kroniek van den dag rMijnhardtje PROVINCIAAL BESTUUR VAN ZEELAND. ICTO De Amateur Detective I tweede blad van de provinciale zeeuwsche middelburgsche courant goesche courant) van dinsdag 7 november 1939. No. 263. Een oorlogsbewaarplaats voor radium. Een merkwaardige discussie in Engeland. Een staalkaart van nationaliteiten aan de grens PRINS BERNHARD ONTVING GENERAAL BOERSTRA. DUITSCHE ONDERDANEN UIT TURKIJE TERUGGEROEPEN. BEGROOTING PROVINCIAAL WEGENFONDS. BEGROOTING TERTIAIR WEGENFONDS. OPNIEUW VERHOOGDE BIJ DRAGE VOOR DE RESTAU RATIE VAN DEN ABDIJ TOREN TE MIDDELBURG. PROV. STOOMBOOTDIENST OP DE OOSTERSCHELDE. De Zweedsche scheepvaart ernstig belemmerd. CHOLERA TE WARSCHAU. (Ingez. Med.) Extra uitvoer van appelen naar Duitschland? De steun aan den tuinbouw. Verhooging dér Duitsche rantsoenen. In Engeland woedt sinds enkele weken een eigenaardige binnenlandsche „discussie oorlog"; zulks over de vraag, wat nauw> keurig het ideaal moet zjjn, waarvoor En geland op 3 September den oorlog inging. Men kan van oordeel zijn, dat als een land voor een ideaal een krijg aangaat, het vóór den tijd precies dient te weten, hoe dat ide aal er uit ziet. Maar dan vergeet men, dat wij een „raren oorlog" beleven en dat al zijn aspecten min of meer tegen de draad in plegen te gaan. Engeland begon te vechten (evenals Frankrijk), om Polen te helpen. Maar Po len bleek niet te redden en het zal in zijn „Versailles-vorm" ook niet uit de huidige ruïne herbouwd kunnen worden: nademaal Rusland er een deel van opgeslokt heeft en Engeland en Frankrijk allerminst van plan 2Ün, om ook den Sovjets hun buit weer te óntwringen. Op de keper beschouwd is het „mate rialistische" doel van den oorlog hiermee principieel komen te vervallen. Immers de belofte welke Londen en Parijs aan War schau deden, had alle andere sophistische redeneeringen ten spijt betrekking op den Poolschen staat in zijn geheel. De con sequentie er van had moeten zijn, dat de beide geallieerde mogendheden ook aan de Sovjet-Unie den oorlog hadden verklaard, toen het roode leger van het Oosten uit Po len binnenviel. Dat zij dit nalieten, is zeer begrijpelijk (en wij betreuren het in geenen deele), maar er ontstond een tweeslachtige situatie uit, welke het „ideëele" aspect van den krijg een grijnzend aanzicht gaf. En de van Duitsche en Russische zijde op touw gezette propaganda, dat de Engelschen in werkelijkheid slechts voor hun imperialis tische doeleinden aan het vechten waren getogen, kreeg onder invloed hiervan een zekere vat op „openbare meeningen", die tusschen de beide partijen in staan en zich door geen van de in het geding zijnde ideologieën op sleeptouw willen laten ne men. Merkwaardiger wijze is een dergelijke openbare meening ook in Engeland aanwe zig en uit haar kwam nu de laatste weken met steeds stelliger nadruk de vraag naar een nauwkeurige omschrijving van het Britsche „oorlogsideaal" naar voren. De ne gatieve these van de verdelging van het Hitlerisme is dien Engelschen, die blijkbaar verder kijken dan hun neus lang is, niet voldoende. Zij vreezen o.m., dat het einde van den krijg een nieuw „Versailles" met zijn kiemen voor alweer „een oorlog over 25 jaar" zou kunnen opleveren, en willen nu haring of kuit: De Engelsche regeering, aldus hun eisch, dient ten aanhoore van de geheele wereld concreet uiteen te zetten, dat zij een betere internationale samenle ving voorstaat, een samenleving waarin elk volk ook het Duitsche zijn rechtmatig aandeel zal erlangen. De eisch wordt het meest gesteld door intellectueele groepen, die de socialistische en liberale partijen na staan. Maar ook in conservatieve kringen begint hij opgeld te doen. Zoo publiceerde een der bekende con servatieve dagbladen, de „Yorshire Post" (spreekbuis van minister Eden) een dezer dagen een hoofdartikel, waarin zelfs op vrij scherpen toon de zaak aan de orde werd ge steld. „Het laatste nieuws