KRONIEK van den dag Er komi een vaste brug over de Zandkreek, Goebbels over de neutraliteit van Nederland en België, "rWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1939. No. 224. IJdele hoop? GEEN DUITSCHE TROEPEN CONCENTRATIES AAN DE BELGISCHE GRENS. EEN ZOON VAN Z'N VADER. De provincie zal een tol hellen. EEN BRUG MET TOL, OF GééN BRUG. Passagiers van de „Indrapoera" debarkeeren te Vlissingen. Het schip zelf in Engeland vastgehouden. DE MINISTER VAN DEFENSIE BEZOEKT TROEPEN-ONDERDEELEN, De loonbetaling aan gemobiliseerden. Geen premie voor ziekenverzekering, K.L.M.-PERSONEEL BIJ DE CRISISDIENSTEN, Weer een Britsch schip getorpedeerd. Schipbreukelingen gered per vliegtuig. GAAT BELGIë ONDERHANDELEN MET DE OORLOGVOERENDEN? „Duitschland denkt er niet aan deze neutraliteit te schenden." „IK BEN DOOD." Het groote vraagteeken in den huidigen oorlog: Sovjet-Rusland, is nog niet veel van gedaante veranderd. Het roode leger trok er even aan met zijn opmarsch in Oost-Po len, maar in een uitroepteeken veranderde het' daardoor allerminst. Men blijft in het ongewisse verkeeren ten aanzien van de heimelijke bedoelingen der Sovjet-Unie, ten zij men er van overtuigd zou zijn dat Stalin en Hitier inderdaad een militair bondge nootschap hebben gesloten met als inzet de vernietiging van de Britsche wereldmacht. In Engeland zelf en eveneens in Frankrijk zijn er maar weinigen, die 't laatste gelooven, Men blijft zich daar vastklampen aan de onderstelling, dat het Duitsch-Russische non-agressiepact in wezen een handige zet van Stalin op het politieke schaakbord be- teekent, waarmee hij, als het juiste moment gekomen is, Hitier schaakmat zou kunnen zetten. Men gaat hierbij dan uit van de these, dat het nationaal-socialisme en het communisme onvereenigbare politieke grootheden zijn, en dat Stalin nooit de be- leedigingen zal vergeten, welke Hitier hem en zijn stelsel de laatste jaren naar het hoofd heeft geslingerd. Als men nagaat, wat er, voordat het non agressiepact aan de orde kwam, tusschen het communistische Rusland en het nationaal- socialistische Duitschland te doen is ge weest, schijnt het inderdaad uitgesloten, dat deze beide landen nu dikke vrienden zijn geworden. Een jaar geleden stonden ze nog als doodsvijanden tegenover elkaar, zag het er naar uit, dat te eeniger tijd een oorlog tusschen hen moest uitbreken, omdat men elkaar eenvoudig niet langer zou kunnen verdragen. Is het mogelijk, zoo vraagt men zich af, dat zulk een vijandschap opeens in vriendschap verkeert? Het heeft wellicht zin in dit verband te 'herinneren aan de opvattingen, welke een jaar of wat geleden werden verkondigd door kenners van het communistische Rus land, zooals bij ons prof. Grondijs. Zij voor spelden toen reeds, dat op een gegeven oogenblik het Derde Rijk en de Sovjet- Unie samen zouden gaan, zulks o.m. op grond van een zekere karakter-verandering van het Russische communisme. Het zou in wezen zeer verwant zijn geworden aan het nationaal-socialisme, waardoor de scherpe tegenstellingen feitelijk vervielen. Hebben deze deskundigen gelijk, dan zouden Duitschland en Sovjet-Rusland dus een be trekkelijk homogeen blok kunnen gaan vor men tegen wat men te Berlijn en Moskou het kapitalistische systeem der Westersche democratieën pleegt te noemen. Het spreekt vanzelf, dat deze theorie nog lang niet voldoende aan de praktijk getoetst is, om haar te beamen. Weliswaar kwam de voorspelling van een samengaan tusschen Duitschland en Rusland voorloopig uit, maar een definitief karakter kan men er op dit oogenblik nog niet aan toekennen. Mos kou heeft al liet het dan Oost-Polen