lp fövoxrmctule
$ee*xw,
(&GOESCHE COURANT)
gggl
J Er zal een Poolsche staat
iven bestaan.
HET ROODE'LEGER IS POLEN BINNENGETROKKEN.
De oorlog ter zee woedt onafgebroken voort.
Noorsch schip bij Terschelling op een mijn geloopen.
Vandaag waarschijnlijk met de
Duitschers te Brest-Litowsk.
ZONDAGMORGEN OM ZES UUR".
De opmarsch der Russen,
Wat moeten Frankrijk en
Engeland doen?
„Poolsche weerstand
onmogelijk."
Ultimatum aan Warschau.
„Overgave binnen 12 uur, of de stad
wordt gebombardeerd."
EEN KINDERSANATORIUM
GEBOMBARDEERD.
Geen oorlog tegen de
burgerbevolking.
Hoover stelt een commissie van
onderzoek voor.
IN HET BEZETTE POOLSCHE
GEBIED MOET GEWERKT WORDEN.
IS DE POOLSCHE REGEERING
GEVLUCHT?
Volgens een officieele
mededeeling uit Berlijn.
Van het Westelijk front geen
nieuws.
Reeds 22 Britsche koopvaardij
schepen tot zinken gebracht.
Zeventien opvarenden
omgekomen.
WAAR IS DE „BREMEN"?
Fransche duikboot in Zweedsche haven.
Meer soepelheid bij de
werkloozenzorg.
Schrijven van Sociale Zaken aan de
gemeentebesturen.
NUMMER 230 182e JAARGANG
Dagblad. Uitgave C.V. De Mlddel-
^•urgsche Courant. Bureaux: te
"MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28,
Tel. Redactie 269, Administratie 139;
*te GOES: Turfkade TeL 2863. Poet-
Sgiro 359300. Abonnementsprijs voor
^Middelburg en Goes 2.30, elders
2.50 per kwartaal. Weekabonne
menten in Middelburg en Goes 18 ct.
TWEE BLADEN
EERSTE BLAD
HIDDELBURGSCHE COURANT
MAANDAG 18 SEPTEMBER 1939
Advertentiën 30 cent per regel,
ingezonden mededeelingen 60 cent
per regel. Bij contract lager. Tarief
op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum 2.10.
„Kleine Advertenties", maximum 6
regels, 75 cent, bij vooruitbetaling.
„Brieven, of adres bureau v. d. blad"
10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct
Het groote nieuws van gisteren was, dat
de regeering der Sovjet-Unie aankondigde
haar troepen te zullen binnenrukken in Po
len. Hoewel iets dergelijks reeds verwacht
werd Moskou en Berlijn waren het eens
geworden over een handelsaccoord, later
over een non-agressiepact en men veron
derstelde ook wel over de zooveelste ver
deeling van Polen kwam dit bericht toch
voor Engeland en Frankrijk als een zeer on
aangename verrassing.
Later op den dag meldden de Polen in
het Noord-Oosten van hun land feilen te
genstand te bieden tegen de Russen, zoodat
het duidelijk werd, dat inderdaad het Roo
de leger zijn opmarsch was begonnen.
Algemeen wordt verwacht, dat het thans
niet Polen wel gauw gedaan zal zijn. Maar
hoe de toestand zich dan verder zal ontwik
kelen, daarover kan de bange wereld
slechts vermoedens hebben. En die ver
moedens zijn niet zeer opgewekt. Wat zal
er met Roemenië gebeuren? Wat doet
Hongarjje? En Turkije, wat voor houding
zal dat land tenslotte aannemen? De Turk-
sche minister van Buitenlandsche Zaken
heeft zich naar Moskou begeven, naar men
zegt met het doel een nieuw pact van
vriendschap met de Sovjet-Unie te sluiten.
Welke bedoeling zit achter dit alles?
Volgens een bericht uit Russische bron
zou het Roode leger vandaag waarschijnlijk
Brest-Litowsk bereiken. De Duitschers lig
gen in het Westen reeds in de nabijheid van
deze stad.
