;je
iw
een zoon van z'n vader.
KRONIEK VAN DEN DAG
De P.T.T. moet f 10 millioen uitkeeren aan de schatkist.
ieet"
IS
'1"
)NG,
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1939. No. 223.
Engelands repliek op Hitler's
rede.
Amerikaansche vliegtuigen naar
de Philippijnen.
De begrooting is 9.368.000
hooger dan die voor 1939.
HET TELEGRAFIEVERKEER NAM
1,5 TOE,
Van Gorkum,
De Postchèque- en Girodienst groeit»
Verheugende steun aan de
gemobiliseerden.
Giften van 0.25 tot 500.
Een nationaal representatief
gebouw in Den Haag.
Regeering vraagt in totaal 1.650.000
voor bouwkosten.
DE „NIEUW AMSTERDAM"
VERTREKT DONDERDAGNACHT,
DE WIJKVERPLEEGSTER EN DE
OORLOG.
GAGEVERHOOGING BIJ DE
ZEEVAART.
Jiefst
van
24.
door
JRG
kdag-
ge-
ïver.
>one,
^ad-
Ip. p.
ranaf
seer-
/ette
btuk,
en
land-
I Fir-
Tel.
we-
sema
lorde
Irven
'ost.
burg.
3ak-
Engeland heeft onmiddellijk na het uit
breken van den oorlog een ministerie van
voorlichting ingesteld, welks taak het is, de
publieke opinie in de hand te houden, en
daarmede het moreel van het Britsche volk
te schragen. Aanvankelijk werkte dit mi
nisterie zeer gebrekkig, zoozeer, dat er in
de Britsche pers en eveneens in het Lager
huis bittere klachten geslaakt werden. Men
heeft toen een ervaren journalist, den
hoofdredacteur van de „Daily Telegraph",
lord Camrose, aan het nieuwe departement
verbonden, en nu gaat het veel beter. Zoo
verscheen eenige uren, nadat Hitier Dins
dagavond zijn redevoering te Dantzig had
uitgesproken een uitvoerig communiqué,
waarin op uiterst zakelijke, maar desal
niettemin scherpe wijze de Führer van re
pliek werd gediend.
Hitler's rede, aldus het communiqué,
staat vol met grove onjuiste voorstellingen
zooals die gewoonlijk uit zijn mond komen,
en waaraan de wereld thans gewend raakt.
„Het is verrassend, dat een man, die zulk
een verantwoordelijke positie inneemt, het
waagt zich met zijn eigen woorden te ver-
veroordeelen".
Naar aanleiding van Hitler's bewering
over mishandeling van de Duitsche minder
heid in Polen sedert den dood van maar
schalk Pilsudski merkt het communiqué
op, dat de wereld op deze mishandelingen
niet reageerde, om de zeer eenvoudige re
den, dat van Pilsudski's dood af tot de len
te van dit jaar Hitier zijn betrekkingen met
Polen als uitstekend voorstelde. In Duitsch-
land werd geen woord gezegd over mishan
deling van Duitschers in Polen.
Integendeel, Hitier zelf heeft in zijn Rijks
dagrede van 21 Mei 1935 zijn vriendschap
met Polen als volgt omschreven: „Wij er
kennen den Poolschen staat als het tehuis
van een groote patriottische natie met het
begrip en de hartelijke vriendschap van
oprechte nationalisten".
In zijn Rijksdagrede van 20 Febr. 1938
heeft Hitier verklaard:
„In het vijfde jaar na het van kracht wor
den van het eerste groote internationale
verdrag, dat Duitschland gesloten heeft,
verklaren wij met oprechte bewondering,
dat onze betrekkingen met den staat, met
wien wjj misschien de grootste geschillen
hadden, niet alleen gekenmerkt werden
door ontspanning, maar dat ook in den
loop der jaren die betrekkingen geleid heb
ben tot een steeds vriendschappelijker wor
dende toenadering", enz.
„Ik kan wel zeggen, dat, sedert de Vol
kenbond een nieuwen hoogen commissaris
benoemd heeft, deze voor .den vrede van
Europa uiterst gevaarlijke plaats (Dantzig)
volkomen haar dreigend karakter verloren
heeft. De Poolsche staat eerbiedigt de na
tionale rechten in zijn land en deze stad en
Duitschland eerbiedigt de Poolsche rechten.