uit Amerika, al dus dit blad, is ongunstig, want het geeft te denken, dat de sympathie van Amerika voor de zaak van de geallieerden nu veel minder volmondig is dan een maand gele den. De verklaring is klaarblijkelijk, dat de Amerikanen zich afvragen wat er in Euro pa gebeurt en wat voor een oorlog daar nu eigenlijk gestreden wordt. Is het werkelijk een oorlog voor de democratie, voor een nieuw Europa, een oorlog om een eind te maken aan oorlog, of is het misschien per slot van rekening niets anders dan een oor log tusschen twee concurreerende imperia- lismen? De eenige manier om deze verden kingen te ontzenuwen is onzen oorlogsdoel einden een vollediger definitie te geven. Het gaat er niet om scherp omlijnde vredes voorwaarden neer te leggen, want niemand kan voorzien onder welke omstandigheden de vrede zal moeten worden gesloten. Het Dezer dagen deelde de A.N.W.B. mede, dat de afgifte van triptieken voor verkeer met motorrijtuigen naar België op de ge bruikelijke wijze was hefvat, daar het ver keer met onzen Zuiderbuur vrij normaal voortgang heeft. Dat het internationale verkeer door den oorlog in het geheel niet lam is gelegd, blijkt ook uit de werkzaamheden van de grenskiosk van den A.N.W.B. te Wernhout op den weg van Breda naar Antwerpen. In de oorlogsmaand October; die bovendien buiten het drukke seizoen valt, werd aan deze kiosk ondanks de ongunstige omstan digheden een groot aantal toeristen gehol pen, die behoorden tot 27.verschillende na tionaliteiten. Ónder hën waren zoowel Po len, Denen en Estlanders, als Marokkanen, Congolèezen en Zuid-Afrikaners, Uruguee- zen, Brazilianen, Argentijnen, Venezolanen en Cubanen, ja zelfs Japanners en Chinee- zen. Dit cosmopolitische gezelschap passeerde onze grens in bijna 700 auto's en 68 tou ringcars. Voorts waren er talrijke motor rijders, fietsers en wandelaars onder. Vooral uit de laatste vier categorieën, die grootendeels geacht kunnen worden Jniet voor zaken op reis te zijn, blijkt wel, dat het internationaal toeristisch verkeer door den oorlog geenszins is stilgelegd, als is het natuurlijk teruggeloopen. Z. K. H. Prins Bernhard heeft gisteren den oud-legercommandant van het Kon. Ned. Indische leger, luitenant-generaal M. Boerstra, ten paleize Noordeinde in Den Haag ontvangen. Zooals bekend is, stelt de Prins groot belang in Indische aangelegen heden. Havas meldt uit RomeDe Duitsche onderdanen in Turkije zouden volgens den correspondent van het Italiaansche blad „Messaggeroi" te Stamboel bevel heb ben gekregen naar Duitschland terug te keeren. knapt direct op van, De echte xljn niet rond, maar hartvormig. (Ingez. Med.) gaat er omde wereld een duidelijke en inspire er en- de visie te geven op het soort van Europa dat wij willen scheppen, een Euro pa, waarallenlanden, Duitsch land incluis, vrijheid en recht verzekerd zal zijn en waarin de zwakkeren niet zijn overgeleverd aan de genade van de sterkeren. De schepping van een zoodanig Europa zou op offeringen van alle landen vereischen en in het bijzonder zouhet waarschijn- lijk zekere offers vanna- tionale souvereiniteitmet zich meebrengen. Tot zoover de „Yorkshire Post". Wij gelooven, dat uitingen als deze met vreugde, vooral in de neutrale landen, moe ten worden begroet. Immers, wat men ook over het uitbreken van den huidigen oorlog wil denken, een ding staat als een paal bo ven water: te Versailles werd in 1919 het zaad er voor uitgestrooid. En niets zou noodlottiger zijn, dan dat zich een mentali teit ging vormen welke opnieuw tot zooiets in staat zou zijn. Het geeft althans eenige moed, dat vele Engelschen hiervan nu reeds de gevaren onder oogen zien, en er over gaan discussieeren. Voorstellen van Ged. Sinten voor de a*. winterzitting der Prov. Staten. De begrooting 1940 yan het Provinciaal wegenfonds geeft aan lasten: 1. bijdragen In de kosten van verbetering van wegen 491.000 2. bijdragen in de kosten