GEMENGD NIEUWS De wet tegen de prijsopdrijving en het hamsteren. is Rechtsonzekerheid ter zake van de „prijsopdrijving". WAT MOET MEN ONDER PRIJSOPDRIJVING VER STAAN? DICTATORIALE MACHT AAN DE BURGEMEESTERS, „De geallieerden zijn onoverwinnelijk." ZWEEDSCHE VLIEGTUIGEN VERJOEGEN DUITSCHEN TREILER. Groot aantal ongevallen op den weg. Personenauto ramde een bus. Meisje viel onder de wielen. Autodieven veroorzaakten ernstig ongeluk. Voederrantsoeneering voor het pluimvee. De invloed van den krachlvoerimport op den veestapel. Amsterdamsche zeepfabriek door brand verwoest. DE INVOERCENTRALE. Man werd van de auto geslingerd. In dagen van spanning, als internationale conflicten uitbreken, ontstaat bij het pu bliek de neiging om voorraden van levens middelen, verbruiksvoorwerpen, grondstof fen en andere goederen aan te leggen. Dit hamsteren werkt prijsopdrijving in de hand. Zoo is het te verklaren, dat op 24 Juni 1939 beide euvelen in éénzelfde wet werden strafbaar gesteld. De artt. 1 tot 8 waken tegen prijsopdrijving, terwijl de artt. 9 en 10 meer speciaal betrekking hebben op het „hamsteren". Op 30 September 1936 verscheen de eer ste wet tot het tegengaan van prijsopdrij ving en wel naar aanleiding van het door de Regeering genomen besluit, den uitvoer van goud te verbieden, waardoor de bewe ging in de wisselkoersen voor den gulden in nederwaartsche richting ging. Volgens de Memorie van Toelichting moest men tengevolge dezer devaluatie weer „bedacht zijn op de mogelijkheid, dat dientengevolge minder scrupuleuze lieden van de onwe tendheid van het publiek zouden gebruik maken en, door het opzetten van de prijzen of het achterhouden van voorraden, een normaal verloop van zaken zouden be moeilijken". Daarna kwam de wet van 30 September 1938, houdende regelen teneinde het opdrijven van prijzen en goederen tegen te gaan, een en ander in verband met de internationale spanning, welke tenslotte door München voorloopig werd weggeno men. Ten slotte kwam op 24 Juni 1939 de huidige wet tot stand. De Minister van Economische' Zaken heeft daardoor het recht gekregen voor schriften te geven met betrekking tot de prijzen tegen welke door hem aangewezen roerende goederen ten hoogste mogen wor den te koop aangeboden, verkocht, te huur aangeboden of verhuurd (art. 3). De bepaling heeft dus geen betrekking op onroerende goederen, als huizen en lan derijen, hetgeen in de wet van 1936 wel het geval was. Wat de verhuur betreft is in de nieuwe wet speciaal gedacht aan roerende goederen, die in het economisch verkeer plegen verhuurd te worden, dus b.v. aan motorrijtuigen, rijwielen en meubelen. Wat de prijzen der goederen betreft zij opgemerkt, dat de minister de bevoegdheid heeft, zoowel tot het vaststellen van alge meen geldende maximum prijzen als tot het vaststellen van het bedrag of percen tage, waarmede de in een vroeger tijdvak of op een vroeger tijdstip in rekening ge brachte prijs ten hoogste mag worden over schreden. In art. 4 krijgt de minister de bevoegd heid prijzen vast te stellen „tegen welke de door hem aangewezen diensten ten hoogste mogen worden verricht". Tot he den werden nog geen prijzen, als bedoeld in art. 3 en 4, vastgesteld. Uiterst belangrijk is het bepaalde in art. 5, luidende als volgt: „Met betrekking tot het te koop aanbieden, verkoopen, te huur aanbieden of verhuren van goederen en het verrichten van diensten, ten aanzien waar van het bepaalde in de artikelen 3 of 4 geen toepassing heeft gevonden, is prijsopdrij ving verboden". Deze verboden prijsopdrijving is strafbaar gesteld in art. 13. Bij opzet kan een ge vangenisstraf van ten hoogste twee jaren worden opgelegd of geldboete tot hoogstens vijf duizend gulden. Bij schuld hoogstens zes maanden hechtenis of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden. De