be zetten geenszins duidelijk kleur bekend. De mogelijkheid, dat opportuniteitsoverwe- gingen Stalin tot het sluiten van het Duitsch-Russisch non-agressiepact bewo gen, blijft bestaanbaar. En het lijdt geen twijfel, dat men in Frankrijk en Engeland tot aan het uiterste met deze mogelijkheid rekening zal houden. Welk een gunst van het lot zou het voor de beide Westersche mogendheden zijn, indien Stalin zich binnen kort opeens ontpopte als hun helper. De hoop daarop is in sommige kringen te Lon den en Parijs zelfs tamelijk levendig. IJdele hoop? Het agentschap „Belga" deelt mede: Zekere buitenlandsche radiozenders en zekere bladen hebben zich tot tolk gemaakt van geruchten, volgens welke op zekere punten langs de Belgische grens concentra ties van vreemde troepen zouden voorko men, welke een bedreiging voor België zou den vormen. Op grond van inlichtingen uit gezagheb bende bron kunnen wij betoogen, aldus Bel ga, dat deze berichten van allen grond ont bloot zijn. Naar het Engelsch door T. TEN HAVE-- v. d. MADE. 66). Een schot klonk. Het werd beantwoord door een schot van vlak bij het huis. De grijze oogen van den millionair drukten twijfel uit. Hij vlooog op het venster af, duwde den gehaten Chinees opzij, opende het gordijn en gluurde naar buiten. Hazel was tevreden gesteld. Ze had gezien, dat de schoten hem bezorgd hadden gemaakt. Hij was werkelijk onder den indruk. Toen klonken er weer twee schoten men hoorde heesche stemmen schreeuwen en vloeken en gestamp van paardenhoeven. De man bij het venster zweeg. Hij zag de vuur stralen uit de geweren schieten en onder scheidde vaag de bewegende gestaltes. Maar wat er nu eigenlijk gaande was, kon hij niet ontdekken. Hazel stond vlak bij hem. Ze legde plotseling haar hand op zijn arm als zocht ze steun. Ze hield haar adem in, terwijl ze over haar heele lichaam trilde en zei fluisterend: „Lieve Hemel". Carbhoy keek haar eens aan. Zijn ge zicht stond gespannen van opwinding. Met zijn andere hand klopte hij het meisje be moedigend op den arm en zei, zonder dat zijn stem eenige vrees verried: „Er wordt daar geschoten. Maar dat moe ten ze zelf weten Doch de rest van zijn zin was onhoorbaar door het geschreeuw buiten. Weer klonken er schoten en het geplof van de kogels in den muur van het huis was duidelijk hoor Gisteren heeft de Tweede Kamer, na eenig debat, het wetsontwerp „Toestaan van het heffen van tol op een te bouwen brug over de Zandkreek tusschen Noord- en Zuid-Beveland aangenomen. Het verslag der behandeling van dit wets ontwerp laten wij hier eenigszins uitvoerig volgen. De heer de Marchant et d'Ansem- bourg (N.S.B.) vraagt hoe het mogelijk is, dat thans nog nieuwe tollen worden in gesteld. De regeering blijkt duidelijk „anti auto" te zjjn. Spr. is principieel tegenstem- der van iedere belemmering van het ver keer. Hij dringt er op aan het voorstel in te trekken. Het gaat hier om een princi- pieele beslissing. De heer Krijger (C.H.) heeft het bou wen van een brug over de Zandkreek wen- schelijk geacht. Spr. juicht daarom mede werking van de rijksregeering toe. Doch wordt zij gegeven op de juiste wijze? Niet genoeg acht spr. een bijdrage van 10 a 12 pet. in het totaal der kosten. Hij is van oordeel, dat men aan het heffen van tol niet kan ontkomen, daar de verbinding niet tot de provincie wordt gerekend. Kan de termijn van 25 jaren niet worden ver kort, als de rijksbijdrage 25 a 30 pet. be draagt? Door het verstrekken van een som a fonds perdu kan de termijn tot 15 jaar worden teruggebracht. Spr. is verheugd, dat de regeering geen afwijzende houding aanneemt. Naar spr.'s meening behoort