I De Amateur 1
KRONIEK VAN DEN DAG
SHAG
Zuid-Afrika naast Engeland in
den oorlog.
Vereenigde Staten van Europa"
I Detective|
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 26 OCTOBER 1939. No. 253.
Het kaartenhuis.
Nat-socialistische
propagandisten geïnterneerd.
338.000 ton goederen voor
Duitschland aangehouden.
Opschorting van ontslag van
dienstplichtigen.
De rampen der „Van Ewyck" en
„Van Uelder".
Een mooie gift van de Z.H. Redding
maatschappij,
Twee Nederlandsche schepen
vermist.
Eèn er van wordt reeds als
verloren beschouwd.
Een gift van f5000 voor
de defensie.
Het rijverbod op Zondag.
Ministerieele mededeeling aan
den A.N.W.B., dat naar soe
peler toepassing wordt ge
streefd.
'k Rook IBIS als in 't voorjaar
d'eerste blaadjes komen.
En rook hef even blij nu zij
weer vallen van de boomen.
(Ingez. Med.}
AANDEELEN GEKOCHT VAN
WERKLOOZENSTEUN I
Wordt in gedachten gehouden,
zegt de bruscne regeering.
GEEN BRITSCH OORLOGS-
GAS GELEVERD AAN
POLEN.
De politieke toestand in Europa is om
te grijnzen (voor wie dat kan). Hij ont
wikkelt zich als het ware tegen de draad
in. Vriend- en bondgenootschappen wor
den gesloten, welke elkaar op de zonder
lingste wijze kruisen; vijanden van weleer
zijn, of schijnen, broeders in politicis ge
worden en wat eenmaal bij elkaar leek te
behooren ligt uiteengeslagen.
Het kan niet anders, of heel dit politieke
gebouw moet een kaartenhuis zijn, dat te
zijner tijd nog gemakkelijker zal instorten
dan het met al te gewiekste vingeren werd
opgetrokken. Deze gedachte is tegelijker
tijd huiveringwekkend en hoopvol: al naar
gelang men zich probeert voor te stellen,
wat voor tafereelen ons oude werelddeel
na de instorting van het kaartenhuis te
aanschouwen zal geven. Het kan de chaos
zijn; het kan ook het begin zijn van een
veel gezonder samenleving der Europeesche
volkeren, in den vorm van een levensvat
baren statenbond.
De positie van Turkije levert het duide
lijkste bewijs op van al de tegenstrijdigheid
in den huidigen politieken ontwikkelings
gang. Dit land was reeds jarenlang met
Sovjet-Rusland door nauwe vriendschaps
banden verbonden; uiteraard niet, omdat
men elkaar zoo graag mocht, maar „pour
le besoin de la cause", en dat dan weder-
zijdseh: Sovjet-Rusland en Turkije hebben
gemeenschappelijke belangen in het gebied
der Zwarte zee. Een hartelijke vertrouwe
lijke samenwerking kan voor beiden niet
anders dan profijtelijk zijn. Voor de Sovjet-
Unie in het bijzonder nademaal de Turken
de beide zeestraten, welke Middellandsche
en Zwarte zee beheerschen (Bosporus en
Dardanellen) en het derhalve in de hand
hebben, of vreemde oorlogsvloten al of niet
gelegenheid zullen krijgen, tegen de Rus
sen van het Zuiden uit te opereeren. Men
moet hierbij dan bedenken, dat de Russische
Zwarte zee-vloot niet bijster sterk is en dat
de eerste jaren evenmin kan worden.
Turkije had dezer dagen de vriendschaps
banden met de Sovjet-Unie nog inniger
kunnen maken, als het dat gewild had: door
te beloven, dat het nooit of te nimmer
eenige vreemde maritieme macht zou toe
staan, om de Dardanellen en de Bosporus
door te varen. Het weigerde zulk een belof
te echter, en onderteekende het befaamde
verdrag van militairen bijstand met
Frankrijk en Engeland. Alevel, de Turk-
sche regeering liet tegelijkertijd weten, dat
aan de traditioneele vriendschap met Rus
land hierdoor niet gerept werd: deze blijft,
wat ze is!
