lp fövoxrmctule $ee*xw, (&GOESCHE COURANT) gggl J Er zal een Poolsche staat iven bestaan. HET ROODE'LEGER IS POLEN BINNENGETROKKEN. De oorlog ter zee woedt onafgebroken voort. Noorsch schip bij Terschelling op een mijn geloopen. Vandaag waarschijnlijk met de Duitschers te Brest-Litowsk. ZONDAGMORGEN OM ZES UUR". De opmarsch der Russen, Wat moeten Frankrijk en Engeland doen? „Poolsche weerstand onmogelijk." Ultimatum aan Warschau. „Overgave binnen 12 uur, of de stad wordt gebombardeerd." EEN KINDERSANATORIUM GEBOMBARDEERD. Geen oorlog tegen de burgerbevolking. Hoover stelt een commissie van onderzoek voor. IN HET BEZETTE POOLSCHE GEBIED MOET GEWERKT WORDEN. IS DE POOLSCHE REGEERING GEVLUCHT? Volgens een officieele mededeeling uit Berlijn. Van het Westelijk front geen nieuws. Reeds 22 Britsche koopvaardij schepen tot zinken gebracht. Zeventien opvarenden omgekomen. WAAR IS DE „BREMEN"? Fransche duikboot in Zweedsche haven. Meer soepelheid bij de werkloozenzorg. Schrijven van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen. NUMMER 230 182e JAARGANG Dagblad. Uitgave C.V. De Mlddel- ^•urgsche Courant. Bureaux: te "MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28, Tel. Redactie 269, Administratie 139; *te GOES: Turfkade TeL 2863. Poet- Sgiro 359300. Abonnementsprijs voor ^Middelburg en Goes 2.30, elders 2.50 per kwartaal. Weekabonne menten in Middelburg en Goes 18 ct. TWEE BLADEN EERSTE BLAD HIDDELBURGSCHE COURANT MAANDAG 18 SEPTEMBER 1939 Advertentiën 30 cent per regel, ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum 2.10. „Kleine Advertenties", maximum 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct Het groote nieuws van gisteren was, dat de regeering der Sovjet-Unie aankondigde haar troepen te zullen binnenrukken in Po len. Hoewel iets dergelijks reeds verwacht werd Moskou en Berlijn waren het eens geworden over een handelsaccoord, later over een non-agressiepact en men veron derstelde ook wel over de zooveelste ver deeling van Polen kwam dit bericht toch voor Engeland en Frankrijk als een zeer on aangename verrassing. Later op den dag meldden de Polen in het Noord-Oosten van hun land feilen te genstand te bieden tegen de Russen, zoodat het duidelijk werd, dat inderdaad het Roo de leger zijn opmarsch was begonnen. Algemeen wordt verwacht, dat het thans niet Polen wel gauw gedaan zal zijn. Maar hoe de toestand zich dan verder zal ontwik kelen, daarover kan de bange wereld slechts vermoedens hebben. En die ver moedens zijn niet zeer opgewekt. Wat zal er met Roemenië gebeuren? Wat doet Hongarjje? En Turkije, wat voor houding zal dat land tenslotte aannemen? De Turk- sche minister van Buitenlandsche Zaken heeft zich naar Moskou begeven, naar men zegt met het doel een nieuw pact van vriendschap met de Sovjet-Unie te sluiten. Welke bedoeling zit achter dit alles? Volgens een bericht uit Russische bron zou het Roode leger vandaag waarschijnlijk Brest-Litowsk bereiken. De Duitschers lig gen in het Westen reeds in de nabijheid van deze stad. De mogelijkheid wordt groot geacht, dat de Duitsche en de Russische troepen eikaar heden zullen ontmoeten op dezelfde plaats ongeveer, waar in 1917 de vrede is gesloten tusschen Duitschland en Rusland. Vandaag zullen dus de soldaten met het hakenkruis op hun helm hun collega's zien met de Sov jet-ster. In den nacht van Zaterdag op Zondag werd den Poolschen ambassadeur in Moskou de nota der Sovjet-regeering overhandigd, waarin de mededeeling werd gedaan, dat de Russische troepen in Polen zouden bin nentrekken. De ambassadeur weigerde de nota aan te nemen. De Sovjet-regeering kondigde aan, dat haar troepen „teneinde haar eigen belangen te waarborgen en ter bescherming der Wit-Russische en Oekraïn- sche minderheden in Polen" Zondagmorgen om zes uur de grens zouden overtrekken. „De opmarsch van het Russische leger in Oost-Polen zoo werd verder gezegd geschiedde onder volledige handhaving der neutraliteit van Sovjet Rusland in het hui