straffen kunnen dus niet malsch zijn! De groote vraag is echter wat onder „prijs opdrijving" moet worden verstaan. M.i. ware de uitdrukking „onredelijke prijsver- hooging" beter geweest. Het spreekt van zelf, dat iedere prijsverhooging onder prijs opdrijving valt; alleen onredelijke prijsver- hoogingen zijn als opdrijving te beschou wen. Doch was is redelijk en wat is on redelijk? Is er b.v. van prijsopdrijving sprake als verkocht wordt tegen den prijs, welken de verkooper moet betalen voor de goederen, die hij ter vervanging van het verkochte aankoopen moet? Het is dui delijk, dat het gebied des Rechts en dat van de Economie hier ongemerkt in elkander vloeien. Mogen dus oude voorraden tegen oude prijzen worden verkocht of mag rekening worden gehouden met de nieuwe prijzen? Het is te betreuren, dat de wet hierover ten eenenmale zwijgt! Het antwoord, dat de minister in de Me morie van Antwoord op de hiervoor be doelde vragen heeft gegeven was ook aller minst duidelijk. De kwestie kan ook heel moeilijk duidelijk worden afgebakend. De rechter zal geval voor geval na moeten gaan. Groote rechtsonzekerheid dus! Tenslotte heeft de minister eenige dagen geleden verklaard, dat als prijsopdrijving zal worden beschouwd iedere verhooging van prijzen boven het peil, dat voor de ar tikelen gold in Augustus 1939, tenzij de verhooging door aantoonbare verhooging van den kostprijs gemotiveerd is. M.i. valt hieruit af te leiden, dat de minister van oordeel is, dat in het algemeen oude voor raden tegen oude prijzen ver kocht moeten worden. De prijs zal slechts boven dien van Augutsus 1939 mogen liggen, als de verkooper kan aan toonen, dat hij zelf meer heeft moeten be talen, b.v. doordat de vracht hooger was of omdat zijn grossier of fabrikant duurder bleek te zijn dan normaal. Bevredigend is dit alles niet. Hij, die voorzichtig was en wat grooter verkoops- voorraad had ingeslagen moet tegen oude prijzen verkoopenterwijl hij toch ook het risico liep, dat zijn goederen zouden beder ven of vergaan of in prijs zouden dalen' Bovenal zij hier bedacht, dat hij weer nieuwe goederen moet inslaan tegen hoo- gere prijzen. Het zou dus geenszins onbil- hjk zijn, indien in dergelijke gevallen niet tegen de oude prijzen moest worden ver kocht, doch tegen prijzen overeenkomende met de „vervangingswaarde", althans tegen prijzen, waarbij met die vervangingswaarde op billijke wijze wordt rekening gehouden. Men zie in dit verband het adres van den Koninklijken Middenstandsbond aan den minister van Economische Zaken. Dat op dit stuk weinig of geen actie is gevoerd van belanghebbende zijde is bevreemdend. Wat kan er nu bij prijsopdrijving ge schieden? Alle macht is hier gegeven aan de burgemeesters in den Lande! Zij hebben in de wet vrijwel dictatoriale macht gekre gen! Men kan in onzen rechtsstaat tegen liun beslissing niet eens in hooger beroep komen! Waarom b.v. geen appèl op den Kantonrechter mogelijk gemaakt? Indien de burgemeester „gegronde ver denking koestert", dat prijsopdrijving aan wezig is, kan hij de goederen zonder eenige formaliteit inbezitnemen, van welke inbe zitneming de burgemeester direct kennis moet geven aan den minister. Deze kan dan bevelen, dat de goederen ter beschikking zullen worden gesteld van de bevolking of van bepaalde groepen der bevolking van één of meer andere gemeenten dan wel van eén of meer door hem aan te wijzen personen of ondernemingen. Indien de mi nister de goederen niet aldus ter beschik king slelt binnen een week na ontvangst van de kennisgeving des burgemeesters zal laatstgenoemde de goederen onverwijld ter beschikking stellen van de bevolking zijner gemeente, dan wel van bepaalde personen of ondernemingen. Deze ter beschikkingstelling mag de nor male prijzen niet te boven gaan, m.a.w. er mag wel