KRONIEK van den dag
Er komi een vaste brug over de Zandkreek,
Goebbels over de neutraliteit van Nederland en België,
"rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1939. No. 224.
IJdele hoop?
GEEN DUITSCHE TROEPEN
CONCENTRATIES AAN DE
BELGISCHE GRENS.
EEN ZOON VAN Z'N VADER.
De provincie zal een tol hellen.
EEN BRUG MET TOL, OF GééN
BRUG.
Passagiers van de „Indrapoera"
debarkeeren te Vlissingen.
Het schip zelf in Engeland vastgehouden.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
BEZOEKT TROEPEN-ONDERDEELEN,
De loonbetaling aan
gemobiliseerden.
Geen premie voor ziekenverzekering,
K.L.M.-PERSONEEL BIJ DE
CRISISDIENSTEN,
Weer een Britsch schip
getorpedeerd.
Schipbreukelingen gered per vliegtuig.
GAAT BELGIë ONDERHANDELEN
MET DE OORLOGVOERENDEN?
„Duitschland denkt er niet aan
deze neutraliteit te schenden."
„IK BEN DOOD."
Het groote vraagteeken in den huidigen
oorlog: Sovjet-Rusland, is nog niet veel van
gedaante veranderd. Het roode leger trok
er even aan met zijn opmarsch in Oost-Po
len, maar in een uitroepteeken veranderde
het' daardoor allerminst. Men blijft in het
ongewisse verkeeren ten aanzien van de
heimelijke bedoelingen der Sovjet-Unie, ten
zij men er van overtuigd zou zijn dat Stalin
en Hitier inderdaad een militair bondge
nootschap hebben gesloten met als inzet de
vernietiging van de Britsche wereldmacht.
In Engeland zelf en eveneens in Frankrijk
zijn er maar weinigen, die 't laatste gelooven,
Men blijft zich daar vastklampen aan de
onderstelling, dat het Duitsch-Russische
non-agressiepact in wezen een handige zet
van Stalin op het politieke schaakbord be-
teekent, waarmee hij, als het juiste moment
gekomen is, Hitier schaakmat zou kunnen
zetten. Men gaat hierbij dan uit van de
these, dat het nationaal-socialisme en het
communisme onvereenigbare politieke
grootheden zijn, en dat Stalin nooit de be-
leedigingen zal vergeten, welke Hitier hem
en zijn stelsel de laatste jaren naar het
hoofd heeft geslingerd.
Als men nagaat, wat er, voordat het non
agressiepact aan de orde kwam, tusschen het
communistische Rusland en het nationaal-
socialistische Duitschland te doen is ge
weest, schijnt het inderdaad uitgesloten, dat
deze beide landen nu dikke vrienden zijn
geworden. Een jaar geleden stonden ze nog
als doodsvijanden tegenover elkaar, zag het
er naar uit, dat te eeniger tijd een oorlog
tusschen hen moest uitbreken, omdat men
elkaar eenvoudig niet langer zou kunnen
verdragen. Is het mogelijk, zoo vraagt men
zich af, dat zulk een vijandschap opeens in
vriendschap verkeert?
Het heeft wellicht zin in dit verband te
'herinneren aan de opvattingen, welke een
jaar of wat geleden werden verkondigd
door kenners van het communistische Rus
land, zooals bij ons prof. Grondijs. Zij voor
spelden toen reeds, dat op een gegeven
oogenblik het Derde Rijk en de Sovjet-
Unie samen zouden gaan, zulks o.m. op
grond van een zekere karakter-verandering
van het Russische communisme. Het zou in
wezen zeer verwant zijn geworden aan het
nationaal-socialisme, waardoor de scherpe
tegenstellingen feitelijk vervielen. Hebben
deze deskundigen gelijk, dan zouden
Duitschland en Sovjet-Rusland dus een be
trekkelijk homogeen blok kunnen gaan vor
men tegen wat men te Berlijn en Moskou
het kapitalistische systeem der Westersche
democratieën pleegt te noemen.
Het spreekt vanzelf, dat deze theorie nog
lang niet voldoende aan de praktijk getoetst
is, om haar te beamen. Weliswaar kwam de
voorspelling van een samengaan tusschen
Duitschland en Rusland voorloopig uit,
maar een definitief karakter kan men er op
dit oogenblik nog niet aan toekennen. Mos
kou heeft al liet het dan Oost-Polen be
zetten geenszins duidelijk kleur bekend.
