I De Amateur 1 KRONIEK VAN DEN DAG SHAG Zuid-Afrika naast Engeland in den oorlog. Vereenigde Staten van Europa" I Detective| TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 26 OCTOBER 1939. No. 253. Het kaartenhuis. Nat-socialistische propagandisten geïnterneerd. 338.000 ton goederen voor Duitschland aangehouden. Opschorting van ontslag van dienstplichtigen. De rampen der „Van Ewyck" en „Van Uelder". Een mooie gift van de Z.H. Redding maatschappij, Twee Nederlandsche schepen vermist. Eèn er van wordt reeds als verloren beschouwd. Een gift van f5000 voor de defensie. Het rijverbod op Zondag. Ministerieele mededeeling aan den A.N.W.B., dat naar soe peler toepassing wordt ge streefd. 'k Rook IBIS als in 't voorjaar d'eerste blaadjes komen. En rook hef even blij nu zij weer vallen van de boomen. (Ingez. Med.} AANDEELEN GEKOCHT VAN WERKLOOZENSTEUN I Wordt in gedachten gehouden, zegt de bruscne regeering. GEEN BRITSCH OORLOGS- GAS GELEVERD AAN POLEN. De politieke toestand in Europa is om te grijnzen (voor wie dat kan). Hij ont wikkelt zich als het ware tegen de draad in. Vriend- en bondgenootschappen wor den gesloten, welke elkaar op de zonder lingste wijze kruisen; vijanden van weleer zijn, of schijnen, broeders in politicis ge worden en wat eenmaal bij elkaar leek te behooren ligt uiteengeslagen. Het kan niet anders, of heel dit politieke gebouw moet een kaartenhuis zijn, dat te zijner tijd nog gemakkelijker zal instorten dan het met al te gewiekste vingeren werd opgetrokken. Deze gedachte is tegelijker tijd huiveringwekkend en hoopvol: al naar gelang men zich probeert voor te stellen, wat voor tafereelen ons oude werelddeel na de instorting van het kaartenhuis te aanschouwen zal geven. Het kan de chaos zijn; het kan ook het begin zijn van een veel gezonder samenleving der Europeesche volkeren, in den vorm van een levensvat baren statenbond. De positie van Turkije levert het duide lijkste bewijs op van al de tegenstrijdigheid in den huidigen politieken ontwikkelings gang. Dit land was reeds jarenlang met Sovjet-Rusland door nauwe vriendschaps banden verbonden; uiteraard niet, omdat men elkaar zoo graag mocht, maar „pour le besoin de la cause", en dat dan weder- zijdseh: Sovjet-Rusland en Turkije hebben gemeenschappelijke belangen in het gebied der Zwarte zee. Een hartelijke vertrouwe lijke samenwerking kan voor beiden niet anders dan profijtelijk zijn. Voor de Sovjet- Unie in het bijzonder nademaal de Turken de beide zeestraten, welke Middellandsche en Zwarte zee beheerschen (Bosporus en Dardanellen) en het derhalve in de hand hebben, of vreemde oorlogsvloten al of niet gelegenheid zullen krijgen, tegen de Rus sen van het Zuiden uit te opereeren. Men moet hierbij dan bedenken, dat de Russische Zwarte zee-vloot niet bijster sterk is en dat de eerste jaren evenmin kan worden. Turkije had dezer dagen de vriendschaps banden met de Sovjet-Unie nog inniger kunnen maken, als het dat gewild had: door te beloven, dat het nooit of te nimmer eenige vreemde maritieme macht zou toe staan, om de Dardanellen en de Bosporus door te varen. Het weigerde zulk een belof te echter, en onderteekende het befaamde verdrag van militairen bijstand met Frankrijk en Engeland. Alevel, de Turk- sche regeering liet tegelijkertijd weten, dat aan de traditioneele vriendschap met Rus land hierdoor niet gerept werd: deze blijft, wat ze is! Een storm van verwijten over dit „onge' hoorde" brak van Berlijn uit over de Tur ken los. Maar Moskou heeft er zich tot dusverre niet zichtbaar over opgewonden. Alleen de „Iswestia", Stalin's spreekbuis, kwam met eenige berisping op de proppen; min of meer vaderlijk, zonder eenige zinspe ling op een gebroken vriendschap of zoo. Het blad zeide er aan te moeten twijfelen, dat het pact van Turkije met Frankrijk en Engeland een bruikbaar instrument des vredes zou blijken te zijn, maar overigens: Rusland is neutraal en wascht