GEMENGD NIEUWS
EEN TOCHT DOOR HET
BEZETTE POLEN
De Tweede Kamer en
het huidige kabinet.
Engeland's „winst" in den
zee-oorlog6000 ton.
Chamberlain over Von Ribbentrop's rede.
Het Lagerhuis heeft pret.
Von Ribbentrop's rede
belachelijk gemaakt.
LANDVERRADER TER DOOD
VEROORDEELD.
Vele Duitschers in Westelijk Polen zijn begin
September gruwelijk mishandeld en vermoord.
Diep litteeken zal blijven in
Poolsch gelaat.
Voor en tegen de S.D.A.P.
Gisteren heeft de Engelsche minister
president, Chamberlain, zijn wekelijksche
verklaring in het Lagerhuis afgelegd. Hij
zeide hierin o.m.
De leden van het Huis zullen hebben
gehoord, dat de laatste dagen vijf Britsche
schepen tot zinken zijn gebracht. Tezamen
maten deze schepen 22.715 ton. Aan de an
dere zijde is een aantal vijandelijke sche
pen aangehouden en opgebracht door onze
blokkade-patrouilles. Al deze schepen met
een totaal van 28.367 ton, zijn thans in ons
bezit. Bovendien werd het 4574 ton meten
de schip „Gonzeinheim" aangehouden. De
bemanning bracht het schip tot zinken om
te voorkomen, dat het werd buitgemaakt.
Het totale verlies van den vijand be
draagt ongeveer 33.000 ton, hetgeen ons
dus een netto winst van omstreeks 6000 ton
oplevert.
Eén van de kenmerken van de vijande
lijke duikbootcampagne waarop ik de aan
dacht moet vestigen, is de toenemende wet
teloosheid. Het schijnt thans regel te wor
den, dat koopvaardijschepen zonder waar
schuwing tot zinken worden gebracht.
Geen woorden zijn krachtig genoeg om
uitdrukking te geven aan onze verachting
voor dezen laffen vorm van oorlog voeren
(applaus).
Het voornaamste feit in de buitenland-
sche politiek sedert mijn laatste verklaring
in het Huis is de onderteekening van het
verdrag met Turkije. (Applaus.)
Ik zou van deze gelegenheid gebruik wil
len maken om mede te deelen, dat de En
gelsche regeering en de Fransche en Turk-
sche regeering sedert eenigen tijd het
vraagstuk van financieele hulp aan Turkije
bespreken. De hulp, welke gegeven zal wor
den, bestaat vnl. uit oorlogsmaterieel.
„Een week geleden deelde ik het Huis
mede aldus Chamberlain dat geen
mededeelingen van Berlijn waren ontvan
gen over de inzichten van de Duitsche re
geering omtrent de punten, welke ik in
mijn verklaring van 12 October heb pogen
uiteen te zetten.
In de laatste dagen zijn berichten uit Ber
lijn ontvangen over langdurige besprekin
gen der nat.-socialistische leiders. Het is
mogelijk, dat de rede, welke de Duitsche
minister van Buitenlandsche Zaken op 24
October te Dantzig heeft gehouden, het re
sultaat is van deze besprekingen (gelach).
Ik ben niet voornemens tijd te verspillen
met commentaar te leveren op de vele bij
zonderheden in deze rede (gelach). Nie
mand in dit land zal worden misleid door
het verdraaien en er is reeds voldoende
aanduiding, dat Von Ribbentrop niet meer
succes heeft gehad in zijn poging onpartij
dige waarnemers in andere deelen van de
wereld te misleiden. Inderdaad koester ik
zelfs de hoop, dat niettegenstaande alle on
derdrukking en vervalschingen, er zelfs in
Duitschland sommigen zijn, die zien, waar
de werkelijke waarheid ligt (toejuichingen).
Het voornaamste thema van de rede was,
dat Engeland en niet Duitschland den oor
log heeft gewild en tot stand gebracht. We
zijn tevreden door de feiten te worden ge
oordeeld en te weten, dat het oordeel van
de groote meerderheid der neutrale waar
nemers ten gunste van ons is.