Een storm van verwijten over dit „onge'
hoorde" brak van Berlijn uit over de Tur
ken los. Maar Moskou heeft er zich tot
dusverre niet zichtbaar over opgewonden.
Alleen de „Iswestia", Stalin's spreekbuis,
kwam met eenige berisping op de proppen;
min of meer vaderlijk, zonder eenige zinspe
ling op een gebroken vriendschap of zoo.
Het blad zeide er aan te moeten twijfelen,
dat het pact van Turkije met Frankrijk en
Engeland een bruikbaar instrument des
vredes zou blijken te zijn, maar overigens:
Rusland is neutraal en wascht zijn handen
bij voorbaat in onschuld
Er is hier iets, dat niet klopt; een van
beiden: Stalin meesmuilt over het bijstand
pact, dat Turkije met de geallieerden sloot,
omdat het een bolwerk opwerpt tegen de
Duitsche Balkan-aspiraties, öf hij wacht de
gelegenheid stilzwijgend af, om den Turken
in te peperen, dat ze de zijde van Frankrijk
en Engeland kozen.
Te Londen en Parijs speculeert men er
kennelijk op, dat Stalin meesmuilt. Men
blijft daar nog steeds van meening, dat de
Duitsch-Russische samenwerking op zand
gebouwd werd, op het verraderlijke zand van
Stalin's geheime bedoelingen. Zelfs is hier
en daar de opvatting verkondigd, dat alles
op een doorgestoken kaart zou berusten:
dat Stalin dus met een knipoog den Tur
ken zou geadviseerd hebben, om het bij
standspact met de geallieerden maar te
onderteekenen. Dat klinkt rijkelijk fantas
tisch, maar mischien is in dezen merkwaar-
digen tijd ook dit niet te dol.
Kolonel Reitz, de Zuid-Afrikaansche mi
nister, die in Londen is aangekomen om deel
te nemen aan de besprekingen met de do
minions over de vraagstukken, samenhan
gend met den oorlog, heeft van Londen uit
voor de radio het volgende verklaard:
De Zuid-Afrikanen zullen vechten voor
hun vrijheid tezamen met al degenen, die
vrij wenschen te zijn.
Sprekende over het bezoek aan Londen
van de afgevaardigden der dominions, zeide
Reitz: Ik hoop, dat onze komst van groot
nut zal zijn voor de gemeenschappelijke
zaak, een bewijs van onze solidariteit in
deze crisis, alsmede een bewijs, dat de klei
nere landen in het Britsche rijk volkomen
beseffen, dat hun lot afhangt van den suc-
cesvoilen afloop. Reitz zeide het voorbarig
te achten aan te duiden, welke bijdrage
Zuid-Afrika tot den oorlog zal leveren,
maar, zoo voegde hij hieraan toe, wij heb
ben op ons genomen de Britsche marine
basis van Simonstown (nabij Kaapstad) met
al onze hulpmiddelen te beschermen. Wij
zullen Z.-Afrika vasthouden tegenover alle
veroveraars en zuilen neipen by de verde
diging van de andere gebieden in Afrika,
welke tot het Britsche rjjk behooren.
Wij zullen Zuid-West-Afrika (het vroe
gere Duitsch Zuid-West-Afrika Red.) be
houden omdat het geografisch een integraal
deel vormt van de Z.-Afrikaansche Unie
en twee-derde van zijn bewoners onze eigen
burgers zyn.
Reeds hebben wij alle nat.-socialistische
onruststokers aldaar geïnterneerd, die on
lusten verwekten, evenals wij alle nat.-so
cialistische propagandisten in Z.-Afrika ge
ïnterneerd hebben. En indien Tanganyika
of andere protectoraten bedreigd worden,
zullen wij ons volle gewicht in de schaal
werpen.