De mogelijkheid wordt groot geacht, dat
de Duitsche en de Russische troepen eikaar
heden zullen ontmoeten op dezelfde plaats
ongeveer, waar in 1917 de vrede is gesloten
tusschen Duitschland en Rusland. Vandaag
zullen dus de soldaten met het hakenkruis
op hun helm hun collega's zien met de Sov
jet-ster.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
werd den Poolschen ambassadeur in Moskou
de nota der Sovjet-regeering overhandigd,
waarin de mededeeling werd gedaan, dat
de Russische troepen in Polen zouden bin
nentrekken. De ambassadeur weigerde de
nota aan te nemen. De Sovjet-regeering
kondigde aan, dat haar troepen „teneinde
haar eigen belangen te waarborgen en ter
bescherming der Wit-Russische en Oekraïn-
sche minderheden in Polen" Zondagmorgen
om zes uur de grens zouden overtrekken.
„De opmarsch van het Russische leger in
Oost-Polen zoo werd verder gezegd
geschiedde onder volledige handhaving der
neutraliteit van Sovjet Rusland in het hui
dige conflict".
Reuter meldde vanochtend uit Riga: De
Sovjettroepen, die optrekken langs het ge
heele front, hebben, naar Reuter meldt,
gisteren Baranowitsji (op ongeveer 34 mij
len van de Russische grens) gepasseerd.
Het spreekt vanzelf, dat de opmarsch der
roode troepen in Polen overal groote con
sternatie teweeg bracht, ook al hing zooiets
dan in de lucht. Veel commentaar van be-
teekenis is tot dusver echter nog niet op
het geval geleverd. Te Londen en Parijs
schjjnt men nog niet te weten, hoe er pre
cies op te moeten reageeren.
Nuchter bekeken zouden Frankrijk en
Engeland thans, ook aan de Sovjet-Unie
den oorlog moeten verklaren. Immers: de
beide Westersche mogendheden hebben de
grenzen van Polen gewaarborgd zonder
meer. Toen Duitschland ze schond, grepen
ze naar het zwaard. Rusland heeft ze nu
echter ook geschonden, al meldt Moskou
dan, dat de roode troepen alleen maar zijn
opgerukt, om de orde in Oost-Polen te
handhaven. Zullen Engeland en Frankrijk
nu de volle consequentie trekken uit hun
garantie aan Warschau, of zullen ze doen
alsof hun neus bloedt en geen oorlogsver
klaring naar Moskou zenden.
Gebeurt dit niet dan geven ze Hitier een
nieuw krachtig politiek wapen in de hand.
Want dan kan hij er zich straks, als de
strijd in Polen is afgeloopen, op beroepen,
dat Frankrijk en Engeland hun verplich
tingen maar ten deele nakwamen.
Havas meldt uit Moskou: Naar de mee
ning van Poolsche kringen te Moskou is
de Russische agressie te karakteristieker,
omdat het oprukken der roode troepen den
terugtocht der Poolsche strijdkrachten, die
zich nog bij Wilna bevinden en die naar
Roemenië trachten terug te trekken, wel
moet afsnijden. Deze Poolsche troepen zul
len dus gedwongen zijn den Russen slag te
leveren om te probeeren zich een weg te
banen. De Polen rekenden er dan ook op,
dat hun regeering Fransche en Engelsche
hulp tegen de Russische agressie zou vragen
op grond van de bestaande verdragen.
Hoe het zij, de algemeene meening is, dat
iedere Poolsche weerstand onmogelijk
wordt. In het diplomatieke corps heeft de
opwinding haar hoogtepunt bereikt. De
vertegenwoordigers der randstaten toonen
zich meer en meer ongerust. Niemand
twijfelt er aan, dat de "Russische inval plaats
grijpt krachtens een voorafgaand accoord
met Duitschland en men vraagt zich af
aldus Havas of dit accoord beperkt blijft
tot de berooving van Polen. De Russen, die
ongetwijfeld verrast zijn door de snelheid
van den Duitschen opmarsch, hebben zich
gehaast de hun beloofde gebieden te bezet
ten, voor het te laat was.