iedere over gang over groote rivieren en stroomen vrij te zijn. Hij hoopt, dat het daartoe nog eens zal komen. Spr. neemt op afbetaling, wat de regeering thans biedt. De heer Mes (R.K.) hoopt, dat het ont werp zal worden aangenomen. Spr. is ech ter een groot voorstander van het brengen van waterovergangen in Zeeland op het rijkswegenplan. Het niet-heffen van tol zal tot gevolg hebben, dat de brug niet zal worden gebouwd. Dit laatste wil spr. ver mijden. Spr. kan niet de geheele argumen tatie van de Memorie van Antwoord aan vaarden. Van een vaste verbinding tusschen Noord- en Zuid-Beveland kan intensiever verkeer het gevolg zijn. Ook de mogelijk heid, dat hier later sprake is van doorgaand verkeer, bestaat. Spr. hoopt, dat daardoor de termijn van tolheffing kan worden ver kort. Op dit oogenblik is dit echter niet wel mogelijk. De raming zou worden over schreden. Wil de minister nagaan, of deze brug, indien zij een doorgaande verbinding wordt, op het rijkswegenplan kan worden geplaatst? Wanneer evenveel wordt betaald voor een nieuwe brug als voor een slechte veerverbinding, dan is een brug te prefe- reeren. De minister van Waterstaat, de heer A1 b a r d a, verklaart, dat dit ontwerp niet de strekking heeft, die de heer de Mar chant et d'Ansembourg er aan geeft. Op bruggen, die behooren tot het rijkswegen plan zullen geen tollen worden geheven. De provincie Zeeland bouwt deze brug en vraagt toestemming tot heffing var» bruggeld om de kosten te bestrijden. Dit is geen plan, dat de autohouders schaadt, in tegendeel. Spr. is niet bereid het ontwerp in te trekken. Spr. is ook geen voorstander van tolhef fingen. Doch hier is de keuze: een brug met tol of geen brug. Wanneer het mogelijk is den termijn van tolheffing te beperken, dan zal spr. daaraan gaarne medewerken. Minister Albarda doet den heer Mes de toezegging, dat, indien de brug een door gaande verbinding wordt, overwogen zal worden, of zij in het rijkswegenplan kan worden opgenomen, zoodat dan de tolhef fing zou vervallen. Het ontwerp wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen met aanteekening, dat de heer de Marchant et d'Ansembourg N.S.B. wenscht geacht te worden te hebben tegen gestemd. Donderdagmiddag twee uur. Een onge wone drukte heerscht er bij de buitenha ven te Vlissingen. De mailboot „Oranje Nassau" van de Maatsch. „Zeeland" moet arriveeren en de Vlissinger leeft mede met de Zeeland-booten. In normalen tijd is dit reeds het geval, doch nu de zee vol gevaren is, herinnerd men zich de jaren '14'18, toen de „Zeeland" eenige harer booten moest verliezen. Vandaar thans de grootere belangstelling als de mail boot moet binnenkomen. #Toch is deze middag de drukte ongewoner, en ontdekt men menschen die zenuwachtig heen en weer loopen en telkens weer turen naai den ingang van de haven of 't schip nog niet komt Het blijken familieleden te zijn van passagiers die uit Indië komen, Indi- sche-verlofgangers, waaronder een aan tal marine mannen. Iets ongewoons voor Vlissingen, iets wat in normale tijden niet voorkomt. Doch wel even in abnor male tijden. Wat toch was het geval? De „Indra poera" van de Rotterdamsche Lloyd, op weg van Batavia naar Rotterdam, wordt in Engeland vastgehouden, omdat het schip lading aan boord zou hebben, be stemd voor Duitschland. Dat laat de En- gelsche regeering niet toe. De plm. 300 passagiers wilde echter zoo spoedig mo gelijk naar Holland en daarom werd de kans benut om op het voor vertrek ge reed liggende ss „Oranje Nassau" over te stappen, waarmede men Donderdagmid dag circa 2,20 uur te Vlissingen arriveer de. Terwijl de bagage werd uitgeladen en