KRONIEK VAN DEN DAG Hoe de petroleum zal worden gedistribueerd. 1 De Amateur 1 Detective 1 TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 5 OCTOBER 1939. No. 235. Een advies van Lloyd George en een bemoedigende canard. Geen gas- en bacteriënoorlog. Molotof naar Berlijn? „Polen heeft zijn plicht gedaan." Duitsche waarschuwing aan Denemarken en Finland. Noorsch schip op een mijn geloopen en gezonken. Op één bon kan 1 liter petroleum gekocht worden. De bon is zeven dagen geldig. Britsche verontschuldigingen. Inschakeling der vakcentrales. De Wegentroepen blijven onder de wapenen. Europa lijdt opnieuw onder de oorlogsplagen. Wat IBIS in de pijp en 't leven is te'dragen. Dobbelmannlekker, man 0 Het is merkwaardig te lezen, hoe fel het Engelsche Lagerhuis zich schrap zet tegen het „vredesoffensief", dat door Moskou en Berlijn werd aangekondigd, maar waarin tot dusver al even weinig schot zit als in de operaties aan het Westelijk front. Zoo heeft dit Huis het den liberalen grijsaard Lloyd George (Groot-Brittanniës groote po litieke figuur uit den wereldoorlog) eergis teren hoogst kwalijk genomen, naar de N. R.C. meldt, dat hij Chamberlain durfde ad- viseeren een eventueel vredesaanbod uit Berlijn in geen geval overhaast van de hand te wijzen, maar het ernstig in over weging te nemen. Onredelijk was dit advies allerminst. Lloyd George stelde nog wel nadrukkelijk voorop, dat hij het geheel met de regeering eens was, dat Engeland eenig voorstel, dat het aan Polen aangedane onrecht niet on gedaan zou maken, onmogelijk zou kunnen aanvaarden. Hij motiveerde zijn waarschu wing tegen overhaast handelen bovendien nog door er, terecht, op te wijzen dat En geland een vredesvoorstel, dat het door bemiddeling van een neutrale mogendheid zou worden voorgelegd, niet botweg kan verwerpen, zonder het gevaar te loopen van achteruitgang van zijn betrekkingen met de neutrale mogendheden. Alles bij elkaar was er dus tegen Lloyd George's verzoek om een rustige beschou wing van het verwachte Duitsche voorstel weinig'te zeggen. Hij vroeg slechts om tact en bedachtzaamheid. Zoo fel is het Lagerhuis echter gestemd tegen elk idee van onderhandelen met Hit- Ier, dat Lloyd George onmiddellijk na het uitspreken van zijn rede uit alle hoeken van het Huis scherp werd aangevallen. Dat hij om een rustige beschouwing van even- tueele Duitsche voorstellen had gevraagd, was voor verschillende sprekers reeds ge noeg om hem van gebrek aan vastberaden heid te beschuldigen, van lafheid zelfs. Er bleek duidelijk uit, dat het verwachte vre desaanbod naar de meening van de groote meerderheid van het Huis reeds van te voren als verworpen moet worden be schouwd. Men is blijkbaar de opvatting toe gedaan, dat Hitier niets meer aan Enge land te bieden heeft, omdat men in zijn aan biedingen en beloften geenerlei vertrouwen meer stelt. Ook de Engelsche pers zit hier op voortdurend te hameren. Zoo schreef de „Times" gisteren: „Een aannemelijk vre desvoorstel zou niet alleen het gedane on recht moeten goedmaken, maar ook de ver zekering moeten bieden, dat de vrede van Europa voortaan niet meer door de agres- siepolitiek van de nazi's wordt bedreigd. Die verzekering nu kan het woord van de huidige Duitsche regeering ons niet geven. Zij heeft keer op keer ons vertrouwen ge schonden, zij hebben dat vertrouwen ver raden, en daar is alles mee gezegd". Het hoeft geen betoog, dat het herstel van den vrede op korten termijn als uit gesloten moet worden beschouwd, indien men zich in Engeland