zijn handen bij voorbaat in onschuld Er is hier iets, dat niet klopt; een van beiden: Stalin meesmuilt over het bijstand pact, dat Turkije met de geallieerden sloot, omdat het een bolwerk opwerpt tegen de Duitsche Balkan-aspiraties, öf hij wacht de gelegenheid stilzwijgend af, om den Turken in te peperen, dat ze de zijde van Frankrijk en Engeland kozen. Te Londen en Parijs speculeert men er kennelijk op, dat Stalin meesmuilt. Men blijft daar nog steeds van meening, dat de Duitsch-Russische samenwerking op zand gebouwd werd, op het verraderlijke zand van Stalin's geheime bedoelingen. Zelfs is hier en daar de opvatting verkondigd, dat alles op een doorgestoken kaart zou berusten: dat Stalin dus met een knipoog den Tur ken zou geadviseerd hebben, om het bij standspact met de geallieerden maar te onderteekenen. Dat klinkt rijkelijk fantas tisch, maar mischien is in dezen merkwaar- digen tijd ook dit niet te dol. Kolonel Reitz, de Zuid-Afrikaansche mi nister, die in Londen is aangekomen om deel te nemen aan de besprekingen met de do minions over de vraagstukken, samenhan gend met den oorlog, heeft van Londen uit voor de radio het volgende verklaard: De Zuid-Afrikanen zullen vechten voor hun vrijheid tezamen met al degenen, die vrij wenschen te zijn. Sprekende over het bezoek aan Londen van de afgevaardigden der dominions, zeide Reitz: Ik hoop, dat onze komst van groot nut zal zijn voor de gemeenschappelijke zaak, een bewijs van onze solidariteit in deze crisis, alsmede een bewijs, dat de klei nere landen in het Britsche rijk volkomen beseffen, dat hun lot afhangt van den suc- cesvoilen afloop. Reitz zeide het voorbarig te achten aan te duiden, welke bijdrage Zuid-Afrika tot den oorlog zal leveren, maar, zoo voegde hij hieraan toe, wij heb ben op ons genomen de Britsche marine basis van Simonstown (nabij Kaapstad) met al onze hulpmiddelen te beschermen. Wij zullen Z.-Afrika vasthouden tegenover alle veroveraars en zuilen neipen by de verde diging van de andere gebieden in Afrika, welke tot het Britsche rjjk behooren. Wij zullen Zuid-West-Afrika (het vroe gere Duitsch Zuid-West-Afrika Red.) be houden omdat het geografisch een integraal deel vormt van de Z.-Afrikaansche Unie en twee-derde van zijn bewoners onze eigen burgers zyn. Reeds hebben wij alle nat.-socialistische onruststokers aldaar geïnterneerd, die on lusten verwekten, evenals wij alle nat.-so cialistische propagandisten in Z.-Afrika ge ïnterneerd hebben. En indien Tanganyika of andere protectoraten bedreigd worden, zullen wij ons volle gewicht in de schaal werpen. Vervolgens gaf Reitz uiting aan de vrees, dat er wellicht eenig misverstand ontstaan is wat betreft de houding van Z.-Atrika tegenover den oorlog. Ik kan u verzekeren, zoo zeide hijWij in Zuid-Afrika zijn ons er ten voile van bewust, dat mdien ae Duit- schers zouden slagen, wij de eersten zuilen zijn, die ten onder gaan. Wij nemen een enorme strategische positie in; wij produ- ceeren ruim driekwart van 's werelds goud voorraad. Daarom maken wij ons geen il lusie wat er met ons gebeurd zou zijn, in dien wij niet wederkeerige vriendschap en bescherming hadden genoten van de landen in het Britsche rijk. Ons lot is verbonden met de overwinning en daarom staan wij hecht naast onze vrienden. Zijn gehoor er aan herinnerend, dat Z. Afrika in het verleden twee bittere oorlo gen tegen Gr. Brittannië gevoerd heeft en dat hijzelf onder de wapenen geweest is te gen het Britsche rijk, zeide kolonel Reitz tenslotte: „Na ons in den oorlog verslagen te hebben, heeft Gr. Brittannië ons behan deld met een edelmoedigheid, welke in de geschiedenis ongekend is. Het heeft ons zelfs een grootere mate van vrijheid toe gestaan dan wij onder onze eigen vroegere republieken genoten hadden". In het Engelsche Lagerhuis heeft de mi nister voor den economischen oorlog mede gedeeld, dat bij het uitbreken van den oor log bases voor het toezicht