AKKERTJES
De Tweede Kamer juicht de buiten-
landsche politiek der regeering toe.
De oorlog zonder groote
militaire operaties.
De ondergrondsche steden
der Maginotlinie.
■?r
Nederland geen verlengstuk van Britsche
of Duitsche maatregelen.
Niemand heeft het
vredesinitiatief beïnvloed.
Geen „beïnvloeding."
IN HET BELANG DER
GANSCHE WERELD.
Nederland's moeilijkheden.
DE CHINEEZEN MELDEN
SUCCESSEN.
flngfez. Med.)
Brieven uit Berlijn.
Wat de Duitscher hardnekkig blijft gelooven.
„Staat van beleg".
Een front zonder zichtbare soldaten
een achterland zonder verkeer.
Groot contrast met den vorigen
oorlog.
Contrast,
Duitsch complot in Zuid-Afrika?
De Duitsche pers over den
aanslag te München.
VAN ONZE ADVERTEERDERS,
MARKTBERICHTEN
Onder wel zeer bijzondere omstandighe
den heeft de minister van Buitenlandsehe
Zaken, mr. E. N. van Kleffens gistermid
dag zijn eerste parlementaire rede gehou
den.
De geheele behandeling in de Tweede
Kamer van de begrooting van Buitenland-
sch Zaken voor 1940 droeg dit jaar het
stempel van den heerschenden oorlogstoe
stand. Vrijwel geen andere onderwerpen,
dan die hie.rmede in verband stonden, zijn
ter sprake gekomen. In een onder doodsche
stilte aangehoorde rede, heeft de minister
een uiteenzetting gegeven van onze positie
tussehen de oorlogvoerende landen, van de
moeilijkheden, die deze medebrengt, van de
genomen maatregelen en de gedane stappen
en van onze houding tegenover den volken
bond. Van vrijwel alle banken weerklonk
na de rede een luid applaus en vele Kamer
leden kwamen den minister de hand druk
ken.
De minister besprak ook het hernieuwde
aanbod van goede diensten dat H. M. de
Koningin en Z. M. de Koning der Belgen
hebben gedaan. In de eerste plaats zeide
spr., dat de minister van Buitenlandsehe
Zaken voor deze daad de volle verantwoor
delijkheid op zich neemt, evenals voor het
aanbod van Augustus jl. Maar daarnaast
zijn ook enkele opmerkingen te maken van
niet-staatsrechterlijken aard. In de eerste
plaats deze, dat de bijeenkomst die Maan
dagavond en Dinsdagochtend heeft plaats
gehad, beperkt is gebleven tot een bespre
king van het aanbod van goede diensten.
Andere onderwerpen zijn niet behandeld.
Er zweeft geen enkele geheimzinnigheid
om deze samenkomst, evenmin als eenige
beïnvloeding van buiten daaraan debet is
geweest.
Het spjjt den minister, dat hij in eenige
buitenlandsehe persorganen moest lezen,
dat men in dit aanbod niet veel meer meen
de te moeten zien dan een manoeuvre, een
soort uiting van beduchtheid voor gevaren,
die Nederland en België zouden bedreigen.
Die zoo schrijven, miskennen èn de aan
Nederland en België door de belligerenten
gegeven verzekeringen, dat zij onze onzij
digheid zullen respecteeren verzekerin
gen welker ernst niet kan worden betwij
feld èn het feit, dat de toestand op mili
tair gebied nu reeds geruimen tijd station-
nair. is, en tenslotte vooral ook de bedoeling
der beide souvereinen die, juist omdat zij
zich de vrienden voelen van alle thans oor
logvoerenden, dit initiatief konden nemen.