Zoodoende was het mogelijk den weg naar
verzoening te vinden, welke met Dantzig
begon, waardoor wij er in slaagden alle
wrijving tuschen Duitschland en Polen uit
den weg te ruimen en het mogelijk te ma
ken in ware eensgezindheid samen te wer
ken".
Op 26 September 1938 heeft Hitler in het
Sportpaleis te Berlijn gezegd: „Polen wordt
bestuurd door een man, door wiens mede
werking het mogelijk was in minder dan
een jaar een accoord tot stand te brengen,
welke het gevaar van een botsing voor den
tijd van tien jaar uitsloot en wij zijn er al
len van overtuigd, dat dit accoord tot duur
zame ontspanning zal leiden. Wij erkennen,
dat er twee naties zijn, die naast elkaar
moeten leven en waarvan de eene niet in
staat is de andere te doen verdwijnen".
„Een staat met 33 millioen inwoners zal
er steeds naar streven een uitweg naar zee
te hebben en daarom is een middel tot ver
zoening gevonden en geconsolideerd. Dat
was een werkelijk vreedzame daad, die
meer waard is, dan al het gepraat in het
paleis van den Volkenbond te Genève".
„Hitier vraagt in zijn rede te Dantzig",
zoo vervolgt het communiqué, „onder ver
wijzing naar zijn voorstellen aan Polen voor
een regeling: „Ik weet niet, wat de geestes
gesteldheid der Poolsche regeering was,
toen zij deze voorstellen afwees". Het ant
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE— v. d. MADE.
65).
En boven zat James Carbhoy op zijn ge
mak in een schommelstoel voor een schrijf
bureau en probeerde zich bij het licht van
een petroleumlamp te verdiepen in „De ge
schiedenis der verovering van Mexico".
Geen enkel woord van de bladzijden, die
hij had gelezen, drong tot hem door. Hij was
er met zijn gedachten niet bij. Hij was ge
ïrriteerd en wat moedeloos tegelijk.
Hij zat hier nu al zeven weken in dit dal
gevangen en het begon hem knapjes te ver
velen. Zeven lange weken was hij hier al
leen geweest, en zelfs aan Hazel's gezel
schap had hij niets, omdat Hip-Lee haar
steeds achtervolgde. Ware dit niet zoo ge
weest, dan had hij zijn verblijf hier stellig
meer gewaardeerd, want hij mocht het
meisje graag en bewonderde haar.
Ondanks het feit, dat ze zich op dien
avond, toen hij met haar had gepraat, had
verraden en hij er nu van overtuigd was,
dat zij medeplichtig was aan zijn gevangen
neming was hij toch menschelijk genoeg om
dit over het hoofd te zien en te erkennen,
dat ze een buitengewoon charmant wezen
tje was.
Ja, hij had wel begrepen, dat het door
gestoken kaart was en zij de dochter van
Mallinsbee van Buffalo Point was. De heele
zaak was natuurlijk een financieele zet van
Mallinsbee en diens handlangers. Op het
«ogenblik, dat hij had vernomen, dat zy zijn
woord hierop is, dat de Poolsche regeering
voor oogen had het schandelijke verraad
van de plechtige verzekeringen, die de
Duitsche regeering te München gegeven
had.
De Poolsche regeering wist, dat die ei-
schen slechts het begin waren van nieuwe
afpersingen. De belofte van „Duitschland
heeft thans geen andere territoriale ver
langens in Europa meer" heeft Hitier te
flagrant en te dikwijls gebroken.
Het verhaal van Hitler's geschonden be
loften is zoo lang, dat hij nauwelijks kan
verwachten, dat Groot-Britannië gelooft,
dat de Duitsche aspiraties beperkt zijn en
dat Duitschland in het Westen geen nieuwe
verlangens heeft.
Laat ons nu eens vergelijken, aldus het
Britsche communiqué, hetgeen Hitler over
Rusland zeide, met hetgeen hij ons vertel
de, toen het Von Ribbentrop's taak was
Groot-Britannië te overtuigen van het
Russische gevaar.