De mogelijkheid, dat opportuniteitsoverwe-
gingen Stalin tot het sluiten van het
Duitsch-Russisch non-agressiepact bewo
gen, blijft bestaanbaar. En het lijdt geen
twijfel, dat men in Frankrijk en Engeland
tot aan het uiterste met deze mogelijkheid
rekening zal houden. Welk een gunst van
het lot zou het voor de beide Westersche
mogendheden zijn, indien Stalin zich binnen
kort opeens ontpopte als hun helper. De
hoop daarop is in sommige kringen te Lon
den en Parijs zelfs tamelijk levendig.
IJdele hoop?
Het agentschap „Belga" deelt mede:
Zekere buitenlandsche radiozenders en
zekere bladen hebben zich tot tolk gemaakt
van geruchten, volgens welke op zekere
punten langs de Belgische grens concentra
ties van vreemde troepen zouden voorko
men, welke een bedreiging voor België zou
den vormen.
Op grond van inlichtingen uit gezagheb
bende bron kunnen wij betoogen, aldus Bel
ga, dat deze berichten van allen grond ont
bloot zijn.
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE-- v. d. MADE.
66).
Een schot klonk. Het werd beantwoord
door een schot van vlak bij het huis. De
grijze oogen van den millionair drukten
twijfel uit. Hij vlooog op het venster af,
duwde den gehaten Chinees opzij, opende
het gordijn en gluurde naar buiten. Hazel
was tevreden gesteld. Ze had gezien, dat de
schoten hem bezorgd hadden gemaakt. Hij
was werkelijk onder den indruk.
Toen klonken er weer twee schoten men
hoorde heesche stemmen schreeuwen en
vloeken en gestamp van paardenhoeven. De
man bij het venster zweeg. Hij zag de vuur
stralen uit de geweren schieten en onder
scheidde vaag de bewegende gestaltes.
Maar wat er nu eigenlijk gaande was, kon
hij niet ontdekken. Hazel stond vlak bij
hem. Ze legde plotseling haar hand op zijn
arm als zocht ze steun. Ze hield haar adem
in, terwijl ze over haar heele lichaam trilde
en zei fluisterend:
„Lieve Hemel".
Carbhoy keek haar eens aan. Zijn ge
zicht stond gespannen van opwinding. Met
zijn andere hand klopte hij het meisje be
moedigend op den arm en zei, zonder dat
zijn stem eenige vrees verried:
„Er wordt daar geschoten. Maar dat moe
ten ze zelf weten
Doch de rest van zijn zin was onhoorbaar
door het geschreeuw buiten. Weer klonken
er schoten en het geplof van de kogels in
den muur van het huis was duidelijk hoor
Gisteren heeft de Tweede Kamer, na
eenig debat, het wetsontwerp „Toestaan van
het heffen van tol op een te bouwen brug
over de Zandkreek tusschen Noord- en
Zuid-Beveland aangenomen.
Het verslag der behandeling van dit wets
ontwerp laten wij hier eenigszins uitvoerig
volgen.
De heer de Marchant et d'Ansem-
bourg (N.S.B.) vraagt hoe het mogelijk
is, dat thans nog nieuwe tollen worden in
gesteld. De regeering blijkt duidelijk „anti
auto" te zjjn. Spr. is principieel tegenstem-
der van iedere belemmering van het ver
keer. Hij dringt er op aan het voorstel in
te trekken. Het gaat hier om een princi-
pieele beslissing.
De heer Krijger (C.H.) heeft het bou
wen van een brug over de Zandkreek wen-
schelijk geacht. Spr. juicht daarom mede
werking van de rijksregeering toe. Doch
wordt zij gegeven op de juiste wijze?
Niet genoeg acht spr. een bijdrage van
10 a 12 pet. in het totaal der kosten. Hij is
van oordeel, dat men aan het heffen van
tol niet kan ontkomen, daar de verbinding
niet tot de provincie wordt gerekend. Kan
de termijn van 25 jaren niet worden ver
kort, als de rijksbijdrage 25 a 30 pet. be
draagt? Door het verstrekken van een som
a fonds perdu kan de termijn tot 15 jaar
worden teruggebracht. Spr. is verheugd,
dat de regeering geen afwijzende houding
aanneemt.