In ieder geval is men van meening, dat
Duitschland de districten in Oost-Galicië,
waar zich de petroleumbronnen bevinden,
voor zich zelf zal reserveeren, onverschillig
of de bevolking Oekraïnsch is of niet.
EEN BUFFERSTAAT?
Volgens Reuter is men te Moskou van
meening, dat de Sovjet-regeering voorne
mens is Silezië, Dantzig en den Corridor
aan Duitschland', te laten, de Westelijke
Oekraïne voor zich te behouden en een
Poolschen bufferstaat te vormen.
De Duitsche troepen voor Warschau
hebben een ultimatum gesteld aan de ver
dedigers om de stad binnen 12 uur over
te geven. Gebeurde dit niet, dan zouden
6e Duitschers de stad als strijdgebied be
schouwen, met alle gevolgen van dien.
Een Duitsch onderhandelaar werd met
ï?Siiu k°°6sehap naar den Poolschen bevel
hebber gezonden, doch deze wilde hem
met ontvangen. Ook een schriftelijke me
dedeeling van de Duitschers wenschte
generaal Czuma niet aan te nemen. Daar
op hebben de Duitschers vlugschriften
uitgeworpen boven Warschau. Hierin
deelde de Duitsche legerleiding mede, dat
de stad Maandagochtend om drie uur
moest zijn overgegeven. Tot dat uur had
de bevolking gelegenheid zich langs een
aangegeven weg in veiligheid te stellen.
Als er nog geen bevestigend antwoord
ontvangen mocht zijn op het vastgestelde
uur, dan zouden de gevolgen neerkomen
-op het hoofd van den bevelhebber van
Warschau.
WARSCHAU HEEFT NIET
GEANTWOORD.
De termijn, genoemd in het Duitsche
ultimatum, waarin de overgave van War
schau werd geëischt, is verstreken. Zon
der dat er een antwoord gekomen is.
Men weet echter nog niet of de Duit
schers hun bedreiging, de stad plat te
schieten, hebben ten ui'voer gelegd.
o
Het Poolsche Telegraaf agent
schap meldde gisteren:
Duitsche vliegtuigen hebben een kinder
sanatorium nabij Warschau gebombardeerd
waarbij zestig kinderen gedood werden.
Denzelfden dag bombardeerden zjj het
krankzinnigengesticht te Tworki, hetgeen
tot verschrikkelijke tooneelen aanleiding
gaf. Een groot aantal krankzinnigen wist
te ontsnappen. Andere werden door een
paniek bevangen, sprongen de ramen uit en
werden in den tuin door de Duitsche ma
chinegeweren beschoten.
Havas meldt uit New-York:
Herbert Hoover, de oud-president der
Vereenigde Staten, heeft de instelling voor
gesteld van een commissie in ieder neutraal
land in Noord-Europa voor de „waarne
ming van oorlogsfeiten, welke betrekking
hebben op de burgerbevolkingen". Hoover
voegde hieraan toe, dat de oorlogvoerende
naties aan de agenten dezer commissie ver
gunning zouden kunnen geven zich vrij
binnen de grenzen te bewegen. Het doel de
zer commissie zou zjjn door tusschenkomst
van agenten te bepalen, of en wanneer aan
gegane verplichtingen geen oorlog te voe
ren tegen onschuldige mannen, vrouwen en
kinderen opzettelijk worden geschonden.
Hoover stelt voor, dat de commissie wordt
georganiseerd door Zweden, Noorwegen,
Denemarken, Finland, Nederland en
België. Hij gelooft, dat de oorlogvoerende
naties het voorstel zullen aannemen en dat
de neutrale naties haar steun zullen ver-
leenen.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Terstond na den intocht der Duitsche
troepen zijn in de bezette Poolsche gebieden
totdusver meer dan 30 centrale arbeidsbu-
reaux ingericht, die terstond met hun werk
zaamheden begonnen zijn. Deze bureaux
stellen de arbeidskrachten zoowel ter be
schikking van de militaire autoriteiten ten
einde het groote opruimingswerk te ver
richten en herstelwerkzaamheden te doen,
alsook ter beschikking van de bedrijven in
het bezette gebied teneinde deze weer aan
het werk te brengen. Bovendien zijn reeds
maatregelen genomen om werklooze Pool
sche landarbeiders, die totdusver naar
Duitschland gingen, doch dit jaar op last
van de Poolsche regeering teruggehouden
werden, aan het werk te zetten. Zij zullen
zoo spoedig mogelijk gebruikt worden voor
het binnenhalen van den rijken hakvruch-
tenoogst in Duitschland.