van on derhoud van wegen 40.000 3. rente 28.125; 4. personeelskósten 4854.17; 5. diversen 220.83, totaal 564.600. Baten: 6. Aandeelopbrengst motorrijtui gen- en rijwielbelastingen 420.000; 7. bij drage van de Provincie 125.000; 8. baten huizen memorie; 9. intrest memorie; 10. na- deelig saldo 19.600, totaal ook 564.600. Wat betreft art. 1 dient vermeld, dat de hoofd-ingenieur raamt voor verbetering van de volgende wegen in onderhoud bij de Provincie: Tholen-Scherpenisse 75.000, Neuzen—Axel 36.000;voor de volgende wegen in onderhoud bij derden: Oud-Vos- semeerSt. Annaland 180,000; Kapelle Wemeldinge 20.000; 's-Gravenpolder— Ovezande 67.200; Borgsele's Heerenhoek 70.000; Oostkapelledpomburg memorie; Nieuwlandsche MolenBiervliet 35.000; NieuwvlietSluis 110.000; Nieuwe Zwin- brug 28.000; Nieuwe kraagbrug 12.000 en voor beplanting var) wegen: Zandweg (ZierikzeeRenesse)—Haamstede met zij tak 17.000; NieuwvlietSluis 3500; St. AnnapolderZaamslagsche veer 1500, totaal 655.200, waarvan 75 ten laste van het fonds of 491.400. Het ontwerp-begrooting 1940 van het ter tiaire wegenfonds van Zeeland wijst aan baten aan: aandeel in de opbrengst der motorrijtuigen- en rijwielbelasting 97.000, bijdrage van de Provincie 10.000; batig saldo v. j. 164.100; bijdragen van de pro vincie 97.500; van de onderhoudsplichti gen 52.500, alles samen 421.100. Daartegenover staan aan lasten: bijdra gen in de kosten van de verbetering van wegen 165.000 en van het onderhoud van wegen 6000; administratiekosten enz: 100; batig saldo over te brengen naar het volgend jaar 100.000 en kosten van wegsverbeteringen 150.000, samen ook 421.100. Het gemeentebestuur van Middelburg verzocht wederom etffï' aanvullingsbijdrage in de kosten van restauratie van den Abdij toren aldaar, vermits het voor deze restau ratie beschikbare crediet van 74.000 eind 1939 geheel zal zijn besteed aan het boven gedeelte van den toren. De werkzaamheden aan dat gedeelte zijn van grooteren omvang geweest, dan waarop tevoren gerekend was. Tijdens het werk moesten steeds meer on- derdeelen worden vernieuwd. De koper- en loodbekleeding bleek vol kleine lekken te zijn, terwijl na verwijdering dier beklee dingen de niet zichtbare houtconstructies volkomen verteerd bleken. Het gevolg hier van was, dat het geheele bovendeel van den toren vernieuwdmoest worden. Ook de toestand van den steenen voet van den to ren en het inwendige van den torenromp blijkt veel slechter te zijn dan indertijd bij een voorloopig onderzoek kon worden vast gesteld. Een nieuw crediet tot een bedrag ad 47.000 is bijraadsbesluit van 26 April ver leend en zal nu worden besteed voor den steenen benedenbouw van deri toren. Blij kens uit een door de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg uitgebracht rapport, verkeert deze bouw inderdaad in een slech ten toestand, zoodat restauratie dringend noodig is. De Commissie is eveneens van meening, dat met de noodig geachte her stellingen een bedrag van 47.000 gemoeid zal zijn. De Minister van O., K. en W. heeft zich bereid verklaard te bevorderen dat ook voor deze restauratie een Rijkssubsidie zal wor den verleend van 41 in de nieuw aange vraagde som van 47.000 tot een maximum van 19.500. Op grond van een en ander geven Ged. Staten in overweging de in 1935 verleende Provinciale bijdrage, welke in 1938 is verhoogd tot 5200, wederom te verhoogen naar de door de Staten in 1925 gestelde regelen met 5 van 47.000 of 2350, waardoor de totale bij drage zal worden gebracht op 7550. De begrooting 1940 van den Provincialen Stoombootdienst op de Oosterschelde wijst aan lasten en baten aan 92.115. Onder lasten zijn te verstaan exploitatie kosten: m.s. Oosterschelde 50.825, aanleg plaats Zierikzee 12.825; idem Katsche veer 2550; idem Wolphaartsdijk 780; idem Kortgene 585; steigerrechten 5450; al- gemeene onkosten 4100, aandeel in de kosten van het reserveschip „Prins