kroniek van den dag
rMijnhardtje
PROVINCIAAL BESTUUR VAN
ZEELAND.
ICTO
De Amateur
Detective I
tweede blad van de provinciale zeeuwsche middelburgsche courant goesche courant) van dinsdag 7 november 1939. No. 263.
Een oorlogsbewaarplaats
voor radium.
Een merkwaardige discussie in
Engeland.
Een staalkaart van
nationaliteiten aan de grens
PRINS BERNHARD ONTVING
GENERAAL BOERSTRA.
DUITSCHE ONDERDANEN UIT
TURKIJE TERUGGEROEPEN.
BEGROOTING PROVINCIAAL
WEGENFONDS.
BEGROOTING TERTIAIR
WEGENFONDS.
OPNIEUW VERHOOGDE BIJ
DRAGE VOOR DE RESTAU
RATIE VAN DEN ABDIJ
TOREN TE MIDDELBURG.
PROV. STOOMBOOTDIENST
OP DE OOSTERSCHELDE.
De Zweedsche scheepvaart
ernstig belemmerd.
CHOLERA TE WARSCHAU.
(Ingez. Med.)
Extra uitvoer van appelen naar
Duitschland?
De steun aan den tuinbouw.
Verhooging dér Duitsche
rantsoenen.
In Engeland woedt sinds enkele weken
een eigenaardige binnenlandsche „discussie
oorlog"; zulks over de vraag, wat nauw>
keurig het ideaal moet zjjn, waarvoor En
geland op 3 September den oorlog inging.
Men kan van oordeel zijn, dat als een land
voor een ideaal een krijg aangaat, het vóór
den tijd precies dient te weten, hoe dat ide
aal er uit ziet. Maar dan vergeet men, dat
wij een „raren oorlog" beleven en dat al
zijn aspecten min of meer tegen de draad in
plegen te gaan.
Engeland begon te vechten (evenals
Frankrijk), om Polen te helpen. Maar Po
len bleek niet te redden en het zal in zijn
„Versailles-vorm" ook niet uit de huidige
ruïne herbouwd kunnen worden: nademaal
Rusland er een deel van opgeslokt heeft en
Engeland en Frankrijk allerminst van plan
2Ün, om ook den Sovjets hun buit weer te
óntwringen.
Op de keper beschouwd is het „mate
rialistische" doel van den oorlog hiermee
principieel komen te vervallen. Immers de
belofte welke Londen en Parijs aan War
schau deden, had alle andere sophistische
redeneeringen ten spijt betrekking op
den Poolschen staat in zijn geheel. De con
sequentie er van had moeten zijn, dat de
beide geallieerde mogendheden ook aan de
Sovjet-Unie den oorlog hadden verklaard,
toen het roode leger van het Oosten uit Po
len binnenviel. Dat zij dit nalieten, is zeer
begrijpelijk (en wij betreuren het in geenen
deele), maar er ontstond een tweeslachtige
situatie uit, welke het „ideëele" aspect van
den krijg een grijnzend aanzicht gaf. En de
van Duitsche en Russische zijde op touw
gezette propaganda, dat de Engelschen in
werkelijkheid slechts voor hun imperialis
tische doeleinden aan het vechten waren
getogen, kreeg onder invloed hiervan een
zekere vat op „openbare meeningen", die
tusschen de beide partijen in staan en zich
door geen van de in het geding zijnde
ideologieën op sleeptouw willen laten ne
men.
Merkwaardiger wijze is een dergelijke
openbare meening ook in Engeland aanwe
zig en uit haar kwam nu de laatste weken
met steeds stelliger nadruk de vraag naar
een nauwkeurige omschrijving van het
Britsche „oorlogsideaal" naar voren. De ne
gatieve these van de verdelging van het
Hitlerisme is dien Engelschen, die blijkbaar
verder kijken dan hun neus lang is, niet
voldoende. Zij vreezen o.m., dat het einde
van den krijg een nieuw „Versailles" met
zijn kiemen voor alweer „een oorlog over
25 jaar" zou kunnen opleveren, en willen
nu haring of kuit: De Engelsche regeering,
aldus hun eisch, dient ten aanhoore van de
geheele wereld concreet uiteen te zetten,
dat zij een betere internationale samenle
ving voorstaat, een samenleving waarin elk
volk ook het Duitsche zijn rechtmatig
aandeel zal erlangen.