Een speciale verslaggever van Stefani
meldt, dat Zondagavond tegen middernacht
26 auto's in de Roemeensche grensplaats
Cernauti zijn aangekomen. In deze wagens
bevonden zich o.m. de president der Pool
sche republiek en alle leden der Poolsche
regeering.
o
Het D.N.B. meldde vanmiddag uit Ber
lijn:
Ter vermijding van ongemotiveerde ge
ruchten over de taken der Duitsche en Sov
jet-Russische troepen, die in Polen optre
den, verklaren de Duitsche rijksregeering
en de regeering der Sovjet Unie, dat de
handelingen dezer troepen geenerlei bedoe
lingen nastreven, welke in strijd zouden
zijn met de belangen van Duitschland of
van de Sovjet Unie of naar letter en geest
in tegenspraak zouden zijn met de tusschen
Duitschland en de Sovjet Unie gesloten
niet-aanvalsverdragen.
Integendeel. De taak dezer troepen be
staat er in de orde en rust in Polen te her
stellen, die door het verval van den Pool
schen staat zijn verstoord en de bevolking
van Polen te helpen opnieuw de voorwaar
den te regelen voor zijn bestaan als staat.
o
Havas meldt uit Parijs: De inval der Rus
sische troepen in Polen valt samen met een
rustigen dag op het geheele Westelijke
front. Voor het eerst sedert het uitbreken
der vijandelijkheden meldde de Fransche
staf gisteravond, dat van Rijn tot Moezel
niets belangrijks is gebeurd. Deze kalmte
volgt op een levendige reactie der Duitsche
artillerie en een serie tegenaanvallen, die
de laatste dagen op verschillende punten
van het front gedaan waren.
Reuter bericht, dat door luchtfoto's, ge
maakt voor en na het bombardeeren van
de Siegfriedlinie, is aangetoond dat het
bombardement een zeer bevredigend resul
taat heeft gehad. De foto's bevestigen de
berichten, volgens welke vele versterkingen
inderhaast waren aangelegd met materiaal
van inferieure kwaltieit.
Van officieele Engelsche zijde werd Za
terdagavond medegedeeld, dat in de laatste
twee weken 21 Britsche koopvaardijschepen
verloren zijn gegaan. Sindsdien is er weer
een Engelsche schip getorpedeerd, zoodat
het totale .aantal door de Duitschers tot zin
ken gebrachte Britsche schepen thans 22
bedraagt.
Zaterdagmiddag werd de Engelsche tank
boot „Cheyenne" door een duikboot tot
zinken gebracht. De bemanning is gered
door het Noorsche schip „Ida Bakke". De
„Cheyenna" had een inhoud van 8825 ton.
Een lid der bemanning heeft verklaard,
dat toen de duikboot het schip beschoot,
een Britsche torpedojager naderde. De on
derzeeër dook toen snel onder. De torpedo
jager liet dieptebommen vallen en bracht
de „Cheyenne" later tot zinken, daar het
wrak een gevaar opleverde voor de scheep
vaart.
De bemanning van de „Inverlifty",
een Einder Britsch tankschip, dat eenige
dagen geleden is getorpedeerd, is thans in
Engeland aangekomen. De derde stuurman
van de „Inverliffy" vertelde over den on
dergang van het schip nog het volgende.
„Sommige onzer hadden geen kans ge
zien snel genoeg van het schip te komen,
doch na den aanval kwam de onderzeeër
nog even langzij ons schip, zoodat wij op
het stalen dek konden klimmen.