op contrabande zijn gevestigd te Weymouth, Kirkwall, Duins, Gibraltar en Haifa. In de eerste zes weken van den oorlog is een hoeveelheid van 338.000 ton goederen, waarvan bewezen was, dat zij voor Duitschland bestemd wa ren, onderschept en in beslag genomen. Daarbij waren 76.500 ton petroieumproduc- ten, 65.000 ton ijzererts, 38.500 ton magaan- erts, 24.500 ton phosphaten, 21.500 ton oloedsteenerts, 13,000 ton copra en 10,300 ton oliehoudende zaden. De minister zeide verder, dat onlangs be sprekingen over kwesties, die in verband met de controle zijn gerezen, zijn aange knoopt met een aantal neutrale regeerin gen. Delegaties van de regeeringen van IJsland, Zweden, Nederland en Bel gië bevinden zich thans te Londen. Met an dere regeeringen wordt onderhandeld langs diplomatieken weg. De besprekingen wor den in vriendschappelijke sfeer gehouden en vorderen goed. Bij de beschouwing van den algemeenen toestand kan men zeggen, dat Duitschland thans van vrijwel al zijn over- zeesche voorraadsbronnen is afgesneden. Bij de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp van wet tot opschorting van ont slag aan dienstplichtigen. De memorie van toelichting luidt als volgt: „Krachtens de Dienstplichtwet zou met ingang van 1 Oc tober 1939 ontslag uit den dienst plaats hebben van dienstplichtigen: a. Voor zoover zij den rang van onderof ficier of dien van officier niet bekleeden, indien zij in 1939 40 jaar oud worden, b. Voor zoover zij den rang van onderof ficier of dien van officier bekleeden, indien zy in 1939 45 jaar oud worden. De buitengewone omstandigheden heb ben het raadzaam gemaakt de sterkte van de land- en de zeemacht voorshands niet belangrijk te verminderen. In verband hier mede is gebruik gemaakt van de in art. 45 der Dienstplichtwet neergelegde bevoegd heid om het onslaan van de hier bedoelde dienstplichtigen tot nader order uit te stel len. De datum, met ingang waarvan het ont slag eerlang zal kunnen worden verleend hangt ten nauwste samen met de ontwikke ling van den internationalen politieken toe stand. Het wordt daarom niet wenschelijk geacht dezen datum thans reeds vast te leggen. Uit het fonds „ida iviaria de Raath", in beheer by het bestuur van de Zuid-woliand- scne Maatschappij tot redding van schip breukelingen te Kotterdam, is een bedrag van f 2ööo beschikbaar gesteld voor de na gelaten weduwen en weezen van hen, die omkwamen bij de rampen overkomen aan Hr. Ms. „Van Ewyck" en Hr. Ms. „Van Gelder". Door bemiddeling van het Marine-ram penfonds zal dit bedrag aan de rechtheb benden worden uitgekeerd. Het te Gasseneiiiyeveeii muisoehooren- de motorzeeschip ,-,U'egriikapitein Eef- tingh, dat thans meer dan vier weken on derweg is van Gothenburg naar Amster- sterdarn, kan wel als verloren beschouwd woruen. Het schip was a.m. geladen met ammunitie en is op 25 September uit Zweden vertrokken Aan boord bevonden zich zeven personen. De „Tegri" was van het type der Groninger vloot en is ge bouwd in 1938. Er heersent verder ongerustheid over het motorschip „Safe", dat reeds veer tien dagen onderweg is van Antwerpen naar Riga en waarvan sedert het vertrek niets meer is vernomen De „Safewas geladen met stukgoed. Uit Den Haag: De minister van Finan ciën maakt in de Staatscourant bekend, dat ten behoeve van 's rijks schatkist is ontvan gen een bedrag van f 5000 als bijdrage in de defensiekosten. Het verbod om op Zondag gebruik te ma ken van motorrijtuigen geldt, zooals bekend is, alleen voor personenauto's. Het blijkt in de practijk echter niet zoo eenvoudig om nauwkeurig uit te maken wat onder een personenauto moet worden verstaan. Wa gens, die er uitzien als luxe-auto's worden wel degelijk in veel gevallen voor vracht vervoer gebruikt. Is de lading echter ter bestemder plaatse afgeleverd en rijdt de wagen leeg terug, dan blijkt uit niets meer, dat de rit gemaakt is voor vrachtvervoer en komt de bestuurder dus in aanmerking