Spr. meent overtuigd te kunnen zijn, dat
de goede wenschen van talloozen in de we
reld dit initiatief vergezellen. Een treffend
bewijs hiervan is gisteren geleverd, toen
de staatshoofden van Denemarken, Finland,
Noorwegen en Zweden aan de Koningin en
aan Koning Leopold hun warme adhaesie
hebben betuigd. Met dit nieuwe initiatief is
gewacht tot een zoodanig tijdstip, dat nie
mand kan beweren dat Nederland en Bel
gië zich hebben willen opdringen of op den
voorgrond plaatsen, laat staan dat zij deze
of gene oorlogvoerende partij een bijzon-
deren dienst hebben willen bewijzen.
Daarom is gewacht tot een tijdstip, waar
op een ieder moest erkennen dat de, overi
gens wel zeer voorloopige, formuleering
van de standpunten der belligerenten niet
voldoende is gebleken om contact in te lei
den.
Moge dat contact van deze Nederlandsch-
Belgische poging, het resultaat zijn, aldus
de minister, niet slechts in het belang van
Nederland en België zelf, doch ook en voor
al in dat van de oorlogvoerenden, ja van de
gansche wereld.
Op een vraag van den heer Van der Goes
van Naters (S.D.A.P.), waarom onze Ko
ningin en de Koning van België zich, be
halve tot de Westersche mogendheden, die
in oorlog verkeeren, niet ook tot de re
geering van Polen hebben gewend", ant
woordde de minister, dat dit is geschied,
omdat de souvereinen het oog gericht heb
ben op den oorlog in West-Europa, die af
hangt van de regeeringen der landën, tot
welker staatshoofden de telegrammen zjjn
gericht. Men zij niet ergdenkend, en leidde
hier niet uit af, dat Nederland zou meenen
de Poolsche regeering verder te moeten ne
geer en.
De minister verklaarde nog eens, dat de
Nederlandsche regeering vele principieele
vertoogen bij de belligerenten heeft gedaan
in verband met schendingen van het inter
nationale recht. Het weghalen van post
zakken van schepen beteekent inderdaad
een schending van een positieven interna
tionalen rechtsregel.
De minister legde er den nadruk op, dat
wij moeilijkheden ondervinden met alle
belligerenten. In het bijzonder Engeland
treedt daarbij op den voorgrond, daar wij
een zeevarende natie zijn. Minister van Klef
fens verklaart, dat het zich onderwerpen
aan de Engelsche controle-maatregelen
geen hulp aan Engeland beteekent. Boven
dien ondervinden ook schepen van vele an
dere neutralen dezelfde moeilijkheden. Wij
wenschen geen verlengstuk te worden van
Britsche maatregelen tegen Duitschland,
noch omgekeerd.
Voorts uitte de minister een woord van
hulde voor de Nederlandsche Pers, die de
rol, die voor haar is weggelegd, zoo goed
blijkt te begrijpen.
De minister wees er op, dat Nederland
aan den mond van de groote rivieren een
^Europeesche functie vervult. Daarom is
het ook voor andere mogendheden een be
lang onze zelfstandigheid te eerbiedigen.
Geen land kan zich aan onze zelfstandig
heid vergrijpen, zonder dat dit zich later
wreekt.
De minister eindigde met aanhaling van
de woorden van Koning Willem III uit de
troonrede van 1866: „In dezen veelbewo
gen en ernstigen tijd behoort ons volksbe
staan, naast God, in zichzelf zijn hechtsten
steun te zoeken".
Zonder replieken en zonder stemming
werd de begrooting hierna aangenomen.
Dinsdagmiddag komt de Kamer weder
bijeen.
Uit officieele Chineesche bron wordt ge
meld, dat de Chineesche troepen de stad
Shopo, 20 km ten Noorden van Yangtsjau,
heroverd hebben. Hiermede werd een ein
de gemaakt aan de Japansche bezetting,
welke een jaar en tien dagen heeft geduurd.
Thans ondernemen de Chineezen een aan
val op Hsinnumiao en op Kaoyu. Het Chi
neesche persbureau meldt voorts, dat twee
Japansche troepentreinen op de spoorlijn
PekingHankau door Chineesche landmij
nen zijn opgeblazen. Ongeveer vijftig Ja
pansche soldaten vonden den dood.
