KRONIEK VAN DEN DAG
Periodieke verloven voor
de gemobiliseerden.
Smokkelhandel in menschen
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COURANT) VAN WOENSDAG 13 SEPTEMBER 1939. No. 216.
Maginot.
EEN ZOOM VAN Z'N VADER.
Poolsche en Duitsche Joden via
Nederland naar België.
Geen oorlogsjournaals in de
bioscopen.
De K.L.M. verhoogt de
passagiersprijzen naar Indië.
Zuinig rijden geboden!
„Kijkt niet te veel naar 1914!"
Vier dagen verlof per maand.
100
uwe
100
te
net
elf st.
>ken,
ster-
fers-
)lks-
ïette
Wilt
vlug
5eeft
ndb.
jurg,
Bur-
van
ïuwe
prijs-
het
De Maginot-linie. Jong en oud, men-
schen, die veel begrip hebben van dezen
Franschen betonnen gordel en die er heele-
maal geen begrip van hebben, laten den
naam thans alsof het hun naaste buur was,
door hun gesprekken rollen. De Maginot-
linie: Frankrijk's reusachtige verdedigings
werk, een ontzaglijke rij van ondergrond-
sche forten en andere versterkingen langs
de grens met Duitschland, gebouwd om een
herhaling van de verschrikkelijke ver
woestingen uit den wereldoorlog te voor
komen.
Hoe komt men aan den naam Maginot?
Zoo heette de man, op wiens initiatief de
linie is tot stand gekomen: André Maginot.
Hij was, zoo ontleen wij aan een levens
beschrijving in de N.R.C., een forsch man;
1 meter 90 lang en een enorm eter, in het
bijzonder van oesters. In de Fransche poli
tiek tusschen 1910 en 1931 diende hij onder
een dozijn eerste ministers en zijn bijzon
dere gaven werden door hen allen erkend.
Hij was een uitnemend administrator en
ongeïnfluenceerd door de verschillende
partijen.
Maginots familie kwam oorspronkelijk
uit Lotharingen aan de Fransch-Duitsche
grens, hoewel hij zelf in Parijs geborenf
was. Dat was in 1877.
In de dagen der Pruisische heerschappij
in Lotharingen, staarden mannen als Ma
ginot peinzend over het veroverde gebied
uit. Maginot kreeg een visioen. Hij zag zijn
land bevrijd. Hij zag een machtige barrière
in dien grond, die voor altijd tusschen Lo
tharingen en Duitschland zou staan, en
tusschen Frankrijk en den oorlog. Vier ja
ren, van 1914 tot 1918, zag Maginot Frank
rijk geteisterd door oorlog en vernietiging.
Nooit weer, zwoer hij in het gezicht van
het land, waaruit hij stamde ,zou Frank
rijk binnen zijn grenzen een oorlog kennen.
Een onmetelijke lijn van fortificaties moest
gebouwd worden om den oorlog op te van
gen. Frankrijks grond moest voor altijd van
den oorlog bevrijd worden.
Zoo kwam in haar uiteindelijken vorm,
de conceptie van de Maginot-linie tot
stand, waarachter thans de zonen van
Frankrijk staan in den nieuwen oorlog te
gen de Duitschers.
Maginot was bezig carrière te maken als
ondersecretaris op het Ministerie van Oor
log in 1913, toen de oorlog uitbrak.
Hij stond er op in dienst te gaan, on
danks de protesten van zijn vriend en col
lega Aristide Briand. Zoo werd burger Ma
ginot voor langen tijd sergeant Maginot
en voor zijn vrienden heette hij zijn leven
lang „de sergeant". Voor Verdun in 1916
werd hij ernstig gewond aan een zijner
beenen. Deze wond was de oorzaak, dat hij
zijn geheele verdere leven mank moest
loopen, maar „de sergeant" was trotsch
op deze wond, die hij in de verdediging van
Verdun had opgeloopen.
