;je iw een zoon van z'n vader. KRONIEK VAN DEN DAG De P.T.T. moet f 10 millioen uitkeeren aan de schatkist. ieet" IS '1" )NG, TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1939. No. 223. Engelands repliek op Hitler's rede. Amerikaansche vliegtuigen naar de Philippijnen. De begrooting is 9.368.000 hooger dan die voor 1939. HET TELEGRAFIEVERKEER NAM 1,5 TOE, Van Gorkum, De Postchèque- en Girodienst groeit» Verheugende steun aan de gemobiliseerden. Giften van 0.25 tot 500. Een nationaal representatief gebouw in Den Haag. Regeering vraagt in totaal 1.650.000 voor bouwkosten. DE „NIEUW AMSTERDAM" VERTREKT DONDERDAGNACHT, DE WIJKVERPLEEGSTER EN DE OORLOG. GAGEVERHOOGING BIJ DE ZEEVAART. Jiefst van 24. door JRG kdag- ge- ïver. >one, ^ad- Ip. p. ranaf seer- /ette btuk, en land- I Fir- Tel. we- sema lorde Irven 'ost. burg. 3ak- Engeland heeft onmiddellijk na het uit breken van den oorlog een ministerie van voorlichting ingesteld, welks taak het is, de publieke opinie in de hand te houden, en daarmede het moreel van het Britsche volk te schragen. Aanvankelijk werkte dit mi nisterie zeer gebrekkig, zoozeer, dat er in de Britsche pers en eveneens in het Lager huis bittere klachten geslaakt werden. Men heeft toen een ervaren journalist, den hoofdredacteur van de „Daily Telegraph", lord Camrose, aan het nieuwe departement verbonden, en nu gaat het veel beter. Zoo verscheen eenige uren, nadat Hitier Dins dagavond zijn redevoering te Dantzig had uitgesproken een uitvoerig communiqué, waarin op uiterst zakelijke, maar desal niettemin scherpe wijze de Führer van re pliek werd gediend. Hitler's rede, aldus het communiqué, staat vol met grove onjuiste voorstellingen zooals die gewoonlijk uit zijn mond komen, en waaraan de wereld thans gewend raakt. „Het is verrassend, dat een man, die zulk een verantwoordelijke positie inneemt, het waagt zich met zijn eigen woorden te ver- veroordeelen". Naar aanleiding van Hitler's bewering over mishandeling van de Duitsche minder heid in Polen sedert den dood van maar schalk Pilsudski merkt het communiqué op, dat de wereld op deze mishandelingen niet reageerde, om de zeer eenvoudige re den, dat van Pilsudski's dood af tot de len te van dit jaar Hitier zijn betrekkingen met Polen als uitstekend voorstelde. In Duitsch- land werd geen woord gezegd over mishan deling van Duitschers in Polen. Integendeel, Hitier zelf heeft in zijn Rijks dagrede van 21 Mei 1935 zijn vriendschap met Polen als volgt omschreven: „Wij er kennen den Poolschen staat als het tehuis van een groote patriottische natie met het begrip en de hartelijke vriendschap van oprechte nationalisten". In zijn Rijksdagrede van 20 Febr. 1938 heeft Hitier verklaard: „In het vijfde jaar na het van kracht wor den van het eerste groote internationale verdrag, dat Duitschland gesloten heeft, verklaren wij met oprechte bewondering, dat onze betrekkingen met den staat, met wien wjj misschien de grootste geschillen hadden, niet alleen gekenmerkt werden door ontspanning, maar dat ook in den loop der jaren die betrekkingen geleid heb ben tot een steeds vriendschappelijker wor dende toenadering", enz. „Ik kan wel zeggen, dat, sedert de Vol kenbond een nieuwen hoogen commissaris benoemd heeft, deze voor .den vrede van Europa uiterst gevaarlijke plaats (Dantzig) volkomen haar dreigend karakter verloren heeft. De Poolsche staat eerbiedigt de na tionale rechten in zijn land en deze stad en Duitschland eerbiedigt de Poolsche rechten. Zoodoende was het mogelijk den weg naar verzoening te vinden, welke met Dantzig begon, waardoor wij er in slaagden alle wrijving tuschen Duitschland en Polen uit den weg te ruimen en het