Oogenschijnlijk heeft Von Ribbentrop tot
het laatste oogenblik tegen Hitier gezegd,
dat Engeland niet zou vechten. Toch is
dit de man, die verzekert, dat het doel van
de Engelsche politiek sedert 1933 is ge
weest een oorlog te ontketenen tegen
Duitschland (gelach en applaus).
Ik wil, nog een commentaar leveren op de
rede van den Duitschen minister. Het
schjjnt, dat hij de Sovjet-Unie wil uitnoo-
digen deel te nemen aan den kruistocht te
gen het Britsche rijk.
Wel, wat een verandering laat ik twee
zinnen voorlezen uit een verklaring van
Von Ribbentrop aan de pers, toen hij voor
het eerst naar Engeland kwam in 1936."
De communist Gallacher interrumpeerde
hier en zeide: „Hij was toen uw favoriet",
waarop Macgovern van de Labour-partij tot
Galaeher zeide „nu is hij de uwe" (luid ge
lach).
Havas meldt uit Nancy:
Karei Roos, een der voornaamste leiders
der Elzasser autonomisten, is wegens het
uitleveren van belangrijke militaire gehei
men aan agenten van den Duitschen spion-
nagedienst, ter dood veroordeeld. Drie zij
ner medeplichtigen werden tot vijf jaar
dwangarbeid veroordeeld en een tot de
doodstraf en militaire degradatie.
DE JAPANNERS KOESTEREN GEEN
GEVOELENS VAN WRAAK JEGENS
DUITSCHLAND.
Volgens een telegram uit Berlijn aan het
Japansche blad „Asahi Sjimboen" heeft Os-
jima, de aftredende ambassadeur van Ja
pan in Duitschland, overeenkomstig de in
structies van het Japansche departement
van buitenlandsvche zaken, Dinsdagmiddag
in de rijkskanselarij te Berlijn afscheid ge
nomen van Hitier, en een uur met hem ge
sproken. De ambassadeur heeft, volgens ge
noemd blad, aan Hitier verzekerd, dat tus-
schen Japan en Duitschland nog steeds be
trekkingen van vriendschap bestaan, en dat
de Japanners jegens Duitschland geen ge
voelens van wrok koesteren als gevolg van
het verdrag tusschen Duitschland en Rus
land, en als gevolg van den oorlog in Euro
pa. Tenslotte dankte de ambassadeur Hit-
Ier yoor zpn steun aan het Japansche pro
gram tot opbouw van een nieuwe orde in
het Verre Oosten.
De minister-president ging vervolgens
door: Von Ribbentrop zeide toen: „Duitsch
land wenscht vrienden te zijn met Engeland
en ik denk, dat het Britsche volk ook met
Duitschland vriendschap wil. De Führer is
overtuigd, dat er slechts één werkelijk ge
vaar is in Europa en ook voor het Britsche
rijk dat is de uitbreiding van het com
munisme de verschrikkelijkste van alle
plagen (gelach). Verschrikkelijk, omdat het
volk zich gewoonlijk eerst het gevaar er
van bewust wordt, wanneer het te laat is
(gelach).
Chamberlain zeide verder: De positieve
conclusie, welke' wij blijkbaar uit de rede
van den Duitschen minister kunnen trek'
ken is, dat de Duitsche regeering haar keus
heeft gemaakt. Hij heeft aangekondigd, dat
het hun bedoeling is den strijd door te zet
ten met alle energie en kracht. Er kan
slechts één antwoord zijn en wij zijn bereid
dit te geven. Het is evenwel niet Engeland,
dat Duitschland heeft uitgedaagd, doch het
is de Duitsche regeering, die door haar
voortdurende daden van aanval, niettegen
staande onze herhaalde waarschuwingen,
ons heeft gedwongen de wapens op te ne
men (applaus).
Een overzicht van de ministerstafel tijdens de zitting der Tweede Kamer, waarin Donderdag
een aanvang met de behandeling der begrooting 1940 werd gemaakt.
i.
(Van onzen special-en
verslaggever).
Berlijn, 24 Oct.