Vervolgens gaf Reitz uiting aan de vrees,
dat er wellicht eenig misverstand ontstaan
is wat betreft de houding van Z.-Atrika
tegenover den oorlog. Ik kan u verzekeren,
zoo zeide hijWij in Zuid-Afrika zijn ons
er ten voile van bewust, dat mdien ae Duit-
schers zouden slagen, wij de eersten zuilen
zijn, die ten onder gaan. Wij nemen een
enorme strategische positie in; wij produ-
ceeren ruim driekwart van 's werelds goud
voorraad. Daarom maken wij ons geen il
lusie wat er met ons gebeurd zou zijn, in
dien wij niet wederkeerige vriendschap en
bescherming hadden genoten van de landen
in het Britsche rijk. Ons lot is verbonden
met de overwinning en daarom staan wij
hecht naast onze vrienden.
Zijn gehoor er aan herinnerend, dat Z.
Afrika in het verleden twee bittere oorlo
gen tegen Gr. Brittannië gevoerd heeft en
dat hijzelf onder de wapenen geweest is te
gen het Britsche rijk, zeide kolonel Reitz
tenslotte: „Na ons in den oorlog verslagen
te hebben, heeft Gr. Brittannië ons behan
deld met een edelmoedigheid, welke in de
geschiedenis ongekend is. Het heeft ons
zelfs een grootere mate van vrijheid toe
gestaan dan wij onder onze eigen vroegere
republieken genoten hadden".
In het Engelsche Lagerhuis heeft de mi
nister voor den economischen oorlog mede
gedeeld, dat bij het uitbreken van den oor
log bases voor het toezicht op contrabande
zijn gevestigd te Weymouth, Kirkwall,
Duins, Gibraltar en Haifa. In de eerste zes
weken van den oorlog is een hoeveelheid
van 338.000 ton goederen, waarvan bewezen
was, dat zij voor Duitschland bestemd wa
ren, onderschept en in beslag genomen.
Daarbij waren 76.500 ton petroieumproduc-
ten, 65.000 ton ijzererts, 38.500 ton magaan-
erts, 24.500 ton phosphaten, 21.500 ton
oloedsteenerts, 13,000 ton copra en 10,300
ton oliehoudende zaden.
De minister zeide verder, dat onlangs be
sprekingen over kwesties, die in verband
met de controle zijn gerezen, zijn aange
knoopt met een aantal neutrale regeerin
gen. Delegaties van de regeeringen van
IJsland, Zweden, Nederland en Bel
gië bevinden zich thans te Londen. Met an
dere regeeringen wordt onderhandeld langs
diplomatieken weg. De besprekingen wor
den in vriendschappelijke sfeer gehouden en
vorderen goed. Bij de beschouwing van den
algemeenen toestand kan men zeggen, dat
Duitschland thans van vrijwel al zijn over-
zeesche voorraadsbronnen is afgesneden.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
ontwerp van wet tot opschorting van ont
slag aan dienstplichtigen. De memorie van
toelichting luidt als volgt: „Krachtens de
Dienstplichtwet zou met ingang van 1 Oc
tober 1939 ontslag uit den dienst plaats
hebben van dienstplichtigen:
a. Voor zoover zij den rang van onderof
ficier of dien van officier niet bekleeden,
indien zij in 1939 40 jaar oud worden,
b. Voor zoover zij den rang van onderof
ficier of dien van officier bekleeden, indien
zy in 1939 45 jaar oud worden.
De buitengewone omstandigheden heb
ben het raadzaam gemaakt de sterkte van
de land- en de zeemacht voorshands niet
belangrijk te verminderen. In verband hier
mede is gebruik gemaakt van de in art. 45
der Dienstplichtwet neergelegde bevoegd
heid om het onslaan van de hier bedoelde
dienstplichtigen tot nader order uit te stel
len.
De datum, met ingang waarvan het ont
slag eerlang zal kunnen worden verleend
hangt ten nauwste samen met de ontwikke
ling van den internationalen politieken toe
stand. Het wordt daarom niet wenschelijk
geacht dezen datum thans reeds vast te
leggen.