hardnekkig aan deze these blijft vastklampen. Een vredesaan bod, dat de gestelde eischen zou inwilligen is ten eenenmale onbestaanbaar. Voor het overige is de situatie intuesehen in zoover weer iets gunstiger geworden, dat de waarschijnlijkheid van deelneming van Italië aan den oorlog (aan de zijde van Duitschland) min of meer kan worden te gengesproken. Het alarmeerende bericht, dat Reuter eergisteren de wereld inzond (hierop neerkomende, dat Mussolini reeds tot den krijg besloten zou hebben, voor het geval het „vredesoffensief" zou mislukken) biykt fantasie geweest te zijn. De berichten uit Rome wijzen er integendeel op, dat Italië vermoedelijk tot het uiterste zal trachten neutraal te blijven, waarmee het dreigende gevaar van uitbreiding van de catestrofe uiteraard heel wat geringer wordt. Moge het gewapend conflict op zijn minst inderdaad gelocaliseerd worden. De rest van de wereld zal er ook dan nog ge noeg van te lijden krijgen. In het Engelsche Lagerhuis is gister ver klaard, dat de Duitsche regeering door tus- schenkomst van den Zwitsersche gezant in Londen de Britsche regeering do verzeke ring heeft gegeven, dat Duitschland zich zal houden aan het protocol van Genève van 1925, dat het gebruik van gas en var bacteriologische methoden in den oorlog verbiedt, daarbij uitgaande van de veronder stelling, dat ook de Britsche regeering dit protocol in acht zal nemen. Toen Henderson, van de Arbeidersopposi tie, hierop vroeg, of er bewijzen waren, dat de Duitschers gasbommen gebruikt hadden in Polen, werd geantwoord, dat hij deze vraag liever schriftelijk moest stellen. o Het Zwitsersche blad National Zeitung, te Bazel, verneemt uit Berlijn, dat de Rus sische volkscommissaris van buitenlandsche zaken Molotof waarschijnlijk binnenkort een bezoek aan Berlijn zal brengen. o De nieuwe in Frankrijk benoemde minister-president van Polen, generaal Si- korski, opperbevelhebber van het Poolsche leger in Frankrijk, heeft de volgende ver klaring afgelegd: Polen is niet in een eerlijk gevecht over wonnen; het werd overweldigd door horden zonder eer en recht. Door tegenstand te bieden, zooals het heeft gedaan, toonde Po len de moreele en geestelijke waarden, wel ke de grootheid uitmaken van beschaafde volken. Het heeft zijn plicht gedaan. Het heeft tot het uiterste van zijn kracht weer stand geboden aan bijna de geheele Duit sche strijdkracht, waardoor het de mobili satie en concentratie van zijn groote bond- genooten vergemakkelijkte. Het is duidelijk, dat de wereld verlost moet worden van de voortdurende bedrei ging met oorlog en van de zware last der bewapening. Een levensvatbaar Europa moet hersteld worden, waarin alle volken, die thans onderdrukt worden door Duitsch land of Rusland, zooals Polen en Tsjecho- Slowakije, volledige onafhankelijkheid en veiligheid vinden. Vergun mij ten slotte om deze korte uit eenzetting te beëindigen, het woord van Voltaire tot het mijne te maken: „Men heeft zeer weinig verlorenwanneer men de eer heeft bewaard." o SIGARENWINKELIERS STICHTEN EEN COMITé VAN ACTIE, De winstmarge wordt kleiner en het verbruik van rookartikelen vermindert. Gisteravond werd in Den Haag een ver gadering gehouden van afgevaardigden van de federatie van winkeliers in ta baksfabrikaten en van den Nederland- schen modernen middenstandsbond (vak groepen sigarenwinkeliers Onder overweging dat de minder gun stige omstandigheden onder de sigaren winkeliers thans nog verergerd worden door maatregelen van fabrikanten, die wel den