dige conflict". Reuter meldde vanochtend uit Riga: De Sovjettroepen, die optrekken langs het ge heele front, hebben, naar Reuter meldt, gisteren Baranowitsji (op ongeveer 34 mij len van de Russische grens) gepasseerd. Het spreekt vanzelf, dat de opmarsch der roode troepen in Polen overal groote con sternatie teweeg bracht, ook al hing zooiets dan in de lucht. Veel commentaar van be- teekenis is tot dusver echter nog niet op het geval geleverd. Te Londen en Parijs schjjnt men nog niet te weten, hoe er pre cies op te moeten reageeren. Nuchter bekeken zouden Frankrijk en Engeland thans, ook aan de Sovjet-Unie den oorlog moeten verklaren. Immers: de beide Westersche mogendheden hebben de grenzen van Polen gewaarborgd zonder meer. Toen Duitschland ze schond, grepen ze naar het zwaard. Rusland heeft ze nu echter ook geschonden, al meldt Moskou dan, dat de roode troepen alleen maar zijn opgerukt, om de orde in Oost-Polen te handhaven. Zullen Engeland en Frankrijk nu de volle consequentie trekken uit hun garantie aan Warschau, of zullen ze doen alsof hun neus bloedt en geen oorlogsver klaring naar Moskou zenden. Gebeurt dit niet dan geven ze Hitier een nieuw krachtig politiek wapen in de hand. Want dan kan hij er zich straks, als de strijd in Polen is afgeloopen, op beroepen, dat Frankrijk en Engeland hun verplich tingen maar ten deele nakwamen. Havas meldt uit Moskou: Naar de mee ning van Poolsche kringen te Moskou is de Russische agressie te karakteristieker, omdat het oprukken der roode troepen den terugtocht der Poolsche strijdkrachten, die zich nog bij Wilna bevinden en die naar Roemenië trachten terug te trekken, wel moet afsnijden. Deze Poolsche troepen zul len dus gedwongen zijn den Russen slag te leveren om te probeeren zich een weg te banen. De Polen rekenden er dan ook op, dat hun regeering Fransche en Engelsche hulp tegen de Russische agressie zou vragen op grond van de bestaande verdragen. Hoe het zij, de algemeene meening is, dat iedere Poolsche weerstand onmogelijk wordt. In het diplomatieke corps heeft de opwinding haar hoogtepunt bereikt. De vertegenwoordigers der randstaten toonen zich meer en meer ongerust. Niemand twijfelt er aan, dat de "Russische inval plaats grijpt krachtens een voorafgaand accoord met Duitschland en men vraagt zich af aldus Havas of dit accoord beperkt blijft tot de berooving van Polen. De Russen, die ongetwijfeld verrast zijn door de snelheid van den Duitschen opmarsch, hebben zich gehaast de hun beloofde gebieden te bezet ten, voor het te laat was. In ieder geval is men van meening, dat Duitschland de districten in Oost-Galicië, waar zich de petroleumbronnen bevinden, voor zich zelf zal reserveeren, onverschillig of de bevolking Oekraïnsch is of niet. EEN BUFFERSTAAT? Volgens Reuter is men te Moskou van meening, dat de Sovjet-regeering voorne mens is Silezië, Dantzig en den Corridor aan Duitschland', te laten, de Westelijke Oekraïne voor zich te behouden en een Poolschen bufferstaat te vormen. De Duitsche troepen voor Warschau hebben een ultimatum gesteld aan de ver dedigers om de stad binnen 12 uur over te geven. Gebeurde dit niet, dan zouden 6e Duitschers de stad als strijdgebied be schouwen, met alle gevolgen van dien. Een Duitsch onderhandelaar werd met ï?Siiu k°°6sehap naar den Poolschen bevel hebber gezonden, doch deze wilde hem met ontvangen. Ook een schriftelijke me dedeeling van de Duitschers wenschte generaal Czuma niet aan te nemen. Daar op hebben de Duitschers vlugschriften uitgeworpen boven Warschau. Hierin deelde de Duitsche legerleiding mede, dat de stad Maandagochtend om drie uur moest zijn overgegeven. Tot dat uur had de bevolking gelegenheid zich langs een aangegeven weg in veiligheid te stellen. Als er nog geen bevestigend antwoord ontvangen mocht zijn op het vastgestelde uur, dan zouden de gevolgen neerkomen -op het hoofd van den bevelhebber van Warschau. WARSCHAU HEEFT NIET GEANTWOORD. De termijn, genoemd in het Duitsche ultimatum, waarin