kroniek van den dag
De suikerdistributie begint op 16 Oct.
n«ys/.
■BIJ shag
Feest in Litauen.
M IJ N HARDT JES"-^££££*L
De Amateur
Detective
liet torpedeeren van neutrale
handelsschepen
Bezwaren tegen nieuwe
belastingvoorstellen.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT
De vrede heeft nog een kans.
Op de film „Veertig Jaren" is
120.000 verloren.
Duitschers uit het Letlandsche
leger.
Sómmigé Kamerleden stel
len andere regeling voor.
Van heden tot Maandag is
suikerverkoop verboden.
De IBIS in de pijp,
de pijp weer in den mond.
De mond in blijden lach,
omdat ik IBIS vondt
33
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijnea
Rheumatische pijnen - Spit - Spierpijn
Periodieke pijnen - Kou en Griep.
i'
De radiorede, die Daladier eergisteravond
tot het Fransche volk heeft gehouden, heeft
o.i. bewezen, dat de toestand in Europa
nog niet volslagen hopeloos is, ra.a.w. dat
men de hoop, dat het vrede zal worden,
nog niet behoeft op te geven.
Deze opvatting wordt ook gehuldigd te
Berlijn, waar men er uiteraard in af
wachting van de rede van Chamberlain,
hedenmiddag den nadruk op legt, dat
de uitlatingen van den Franschen minister
president in geen geval de situatie hebben
verscherpt. Daladier had het zoo zegt
men over de garanties voor een nieuwen
vrede. Daarover heeft ook Hitler in zijn
Rijksdagrede gesproken en indien men de
uitlatingen van de beide staatslieden on
derling vergelijkt, dan is er, zoo wordt ver
klaard, au fond niet zoo'n groot verschil te
ontdekken.
Ook de Duitsche pers borduurt zijn be
schouwingen op het stramien van deze ge
dachte. Zoo schreef gister de „Deutsche di
plomatisch politische Korrespondenz", dat
het Derde Rijk zich verheven voelt boven
de verdenking naar een hegemonie van
Europa te streven en daarmede over vol
keren waarmede het slechts in vrede en
vriendschap wenscht te leven. Duitschland
kan zich evenmin verwijten sedert het ein
de van den wereldoorlog Frankrijk op eeni-
gerlei wijze te hebben bedreigd of plannen
daartoe gekoesterd of voorbereid te heb
ben. Dit standpunt heeft Hitier vaak ge
noeg bekend gemaakt. Hetzelfde geldt ten
opzichte van Engeland.
Wanneer in dien tusschentijd bepaalde
haarden van onrust in Europa uit den weg
zijn geruimd en ook uit den weg moesten
worden geruimd, dan is dat alleen hiervan
een gevolg, dat Duitschland zich zelf be
dreigd zag in zijn recht om te leven.
Wanneer Daladier aan Praag en Polen
herinnert het noemen van het Duitsche
OoMtrük, aldus de Diplo, zal wel een lap
sus linkje zijn geweest dan kan men
vaststellen ul-ahet in deze gevallen juist
haarden van onnk.betrof, die de machten
van Versailles tegena,L veiligheid en de
rust van Duitschland ha^9 opgericht.
Ook Duitschland kentge?& de omsin
gelingspogingen hebben aangetöSS* de
kwestie van zijn veiligheid en het alle
aanleiding om zich eens en voor
dergelijke pogingen te beveiligen. VeiW
DuiLhland wr^erkeerigheid be™steh.
JJUitscnland heeft thans een streep gehaald
door het verleden en het is bereid deel te
neei er eenter maatregelen genomen wor-
va-Thet1*Duitsehland te na te komen, dan
zal het daarop weten te antwoorden.
°j opvallender zijn de beschouwingen
van den Berlijnschen correspondent van
net „Hamburger Fremdenblatt". Het wordt
in Duitschland als een welkome wending
beschouwd, zoo schrijft hij, dat als resul
taat van de rede van êen Führer de kwes
tie van bescherming tegen toekomstige
verwikkelingen tot het eigenlijke thema
van de gesprekken over de vredesmogelijk-
heden is geworden. De rede van Daladier
laat z.i. ruimte voor verdere besprekingen
over een grootsch opge
zetten vriedesarbeid.