De eisch wordt het meest gesteld door
intellectueele groepen, die de socialistische
en liberale partijen na staan. Maar ook in
conservatieve kringen begint hij opgeld te
doen. Zoo publiceerde een der bekende con
servatieve dagbladen, de „Yorshire Post"
(spreekbuis van minister Eden) een dezer
dagen een hoofdartikel, waarin zelfs op vrij
scherpen toon de zaak aan de orde werd ge
steld. „Het laatste nieuws uit Amerika, al
dus dit blad, is ongunstig, want het geeft
te denken, dat de sympathie van Amerika
voor de zaak van de geallieerden nu veel
minder volmondig is dan een maand gele
den. De verklaring is klaarblijkelijk, dat de
Amerikanen zich afvragen wat er in Euro
pa gebeurt en wat voor een oorlog daar nu
eigenlijk gestreden wordt. Is het werkelijk
een oorlog voor de democratie, voor een
nieuw Europa, een oorlog om een eind te
maken aan oorlog, of is het misschien per
slot van rekening niets anders dan een oor
log tusschen twee concurreerende imperia-
lismen? De eenige manier om deze verden
kingen te ontzenuwen is onzen oorlogsdoel
einden een vollediger definitie te geven.
Het gaat er niet om scherp omlijnde vredes
voorwaarden neer te leggen, want niemand
kan voorzien onder welke omstandigheden
de vrede zal moeten worden gesloten. Het
Dezer dagen deelde de A.N.W.B. mede,
dat de afgifte van triptieken voor verkeer
met motorrijtuigen naar België op de ge
bruikelijke wijze was hefvat, daar het ver
keer met onzen Zuiderbuur vrij normaal
voortgang heeft.
Dat het internationale verkeer door den
oorlog in het geheel niet lam is gelegd,
blijkt ook uit de werkzaamheden van de
grenskiosk van den A.N.W.B. te Wernhout
op den weg van Breda naar Antwerpen. In
de oorlogsmaand October; die bovendien
buiten het drukke seizoen valt, werd aan
deze kiosk ondanks de ongunstige omstan
digheden een groot aantal toeristen gehol
pen, die behoorden tot 27.verschillende na
tionaliteiten. Ónder hën waren zoowel Po
len, Denen en Estlanders, als Marokkanen,
Congolèezen en Zuid-Afrikaners, Uruguee-
zen, Brazilianen, Argentijnen, Venezolanen
en Cubanen, ja zelfs Japanners en Chinee-
zen.
Dit cosmopolitische gezelschap passeerde
onze grens in bijna 700 auto's en 68 tou
ringcars. Voorts waren er talrijke motor
rijders, fietsers en wandelaars onder.
Vooral uit de laatste vier categorieën, die
grootendeels geacht kunnen worden Jniet
voor zaken op reis te zijn, blijkt wel, dat
het internationaal toeristisch verkeer door
den oorlog geenszins is stilgelegd, als is het
natuurlijk teruggeloopen.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft gisteren
den oud-legercommandant van het Kon.
Ned. Indische leger, luitenant-generaal M.
Boerstra, ten paleize Noordeinde in Den
Haag ontvangen. Zooals bekend is, stelt de
Prins groot belang in Indische aangelegen
heden.
Havas meldt uit RomeDe Duitsche
onderdanen in Turkije zouden volgens
den correspondent van het Italiaansche
blad „Messaggeroi" te Stamboel bevel heb
ben gekregen naar Duitschland terug te
keeren.
knapt direct op
van,
De echte xljn niet rond, maar hartvormig.