mogelijk te ma ken in ware eensgezindheid samen te wer ken". Op 26 September 1938 heeft Hitler in het Sportpaleis te Berlijn gezegd: „Polen wordt bestuurd door een man, door wiens mede werking het mogelijk was in minder dan een jaar een accoord tot stand te brengen, welke het gevaar van een botsing voor den tijd van tien jaar uitsloot en wij zijn er al len van overtuigd, dat dit accoord tot duur zame ontspanning zal leiden. Wij erkennen, dat er twee naties zijn, die naast elkaar moeten leven en waarvan de eene niet in staat is de andere te doen verdwijnen". „Een staat met 33 millioen inwoners zal er steeds naar streven een uitweg naar zee te hebben en daarom is een middel tot ver zoening gevonden en geconsolideerd. Dat was een werkelijk vreedzame daad, die meer waard is, dan al het gepraat in het paleis van den Volkenbond te Genève". „Hitier vraagt in zijn rede te Dantzig", zoo vervolgt het communiqué, „onder ver wijzing naar zijn voorstellen aan Polen voor een regeling: „Ik weet niet, wat de geestes gesteldheid der Poolsche regeering was, toen zij deze voorstellen afwees". Het ant Naar het Engelsch door T. TEN HAVE— v. d. MADE. 65). En boven zat James Carbhoy op zijn ge mak in een schommelstoel voor een schrijf bureau en probeerde zich bij het licht van een petroleumlamp te verdiepen in „De ge schiedenis der verovering van Mexico". Geen enkel woord van de bladzijden, die hij had gelezen, drong tot hem door. Hij was er met zijn gedachten niet bij. Hij was ge ïrriteerd en wat moedeloos tegelijk. Hij zat hier nu al zeven weken in dit dal gevangen en het begon hem knapjes te ver velen. Zeven lange weken was hij hier al leen geweest, en zelfs aan Hazel's gezel schap had hij niets, omdat Hip-Lee haar steeds achtervolgde. Ware dit niet zoo ge weest, dan had hij zijn verblijf hier stellig meer gewaardeerd, want hij mocht het meisje graag en bewonderde haar. Ondanks het feit, dat ze zich op dien avond, toen hij met haar had gepraat, had verraden en hij er nu van overtuigd was, dat zij medeplichtig was aan zijn gevangen neming was hij toch menschelijk genoeg om dit over het hoofd te zien en te erkennen, dat ze een buitengewoon charmant wezen tje was. Ja, hij had wel begrepen, dat het door gestoken kaart was en zij de dochter van Mallinsbee van Buffalo Point was. De heele zaak was natuurlijk een financieele zet van Mallinsbee en diens handlangers. Op het «ogenblik, dat hij had vernomen, dat zy zijn woord hierop is, dat de Poolsche regeering voor oogen had het schandelijke verraad van de plechtige verzekeringen, die de Duitsche regeering te München gegeven had. De Poolsche regeering wist, dat die ei- schen slechts het begin waren van nieuwe afpersingen. De belofte van „Duitschland heeft thans geen andere territoriale ver langens in Europa meer" heeft Hitier te flagrant en te dikwijls gebroken. Het verhaal van Hitler's geschonden be loften is zoo lang, dat hij nauwelijks kan verwachten, dat Groot-Britannië gelooft, dat de Duitsche aspiraties beperkt zijn en dat Duitschland in het Westen geen nieuwe verlangens heeft. Laat ons nu eens vergelijken, aldus het Britsche communiqué, hetgeen Hitler over Rusland zeide, met hetgeen hij ons vertel de, toen het Von Ribbentrop's taak was Groot-Britannië te overtuigen van het Russische gevaar. In de Rijksdagzitting van 30 Januari 1937 zeide Hitier: „Het bolsjewisme is de leer van de wereldrevolutie, dat wil zeggen, de vernietiging der wereld. Wij beschouwen het bolsjewisme als een ondraaglijk gevaar voor de wereld. Wjj zullen trachten dat ge vaar van het Duitsche volk af te wenden en daarom streven wjj er naar het Duitsche volk zoo immuun mogelijk te maken voor de