Hier mochten wij, terwijl de geheele
romp van den onderzeeër onder water was
verdwenen, rond den toren blijven staan,
tot aan ons midden onder water. Toen wij
dicht bij een van onze booten waren ge
komen, wuifde de kapitein van den onder
zeeër met de hand ten afscheid en dook
onderWij werden allen gered".
400 DOODEN BIJ ONTPLOFFINGSRAMP?
In de haven van Casablanca aan de West
kust van het Fransche Marokko is de
Fransche mijnenlegger „Pluton" in de lucht
gevlogen. Bij het aan boord brengen van
de oorlogslading is een groote mijn ont
ploft. Het groote schip werd als hetware
in tweeën gescheurd en zonk meteen. On
der water duurden de ontploffingen voort.
De stad dreunde op haar grondvesten. Het
scheen alsof er een ernstige aardbeving
plaats had. In de nabij gelegen stadswijken
werd groote schade aangericht.
Zaterdagavond is te Vlissingen het Itali-
aansche s.s. „Providenza" gearriveerd, ko
mende uit Stettin. Aan boord bevond zich
een twintigtal schipbreukelingen van het
Noorsche motorschip „Ronda".
Deze schipbreukelingen, onder wie zich
vier passagiers bevonden, zijn Vrijdagavond
in nachtgewaad door de „Providenza" na
bij Terschelling opgepikt uit reddingboo
ten, waarmede zij op zee zwalkten.
Volgens verklaringen van deze schipbreu
kelingen is de „Ronda" reeds Woensdag
nabij Terschelling op een mijn geloopen en
verongelukt. Er zouden veertien leden van
de bemanning alsmede drie passagiers ver
mist worden.
Onder deze passagiers bevindt zich een
Canadees. Onder de geredden bevindt zich
eveneens een Canadees, genaamd West.
Alle geredden van de „Ronda" zijn door
de zorgen van den Noorschen vice-consul
te Vlissingen in een hotel ondergebracht.
Vier hunner zijn ter verpleging in een
ziekenhuis opgenomen.
De „Ronda", eigendom van de reederij
A. S. J. Ludwig Mowinckels te Bergen
(Noorwegen) was in 1937 gebouwd. Het
schip mat 5136 bruto en 2981 netto register
ton.
Relaas van een ooggetuige.
De eerste stuurman van de „Ronda" ver
telde tegenover een specialen verslaggever
van de „Crt.", dat het schip Dinsdagmorgen
van Antwerpen was vertrokken om via
Kristiansund (Noorwegen) naar New-York
te varen. Aan boord waren 6 Amerikaan-
sche passagiers en een uit 31 personen be
staande bemanning.
Toen men Woensdagmiddag te 1 uur ter
hoogte van Terschelling was, werd het
schip door vier snel achter elkaar volgende
ontploffingen, ontstaan door mijnen, getrof
fen en zonk de boot binnen 3 minuten. Aan
dek ontstond na de explosies een geweldige
chaos. Luiken waren weggeslagen en een
groote ravage was aangericht.
Vaag zag ik nog leden van de bemanning
en enkele passagiers in de grootste verwar
ring dooreenloopen, vertelde de stuurman,
maar binnen enkele tellen was het achter
schip reeds onder water.
De golven sloegen hoog over het dek en
smakten mij in de zee neer. Enkele oogen-
blikken was er niets dan een ontzettende
chaos; een nachtmerrie, die ik niet licht zal
vergeten. Planken, balken en stukken ijzer
plonsden rondom mij in het water, wild
schuimde en kolkte de zee in mijn nabij
heid. Het was afschuwelijk. Een dikke laag
olie bedekte mijn gezicht en maakte het mij
haast onmogelijk de oogen open te houden.
Ik klampte mij vast aan een stuk hout en
voelde plotseling, dat ik in een boot werd
getild.
Het was een klein roeibootje, dat toeval
lig op het dek had gelegen, een bootje zon
der eenige accomodatie en volkomen onge
schikt voor reddingsboot. Toch dankten wij
aan dat bootje het behoud van ons leven,
want alle reddingsbooten waren met de
„Ronda" in de diepte verdwenen.
