisatie geschiedde ook niet, omdat gewantrouwd werd het ons van weerszijden gegeven woord, dat onze neutraliteit zou worden ge ëerbiedigd, maar omdat wij verplicht waren op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, verplicht niet het minst tegenover hen, die onze grenzen wilden ontzien en die ais bel- hgerente mogendheden vanzelf elkanders <?linder vertl>ouwden dan wij dit zelf nze..m°bit'satie gaf hun den waar- tichoefden. Zij bood een weder- wifrifdit hhrting aan allen. Maar V ven doen, dan moet haar kracht en omvang ook afhankelijk zijn van de wisselende omstandigheden. Geen oogen- bkk mag de mdruk worden gewekt, alsof onze mobilisatie slechts formeel of symbo lisch zou zijn. Van haar ernst moeten w ij s t e e d ,s e 1, f be wust zfjn enmoeten and e. - ren overtuigd blijven. Al leen dan zal zij doeltreffend zijn. Van daar dat haar kracht niet een stabiele grootheid is, maar zich moet aanpassen aan de hevigheid der spanningen, die zich in de nabijheid van onze grenzen voordoen. Dit is de beteekenis, die aan de recente maatre gelen moet worden toegekend. De regeering heeft geen enkele betrouwbare inlichting, die haar geloof aan het wederzijds gegeven woord ban schobben.' Ook nu vertrouwt zij' in de oprechtheid van dat woord en vindt daarin een spoorslag te meer om, stipt neu traal, naar alle zijden een gelijke waak zaamheid te betrachten. Ik hoop, dat dit woord aan de velen, die in de laatste dagen van onevenwichtigheid blijk gaven, de gemoedsrust en de kalmte zal teruggeven, die wij -in dezen tijd meer dan ooit noodig hebben. De zorgen zijn waarlijk groot genoeg om zich niet nog denkbeeldige erbij te schep pen. Het is zoo waar, wat een oud lied zegt: „Een mensch lijdt dikwijls 't meest Door 't lijden dat hij vreest, Doch dat nooit op zal dagen. - Zoo heeft hij meer te dragen, Dan God te dragen geeft." Dit is ook ondankbaar tegenover God. Laten wij ons niet vergrijpen aan den zegen, dien Hij ons tot hiertoe geschonken heeft en dien wij, wel verre van hem roekeloos in den waagschaal te stellen (want zulke nervositeit trekt het gevaar aan), moeten zien als een roeping 'ons Volgens een bericht uit Haugesund aan het Deensche blad „Berlingske Tidende" is een duikboot vernield door twee Britsche oorlogsschepen. Het bericht is afkomstig Van de bemanning van een Noorsch schip. De bemanning vertelde, dat een duikboot een aanval had ondernomen op een con- ï,?01' ®eëscorteerd werd door twee oor- 7qS?-C .Pfn' ^->eze oorlogsschepen iieten ve- wï1';1' eb°mmen vallen- waarna de duik- weemaal boven water kwam met zijn boeg de lucht in en verdween. opgelegd om den vrede te bevorderen en hierdoor anderen te dienen. Het is die roeping, welke onze geëerbie digde Koningin en met haar dé Koning van België, hebben gevolgd, toen ztf on langs hun nobele aanbod deden aan de belligerent» mogendheden. Indien dit po gen ditmaal nog mocht falen, zullen zij en zullen de regeeringen van andere rij ken voor wie dë vrede bewaard bleef, te gelegener ..tijd nieuwê stappen in diezelfde richting kunnen, doen. Elk neutraal land is thans eeh schijnend licht in de duister nis, die over ons "werelddeel gevallen is Men kan ook zeggen! Een maas in het net, waarin de oorlogvoerende volken', zoo de verschrikking doorgaat» 'straks dreigen verstrikt raken. Wil er een da geraad voor Europa zijn, dan zal die, menschelijkerwijs gesproken, moeten ko men van de neutrale landen. Er zijn er gelukkig nog vele, hóe meer er zullen zijn en blijven, des te grooter is de kans, dat dit werelddeel en zijn beschaving tijdig van den ondergang gered worden. Ook daar om is onze neutraliteit, en de eerbiedi ging