Maginot moest nu het leger verlaten en
hij deed dat met het kruis van het Legioen
van Eer en de Medaille Militaire op de
borst. In 1917 werd hij minister van kolo
niën onder minister-president Ribot. Na
den oorlog werd hij minister voor pensioe
nen en in 1924 kreeg hij zijn kans en het
ministerie dat hij begeerde: hij werd mi
nister van oorlog onder Frangois Marsal.
Dit duurde niet lang: de regeering trad
na weinige weken af. In 1928 en 1929 dien
de Maginot onder Poincarë en Briand we
der als minister van koloniën en in No
vember 1929 bood Tardieu, de nieuwe pre
mier, hem het ministerie van oorlog op
nieuw aan. Maginot nam het aan en toen
werd de Maginot-linie geboren.
Hij zelf was niet de technische expert
achter de Magmöt-liriie. Zijn plan bepaal
de zich tot de groote lijnen. De uitvoering
berustte bij de generaals Weygand en De-
beney en een reeks naamlooze technici.
De ontwerper zag zijn werk niet voltooid.
Hij stierf aan typhoïdekoortsen tengevolge
van het eten van zijn geliefde oesters, in
Januari 1932. Hij was slechts 54 jaar oud.
Tusschen 1929 en 1935 werd reeds veel
geld aan den bouw van de Magmot-linie
besteed. Sindsdien is er nog 80 millioen
aan uitgegeven. Want het volk van Frank
rijk besloot, dat de Maginot-linie altijd van
de modernste strijdmiddelen voorzien zou
worden. De arbeid aan dezen wapengor
del zal nooit voltooid zijn. Zoo leeft het
visioen van Maginot voort.
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE— v. d. MADE.
58).
Gordon wachtte met inwendig plezier het
antwoord van den boer af. Na eenigen tijd
te hebben nagedacht, sprak deze op een
toon, die klonk als een orgelpijp;
„Wel, mijne heeren, u valt met de deur
in huis. U wilt graag zaken doen: nou, ik
ook. Als mijn antwoord u van dienst kan
zijn, dan ben ik blij, dat u me er naar ge
vraagd hebt. Mr. Carbhoy is op het oogen-
blik inderdaad mijn gast, ik kan echter niet
zeggen, voor hoe lang. Ziet u, hij gaat nog
door naar de kust, als we de zaak voor
Bufalo Point hebben geregeld. Dit is het
antwoord op uw eerste vraag. De tweede
is nog eenvoudiger. De ingenieurs van den
spoorweg kunnen ieder oogenblik hier zijn
met hun plannen, hun specificaties, hun
materiaal en hun arbeiders en zullen
Woensdagmiddag hier op Buffalo Point het
depót gaan bouwen."
Abe Chester hijgde, terwijl zijn magere
collega grijnsde als een doodskop. „Dan
zullen we graag over zaken praten" zei
de laatste.
„Inderdaad" beaamde Chester, die zuini
ger met zijn woorden omsprong, omdat het
hem zooveel adem kostte.
Malinsbee schoof hen sigaren toe. Hij
voelde, dat ze die als moreele steun zou
den noodig hebben en zei:
„Gaat uw gang, heeren. Dan praten we
makkelijker en - er valt nog al wat te pr a-
Het is de Roermondsche politie gelukt,
deels in samenwerking met de mare
chaussee, een complot te ontdekken, dat
een smokkelhandel in menschen dreef.i
Een tweetal gevallen kon tot opheldering
gebracht worden.