voor een bekeuring. Omgekeerd is het voor gekomen, dat menschen, die louter voor hun plezier reden, wat goederen achter in hun auto legden om te trachten op die ma nier de controleerende ambtenaren wijs te maken, dat zy „in vrachtvervoer" reden. Zoo doen zich tal van gevallen voor, die aanleiding geven tot min of meer ernstige moeilijkheden. De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B. heeft de aandacht van den Minister van Economische Zaken op deze moeilijkheden gevestigd, onder meer naar aanleiding van het ook in de couranten vermelde geval van iemand, die in zijn functie van agent voor verschillende dagbladen, op Zondag ochtend couranten moet vervoeren en be zorgen, waarna hij noodwendig met een leegen wagen terug moet rijden. De Minister van Economische Zaken is bereid gebleken rekening te houden met de belangen van hen, die op deze wijze door het rijverbod worden gedupeerd en heeft den A.N.W.B. bericht, dat hij aan den Mi nister van Justitie en aan de Burgemeesters als Hoofden der Politie heeft verzocht eeni ge soepelheid te betrachten met betrekking tot het rijverbod op Zondag, in het bijzonder wat betreft de motorrijtuigen die niet dienen en niet zijn ingericht voor het ver voer van personen. VOORDEPIJP Dobbelmannlekker, man Voor den Rotterdamschen politierechter stond gisteren terecht de 41-jarige gedeti neerde P. J. D. wegens steunfraude. Hij had gedurende de jaren 1935—1939 als werklooze iederen dag gestempeld en re gelmatig steun in ontvangst genomen, ter wijl hij in dienst was bij een garagehou der, Op deze wijze had hij 3200 onrecht matig aan steungelden ontvangen. Van dit geld had hij een spaarpotje ge maakt en Amerikaansche effecten gekocht. Tenslotte was de fraude aan den dag ge komen. De effecten waren in beslag geno men en verkocht en met een bedrag van 400 dat D. nog had, heeft de dienst voor Maatschappelijk hulpbetoon 2000 teruggekregen. De man verdedigde de door hem ge maakte fraude met de opmerking, dat hy van plan was om met het gespaarde geld een eigen zaak te beginnen. De politierechter laakte ten zeerste de handeling van verd. Hij heeft vier jaar diefstal gepleegd van de belastinggelden die ook door minbedeelden worden opge bracht. De officier eischte vier maanden gevan genisstraf. Conform den eisch werd ver dachte veroordeeld. In antwoord op een reeks vragen in het Engeiscne Gagernuis heeit de onderstaats secretaris van Buitenlandsche Zanen, Jöut- ler, gezegd, dat de Britscne regeering bereid is ieder voorstel te overwegen, dat een sta mel internationaal systeem beoogt, met het doel oorlog te vermyden en internationale geschillen te regelen door vreedzame mid delen. Hij voegde hieraan toe, dat de regee ring op het oogenbiik niet bereid is een speciale commissie in te stellen, welke het vraagstuk van een Europeescnen staten bond m de toekomst moet bestudeeren. Leach, de afgevaardigde van de oppositi- oneele Arbeidersparty vroeg den minister president, of hy aan het Duitsche volk zou willen mededeelen, dat Engeland bereid is de mogeiykheid van een „Ver. staten van Europa" te bestudeeren als deel van de vre desvoorwaarden. Butler antwoordde, dat dit in gedachte zal worden gehouden. Hij verklaarde er niet aan te twijfelen of het Duitsche volk hoor de veel van wat in het Lagerhuis werd be sproken. De minister van marine, Churchill, zeide dat hij hoopt over een week in staat te zijn een verklaring af te leggen over het onder zoek naar het verioren gaan van ae „Royal Gak". Jbutler verklaarde nog, dat de regeering net vraagstuK bestudeert den nanaei tus- scnen isngeiand en ne feovjet-uine uit te breiden, aoor verdere maatregelen, welke in overeenstemming zyn met de oorlogsom standigheden. Aan Chamberlain werd verder gevraagd of ny een verklaring zou alieggen over de nernaaide Duitscne bescnuiuig.ngen, dat .cingeiand stryagas zou neboen geleverd aan .coien. Cnamoenain antwoordde, dat de mi nister