Het spreekt vanzelf, dat men aan be
schouwingen als deze niet al te veel betee-
kenis mag toekennen maar ze toonen in
elk geval aan dat het laatste woord nog
lang niet gezegd is. Het blijft tenslotte een
feit, dat Daladier's rede de deur op een
zelfs tamelijk breede kier heeft gezet en
het zou ons niet verbazen, als Chamberlain
vanmiddag, als hij in het Lagerhuis
spreekt, dien stand zal handhaven. Men
is nog niet uitgepraat; de vrede heeft nog
een kans.
De regeeruig moet hiervan 30.000
bijdragen.
Ingediend is een ontwerp van wet tot wij
ziging en verhooging van de begrooting van
Algemeene Zaken,
Aan de Memorie van toelichting ontlee-
nen wij het volgende:
De regeering verklaarde zich ten vori-
gen jare bereid om vbor een bedrag van ten
hoogste 50.000 deel te nemen in een ga
rantie-syndicaat ter bestrijding van een
eventueel nadeelig saldo der exploitatie
van de nationale film „Veertig jaren".
Deze deelneming geschiedde op den voet
van evenredige behandeling ten aanzien
van de overige deelnemers in het syndi
caat.
Niettegenstaande alle moeite, die het co
mité van de nationale film zich heeft gege
ven om belangstelling voor deze film te
wekken en ondanks de medewerking, die
het comité van verschillende zijden heeft
ondervonden, zullen de lasten de gereali
seerde baten met ongeveer 120.000 over
treffen. Daar men zich van particuliere zij
de voor een bedrag van 150.000 garant
had gesteld, zal van het geraamde tekort
een vierde deel, dus een bedrag van 30.000
voor rekening van het rijk komen.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Naar officieel wordt medegedeeld, wor
den met onmiddellijke inwerkingtreding
alle in het Letlandsche leger dienende
„volks-Duitschers" ontslagen. Eveneens
zullen ontslagen worden alle „volks-Duit
schers". die zich nog in Letlandschen
staats- of gemeentedienst bevinden
Voor de onderhandelingen met Duitsch
land over de kwestie der verplaatsing van
de Duitsche volksgroep uit Letland heeft
de Letlandsche regeering een bijzondere
commissie gevormd, met aan hét hoofd de
minister van justitie Apsitis.
In verband met de verhuizing der Duit
sche volksgroep uit Letland naar het
Duitsche rijk, trekken, volgens de bladen,
65 000 „volks-Duitschers" en 2500 ..rijks-
DuitschersV uit Letland weg
(Zooals men weet verstaat men in
Duitschland onder een volks-Duitscher
iemand, die op grond van de bloed- en
bodemtheorie tot het Duitsche volk be
hoort. Een rijks-Duitscher is een onder
daan van den Duitschen staat).
f Protest van de Scandina
vische landen en België
te
Naar wij 'uit 's-xSravenhage vernemen,
hebben de Scandinavische staten besloten
zich tot de Duitsche regeering te wenden
met een protest terzake van het torpedee
ren van neutrale handelsschepen.
Voorts vernemen wij, dat België zich bij
dit protèst aansluit, doch, dat voor Neder
land op het oogenblik nog geen redenen
bestaan zich bij zulk een protest aan te
sluiten
Zooals men weet heeft de Nederlandsche
koopvaardijvloot twee schepen te betreu
ren sinds deze oorlog aan dén gang is,
de „Mark" en de «Binnendijk'. Deze sche
pen zijn echter niet getorpedeerd, doch op
een mijn geloopen.
Blijkens het Voorloopig verslag op het
wetsontwerp houdende tijdelijke voorzie
ningen tot strekking van de middelen tot
dekking van de uitgaven des rijks, zijn in
de Tweede Kamer vnl. twee bezwaren ge
opperd.
Er werd op gewezen dat het tarief van
de Gemeentefondsbelasting in het geheel
niet geschikt is om als grondslag te die
nen voor een heffing welke dekking van
een tekort op de rijksbegrooting ten doel
heeft.
Op een tarief van dezen aard een hef
fing ten bate van de algemeene rijksmid
delen te gaan bouwen, is principieel on
juist. Die principieele fout zal zich vol
gens deze leden, wreken in een scheet
trekken van de rijksbelastingverhoudingen.