BEWEGINGEN VAN SOVJET
TROEPEN.
Domei meldt uit Tokio: Nieuw licht
wordt geworpen op de bewegingen der Sov
jet-troepen in Noordwestelijk China door 'n
persbericht uit Tainyoean, de hoofdstad van
de provincie Sjansi, dat meldt, dat 4,000
Buiten-Mongoolsche scherpschutters onlangs
zijn aangekomen in de provincie Kansoe,
terwijl een aanzienlijk aantal geregelde
Sovjettroepen opereert in Sinkiang (Chi-
neesch Turkestan).
kunt U het best tegengaan
met een "AKKERTJE", want
AKKERTJES verwijderen uit
het lichaam de stoffen, die
de aandoening veroorzaken.
Tevens oefenen"AKKERTJES"
een stimuleerende werking
uit zoowel op gevoels- als be
wegingszenuwen. Verdrijven
sne! de pijnen en doen U zich
direct veel prettiger voelen.
Eischt evenwel nadrukkelijk
"AKKERTJES" kenbaar aan 't
AKKER-merk: Uw garantie!
tegen hoofdpijn, pijnen, koorts, kou.
Doos: 18 stuks - kistaivws; 2 stuks - 2
DUITSCHE BOMMENWERPER IN ZEE
GESTORT.
Gisternacht is nabjj Liepaja (Letland)
een Duitsche bommenwerper in zee gestort.
De vier inzittenden werden gered door een
visschersboot. Zij zijn geïnterneerd. Nog
juist bijtijds is het toestel weggesleept, aan
gezien de storm dreigde het tegen het ha
venhoofd te pletter te slaan.
DE BOTERNOTEERING EN DE
HEFFING.
De Leeuwarder commissienoteering voor
Nederlandsche boter is gisteren vastgesteld
op 80 cent per kg.
Het bedrag van de heffing en steunuit-
keering op boter, is, behoudens tusschen-
tijdsehe wijziging, voor de week van 9 tot
16 November bepaald op 80 cent per kg
(onveranderd).
(Van onzen
correspondent);.
BERLIJN, 5 November.
Tussehen mijn vorige correspondentie
en die van heden liggen drie weken. Drie
weken oorlog. Is het te gelooven? Er is,
afgezien van kleine schermutselingen aan
de Fransch-Duitsche grens; en nog al
wat gedoe in de lucht en op het water
(waarvan echter de burgerbevolking wei
nig of niets bemerkt heeft) maar ook
niets, wat op oorlog lijkt, aan de hand
geweest. Oorlog is het alleen geweest in
de bladen, in de organen der wederzijd-
sche propaganda, in den aether. De bui
tenlandsehe correspondenten in Berlijn
zijn de geheele afgeloopen week op reis
geweest, op uitnoodiging van de Duitsche
regeering natuurlijk, om een indruk op
te doen van den „binnenlandschen weer
stand'", kort gezegd: de maatregelen ach
ter het militaire front, die het volhouden
moeten versterken;. Want we leven in de
periode van den zoogenaamden „totalen
oorlog" Ieder staatsburger, al dan niet
in militaire uniform, maakt deel uit van
de nationale Verdediging'. Hij of zij is
een strijder op de plaats, waarop de na
tionale gemeenschap hem heeft neerge
zet. En feitelijk is het overal „staat van
beleg i'?