inkoopprijs, doch niet den ver koopprijs verhoogen, waardoor de winst marge kleiner wordt en dat geklaagd wordt, dat door het verstrekken van ta baksvergunningen aan cantines of het toestaan van den verkoop van tabaksarti kelen zonder tabaksvergunning, de con sumptie van rookartikelen door de onge veer 300,000 gemobiliseerden aan de win keliers onttrokken worden, werd besloten een comité van actie te stichten bestaande uit twee vertegenwoordigers van de fe deratie van winkeliers in tabaksfabrikaten en twee uit den Nederlandschen modernen middenstandsbond. Het secretariaat zal worden waargeno men door den bondssecretaris van den Nederlandschen modernen middenstands bond, W. M. Hartman, Den Haag. Het comité zal zich met een adres wen den tot de regeering en met een schrijven tot den bond van fabrikanten van tabaks artikelen. Tegen „onbehoorlijk gedrag" van haar schepen. Volgens de Deensche bladen is ook aan Denemarken en Finland een nota gezonden, waarin Duitschland de neutrale scheep vaart waarschuwt tegen onbehoorlijk ge drag bij de Britsche en Fransche wateren. Naar men weet hebben ook de regeeringen der Ver. Staten en Zweden eenige dagen geleden van Duitschland een nota ontvan gen, waarin zij gewaarschuwd werden tegen 't „verdachte gedrag" van schepen der Ver. St. en Zweden in de wateren om Frankrijk en Groot Brittannië. In de nota waarschuwt Duitschland er tegen dat bedoelde schepen trachten te ontsnappen wanneer Duitsche zeestrijdkrachten hen willen aanhouden en onderzoeken. Voorts worden deze schepen gewaarschuwd tegen het zig-zag varen en het brengen van wijziging in hun koers. o Voor de haven van Singapore. In een officieel Britsch communiqué wordt verklaard, dat het Noorsehe stoom schip „Hoegh", dat een lading van 4914 ton aan boord heeft, in het mijnveld bij den in gang van de haven van Singapore op egn mijn is geloopen en gezonken. Alle leden der bemanning werden gered; 9 personen moesten in een ziekenhuis wor den opgenomen. Aan het communiqué wordt toegevoegd, dat het schip had nageleten gehoor te ge ven aan de signalen en ondanks de gegeven waarschuwingen binnen een der mijnveiden was gekomen. Hoewel een patrouillevaartuig had ge poogd het schip te doen stoppen. De beman ning werd door de Britsche eenheid aan boord genomen. Het Noorsehe schip was op weg van Saigon naar Bombay. De minister van economische zaken heeft thans „de petroleum beschikking 1939 no. 2" vastgesteld, waarbij is bepaald, dat met ingang van een nader te bepalen dag pe troleum niet mag worden gekocht, ver kocht en afgeleverd, dan met inachtneming van het bepaalde in de vastgestelde distri butieregeling. In de petroleumbeschikking staat o.m.: De*distributiedienst van eiken distributie kring verstrekt op een desbetreffende aan vrage aan ieder gezinshoofd voor zoover verbruiker van petroleum voor huishoude lijke doeleinden, of diens gemachtigde, een petroleumdistributiekaart, voorzien van doorloopend genummerde bonnen. Deze kaart wordt niet verstrekt, dan nadat de 'aanvrager bij den distributiedienst heeft in geleverd een nauwkeurig en naar waarheid ingevulde en onderteekende vragenlijst, welke beschikbaar wordt gesteld vanwege dien dienst. Voor zoover, mede uit de ingeleverde vra genlijst, blijkt, dat de woning van een ge zinshoofd, als in het eerste lid bedoeld, aan gesloten is op een electriciteitsnet en niet is aangesloten op een gasleiding, worden den betrokkene op een desbetreffende aan vrage, behalve de hem krachtens het eer ste lid uitgereikte