(Ingez. Med.)
gaat er omde wereld een
duidelijke en inspire er en-
de visie te geven op het
soort van Europa dat wij
willen scheppen, een Euro
pa, waarallenlanden, Duitsch
land incluis, vrijheid en
recht verzekerd zal zijn en
waarin de zwakkeren niet
zijn overgeleverd aan de
genade van de sterkeren. De
schepping van een zoodanig Europa zou op
offeringen van alle landen vereischen en in
het bijzonder zouhet waarschijn-
lijk zekere offers vanna-
tionale souvereiniteitmet
zich meebrengen.
Tot zoover de „Yorkshire Post".
Wij gelooven, dat uitingen als deze met
vreugde, vooral in de neutrale landen, moe
ten worden begroet. Immers, wat men ook
over het uitbreken van den huidigen oorlog
wil denken, een ding staat als een paal bo
ven water: te Versailles werd in 1919 het
zaad er voor uitgestrooid. En niets zou
noodlottiger zijn, dan dat zich een mentali
teit ging vormen welke opnieuw tot zooiets
in staat zou zijn. Het geeft althans eenige
moed, dat vele Engelschen hiervan nu reeds
de gevaren onder oogen zien, en er over
gaan discussieeren.
Voorstellen van Ged. Sinten voor de a*. winterzitting der Prov. Staten.
De begrooting 1940 yan het Provinciaal
wegenfonds geeft aan lasten: 1. bijdragen
In de kosten van verbetering van wegen
491.000 2. bijdragen in de kosten van on
derhoud van wegen 40.000 3. rente
28.125; 4. personeelskósten 4854.17; 5.
diversen 220.83, totaal 564.600.
Baten: 6. Aandeelopbrengst motorrijtui
gen- en rijwielbelastingen 420.000; 7. bij
drage van de Provincie 125.000; 8. baten
huizen memorie; 9. intrest memorie; 10. na-
deelig saldo 19.600, totaal ook 564.600.
Wat betreft art. 1 dient vermeld, dat de
hoofd-ingenieur raamt voor verbetering
van de volgende wegen in onderhoud bij
de Provincie: Tholen-Scherpenisse 75.000,
Neuzen—Axel 36.000;voor de volgende
wegen in onderhoud bij derden: Oud-Vos-
semeerSt. Annaland 180,000; Kapelle
Wemeldinge 20.000; 's-Gravenpolder—
Ovezande 67.200; Borgsele's Heerenhoek
70.000; Oostkapelledpomburg memorie;
Nieuwlandsche MolenBiervliet 35.000;
NieuwvlietSluis 110.000; Nieuwe Zwin-
brug 28.000; Nieuwe kraagbrug 12.000
en voor beplanting var) wegen: Zandweg
(ZierikzeeRenesse)—Haamstede met zij
tak 17.000; NieuwvlietSluis 3500; St.
AnnapolderZaamslagsche veer 1500,
totaal 655.200, waarvan 75 ten laste
van het fonds of 491.400.
Het ontwerp-begrooting 1940 van het ter
tiaire wegenfonds van Zeeland wijst aan
baten aan: aandeel in de opbrengst der
motorrijtuigen- en rijwielbelasting 97.000,
bijdrage van de Provincie 10.000; batig
saldo v. j. 164.100; bijdragen van de pro
vincie 97.500; van de onderhoudsplichti
gen 52.500, alles samen 421.100.
Daartegenover staan aan lasten: bijdra
gen in de kosten van de verbetering van
wegen 165.000 en van het onderhoud van
wegen 6000; administratiekosten enz:
100; batig saldo over te brengen naar
het volgend jaar 100.000 en kosten van
wegsverbeteringen 150.000, samen ook
421.100.
Het gemeentebestuur van Middelburg
verzocht wederom etffï' aanvullingsbijdrage
in de kosten van restauratie van den Abdij
toren aldaar, vermits het voor deze restau
ratie beschikbare crediet van 74.000 eind
1939 geheel zal zijn besteed aan het boven
gedeelte van den toren. De werkzaamheden
aan dat gedeelte zijn van grooteren omvang
geweest, dan waarop tevoren gerekend was.