Uw correspondent heeft een tocht ge
maakt door het uit ontelbare wonden bloe
dende Poolsche gebied. Wonden kunnen
worden geheeld, maar het litteeken blijft en
als een bloedroode voor zal het verleden ge-
teekend blijven staan op het gelaat, dat ons
het Poolsche land in de toekomst vertoonen
zal. Men gaat den opbouw zien van dit in
korten tijd neergeslagen land en men
krijgt een kijkje in het lijden van hen, die
de-- geesel van- den oorlog over zich hebben
voelen striemen.
Men heeft in Duitschland een week lang
de vlaggen uitgestoken en de kerkklokken
hebben gebeierd. Dit alles symboliseerde de
dank van het Duitsche volk voor deze over
winning. Wil ik eerlijk zijn, dan moet ik
zeggen dat mij dat gebeier niet in de ooren
heeft geklonken als een juichen en een ju
belen, maar veeleer als een weemoedig af
scheid aan een, die is gestorven en ons
heeft verlaten. Ik kan geen reden tot
vreugde vinden in deze overwinning die
niet was het verslaan van een gelijkwaar-
digen tegenstander, maar wel 't onder den
voet loopen van een militair betrekkelijk
zwak en vooral cultureel veel lager staand
volk.
Laten wij niet het zou in onze neutra
liteitspolitiek niet passen het verleden
wederom op gaan halen, laten wij ook niet
debatteeren over de vraag of dit alles niet
op andere en betere wijze zou kunnen zijn
geregeld, laten wij ons niet doen beinvloe-
den door een intusschen alleszins begrijpe
lijk gevoel van mededoogen voor de zwak
ste der beide oorlogvoerende partijen, doch
laten wij ons houden aan het verstandige
woord, dat den neutralen correspondent den
juisten weg toont, dien hij heeft te volgen
en welke weg is uitgedrukt in deze woor
den: „Ik verheerlijk niet, ik keur niet af, ik
vertel slechts".
Om te beginnen en opdat men mij wel
moge verstaan het tegendeel komt helaas
in deze dagen van spanning en nervositeit
alom veelvuldig voor de positie van een
neutraal correspondent in een oorlogvoe
rend land is een verre van gemakkelijke.
Zeggen wij het gelijk het is: Natuurlijk
wordt die neutrale correspondent hier
nolens volens in een bepaalde richting
beinvloed. Deze constateering is geen ver
wijt of iets wat daar op zou kunnen lijken
aan het adres der Duitsche regeering en
hen die geroepen zijn ons in te lichten
ieder vogel zingt gelijk hij gebekt is. Ieder
mensch spreekt gelijk hij spreken moet. In
deze oorlogstijden spreekt de Duitsche vo
gel Duitsch, de Engelsche Engelsch en de
Fransche Fransch. Het is onze taak uit de
ze verschillende klanken een lied te compo-
neeren, dat de werkelijkheid zooveel moge
lijk benadert. Wanneer men derhalve wordt
uitgenoodigd een tocht te gaan maken door
het Poolsche gebied, dan volgt daar logi
scher wijze uit, dat hij die uitgenoodigd
wordt, goed doet in zijn koffer, behalve een
pyama en een tandenborstel ook een goede
dosis nuchterheid te stoppen
Het was een gemengd gezelschap dat de
zen tocht aanvaardde: uw correspondent
was er met nog een landgenoot, verder een
Fin, een Noor, een Zweed, een Braziliaan,
een Egyptenaar, een Hongaar, een Ameri
kaan, een Belg, twee Japanners, eenige
Duitsche collega's en eenige Duitsche mili
tairen. Vogels derhalve van wat men kan
noemen „diverse pluimage". Dat in een
dergelijke volière de voortgebrachte zang
altijd even welluidend was, ik wil niet be
weren. Wij hoorden veel wat wij buiten
landers, niet als „de waarheid en niets dan
de waarheid" meenden te kunnen inter
preteeren en waar men zich als gast naar
den gastheer heeft te richten, was een hoor
en wederhoor bij voorbaat vrijwel uitgeslo
ten.
Ik kom op dit alles in mijn volgenden brief
terug. In dezen bepaal ik mij tot een vluch
tig overzicht van het geziene en doorleefde
en fel doorvoelde tevens.