petroleumdistributie kaart, daarenboven nog maximaal twee pe- troleumdistributiekaarten uitgereikt. Voor zoover, mede uit de ingeleverde vragenlijst, blijkt, dat het gezin van het gezinshoofd, als in het eerste lid bedoeld, bestaat uit meer dan vier personen, wordt den betrokkene, aan wien reeds 2 of 3 pe- troleumdistributiekaarten zijn uitgereikt, op een desbetreffende aanvrage behalve de hier bedoelde, daarenboven een petroleum distributiekaart uitgereikt. De bonnen geven recht op het koopen Voor het vliegen boven de Ned.-Indische territoriale wa teren. De regeeringspersdienst meldt: Van den Nederlandschen consul-generaal te Singapore is bericht ontvangen dat de commodore der Britsche marine in Malaya hem namens de Britsche marine-autoritei ten verontschuldigingen is komen aanbie den voor het feit, dat in den ochtend van 16 September jl. ter hoogte van Padang, op de Westkust van Sumatra, een vliegtuig van het Britsche oorlogschip „Cornwall" zich wegens minder goed zicht onopzettelijk te ver naar de kust heeft begeven en te laat bemerkt heeft dat het zich boven de Nederlandsch-Indische territoriale wate ren bevond. De Nederlandsche regeering had eenige dagen geleden bij de Britsche autoriteiten verzocht een onderzoek te willen instellen naar de hierboven bedoelde schending van onze neutraliteit in Indië. Deze schending heeft zich voorgedaan toen een Duitsch vrachtschip, dat van Afrika op weg was naar Australië door een Britsch oorlogs schip werd achtervolgd. Het Duitsche schip vluchtte toen de haven van Padang binnen. Bij de achtervolging zou het schip binnen de territoriale wateren door de Britsche strijdkrachten zijn aangevallen. o De besturen van de arbeidersvakcentra- len hadden zich gewend tot den ministter van Econ. Zaken met het verzoek inge schakeld te worden zoowel bij den arbeid van de rijksbureaux voor de industrieele grondstoffenvoorziening als bij den arbeid van het centrale distributieorgaan voor de voedselvoorziening. De arbeidersvak- centralen hebben thans van den minister een schrijven ontvangen, waarin Z. exc. mededeelt, dat aan het geuite verlangen tegemoet zal worden gekomen. van petroleum. De hoeveelheid petroleum, welke op grond van een bon mag worden gekocht, wordt vastgesteld op 1 liter, tot dat zulks door den directeur anders wordt bepaald. De bonnen hebben een beperkten geldig heidsduur. Te dezen aanzien wordt bepaald, dat de bon, gemerkt no. 1, geldig is gedu rende het tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen, ingaande op den dag, waarop de distributie ingaat, de bon gemerkt no. 2, gedurende de eerstvolgende zeven dagen, totdat zulks door den directeur anders wordt bepaald. Aflevering van petroleum tegen inlevering van een lossen bon is verboden. De bon moet in tegenwoordigheid van den le verancier van de distributiekaart worden afgescheurd. Uiterlijk op den eersten werkdag, volgen de op den laatsten dag van den geldigheids duur van de bonnen, kan een petroleum- handelaar of petroleumkleinhandelaar deze bij den distributiedienst van een dis tributiekring inleveren, volgens door dezen dienst te stellen regelen. De distributiedienst verstrekt tegenover de aldus ingeleverde bonnen den handelaar of kleinhandelaar een gewaarmerkten be stelbon recht gevende op het koopen van een hoeveelheid petroleum, gelijk aan de hoeveelheid, vertegenwoordigd door de bon nen, welke werden ingeleverd. Aan den bestelbon wordt een geldigheids duur verleend van dertig dagen. De directeur kan zoowel aan den ver bruiker