Het gevolg van hetgeen thans word
voorgesteld zal zijn, dat alle inkomens tot
25,000 zwaarder worden belast dan vol
gens de schaal der rijksinkomstenbelasting
terwijl de inkomens boven dat bedrag re
latief minder, zwaar worden getroffen Bo
vendien zullen ook inkomens aan belas
ting worden onderworpen, die van rijks
inkomstenbelasting vrij zijn.
Sommige leden meenden der regeering
in overweging te moeten geven» dit voor
stel terug te nemen en daarvoor in de
plaats te stellen een voorstel tdt heffing
van een aantal opcenten op de Rijksin
komstenbelasting,
Enkele leden verklaarden zich tegen dit
wetsontwerp, omdat naar hun oordeel de
inkomens tot 4 a 5000 gulden niet verdei-
behooren te worden belast. Naar hun mee
ning komen ter verkrijging van de ge-
wenschte opbrengst allereerst een ver
scherping van de progressie voor de hoo-
gere inkomens en een verhooging van df
dividend- en tantièmebelasting in aan
merking.
De minister van Econ. Zaken deelt mede,
dat met ingang van 16 October als eerste
artikel met de distributie van suiker zal
worden begonnen.
Van dien datum af zal men in den winkel
slechts suiker kunnen koopen tegen inleve
ring van een nader aan te wijzen bon der
rijksdistributiekaart. Het rantsoen, dat men
op dien bon, die geldig is van 16 October
t/m 29 October, kan verkrijgen, bedraagt
kg suiker. I
De bon is het geheele land door geldig.
Men kan.dus kóopen in welke plaats en bij
welken winkelier men wil.
Teneinde een goeden gang van zaken te
verkrijgen, is het uiteraard noodzakelijk,
dat de winkels op den 16den October inder
daad over voldoenden voorraad suiker kun
nen beschikken. Om dit te bereiken is het
noodzakelijk gebleken om jgedurende vier
voorafgaande dagen, nl. vandaag, niorgen,
Zaterdag en Zondag (12 t/m 15 October)
aan de winkeliers te ver
bieden suiker aan de con
sumenten af te leveren.
Deze voor het publiek onaangename maat
regel is helaas onvermijdelijk omdat, wil
men de winkels met suiker vullen, men ze
niet van boven kan volgieten en van bene
den laten leegloopen. Zelfs nu moet het pu
bliek met aandrang verzocht worden om
op a.s. Maandag niet dadelijk alle bons
in te wisselen, want ieder kan begrijpen,
dat wanneer alle 8% millioen Nederlanders
op e e n dag ieder het hun toegedachte
pond. suiker zouden, koopen. geen enkele
winkelvoorraad daartegen bestand zou zijn.
Het is trouwens toch ook niet noodig, dat in
een gezin van b.v. vier leden, waar men dus
over 4 bonnen beschikt, allg vier bonnen te
gelijk ingewisseld worden. Men kan als ge
woon, den aankoop van suiker over de ge
heele periode verdeelen.
Voldoende suiker.
Absoluut zeker kan men er van zijn, dat,
al zou het dan niet dadelijk Maandag zijn,
iedereen in den loop van deze periode de
toegewezen hoeveelheid suiker kan krij
gen.
Deze distributie van suiker immers ge
schiedt niet omdat er werkelijk suiker-ge
brek is in Nederland, maar alleen om te
zorgen, dat iedere Nederlander een gelijke
hoeveelheid suiker zal kunnen verkrijgen.
De suikerbietenoogst is in vollen gang en
alleen omdat zij nog niet verwerkt is, wordt
begonnen met een niet te groote hoeveel
heid te distribueeren. Dit kwantum van té
kg in de veertien dagen of wel 250 gram in
de week is ongeveer van het normale
huishoudelijke verbruik. Naar het zich laat
aanzien, zal spoedig, wellicht reeds in No
vember, het rantsoen verhoogd kunnen
worden.
Aparte regelingen zullen nog getroffen
worden voor de menschen en bedrijven,
voor wie dit noodig blijkt te zijn.