Naar spr.'s meening behoort iedere over
gang over groote rivieren en stroomen vrij
te zijn. Hij hoopt, dat het daartoe nog eens
zal komen. Spr. neemt op afbetaling, wat
de regeering thans biedt.
De heer Mes (R.K.) hoopt, dat het ont
werp zal worden aangenomen. Spr. is ech
ter een groot voorstander van het brengen
van waterovergangen in Zeeland op het
rijkswegenplan. Het niet-heffen van tol zal
tot gevolg hebben, dat de brug niet zal
worden gebouwd. Dit laatste wil spr. ver
mijden. Spr. kan niet de geheele argumen
tatie van de Memorie van Antwoord aan
vaarden. Van een vaste verbinding tusschen
Noord- en Zuid-Beveland kan intensiever
verkeer het gevolg zijn. Ook de mogelijk
heid, dat hier later sprake is van doorgaand
verkeer, bestaat. Spr. hoopt, dat daardoor
de termijn van tolheffing kan worden ver
kort. Op dit oogenblik is dit echter niet
wel mogelijk. De raming zou worden over
schreden. Wil de minister nagaan, of deze
brug, indien zij een doorgaande verbinding
wordt, op het rijkswegenplan kan worden
geplaatst? Wanneer evenveel wordt betaald
voor een nieuwe brug als voor een slechte
veerverbinding, dan is een brug te prefe-
reeren.
De minister van Waterstaat, de heer
A1 b a r d a, verklaart, dat dit ontwerp niet
de strekking heeft, die de heer de Mar
chant et d'Ansembourg er aan geeft. Op
bruggen, die behooren tot het rijkswegen
plan zullen geen tollen worden geheven.
De provincie Zeeland bouwt deze brug
en vraagt toestemming tot heffing var»
bruggeld om de kosten te bestrijden. Dit is
geen plan, dat de autohouders schaadt, in
tegendeel. Spr. is niet bereid het ontwerp
in te trekken.
Spr. is ook geen voorstander van tolhef
fingen. Doch hier is de keuze: een brug met
tol of geen brug. Wanneer het mogelijk is
den termijn van tolheffing te beperken, dan
zal spr. daaraan gaarne medewerken.
Minister Albarda doet den heer Mes de
toezegging, dat, indien de brug een door
gaande verbinding wordt, overwogen zal
worden, of zij in het rijkswegenplan kan
worden opgenomen, zoodat dan de tolhef
fing zou vervallen. Het ontwerp wordt
daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen met aanteekening, dat de heer de
Marchant et d'Ansembourg N.S.B.
wenscht geacht te worden te hebben tegen
gestemd.
Donderdagmiddag twee uur. Een onge
wone drukte heerscht er bij de buitenha
ven te Vlissingen. De mailboot „Oranje
Nassau" van de Maatsch. „Zeeland" moet
arriveeren en de Vlissinger leeft mede
met de Zeeland-booten. In normalen tijd
is dit reeds het geval, doch nu de zee vol
gevaren is, herinnerd men zich de jaren
'14'18, toen de „Zeeland" eenige harer
booten moest verliezen. Vandaar thans
de grootere belangstelling als de mail
boot moet binnenkomen. #Toch is deze
middag de drukte ongewoner, en ontdekt
men menschen die zenuwachtig heen en
weer loopen en telkens weer turen naai
den ingang van de haven of 't schip nog
niet komt Het blijken familieleden te zijn
van passagiers die uit Indië komen, Indi-
sche-verlofgangers, waaronder een aan
tal marine mannen. Iets ongewoons voor
Vlissingen, iets wat in normale tijden
niet voorkomt. Doch wel even in abnor
male tijden.
Wat toch was het geval? De „Indra
poera" van de Rotterdamsche Lloyd, op
weg van Batavia naar Rotterdam, wordt
in Engeland vastgehouden, omdat het
schip lading aan boord zou hebben, be
stemd voor Duitschland. Dat laat de En-
gelsche regeering niet toe. De plm. 300
passagiers wilde echter zoo spoedig mo
gelijk naar Holland en daarom werd de
kans benut om op het voor vertrek ge
reed liggende ss „Oranje Nassau" over
te stappen, waarmede men Donderdagmid
dag circa 2,20 uur te Vlissingen arriveer
de. Terwijl de bagage werd uitgeladen en
de pasasgiers in afwachting van 'de dou
aneformaliteiten onder de overkapping
rondliepen, hebben wij met eenige hunner
een babbeltje gemaakt en geïnformeerd
naar het verloop van de reis.