Tijdens het werk moesten steeds meer on-
derdeelen worden vernieuwd. De koper- en
loodbekleeding bleek vol kleine lekken te
zijn, terwijl na verwijdering dier beklee
dingen de niet zichtbare houtconstructies
volkomen verteerd bleken. Het gevolg hier
van was, dat het geheele bovendeel van den
toren vernieuwdmoest worden. Ook de
toestand van den steenen voet van den to
ren en het inwendige van den torenromp
blijkt veel slechter te zijn dan indertijd bij
een voorloopig onderzoek kon worden vast
gesteld.
Een nieuw crediet tot een bedrag ad
47.000 is bijraadsbesluit van 26 April ver
leend en zal nu worden besteed voor den
steenen benedenbouw van deri toren. Blij
kens uit een door de Rijkscommissie voor
de Monumentenzorg uitgebracht rapport,
verkeert deze bouw inderdaad in een slech
ten toestand, zoodat restauratie dringend
noodig is. De Commissie is eveneens van
meening, dat met de noodig geachte her
stellingen een bedrag van 47.000 gemoeid
zal zijn.
De Minister van O., K. en W. heeft zich
bereid verklaard te bevorderen dat ook voor
deze restauratie een Rijkssubsidie zal wor
den verleend van 41 in de nieuw aange
vraagde som van 47.000 tot een maximum
van 19.500. Op grond van een en ander
geven Ged. Staten in overweging de in 1935
verleende Provinciale bijdrage, welke in
1938 is verhoogd tot 5200, wederom te
verhoogen naar de door de Staten in
1925 gestelde regelen met 5 van
47.000 of 2350, waardoor de totale bij
drage zal worden gebracht op 7550.
De begrooting 1940 van den Provincialen
Stoombootdienst op de Oosterschelde wijst
aan lasten en baten aan 92.115.
Onder lasten zijn te verstaan exploitatie
kosten: m.s. Oosterschelde 50.825, aanleg
plaats Zierikzee 12.825; idem Katsche veer
2550; idem Wolphaartsdijk 780; idem
Kortgene 585; steigerrechten 5450; al-
gemeene onkosten 4100, aandeel in de
kosten van het reserveschip „Prins Willem
I" 15.000.
De baten zijn: vracht van passagiers
41.000; auto's 5000; goederen en vee
4000; rijwielen 2000; bestelloon 400;
diversen 415, en door de provincie te dek
ken verlies 39.300.
Het aantal passagiers in 1938 bedroeg
12.255 eerste en 33.526 tweede klasse met
een opbrengst van 38.256,39;-tegen 12.124,
33:962- en 45.816 in 1937abonnementen
enz. resp. 45.70 en 240; tienvaartboek-
jes resp. 5892 en 5033 met 4631.85 en
4188,35 opbrengst; goederen en veever-
voer resp. 3673,93 en 4027,50 en rijwiel-
vervoer 1947,50 en 1780,35.
Reuter meldt uit Stockholm: Door de
uitbreiding van het Duitsche mijnenveld
ter hoogte van Falsterbo aan den Zuide
lijken ingang van de Sont is de toegang
tot de Oostzee feitelijk afgesloten, hetgeen
in Zweedsche reederskringen opwinding
veroorzaakt heeft Men zegt, dat in het
gebied, waar geen mijnen liggen, het wa
ter slechts diep genoeg is voor schepen,
die niet zwaar geladen zijn. De Zweed
sche ladingen zullen, zoo zegt men, dus
van de havens aan de Westkust moeten
vertrekken, wat treinkosten medebrengt.
De reeders zijn verder ongerust tenge
volge van de berichten over een strengere
Britsche controle op de uitgaande schepen.
De groote Zweedsche bladen „Dagens
Nyheteri' en „Svensk Dagbladet,' protes-
teeren krachtig tegen het besluit van
Duitschland voortaan aan te nemen, dat
de Zweedsche territoriale wateren drie
zeemijlen breed zijn in plaats van vier,
welke breedte Zweden sedert 1879 heeft
aangenomen in verband met den specialen
aard van zijn kusten, die de scheapvaart
binnen een driemijlszone voor diepliggen
de schepen soms onmogelijk maakt De
bladen wijzen er op, dat hierdoor de
scheepvaart ernstig belemmerd zou kun
nen worden en aldus het economische le
ven des lands ernstig zou kunnen schaden.