In de Rijksdagzitting van 30 Januari 1937
zeide Hitier: „Het bolsjewisme is de leer
van de wereldrevolutie, dat wil zeggen, de
vernietiging der wereld. Wij beschouwen
het bolsjewisme als een ondraaglijk gevaar
voor de wereld. Wjj zullen trachten dat ge
vaar van het Duitsche volk af te wenden
en daarom streven wjj er naar het Duitsche
volk zoo immuun mogelijk te maken voor
de besmetting. Daarom is het noodzakelijk,
elk contact met de dragers van dien gifba
cil te vermijden. Ik verzoek allen Duitschen
arbeiders elk contact en alle betrekkingen
met de internationale parasieten te ver
mijden. Men zal mij dan ook nooit met hen
zien eten en drinken".
„Elke band door een verdrag tusschen
Duitschland en het huidige bolsjewistische
Rusland zou zonder eenige waarde zijn".
Op het Neurenbergsche partijcongres van
14 September 1937 verklaarde Hitier: „Ik
weiger met den meesten nadruk samen te
gaan met die krachten, welker program de
vernietiging van Europa is. De weigering
met dergelijke elementen samen te werken
beteekent niet, dat ik mij isoleer, maar dat
ik mij bescherm".
In de Rijksdagzitting van 20 Februari
1938 zeide Hitier: „Er is een staat, waar
mede wij geen nauwe betrekkingen wen-
schen. Ik bedoel Sovjet-Rusland. Wij be
schouwen het bolsjewisme nog steeds als
de incarnatie der vernietigende elementen
in de menschelijke natuur en wij doen dit
thans meer dan ooit te voeren".
Tenslotte, zoo besluit het Britsche com
muniqué, is Hitler's verslag van de omstan
digheden, welke tot het uitbreken van den
oorlog geleid hebben, een verdraaiing der
feiten. Hitler was vastbesloten tot den oor
log over te gaan en hij hoopte tot het laat
ste oogenblik, dat Groot-Britannië zijn ver
dragsverplichtingen tegenover Polen niet
zou nakomen. Pas twee dagen na den in
val in Polen, toen er geen antwoord ont
vangen was op de Britsche nota's werd de
Duitsche regeering een ultimatum gesteld.
Havas meldt uit Honoloeloe:
Veertien vliegtuigen der Amerikaansche
marine zijn uit Pearl Harbour (Hawai)
naar Manilla (Philippijnen) vertrokken. Op
de vleugels der toestellen zijn de Amerikaan
sche kleuren aangebracht. De marine-auto
riteiten geven geen bijzonderheden over de
zen vliegtocht.
Hoewel dit tot deze kwestie in geenerlei
verband behoeft te bestaan, is het wellicht
toch de moeite waard te herinneren aan de
Japansche veronderstelling, dat Amerika
van plan zou zijn het werk van Engeland
en Frankrijk in het Verre Oosten over te
nemen, nu deze landen hun opmerkzaam
heid moeten richten op het gebeuren in
Europa. Japan heeft verklaard al was dit
officieus dat het een dergelijke handel
wijze van de Vereenigde Staten niet zou
accepteeren.
Het is ook mogelijk, dat het zenden van
deze vliegtuigen slechts aan Japan wil zeg
gen: „Denk niet, dat de Westersche mo
gendheden de Stille Zuidzee uit het oog
verliezen."
En tenslotte kan het een doodgewone
oefentocht zijn
dochter was, had hij alles doorzien. Hij had
geen inlichtingen meer noodig. Zijn scherpe
verstand en zijn begrip van Amerikaansche
zakenmethoden hadden hem dit alles dade
lijk volledig doen begrijpen.
De details waren hem eerst nog niet ge
heel duidelijk geweest, maar zelfs die begon
hij geleidelijk aan in zijn lange uren van
eenzaamheid te overzien.
Wat hem nu al dagen lang erg bezig
hield, was de gedachte aan Slosson. Was
zijn vertrouwde agent omgekocht? Dat leek
niet waarschijnlijk, daar Slosson zelf had
aangeraden om het depót in Snake's Fall
te laten «zetten, hetgeen niet strookte met
de belangen van Mallinsbee. Was hij ook
gevangen genqmen Dat lag meer voor de
hand. Maar dan had hij te doen met een
ongewoon brutaal en scherpzinnig stel men-
schen!
Ook het feit, dat ze hem hier kalm lie
ten zitten en zich nooit vertoonden, verwon
derde en verontrustte hem zelfs. Wat kon
den ze bij den spoorweg bereiken, zonder
dat hij er in gekend was? Absoluut niets,
verzekerde hij zichzelf. Wat was dan de
opzet van dit alles? Dit kon hij maar niet
begrijpen en die onzekerheid prikkelde en
kwelde hem steeds meer.