De hotels, café's, restaurants en de groo
te cantines vallen bv. onder een aparte re
geling. Zij ontvangen nl. van het Centraal
distributiekantoor rechtstreeks toewijzin
gen voor het verkrijgen van suiker. Deze
toewijzingen zullen hun in den loop van de
ze week toegezonden worden. De zeer klei
ne café's, die slechts uiterst weinig suiker
gebruiken, zullen echter geen toewijzingen
toegezonden krijgen, doch zullen bij de
distributiekantoren van de gemeente, waar
zij gevestigd zijn, losse bonnen voor het
verkrijgen van suiker vanzelfsprekend in
een gering aantal kunnen ontvangen, in
dien hiertoe naar het oordeel van den
distributiedienst aanleiding bestaat. Instel
lingen, als ziekenhuizen, werkkampen,
kookscholen enz. zullen toewijzingen recht
streeks van het Centraal kantoor ontvan
gen.
BLAUWE GROSSIERSBONS
VERKRIJGBAAR.
Aan grossiers in levensmiddelen wordt
bekend gemaakt, dat bij de plaatselijke
distributiekantoren kosteloos beschikbaar
worden gesteld bonboeken met z.g. blauwe
grossiersbons, welke bij een eventueele
distributie van levensmiddelen gébruikt
zullen moeten worden.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
centrale magazijnen van grootbedrijven en
coöperaties in dit verband als grossiers wor
den beschouwd.
Het verdient aanbeveling bedoelde be
scheiden zoo spoedig mogelijk in ontvangst
te nemen.
Kees
Br B W0 VOOR DE PIJP
Dobbelmannlekker, man
(Ingez. Med.)
Havas meldt uit Kaunas:
Het geheele land feest naar aanleiding
van de hereeniging van het gebied van Wil
na met Litauen. Alle handelshuizen, win
kels, fabrieken en scholen zijn gesloten. De
straten zijn vol menschen. De luidsprekers
bazuinen volksliederen uit. Omstreeks den
middag verzamelden zich een vijftigduizend
menschen van allerlei stand bij het graf van
den onbekenden soldaat. Na een korte
plechtigheid hield generaal Nagius een toe
spraak, waarin hij den triomf van het recht
vierde. De menigte zong het volkslied en
begaf zich vervolgens naar de woning van
president Smetona. Deze gewaagde in een
korte toespraak van den wil van Litauen
om met al zijn buren in vrede te leven.
Gemeld wordt, dat Russische garnizoenen
zullen worden gelegd in Vilavisjkis, Kelme,
Kaisjiadorys en Asjmenos en dat luchtbases
zullen worden gevestigd te Radvilisjkis en
Palange.
DE INTOCHT DER RUSSI
SCHE TROEPEN IN EST
LAND.
Het binnenrukken van de Sowjettroepen
in Estland om de garnizoenen van de vloot-
en luchtbases te betrekken, is uitgesteld
van Vrijdag tot Woensdag.
Gisteren zijn drie sowjetoorlogsbodems
voor Tallinn aangekomen. Zij wisselden
vriendschappelijke saluutschoten met de
Estlandsche kustbatterijen en lieten het an
ker vallen naast drie Duitsche schepen,
welke de repatrieerende Duitschers aan
boord zullen nemen.
Onze correspondent te Berlijn telefoneer
de ons gisteravond:
Een Fransch bericht volgens hetwelk het
Duitsche gezantschap te Reval door een
consulaat-generaal zou worden vervangen,
wordt hier tegengesproken. Deze tegen
spraak neemt men tot aanleiding om op
nieuw te verzekeren, dat Duitschland niet
alleen bij de verhouding tusschen Rusland
en de Randstaten, maar ook bij de onder
handelingen tusschen Finland en Rusland
niet is geïnteresseerd.
Met Finland onderhoudt Duitschland wel
vriendschappelijke betrekkingen, maar het
is met dit land door geen enkel verdrag
verbonden.
1 „Mijnhardtje" 5 ct. 1 2 „Mijnhardtjes" 50 ct. Bij Apoth. en Drog.
(Ingez. Med,J
Naar het Engelsch van
Anthony Berkeley.
14).
Ofschoon de politie het koopen van het
vergif door den majoor voorloopig nog niet
kon bewijzen, ja zelfs er niet zeker van
was, dat hij het in zijn bezit had gehad, viel
hier toch niet aan te twijfelen.
„U moet niet uit het oog verliezen, mijn
heer Chitterwick", zei Moresby, toen zij in
een lunchroom gezellig achter een kopje
zaten, „dat hij zonder uw verklaringen zoo
goed als zeker er tusschen uit gedraaid
was".
Men had den politierechter Chitterwick's
verhaal van de dralende hand niet ver
teld, maar dat voor den dag, waarop de
zaak voor zou moeten komen, bewaard.