Willem I" 15.000. De baten zijn: vracht van passagiers 41.000; auto's 5000; goederen en vee 4000; rijwielen 2000; bestelloon 400; diversen 415, en door de provincie te dek ken verlies 39.300. Het aantal passagiers in 1938 bedroeg 12.255 eerste en 33.526 tweede klasse met een opbrengst van 38.256,39;-tegen 12.124, 33:962- en 45.816 in 1937abonnementen enz. resp. 45.70 en 240; tienvaartboek- jes resp. 5892 en 5033 met 4631.85 en 4188,35 opbrengst; goederen en veever- voer resp. 3673,93 en 4027,50 en rijwiel- vervoer 1947,50 en 1780,35. Reuter meldt uit Stockholm: Door de uitbreiding van het Duitsche mijnenveld ter hoogte van Falsterbo aan den Zuide lijken ingang van de Sont is de toegang tot de Oostzee feitelijk afgesloten, hetgeen in Zweedsche reederskringen opwinding veroorzaakt heeft Men zegt, dat in het gebied, waar geen mijnen liggen, het wa ter slechts diep genoeg is voor schepen, die niet zwaar geladen zijn. De Zweed sche ladingen zullen, zoo zegt men, dus van de havens aan de Westkust moeten vertrekken, wat treinkosten medebrengt. De reeders zijn verder ongerust tenge volge van de berichten over een strengere Britsche controle op de uitgaande schepen. De groote Zweedsche bladen „Dagens Nyheteri' en „Svensk Dagbladet,' protes- teeren krachtig tegen het besluit van Duitschland voortaan aan te nemen, dat de Zweedsche territoriale wateren drie zeemijlen breed zijn in plaats van vier, welke breedte Zweden sedert 1879 heeft aangenomen in verband met den specialen aard van zijn kusten, die de scheapvaart binnen een driemijlszone voor diepliggen de schepen soms onmogelijk maakt De bladen wijzen er op, dat hierdoor de scheepvaart ernstig belemmerd zou kun nen worden en aldus het economische le ven des lands ernstig zou kunnen schaden. Reuter meldt uit Kopenhagen: Als gevolg van den verschrikkelijken toestand, welke te Warschau heerscht, zijn er volgens een juist vandaar teruggekeerden Deenschen reiziger gevallen van cholera voorgekomen. „Vertelt U een» wat kost die „honderd gulden" apaarverzekering, waarover ik zoo vaak hoor praten? „Slechts één dubbeltje per week. thuta afgehaald". Zend ons deze advertentie Ingevuld toe voor verdere Inlichtingen. Een kinderboek of kalender krtlgt U ér gratis bil. N.V. VERZEKERINGSBANK voer gratir kinderboek es klUrhtmfloo 2MX3 oofii NV. VICTORIA Keiler gr 1U. Aauterdom De Alg. Ned. bond van fruit-, groenten-- en aardappelen-exporteurs heeft aan den minister van Econ. Zaken een adres gericht met verzoek te bevorderen, dat een extra- uitvoermogelijkheid voor appelen naar Duitschland verkregen wordt. Door de helaas onvermijdelijke verminde ring der betalingscontingenten van het 4e kwartaal, dreigt in het bijzonder het arti kel appelen in de klem te komen door den zeer grooten oogst, aldus deze bond. De minister van Econ. Zaken, heeft het volgende bepaald: Uit het Landbouw-crisisfonds wordt aan hen, die als teler van gewassen van den tuinbouw zijn aangesloten bij de stichting Ned. Groenten- en Fruitcentrale en op den dag der uitkeering geacht kunnen worden hun bedrijf alsnog uit te oefenen, steun ver leend overeenkomstig de bepalingen van deze beschikking tot een bedrag van ten hoogste f 4,250,000. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: In verband met de gunstige ontwikkeling van den aanvoer worden de levensmiddelenrant soenen met ingang van 20 November aan zienlijk verhoogd. De verhooging geldt in de eerste plaats de boterrantsoenen, welke soms bijna verdubbeld worden. Bovendien zal een bijzondere toewijzing van vleesch, boter, eieren, rijst, peulvruchten en cho colade geschieden. De rantsoenen voor kin deren ondergaan een speciale verhooging. Vijftien meter onder het Westminster zie kenhuis te Londen wordt een bewaarplaats ingericht voor de 6 gram radium van het ziekenhuis, waarvan de waarde geschat wordt op 30.000 tot 40.000 pond sterling. Gedurende het weekeinde heeft men stalen buizen met een doorsnede van 15 duim en tot een gezamenlijke lengte van 15 meter in den kiezelbodem aan den Theemsoever gedreven. Voortaan zal de radiumvoorraad iederen nacht evenals bij eventueele lucht aanvallen, in de buis worden opgeborgen. SS Naar het Enfelsch van Anthony Berkeley. 