van oorlog reeds een' duidelyke te genspraak van deze onoescnaamde en door- zicntige leugens had gepubliceerd. Hij voeg de hieraan toe verneugd te zijn, dat hij dankbaar is nogmaals met nadruk te ver klaren, dat Engeland nooit strijdgas heeft geleverd aan Polen, in welken vorm dan ook. Henderson vroeg of deze beweringen wer den verspreid om het mogelijk gebruik van strijdgas door de Duitscners te rechtvaar digen! Chamberlain antwoordde hierop: „We hebben iets dergelijks in het verleden meegemaakt", (gelach). imiiihimiuumiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijuiiiii ligiiiiiiiiiijiiiiiiiiiiiiiM Naar het Engelsch van Anthony Berkeley. 26). „Dus zal ik eens wat zeggen", riep Mouse vergenoegd, alsof hij zoo juist een heel in gewikkeld probleem had opgelost, „jij gaat een beetje liggen, Judy, en rust eens flink uit, en juffrouw Goole, Chitterwick en ik gaan tot theetijd den tuin in. Wat denkt jullie daarvan?" Judith begreep den wenk en ging er da- delyk op in. De secretaresse echter was het er niet mee eens. „Ik ben bang, Hoogheid, dat ik geen tijd zal hebben, om doelloos in den tuin rond te slenteren. Daar ik hier alleen ben, heb ik mijn tijd hard noodig". Het was verbazingwekkend, hoeveel juf frouw Goole met een paar zinnen kon zeg gen. Uit de woorden voelde men het ver wijt, dat de rechtmatige eigenares eigenlijk hier haar intrek had moeten nemen; onge twijfeld had zij niets op met de sentimenta liteit, die mevrouw Sinclair ervan terug hield, anderzijds was het beter, dat alles aan bekwame handen werd overgelaten. Al die zinspelingen liet Mouse volkomen buiten beschouwing en hij beheerschte de situatie met een gratie, die Chitterwick's afgunst opwekte. „Maar het is niet doelloos! Ik wilde graag eens met u praten en daarvoor zou het juist een mooie gelegenheid zijn. Tot straks dus Judy. Probeer maar wat te slapen". En voor het Chitterwick duidelijk was, noe net gebeurde, waren ze al op weg en nep juffrouw Goole met een trek van weer- spanmgneid om haar mond en rebelhsch xonkeiende oogen tusschen hen in het tuin pad op. „U herinnert zich mijnheer Chitterwick nog wel, niet waar?" zei Mouse beleefd om vlug op het gewichtige onderwerp te kun nen komen. „Heel goed", antwoordde juffrouw Goole, die tot nu toe niet de minste aanleiding had gegeven waaruit men dit zou kunnen op maken. „U was by den hoofdinspecteur Moresby, op den sterfdag van juffrouw Sin clair in Aldridge". „Ja, dat is zoo", zei Chitterwick, allang tevreden met het hem toegeworpen been. „Maar u behoort toch niet tot de politie is het wel, mijnheer Chitterwick?" „Och neen, heelemaal niet. Alleen door geval. Afschuwelijk." „En verder heb ik u bij de inhechtenis neming en op het politiebureau gezien". „Ja dat kan uitkomen". Chitterwick had haar bij die gelegenheden ook gezien. Maar toen had zij gedaan, alsof ze hem niet op merkte. „U bent wel in een zeer verantwoorde lijke positie,, mijnheer Chitterwick". Chitterwick was het er erg mee eens. „Gelukkig dat u zoo zeker bent, van het geen u gezien hebt". „Gelukkig". „Ja, de geringste twijfel zou erg onaan genaam zijn", merkte juffrouw Goole droogjes op. Mouse nam nu de leiding. „Ja, en de ról, die mijnheer Chitterwick in dit geval speelt in aanmerk,ng genomen, moest u zich "eigenlijk verbaasd hebben, over zyn, aan- Steenigen is de daad van het oude verbond, genezen van het christen dom. llllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllilllllllllillllllllllUlillPlllllllllllllllllllllllll wezigneid hier". „Er zyn maar weinig dingen, waarover ik mij verwonder, Hoogheid", antwoordde de jonge dame cynisch. „En toch geloof ik, dat de meeste men- scnen verbaasd zouden zijn", zei Mouse ge duldig. „Maar de kwestie is, dat mynheer cnitterwick nu niet meer zoo overtuigd is, van wat hij toen gez.en en gezegd heeft, en daarom zou hij als u er niets op tegen nebt, u even een paar vragen, over majoor Sinclair