voor minder worden afgegeven! De onteigende persoon heeft tenslotte wel recht op schadeloosstelling, uit te betalen door de gemeente. De vergoeding wordt vastgesteld door een deskundig schatter aangewezen door den minister of door B. en W. De schadeloosstelling bedraagt" echter in geen geval meer dan 90 pet. van den hoogsten prijs, Waarvoor de goederen ter beschikking kunnen worden gesteld. Zooals gezegd, is dus niet gewaakt tegen onrechtmatig ingrijpen! M.i. zal een burge meester, die ten onrechte ingrijpt aanspra kelijk kunnen worden gesteld tot betaling van schadevergoeding op grond van art 1401 B.W., dus op grond van onrechtmatige daad. Zelfs zal in bepaalde gevallen een aansprakelijkheid in het privé-vermogen mogelijk zijn! Volgens art. 6, lid 2, is ook inbezitne ming mogelijk, als de verkoop van goederen uit voorraad geweigerd wordt, indien de burgemeester de weigering ongegrond of in strijd met het doel der wet acht. Wat het hamsteren betreft zij opgemerkt dat volgens art. 9 aan ieder verboden is om zich binnen een week van door den minis ter aan te wijzen goederen meer aan te schaffen, „dan hij of de groep personen voor welke hij gewoon is zich die goederen te verschaffen, daarvan gedurende een week pleegt te gebruiken" Hier wordt dus niet van gezin gesproken De bepaling is dus ook toepasselijk op zie kenhuizen, weeshuizen, kloosters enz. Ook dit feit kan zwaar gestraft worden Indien de burgemeester gegronde verden king koestert, dat goederen in overtreding zijn verkregen, kan hij ook deze weer in bezit nemen, terwijl ook hier weer 90 pet schadeloosstelling betaald moet worden door de gemeente. In de meeste gevallen zal echter die schadeloosstelling wel weer te niet gedaan worden door de boete, die de Rechtbank of de Politierechter zal opleggen, indien men nog zoo „gelukkig" is er met geldboete af te komen. Mr. dr. W. Hugenholtz. EEN FORTUINLIJKE. De 30-jarige arbeider J. Dorks te Ver- viers kreeg de vorige week zijn mobilisatie- bevel, waaraan hij onmiddellijk voldeed. Voor zijn vertrek gaf hij aan zijn vrouw een obligatie van 1,000 franken, die hij zonder medeweten van zijn vrouw reeds eenige ja ren geleden had gekocht. Thans zou ze door de vrouw uit nood te gelde gemaakt wor den. Toen de vrouw bij een wisselagent kwam om de obligatie te verkoopen, zag deze het stuk eerst na op de lijst der uit- lotingen. Hij kon de vrouw de verrassende mededeeling doen, dat op de obligatie een prijs van 100,000 franken was gevallen. Be grijpelijk sprong de vrouw een gat in de lucht van blijdschap. Reuter meldt uit New York: In een interview met de New-York World Telegram" heeft de oud-president der Ver. Staten Hoover, verklaard te ge- looven, dat het niet mogelijk zal zijn de geallieerden te verslaan. Hij zeide over tuigd te zijn, dat de geallieerden door hun groote hulpbronnen te land ter zee en in de lucht en op economisch terrein hun gebied zullen kunnen verdedigen. Misschien zullen zij een overwinning be halen, doch in het slechtste geval zal het gelijk spel blijven. Hoover ziet geen mo gelijkheid, dat zij zullen verliezen. Hij zei- de verder, dat Engeland en Frankrijk de zeven zeeën kunnen controleeren, niette genstaande onderzeeërs en vliegtuigen. Zij kunnen hier afwachten tot hun tegen standers uitgeput zijn. Zij kunnen met hun macht ter zee Engeland en de overzeesche bezittingen van beide mogendheden be schermen, tenzij zij zich laten verleiden tot wilde avonturen en militaire offen sieven, waardoor zij hun kracht uitputten. Hij voegde hieraan toe, dat de Duitsche scheepvaart in dertig dagen van de zee- en is verdreven. Hoover is in nauw contact geweest met de Europeesche zaken na den grooten oorlog, als organisator van de Amerikaan- sche voedselvoorziening in 1919. Naar door Reuter gemeld wordt, hebben twee