Deze dingen hielden zijn gedachten be
zig, terwijl hij de geschiedenis zat te lezen
van menschen met onmogelijke namen en
daardpor kon deze roman hem niet boeien.
Tenslotte zette hij het boek weg en maakte
zich gereed om naar bed te gaan, waar hij
dan vele uren lang slapeloos en in zorgen
zou liggen woelen.
Hij legde een schoone pyama klaar en
begon zich te ontkleeden. Toen hij zijn over
hemd half uit had, bleef hy plotseling ste-
Aan de Memorie van Toelichting wordt
het volgende ontleend
Bij de afweging van de belangen van de
gebruikers, 't bedrijf en de Schatkist, welke
drie factoren steeds bij de samenstelling
van de begrooting een rol spelen, heeft
tot leedwezen van den minister, als ge
volg van de tegenwoordige tijdsomstandig
heden, het belang van de Schatkist nog
zwaarder gewicht in de schaal gelegd dan
over vorige jaren het geval is geweest.
Dit heeft er toe geleid de uitkeering aan
de Schatkist van 8,500,000 te verhoogen
tot 10,000,000.
Dit is overigens nog niet gepaard ge
gaan met een aanpassing van de cijfers
der begrooting aan de verwachtingen, die
de thans ingetreden oorlogstoestand me
debrengt. Met name zyn de opbrengstcij-
fers nog niet verminderd! De volstrekt
onoverzichtelijke gevolgen, die uit de hui
dige internationale verhoudingen met be
trekking tot post-, telegraaf- en telefoon
verkeer kunnen voortvloeien, maken het
onmogelijk te schatten, hoe het verloop
van het verkeer zal zijn.
De totalen der lasten en baten,, ver
meld in deze begrooting, zijn 9,368,000
hooger dan die voor 1939.
Als algemeene oorzaken van de stij
ging der lasten kunnen genoemd worden
de toenemende verkeersomvang en de uit
breiding van de noodige apparatuur, als
mede de verhooging van de bijdrage aan
de algemeene middelen van 8,500,000 op
10,000,0001 Voorts wijst de minister
o.a. op de volgende lastenstijgingen in het
bijzonder:
1. De stijging der loonen, ten gevolge
van den thans geheel doorgevoerden acht-
urigen werkdag bij het bestellend perso
neel en een nieuwe regeling van de ver
goedingen aan stationhouders.
2. De stijging der gebouwenkosten en
algemeene kosten ten gevolge van de
daaronder opgenomen kosten ten behoe
ve van de luchtbescherming.
De in het laatste kwartaal van 1937 be
gonnen daling van het buitenlandsche te-
legraafverkeer zétte zich gedurende de
eerste maanden van 1938 voort, waarna
tot het einde van dat jaar een lichte
toeneming van dit verkeer viel waar te
nemen.
Vergeleken met 1937 verminderde het
aantal met het buitenland gewisselde te
legrammen de transittelegrammen bui
ten beschouwing gelaten met ruim
150,000.
De op 1 Februari 1937 ingevoerde aan
zienlijke verlaging van het tarief voor
fcmnenlandsche telegrammen deed haar
stimuleerenden invloed op het verkeer
ook in 1938 in ruime mate gelden.
Het aantal in dit verkeer verzonden
telegrammen, dat in 1937, vergeleken met
1936, met ruim 249,000 toenam, was in
1938 nog ruim 270,000 hooger dan in
1937.
Het binnenlandsch veykeer nam in
1938 toe met 19 pet. (tegen 21 pet', in
1937),
Het Europeesch verkeer verminderde
met 3,3 pet. (in 1937 nam het toe met
9,4 petHet buiten-Europeesch verkeer
verminderde met 5,3 pet. (in 1937 nam
het toe met 10,5 pet
Het aantal transittelegrammen vermin
derde met 20 pet. (tegen 5,3 pet. in
1937).
Het totale verkeer nam als gevolg van
een en ander toe met 1,5 pet. (in 1937
met 11,8 pet.)
TELEFONIEu
De ontwikkeling van het interlocale
telefoonverkeer blijft bevredigend. Het
aantal interlocale gesprekken steeg in
1938 ten opzichte van 1937 van 47,408,755
tot 55,633,023, een vooruitgang van
8,224,268 gesprekken of 17,3 pet. Deze
stijging heeft zich in den loop van dit
Het is onmogelijk tot een zegen te
zijn, en zich niet gezegend te gevoe
len.
ken en luisterde scherp.