Reuter meldt uit Kopenhagen: Als gevolg
van den verschrikkelijken toestand, welke
te Warschau heerscht, zijn er volgens een
juist vandaar teruggekeerden Deenschen
reiziger gevallen van cholera voorgekomen.
„Vertelt U een» wat kost die
„honderd gulden" apaarverzekering,
waarover ik zoo vaak hoor praten?
„Slechts één dubbeltje per week. thuta
afgehaald". Zend ons deze advertentie
Ingevuld toe voor verdere Inlichtingen.
Een kinderboek of kalender krtlgt U
ér gratis bil.
N.V. VERZEKERINGSBANK
voer gratir kinderboek es klUrhtmfloo
2MX3 oofii
NV. VICTORIA Keiler gr 1U. Aauterdom
De Alg. Ned. bond van fruit-, groenten--
en aardappelen-exporteurs heeft aan den
minister van Econ. Zaken een adres gericht
met verzoek te bevorderen, dat een extra-
uitvoermogelijkheid voor appelen naar
Duitschland verkregen wordt.
Door de helaas onvermijdelijke verminde
ring der betalingscontingenten van het 4e
kwartaal, dreigt in het bijzonder het arti
kel appelen in de klem te komen door den
zeer grooten oogst, aldus deze bond.
De minister van Econ. Zaken, heeft het
volgende bepaald:
Uit het Landbouw-crisisfonds wordt aan
hen, die als teler van gewassen van den
tuinbouw zijn aangesloten bij de stichting
Ned. Groenten- en Fruitcentrale en op den
dag der uitkeering geacht kunnen worden
hun bedrijf alsnog uit te oefenen, steun ver
leend overeenkomstig de bepalingen van
deze beschikking tot een bedrag van ten
hoogste f 4,250,000.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: In
verband met de gunstige ontwikkeling van
den aanvoer worden de levensmiddelenrant
soenen met ingang van 20 November aan
zienlijk verhoogd. De verhooging geldt in de
eerste plaats de boterrantsoenen, welke
soms bijna verdubbeld worden. Bovendien
zal een bijzondere toewijzing van vleesch,
boter, eieren, rijst, peulvruchten en cho
colade geschieden. De rantsoenen voor kin
deren ondergaan een speciale verhooging.
Vijftien meter onder het Westminster zie
kenhuis te Londen wordt een bewaarplaats
ingericht voor de 6 gram radium van het
ziekenhuis, waarvan de waarde geschat
wordt op 30.000 tot 40.000 pond sterling.
Gedurende het weekeinde heeft men stalen
buizen met een doorsnede van 15 duim en
tot een gezamenlijke lengte van 15 meter
in den kiezelbodem aan den Theemsoever
gedreven. Voortaan zal de radiumvoorraad
iederen nacht evenals bij eventueele lucht
aanvallen, in de buis worden opgeborgen.
SS
Naar het Enfelsch van
Anthony Berkeley.
36).
„Het zou veel beter zijn", zuchtte Chitter
wiek, „als wij tegelijkertijd den werkelijken
moordenaar konden vinden. Want als wij
op die manier het leven van den majoor
redden, bleef er toch nog verdenking op hem
rusten en voor veel menschen is verden
king hetzelfde als zekerheid".
„Ja, natuurlijk, maar eerst moeten wij
Lynn vrij hebben".
Mouse was zoozeer door dien wensch be
zield, dat hij niet eens afwachtte, of Chitter
wiek hiermede accoord ging. „Dus wat
moet er nu gebeuren?"
„We moeten ons zelf eens in de plaats
stellen van den misdadiger", antwoordde
Chitterwick zonder aarzelen, die niet zoo
veel detectiveverhalen voor niets gelezen
had, „en zien wat hij doen moest". Zij dach
ten zich de rol van den misdadiger dus in,
maar Mouse schoot daar niets mee op, wat
hij dan ook zei.