de pasasgiers in afwachting van 'de dou aneformaliteiten onder de overkapping rondliepen, hebben wij met eenige hunner een babbeltje gemaakt en geïnformeerd naar het verloop van de reis. Wie had gedacht dat deze vol avontu ren zou zijn geweest, vergist zich. Inte gendeel de reis is nagenoeg geheel nor maal verloopen. Van den oorlog bemerk baar. Hazel probeerde den man weg te trekken en zei: „Kom hier vandaan, als 't u blieft. Als ze op dit raam mikken Doch de millionnair wou niets missen van hetgeen er buiten voorviel. Het ge vaar, waarin hij verkeerde deerde hem niet en hij maakte zich dan ook vastberaden uit Hazel's greep los. „Ga jij maar daar zitten, mijn kind", zei hij vriendelijk. „Ga van dit raam weg. Ik wil zien, wat er gebeurt. Nou, ze schieten goed, hè?" Zijn oogen schitterden van opwinding. Hazel sloeg hem gade met een gezicht, waarop vrees was te lezen en ze kon niet anders dan de grootste bewondering voe len voor den vader van haar vriend en voer de zooveelste maal gevoelde ze spijt over de rol, dien ze tegenover hem moest spelen. Ze ging gehoorzaam van het raam weg, terwijl het lawaai buiten nog steeds toe nam. Er werd onophoudelijk geschoten en van alle kanten schenen er kogels op het huis neer te hagelen. ..Ze schijnen van twee richtingen aan te vallen", zei de millionnair over zijn schou der. Toen hij omkeek, had hij medelijden met het angstige gezicht van het meisje. Hij keek geen enkele maal in de richting van den gehaten Chinees. In zijn hart zou het hem niets spijten, wanneer er toevallig een schot dien naren kerel omver zou schieten. Hij vroeg zich af, wat dit gevecht eigen lijk te beteekenen had. Wie waren de aan vallers? Zou Slosson in de buurt zijn? Zou Harker een onderzoek hebben ingesteld en zou nu de politie hem trachten op te spo ren? Alles scheen mogelijk. Hij geloofde in te men aan boord al heel weinig. Eerst te Gibraltar werd het schip door de En- gelsche marine aangehouden. Na een kort onderzoek mocht men de reis ver volgen, doch toen het schip Engeland na derde, (doken weer Engelsche marine schepen en kreeg de kapitein order om niet naar Southampton te varen, doch naar de Downs, om aldaar gecontroleerd te worden. Deze controle bleek niet zoo gunstig uit te vallen, want inplaats van naar Rotterdam, moest de Indrapoera onder convooi naar Tilbury opstoomen, waar het schip wordt vastgehouden om een gedeelte van de lading te lossen. Het was voor de passagiers een minder aangename gewaarwording, 'doch zoodra de feiten bekend werden, besloot men in allerijl op de „Oranje Nassau'' over te gaan. In den nacht werd de vele bagage overgebracht en gistermorgen vertrok men naar Vlissingen. Ook dit reisje verliep geheel normaal Met de gewone 22-mijls vaart ging het over de Noordzee, geen spoor van mij nen of onderzeebooten, zoodat 4nen bij aankomst te Vlissingen vele gelukkige menschen zag. Wij vernamen nog dat men het m.s. „Johan de Witt" te Lissabon had zien liggen. Dit schip had reeds een week vroe ger dan de „Indrapoera" in Holland moe ten aankomen. De minister van Defensie heeft een twee- daagsch bezoek gebracht aan verschillende onderdeelen van het gemobiliseerde leger. Woensdag bezocht de minister enkele troepen in het Oostfront van de Vesting Holland en de in de provincie Utrecht en Gelderland gelegen deelen van het Veldle ger, waarbij Zijne Excellentie tevens de inundatiën in oogensehouw nam. Gisteren heeft minister Dijxhoorn een ge deelte der in Noord-Brabant gelegerde troepen bezocht. De minister was bij zijn bezoek vergezeld door zijn adjudant, kap. mr. H. J. Kruis. Met moeite en inspanning leeren ar beiden