Uit het fonds „ida iviaria de Raath", in
beheer by het bestuur van de Zuid-woliand-
scne Maatschappij tot redding van schip
breukelingen te Kotterdam, is een bedrag
van f 2ööo beschikbaar gesteld voor de na
gelaten weduwen en weezen van hen, die
omkwamen bij de rampen overkomen aan
Hr. Ms. „Van Ewyck" en Hr. Ms. „Van
Gelder".
Door bemiddeling van het Marine-ram
penfonds zal dit bedrag aan de rechtheb
benden worden uitgekeerd.
Het te Gasseneiiiyeveeii muisoehooren-
de motorzeeschip ,-,U'egriikapitein Eef-
tingh, dat thans meer dan vier weken on
derweg is van Gothenburg naar Amster-
sterdarn, kan wel als verloren beschouwd
woruen. Het schip was a.m. geladen met
ammunitie en is op 25 September uit
Zweden vertrokken Aan boord bevonden
zich zeven personen. De „Tegri" was van
het type der Groninger vloot en is ge
bouwd in 1938.
Er heersent verder ongerustheid over
het motorschip „Safe", dat reeds veer
tien dagen onderweg is van Antwerpen
naar Riga en waarvan sedert het vertrek
niets meer is vernomen De „Safewas
geladen met stukgoed.
Uit Den Haag: De minister van Finan
ciën maakt in de Staatscourant bekend, dat
ten behoeve van 's rijks schatkist is ontvan
gen een bedrag van f 5000 als bijdrage in
de defensiekosten.
Het verbod om op Zondag gebruik te ma
ken van motorrijtuigen geldt, zooals bekend
is, alleen voor personenauto's. Het blijkt in
de practijk echter niet zoo eenvoudig om
nauwkeurig uit te maken wat onder een
personenauto moet worden verstaan. Wa
gens, die er uitzien als luxe-auto's worden
wel degelijk in veel gevallen voor vracht
vervoer gebruikt. Is de lading echter ter
bestemder plaatse afgeleverd en rijdt de
wagen leeg terug, dan blijkt uit niets meer,
dat de rit gemaakt is voor vrachtvervoer
en komt de bestuurder dus in aanmerking
voor een bekeuring. Omgekeerd is het voor
gekomen, dat menschen, die louter voor
hun plezier reden, wat goederen achter in
hun auto legden om te trachten op die ma
nier de controleerende ambtenaren wijs te
maken, dat zy „in vrachtvervoer" reden.
Zoo doen zich tal van gevallen voor, die
aanleiding geven tot min of meer ernstige
moeilijkheden.
De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B.
heeft de aandacht van den Minister van
Economische Zaken op deze moeilijkheden
gevestigd, onder meer naar aanleiding van
het ook in de couranten vermelde geval
van iemand, die in zijn functie van agent
voor verschillende dagbladen, op Zondag
ochtend couranten moet vervoeren en be
zorgen, waarna hij noodwendig met een
leegen wagen terug moet rijden.
De Minister van Economische Zaken is
bereid gebleken rekening te houden met de
belangen van hen, die op deze wijze door
het rijverbod worden gedupeerd en heeft
den A.N.W.B. bericht, dat hij aan den Mi
nister van Justitie en aan de Burgemeesters
als Hoofden der Politie heeft verzocht eeni
ge soepelheid te betrachten met betrekking
tot het rijverbod op Zondag, in het bijzonder
wat betreft de motorrijtuigen die niet
dienen en niet zijn ingericht voor het ver
voer van personen.
VOORDEPIJP
Dobbelmannlekker, man
Voor den Rotterdamschen politierechter
stond gisteren terecht de 41-jarige gedeti
neerde P. J. D. wegens steunfraude. Hij
had gedurende de jaren 1935—1939 als
werklooze iederen dag gestempeld en re
gelmatig steun in ontvangst genomen, ter
wijl hij in dienst was bij een garagehou
der, Op deze wijze had hij 3200 onrecht
matig aan steungelden ontvangen.
Van dit geld had hij een spaarpotje ge
maakt en Amerikaansche effecten gekocht.