„Ik ook niet", gaf Chitterwick toe. „Zou
den wij misschien met te veel dingen reke
ning houden? Weet u wat ik doen zal? Ik
ga in de bibliotheek het heele geval eens
opschrijven, de gevolgtrekkingen, die wij
als vaststaand mogen aannemen tezamen
en de zuiver speculatieve apart; de paar
dingen, die wij uit de enkele feiten kunnen
distilleeren, om zoodoende te komen tot
den geestelijken gemoedstoestand van den
moordenaar; dit kan ons dan misschien zijn
daden verklaren, die op het oogenblik nog
volkomen duister voor ons zijn".
„Dit is een verdraaid goed idee", zei Mou
se met zekeren eerbied.
Chitterwick trok zich dus terug in de bi
bliotheek van zijn tante, ging aan haar
schrijftafel zitten pakte zorgeloos haar lie
velingspenhouder. Hij wilde voor alles zijn
ideeën, die op dit oogenblik bij hem op
kwamen, noteeren.
„Als ik de moordenaar was", schreef hij,
„hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt
HOOFDSTUK XI.
Chitterwick lost het probleem op.
Nadat hij alle notities had samengesteld,
rangschikte hij ze op de volgende manier:
Alge m'e ene
gevolgtrekkingen.
Het gaat om een zorgvuldig uitgedachten
moord, die waarschijnlijk geruimen tijd is
voorbereid. De moord is gebaseerd op eën
ruiling, op een persoonsverwisseling, die
ten doel heeft de schuld op een ander te
schuiven.
Als dit gelukt, is er dus een dubbele
moord gepleegd.
P.S. Mijn gevolgtrekkingen gaan van de
veronderstelling uit, dat majoor Sinclair
onschuldig is).
Het hoofddoel van den moordenaar is, 't
uit den weg ruimen van juffrouw Sinclair.
Uit het afschuiven van de misdaad op ma
joor Sinclair, wiens ter dood veroordeeling
daarop zeer waarschijnlijk is, volgt de
wensch van den werkelijken moordenaar,
om alle sporen, die hem zouden kunnen
verraden uit te wisschen. Dit gaat alleen
op, als mijn theorie over het optreden en de
handelwijze van den moordenaar blijkt
Gestuwd wij worden, schoon wij
meenen, dat wij zelf dit doen.
Willem Kloos.
juist te zijn. Is dit zoo, dan moet men met
mijn relatie tot de misdaad drie feiten in
oogenschouw nemen, ten eerste, dat ik al
leen was; ten tweede, dat ik zoo zat, dat ik
den moordenaar heel goed kon waarnemen
en ten derde, dat hij mij in den spiegel kon
zien. Ieder ander, die aan die drie voor
waarden voldeed, zou ervoor in aanmerking
gekomen zijn. (P.S. Dit verklaart, van het
standpunt van den moordenaar gezien, de
keus van Piccadilly Palace, want om de
zen tijd kan men er bijna zeker van zijn,
dat er iemand zou zijn, om hem op die ma
nier van dienst te zijn).
Piccadilly Palace lijkt dus buitengewoon
geschikt, maar blijkbaar heeft juffrouw
Sinclair dit punt gekozen en niet de moor
denaar.
Bewijsmateriaal om majoor Sinclair vrij
te pleiten is er nog niet, moet nog gevonden
worden.
Ik zelf, de politie en alle anderen zijn in
de zeer juist opgestelde val van den moor
denaar geloopen.
Na rijp beraad, heb ik mijn theorie goed
gekeurd en wat nu volgt gaat van die ver
onderstelling uit.
Deducties over het toedienen
van het vergif.
De wijze waarop het vergif haar toege
diend werd, is waarschijnlijk nog niet voor
gekomen. Dat het de koffie was lijkt zeer
twijfelachtig. (P.S. Heeft juffrouw Sinclair
of de man nog iets anders besteld, mis
schien likeur? Als het Kirsch of Kummel
was, zou dat )nisschien de smaak en reuk
van blauwzuur weggenomen hebben. Dit
punt moet nagegaan worden).