„Meent u dat?" twijfelde Chitterwick,
„ondanks de vingerafdrukken op het
fleschje?"
„Ja, ondanks dat. Wat zou het eigenlijk
geven, als ik bij voorbeeld zei, dat het
fleschje van hem was er is toch niets
bijzonders aan te zien, geen kenmerk, geen
etiket en dat hij het de laatste maal,
dat hij bij zijn tante was, in de badkamer
had laten staan? Er zijn wel een dozijn
mogelijkheden om die afdrukken op de
meest onschuldige manier te verklaren."
Chiterwick knikte toestemmend.
„Maar uw verhaalIk kan u zeggen",
ging Moresby meedoogenloos verder, „dat
was voor de verdediging een streep door de
rekening. De advocaat van den majoor was
er zeker van, dat hij vrijspraak zou verkrij
gen, maar toen hij uw bewijsmateriaal
hoorde, zag hij alles donker in.'"
„En dat hebt u hem verteld?" riep Chit
terwick verwonderd uit. „En ik dacht, dat
u mijn verklarig tot den zittingsdag zou
geheim houden."
„Ja, geheim voor de pers, maar niet voor
de verdediging. Dat doen wij nooit; dat zou
niet fair zijn tegenover den gevangene. Wij
laten hun gewoonlijk een tijdje voor den
zittingsdag weten, waartegen zij zich te ver
dedigen zullen hebben. Ja, mijnheer Chit
terwick", resumeerde Moresby, terwijl hij
zijn beschermeling vol trots aanzag, „zon
der u zouden wij niet de minste kans gehad
hebben, maar door u komen wij tot een
veroordeeling, dat is zoo zeker als wat."
„Zoo", zei Chiterwick, die zich niets op
zijn gemak voelde.
Zij zetten hun gesprek over dit onder
werp nog wat voort en Moresby, die on
gevoelig scheen te zijn, zoolang het den
majoor betrof, bleek erg te doen te hebben
met zijn echtgenoote, die hij als een hoog
staande vrouw betitelde.
„En ofschoon zij natuurlijk buiten zich
zelf is, zit zij toch niet stil. Neen, zij werkt
als een paard voor haar man en ik had het
hard niet haar te zeggen, dat het geen zin
had."
„Arme vrouw", mompelde Chitterwick
en schudde het hoofd. „Is zij knap?"
„Ik ben van meening, dat knap niet het
juiste woord is. Zij is mooi en eigenlijk
meer dan dat Ik was bij haar om de ver
halen 'van juffrouw Goole fe controlee
ren
„U bedoelt de levensgeschiedenis, die juf
frouw Goole ons verteld heeft?" viel Chit
terwick hem verbaasd in de rede. „U hebt
toch niet de moeite genomen om dat alles
na te gaan?"
Vele menschen critiseeren alleen,
om niet onwetend te schijnen.
Zij beseffen niet, dat een zacht oor
deel het kenmerk is van de hoogste
beschaving.
Carmen Sylva.
„Zeer zeker. Ik heb de kleinste kleinig
heid van wat zij ons vertelde, onderzocht".
„Mijn hemel! Maar waarom dan toch?
Dat is toch niet van zooveel belang?"
„Eén van onze regels is, nooit een feit
voor waar aan te nemen, ook al is het van
nog zoo weinig beteekenis, zonder het, in
dien tenminste mogelijk, te onderzoeken",
zei Moresby streng.
„U zei", ging Chitterwick door, „dat u
den advocaat van majoor Sinclair gespro
ken had. Heeft hij ook gezegd, dat hij den
anderen erfgenaam al gevonden heeft?"
De verdediger van den majoor had het
beter gevonden om met den eenigen, nog
levenden, bloedverwant van Sinclair con
tact te zoeken, hetgeen tot ongekende moei
lijkheden aanleiding gaf. Het was de neef
uit Amerika, waarmee juffrouw Sinclair
haar wettigen erfgenaam gedreigd had.
Men was er in geslaagd nog een paar jaar
van zijn levensloop te volgen, in aansluiting
op het tijdstip, waarop juffrouw Sinclair 't
laatst iets over hem had vernomen. Hij
was waarschijnlijk tooneelspeler geworden,
maar men kon niet nagaan, waar hij nu
was en ook niet of hij nog in leven was.