Tenslotte was de fraude aan den dag ge
komen. De effecten waren in beslag geno
men en verkocht en met een bedrag van
400 dat D. nog had, heeft de dienst
voor Maatschappelijk hulpbetoon 2000
teruggekregen.
De man verdedigde de door hem ge
maakte fraude met de opmerking, dat hy
van plan was om met het gespaarde geld
een eigen zaak te beginnen.
De politierechter laakte ten zeerste de
handeling van verd. Hij heeft vier jaar
diefstal gepleegd van de belastinggelden
die ook door minbedeelden worden opge
bracht.
De officier eischte vier maanden gevan
genisstraf. Conform den eisch werd ver
dachte veroordeeld.
In antwoord op een reeks vragen in het
Engeiscne Gagernuis heeit de onderstaats
secretaris van Buitenlandsche Zanen, Jöut-
ler, gezegd, dat de Britscne regeering bereid
is ieder voorstel te overwegen, dat een sta
mel internationaal systeem beoogt, met het
doel oorlog te vermyden en internationale
geschillen te regelen door vreedzame mid
delen. Hij voegde hieraan toe, dat de regee
ring op het oogenbiik niet bereid is een
speciale commissie in te stellen, welke het
vraagstuk van een Europeescnen staten
bond m de toekomst moet bestudeeren.
Leach, de afgevaardigde van de oppositi-
oneele Arbeidersparty vroeg den minister
president, of hy aan het Duitsche volk zou
willen mededeelen, dat Engeland bereid is
de mogeiykheid van een „Ver. staten van
Europa" te bestudeeren als deel van de vre
desvoorwaarden.
Butler antwoordde, dat dit in gedachte
zal worden gehouden. Hij verklaarde er niet
aan te twijfelen of het Duitsche volk hoor
de veel van wat in het Lagerhuis werd be
sproken.
De minister van marine, Churchill, zeide
dat hij hoopt over een week in staat te zijn
een verklaring af te leggen over het onder
zoek naar het verioren gaan van ae „Royal
Gak".
Jbutler verklaarde nog, dat de regeering
net vraagstuK bestudeert den nanaei tus-
scnen isngeiand en ne feovjet-uine uit te
breiden, aoor verdere maatregelen, welke
in overeenstemming zyn met de oorlogsom
standigheden.
Aan Chamberlain werd verder gevraagd
of ny een verklaring zou alieggen over de
nernaaide Duitscne bescnuiuig.ngen, dat
.cingeiand stryagas zou neboen geleverd aan
.coien. Cnamoenain antwoordde, dat de mi
nister van oorlog reeds een' duidelyke te
genspraak van deze onoescnaamde en door-
zicntige leugens had gepubliceerd. Hij voeg
de hieraan toe verneugd te zijn, dat hij
dankbaar is nogmaals met nadruk te ver
klaren, dat Engeland nooit strijdgas heeft
geleverd aan Polen, in welken vorm dan
ook.
Henderson vroeg of deze beweringen wer
den verspreid om het mogelijk gebruik van
strijdgas door de Duitscners te rechtvaar
digen! Chamberlain antwoordde hierop:
„We hebben iets dergelijks in het verleden
meegemaakt", (gelach).
imiiihimiuumiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijuiiiii
ligiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiM
Naar het Engelsch van
Anthony Berkeley.
26).
„Dus zal ik eens wat zeggen", riep Mouse
vergenoegd, alsof hij zoo juist een heel in
gewikkeld probleem had opgelost, „jij gaat
een beetje liggen, Judy, en rust eens flink
uit, en juffrouw Goole, Chitterwick en ik
gaan tot theetijd den tuin in. Wat denkt
jullie daarvan?"
Judith begreep den wenk en ging er da-
delyk op in.
De secretaresse echter was het er niet
mee eens. „Ik ben bang, Hoogheid, dat ik
geen tijd zal hebben, om doelloos in den
tuin rond te slenteren. Daar ik hier alleen
ben, heb ik mijn tijd hard noodig".