de overgave van War schau werd geëischt, is verstreken. Zon der dat er een antwoord gekomen is. Men weet echter nog niet of de Duit schers hun bedreiging, de stad plat te schieten, hebben ten ui'voer gelegd. o Het Poolsche Telegraaf agent schap meldde gisteren: Duitsche vliegtuigen hebben een kinder sanatorium nabij Warschau gebombardeerd waarbij zestig kinderen gedood werden. Denzelfden dag bombardeerden zjj het krankzinnigengesticht te Tworki, hetgeen tot verschrikkelijke tooneelen aanleiding gaf. Een groot aantal krankzinnigen wist te ontsnappen. Andere werden door een paniek bevangen, sprongen de ramen uit en werden in den tuin door de Duitsche ma chinegeweren beschoten. Havas meldt uit New-York: Herbert Hoover, de oud-president der Vereenigde Staten, heeft de instelling voor gesteld van een commissie in ieder neutraal land in Noord-Europa voor de „waarne ming van oorlogsfeiten, welke betrekking hebben op de burgerbevolkingen". Hoover voegde hieraan toe, dat de oorlogvoerende naties aan de agenten dezer commissie ver gunning zouden kunnen geven zich vrij binnen de grenzen te bewegen. Het doel de zer commissie zou zjjn door tusschenkomst van agenten te bepalen, of en wanneer aan gegane verplichtingen geen oorlog te voe ren tegen onschuldige mannen, vrouwen en kinderen opzettelijk worden geschonden. Hoover stelt voor, dat de commissie wordt georganiseerd door Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland, Nederland en België. Hij gelooft, dat de oorlogvoerende naties het voorstel zullen aannemen en dat de neutrale naties haar steun zullen ver- leenen. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Terstond na den intocht der Duitsche troepen zijn in de bezette Poolsche gebieden totdusver meer dan 30 centrale arbeidsbu- reaux ingericht, die terstond met hun werk zaamheden begonnen zijn. Deze bureaux stellen de arbeidskrachten zoowel ter be schikking van de militaire autoriteiten ten einde het groote opruimingswerk te ver richten en herstelwerkzaamheden te doen, alsook ter beschikking van de bedrijven in het bezette gebied teneinde deze weer aan het werk te brengen. Bovendien zijn reeds maatregelen genomen om werklooze Pool sche landarbeiders, die totdusver naar Duitschland gingen, doch dit jaar op last van de Poolsche regeering teruggehouden werden, aan het werk te zetten. Zij zullen zoo spoedig mogelijk gebruikt worden voor het binnenhalen van den rijken hakvruch- tenoogst in Duitschland. Een speciale verslaggever van Stefani meldt, dat Zondagavond tegen middernacht 26 auto's in de Roemeensche grensplaats Cernauti zijn aangekomen. In deze wagens bevonden zich o.m. de president der Pool sche republiek en alle leden der Poolsche regeering. o Het D.N.B. meldde vanmiddag uit Ber lijn: Ter vermijding van ongemotiveerde ge ruchten over de taken der Duitsche en Sov jet-Russische troepen, die in Polen optre den, verklaren de Duitsche rijksregeering en de regeering der Sovjet Unie, dat de handelingen dezer troepen geenerlei bedoe lingen nastreven, welke in strijd zouden zijn met de belangen van Duitschland of van de Sovjet Unie of naar letter en geest in tegenspraak zouden zijn met de tusschen Duitschland en de Sovjet Unie gesloten niet-aanvalsverdragen. Integendeel. De taak dezer troepen be staat er in de orde en rust in Polen te her stellen, die door het verval van den Pool schen staat zijn verstoord en de bevolking van Polen te helpen opnieuw de voorwaar den te regelen voor zijn bestaan als staat. o Havas meldt uit Parijs: De inval der Rus sische troepen in Polen valt samen met een rustigen dag op het geheele Westelijke front. Voor het eerst sedert het uitbreken der vijandelijkheden meldde de Fransche staf gisteravond, dat van Rijn tot Moezel niets belangrijks is gebeurd. Deze kalmte volgt op een levendige reactie der Duitsche artillerie en een serie tegenaanvallen, die de laatste dagen op verschillende punten van het front gedaan waren. Reuter bericht, dat door