Er was immers geen tijd geweest om ze
van de davits los te maken. Langen tijd zijn
wij daarop bezig geweest met het oppikken
van de andere overlevenden. Sommigen
zwommen in het ijskoude water rond, an
deren hadden een losgeslagen luik of een
balk weten te grijpen en zich zoodoende
boven water weten te houden.
Eindelijk waren wij met 20 menschen in
het bootje. De meesten waren er ellendig
aan toe. Zij hadden vrijwel geen kleeren
meer aan het lijf en allen waren bedekt
met een dikke laag olie. Na twee uur zoe
ken moest aangenomen worden, dat de 17
vermisten verdronken waren. Tot de doo-
den behoorde o.m. een 17-jarig Ameri-
kaansch meisje, dat met haar moeder, de
50-jarige mevrouw Hutchinson en een 19-
jarig nichtje van een vacantietocht door
Europa op de terugreis naar de Ver. Staten
was.
De moeder en het nichtje konden in het
bootje worden genomen. De moeder was
aan de wanhoop ten prooi. Het bootje was
overbelast. Er was slechts plaats voor twee
roeiers. De anderen lagen op den bodem,
dicht opeen, doodelijk vermoeid en verbijs
terd. Niemand had iets kunnen redden. De
toestand werd nog treuriger toen de regen
in stroometi neerviel, waartegen men niet
beschut was. Met de schoenen werd het wa
ter uit het bootje geschept. De koude deed
zich ook geducht voelen. Eten of drinken
was er niet in het bootje. Zoo hebben de
arme schipbreukelingen 58 uur rondgedob
berd voordat zij opgemerkt werden. Twee
maal zagen wij vliegtuigen, doch wij wer
den niet opgemerkt. Vrijdagavond kwam 'n
vaartuig recht op de ongelukkigen af. Een
der mannen haalde een fluitje uit zijn zak
en blies met zijn laatste krachten S. O. S.-
signalen in morse-teekens, terwijl wij allen
zoo hard mogelijk schreeuwden en gilden.
Het fluitje was onze redding. Het schip,
dat later de „Providenza" bleek te zijn,
draaide bij en toen duurde het niet lang
meer of een touwladder werd uitgeworpen
en wij waren in veiligheid. Op het dek ge
komen zakten de meesten van ons uitge
put in elkaar; enkelen huilden als kinderen.
Met groote liefde hebben de Italianen ons
verzorgd. Wij werden onmiddellijk naar bed
gebracht en kregen gloeiend heet eten. De
reis naar Vlissingen verliep zonder dat iets
bijzonders gebeurde."
De berichten over het aantal slachtoffers
loopen zeer uiteen. De ramingen gaan van
100 tot 1000 dooden en gewonden. Het
Fransche Havas-bureau meldt uit offici
eele bron „ongeveer 100', het Italiaansche
bureau Stefani bericht „400 dooden en ge
wonden", de Amerikaansche bladen geloo-
ven, dat er duizend slachtoffers zijn.
Waar het groote Duitsche oceaanschip
de „Bremen" eigenlijk is, weet men niet.
Volgens mededeeling van Göring is het
schip in veiligheid. Na zijn vertrek uit
New-York is het schip verdwenen. Men
heeft reeds verondersteld, dat het met ge
doofde lichten naar Groenland is gevaren
en daar ergens in een fjord het einde van
den oorlog afwacht om te voorkomen, dat
het in handen valt van de Engelschen. Ook
is de mogelijkheid geopperd, dat de „Bre
men" een schuilplaats zou hebben gezocht
ergens aan de kust van Afrika. Verder
heeft het gerucht de ronde gedaan, dat het
schip zou zijn aangehouden door een En-
gelseh oorlogsschip, dat het had afge
wacht. Het laatste bericht van de „Bre
men" is, dat de oceaanreus is binnengeloo-
pen in de Noord-Russische haven Moer-
mansk.