Het was verbazingwekkend, hoeveel juf
frouw Goole met een paar zinnen kon zeg
gen. Uit de woorden voelde men het ver
wijt, dat de rechtmatige eigenares eigenlijk
hier haar intrek had moeten nemen; onge
twijfeld had zij niets op met de sentimenta
liteit, die mevrouw Sinclair ervan terug
hield, anderzijds was het beter, dat alles aan
bekwame handen werd overgelaten.
Al die zinspelingen liet Mouse volkomen
buiten beschouwing en hij beheerschte de
situatie met een gratie, die Chitterwick's
afgunst opwekte.
„Maar het is niet doelloos! Ik wilde graag
eens met u praten en daarvoor zou het
juist een mooie gelegenheid zijn. Tot straks
dus Judy. Probeer maar wat te slapen".
En voor het Chitterwick duidelijk was,
noe net gebeurde, waren ze al op weg en
nep juffrouw Goole met een trek van weer-
spanmgneid om haar mond en rebelhsch
xonkeiende oogen tusschen hen in het tuin
pad op.
„U herinnert zich mijnheer Chitterwick
nog wel, niet waar?" zei Mouse beleefd om
vlug op het gewichtige onderwerp te kun
nen komen.
„Heel goed", antwoordde juffrouw Goole,
die tot nu toe niet de minste aanleiding had
gegeven waaruit men dit zou kunnen op
maken. „U was by den hoofdinspecteur
Moresby, op den sterfdag van juffrouw Sin
clair in Aldridge".
„Ja, dat is zoo", zei Chitterwick, allang
tevreden met het hem toegeworpen been.
„Maar u behoort toch niet tot de politie
is het wel, mijnheer Chitterwick?"
„Och neen, heelemaal niet. Alleen door
geval. Afschuwelijk."
„En verder heb ik u bij de inhechtenis
neming en op het politiebureau gezien".
„Ja dat kan uitkomen". Chitterwick had
haar bij die gelegenheden ook gezien. Maar
toen had zij gedaan, alsof ze hem niet op
merkte.
„U bent wel in een zeer verantwoorde
lijke positie,, mijnheer Chitterwick".
Chitterwick was het er erg mee eens.
„Gelukkig dat u zoo zeker bent, van het
geen u gezien hebt".
„Gelukkig".
„Ja, de geringste twijfel zou erg onaan
genaam zijn", merkte juffrouw Goole
droogjes op.
Mouse nam nu de leiding. „Ja, en de ról,
die mijnheer Chitterwick in dit geval speelt
in aanmerk,ng genomen, moest u zich
"eigenlijk verbaasd hebben, over zyn, aan-
Steenigen is de daad van het oude
verbond, genezen van het christen
dom.
llllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllilllllllllillllllllllUlillPlllllllllllllllllllllllll
wezigneid hier".
„Er zyn maar weinig dingen, waarover
ik mij verwonder, Hoogheid", antwoordde
de jonge dame cynisch.
„En toch geloof ik, dat de meeste men-
scnen verbaasd zouden zijn", zei Mouse ge
duldig. „Maar de kwestie is, dat mynheer
cnitterwick nu niet meer zoo overtuigd is,
van wat hij toen gez.en en gezegd heeft,
en daarom zou hij als u er niets op tegen
nebt, u even een paar vragen, over majoor
Sinclair willen doen".
„Ik heb de politie al alle gewenschte in
lichtingen gegeven", zei de secretrasse on
willig.
„Maar het gaat nu niet om officieele
vragen, doch om een paar van persoonlijken
aard".
„Ik kan het verband tusschen persoon
lijke vragen over majoor Sinclair en het
geen mijnheer Chitterwick in Piccadilly
Palace zag of niet zag, niet begrijpen".
Mouse zuchtte en liet het overige aan
Chitterwick over. Deze stortte zich in zyn
opwinding, zonder verdere vormen in acht
te nemen, hals over kop, op den taak die
hij te vervullen had.
„Ik herinner mij dat u ons zei, het
geen u later voor de politie herhaalde
dat juffrouw Sinclair zich op het laatst ge
dwongen gevoelde, haar neef te onterven,
indien hy zich nog langer tegen haar huwe
lijksplannen verzette", zei hij snel achter
elkaar.