luchtfoto's, ge maakt voor en na het bombardeeren van de Siegfriedlinie, is aangetoond dat het bombardement een zeer bevredigend resul taat heeft gehad. De foto's bevestigen de berichten, volgens welke vele versterkingen inderhaast waren aangelegd met materiaal van inferieure kwaltieit. Van officieele Engelsche zijde werd Za terdagavond medegedeeld, dat in de laatste twee weken 21 Britsche koopvaardijschepen verloren zijn gegaan. Sindsdien is er weer een Engelsche schip getorpedeerd, zoodat het totale .aantal door de Duitschers tot zin ken gebrachte Britsche schepen thans 22 bedraagt. Zaterdagmiddag werd de Engelsche tank boot „Cheyenne" door een duikboot tot zinken gebracht. De bemanning is gered door het Noorsche schip „Ida Bakke". De „Cheyenna" had een inhoud van 8825 ton. Een lid der bemanning heeft verklaard, dat toen de duikboot het schip beschoot, een Britsche torpedojager naderde. De on derzeeër dook toen snel onder. De torpedo jager liet dieptebommen vallen en bracht de „Cheyenne" later tot zinken, daar het wrak een gevaar opleverde voor de scheep vaart. De bemanning van de „Inverlifty", een Einder Britsch tankschip, dat eenige dagen geleden is getorpedeerd, is thans in Engeland aangekomen. De derde stuurman van de „Inverliffy" vertelde over den on dergang van het schip nog het volgende. „Sommige onzer hadden geen kans ge zien snel genoeg van het schip te komen, doch na den aanval kwam de onderzeeër nog even langzij ons schip, zoodat wij op het stalen dek konden klimmen. Hier mochten wij, terwijl de geheele romp van den onderzeeër onder water was verdwenen, rond den toren blijven staan, tot aan ons midden onder water. Toen wij dicht bij een van onze booten waren ge komen, wuifde de kapitein van den onder zeeër met de hand ten afscheid en dook onderWij werden allen gered". 400 DOODEN BIJ ONTPLOFFINGSRAMP? In de haven van Casablanca aan de West kust van het Fransche Marokko is de Fransche mijnenlegger „Pluton" in de lucht gevlogen. Bij het aan boord brengen van de oorlogslading is een groote mijn ont ploft. Het groote schip werd als hetware in tweeën gescheurd en zonk meteen. On der water duurden de ontploffingen voort. De stad dreunde op haar grondvesten. Het scheen alsof er een ernstige aardbeving plaats had. In de nabij gelegen stadswijken werd groote schade aangericht. Zaterdagavond is te Vlissingen het Itali- aansche s.s. „Providenza" gearriveerd, ko mende uit Stettin. Aan boord bevond zich een twintigtal schipbreukelingen van het Noorsche motorschip „Ronda". Deze schipbreukelingen, onder wie zich vier passagiers bevonden, zijn Vrijdagavond in nachtgewaad door de „Providenza" na bij Terschelling opgepikt uit reddingboo ten, waarmede zij op zee zwalkten. Volgens verklaringen van deze schipbreu kelingen is de „Ronda" reeds Woensdag nabij Terschelling op een mijn geloopen en verongelukt. Er zouden veertien leden van de bemanning alsmede drie passagiers ver mist worden. Onder deze passagiers bevindt zich een Canadees. Onder de geredden bevindt zich eveneens een Canadees, genaamd West. Alle geredden van de „Ronda" zijn door de zorgen van den Noorschen vice-consul te Vlissingen in een hotel ondergebracht. Vier hunner zijn ter verpleging in een ziekenhuis opgenomen. De „Ronda", eigendom van de reederij A. S. J. Ludwig Mowinckels te Bergen (Noorwegen) was in 1937 gebouwd. Het schip mat 5136 bruto en 2981 netto register ton. Relaas van een ooggetuige. De eerste stuurman van de „Ronda" ver telde tegenover een specialen verslaggever van de „Crt.", dat het schip Dinsdagmorgen van Antwerpen was vertrokken om via Kristiansund (Noorwegen) naar New-York te varen. Aan boord waren 6 Amerikaan- sche passagiers en een uit 31 personen be staande bemanning. Toen men Woensdagmiddag te 1 uur ter hoogte van Terschelling was, werd het schip door vier snel achter elkaar volgende ontploffingen, ontstaan door mijnen, getrof fen en zonk de boot binnen 3 minuten. Aan dek ontstond na de explosies een geweldige