Bij het eerste geval waren betrokken
een zekere P. uit Roermond en B. uit
Maasniel Zij stonden reeds lang onder
verdenking en werden nauwkeurig ge
schaduwd. De zaak kwam eerst goed aan
het rollen, toen men de hand wist te leg
gen op drie Poolsche Joden, die men des
morgens om half zes aantrof op de Kapel-
lerlaan te Roermond. Zij werden meege
nomen naar het politiebureau en aan een
langdurig verhoor onderworpen! Tijdens
hun ondervraging dischten zij de meest
fantastische verhalen op, maar eindelijk
bekenden zij, over de Duitsche grens te
zijn gesmokkeld. De heele affaire was ge
leid door zekere vrouw B. uit Eysden
Deze had zich met een der slachtoffers
te Duisburg in verbinding gesteld. Er
werden afspraken gemaakt voor een
vlucht naar Nederland Het eerste slacht
offer liet nog eenige lotgenooten uit Ber
lijn overkomen. Toen het zoover in orde
was gemaakt, doken ook P. en B. in
Duisburg op.
Er werd overeengekomen, dat zij de
vluchtelingen voor 500 mark per persoon
via Nederland naar België zouden bren
gen Er moest 200 Rm. vooruit betaald
worden. Van Duisburg trokken zij naar
München-Gladbach. Daar zouden de twee
Nederlanders aan het station staan en
gezamenlijk zou men verder reizen naar
Dalheim-aan de grens. Het gezelschap mis
te echter een trein, doch te voet bereikte
men 's avonds de grens Daar stond een
der Nederlanders reeds te wachten om de
gesmokkelde menschen in ontvangst te
nemen. Hij bespeurde echter onraad en
verdween. De vluchtelingen gingen toen
te voet verder en overschreden bij Vlodrop
de grens. Zij liepen des nachts door naar
Roermond. Hier werden zij den volgenden
ochtend aangehouden
Na de bekentenis der Polen werden P
en B opgespoord, aan een verhoor onder
worpen en met de Polen geconfronteerd
Een van hen bleef ontkennen, doch de
ander viel al spoedig door de mand.
In het 'tweede geval maakte een zeke
re J B gebruik van een vervalscht be
wijs van Nederlanderschap van zekeren
D. uit Roermond, om daarmee een Duit-
schen Jood eveneens via Nederland naar
België te smokkelen Met dit bewijs trok
D een slagersknecht en niet-Nederlander
naar Kreféld, waar hij het „bewijs van
Nederlanderschap" aan den 'vluchteling
overhandigde. Vluchteling en slagers
knecht spoorden samen naar de grens D
overtocht gelukte Aan deze zijde .yam de
grens stond eveneens een slagersknecht te
wachten, die den vluchteling overnam en
naar België wilde brengen, maar beiden
werden opgepikt en opgesloten. Voor hun
bemoeiingen zouden de béide slagers
knechts 350 'Hm ontvangen van J B„
doch zij kwamen er zonder een cent af
'Tegen D. is proces-verbaal opgemaakt
Men meldt ons uit Den Haag: Het zal
den bioscoopbezoeker wellicht zijn opgeval
len, dat sedert eenigen tijd in de Neder-
landsche bioscopen geen journaals worden
vertoond, welke een beeld geven van han
delingen, die onmiddellijk met den oorlog
in verband staan.
Naar wij thans vernemen, heeft de Cen
trale commissie voor filmkeuring op 6
September het vertoonen van dergelijke
journaals voor het geheele land verboden.
De bedoeling van dezen maatregel is de
absolute onzijdigheid van ons land ook in
dit opzicht te waarborgen.
Sommige trajecten zijn langer geworden.
De directie der K.L.M. is noodgedwongen
moeten overgaan tot verhooging van de
passageprijzen van en naar Nederlandsch-
Indië.
Onder de tegenwoordige omstandigheden
beteekent de exploitatie van de Indië-route
een verhooging van uitgaven. Anderzijds is
de route gewijzigd, waardoor bepaalde tra
jecten verlengd zijn. Als gevolg hiervan
kunnen minder passagiers en vracht wor
den medegenomen en het is duidelijk, dat
hierdoor een belangrijke derving van in
komsten ontstaat.
Met ingang van 16 September a.s. is
daarom de prijs van een enkele reis
AmsterdamBatavia van 1300,op
1500,gebracht. Het retour wordt ver
hoogd van 2340,tot 2700,Passa
ges in vreemde valuta worden niet meer
verkocht.