Wie had gedacht dat deze vol avontu
ren zou zijn geweest, vergist zich. Inte
gendeel de reis is nagenoeg geheel nor
maal verloopen. Van den oorlog bemerk
baar. Hazel probeerde den man weg te
trekken en zei:
„Kom hier vandaan, als 't u blieft. Als ze
op dit raam mikken
Doch de millionnair wou niets missen
van hetgeen er buiten voorviel. Het ge
vaar, waarin hij verkeerde deerde hem niet
en hij maakte zich dan ook vastberaden uit
Hazel's greep los.
„Ga jij maar daar zitten, mijn kind", zei
hij vriendelijk. „Ga van dit raam weg. Ik
wil zien, wat er gebeurt. Nou, ze schieten
goed, hè?"
Zijn oogen schitterden van opwinding.
Hazel sloeg hem gade met een gezicht,
waarop vrees was te lezen en ze kon niet
anders dan de grootste bewondering voe
len voor den vader van haar vriend en voer
de zooveelste maal gevoelde ze spijt over de
rol, dien ze tegenover hem moest spelen.
Ze ging gehoorzaam van het raam weg,
terwijl het lawaai buiten nog steeds toe
nam. Er werd onophoudelijk geschoten en
van alle kanten schenen er kogels op het
huis neer te hagelen.
..Ze schijnen van twee richtingen aan te
vallen", zei de millionnair over zijn schou
der.
Toen hij omkeek, had hij medelijden met
het angstige gezicht van het meisje. Hij
keek geen enkele maal in de richting van
den gehaten Chinees. In zijn hart zou het
hem niets spijten, wanneer er toevallig een
schot dien naren kerel omver zou schieten.
Hij vroeg zich af, wat dit gevecht eigen
lijk te beteekenen had. Wie waren de aan
vallers? Zou Slosson in de buurt zijn? Zou
Harker een onderzoek hebben ingesteld en
zou nu de politie hem trachten op te spo
ren? Alles scheen mogelijk. Hij geloofde in
te men aan boord al heel weinig. Eerst
te Gibraltar werd het schip door de En-
gelsche marine aangehouden. Na een
kort onderzoek mocht men de reis ver
volgen, doch toen het schip Engeland na
derde, (doken weer Engelsche marine
schepen en kreeg de kapitein order om
niet naar Southampton te varen, doch
naar de Downs, om aldaar gecontroleerd
te worden. Deze controle bleek niet zoo
gunstig uit te vallen, want inplaats van
naar Rotterdam, moest de Indrapoera
onder convooi naar Tilbury opstoomen,
waar het schip wordt vastgehouden om
een gedeelte van de lading te lossen.
Het was voor de passagiers een minder
aangename gewaarwording, 'doch zoodra
de feiten bekend werden, besloot men in
allerijl op de „Oranje Nassau'' over te
gaan. In den nacht werd de vele bagage
overgebracht en gistermorgen vertrok
men naar Vlissingen.
Ook dit reisje verliep geheel normaal
Met de gewone 22-mijls vaart ging het
over de Noordzee, geen spoor van mij
nen of onderzeebooten, zoodat 4nen bij
aankomst te Vlissingen vele gelukkige
menschen zag.
Wij vernamen nog dat men het m.s.
„Johan de Witt" te Lissabon had zien
liggen. Dit schip had reeds een week vroe
ger dan de „Indrapoera" in Holland moe
ten aankomen.
De minister van Defensie heeft een twee-
daagsch bezoek gebracht aan verschillende
onderdeelen van het gemobiliseerde leger.
Woensdag bezocht de minister enkele
troepen in het Oostfront van de Vesting
Holland en de in de provincie Utrecht en
Gelderland gelegen deelen van het Veldle
ger, waarbij Zijne Excellentie tevens de
inundatiën in oogensehouw nam.
Gisteren heeft minister Dijxhoorn een ge
deelte der in Noord-Brabant gelegerde
troepen bezocht. De minister was bij zijn
bezoek vergezeld door zijn adjudant, kap.
mr. H. J. Kruis.