is een voornaam deel der op voeding. Schlosser. elk geval stellig, dat het om zijn bevrijding te doen was. Het gevecht duurde nog steeds voort. Het leek haast onwaarschijnlijk, dat er in de twintigste eeuw nog zulke dingen konden gebeuren. Het deed hem denken aan de romantiek van vroegere tijden, aan ruwe vloekende kerels, en drinkpartijen en hij kreeg een soort jongensachtig plezier in het geval. Hij dacht er niet aan in hoeverre het nu blijkbaar dood-angstige meisje hierin betrokken was. Hij had nu enkel medelijden met haar. Er kwamen ruiters op het huis toe, Carb hoy schafte een stuk of tien Hij zag iets verder weg een kleiner aantal menschen, die hen schenen aan te vallen en de revol vers flitsten over en weer. Toen scheen er iets te gebeuren. De mannen verwijderden zich en hun stemmen stierven weg in de duisternis. De millionair wachtte nog even. Het ge vecht scheen afgeloopen te zijn. Hij keerde zich van het venster af en zei scherp: „Ze zijn weg. Ik weet niet, wie er eigen lijk heeft gewonnen. Ze zijn er al vloekend en schietend vandoor gereden. Hoor!" Hij was dadelijk weer bij het raam en riep: „Ze komen weer terug!" Hazel was dadelijk naast hem. In overeenstemming met het desbetref fende besluit van het bestuur van de Rijks verzekeringsbank heeft het bestuur van de Centrale Onderlinge, bedrijfsvereeniging voor ziekengeldverzekeririg, besloten, dat werkgevers, die aan gemobiliseerd perso neel het loon doorbetalen of een suppletie- loon verstrekken op de militaire inkomsten, dit loon niet op de loonlijsten voor de uit voering van de Ziektewet behoeven te ver melden. Dit loon zal niet voor premie-be rekening in aanmerking komen. Naar aanleiding van het bovenstaande bericht, wordt nog bekend gemaakt, dat personen, die ter vervulling van hun mi litairen dienstplicht in werkelijken dienst zijn, niet verzekerd zijn krachtens de Ziek tewet. Het ligt derhalve voor de hand, dat ook andere bedrijfsvereenigingen voor de uitvoering van de Ziektewet geen premie zullen vragen over loon aan gemobiliseer- den doorbetaald, omdat vaststaat, dat voor dergelijke personen geen risico wordt ge dragen. De K.L.M. heeft nog steeds geen toestem ming verkregen over Duitschland, Frank rijk en Engeland te vliegen. Men verwacht ook niet dat zulks spoedig het geval zal zijn. De luchtverbindingen op een enkele na zijn verbroken. Het overtollige K.L.M. personeel der administratie is thans, meldt de Tel. naar allerlei crisisdiensten overge plaatst. Mocht de K.L.M. weer normaal gaan vliegen, dan kunnen deze krachten on middellijk in dienst der K.L.M. terugkomen. Aan enkele stewardessen is ontslag aan gezegd, doch het meerendeel heeft men bij crisisdiensten en andere instellingen weten onder dak te brengen. Het Engelsche ministerie van Voorlich ting deelt mede, dat gisteren voor de eerste maal schipbreukelingen per vliegtuig in veiligheid zijn gebracht. Twee vliegbooten redden n.l. de bemanning van het Br.tsche vrachtschip „Kensington Court". De toe stellen waren op patrouille, boven den At- lantischen Oceaan, toen zij S.O.S.-signalen opvingen van het zinkende stoomschip Tien minuten nadat het schip gezonken was, kwamen zij ter plaatse aan. Zij vonden een kleine overvolle boot, terwijl nog schip breukelingen in het water lagen, die zich aan de boot vastklemden, Terwijl de eene vliegboot de wacht hield in de lucht, streek de andere neer en nam veertien man aan boord, van wie eenigen in wanhopiger, toe stand verkeerden. Daarna daalde de twee de vliegboot en redde de overige twintig man. o Naar verluidt, zou de Belgische regeering overwegen in onmiddellijke onderhandelin