Want op een dusdanigen tocht spreekt
ook ons hart een hartig woord mede! Wij
gingen dan van Berlijn naar Bromberg, de
plaats waar de eerste of tweede dag van
September vele Duitschers op waarlijk
beestachtige wijze door misdadige elemen
ten werden vermoord en gruwelijk mis
handeld. Dermate gruwelijk, dat het mij
niet lust u dit beeld van onmenschelijke ge
meenheid te schetsen.
Ik zag foto's, die niet konden worden
gepubliceerd, foto's, die levendig deden
denken aan de vergeelde bladzijden onzer
geschiedenis, die gewagen van Middel-
eeuwsche gruwelen en Spaansche inqui
sitie. Mij schoot bij het zien van deze gru
weldaden het Fransche gedicht te binnen
waarin wordt gezegd: „Celui qui fait pleu-
rer une femme est un infama". (Wie een
vrouw tranen in de oogen brengt is een
eerlooze). Inderdaadhoe volkomen
van elk eergevoel moeten zij dan wel zijn
gespeend', die vrouwen en kinderen en
ook mannen tot onherkenbaar toe hebben
verminkt! Het was een beeld dat elke be
schrijving tart
Hoe kwam dit alles? Het schijnt te zijn
gekomen omdat toen de Poolsche soldaten
de vlucht namen, allerlei donkere indivi
duen zich van wapentuig hebben meester
gemaakt en daarmee een bloedbad hebben
aangericht onder Duitsche menschen,
wier namen reeds langen tijd op een zoo
genaamde „zwarte lijst" stonden Toen ik
den volgenden morgen door Bromberg wan
delde, kwam ik in gesprek met een Duit
schen jongen van een jaar of zestien, zeven
tien, die mij in den lóóp van het gesprek
vertelde, dat hij wij zouden een derge-
lijken jongen een kwajongen of nog juister
een „aap van een jongen" noemen later,
toen de Duitschers waren binnengetrokken,
de moordenaars zou hebben aangewezen.
Kende je die dan allemaal"? vroeg ik
zoo langs mijn neus weg „Heb je dan dat
alles zelf gezien?" Hij lachte en keek mij
aan of hij met een niet heelemaal wijze
te doen had en lachte nog eens Wat-een-
vraag stond in zijn oogen te lezenwat.-
een-vraag! Hier is naast zeer veel schul
dig bloed ook bloed vergoten van die°"»-
nen, die niet zoo schuldig warenEn
hier schiet ons een woord van een Dint-
schen dichter te binnen: „Jedoch das
schrecklichste der Schrecken das ist der
Mensch in seiner Wahn'.'
Wij trokken verder en kwamen onder
weg langs totaal kapotgeschoten en vol
komen leeggebrande woningen, hofsteden
en winkels Een beeld gel"k iedere oorlof
ons biedt troosteloos Hier namen wij
kennis van een soort dagboek, waarin een
Duitsche vrouw, wier hofstede platgebrand
en wier twee kinderen wreed vermoord
en verminkt waren door Poolsche solda
ten en burgers, het gebeurde dezer dagen
had opgeteekend En weet u wat, en mil
niet alleen het allermeest trof? Dat
was dit: deze zwaarbevochte boerenvrouw
had ieder oogenblik weer tusschen al
deze onmenschelijkheden dit zinnetje go-
schreven: „En wij dankten God dat Hij
ons voor verdere rampen bewaarde" Toen
ik haar op dat bovenstaande zinnetje wee=
sprak zij de woorden die als balsem zijn
voor ieder hart dat bloedt: „Alles is mo
gelijk voor wie gelooft').
JONGETJE OVERREDEN EN
OMGEKOMEN.
Gistermiddag is het zevenjarig zoontje
van de familie Eriks te Anna Paulowna na
bij de kleine sluizen bij het spelen onder een
met ijzererts geladen vrachtauto geraakt.
Het kind was op slag dood.
WETHOUDER DOOR AUTO
AANGEREDEN EN OMGEKOMEN.