Een vreemd geluid had zyn oor getroffen,
ongewoon voor dit uur. Na eenige oogen-
blikken met ingehouden adem te hebben
geluisterd, kleedde hij zich snel weer aan.
Hij draaide het licht uit, opende zijn gordij
nen, schoof het venster verder op, ging er
voor zitten en keek uit in den donkeren,
maanloozen nacht.
Hij hoorde het geluid nog steeds: het
was het geluid van naderende paardenhoe
ven in de verte. Het was nog vaag, maar
toch duidelijk te onderscheiden en voor de
ongeoefende ooren van den man' leek het,
alsof er een groot aantal paarden in aan
tocht was. Wat was het doel? vroeg hy zich
af en een gevoel van opwinding maakte
zich van hem meester.
Vijf minuten later werd zyn aandacht in
een andere richting getrokken. Er waren
nog meer geluiden te hooren, die van vlak
bij het huis schenen te komen. Zijn opwin
ding nam toe. In al die weken had hij geen
spoor van zyn gevangennemers gezien. Nu
waren ze waarschijnlijk vlak bij en hielden
de wacht. Hij vroeg zich af, of ze hier mis
schien eiken nacht waren geweest, zonder
dat hij ze ooit had opgemerkt.
Het was moeilijk te begrijpen, waarom
die ménschen zich buiten verzamelden. Hij
hoorde hen fluisterend met elkaar spreken
en onderscheidde duidelijk het getrappel
jaar in overeenkomstige mate voortge
zet.
De groei van het aantal telefoonaanslui
tingen blijft zich eveneens in stijgende lijn
ontwikkelen. De zuivere aanwas beliep
in 1938 12,159 aansluitingen tegen 11,931
in 1937.
In verband met een en ander kan de
opbrengst van de locale en interlocale ge
sprekken op 20,900,000 geraamd worden
tegen over 17,065,000 voor 1939.
Voor het internationaal verkeer be
draagt de raming 3,200,000 tegen
2,675,000 voor 1939.
Deze dienst blijft zich nog steeds in
sterke mate ontwikkelen.
De raming der rente, gekweekt door de
belegging kan pherdoor gesteld worden
op 6,200,000, dat is 600,000 meer dan
de raming voor 1939.
In totaal is geraamd voor 1940
9;,164,000 tegenover een raming Voor
1939 van 8,514,000. De hoogere raming
der lasten komt vrijwel geheel voor re
kening van de uitbreiding van den dienst.
In totaal is uitgetrokken 5,932,000
tegenover een raming van 5,457,000 in
de begrooting voor 1939.
Het Hoofdbestuur van de Kon. Nat. Ver.
tot steun aan miliciens kan met dankbare
voldoening de eerste resultaten vermelden
van de opwekking der regeering om de
vereeniging te steunen in haar hulp aan de
gemobiliseerden.
Gedurende de eerste vier dagen na de
publicatie van de regeeringstoezegging om
een even groote som aan subsidie te ver
strekken, als het totaal der giften van
particuliere zijde bedraagt, hebben om
streeks 200 personen en instellingen in het
geheel bijna 5000 geschonken. Met de te
verwachten subsidie beteekent dit reeds bij
na tienduizend gulden ten bate van de ge
mobiliseerden, die ten gevolge van hun op
roeping bijzonder nadeel hebben moeten on
dervinden.
Het is stellig de vermelding waard, dat
de „eerste steen" van genoemd bedrag is
gelegd door een oud moedertje uit een
Amsterdamsch hofje, dat er al vroeg bij
was om persoonlijk haar kwartje op het
secretariaat der vereeniging te bezorgen en,
als bewijs van haar veteraanschap, met
trots een gedicht op de mobilisatie 1914
1918 opzegde.
Een ander ontroerend bewijs van spon
tane reactie vormde een gemeenschappe
lijke bijdrage van 3.50, afkomstig van 13
bewoonsters eener stichting.
Per post deed een onbekend gebleven ot-
ficiersvrouw tien gulden aan de vereeniging
toekomen, voorts zegden reeds eenige per
sonen periodieke bijdragen toe.
Het overgroote deel van de ingekomen
giften werd per giro ontvangen en varieer
de van 0.25 tot 500.