Zweedsche vliegtuigen gisteren het vuur geopend op een Duitschen treiler, welke zich binnen de Zweedsche territo riale wateren bevond. De treiler begaf zich met spoed buiten deze wateren toen het schip werd aangevallen. EUROPA NA DE VERDEELIN VAN POLEN Het kaartje geeft de uitbreiding van het Duitsche Rijk weer. Men bedenke intusschen, dat er misschien toch nog een Poolsche romp- staat zal komen, welke dan onderhoorig aan Berlijn wordt. Pernot, de nieuwe Fransche minister voor de blokkade in het kabinet Daladier Maandag is op het kruispunt Hilver- sumschewegRijksweg onder Laren een personenauto, komende uit de richting van dit dorp, in botsing gekomen met een autobus van de Gooische Tramweg Mij., waarbij de drie inzittenden van eerstge- noemden wagen ernstige verwondingen opliepen. Met groote moeite konden de slachtof fers, de ongeveer vijftig-jarige heer van V,. uit Wageningen, zijn dochter en de 24-jarige student S. T. uit Delft, uit den wagen worden bevrijd. De laatste had een ernstige hersenschudding en een ge broken been, terwijl de beide anderen eveneens aan het hoofd werden gekwetst. De drie gewonden werden in vrij ern- stigen toestand naar het St. Janszieken huis te Laren vervoerd. De botsing was zoo hevig, dat de auto bus, waarin zich twintig passagers bevon den, aan den overkant van den weg te recht kwam. In tegenstelling tot den an deren wagen, die gekanteld was, bleef de bus overeind staan. Geen der inzittenden bekwam eenig letsel. De personenauto werd ernstig gehavend. De chauffeur van de bus verzuimde de voorrang te verlee- nen, waartoe hij verplicht was. Maandag is het tienjarig dochtertje van den heer H. Klein te Aarlanderveen on der een driewielige boerenwagen geraakt, waarop het kind was geklommen om mee naar school te rijden. Het meisje kreeg, toen het van den wagen wilde springen een der wielen over het lichaam en wa> op slag dood. Op de Mathenesserlaan te Rotterdam, kwamen Maandag een personenauto en een transportfiets, welke laatste bestuurd werd door den 15-jarigen loopjongen M. de R., met elkaar in botsing De aanrij ding ontstond doordat de auto den wiel rijder geen voorrang verleende. Uit het politieonderzoek bleek, dat de auto eenige oogenblikken te voren ont vreemd was voor een woning aan de Ro- chussenstraat. De drie inzittenden, de 18- jarige los-werkman L H., zijn 18-jarige collega J. M. H. van der A. en de 21-jari- ge los-werkman A H. werden gearres teerd. De wielrijder werd door het rechter voorwiel van de auto gegrepen, waarop hij zich trachtte vast te klemmen aan de treeplank. Toen de bestuurder van de auto dit bemerkte, gaf hij vol gas, waar door de toen reeds zwaar gewonde knaap de treeplank moest loslaten en een der wielen over zich heen kreeg Het slacht offer kreeg een schedelbasisfractuur en moest naar het ziekenhuis aan den Cool- singel worden vervoerd, waar hij is op genomen. Zijn toestand is levensgevaar lijk. Op vragen van het Tweede Kamerlid Dieters inzake den toestand in het pluim- veebedrijf en betreffende eventueele ver dere inkrimping van den vee- en varkens stapel heeft de minister van Econ. Zaken het volgende geantwoord: Van groote ongerustheid is den minister niet gebleken. Wel is hij er zich van be wust, dat er in de kringen der kippen- en eendenhouders een levendige belangstelling bestaat voor de vraag hoe het met de voed selvoorziening van het pluimvee zal gaan. Het normale rantsoen ochtendvoer plus graanvoer voor legkippen is in dezen tijd van het jaar circa 100 gram per dag. Leg eenden eten aan graanvoer eveneens circa 100 gram per dag. In verband met de op ruiming onder normale omstandigheden van een groot aantal dieren in de najaars. maanden is dit rantsoen niet toegewezen aan den geheelen stapel, doch voor 80 pet. van het aantal dieren, dat bij de inventa