van petroleum voor industrieele doeleinden als, in bijzondere gevallen, aan den verbruiker van petroleum voor huis houdelijke doeleinden op diens aanvrage schriftelijk vergunning verleenen tot het koopen van petroleum. De bepalingen, van de beschikking zijn niet van toepassing op het koopen door, of het verkoopen en afleveren aan bevoegde militaire autoriteiten en instanties. (Ingez. Med.) Uit Den Haag: Bij de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp van wet tot het onder de wapenen blijven van dienstplich tigen. In de memorie van toelichting zegt de minister van Defensie: Na het voltooien van de mobilisatie en de concentratie is het verkeer, o.m. ver band houdende met den aan- en afvoer- dienst van het leger, dermate toegenomen, dat maatreggelen moeten worden getrof fen om de wegen in het bijzonder die, waarover in normale tijden weinig ver keer plaats vindt in behoorlijken staat te houden. Het werd daarom noodig ge acht om een aantal buitengewone dienst plichtigen (plm. 700 man), die ervaring bezitten in het onderhoud van wegen en uit dien hoofde bestemd waren voor de wegentroepen, bij Kon. Besluit van 5 Sep tember 1939 in werkelijken dienst te roe pen. Het thans aangeboden ontwerp van wet is een uitvloeisel van de Grondwet, die voorschrijft, dat het onder de wape nen blijven van buitengewoon o'pgeroepen dienstplichtigen bij de wet moet worden bepaald. Voorgesteld wordt deze wet in werking te doen treden met ingang van den dag na haar afkondiging. o 329 NIEUWE TANKS VOOR HET AMERIKAANS! HE LEGER Reuter meldt uit Washington: Het le ger der Vereenigde Staten heeft opdracht gegeven tot aankoop van 329 nieuwe tanks tot een bedrag van bijna zes mil- lioen dollar, aldus de New-York Times. o OVERSTROOMINGEN IN ZUID-SPANJE. Tengevolge van de buitengewoon hevige regens, die de laatste dagen zijn gevallen is het water van de Spaansche rivier Qua- dalquivir gestegen en de vlakte van Triana ondergeloopen. De bewoners hebben hun huizen moeten verlaten. Zij bevinden zich thans met hun vee in het dorp Canas en in de omliggende heuvels. ,De spoorlijn van Sevilla naar Cordova is op verscheidene plaatsen afgesneden. De haven van Sevilla is voor de scheepvaart gesloten en alle sche pen moeten steviger vastmaken met het oog op den sterken stroom. Te Saragossa is de Ebro, welks peil vier meter boven nor maal is, buiten de oevers getreden. o NOG MEER SCHOENEN IN BESLAG GENOMEN. De politie te Zutphen heeft gisteren bij een schoenwinkelier, die zich aan prijsop drijving had schuldig gemaakt, een groote partij schoenen in beslag genomen. De win kelier had een belangrijk percentage op den verkoopsprijs gelegd. lllllllllllll!!llllllllll!!lllll!lll!llllllll!ll!lll!l!llllllllllllllll!lllllll!lll!!lllllllll!llïl) Naar het Engelsch van Anthony Berkeley. 8). j :"5f'l Gelukkig voor zijn zenuwen hoefde hij niet lang te wachten. Het geroezemoes van stemmen drong tot hem door en al spoedig kon hij de stem van Moresby on derscheiden, zonder echter de woorden te kunnen verstaan. In zijn angst om iets belangrijks te zullen moeten missen, maak te hij brutaalweg de gleuf tusschen twee schermen wat wijder, zoodat hij niet al leen hooren, maar ook zien kon. Hij zag Moresby met een van zijn hel pers en achter hem doemde een bos rood haar op. Plotseling nam Moresby een eenigszins andere houding aan om den roodharige aan te spreken en Chitterwick was getuige van het volgende onderhoud. „Bent u mijnheer Lynn Sinclair?' „Ja, die ben ik'.'" Chitterwick kon