Behalve financieele bijdragen mocht de
vereeniging aanbiedingen voor persoonlijke
hulpverleening ontvangen. Een accountant
verklaarde zich bereid gratis de administra
tie bij te houden voor een gemobiliseerde,
indien deze geen vervanger kon betalen.
Iemand anders bood belangeloos hulp in een
manufacturenwinkel aan. Moge vooral
dergelijke persoonlijke dienstvaardigheid
jegens de gemobiliseerden zich openbaren!
Om de bijdragen zoo goed mogelijk te be
steden, stelt de vereeniging zich voor in
samenwerking te handelen met andere in
stellingen, o.m. zulke, die deskundige voor
lichting kunnen verschaffen aangaande de
urgentie van gevraagde hulp. Dit geschied
de in de mobilisatiejaren 19141918 even
eens, toen in totaal ongeveer 6% millioen
gulden de vereeniging passeerde, meeren-
deels gevormd door eenmalige uitkeeringen
by vertrek van de gemobiliseerden met
groot verlof.
Het adres is: Kon. nat. ver. tot steun aan
miliciens „Stamil", Weteringschans 96, Am
sterdam (C), postgirorekening no. 12459.
van hun paarden. Hij wenschte, dat de maan
scheen, zoodat hij iets zou kunnen zien.
Nu werden de geluiden in de verte luider,
en de mannen beneden begonnen minder
voorzichtig te spreken, waaruit James
Carbhoy opmaakte, dat er iets ernstigs op
til was.
Hij nam plotseling een besluit en stond
op. Hy liep snel naar de deur en opende
die. Het huis was doodstil. Hij ging de trap
af en liep naar de deur van de zitkamer,
waar hij even bleef luisteren. Toen deed hij
voorzichtig de deur open en keek naar bin
nen. De lamp brandde en naast de tafel, die
reeds gedekt was voor het ontbijt van den
volgenden morgen, zat Mallinsbee's dochter
met haar rug naar hem toegekeerd. Hij
ontdekte vervolgens tot zijn leedwezen ook
het gele gezicht van Hip-Lee bij een der
vensters.
Hij ging echter toch naar binnen en Ha
zel keerde zich om. Hy keek naar haar ern
stig, eenigszins betrokken gezicht, zoodat
de man den indruk kreeg, dat ze erg ge
schrokken was.
„Wat is er aan de hand?" vroeg hij on
gewoon bruusk.
Het meisje bekeek hem oplettend. Se
vreesde wantrouwen op zyn gezicht te zul
len lezen, en een zucht van verlichting ont
snapte haar, toen ze bemerkte, dat haar
vrees ongegrond was.
„Dat probeeren wij ook al te weten te
komen", antwoordde ze, met een half ang-
stigen, hulpeloozen blik.
De man slikte het antwoord, dat hij in
de mond had, weer in en bedacht, dat ze
Mallinsbee's dochter was en bovendien zeld
zaam charmant. Aan eerstgenoemde
wenschte hij niets te laten blijken, terwijl
hij tegenover laatstgenoemde alle hoffelijk
Op de begrooting van financiën is een
eerste termijn van 200,000 uitgetrokken
voor den bouw van een representatief ge
bouw op het landgoed „Sorghvliet" te 's-
Gravenhage, waarvan de regeering de to
tale kosten schat op ongeveer 1,650,000.
De toelichting tot dezen post luidt als
volgt:
Bij de wet van 28 Maart 1930 werd de
toenmalige minister van Financiën gemach
tigd tot het aangaan van een overeenkomst
van schenking waarbij het landgoed
„Sorghvliet" te 's-Gravenhage in eigendom
overging aan den staat der Nederlanden.
Volgens de daarbij in acht te nemen voor
waarden zou het landgoed moeten worden
aangewend voor de verwezenlijking van een
nationale bestemming, tot uiting komende
in de stichting van een representatief ge
bouw, terwijl het landgoed in zijn geheel
aan de schenkers zou terugkomen, indien
niet binnen tien jaar tyds met den bouw
van een representatief gebouw een begin
mocht gemaakt zyn.