36). „Het zou veel beter zijn", zuchtte Chitter wiek, „als wij tegelijkertijd den werkelijken moordenaar konden vinden. Want als wij op die manier het leven van den majoor redden, bleef er toch nog verdenking op hem rusten en voor veel menschen is verden king hetzelfde als zekerheid". „Ja, natuurlijk, maar eerst moeten wij Lynn vrij hebben". Mouse was zoozeer door dien wensch be zield, dat hij niet eens afwachtte, of Chitter wiek hiermede accoord ging. „Dus wat moet er nu gebeuren?" „We moeten ons zelf eens in de plaats stellen van den misdadiger", antwoordde Chitterwick zonder aarzelen, die niet zoo veel detectiveverhalen voor niets gelezen had, „en zien wat hij doen moest". Zij dach ten zich de rol van den misdadiger dus in, maar Mouse schoot daar niets mee op, wat hij dan ook zei. „Ik ook niet", gaf Chitterwick toe. „Zou den wij misschien met te veel dingen reke ning houden? Weet u wat ik doen zal? Ik ga in de bibliotheek het heele geval eens opschrijven, de gevolgtrekkingen, die wij als vaststaand mogen aannemen tezamen en de zuiver speculatieve apart; de paar dingen, die wij uit de enkele feiten kunnen distilleeren, om zoodoende te komen tot den geestelijken gemoedstoestand van den moordenaar; dit kan ons dan misschien zijn daden verklaren, die op het oogenblik nog volkomen duister voor ons zijn". „Dit is een verdraaid goed idee", zei Mou se met zekeren eerbied. Chitterwick trok zich dus terug in de bi bliotheek van zijn tante, ging aan haar schrijftafel zitten pakte zorgeloos haar lie velingspenhouder. Hij wilde voor alles zijn ideeën, die op dit oogenblik bij hem op kwamen, noteeren. „Als ik de moordenaar was", schreef hij, „hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt HOOFDSTUK XI. Chitterwick lost het probleem op. Nadat hij alle notities had samengesteld, rangschikte hij ze op de volgende manier: Alge m'e ene gevolgtrekkingen. Het gaat om een zorgvuldig uitgedachten moord, die waarschijnlijk geruimen tijd is voorbereid. De moord is gebaseerd op eën ruiling, op een persoonsverwisseling, die ten doel heeft de schuld op een ander te schuiven. Als dit gelukt, is er dus een dubbele moord gepleegd. P.S. Mijn gevolgtrekkingen gaan van de veronderstelling uit, dat majoor Sinclair onschuldig is). Het hoofddoel van den moordenaar is, 't uit den weg ruimen van juffrouw Sinclair. Uit het afschuiven van de misdaad op ma joor Sinclair, wiens ter dood veroordeeling daarop zeer waarschijnlijk is, volgt de wensch van den werkelijken moordenaar, om alle sporen, die hem zouden kunnen verraden uit te wisschen. Dit gaat alleen op, als mijn theorie over het optreden en de handelwijze van den moordenaar blijkt Gestuwd wij worden, schoon wij meenen, dat wij zelf dit doen. Willem Kloos. juist te zijn. Is dit zoo, dan moet men met mijn relatie tot de misdaad drie feiten in oogenschouw nemen, ten eerste, dat ik al leen was; ten tweede, dat ik zoo zat, dat ik den moordenaar heel goed kon waarnemen en ten derde, dat hij mij in den spiegel kon zien. Ieder ander, die aan die drie voor waarden voldeed, zou ervoor in aanmerking gekomen zijn. (P.S. Dit verklaart, van het standpunt van den moordenaar gezien, de keus van Piccadilly Palace, want om de zen tijd kan men er bijna zeker van zijn, dat er iemand zou zijn, om hem op die ma nier van dienst te zijn). Piccadilly Palace lijkt dus buitengewoon geschikt, maar blijkbaar heeft juffrouw Sinclair dit punt gekozen en niet de moor denaar. Bewijsmateriaal om majoor Sinclair vrij te pleiten is er nog niet, moet nog gevonden worden. Ik zelf, de politie en alle anderen zijn