het gezicht van den man niet zien, maar zijn eenigszins offi- cieele toon verried alleen zijn zeer be grijpelijke verbazing. „Kwam u hier om uw tante, mejuf frouw Sinclair uit Earlshaze in Dorset, te ontmoeten?" Chitterwick was wel geboeid door het dramatische gebeuren voor hem, doch hij voelde toch een zekere genoegdoening, omdat hij de betrekkingen tusschen de twee gasten zoo juist had aangevoeld. „Ja'l En weer was het aan de stem te hooren, dat de eigenaar ervan alleen maar ..verbaasd, hoogstens een beetje ongedul dig was. „Ja, dan moet ik u tot mijn spijt een zeer. droeve mededeeïïng doen, mijnheer Chitterwick vond, dat Moresby het in de kunst om te veinzen niet zoo ver had gebracht als de roodharige. Voor hem stond het vast, dat de roodharige man een zeer goed tooneelspeler was Moresby was een stap achteruit gegaan en zoodoende kon Chitterwick den roodharige vlak in het gezicht zien, maar hij kon geen spoor van argwaan opdat gezicht ontdekken. „Iets droevigs?" herhaalde hij ten hoog ste verbaasd „Ik begrijp er niets van. Wie bent u eigenlijk?" „Ik ben van de politie", zei Moresby, „het spijt mij zeer, maar u moet u op iets heel ergs voorbereiden. Uw tante is plotse ling gestorven en wel hier. Het is nog geen uur geleden gebeurd." ,,U bedoeltis ze dood?" Chitterwick zuchtte van louter bewonde ring. Sinclair, de roodharige, mocht dan 'n gewetenlooze schurk zijn, zijn tooneelspel was af; Chitterwick wist echte kunst te waardeeren. Geen nuance in den toon was verkeerd. Sinclair zag er uit als een flinke man, die zoo juist de doodstijding verneemt, van zijn liefste tante. „Het spijt mij het te moeten zeggen, mijnheer, zoo is het". Moresby ging plotseling op zij, zoodat Sin clair onvoorbereid den gruwelijken aanblik van de doode oude dame tegenover zich had. Hij schrok even en Chitterwick knikte voldaan: een onschuldige moest schrikken, alleen schuldige, die wist wat Moresby ver borgen had gehouden, zou niet geschrokken Eerst wanneer wij er uit verstooten worden, erkennen wij ons paradijs. Illlllllllll!lllllllllll!!lllllllll!lllllllllll!!llllllllll!lllllll!llllllllill!llllllllllllllllllllll!lllllllll zijn. De man moest van tevoren met ieder detail rekening gehouden hebben. „Mijn hemel", bracht hij er nu uit. „Wat ontzettend! Was heterg plotseling?" „Zeer plotseling", stemde Moresby droog jes toe. Sinclair bleef een oogenblik zwij gend zitten en staarde naar het lijk. „Dan moet ze toch wel een zwak hart gehad hebben", mompelde hij bijna onhoor baar. „Nu, ik denk, dat het het beste is..." Hier onderbrak hij zichzelf en keek Mores by aan. „U zei zooeven, dat u van de poli tie was. Bedoelde u den politiedienst van het hotel?" „Nr-en mijnheer", antwoordde Moresby op welwillenden toon. „Ik behoor bij de cri- mineele afdeeling van Scotland Yard". Maar Sinclair scheen hier in 't geheel niet door in de war gebracht, wel een beetje ge ïrriteerd. Hij sprak beleefd. „Dan zou ik wel eens willen weten, wat u hier komt doen? Wat heeft Scotland Yard met. den dood van mijn tante uit te staan?" „Ik heb u toch immers al gezegd, mijn heer, dat u zich op een grooten schok moest voorbereiden. De directeur van het hotel heeft ons den dood van uw tante meege deeld, nadat de dokter haar had onderzocht. Het spijt mij zeer, mijnheer, maar het heeft er veel van weg, dat uw tante de hand aan zich zelf geslagen heeft". De reactie van Sinclair op dit handig heidje van Moresby had Chitterwick in 't geheel niet verwacht. „Zelfmoord?" snauwde hij. „Onzin! Zij was