Het vrachtschip „Odenwald" van de
Hamburg-Amerika lijn is te Yokohama aan
gekomen. De kapitein heeft medegedeeld,
dat hij de steven heeft gewend toen hij
hoorde, dat oorlog was uitgebroken. Hij
bevond zich toen op slechts 800 mijl van
zijn bestemming aan de Westkust van de
Ver. Staten, doch vreesde daar geïnter
neerd te worden.
Het Engelsche vrachtschip „Fanadhead"
(5200 ton) is door een duikboot tot zinken
gebracht. Het schip stond onder gezag van
kapitein Pinkerton. De bemanning, be
staande uit 40 koppen, is gezond en. wel.
De treiler O 262, uit Oostende, is onder
weg naar Aberdeen na op de Noordzee
twintig leden der bemanning van het s.s.
„Truro" van de lijn Hull-Bergen te hebben
opgepikt. Gemeld wordt, dat de „Truro"
op de Noordzee is getorpedeerd. Alleen de
machinist is gewond.
De Duitschers beweren, dat zij sedert het
begin van den oorlog 30 Britsche schepen
met een tonnage van in totaal 190.000 bru
to ton tot zinken hebben gebracht.
HET AANHOUDEN VAN NEUTRALE
SCHEPEN.
Het Engelsche ministerie van voorlich
ting deelde gisteravond mede, dat Zater
dag 33 neutrale schepen op de controle
posten voor de contrabande in Engeland
werden vastgehouden, en Zondag 25. Deze
verklaring is gepubliceerd naar aanleiding
van de Duitsche radiomededeeling, volgens
welke 170 neutrale schepen zouden zijn
vastgehouden.
Het Engelsche ministerie van handel
heeft een lijst gepubliceerd met de namen
van 278 personen en firma's, in verschil
lende vreemde landen, die wegens handel
drijven met Duitschland als vijand be
schouwd zullen worden. Zakenlieden, ree-
ders en anderen worden er voor gewaar
schuwd met deze menschen en firma's za
ken te doen.
Londen heeft per radio medegedeeld, dat
een beschadigde Fransche duikboot in een
Zweedsche haven is binnengeloopen. Schip
en bemanning zijn geïnterneerd.
De Minister van Sociale Zaken heeft een
rondschrijven gericht aan de gemeentebe
sturen, luidende als volgt:
In verband met de buitengewone tijds
omstandigheden vraagt ook de voorziening
waar noodig van arbeidskrachten de
bijzondere belangstelling der overheid. Daar
de voorschriften op het gebied van werk
verruiming en steunverleening in deze een
beletsel zouden kunnen vormen, meen ik
goed te doen het volgende onder uw aan
dacht te brengen:
a) Indien een werklooze arbeid aanvaardt
in een andere gemeente dan die zijner in
woning, ware, bij terugkeer in zijn oor
spronkelijke gemeente, zijn steun wederom
te berekenen naar het loon, hetwelk hij in
de oorspronkelijke gemeente placht te ver
dienen.
b) Indien een werklooze in een andere ge
meente dan die zijner inwoning werk vindt
en hij naar die gemeente verhuist, zou ik
het waardeeren, dat u, indien hij wederom
werkloos wordt, in zijn nieuwe gemeente
de z.g. Vestigingsbepaling op hem niet toe
past.
Hij ware dan ten aanzien van plaatsing
bij werkverruiming en opneming in de
steunregeling volkomen gelijk te behande
len als de overige arbeiders.
c) Hetgeen onder b) wordt gezegd geldt
a fortiori, indien een arbeider wederom in
zijn oorspronkelijke gemeente terugkeert.
Ook dan zou te zijnen aanzien ontheffing
kunnen worden verleend van de vestigings
bepaling.
Ik doe een beroep op uw college om, door
uitvoering te geven aan hoi bovenstaande,
mede te werken aan een zoo goed mogelijke
oplossing van de moeilijkheden, welke zich
thans kunnen voordoen.
Mocht uw college in een bepaald geval
van meening zijn aan het bovenstaande
geen v'tvoering te kunnen geven, dan zal
ik h: a-mede gaarne het betreffende ge
val volledig toegelicht onmiddellijk wor
den in kennis gesteld.