Dat heeft dezer dagen een nog jeugdi
ge Duitscher gemerkt, die uit de omge
ving van Berlijn met zijn „bruid" naar de
rijkshoofdstad was gekomen om zijn ge
schokte financien door een stouten greep
te komen herstellen. Hij had hooren ver
tellen (en op dit gebied bleek hij inder
daad goed ingelicht), dat het sedert de
Britsch-Eranjsche oorlogsverklaring aan
het Duitsche Rijk vooral ook in Berlijn 's
avonds zoo griezelig-donker is. Maar dat
het daarvan misbruik maken voor mis
dadige doeleinden uiterst gevaarlijk is,
dat scheen hij, ook na de verzekering die
zijn bruid hem op de heenreis gaf, dat
roof en diefstal onder begunstiging van
deze duisternis met levensgevaar is ver
bonden, nog niet volkomen te' hebben be
grepen of ten minste niet au sérieux te
hebben genomen. Althans hij waagde
nog denzelfden avond zijn kans, ontrukte
in de dikste duisternis een dame haar
handtaschje, werd echter gepakt, achter
slot gezet en drie dagen later reeds
ter dood veroordeeld. De executie heeft
sinds dien stellig reeds plaats gehad, Men
laat in oorlogstijd niet met zich spotten
in Duitschland!
Aan zulke voorvallen merken we dan
weer even, dat we in absoluut abnormale
tijden leven. Maar ook als we winkels
binnen gaan en ons iets willen koopen,
wat we hard noodig hebben: een paar
warme schoenen voor de natte Winter
maanden, warme kleeren, sokken„ aller
lei levensmiddelen, zeep, en tal van ande
re nuttige dingen, vertelt men ons met
een gebaar van teleurstelling, dat men
ons gaarne den geheelen winkel te koop
zou bieden, maar dat we zonder bon, zon
der door de gemeente of eenige andere
instantie uitgegeven „Bezugssehein", niets
kunnen koopen. Sedert gisteren zelfs geen
auto meer!
In de restaurants zijn nog slechts wei
nige gerechten zonder bon te bestellen.
Dat is nu wel niet zoo heel erg, want
we hebben onze bons en die leveren ons
voldoende (zij het ook niet overvloedig)
te eten. Maar we weten nu toch al twee
maanden lang, dat we een zeer groot
deel van onze vrije beschikking aan Va
dertje Staat hebben overgedragendat
we steeds meer een nummer worden in
plaats van een persoonlijkheid, en dat de
hemel alleen weet hoe lang.
Of de menschen in Duitschland er in
deze acht weken erg kribbig door zijn
geworden? Dat kan men niet eens zeg
gen. Ze berusten, zij het dan ook veelal
met sombere gezichten. Hun woede gaat
uit naar de heeren in Engeland, die heb
ben weten door te zetten, dat Londen
aan Berlijn den oorlog verklaarde. Nog
heden schrijft men in de Duitsche bladen
uitsluitend over den „Engelschen oorlog"
maar nooit over den „Britsch-Duitschen
oorlog.'f Duitschland wil niets van Enge
land en evenmin van Frankrijk, zegt men
hier; en Duitschland denkt er niet aan,
dezen beiden landen den oorlog te verkla
ren.
Dat is een wel zeer zonderling, maar
desniettemin zeer consequent volgehouden
standpunt. Voorloopig verklaart het,
waarom van Duitsche zijde zoo weinig ge
schiedt op militair gebied, ofschoon mii-
lioenen Duitsche soldaten in het Westen
natuurlijk ook in breede formaties
langs de Duitsch-Nederlandsche grens ge
reed liggen om in te grijpen, zoodra men
hier of ginds van strategie en tactiek
mocht willen veranderen.
Wij hier in de Duitsche hoofdstad we
ten oprecht gezegd, niets meer van deze
plannen en mogelijkheden dan u in Ne
derland. De nationaal-socialisten hebben
het bewijs geleverd, van verrassingen te
houden en hun plannen niet te vroeg te
laten doorsiepelen. Het is inderdaad be
wonderenswaardig, hoe men hier niet al
leen handelen maar ook zwijgen kan,. Ver
tellen u zoogenaamd goed ingelichte be
roepsberichtgevers in deze dagen iets over
zulke Duitsche offensieve plannen, dan
zult ge goed doen er niets van te geloo
ven. Het is zuivere fantasie en dik-doe-
nerij. Wat de Duitsche regeering wil, weet
zij alleen zelve, en zij vertelt het der we
reld geen seconde eerder dan het haar
wenschelijk voorkomt.