daarvan door de strijdende naties, een zaak van hoog belang, waaraan wij niet defaitistisch mogen vertwijfelen. Tenslotte ligt wat de toekomst ons bren gen zal in Gods hand. Het is mogelijk, dat ons beproevingen wachten, die wij nu nog niet kunnen voorzien. Maar ook dan zal dit niet mogen leiden tot een wanhoops- stemming. Indien wij onzen plicht doen, kunnen wij de uitkomst rustig overlaten aan Hem, die weef wat wij noodig heb ben en die zich nooit vergist. Hoe hoog de golven ook gaan, wij weten dat onze Vader aan het roerstaat en willen een kalrhèn en blijmoedigen geest bewaren, met het lied van Paul Gerhard op de lip pen, en vooral in het hart: Beveel gerust Uw wegen, Al wat U 't harte deert, Der trouw, hoed en zegen Van Hem, die 't al regeert. De antwoorden van den president der Fransche republiek en van den Britschen koning op het aanbod van goede diensten van H.H M.M, de Koningin van Neder land en den Koning der Belgen werden gisteren door de Koningin en den Koning ontvangen. Deze antwoorden zijn aan H. M. regeering voorgelegd en worden thans nauwkeurig onderzocht. Het antwoord van president Lebrun aan H.M. de Koningin heeft den volgenden inhoud: De regeering der republiek en het Fransche volk brengen eensgezind hulde aan de gevoelens, waardoor de boodschap, welke Uwe Majesteit tot mij richtte, is bezield. Zij waardeeren er ten volle de hoogheid en den adel van. Geen natie ter wereld is. vreedzamer dan de Fransche Gèen enkele natie heeft meer offers voor den Europeeschen vrede gebracht. Frank rijk heeft reeds menigvuldig tot uitdruk king gebracht en het herinnert daar aan thans nogmaals dat het besloten is en blijft om alle mogelijkheden ter ver zekering van een eervollen en duurzamen vrede tusschen de volken te verwelkomen Een vrede, gegrondvest op recht, is in derdaad alleen duurzaam. Frankrijk heeft de wapenen opgenomen om eens voor al een eind te maken aan daden van ge weld en macht, welke sedert twee jaren ten spijt van alle plechtige verbintenissen en met schending van het gegeven woord reeds drie Europeesche naties tot dienst baarheid heeft gebracht of vernietigd en welke thans de veiligheid van alle vol keren bedreigen. Een duurzame vrede kan dus slechts tot stand worden gebracht door het herstel der onrechtvaardigheden, welke het ge weld aan Oostenrijk, Tsjecho-Slovakije en Polen heeft aangedaan. Dit zal ook niet anders kunnen, dan naar mate deugdelijke waarborgen van politieken en economischen aard voor de toekomst den eerbied voor de vrijheid van alle volken verzekeren De menschheid zal eerst van haar onrust en haar vrees be vrijd worden, wanneer zij de zekerheid zal hebben,, dat, nieuwe aanslagen op het recht voortaan uitgebannen zuilen zijn. Elke oplossing die de overwinning van het onrecht zou wettigen, zou aan Europa slechts 'n hachelijk bestand schenken, zon der eenig verband met den wettigen en be stendigen vrede, welks komst Uwe Maje steit beoogt. Het staat thans aan Duitschland en niet aan Frankrijk zich uit te spreken voor of tegen dien vrede, waarnaar alle bedreigde landen haken, wier veiligheid en onafhan kelijkheid door zijn toedoen bedreigd wor den. „Eerst een redelijke grond slag voor een billijken vrede". Het antwoord van den Engelschen ko ning luidt: Ik heb met mijn regeeringen van het Vereenigd Koninkrijk, Canada, het gemee- nebest van Australië, Nieuw Zeeland en de Unie van Zuid-Afrika het beroep, het welk Uwe Majesteit en Z M. den Koning der Belgen op 7 November tot Mij gericht hebben, aan een zorgvuldig onderzoek on derworpen. Ik breng in herinnering den oproep, door Z.M den Koning der Belgen op 23 Augustus, uit naam