Daar de moordenaar heel kort na mij de
hall verliet en dit niet gedaan zou hebben
alvorens er zeker van te zijn, dat juffrouw
Sinclair het vergif zou drinken, moet dus
dat, waarmee haar het vergif ingegeven is,
ook ter plaatse geweest zijn en wel op het
oogenblik, dat ik aan de telefoon werd ge
roepen. (P.S. Misschien kan de juffrouw,
die mij riep, hier opheldering geven).
Dat het zeer waarschijnlijk is, dat het
vergif door juffrouw Sinclair pas tien mi
nuten later werd ingenomen, moet het
middel waarin het vergif was of een sterke
drank geweest zijn (zooals likeur b.v.), of
iets waarvan de moordenaar wist, dat juf
frouw Sinclair het in zou nemen, voordat
zij Piccadilly verliet; medicijn misschien.
(Nazoeken).
Inlichtingen inwinnen of er nog maat
regelen door den moordenaar genomen
werden, die haar er toe brachten nog te
blijven, nadat hij was weggegaan. Zonder
twijfel verontschuldigde hij zich voor een
oogenblikje en verwachtte zij hem dus te
rug.
Gevolgtrekkingen over
hetgeen ik gezien heb.
Dat mejuffrouw Sinclair af en toe twij
felde of de man werkelijk haar neef was,
maar dat hij er in slaagde, die twijfel bij
haar weg te nemen. Dit verklaart waarom
zij hem in het eerst zoo scherp opnam
volgens de meening van mevrouw Sinclair
en daarna zeer levendig met hem begon
te praten.
Dat zij haar eene bril in Earlshaze ach
ter liet en de tweede brak, was een buiten
gewoon gelukkig toeval voor den moorde
naar, zoo gelukkig, dat men eerder aan op
zet, dan aan toeval zou denken. (P.S. Ljjkt
mjj zeer de moeite waard om te onderzoe
ken).
Het idee dat de man, die ik bij juffrouw
Sinclair zag, niet majoor Sinclair was,
wordt versterkt door het gevoel dat ik had,
toen ik hem later van nabij zag. Hij week
af, zü het ook heel weinig en nauwelijks
definiëerbaar van het beeld dat ik mij van
hem gevormd had; hij was iets ouder, wat
breeder en had meer waardigheid. Deze af
wijkingen zijn heel gering, maar ik zal ze in
gedachten houden... Dat de man, die voor
majoor Sinclair doorging, niet zoo'n moei
lijke taak had, als men eerst zou denken.
Niet alleen, dat juffrouw Sinclair hem niet
goed kon opnemen, maar bij het onderhoud
had hij zoowat niets te zeggen; hij moest
eigenlijk alleen maar aanhooren. Men kan
wel aannemen, dat hij verkoudheid voor
wendde om zijn ander stemgeluid te ver
klaren.
Dat, als ik bij mij zelf alles nog eens goed
naga mijn meening versterkt wordt, dat de
manipulaties van den moordenaar boven
het kopje van juffrouw Sinclair, eerder
nonchalant dan geheimzinnig te noemen
zijn. Zijn hand bleef veel langer boven het
kopje dan noodig was om er iets in te doen
gieten, ja zelfs dan om er een paar drup
pels in te laten vallen. Men zou eerder aan
nemen, dat hij het gif er heel vlug inge
daan zou hebben.
Dat ik, tenminste zoover ik het tooneel
nog voor rnjj kan halen, zag, dat de moor
denaar, nadat hij de aandacht van juf
frouw Sinclair op iets in de tegenoverge
stelde richting had gevestigd, zijn blik niet,
zooais men zou kunnen verwachten, op het
kopje waarboven hjj zijn hand had richtte,
maar één of twee keer omhoog keek.
Dit bevestigt mijn theorie, dat hq in den
spiegel keek om er zeker van te zijn, dat
ik nog altijd op hem lette. (P.S. Ik zou hier
op niet kunnen zweren, maar den indruk
heb ik stellig). (Wordt vervolgd).