„Ik neem aan, dat dit ook nu nog uw
meening is!"
„Dat is zeker zoo".
„Goed. Ik wilde alleen maar weten of u
hierover, nu misschien anders dacht".
„ik verander zeer zelden van meening,
mynneer Cnitterwick, en nooit als het om
reilen gaat".
„Dus u houdt het voor een feit?" hield
Chitterwick aan.
„Zonder twijfel. Omdat juffrouw Sinclair
er voor mij geen geheim van maakte. Zy
heeft het mij zelf gezegd".
„Hoe komt 'het dan, dat zij haar neef al
jaren met die erfeniskwestie lastig viel?"
vroeg Chitterwick.
„Wie heeft u dat gezegd?" vroeg juffrouw
Goole scherp.
„Mevrouw Sinclair", antwoordde hij.
Juffrouw Goole trok haar zware wenk
brauwen op.
„U moet niet gelooven, dat ik ook maar
iets tegen den majoor of mevrouw Sinclair
heb. Integendeel, ik heb erg met mevrouw
Sinclair te doen en ik zou haar graag wil
len helpenonder voorbehoud natuur
lijk", voegde zij er zonder omwegen aan toe,
„dat men niet van mij verwacht, dat ik een
misdrijf geheim zal houden of wegmoffelen
zal. Ik ben geen kind. Het is toch al heel
duidelijk, dat het in het belang van majoor
Sinclair is, om strubbelingen om de erfenis
zooveel mogelijk en bagatelle te nemen en
daarom zegt mevrouw Sinclair, dat hij de
dreigementen van zijn tante nooit als wer
kelijk gemeend beschouwde".
„Dus dat komt niet overeen met uw op
vatting?" waagde Chitterwick op te mer
ken.
„Ik weet niet, hoe de majoor tegenover
die dreigementen stond, maar dat weet ik
wel van juffrouw Sinclair" zei juffrouw
Goole zeer beslist.
„Zoo, zoo", zei Chitterwick.
Daarop volgde een doodsche stilte.
Die stilte werd echter door het niezen
van juffrouw Goole verbroken. En zij nies
de zoo heftig, dat haar bril van haar neus
wipte en in een rozenstruik terecht kwam,
hetgeen Mouse een paar flinke krabben be
zorgde, toen hij hem opraapte. Juffrouw
Goole was erg verlegen en niet zonder reden
niezen getuigt van weinig zelfbeheer-
sching en als Chitterwick niet zoo erg
tegen haar had opgezien zou hij gezegd
hebben, dat zij bloosde. In ieder geval zette
zij, wat nerveus, vlug den bril weer op.
Chitterwick vond het jammer, dat zij dat
deed. Haar gelaatstrekken waren, zooals hij
op dit oogenbiik gezien had, regelmatig en
heelemaal niet onaangenaam. Als zij haar
uiterlijk wat beter verzorgde en een beetje
m.nder degelijk geweest was, zou zij er
veel aardiger uitzien, dan in werkelijk
heid, vond Chiterwick, die van mooie din
gen hield.
Nog iets bleef in Chitterwick's bewust
zijn achter: niet alleen zag zij er zonder
bril zooveel beter uit, maar zij kwam hem
ook bekend voor! Hij had kunnen zweren,
dat hij haar gezicht al eens eerder gezien
had. Maar dat was natuurlijk een onmoge
lijkheid.
„U wilde juffrouw Goole toch nog iets
vragen, mijnheer Chitterwick?" zei Mouse
die tactvol het pijnlijke oogenbiik aanvoel
de, toen juffrouw Goole haar bril weer op
zette.
„O, ja?" zei Chitterwick nadenkend. „Ja
natuurlijk. Ik weet het alweer. Het gaat
om de houding van den majoor tegenover
zijn tante. Was hij, wat je noemt, een
liefdevolle neef? Had zij den indruk, dat
hij, nu jaeen neef was die van haar
hield?"
(Wordt vervolgd).