besmetting. Daarom is het noodzakelijk, elk contact met de dragers van dien gifba cil te vermijden. Ik verzoek allen Duitschen arbeiders elk contact en alle betrekkingen met de internationale parasieten te ver mijden. Men zal mij dan ook nooit met hen zien eten en drinken". „Elke band door een verdrag tusschen Duitschland en het huidige bolsjewistische Rusland zou zonder eenige waarde zijn". Op het Neurenbergsche partijcongres van 14 September 1937 verklaarde Hitier: „Ik weiger met den meesten nadruk samen te gaan met die krachten, welker program de vernietiging van Europa is. De weigering met dergelijke elementen samen te werken beteekent niet, dat ik mij isoleer, maar dat ik mij bescherm". In de Rijksdagzitting van 20 Februari 1938 zeide Hitier: „Er is een staat, waar mede wij geen nauwe betrekkingen wen- schen. Ik bedoel Sovjet-Rusland. Wij be schouwen het bolsjewisme nog steeds als de incarnatie der vernietigende elementen in de menschelijke natuur en wij doen dit thans meer dan ooit te voeren". Tenslotte, zoo besluit het Britsche com muniqué, is Hitler's verslag van de omstan digheden, welke tot het uitbreken van den oorlog geleid hebben, een verdraaiing der feiten. Hitler was vastbesloten tot den oor log over te gaan en hij hoopte tot het laat ste oogenblik, dat Groot-Britannië zijn ver dragsverplichtingen tegenover Polen niet zou nakomen. Pas twee dagen na den in val in Polen, toen er geen antwoord ont vangen was op de Britsche nota's werd de Duitsche regeering een ultimatum gesteld. Havas meldt uit Honoloeloe: Veertien vliegtuigen der Amerikaansche marine zijn uit Pearl Harbour (Hawai) naar Manilla (Philippijnen) vertrokken. Op de vleugels der toestellen zijn de Amerikaan sche kleuren aangebracht. De marine-auto riteiten geven geen bijzonderheden over de zen vliegtocht. Hoewel dit tot deze kwestie in geenerlei verband behoeft te bestaan, is het wellicht toch de moeite waard te herinneren aan de Japansche veronderstelling, dat Amerika van plan zou zijn het werk van Engeland en Frankrijk in het Verre Oosten over te nemen, nu deze landen hun opmerkzaam heid moeten richten op het gebeuren in Europa. Japan heeft verklaard al was dit officieus dat het een dergelijke handel wijze van de Vereenigde Staten niet zou accepteeren. Het is ook mogelijk, dat het zenden van deze vliegtuigen slechts aan Japan wil zeg gen: „Denk niet, dat de Westersche mo gendheden de Stille Zuidzee uit het oog verliezen." En tenslotte kan het een doodgewone oefentocht zijn dochter was, had hij alles doorzien. Hij had geen inlichtingen meer noodig. Zijn scherpe verstand en zijn begrip van Amerikaansche zakenmethoden hadden hem dit alles dade lijk volledig doen begrijpen. De details waren hem eerst nog niet ge heel duidelijk geweest, maar zelfs die begon hij geleidelijk aan in zijn lange uren van eenzaamheid te overzien. Wat hem nu al dagen lang erg bezig hield, was de gedachte aan Slosson. Was zijn vertrouwde agent omgekocht? Dat leek niet waarschijnlijk, daar Slosson zelf had aangeraden om het depót in Snake's Fall te laten «zetten, hetgeen niet strookte met de belangen van Mallinsbee. Was hij ook gevangen genqmen Dat lag meer voor de hand. Maar dan had hij te doen met een ongewoon brutaal en scherpzinnig stel men- schen! Ook het feit, dat ze hem hier kalm lie ten zitten en zich nooit vertoonden, verwon derde en verontrustte hem zelfs. Wat kon den ze bij den spoorweg bereiken, zonder dat hij er in gekend was? Absoluut niets, verzekerde hij zichzelf. Wat was dan de opzet van dit alles? Dit kon hij maar niet begrijpen en die onzekerheid prikkelde en kwelde hem steeds meer. Deze dingen hielden zijn gedachten be