Gisteren is wethouder D. van Leeuwen
van Borne bij een auto-ongeïuk om het le
ven gekomen. Hij kwam per fiets uit een
zijweg van den straatweg BorneAlmelo
en wilde dezen straatweg oversteken. Hij
werd door een personenauto gegrepen en
was onmiddellijk dood.
Het slachtoffer was 65 jaar. Hij had reeds
tien jaar zitting als wethouder, was lid van
het Geref. kerkbestuur en voorzitter van
vele comité's.
OP HEETERDAAD BETRAPT.
Gisteren zag een wachtman op de ter
reinen van de Scheepsbouwmaatschappij te
Amsterdam twee mannen, die zich daar op
verdachte wijze ophielden. Hij waarschuw
de de politie, die twee mannen van resp.
23 en 29 jaar aanhield. Zij bleken te heb
ben ingebroken in de afdeeling metaalwa
ren van de firma Becht en Dyserinck. Het
kantoor was opengebroken en alles over
hoop gehaald. In een vlet, waarmee zij naar
de overzijde van het IJ waren geroeid, had
den zij reeds een schrijfmachine en een aan
tal electrische kachels geladen. In hun be
zit waren nog eenige kantoorbehoeften. De
mannen zijn opgesloten.
CHR. MIDDENSTANDSBOND IN
NEDERLAND.
De nieuwe secretaris.
Het hoofdbestuur van den Chr. Midden
standsbond in Nederland heeft tot secreta
ris benoemd, den heer B. Meilink, accoun
tant te Zwolle.
De heer Meilink is o.m. voorzitter van de
afd. Zwolle van den bond en neemt in zijn
woonplaats op verschillend gebied een voor-
aanstande plaats in.
In de plaats van den directeur van het
bureau van den bond, mr. J. v. Andel te
's Gravenhage, die gemobiliseerd is, is als
w.n. directeur benoemd, mr. G. P. v. Herk
te Rotterdam, secr. van den Bond van Prot.
Chr. Waschindustrieelen.
VOOR DE ZOOVEELSTE MAAL: GEEN
LIEFDE MAAR GELD.
Er zijn vrouwen, die het nooit begrijpen
en van de ervaringen van hun zusters niets
leeren. Nu is er weer een 35-jarige vrouw,
die een veertigjarig koopman geloofde toen
hij haar van zijn liefde sprak. Intusschen
poogde hij „op de gebruikelijke wijze" geld
van de vrouw los te krijgen. Hij leende en
gaf niets terug, ook geen liefde. Een ju-
weelen ring, dien hij de vrouw afhandig
maakte met het praatje, dat hij er een bril-
lant voor haar zou laten inzetten, zag zij
evenmin terug. De teleurgestelde vrouw
eindigde het historie van een liefde als
de meeste bedrogen vrouwen: met aangifte
bij de politie. Thans is de man opgesloten.
DE UITPOOT VAN FABRIEKS
AARDAPPELEN.
De minister van Econ. Zaken heeft be
sloten dat, indien de omstandigheden niet
veranderen, voor den oogst-1940 uitpootver-
gunningen voor fabrieksaardappelen kun
nen worden uitgereikt voor een oppervlak
te, welke ongeveer 1/3 grooter is dan in
1939 het geval was, zoodat de totaaluitpoot
ongeveer 36.000 ha zal kunnen bedragen.
Mocht voor het volgend voorjaar blij
ken, dat de voorgenomen uitbreiding niet
kan worden toegestaan, dan zullen maatre
gelen worden getroffen, dat de telers geen
nadeel ondervinden van het reserveeren
van het voor die uitbreiding noodig geach
te pootgoed.
ZWARE BELASTINGVERHOOGING IN
BELGIë.
Havas meldt uit Brussel: Het Belgische
kabinet zal, hedenavond bijeenkomen. Men
verwacht, dat de vergadering uitsluitend
gewijd zal zijn aan de bestudeering van fi
nancieele maatregelen voor de begrootingen
1939 en 1940. De offers, die de regeering in
den vorm van verhooging der directe en
indirecte belastingen van het volk zal vra
gen, zullen, zegt men, zwaar zijn.