Met moeite en inspanning leeren ar
beiden is een voornaam deel der op
voeding.
Schlosser.
elk geval stellig, dat het om zijn bevrijding
te doen was.
Het gevecht duurde nog steeds voort. Het
leek haast onwaarschijnlijk, dat er in de
twintigste eeuw nog zulke dingen konden
gebeuren. Het deed hem denken aan de
romantiek van vroegere tijden, aan ruwe
vloekende kerels, en drinkpartijen en hij
kreeg een soort jongensachtig plezier in het
geval. Hij dacht er niet aan in hoeverre het
nu blijkbaar dood-angstige meisje hierin
betrokken was. Hij had nu enkel medelijden
met haar.
Er kwamen ruiters op het huis toe, Carb
hoy schafte een stuk of tien Hij zag iets
verder weg een kleiner aantal menschen,
die hen schenen aan te vallen en de revol
vers flitsten over en weer. Toen scheen er
iets te gebeuren. De mannen verwijderden
zich en hun stemmen stierven weg in de
duisternis.
De millionair wachtte nog even. Het ge
vecht scheen afgeloopen te zijn. Hij keerde
zich van het venster af en zei scherp:
„Ze zijn weg. Ik weet niet, wie er eigen
lijk heeft gewonnen. Ze zijn er al vloekend
en schietend vandoor gereden. Hoor!"
Hij was dadelijk weer bij het raam en
riep:
„Ze komen weer terug!"
Hazel was dadelijk naast hem.
In overeenstemming met het desbetref
fende besluit van het bestuur van de Rijks
verzekeringsbank heeft het bestuur van de
Centrale Onderlinge, bedrijfsvereeniging
voor ziekengeldverzekeririg, besloten, dat
werkgevers, die aan gemobiliseerd perso
neel het loon doorbetalen of een suppletie-
loon verstrekken op de militaire inkomsten,
dit loon niet op de loonlijsten voor de uit
voering van de Ziektewet behoeven te ver
melden. Dit loon zal niet voor premie-be
rekening in aanmerking komen.
Naar aanleiding van het bovenstaande
bericht, wordt nog bekend gemaakt, dat
personen, die ter vervulling van hun mi
litairen dienstplicht in werkelijken dienst
zijn, niet verzekerd zijn krachtens de Ziek
tewet. Het ligt derhalve voor de hand, dat
ook andere bedrijfsvereenigingen voor de
uitvoering van de Ziektewet geen premie
zullen vragen over loon aan gemobiliseer-
den doorbetaald, omdat vaststaat, dat voor
dergelijke personen geen risico wordt ge
dragen.
De K.L.M. heeft nog steeds geen toestem
ming verkregen over Duitschland, Frank
rijk en Engeland te vliegen. Men verwacht
ook niet dat zulks spoedig het geval zal
zijn. De luchtverbindingen op een enkele
na zijn verbroken. Het overtollige K.L.M.
personeel der administratie is thans, meldt
de Tel. naar allerlei crisisdiensten overge
plaatst. Mocht de K.L.M. weer normaal
gaan vliegen, dan kunnen deze krachten on
middellijk in dienst der K.L.M. terugkomen.
Aan enkele stewardessen is ontslag aan
gezegd, doch het meerendeel heeft men bij
crisisdiensten en andere instellingen weten
onder dak te brengen.
Het Engelsche ministerie van Voorlich
ting deelt mede, dat gisteren voor de eerste
maal schipbreukelingen per vliegtuig in
veiligheid zijn gebracht. Twee vliegbooten
redden n.l. de bemanning van het Br.tsche
vrachtschip „Kensington Court". De toe
stellen waren op patrouille, boven den At-
lantischen Oceaan, toen zij S.O.S.-signalen
opvingen van het zinkende stoomschip
Tien minuten nadat het schip gezonken
was, kwamen zij ter plaatse aan. Zij vonden
een kleine overvolle boot, terwijl nog schip
breukelingen in het water lagen, die zich
aan de boot vastklemden, Terwijl de eene
vliegboot de wacht hield in de lucht, streek
de andere neer en nam veertien man aan
boord, van wie eenigen in wanhopiger, toe
stand verkeerden. Daarna daalde de twee
de vliegboot en redde de overige twintig
man.
o
Naar verluidt, zou de Belgische regeering
overwegen in onmiddellijke onderhandelin
gen te treden met de oorlogvoerende lan
den teneinde de economische betrekkingen
met hen te regelen. Gehoopt wordt, dat de
uitwiseling van grondstoffen (koper, steen
kool. cokes), afgewerkte staal en textiel
producten, tegen levensmiddelen minerale
ertsen, katoen enz. mogelijk zal blijken, doch
tot dusver is nog niets positiefs gedaan.