willen doen". „Ik heb de politie al alle gewenschte in lichtingen gegeven", zei de secretrasse on willig. „Maar het gaat nu niet om officieele vragen, doch om een paar van persoonlijken aard". „Ik kan het verband tusschen persoon lijke vragen over majoor Sinclair en het geen mijnheer Chitterwick in Piccadilly Palace zag of niet zag, niet begrijpen". Mouse zuchtte en liet het overige aan Chitterwick over. Deze stortte zich in zyn opwinding, zonder verdere vormen in acht te nemen, hals over kop, op den taak die hij te vervullen had. „Ik herinner mij dat u ons zei, het geen u later voor de politie herhaalde dat juffrouw Sinclair zich op het laatst ge dwongen gevoelde, haar neef te onterven, indien hy zich nog langer tegen haar huwe lijksplannen verzette", zei hij snel achter elkaar. „Ik neem aan, dat dit ook nu nog uw meening is!" „Dat is zeker zoo". „Goed. Ik wilde alleen maar weten of u hierover, nu misschien anders dacht". „ik verander zeer zelden van meening, mynneer Cnitterwick, en nooit als het om reilen gaat". „Dus u houdt het voor een feit?" hield Chitterwick aan. „Zonder twijfel. Omdat juffrouw Sinclair er voor mij geen geheim van maakte. Zy heeft het mij zelf gezegd". „Hoe komt 'het dan, dat zij haar neef al jaren met die erfeniskwestie lastig viel?" vroeg Chitterwick. „Wie heeft u dat gezegd?" vroeg juffrouw Goole scherp. „Mevrouw Sinclair", antwoordde hij. Juffrouw Goole trok haar zware wenk brauwen op. „U moet niet gelooven, dat ik ook maar iets tegen den majoor of mevrouw Sinclair heb. Integendeel, ik heb erg met mevrouw Sinclair te doen en ik zou haar graag wil len helpenonder voorbehoud natuur lijk", voegde zij er zonder omwegen aan toe, „dat men niet van mij verwacht, dat ik een misdrijf geheim zal houden of wegmoffelen zal. Ik ben geen kind. Het is toch al heel duidelijk, dat het in het belang van majoor Sinclair is, om strubbelingen om de erfenis zooveel mogelijk en bagatelle te nemen en daarom zegt mevrouw Sinclair, dat hij de dreigementen van zijn tante nooit als wer kelijk gemeend beschouwde". „Dus dat komt niet overeen met uw op vatting?" waagde Chitterwick op te mer ken. „Ik weet niet, hoe de majoor tegenover die dreigementen stond, maar dat weet ik wel van juffrouw Sinclair" zei juffrouw Goole zeer beslist. „Zoo, zoo", zei Chitterwick. Daarop volgde een doodsche stilte. Die stilte werd echter door het niezen van juffrouw Goole verbroken. En zij nies de zoo heftig, dat haar bril van haar neus wipte en in een rozenstruik terecht kwam, hetgeen Mouse een paar flinke krabben be zorgde, toen hij hem opraapte. Juffrouw Goole was erg verlegen en niet zonder reden niezen getuigt van weinig zelfbeheer- sching en als Chitterwick niet zoo erg tegen haar had opgezien zou hij gezegd hebben, dat zij bloosde. In ieder geval zette zij, wat nerveus, vlug den bril weer op. Chitterwick vond het jammer, dat zij dat deed. Haar gelaatstrekken waren, zooals hij op dit oogenbiik gezien had, regelmatig en heelemaal niet onaangenaam. Als zij haar uiterlijk wat beter verzorgde en een beetje m.nder degelijk geweest was, zou zij er veel aardiger uitzien, dan in werkelijk heid, vond Chiterwick, die van mooie din gen hield. Nog iets bleef in Chitterwick's bewust zijn achter: niet alleen zag zij er zonder bril zooveel beter uit, maar zij kwam hem ook bekend voor! Hij had kunnen zweren, dat hij haar gezicht al eens eerder gezien had. Maar dat was natuurlijk een onmoge lijkheid. „U wilde juffrouw Goole toch nog iets vragen, mijnheer Chitterwick?" zei Mouse die tactvol het pijnlijke oogenbiik aanvoel de, toen juffrouw Goole haar bril weer op zette. „O, ja?" zei Chitterwick nadenkend. „Ja natuurlijk. Ik weet het alweer. Het gaat om de houding van den majoor tegenover zijn tante. Was hij, wat je noemt, een liefdevolle neef? Had zij den indruk, dat hij, nu jaeen neef was die van haar hield?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5