der staatshoof den van de Oslo-groep gedaan, waarin Zijne Majesteit gepleit heeft voor de on derwerping van geschillen en eischen aan open onderhandeling, ten uitvoer gelegd in een geest van broederlijke samenwer king Zoowel mijn regeering van het Ver. Koninkrijk, als de Fransche regeering, heb ben gunstige antwoorden op dezen oproep gezonden Ik breng evenzeer in herinnering het gezamenlijk aanbod van goede diensten door Uwe Majesteit en Z.M den Koning der Belgen aan Mijn Regeering en de Fransche, Duitsche, Italiaansche en Pool- sche regeeringen op 28 Augustus gedaan Dit aanbod werd welkom geheeten door mijne regeering en door de Fransche, Ita liaansche en Poolsche regeeringen. Enkele dagen later heeft de Duitsche regeering een niet uitgelokten aanval op Polen ge daan, hetwelk op de meest) ruwe wijze onder den voet is geloopen Mijne regeeringen waardeeren hoogelijk den geest van Uwer Majesteits aanbod en zij zullen altijd bereid zijn een redelijken en vasten grondslag voor een billijken vre de aan een onderzoek te onderwerpen. Het is en was steeds mijn wensch, dat de oorlog geen dag langer dure dan vol strekt noodzakelijk is en ik kan daarom aanstonds antwoorden op dat gedeelte van Uwer Majesteits beroep, waarin U Uwe be reidheid tot uitdrukking brengt om het onderzoek naar factoren tot het bereiken van overeenstemming te vergemakkelijken. De essentieele voorwaarden, waarop wij besloten zijn, dat een eervolle vrede ver zekerd zal moeten worden, zijn reeds dui delijk bekend gemaakt. De documenten, welke sedert het uit breken van den oorlog openbaar zijn ge maakt» verklaren daarvan dujdelijk den oorsprong en stellen de verantwoordelijk heid voor het uitbreken ervan vast. Mijn volkeren hebben de wapens eerst opge Aan de Fransch-Duitsche grens. In de nabijheid van de vijandelijke linies hebben de Fransche troepen eenige bruggen opgeblazen als uiterste voor zorgsmaatregel nomen, nadat alle pogingen gedaan waren om den vrede te behouden. De onmiddel lijke aanleiding tot ons besluit om oorlog te voeren is Duitschlands aanval op Po len geweest. Doch deze aanval was slechts een nieuw voorbeeld van dë' Duitsche po litiek tegenover zijne naburen. De rui mere doeleinden, waarvoor mijn volkeren thans strijden, zijn te waarborgen, dat Europa, om de woorden te bezigen van mijn eersten minister, moge worden ver lost van de altijd weer terugkeerende vrees voor Duitsche agressie, ten einde de vol keren van Europa in staat te stellen hun onarhankelijkheid en hun vrijheden te be waren en voor den vervolge te verhoe den het gebruik van geweld in stede van vreedzame middelen ter beslechting van internationale geschillen. Deze doeleinden zijn bij verschillende gelegenheden aange vuld en verruimd, in het bijzonder in de verklaringen door mijn eersten minister afgelegd in het Lagerhuis op 12 October en door mijn minister van Buitenland sche Zaken in het Hoogerhuis op 2 No vember. De factoren, welke naar het oor deel van mijn regeeringen van elke rege ling deel behooren uit te maken, zijn uit deze verklaringen onzer politiek, helder en duidelijk aan den dag getreden. Mocht Uwe Majesteit in staat zijn Mij medededeeling te doen van eenigerlei voorstellen van Duitschland, van een zoo- danigen aard, dat zij een werkelijk voor uitzicht bieden op verwezenlijking van het door mij boven omschreven doel, zoo kan Ik reeds aanstonds verklaren., dat Mijne regeeringen daaraan de meest ern stige aandacht zullen schenken. Men meldt ons uit Den Haag: Bij informatie naar- den indruk in regee- ringskringen van de antwoorden, welke de president der Fransche republiek en de Britsche koning op het aanbod van goede diensten van H. H. M. M. Koningin Wilhel- mina en Koning Leopold hebben gezonden, bleek ons, dat de regeering door de beide antwoorden de deur geenszins gesloten acht. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: De Britsche koning en de president der Fransche republiek hebben op de bood schap van den Koning der Belgen en de Koningin der Nederlanden in twee nota's geantwoord. In Duitsche politieke kringen verklaart men, dat deze nota's zich noch naar den geest, noch naar den inhoud onderscheiden van den toon, waarmede de Britsche regee ring sedert maanden meent het Duitsche volk te kunnen provoceeren. Bij de vermelding van vroegere bemid delingspogingen, bij de motiveering voor de oorlogsverklaring aan het rijk en bij de be handeling der zg. Britsche „oorlogsdoelein den" bedient Groot-Brittannië" zich hier weer van dezelfde argumenten en propa- gandathesen, welke reeds de redevoeringen van den Britschen minister-president van 12 October en van den Britschen minister van buitenlandsche zaken van 20 November, waarop de Britsche nota zich met nadruk beroept, kenmerken. Men verklaart verder, dat de verwijzing naar de verklaringen van de Britsche re geering een provocatie van het Duitsche volk beteekent, welke de vernietiging van Duitschland als oorlogsdoel opebaren. De nota's saboteeren daarmede bij voor baat bewust de vredesbemiddelingspoging. Zij moeten beschouwd worden als een verdere tactische manoeuvre, waardoor de absolute oorlogswil en de schuld van Groot- Brittannië aan den oorlog moeten worden verdoezeld. De regeeringspersdienst meldt: De ministers van buitenlandsche zaken van België en van Nederland hebben el kander gisteren te Breda ontmoet Elk hunner was vergezeld van den se cretaris-generaal van zjjn departement. Des morgens had de Belgische minister van Buitenlandsche Zaken den Neder- landschen gezant te Brussel ontvangen In het onderhoud, dat deze heeren met el kaar voerden, werd naar alle waarschijn lijkheid de ontmoeting tusschen de beide ministers geregeld Te Breda kwam het eerst minister Van Kleffens aan, die op het bordes voor het stadhuis ontvangen werd door burgemees ter B. W. Th. van Slobbe. Spoedig was de komst van mr Van Kleffens in de stad bekend en het publiek groepte samen voor het stadhuis. Niemand werd echter bin nengelaten en van buiten kon men niets meer zien dan dat er verscheidene tele foongesprekken werden gevoerd Minister Spaak arriveerde, bijkans on opgemerkt, aan den achterkant van het stadhuis. Hij heeft ongeveer twee uur te Breda doorgebracht Om kwart voor elf vertrok de Belgische minister en een half uur later zijn Nederlandsche ambtgenoot. Gistermiddag is brand uitgebroken in de Ned. Herv. kerk te Joure, die uit 1644 da teert. De plaatselijke brandweer en de brandspuit van de firma Douwe Egberts konden het vuur niet meester worden, zoo dat hulp uit Heerenveen werd gevraagd. Nadat een Heerenveensche motorspuit was aangekomen, werd de brand met zeven stra len bestreden. De kerk stond inmiddels vrijwel in lichter laaie. Het gebouw is geheel uitgebrand. Slechts de muren bleven staan. De toren, die in 1628 voltoond is, heeft men kunnen behou den, hoewel hij ook reeds aangetast was. De brand is ontstaan in de bovengewel- ven, naar men aanneemt, door vonken uit een kachelpijp. De burgemeester en andere leden van het gemeentebestuur van Haskerland wa ren op het terrein aanwezig. Voor Joure is het verlies van deze his torische kerk, die voorkomt op de lijst van Nederlandsche monumenten van geschiede nis en kunst, niets minder dan een ramp te noemen yX'i'

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1