Daarom weet ook de Duitsche bevolking
van toeten noch blazen. Ze wacht af met
een zeker fatalisme, dat na het snel ver
loop van den Poolschen veldtocht met
een sterke dosis zelfvertrouwen vermengd
is. Voor zoover het mogelijk is gaat in
Het is oorlog en het is géén oorlog. Hon
derdduizenden soldaten liggen tegenover
elkaar aan het front, maar zij vechten prac-
tisch niet, nóg niet.
De kanonnen bulderen. Maar degenen,
die ze afvuren, weten niet waarop zij schie
ten Het wordt hun verteld: Zooveel naar
links! zooveel naar boven! vuur!
Tot nu toe is nog de grootste activiteit
tentoongespreid op zee. De oorlog te land
is er een van de mechanische wapens.
Honderdduizenden Fransche soldaten bi-
vakkeeren thans vijftig en zestig meter diep
onder den grond en aanschouwen slechts
van tijd tot tijd het daglicht, aldus de Msb.
In de afgeloopen weken zijn in de bladen
reeds uitgebreide artikelen over den grens-
wal van Frankrijk verschenen. Toch zal het
den lezers ongetwijfeld interesseeren, het
relaas te vernemen van een Un.-Press-cor-
respondent, die met eenige andere Ame-
rikaansche verslaggevers op uitnoodiging
van de Fransche militaire autoriteiten de
zer dagen een volledig vestingwerk van de
Maginotlinie heeft bezocht.
„Van boven zijn de vestingwerken van de
Maginot-linie volkomen onzichtbaar. De
Franschen, die zich altijd meesters hebben
getoond in de kunst van camoufleeren,
hebben op dit gebied sedert den wereldoor
log enorme vorderingen gemaakt. (De Duit
sche bunkers, die ik aan gene zijde van het
niemandsland zag, zijn dikwijls als boeren
woningen beschilderd en van deuren en
vensters voorzien; er zijn echter vrijwel
geen boerenhuisjes, die vlakke daken en
afgeronde hoeken hebben.
De werken van de Maginot-linie zijn zóó
geconstrueerd, dat zij geheel aan het heu
velland zijn aangepast, waarin zij zijn gele
gen.
Om het gevaar van een vijandelijken in
val te verhinderen, bezitten zij slechts één
enkelen ingang, dien wij eerst na een onge
veer acht honderd meter langen weg tus
sehen tankvallen en prikkeldraadversper
ringen bereikten. Aan beide zijden van den
ingang dreigen machinegeweren en tank-
afweerkanonnen, welke en dit is een
speciaal geheim van de Maginot-linie in
een oogwenk kunnen worden verwisseld,
zoodat de commandant van de vesting iede-
ren aanval terstond op de geschiktste wijze
kan weerstaan. Door twee hefboomen in
werking te stellen kunnen bijv. tankafweer-
kanonnen door mitrailleurs vervangen wor
den en de geheele operatie duurt maar vijf
tien seconden.
Binnen den vestingingang vonden wij een
hellend vlak, dat ons dertig meter diep op
het niveau van de hoofdgalerij van de ves
ting bracht. Daar bevindt zich een volle
dige, door Dieselmotoren gedreven kracht
installatie, die den stroom voor de verlich
ting, verwarming en ventilatie alsmede
voor de keukens en voor het smalspoornet
levert, waarop het geschut wordt voortbe
wogen en de munitie vervoerd wordt.
De voorraden ruwe olie in deze vesting
werken zijn zóó omvangrijk, dat de ver
schillende machines gedurende een half
jaar zonder onderbreking kunnen werken.