risatie begin September op de bedrijven aanwezig was. Het ligt in de bedoeling, wanneer de nor male opruiming heeft plaats gehad voor opgesteld, dat de aanwezige hoeveelheid voeder zulks mogelijk maakt de normaal benoodigde rantsoenen voor alle dieren toe te wijzen. Het ligt niet in de bedoeling in te grijpen bij de gewone jaarlijksche noodzakelijke op ruiming in verband met de verjonging van den stapel. Er bestaat geen aanleiding om thans tot verdere inkrimping over te gaan. Mocht zulks in de toekomst onverhoopt noodzakelijk blijken, dan zal gehandeld wor den naar de dan heerschende omstandighe den. De minister is niet van meening, dat de prijs van het gemengd voedergraan een ver hooging van den eierprijs dringend noodza kelijk maakt. Mocht in de verhoudingen een ongunstige wending komen, dan zal hij maatregelen ten opzichte van den eierprijs overwegen, waarbij de alsdan bestemde af zetmogelijkheden van invloed zullen zijn. De voorraad voedsel voor vee- en var kensstapel is voor een groot gedeelte afhan kelijk van den import van krachtvoeder. Onder de huidige omstandigheden bestaat geen zekerheid over den omvang hiervan. Mocht evenwel een sterke belemmering blij vend optreden, dan zal verdere beperking van den vee-, varkens- en pluimveestapel overwogen moeten worden. In de zeepfabriek „Ronix", gelegen aan den Oudekerkerdijk te Amsterdam, heeft gisteren in den vooravond 'n zwaren brand gewoed, waardoor de fabriek, waar een achttal arbeiders werkte en die in vol be drijf was, goeddeels werd verwoest. De fabriek was een langgerekt pand van naar schatting 30 m lang en 10 m breed. Het vuur is uitgebroken in de droogkamer, geheel aan de achterzijde van het gebouw. Na ruim een half uur was de brandweer het vuur meester. De schade is aanzienlijk; vele machines, o.a. de persen, zijn verwoest en bovendien is een groote hoeveelheid nieuw pakmateriaal verbrand. De eigenaar is verzekerd. De fabriek, die vooral voor den binnen- landschen handel werkte, had juist groote bestellingen onderhanden. De regeeringspersdienst meldt: Naar aanleiding van perspublicaties, volgens welke er hier te lande een Invoer-cen- tral'e zal worden gesticht, welke te ver gelijken ware met de uit den wereldoorlog bekende N.O.T., wordt er de aandacht op gevestigd, dat het orgaan, waarvan de minister van Econ. Zaken de tot stand- koming heeft aangekondigd, een ander karakter dan de N.O.T. zal hebben. Laatstbedoelde instelling was een par ticulier orgaan. De regeering is van oor deel, dat het haar plicht is, de beslissingen nopens de vraagstuken van internationa len aard, die samenhangen met de voor ziening van ons land, aan zich te houden. Zulks is mogelijk, nu zij over een wette lijk apparaat beschikt, dat haar in staat stelt, de taak op dit gebied naar behoo- ren te vervullen. Te zijnertijd zullen over het te stichten invoer-orgaan nadere mededeelihgen wor den gedaan. DEFENSIE-PUZZLE OPGELOST. Vergissing van 2.400.000 in de cijfers der begrooting. In de Memorie van Toelichting op de De fensie-begrooting 1940 staat in een over zicht van de uitgaven een bedrag van 7.500.000 genoemd als tegemoetkoming aan Nederlandsch Indië in de bestrijding van de uitgaven voor de Marine. Deze post was echter in de stukken op de begrooting van Koloniën slechts 5.000,000. Om de puzzle voor de verwonderde Ka merleden op te lossen heeft een nota van verbetering gemeld, dat de post 5.000.000 moet luiden. Er stond nog een andere fout in het lijstje bij de begrooting van Defensie: Achter „kosten voor Suriname en Cura sao" stond een bedrag van 1.442.418, dat, naar uit de gister verschenen nota van ver betering blijkt, 1.542.418 moet zijn. De uitgaven voor de Defenise, welke op den gewonen dienst der Rijksbegrooting 1940 zijn gebracht, beloopen thans niet 153.578.218 maar 