zig, terwijl hij de geschiedenis zat te lezen van menschen met onmogelijke namen en daardpor kon deze roman hem niet boeien. Tenslotte zette hij het boek weg en maakte zich gereed om naar bed te gaan, waar hij dan vele uren lang slapeloos en in zorgen zou liggen woelen. Hij legde een schoone pyama klaar en begon zich te ontkleeden. Toen hij zijn over hemd half uit had, bleef hy plotseling ste- Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend Bij de afweging van de belangen van de gebruikers, 't bedrijf en de Schatkist, welke drie factoren steeds bij de samenstelling van de begrooting een rol spelen, heeft tot leedwezen van den minister, als ge volg van de tegenwoordige tijdsomstandig heden, het belang van de Schatkist nog zwaarder gewicht in de schaal gelegd dan over vorige jaren het geval is geweest. Dit heeft er toe geleid de uitkeering aan de Schatkist van 8,500,000 te verhoogen tot 10,000,000. Dit is overigens nog niet gepaard ge gaan met een aanpassing van de cijfers der begrooting aan de verwachtingen, die de thans ingetreden oorlogstoestand me debrengt. Met name zyn de opbrengstcij- fers nog niet verminderd! De volstrekt onoverzichtelijke gevolgen, die uit de hui dige internationale verhoudingen met be trekking tot post-, telegraaf- en telefoon verkeer kunnen voortvloeien, maken het onmogelijk te schatten, hoe het verloop van het verkeer zal zijn. De totalen der lasten en baten,, ver meld in deze begrooting, zijn 9,368,000 hooger dan die voor 1939. Als algemeene oorzaken van de stij ging der lasten kunnen genoemd worden de toenemende verkeersomvang en de uit breiding van de noodige apparatuur, als mede de verhooging van de bijdrage aan de algemeene middelen van 8,500,000 op 10,000,0001 Voorts wijst de minister o.a. op de volgende lastenstijgingen in het bijzonder: 1. De stijging der loonen, ten gevolge van den thans geheel doorgevoerden acht- urigen werkdag bij het bestellend perso neel en een nieuwe regeling van de ver goedingen aan stationhouders. 2. De stijging der gebouwenkosten en algemeene kosten ten gevolge van de daaronder opgenomen kosten ten behoe ve van de luchtbescherming. De in het laatste kwartaal van 1937 be gonnen daling van het buitenlandsche te- legraafverkeer zétte zich gedurende de eerste maanden van 1938 voort, waarna tot het einde van dat jaar een lichte toeneming van dit verkeer viel waar te nemen. Vergeleken met 1937 verminderde het aantal met het buitenland gewisselde te legrammen de transittelegrammen bui ten beschouwing gelaten met ruim 150,000. De op 1 Februari 1937 ingevoerde aan zienlijke verlaging van het tarief voor fcmnenlandsche telegrammen deed haar stimuleerenden invloed op het verkeer ook in 1938 in ruime mate gelden. Het aantal in dit verkeer verzonden telegrammen, dat in 1937, vergeleken met 1936, met ruim 249,000 toenam, was in 1938 nog ruim 270,000 hooger dan in 1937. Het binnenlandsch veykeer nam in 1938 toe met 19 pet. (tegen 21 pet', in 1937), Het Europeesch verkeer verminderde met 3,3 pet. (in 1937 nam het toe met 9,4 petHet buiten-Europeesch verkeer verminderde met 5,3 pet. (in 1937 nam het toe met 10,5 pet Het aantal transittelegrammen vermin derde met 20 pet. (tegen 5,3 pet. in 1937). Het totale verkeer nam als gevolg van een en ander toe met 1,5 pet. (in 1937 met 11,8 pet.) TELEFONIEu De ontwikkeling van het interlocale telefoonverkeer blijft bevredigend. Het aantal interlocale gesprekken steeg in 1938 ten opzichte van 1937 van 47,408,755 tot 55,633,023, een vooruitgang van 8,224,268 gesprekken of 17,3 pet. Deze stijging heeft zich in den loop van dit Het is onmogelijk tot een zegen te zijn, en zich niet gezegend te gevoe