gen te treden met de oorlogvoerende lan den teneinde de economische betrekkingen met hen te regelen. Gehoopt wordt, dat de uitwiseling van grondstoffen (koper, steen kool. cokes), afgewerkte staal en textiel producten, tegen levensmiddelen minerale ertsen, katoen enz. mogelijk zal blijken, doch tot dusver is nog niets positiefs gedaan. In verband met de tijdsomstandigheden is men voorts van plan, de marconisten op de Indië-route tijdelijk de functie van ste ward te laten waarnemen, hetgeen in de eerste plaats een financieele besparing be- teekent en in de tweede plaats meer ruim te geeft voor passagiers. De Duitsche minister dr. Goebbels, die volgens verscheidene buitenlandsche bladen gearresteerd zou zijn wegens oneenigheid met Goering, en die slechts aan executie zou zijn ontsnapt door persoonlijke tus- schenkomst van Hitier, heeft gisteren voor de vertegenwoordigers der buitenlandsche pers te Berlijn een rede gehouden. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt hier over: Goebbels nam krachtig stelling tegen de berichten in de buitenlandsche pers dat de Duitsche regeering, ofwel het opperbevel van de Duitsche weermacht het voornemen zou hebben de neutraliteit van België en Nederland te schenden. „United Press" heeft uit Parijs gemeld, dat de Britsch-Fransche generale staf be sloten heeft een sterke verdedigingslinie in te richten langs de Belgische grens, tenein de mogelijke Duitsche invallen door Bel gië tegen te kunnen houden. Minister Goebbels heeft hierop geant woord: „Ik ben in staat deze berichten ca tegorisch tegen te spreken. De Duitsche regeering heeft nooit het voornemen gehad, heeft ook thans niet dit voornemen en zal het ook in de toekomst pooit hebben, de neutraliteit van Nederland of België te schenden. Verder verklaarde dr. Goebbels zich be reid over dit punt, alsmede over andere vraagstukken opheldering te verstrekken. De vertegenwoordigers van de buitenland sche pers stelden hierna vragen, welke door den minister als volgt werden 'beant woord: Ook Luxemburg kan natuurlijk in deze verklaring worden inbegrepen. De Britsche berichten, dat het Rijnland van Aken tot Saarbruecken zou zijn ontruimd, omdat men hier een Franschen aanval verwacht, zijn niet overeenkomstig de waarheid. Noch de stad Aken, noch andere steden aan den Neder-Rijn zijn ontruimd. Na het beantwoorden van de vragen „Wie zijn het?" „Dat weet ik niet", antwoordde Carbhoy die probeerde iets te onderscheiden. „Er waren er vier, toen wij gevangen werden genomen", zei Hazel. De millionair keek ingespannen naar bui ten, zoodat hij Hazels glimlachje tegen Hip- Lee niet opmerkte. Maar ze leek nog steeds erg onder den indruk te zijn. „Er zjjn er wel acht of meer", riep hij. ,Ze klimmen van hun paard af!" „Ze komen naar het huis toe", riep Hazel angstig. Op dat oogenblik riep een luide stem te gen de mannen buiten: „Houdt het huis in de gaten, terwijl ik naar binnen ga. Laat niemand ontsnappen. Als er ook maar een haar op haar hoofd is gekrenkt, dan zullen ze er van lusten". De millionnair stond stokstijf stil midden in de kamer. Er was een vreemde blik in zijn oogen gekomen, dien Hazel in haar voorgewenden angst niet ontging. Ze zag, dat bij die stem van den spreker herkende en tegelijkertijd drukte zijn gezicht onge- loovigheid en verwondering uit. Toen werd de deur opengegooid en een groote gestalte trad binnen. Hazel vloog met uitgespreide armen op den binnenge- komene toe en riep uit: „Gordon, Gordon! Eindelijk! Ik dacht, dat je me nooit weer zou vinden!" Haar laatste woorden werden in zijn jas gesmoord, toen ze zich met een hysterischen