De aan het geschonkene 'te geven nati
onale bestemming, tot uiting komende in de
stichting van een representatief gebouw,
laat slechts weinig mogelijkheden toe. Na
breede overwegingen meent de regeering,
dat aan de schenkingsvoorwaarden zal vol
doen een naar de eischen des tijds ingericht
gebouw, bestemd voor het houden van re
cepties, congressen, conferenties en plech
tige bijeenkomsten. Het plan met beschrij
ving van dit gebouw is ter griffie van de
Tweede Kamer ter inzage gelegd. De totale
kosten worden op ongeveer 1,650.000 ge
raamd. Ingevolge de akte van schenking
zal met den bouw v o o r 5 Juni 1940 moe
ten zyn begonnen.
o
De Holland-Amerika Lijn maakt bekend,
dat het vertrek van de „Nieuw Amsterdam"
is vastgesteld in den nacht van Donderdag
op Vrijdag.
De inscheping zal geschieden op Donder
dag 21 September, des avonds tusschen acht
en tien uur.
Zooals men weet, was het vertrek van
de „Nieuw Amsterdam" uitgesteld daar de
bemanning weigerde te monsteren zonder
de vaste toezegging van de door haar ver
langde gageverhooging.
Nederland hoopt vurig buiten den oorlog
te blijven en doet al zijn best daarvoor.
Niettemin kan het zyn nut hebben, by een
eventueel betrekken van ons land in den
oorlog door anderen, te weten waaraan
men zich te houden heeft.
Zoo is er van verschillende zijden de
vraag gesteld of wanneer ons land on
verhoopt in oorlog mocht komen de
wijkzusters van het Groene en Wit-gele
Kruis haar diensten moeten gaan verleenen
aan het Roode Kruis.
Dit is niet het geval.
De wijkverpleegsters blijven bij haar ver-
eenigingen in dienst. Juist in oorlogstijd zal
van de wijkverpleegsters meer werk ge
vraagd worden dan in vredestijd, in ver
band met de omstandigheid, dat tal van
doktoren in militairen of Roode Kruisdienst
zijn, terwijl ook vele gewone verpleegsters
in de ziekenhuizen en hulpziekenhuizen ten
behoeve van de militairen werkzaam zul
len zyn. In oorlogstijd zal dus eerder naar
uitbreiding van het aantal wijkzusters ge
streefd worden dan naar beperking.
De Bond van werkgevers ter koopvaardij
heeft met de contactcommissie der werk
nemersbonden ter koopvaardij gedurende
de laatste dagen onderhandeld over bijsla
gen op de gages in verband met den oor
logstoestand. Hierover is thans overeen
stemming bereikt en voor de verschillende
vaarten zijn de bijslagen vastgesteld. De bij
zonderheden van de regeling zullen binnen
kort worden gepubliceerd.
heid aan den dag wilde leggen.
„Onze oppasser is op zijn post, en er komt
iemand hierheen", zei de millionair. „Als
het hier niet zoo rustig was, zou ik haast
denken dat er onraad is".
„Ja, dat idee heb ik ook", zei Hazel be
zorgd. Ze had al haar acteertalenten ver
zameld en zou die zoo goed mogelijk ge
bruiken. „Ik zou wel eens willen weten,
wat er gaande is".
„Het lykt me, dat het de mannen zijn die
ons gevangen hebben genomen", merkte
Carbhoy droog op.
„U denkt, dat onze familie te weten is
gekomen, waar we zijn en dat ze ons nu
te hulp komen?"
De millionair lachte om de onschuldige,
vragende oogen, die, zooals hij wist, hem
glashard belatafelden.
„Dat bedoelde ik niet bepaald", zei hij.
„Misschien, beginnen de moeilijkheden nog
niet dadelijk." Hij keek naar den Chinees,
die als een sfinx bij de gordijnen stond.
„Moet hij daar blijven?" vroeg hij, het meis
je bijna smeekend aanziend.
Hazel trok de stoute schoenen aan en
wimpelde de vraag zoo goed mogelijk af:
„Trek u niets van hem aan. We kunnen
er niets aan doen. Ik durf hem niet te be-
leedigen". Ze deed, alsof ze huiverde.
De millionair lachte waarover het meisje
zich verwonderde. Ze zou graag willen we
ten, wat de reden van dien lach was. Ze
deed echter nog steeds alsof ze erg angstig
was. Ze zou haar rol tot het einde volhou
den.
„Luister", Carbhoy keerde zich om en
luisterde ingespannen. Het meisje volgde
zijn voorheeld. De millionair keek eenigs
zins ongeloovig.
(Wordt vervolgd).