151.178.218. (Stand.). In de Gallileistraat te Rotterdam had Maandag een aanrijding plaats tusschen een vrachtauto, bestuurd door den 32-jari- gen C. J. op den K en een auto, bestuurd door den 49-jarigen L v. L. De 57-jarige waterstoker J. Bout, die achterop den laadbak van de vrachtauto had plaats ge nomen, werd er af geslingerd en sloeg te gen den grond. De man kreeg een her senschudding, alsmede een schedelbasis fractuur en werd in zorgwekkenden toe stand naar het ziekenhuis aan den Cool- singel vervoerd MIJNRAMP EISCI1T GROOT AANTAL, DOODEN. In een steenkoolmijn in den Mexicaan- schen staat Coahuila heeft zooals wij reeds meldden zich een mjjngasontplof- fing voorgedaan, waardoor de mijngangen over een afstand van een kilometer werden vernield. Men heeft thans 76 lijken gebor gen. De lijken waren zoo verminkt, dat het onmogelijk was hen te identificeeren. Dit is de ergste mijnramp in de Mexicaansche historie. MOTORRIJDER NA BOTSING OVERLEDEN. Op den Napoleonsweg onder de gemeente Haelen is in den namiddag de 28-jarige sla ger A. Schoenmakers uit Buggenum met zijn motorfiets in botsing gekomen met een zware vrachtauto uit Weert. S. kwam uit een zijweg en wilde den Napoleonsweg, een voorrangsweg, oprijden. De botsing was zoo hevig, dat het motor rijwiel volkomen werd vernield. S. werd omstreeks dertig meter door den vrachtwa gen meegesleurd. Hij liep verscheidene won den aan hoofd en ledematen op en kreeg bovendien een schedelbreuk. Twintig mi nuten na het ongeluk is het slachtoffer ter plaatse overleden. Het stoffelijk overschot is naar het lijkenhuisje te Haelen vervoerd. TRAGISCH ONGEVAL IN EEN WASSCHERIJ. In een chemische wasscherij te Maastricht was de 19-jarige mej. C. Jansen bezig met het ontvlekken van een stof. Zij gebruikte daarvoor cyaankali, het aangewezen mid del om z g. oxydeervlekken te behandelen. Zij maakte een oplossing daartoe en waar schijnlijk zijn daarbij eenige korrels van 't gevaarlijke goedje in aanraking gekomen met haar handen. Zij heeft toen wellicht later met haar hand langs haar mond ge streken, zoodat zij iets van het vergiftige zuur naar binnen heeft gekregen. Direct daarop werd het meisje onwel en na eenige hevige braakaanvallen is de ongelukkige overleden. VERKEERSONGEVALLEN JULI 1939.; De door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelde gegevens betreffende het aantal verkeersslachtoffers vertoonen over de eerste 7 maanden het volgende beeld, schrijft de K.N.A.C. Tusschen haak jes de overeenkomstige cijfers voor het voorafgaande jaar. omgekomen Januari 42 (52) Februari 46 (39 Maart 43 (42) April 58 (69) Mei 65 (49) Juni 77 (66) Juli 54 (71) Niettegenstaande blijkens de verkeerstel lingen van den Rijkswaterstaat op 12 ver schillende punten het verkeer op werkda gen in Juli 1939 drukker was dan in Juli 1938 was het aantal omgekomen slachtof fers in Juli van dit jaar beduidend lager dan vorig jaar. Desondanks zal ieder moe ten medewerken de ongevallencijfers ver der omlaag te krijgen. Voor de komende maanden van vroegere duisternis zij ten behoeve van de algemeene verkeersveilig heid nogmaals gewezen op het nut de ver lichting der voertuigen (ook de achterlich tjes der rijwielen) vroegtijdig te ontsteken. Juist in de lange schemeringsuren vallen onverlichte voertuigen voor de andere weg gebruikers onvoldoende op om snelheden te schatten en daarnaar hun eigen gedra gingen op den weg te bepalen. Vooral bij bewolkte lucht is het door de wet bepaalde tijdstip om de verlichting te ontsteken (een half uur na zonsondergang) voor de ver keersveiligheid dikwijls te laat te achten. Vooral dus tijdig licht op! Het is zoo'n klei ne moeite. ernstig gewond 326 (306) 314 (287) 361 (331) 413 (348) 500 (387) 452 (384) 461 (401)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 7