kreet, die half lachen, half huilen moest voorstellen, in zijn armen wierp. Hazel, mijn arme, lieve Hazel! Ik ben bijna gek geworden, ik Gordon zweeg plotseling, terwijl hij het meisje nog in zijn armen hield. Hij hief sprak dr. Goebbels nog uit zichzelf een aart- tal onjuiste berichten tegen, bv. het bericht van den Amerikaanschen journalist Knickerbocker, dat de nationaal-socialisti- sche leiders in het buitenland geheime bank rekeningen zouden hebben geopend. Vervolgens zeide hij: „In de buitenland sche pers doen steeds meer berichten de ronde, dat gerekend moet worden op zeer ernstige moeilijkheden in het Protectoraat Bohemen en Moravië of dat deze moeilijk heden reeds nu te zien zouden zijn. Ook in dit geval kan ik deze berichten met klem tegenspreken. De toestand in het Protecto raat is absoluut kalm, en bevredigend voor onze behoeften. De derde tegenspraak zoo vervolgde Goebbels behoef ik U eigenlijk niet uit te spreken. Ik heb met groot genoegen in de buitenlandsche pers gelezen, dat ik reeds dood ben of dat ik ben afgetreden, of dat ik mij niet kan vereenigen met het oorlogsdoel van den Führer of de rijksregeering. Dit zijn zulke belachelijke, domme en naïeve praatjes, dat ik er niets op behoef te ant woorden. Ik maak hier alleen uit op, dat de Britsche leugenpropaganda ongeveer de zelfde wegen bewandelt als in de jaren 1914 tot 1918. De Britsche leugenpropaganda zou ook gelijk hebben, wanneer ondertusschen in Duitschland niet een afweer zou zijn in gesteld. U kunt begrijpen, dat ik met een zeker welbehagen deze pogingen van de Britsche regeering gadesla, nu plotseling een propaganda-ministerie in te stellen, dat hier ministerie van voorlichting wordt ge noemd, om de wereld met een vloed van leugens over Duitschland te overstelpen. Deze kinderlijke pogingen kunnen ons na tuurlijk niet beïnvloeden in onze rust en onze souvereine zekerheid. Ik zie derhalve ook geen aanleiding om ge ruchten, alarmeerende en valsche berichten over mijn persoon recht te zetten. Het ant woord, dat ik geef, is de Duitsche informa tie, wanneer U wilt de Duitsche propaganda en ik geloof, dat wij het op dit gebied, naast de groote successen, welke onze weermacht in Polen heeft bereikt, ook met succes te gen Engeland hebben opgenomen in de af geloopen weken". zijn hoofd op en keek recht in de oogen van zijn vader. „Vader! U hier?" Zijn stem was de ongeloovigheid en ver wondering zelf. „Zooals je ziet", merkte de millionnair droog op. „Ik heb haar heusch geen letsel toegebracht. Breng haar maar naar haar vader", zei hij, op de groote gestalte van Silas Mallinsbee wijzend, die met zijn oog klep gewapend in de deur stond. „Hij zal haar wel kunnen troostten, denk ik. Mis schien kun je me intusschen vertellen, hoe je ons hebt opgespoord". Zijn lachje ontwapende Gordon, die even wel meende ook iets van de ironie te be merken, die hij zoo goed van zijn vader kende. Hij keerde zich om en bracht Hazel bij Kaar vader met de woorden: „Mr. Mallinsbee, ze is heelemaal over stuur. Breng haar maar gauw naar bed. Arm kind. Ik zou Maar hij eindigde zijn zin niet. Hij keerde zich naar zijn vader, terwijl Hazel, die haar lachen haast niet kon inhouden, door haar stuursch kijkenden vader werd weggeleid. „Zeg vader, wat ter wereld heeft u hier gebracht?" De millionnair wierp een blik van koude woede op Hip-Lee en vroeg onbewogen: „Moet dat gele reptiel er bij blijven?" „Nee", antwoordde Gordon Hij wees naar de deur en zei tot den Mongool: „Ga weg!" waarop de aangesprokenen geruischloos verdween. De twee mannen keken elkaar aan. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5