len. ken en luisterde scherp. Een vreemd geluid had zyn oor getroffen, ongewoon voor dit uur. Na eenige oogen- blikken met ingehouden adem te hebben geluisterd, kleedde hij zich snel weer aan. Hij draaide het licht uit, opende zijn gordij nen, schoof het venster verder op, ging er voor zitten en keek uit in den donkeren, maanloozen nacht. Hij hoorde het geluid nog steeds: het was het geluid van naderende paardenhoe ven in de verte. Het was nog vaag, maar toch duidelijk te onderscheiden en voor de ongeoefende ooren van den man' leek het, alsof er een groot aantal paarden in aan tocht was. Wat was het doel? vroeg hy zich af en een gevoel van opwinding maakte zich van hem meester. Vijf minuten later werd zyn aandacht in een andere richting getrokken. Er waren nog meer geluiden te hooren, die van vlak bij het huis schenen te komen. Zijn opwin ding nam toe. In al die weken had hij geen spoor van zyn gevangennemers gezien. Nu waren ze waarschijnlijk vlak bij en hielden de wacht. Hij vroeg zich af, of ze hier mis schien eiken nacht waren geweest, zonder dat hij ze ooit had opgemerkt. Het was moeilijk te begrijpen, waarom die ménschen zich buiten verzamelden. Hij hoorde hen fluisterend met elkaar spreken en onderscheidde duidelijk het getrappel jaar in overeenkomstige mate voortge zet. De groei van het aantal telefoonaanslui tingen blijft zich eveneens in stijgende lijn ontwikkelen. De zuivere aanwas beliep in 1938 12,159 aansluitingen tegen 11,931 in 1937. In verband met een en ander kan de opbrengst van de locale en interlocale ge sprekken op 20,900,000 geraamd worden tegen over 17,065,000 voor 1939. Voor het internationaal verkeer be draagt de raming 3,200,000 tegen 2,675,000 voor 1939. Deze dienst blijft zich nog steeds in sterke mate ontwikkelen. De raming der rente, gekweekt door de belegging kan pherdoor gesteld worden op 6,200,000, dat is 600,000 meer dan de raming voor 1939. In totaal is geraamd voor 1940 9;,164,000 tegenover een raming Voor 1939 van 8,514,000. De hoogere raming der lasten komt vrijwel geheel voor re kening van de uitbreiding van den dienst. In totaal is uitgetrokken 5,932,000 tegenover een raming van 5,457,000 in de begrooting voor 1939. Het Hoofdbestuur van de Kon. Nat. Ver. tot steun aan miliciens kan met dankbare voldoening de eerste resultaten vermelden van de opwekking der regeering om de vereeniging te steunen in haar hulp aan de gemobiliseerden. Gedurende de eerste vier dagen na de publicatie van de regeeringstoezegging om een even groote som aan subsidie te ver strekken, als het totaal der giften van particuliere zijde bedraagt, hebben om streeks 200 personen en instellingen in het geheel bijna 5000 geschonken. Met de te verwachten subsidie beteekent dit reeds bij na tienduizend gulden ten bate van de ge mobiliseerden, die ten gevolge van hun op roeping bijzonder nadeel hebben moeten on dervinden. Het is stellig de vermelding waard, dat de „eerste steen" van genoemd bedrag is gelegd door een oud moedertje uit een Amsterdamsch hofje, dat er al vroeg bij was om persoonlijk haar kwartje op het secretariaat der vereeniging te bezorgen en, als bewijs van haar veteraanschap, met trots een gedicht op de mobilisatie 1914 1918 opzegde. Een ander ontroerend bewijs van spon tane reactie vormde een gemeenschappe lijke bijdrage van 3.50, afkomstig van 13 bewoonsters eener stichting. Per post deed een onbekend gebleven ot- ficiersvrouw tien gulden aan de vereeniging toekomen, voorts zegden reeds eenige per sonen periodieke bijdragen toe. Het overgroote deel van de ingekomen giften werd per giro ontvangen en varieer de van 0.25 tot 500. Behalve financieele bijdragen mocht