De levensmiddelenvoorraden in de koelkas
ten zijn voor nog langeren tijd toereikend
en de munitievoorraden stellen zoo'n ves
tingwerk in staat, een heel jaar lang te
vuren.
de niet onmiddellijk aan de grenzen ge
legen Duitsche steden en dorpen het le
ven zijn normalen gang. Alles wat daar
over in anderen geest wordt gemeld, is
gelogen. De kinderen gaan normaal naar
school, de restaurants zijn even vol als
de bioscopen, de theaters en de concertza
len. De verduistering op straat is^al lang
geen beletsel meer om 's avonds uit te
gaan. Men ziet weinig particuliere auto's
meer, hoogstens nog 10 vhn normaal.
Maar dat schijnt ook in Engeland en
Frankrijk, in Denemarken en andere sta
ten het geval te zijn. Men ziet meer mi
litair verkeer dan normaal. De kranten
zijn niet meer zoo dik als in gewone tij
den. Overal wordt gespaard, ook op pa
pier. Doch waar geschiedt dat in Europa
op het oogenblik niet?
Doch alle winkels zijn geopend en voor
zoover mogelijk worden ook normale za
ken gedaan.
Slecht gaat het natuurlijk den hoteliers
en den bezitters van lokalen, die in de
hoofdstad slechts door autofs te bereiken
zijn. Maar die zijn daarop voorbereid ge
weest. Steeds meer ziet men vrouwen het
beroep overnemen van den man, die aan
het front staat. Handwerkers zijn moei
lijk te krijgen, omdat de weermacht ze
noodig heeft. In vele beroepen, zoo bijv. bij
de horlogemakers, is een algemeene re
geling getroffen voor het collectief orga-
niseeren van reparatiewerk, daar vele
kleine winkeliers in dienst zijn en de echt-
genoote wel kan verkoopen maar niet
repareeren.
Zoo worden we dagelijks met nieuwig
heden verrast, die er ons aan herinneren,
dat we in oorlogstijd leven. Maar dat is
ookalles. Het hangt nu maar van
de karakters af, of men dit „alles" weinig
of veel vindt. De meeste Duitschers ne
men het nog niet van den zwaren kant
De veldtocht in Polen heeft een dikke
tienduizend gezinnen in rouw gedompeld,
doch wat beteekent tienduizend vergele
ken met de zeker 20 millioen huisgezinnen
in het geheele Rijk! En dan: men heeft
altijd nog hoop. Hoe onwaarschijnlijk het
ook moge klinken. Men kan hier overal
de stellige meening hooren verkondigen
dat de groote oorlog"toch niet
komt.
Dat kan men niet met argumenten on-
derstreepen, maar men gelóóft het nu
eenmaal. Het is een wonderlijk, maar
toch ook verheugend optimisme.
Het geschut kan zoowel met electrische
kracht als met de hand gericht, geladen
en afgevuurd worden. Een defect aan de
krachtinstallatie stoort de artilleristische
manoeuvres niet, daar een zorgvuldig uit
gebalanceerd systeem van gewichten het
een enkelen soldaat mogelijk maakt, door
druk op een hefboom geheele batterijen
zwaar geschut omhoog te brengen of te la
ten zakken.
De toevoer van munitie naar het geschut
geschiedt met electrisch gedreven wagens,
die echter ten allen tijde ook met de hand
kunnen worden verplaatst.
Zoodra een projectiel is afgevuurd, valt
de leege kardoes achter het geschut op den
grond, rolt dan over een glijbaan en valt
tenslotte in een kist, om later naar grootte
gesorteerd te worden.
De batterij-officier zit in een klein Ka
mertje, dat slechts anderhalve meter lang
en breed is, en heeft uitzicht op het terrein.
Hij geeft zijn bevelen overeenkomstig de
telefonische berichten van de waarnemings
officieren, die van pantserkoepels uit de
bewegingen van den vijand observeeren.
Wat mij als ouden infanterist uit den
wereldoorlog vooral trof, was de afwezig
heid van elk verkeer achter de frontlinie.
Ook op Duitsch gebied, slechts twee hon
derd meter van de Duitsche loopgraven,
kon ik niet één enkelen Franschen soldaat
ontdekken.