In verband met de tijdsomstandigheden
is men voorts van plan, de marconisten op
de Indië-route tijdelijk de functie van ste
ward te laten waarnemen, hetgeen in de
eerste plaats een financieele besparing be-
teekent en in de tweede plaats meer ruim
te geeft voor passagiers.
De Duitsche minister dr. Goebbels, die
volgens verscheidene buitenlandsche bladen
gearresteerd zou zijn wegens oneenigheid
met Goering, en die slechts aan executie
zou zijn ontsnapt door persoonlijke tus-
schenkomst van Hitier, heeft gisteren voor
de vertegenwoordigers der buitenlandsche
pers te Berlijn een rede gehouden.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt hier
over:
Goebbels nam krachtig stelling tegen de
berichten in de buitenlandsche pers dat de
Duitsche regeering, ofwel het opperbevel
van de Duitsche weermacht het voornemen
zou hebben de neutraliteit van België en
Nederland te schenden.
„United Press" heeft uit Parijs gemeld,
dat de Britsch-Fransche generale staf be
sloten heeft een sterke verdedigingslinie in
te richten langs de Belgische grens, tenein
de mogelijke Duitsche invallen door Bel
gië tegen te kunnen houden.
Minister Goebbels heeft hierop geant
woord: „Ik ben in staat deze berichten ca
tegorisch tegen te spreken.
De Duitsche regeering heeft nooit het
voornemen gehad, heeft ook thans niet dit
voornemen en zal het ook in de toekomst
pooit hebben, de neutraliteit van Nederland
of België te schenden.
Verder verklaarde dr. Goebbels zich be
reid over dit punt, alsmede over andere
vraagstukken opheldering te verstrekken.
De vertegenwoordigers van de buitenland
sche pers stelden hierna vragen, welke
door den minister als volgt werden 'beant
woord:
Ook Luxemburg kan natuurlijk in deze
verklaring worden inbegrepen. De Britsche
berichten, dat het Rijnland van Aken tot
Saarbruecken zou zijn ontruimd, omdat
men hier een Franschen aanval verwacht,
zijn niet overeenkomstig de waarheid. Noch
de stad Aken, noch andere steden aan den
Neder-Rijn zijn ontruimd.
Na het beantwoorden van de vragen
„Wie zijn het?"
„Dat weet ik niet", antwoordde Carbhoy
die probeerde iets te onderscheiden.
„Er waren er vier, toen wij gevangen
werden genomen", zei Hazel.
De millionair keek ingespannen naar bui
ten, zoodat hij Hazels glimlachje tegen Hip-
Lee niet opmerkte. Maar ze leek nog steeds
erg onder den indruk te zijn.
„Er zjjn er wel acht of meer", riep hij.
,Ze klimmen van hun paard af!"
„Ze komen naar het huis toe", riep Hazel
angstig.
Op dat oogenblik riep een luide stem te
gen de mannen buiten:
„Houdt het huis in de gaten, terwijl ik
naar binnen ga. Laat niemand ontsnappen.
Als er ook maar een haar op haar hoofd
is gekrenkt, dan zullen ze er van lusten".
De millionnair stond stokstijf stil midden
in de kamer. Er was een vreemde blik in
zijn oogen gekomen, dien Hazel in haar
voorgewenden angst niet ontging. Ze zag,
dat bij die stem van den spreker herkende
en tegelijkertijd drukte zijn gezicht onge-
loovigheid en verwondering uit.
Toen werd de deur opengegooid en een
groote gestalte trad binnen. Hazel vloog
met uitgespreide armen op den binnenge-
komene toe en riep uit:
„Gordon, Gordon! Eindelijk! Ik dacht,
dat je me nooit weer zou vinden!"
Haar laatste woorden werden in zijn jas
gesmoord, toen ze zich met een hysterischen
kreet, die half lachen, half huilen moest
voorstellen, in zijn armen wierp.