chaos. Luiken waren weggeslagen en een groote ravage was aangericht. Vaag zag ik nog leden van de bemanning en enkele passagiers in de grootste verwar ring dooreenloopen, vertelde de stuurman, maar binnen enkele tellen was het achter schip reeds onder water. De golven sloegen hoog over het dek en smakten mij in de zee neer. Enkele oogen- blikken was er niets dan een ontzettende chaos; een nachtmerrie, die ik niet licht zal vergeten. Planken, balken en stukken ijzer plonsden rondom mij in het water, wild schuimde en kolkte de zee in mijn nabij heid. Het was afschuwelijk. Een dikke laag olie bedekte mijn gezicht en maakte het mij haast onmogelijk de oogen open te houden. Ik klampte mij vast aan een stuk hout en voelde plotseling, dat ik in een boot werd getild. Het was een klein roeibootje, dat toeval lig op het dek had gelegen, een bootje zon der eenige accomodatie en volkomen onge schikt voor reddingsboot. Toch dankten wij aan dat bootje het behoud van ons leven, want alle reddingsbooten waren met de „Ronda" in de diepte verdwenen. Er was immers geen tijd geweest om ze van de davits los te maken. Langen tijd zijn wij daarop bezig geweest met het oppikken van de andere overlevenden. Sommigen zwommen in het ijskoude water rond, an deren hadden een losgeslagen luik of een balk weten te grijpen en zich zoodoende boven water weten te houden. Eindelijk waren wij met 20 menschen in het bootje. De meesten waren er ellendig aan toe. Zij hadden vrijwel geen kleeren meer aan het lijf en allen waren bedekt met een dikke laag olie. Na twee uur zoe ken moest aangenomen worden, dat de 17 vermisten verdronken waren. Tot de doo- den behoorde o.m. een 17-jarig Ameri- kaansch meisje, dat met haar moeder, de 50-jarige mevrouw Hutchinson en een 19- jarig nichtje van een vacantietocht door Europa op de terugreis naar de Ver. Staten was. De moeder en het nichtje konden in het bootje worden genomen. De moeder was aan de wanhoop ten prooi. Het bootje was overbelast. Er was slechts plaats voor twee roeiers. De anderen lagen op den bodem, dicht opeen, doodelijk vermoeid en verbijs terd. Niemand had iets kunnen redden. De toestand werd nog treuriger toen de regen in stroometi neerviel, waartegen men niet beschut was. Met de schoenen werd het wa ter uit het bootje geschept. De koude deed zich ook geducht voelen. Eten of drinken was er niet in het bootje. Zoo hebben de arme schipbreukelingen 58 uur rondgedob berd voordat zij opgemerkt werden. Twee maal zagen wij vliegtuigen, doch wij wer den niet opgemerkt. Vrijdagavond kwam 'n vaartuig recht op de ongelukkigen af. Een der mannen haalde een fluitje uit zijn zak en blies met zijn laatste krachten S. O. S.- signalen in morse-teekens, terwijl wij allen zoo hard mogelijk schreeuwden en gilden. Het fluitje was onze redding. Het schip, dat later de „Providenza" bleek te zijn, draaide bij en toen duurde het niet lang meer of een touwladder werd uitgeworpen en wij waren in veiligheid. Op het dek ge komen zakten de meesten van ons uitge put in elkaar; enkelen huilden als kinderen. Met groote liefde hebben de Italianen ons verzorgd. Wij werden onmiddellijk naar bed gebracht en kregen gloeiend heet eten. De reis naar Vlissingen verliep zonder dat iets bijzonders gebeurde." De berichten over het aantal slachtoffers loopen zeer uiteen. De ramingen gaan van 100 tot 1000 dooden en gewonden. Het Fransche Havas-bureau meldt uit offici eele bron „ongeveer 100', het Italiaansche bureau Stefani bericht „400 dooden en ge wonden", de Amerikaansche bladen geloo- ven, dat er duizend slachtoffers zijn. Waar het groote Duitsche oceaanschip de „Bremen" eigenlijk is, weet men niet. Volgens mededeeling van Göring is het schip in veiligheid. Na zijn vertrek uit New-York is het schip verdwenen. Men heeft reeds verondersteld, dat het met ge doofde lichten naar Groenland is gevaren en daar ergens in een fjord het einde van den oorlog afwacht om te voorkomen, dat het in handen valt van de Engelschen. Ook