Gistermiddag heeft de eerste groote ont
moeting plaats gehad tusschen de Twee
de Kamer en het kabinet-De Geer, Bij de
algemeene beschouwingen naar aanleiding
van hoofdstuk I van de Rijksbegrooting
voor 1940 is uitvoerig het beleid van de
regeering en de vorming en samenstelling
van het kabinet ter sprake gekomen. Even
als het vorige jaar werd de spreektijd per
fractie gerantsoeneerd, naar de grootte
varieerende van 30 minuten tot anderhalf
uur. Het communistische lid de heer De
Visser uitte hiertegen eenige bezwaren.
Als eerste spreker voerde het woord de
anti-revolutionaire fractie-voorzitter de
heer Schouten. Hij begon zijn re
de met er op te wijzen, dat men niet moet
denken, dat zijn partij als oppositie-partij
moet worden beschouwd. Spr. betoogde,
dat de voorstemmers van de motie-Deckers
wel degeljjk een positief element, verbond,
n.l. ontevredenheid over het financieele be
leid van het kabinet-Colijn. Hi e r m e-
de had bij de laatste ka
binetsformatie rekening
moeten zijn gehouden. De
heer De Geer stond niet aan den kant van
deze principieele oppositie. Wat de soc -
democraten betreft, tegen samenvverking
met hen bestaan bij spr 's partij principi
eele bezwaren Het financieele beleid, in
de Millioenennota neergelegd, ontmoette
bij den heer Schouten geen bezwaar, Wel
hield hij vast aan zijn verlangens betref
fende den leerlingenschaal en de gemeen-
tefinanciën.
Ook de heer B i e r e m a (lib.) was
van oordeel, dat de groepen, die het vijfde
kabinet-Colijn ten val hadden gebracht,
de verantwoordelijkheid voor het regeer-
beleïd hadden moeten aanvaarden.
Wat de financieele politiek betreft, was
deze spreker van oordeel, dat op tal van
rijksdiensten nog versoberd kan worden.
Evenals de andere sprekers bracht de
heer Bierema hulde aan de weermacht.
De heer De Marchant et
d.'Ansembourg (nsb) eischte o'm,
het uittreden van de soc.-democratische
ministers uit het kabinet, daar naar zijn
oordeel door de SDAP en het NVV onze
neutraliteit in gevaar wordt gebracht.
De R.K. fractie-voorzitter, de heer
Deckers, verklaarde o m., dat het
Kamervotum van 27 Juli niet tot doel had
den persoon van dr. Colijn of de Anti-re
volutionairen te treffen, zooals hem en de
R.K. fractie verweten was. Het vijfde ka
binet was in strijd met onze staatkundige
opvattingen samengesteld en bood niet de
waarborgen van samenwerking, die in het
landsbelang geboden zijn. Voorts bestreed
spr. de opvatting, dat de katholieke mi
nisters de crisis in het vierde kabinet-Co
lijn zouden hebben veroorzaakt. Ten aan
zien van onze economische positie was spr.
van oordeel, dat deze thans zoo sterk is
tengevolge van de sinds 1930 gevoerde ac
tieve welvaartspolitiek.
De laatste spreker van dezen middag
was de heer D r e e s (s.d.) Deze had
liever gezien, dat dit kabinet terstond met
een verklaring was gekomen.
Spr. zeide verheugd te zijn dat thans sa
menwerking op breede basis is verkregen
in een kabinet, waarin ook soc. democraten
zitting hebben. Hij weerlegde voorts de
woorden van den heer Schouten 'met be
trekking tot het revolutionaire karakter
der sociaal-democratie in Nederland. Ook
deze spreker was van oordeel, dat kwes
ties als leerlingenschaal en verzorging van
ouden van dagen zelfs onder de huidige
omstandigheden niet op den achtergrond
mogen geraken.
Hedenmiddag om een uur wordt de
vergadering voortgezet. Bij den aanvang
der vergadering werd o.m. zonder hoofde
lijke stemming aangenomen het wetsont
werp, waarbij een garantie van drie milli-
oen gulden gegeven wordt 'door het rijk
ten behoeve van de K.L M„ ter zake van
een door die maatschappij aan té gaan
rekening-courant-crediet.