Hazel, mijn arme, lieve Hazel! Ik ben
bijna gek geworden, ik
Gordon zweeg plotseling, terwijl hij het
meisje nog in zijn armen hield. Hij hief
sprak dr. Goebbels nog uit zichzelf een aart-
tal onjuiste berichten tegen, bv. het bericht
van den Amerikaanschen journalist
Knickerbocker, dat de nationaal-socialisti-
sche leiders in het buitenland geheime bank
rekeningen zouden hebben geopend.
Vervolgens zeide hij: „In de buitenland
sche pers doen steeds meer berichten de
ronde, dat gerekend moet worden op zeer
ernstige moeilijkheden in het Protectoraat
Bohemen en Moravië of dat deze moeilijk
heden reeds nu te zien zouden zijn. Ook in
dit geval kan ik deze berichten met klem
tegenspreken. De toestand in het Protecto
raat is absoluut kalm, en bevredigend voor
onze behoeften.
De derde tegenspraak zoo vervolgde
Goebbels behoef ik U eigenlijk niet uit
te spreken. Ik heb met groot genoegen in
de buitenlandsche pers gelezen, dat ik reeds
dood ben of dat ik ben afgetreden, of dat ik
mij niet kan vereenigen met het oorlogsdoel
van den Führer of de rijksregeering. Dit
zijn zulke belachelijke, domme en naïeve
praatjes, dat ik er niets op behoef te ant
woorden. Ik maak hier alleen uit op, dat
de Britsche leugenpropaganda ongeveer de
zelfde wegen bewandelt als in de jaren 1914
tot 1918. De Britsche leugenpropaganda zou
ook gelijk hebben, wanneer ondertusschen
in Duitschland niet een afweer zou zijn in
gesteld. U kunt begrijpen, dat ik met een
zeker welbehagen deze pogingen van de
Britsche regeering gadesla, nu plotseling
een propaganda-ministerie in te stellen, dat
hier ministerie van voorlichting wordt ge
noemd, om de wereld met een vloed van
leugens over Duitschland te overstelpen.
Deze kinderlijke pogingen kunnen ons na
tuurlijk niet beïnvloeden in onze rust
en onze souvereine zekerheid. Ik zie
derhalve ook geen aanleiding om ge
ruchten, alarmeerende en valsche berichten
over mijn persoon recht te zetten. Het ant
woord, dat ik geef, is de Duitsche informa
tie, wanneer U wilt de Duitsche propaganda
en ik geloof, dat wij het op dit gebied, naast
de groote successen, welke onze weermacht
in Polen heeft bereikt, ook met succes te
gen Engeland hebben opgenomen in de af
geloopen weken".
zijn hoofd op en keek recht in de oogen van
zijn vader.
„Vader! U hier?"
Zijn stem was de ongeloovigheid en ver
wondering zelf.
„Zooals je ziet", merkte de millionnair
droog op. „Ik heb haar heusch geen letsel
toegebracht. Breng haar maar naar haar
vader", zei hij, op de groote gestalte van
Silas Mallinsbee wijzend, die met zijn oog
klep gewapend in de deur stond. „Hij zal
haar wel kunnen troostten, denk ik. Mis
schien kun je me intusschen vertellen, hoe
je ons hebt opgespoord".
Zijn lachje ontwapende Gordon, die even
wel meende ook iets van de ironie te be
merken, die hij zoo goed van zijn vader
kende.
Hij keerde zich om en bracht Hazel bij
Kaar vader met de woorden:
„Mr. Mallinsbee, ze is heelemaal over
stuur. Breng haar maar gauw naar bed.
Arm kind. Ik zou
Maar hij eindigde zijn zin niet. Hij keerde
zich naar zijn vader, terwijl Hazel, die haar
lachen haast niet kon inhouden, door haar
stuursch kijkenden vader werd weggeleid.
„Zeg vader, wat ter wereld heeft u hier
gebracht?"
De millionnair wierp een blik van koude
woede op Hip-Lee en vroeg onbewogen:
„Moet dat gele reptiel er bij blijven?"
„Nee", antwoordde Gordon Hij wees naar
de deur en zei tot den Mongool: „Ga weg!"
waarop de aangesprokenen geruischloos
verdween.
De twee mannen keken elkaar aan.
(Wordt vervolgd).