is de mogelijkheid geopperd, dat de „Bre men" een schuilplaats zou hebben gezocht ergens aan de kust van Afrika. Verder heeft het gerucht de ronde gedaan, dat het schip zou zijn aangehouden door een En- gelseh oorlogsschip, dat het had afge wacht. Het laatste bericht van de „Bre men" is, dat de oceaanreus is binnengeloo- pen in de Noord-Russische haven Moer- mansk. Het vrachtschip „Odenwald" van de Hamburg-Amerika lijn is te Yokohama aan gekomen. De kapitein heeft medegedeeld, dat hij de steven heeft gewend toen hij hoorde, dat oorlog was uitgebroken. Hij bevond zich toen op slechts 800 mijl van zijn bestemming aan de Westkust van de Ver. Staten, doch vreesde daar geïnter neerd te worden. Het Engelsche vrachtschip „Fanadhead" (5200 ton) is door een duikboot tot zinken gebracht. Het schip stond onder gezag van kapitein Pinkerton. De bemanning, be staande uit 40 koppen, is gezond en. wel. De treiler O 262, uit Oostende, is onder weg naar Aberdeen na op de Noordzee twintig leden der bemanning van het s.s. „Truro" van de lijn Hull-Bergen te hebben opgepikt. Gemeld wordt, dat de „Truro" op de Noordzee is getorpedeerd. Alleen de machinist is gewond. De Duitschers beweren, dat zij sedert het begin van den oorlog 30 Britsche schepen met een tonnage van in totaal 190.000 bru to ton tot zinken hebben gebracht. HET AANHOUDEN VAN NEUTRALE SCHEPEN. Het Engelsche ministerie van voorlich ting deelde gisteravond mede, dat Zater dag 33 neutrale schepen op de controle posten voor de contrabande in Engeland werden vastgehouden, en Zondag 25. Deze verklaring is gepubliceerd naar aanleiding van de Duitsche radiomededeeling, volgens welke 170 neutrale schepen zouden zijn vastgehouden. Het Engelsche ministerie van handel heeft een lijst gepubliceerd met de namen van 278 personen en firma's, in verschil lende vreemde landen, die wegens handel drijven met Duitschland als vijand be schouwd zullen worden. Zakenlieden, ree- ders en anderen worden er voor gewaar schuwd met deze menschen en firma's za ken te doen. Londen heeft per radio medegedeeld, dat een beschadigde Fransche duikboot in een Zweedsche haven is binnengeloopen. Schip en bemanning zijn geïnterneerd. De Minister van Sociale Zaken heeft een rondschrijven gericht aan de gemeentebe sturen, luidende als volgt: In verband met de buitengewone tijds omstandigheden vraagt ook de voorziening waar noodig van arbeidskrachten de bijzondere belangstelling der overheid. Daar de voorschriften op het gebied van werk verruiming en steunverleening in deze een beletsel zouden kunnen vormen, meen ik goed te doen het volgende onder uw aan dacht te brengen: a) Indien een werklooze arbeid aanvaardt in een andere gemeente dan die zijner in woning, ware, bij terugkeer in zijn oor spronkelijke gemeente, zijn steun wederom te berekenen naar het loon, hetwelk hij in de oorspronkelijke gemeente placht te ver dienen. b) Indien een werklooze in een andere ge meente dan die zijner inwoning werk vindt en hij naar die gemeente verhuist, zou ik het waardeeren, dat u, indien hij wederom werkloos wordt, in zijn nieuwe gemeente de z.g. Vestigingsbepaling op hem niet toe past. Hij ware dan ten aanzien van plaatsing bij werkverruiming en opneming in de steunregeling volkomen gelijk te behande len als de overige arbeiders. c) Hetgeen onder b) wordt gezegd geldt a fortiori, indien een arbeider wederom in zijn oorspronkelijke gemeente terugkeert. Ook dan zou te zijnen aanzien ontheffing kunnen worden verleend van de vestigings bepaling. Ik doe een beroep op uw college om, door uitvoering te geven aan hoi bovenstaande, mede te werken aan een zoo goed mogelijke oplossing van de moeilijkheden, welke zich thans kunnen voordoen. Mocht uw college in een bepaald geval van meening zijn aan het bovenstaande geen v'tvoering te kunnen geven, dan zal ik h: a-mede gaarne het betreffende ge val volledig toegelicht onmiddellijk wor den in kennis gesteld.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1