Ik naderde het front uit de richting van
Verdun en het contrast tussehen het straat
beeld van thans en dat van één en twintig
jaar geleden was eenvoudigweg verrassend.
Toen marcheerden wij, en ons geschut en
onze overige uitrusting werden door paar
den getrokken. De verkeersopstoppingen,
welke zich in den wereldoorlog na 't invallen
van de duisternis voordeden, liggen nog in
aller herinnering: de volste straat van de
wereld was zeer zeker die van Bar-le-Duc
naar Verdun, die thans „La Voie sacrée"
heet. Thans echter reed ik met een permis
van het Fransche oppercommando op zak
van Parijs naar Verdun en ontmoette on
derweg nog geen vijftig auto's. Op den ver
deren tocht van Verdun over Metz naar het
front- zag ik eveneens zoo goed als geen
verkeer en desniettemin staan drie en een
half millioen Fransche soldaten aan dit
front, die wat hun bevoorrading en provi
andeering betreft allen op het achterland
zijn aangewezen.
Reuter meldt uit Londen: In een verkla
ring van gezaghebbende zijde, welke in
Zuid-Afrika door de radio is medegedeeld,
wordt gezegd, dat de regeering van Zuid-
Afrika in het bezit is van niet te weer
spreken bewijzen van een nat. socialistische
samenzwering, welke bij het uitbreken van
den oorlog werd verijdeld.
Het Britsche ministerie voor informatie
meldt, dat volgens deze verklaring een be
trekking heeft bestaan tussehen de nat.-
socialistische organisaties en leden van den
staf van den Duitschen gezant. Deze ver
klaring vormt een bevestiging van vroe
gere persberichten.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
De geheele Duitsche pers kende gisteren
slechts een thema: den aanslag te München.
Uitvoerig werd melding gemaakt van de
omstandigheden, die Hitier aanleiding heb
ben gegeven de „Bürgerbraukeller" vroeger
dan andere jaren te verlaten en algemeen
werd gezegd, dat de wil der Voorzienigheid
hem heeft gered.
„Twee maanden oorlog, schreef de „An-
griff" hebben bewezen, dat men in militair
en economisch opzicht tegen Duitschland
niets kan uitrichten, dat Duitschland voor
agitatoren even onaantastbaar is. Nu keert
het werk der misdadigers zich tegen de per
soon van den Führer. Zij hebben zich ech
ter in twee dingen vergist: dat een groot
mensch van rein hart en reine handen on
der de bescherming van het Lot staat en
dat de uitwerking op het Duitsche volk
juist tegengesteld aan hun doeleinden is".
De „Nachtausgabe" schreef: Wij kennen
hen, die ons naar het leven staan, die hun
misdadige bedoelingen verbergen achter
den strjjd tegen den Führer. Zij zitten in
Londen. Zij hebben hun handlangers in den
Britschen geheimen dienst, die nooit voor
bloedige misdaden teruggeschrikt is, wan
neer het er op aankwam het Britsche im
perialisme te dienen".
o
De N.V. Almelosche ververij en che
mische wasscherij „Palthe" heeft voor haar
clientèle een serie bouwplaten beschikbaar
gesteld. Deze serie bestaat uit acht gekleur
de bouwplaten, welke het bedrijf in beeld
brengen. Een aardige reclame.
Zierikzee, 9 Nov. Aanvoer en vraag
matig ter graanbeurs.
Aardappelen: bonte en blauwe f 3,30—
3,55, eigenh. f 2,502,85, drielingen f 2
2,15, per 100 kg. Uien, groote bruine en
witte f 1,251,30, per 50 kg. Tarwestroo
(geperst) f 20, Erwtenstroo idem f 25, per
1000 kg.
Kippeneieren f 66,40, idem kleine f 5,10
5,70, Eendeneieren f 5,10, per 100 stuks.
Boterprijs Commissie f 0,85, per pond.