de vereeniging aanbiedingen voor persoonlijke hulpverleening ontvangen. Een accountant verklaarde zich bereid gratis de administra tie bij te houden voor een gemobiliseerde, indien deze geen vervanger kon betalen. Iemand anders bood belangeloos hulp in een manufacturenwinkel aan. Moge vooral dergelijke persoonlijke dienstvaardigheid jegens de gemobiliseerden zich openbaren! Om de bijdragen zoo goed mogelijk te be steden, stelt de vereeniging zich voor in samenwerking te handelen met andere in stellingen, o.m. zulke, die deskundige voor lichting kunnen verschaffen aangaande de urgentie van gevraagde hulp. Dit geschied de in de mobilisatiejaren 19141918 even eens, toen in totaal ongeveer 6% millioen gulden de vereeniging passeerde, meeren- deels gevormd door eenmalige uitkeeringen by vertrek van de gemobiliseerden met groot verlof. Het adres is: Kon. nat. ver. tot steun aan miliciens „Stamil", Weteringschans 96, Am sterdam (C), postgirorekening no. 12459. van hun paarden. Hij wenschte, dat de maan scheen, zoodat hij iets zou kunnen zien. Nu werden de geluiden in de verte luider, en de mannen beneden begonnen minder voorzichtig te spreken, waaruit James Carbhoy opmaakte, dat er iets ernstigs op til was. Hij nam plotseling een besluit en stond op. Hy liep snel naar de deur en opende die. Het huis was doodstil. Hij ging de trap af en liep naar de deur van de zitkamer, waar hij even bleef luisteren. Toen deed hij voorzichtig de deur open en keek naar bin nen. De lamp brandde en naast de tafel, die reeds gedekt was voor het ontbijt van den volgenden morgen, zat Mallinsbee's dochter met haar rug naar hem toegekeerd. Hij ontdekte vervolgens tot zijn leedwezen ook het gele gezicht van Hip-Lee bij een der vensters. Hij ging echter toch naar binnen en Ha zel keerde zich om. Hy keek naar haar ern stig, eenigszins betrokken gezicht, zoodat de man den indruk kreeg, dat ze erg ge schrokken was. „Wat is er aan de hand?" vroeg hij on gewoon bruusk. Het meisje bekeek hem oplettend. Se vreesde wantrouwen op zyn gezicht te zul len lezen, en een zucht van verlichting ont snapte haar, toen ze bemerkte, dat haar vrees ongegrond was. „Dat probeeren wij ook al te weten te komen", antwoordde ze, met een half ang- stigen, hulpeloozen blik. De man slikte het antwoord, dat hij in de mond had, weer in en bedacht, dat ze Mallinsbee's dochter was en bovendien zeld zaam charmant. Aan eerstgenoemde wenschte hij niets te laten blijken, terwijl hij tegenover laatstgenoemde alle hoffelijk Op de begrooting van financiën is een eerste termijn van 200,000 uitgetrokken voor den bouw van een representatief ge bouw op het landgoed „Sorghvliet" te 's- Gravenhage, waarvan de regeering de to tale kosten schat op ongeveer 1,650,000. De toelichting tot dezen post luidt als volgt: Bij de wet van 28 Maart 1930 werd de toenmalige minister van Financiën gemach tigd tot het aangaan van een overeenkomst van schenking waarbij het landgoed „Sorghvliet" te 's-Gravenhage in eigendom overging aan den staat der Nederlanden. Volgens de daarbij in acht te nemen voor waarden zou het landgoed moeten worden aangewend voor de verwezenlijking van een nationale bestemming, tot uiting komende in de stichting van een representatief ge bouw, terwijl het landgoed in zijn geheel aan de schenkers zou terugkomen, indien niet binnen tien jaar tyds met den bouw van een representatief gebouw een begin mocht gemaakt zyn. De aan het geschonkene 'te geven nati onale bestemming, tot uiting komende in de stichting van een representatief gebouw, laat slechts weinig mogelijkheden toe. Na breede overwegingen meent de regeering, dat aan de schenkingsvoorwaarden zal vol