in de zeer juist opgestelde val van den moor denaar geloopen. Na rijp beraad, heb ik mijn theorie goed gekeurd en wat nu volgt gaat van die ver onderstelling uit. Deducties over het toedienen van het vergif. De wijze waarop het vergif haar toege diend werd, is waarschijnlijk nog niet voor gekomen. Dat het de koffie was lijkt zeer twijfelachtig. (P.S. Heeft juffrouw Sinclair of de man nog iets anders besteld, mis schien likeur? Als het Kirsch of Kummel was, zou dat )nisschien de smaak en reuk van blauwzuur weggenomen hebben. Dit punt moet nagegaan worden). Daar de moordenaar heel kort na mij de hall verliet en dit niet gedaan zou hebben alvorens er zeker van te zijn, dat juffrouw Sinclair het vergif zou drinken, moet dus dat, waarmee haar het vergif ingegeven is, ook ter plaatse geweest zijn en wel op het oogenblik, dat ik aan de telefoon werd ge roepen. (P.S. Misschien kan de juffrouw, die mij riep, hier opheldering geven). Dat het zeer waarschijnlijk is, dat het vergif door juffrouw Sinclair pas tien mi nuten later werd ingenomen, moet het middel waarin het vergif was of een sterke drank geweest zijn (zooals likeur b.v.), of iets waarvan de moordenaar wist, dat juf frouw Sinclair het in zou nemen, voordat zij Piccadilly verliet; medicijn misschien. (Nazoeken). Inlichtingen inwinnen of er nog maat regelen door den moordenaar genomen werden, die haar er toe brachten nog te blijven, nadat hij was weggegaan. Zonder twijfel verontschuldigde hij zich voor een oogenblikje en verwachtte zij hem dus te rug. Gevolgtrekkingen over hetgeen ik gezien heb. Dat mejuffrouw Sinclair af en toe twij felde of de man werkelijk haar neef was, maar dat hij er in slaagde, die twijfel bij haar weg te nemen. Dit verklaart waarom zij hem in het eerst zoo scherp opnam volgens de meening van mevrouw Sinclair en daarna zeer levendig met hem begon te praten. Dat zij haar eene bril in Earlshaze ach ter liet en de tweede brak, was een buiten gewoon gelukkig toeval voor den moorde naar, zoo gelukkig, dat men eerder aan op zet, dan aan toeval zou denken. (P.S. Ljjkt mjj zeer de moeite waard om te onderzoe ken). Het idee dat de man, die ik bij juffrouw Sinclair zag, niet majoor Sinclair was, wordt versterkt door het gevoel dat ik had, toen ik hem later van nabij zag. Hij week af, zü het ook heel weinig en nauwelijks definiëerbaar van het beeld dat ik mij van hem gevormd had; hij was iets ouder, wat breeder en had meer waardigheid. Deze af wijkingen zijn heel gering, maar ik zal ze in gedachten houden... Dat de man, die voor majoor Sinclair doorging, niet zoo'n moei lijke taak had, als men eerst zou denken. Niet alleen, dat juffrouw Sinclair hem niet goed kon opnemen, maar bij het onderhoud had hij zoowat niets te zeggen; hij moest eigenlijk alleen maar aanhooren. Men kan wel aannemen, dat hij verkoudheid voor wendde om zijn ander stemgeluid te ver klaren. Dat, als ik bij mij zelf alles nog eens goed naga mijn meening versterkt wordt, dat de manipulaties van den moordenaar boven het kopje van juffrouw Sinclair, eerder nonchalant dan geheimzinnig te noemen zijn. Zijn hand bleef veel langer boven het kopje dan noodig was om er iets in te doen gieten, ja zelfs dan om er een paar drup pels in te laten vallen. Men zou eerder aan nemen, dat hij het gif er heel vlug inge daan zou hebben. Dat ik, tenminste zoover ik het tooneel nog voor rnjj kan halen, zag, dat de moor denaar, nadat hij de aandacht van juf frouw Sinclair op iets in de tegenoverge stelde richting had gevestigd, zijn blik niet, zooais men zou kunnen verwachten, op het kopje waarboven hjj zijn hand had richtte, maar één of twee keer omhoog keek. Dit bevestigt mijn theorie, dat hq in den spiegel keek om er zeker van te zijn, dat ik nog altijd op hem lette. (P.S. Ik zou hier op niet kunnen zweren, maar den indruk heb ik stellig). (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5