Discreet opgestelde advertenties in de dag
bladen hadden geen resultaat gehad.
In het testament van juffrouw Sinclair
kwamen geen legaten voor; alles verviel
aan haar neef, majoor Sinclair, maar deze
had aan zijn advocaat te kennen gegeven,
dat, ingeval hij ter dood veroordeeld werd,
het grondbezit, daar hij zelf geen kinderen
had en er voor zijn vrouw gezorgd was,
aan den neef uit Amerika zou komen, hoe
wel die vent den naam van dien onmoge-
lijken journalist en niet dien van de Sin-
clairs droeg.
Kort daarop werd Chitterwick meege
deeld, dat men hem, totdat de zaak voor
kwam, en dat was pas over zeven weken,
niet meer noodig zou hebben.
Vkn den beginne af aan had Chitterwick
met groote belangstelling gelet op de
reactie van zijn tante op de heele geschie
denis. De eerste week had zij eenvoudig
geweigerd om ook maar iets daarvan te
willen hooren en volgehouden, dat het maar
fantasie van haar neef was. De reden hier
van was waarschijnlijk, dat zij het voor on
mogelijk hield dat een neef van haar in
de hall van Piccadilly zou komen. Nadat zij
gelukkig over dat stadium heen was
haar neef had haar betrapt, dat zij de laat
ste berichten over het geval als het ware
verslond uit het ochtendblad en de foto
van haar neef als voornaamste getuige
wel, ondanks zichzelf, had moeten herken
nen, sloeg haar handelswijze tegen den
ongelukkige om in ware verachting. Zij was
zeer ontdaan, dat een Chitterwick iets uit
te staan had met zoo'n ordinair geval als
deze moordzaak was en zij behandelde haar
neef alsof hij het slachtoffer van een schur
kenstreek geworden was. Deze houding
liet tenminste toe Chitterwick's verhalen
aan te hooren en hem aan een kruisverhoor
te onderwerpen.
Dit tweede stadium duurde bijna een
week, waarin juffrouw Chitterwick drie
maal haar rijtuig met appelschimmels liet
voorkomen zij weigerde niet alleen er
een auto op na te houden, maar zij pro
beerde tevens den indruk te wekken, dat
zij van het bestaan van die dingen niets af
wist om naar Scotland Yard te rijden
om bij de rechterlijke macht te gaan plei
ten voor haar neef. Zij gaf als haar mee
ning te kennen, dat door een of andere
niet voorziene gebeurtenis, niet de roodha
rige doch haar neef, Ambrose Chitterwick,
aan den galg zou komen.
Chitterwick had groote moeite om haar
hier van terug te houden en bereikte dit,
bij de derde maal slechts, door aan te bie
den, in plaats hiervan met haar naar den
slager te rijden om de stapels kranten te
brengen, die zij altijd opspaarde. Dit was
een onderdeel van haar spaarsysteem; zij
verkocht de zorgvuldig opgestapelde kran
ten voor vijf cent per kilo en iedere laatste
van de maand reed zij met haar equipage
met de twee appelschimmels naar de hoofd
straat. Op die dagen had Chitterwick nu
eens vreeselijke hoofdpijn, dan weer had hij
een afspraak, die hij onmogelijk uit kon
stellen.
Tenslotte kwam juffrouw Chitterwick
tot de slotsom dat haar neef opzettelijk en
uit ordinaire sensatie-honger, zijn opdracht
om voor gordijnstof te zorgen verwaar
loosd had, met het snoode plan om voor ge
tuige bij een moord te gaan spelen, de hall
van Piccadilly was ingewandeld, alleen
maar om later zijn foto in de krant te zien.
Chitterwick had in die dagen veel met zijn
tante te stellen.
Een brief, die hij op zekeren morgen bij
het ontbjjt ontving, teekent een beetje de
moraal en levensopvatting van tante Chit
terwick. Hij las hem met verbazing en ge
noegen en gaf hem daarna aan zijn tante.
„Wat vreemd, vindt u niet? Kunt u zich
haar nog voorstellen?"
„Ik niet, je gelooft toch niet, dat ik dat
lezen kan?" mopperde juffrouw Chitter
wick. „In geen geval tenminste zonder bril.
Ik wilde dat ik iemand had, die niet altijd
mijn bril wegborg en dan natuurlijk niet
meer weet waar".
(Wordt vervolgd).