doen een naar de eischen des tijds ingericht gebouw, bestemd voor het houden van re cepties, congressen, conferenties en plech tige bijeenkomsten. Het plan met beschrij ving van dit gebouw is ter griffie van de Tweede Kamer ter inzage gelegd. De totale kosten worden op ongeveer 1,650.000 ge raamd. Ingevolge de akte van schenking zal met den bouw v o o r 5 Juni 1940 moe ten zyn begonnen. o De Holland-Amerika Lijn maakt bekend, dat het vertrek van de „Nieuw Amsterdam" is vastgesteld in den nacht van Donderdag op Vrijdag. De inscheping zal geschieden op Donder dag 21 September, des avonds tusschen acht en tien uur. Zooals men weet, was het vertrek van de „Nieuw Amsterdam" uitgesteld daar de bemanning weigerde te monsteren zonder de vaste toezegging van de door haar ver langde gageverhooging. Nederland hoopt vurig buiten den oorlog te blijven en doet al zijn best daarvoor. Niettemin kan het zyn nut hebben, by een eventueel betrekken van ons land in den oorlog door anderen, te weten waaraan men zich te houden heeft. Zoo is er van verschillende zijden de vraag gesteld of wanneer ons land on verhoopt in oorlog mocht komen de wijkzusters van het Groene en Wit-gele Kruis haar diensten moeten gaan verleenen aan het Roode Kruis. Dit is niet het geval. De wijkverpleegsters blijven bij haar ver- eenigingen in dienst. Juist in oorlogstijd zal van de wijkverpleegsters meer werk ge vraagd worden dan in vredestijd, in ver band met de omstandigheid, dat tal van doktoren in militairen of Roode Kruisdienst zijn, terwijl ook vele gewone verpleegsters in de ziekenhuizen en hulpziekenhuizen ten behoeve van de militairen werkzaam zul len zyn. In oorlogstijd zal dus eerder naar uitbreiding van het aantal wijkzusters ge streefd worden dan naar beperking. De Bond van werkgevers ter koopvaardij heeft met de contactcommissie der werk nemersbonden ter koopvaardij gedurende de laatste dagen onderhandeld over bijsla gen op de gages in verband met den oor logstoestand. Hierover is thans overeen stemming bereikt en voor de verschillende vaarten zijn de bijslagen vastgesteld. De bij zonderheden van de regeling zullen binnen kort worden gepubliceerd. heid aan den dag wilde leggen. „Onze oppasser is op zijn post, en er komt iemand hierheen", zei de millionair. „Als het hier niet zoo rustig was, zou ik haast denken dat er onraad is". „Ja, dat idee heb ik ook", zei Hazel be zorgd. Ze had al haar acteertalenten ver zameld en zou die zoo goed mogelijk ge bruiken. „Ik zou wel eens willen weten, wat er gaande is". „Het lykt me, dat het de mannen zijn die ons gevangen hebben genomen", merkte Carbhoy droog op. „U denkt, dat onze familie te weten is gekomen, waar we zijn en dat ze ons nu te hulp komen?" De millionair lachte om de onschuldige, vragende oogen, die, zooals hij wist, hem glashard belatafelden. „Dat bedoelde ik niet bepaald", zei hij. „Misschien, beginnen de moeilijkheden nog niet dadelijk." Hij keek naar den Chinees, die als een sfinx bij de gordijnen stond. „Moet hij daar blijven?" vroeg hij, het meis je bijna smeekend aanziend. Hazel trok de stoute schoenen aan en wimpelde de vraag zoo goed mogelijk af: „Trek u niets van hem aan. We kunnen er niets aan doen. Ik durf hem niet te be- leedigen". Ze deed, alsof ze huiverde. De millionair lachte waarover het meisje zich verwonderde. Ze zou graag willen we ten, wat de reden van dien lach was. Ze deed echter nog steeds alsof ze erg angstig was. Ze zou haar rol tot het einde volhou den. „Luister", Carbhoy keerde zich om en luisterde ingespannen. Het meisje volgde zijn voorheeld. De millionair keek eenigs zins ongeloovig. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5