de laatste op de heele wereld, die zoo iets zou doen". „De dokter vond blauwzuur in het restje van haar koffie", zei Moresby met vlakke stem, „en zij had een fleschje nog in haar hand". Er was een oogenblik stilte. Een stilte, die indrukwekkender was, dan alles wat er tot nu toe was voorgevallen, een stilte, die van den eenen kant met voorzichtigheid en slimheid en van den anderen kant met ernstige vastberadenheid geladen scheen. Chitterwick was een beetje teleurgesteld. Dit gzegde vond hij een beetje simpel. De twee bespraken wat er nu zou moeten gebeuren. Sinclair wilde, dat men het li chaam direct naar zijn huis in Queen Annes Gate zou overbrengen. Moresby wees er op, dat eerst nog een onderzoek zou moeten plaats hebben en stelde het lijkenhuis voor. Sinclair was hier zeer tegen, maar Mores bij stond er op. Dit onderhoud verliep ove rigens zeer normaal. Chitterwick haalde eens diep adem en vond nu pas even tijd, natuurlijk zonder 'n woord van de tweespraak te missen, om zijn indrukken te regelen. Zoo was de man b.v. lang niet zoo jong als hij gedacht had. Eerder 35 dan 25 jaar; bij de slapen kwam al een beetje grijs tusschen het kortge knipte, golvende roode baar. De gelijkenis met zijn tante was, evenals vroeger, dui delijk te zien en bij nadere beschouwing was er nog, behalve de arendsneus, een heele reeks van kleine overeenkomstighe den. Hij was zoo groot als Chitterwick hem in zijn gedachten had, misschien een beet je grooter. Hij scheen nu meer waardigheid in zijn houding te hebben, maakte nu meer den indruk van een gentleman vond Chitterwick dan eerst; zijn optreden te gen zijn tante was zonder consideratie ge weest en, in weerwil van zichzelf, onbe schaamd. Maar op dat moment overwoog Chitterwick moest hij hoogst nerveus geweest zijn en nu kon hij iedere vezel van zijn lichaam in bedwang houden, om zijn röl zonder fouten te spelen. En voor de manier waarop hij de rol speelde kon Chit terwick, ondanks zijn sterken afkeer te gen de figuur van dezen man, alleen maar de grootste bewondering voelen. Met uitzondering van die eene onhandi ge opmerking had hij zich niet het minst" bloot gegeven. Het was voor Chitterwick duidelijk, dat Scotland Yard hoe hoog hij dien dienst ook aansloeg zonder hem en zijn getuigenis niets tegen den roodha rige kon uitrichten en natuurlijk had de roodharige geen idee van het bestaan van die verklaringen. Intusschen had Moresby gebruik ma kende van de besprekingen over de ver schillende regelingen met het lichaam van de doode voorzichtig den man uitge hoord. Eén of twee zeer interessante feiten waren hierdoor aan het licht gekomen. De doode was klaarblijkelijk een persoon van gewicht. Sinclair sprak over Earlshaze alsof het een groot buiten was. Hij zelf was haar naaste bloedverwant en hij geloofde ook dit liet hij terloops los op een di recte vraag van Moresby maar toch niet terloops genoeg om Chitterwick te ont gaan, de eenige erfgenaam van zijn tante te zijn. Zij logeerde als altijd, als zij in Londen was, met haar juffrouw van gezelschap in het Aldridge-hotel. Chitterwick kende Al- dridge. Daar konden alleen maar personen van gewicht logeeren, terwijl de eigenaar zoo nu en dan ook wel de een of andere buitenlandsche vorstelijke familie onderdak verleende. Het was een klein onaanzienlijk hotel en misschien wel het meest antieke in den geheelen omtrek. Maar het was iets heel aparts en de lucht, die men er in ademde, kostè vele ponden per uur. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5