VOOR VISA OP VREEMDE
PASPOORTEN.
De regeeringspersdienst meldt:
Met ingang van 21 September a.s. zal
hier te lande een visa-dienst zijn werkzaam
heden aanvangen. Deze dienst zal te 's-Gra-
venhage gevestigd zijn aan de Koninginne
gracht 21 en alle werkzaamheden, aan het
verleenen van een visum'op vreemde pas
poorten verbonden, die tot dusverre door
den rijksdienst der werkloosheidsverzeke
ring en arbeidsbemiddeling en gedeeltelijk
ook door het departement van Buitenland-
sche Zaken werden uitgevoerd, overnemen.
Alle aanvragen betreffende het verleenen
van visa moeten van bovengenoemden da
tum af aan dit bureau worden voorgelegd.
De regeering heeft den automobilisten
aangespoord in den eerstkomenden tijd zui
nig te zijn met de benzine, en te dien einde
niet meer zakelijk en privé-gebruik der wa
gens te maken, dan noodzakelijk mag wor
den geacht. Indien dit verzoek niet het ge-
wenschte effect zou sorteeren, zouden
maatregelen ter regeling van het verbruik
van hoogerhand binnen afzienbaren tijd
moeten worden genomen.
De kwestie der benzinebesparing is daar
mede officieel aan de orde gesteld. In ver
ban/1 hiermede heeft de K.N.A.C. een over
druk van het artikel „Zuinig rijden gebo
den!", verschenen in de „Auto", verspreid,
dat als een nuttige handleiding voor de
automobilisten kan worden beschouwd.
Het brandstofverbruik voor het afleggen
van een bepaalden afstand is in sterke mate
afhankelijk van de wijze van rijden. Voorts
spelen de mechanische conditie en de af
stelling van den motor een rol. Voor alles
geve men zich er rekenschap van, dat met
de afstemming van 's bestuurders rijmetho-
den op een zoo laag mogelijk verbruik veel
meer valt te besparen, dan met welke con
ditieverbetering of afstellingswij ze van den
motor. Het streven naar systematische ver
hooging der bedrijfseconomie brenge men
allereerst tot uiting in:
a. het vermijden van hooge snelheden;
b. gelijkmatig rijden, zonder felle accele
ratie en bruuske vertraging;
,c. de lage versnellingen matig, en een
„overdrive" zooveel mogelijk gebruiken;
d. den motor niet onnoodig stationair la
ten loopen;
e. de choke (speciale start-caburateur) of
andere hulpinrichtingen voor het koud
starten, zoo weinig mogelijk gebruiken.
In het genoemde artikel worden deze pun
ten uitvoerig toegelicht.
Voorts wordt besproken welken invloed
de conditie en de afstelling van den motor
op het benzineverbruik hebben, en welke
storingen dit verbruik onnoodig hoog ma
ken. Aangegeven wordt door welke afstel
lingsmaatregelen de bedrijfszuinigheid in
bepaalde gevallen kan worden bevorderd.
De Jaarbeurs-voorzitter ziet verschillen.
Tijdens de lunch ter gelegenheid van de
opening der 41ste jaarbeurs te' Utrecht,
heeft de voorzitter der Kon. Ned. Jaar
beurs, de heer F. H Fentener van Vlis-
singen, tot de aanwezige binnenlandsche
en buitenlandsche journalisten een korte
tafelrede gehouden.
Hierin waarschuwde hij er tegen te
veel een parallel te trekken tusschen den
oorlogstoestand van nu en die van 1914
Het gevaar bestaat, dat men zich on
noodig gaat instellen op een situatie, zoo
als men die in 1914 heeft leeren kennen.
Er zijn echter groote verschillen. Toen
dacht men, ten onrechte, dat de oorlog
slechts "kort zou duren. Thans gelooven
velen, hopelijk evenzeer ten onrechte, dat
de oorlog zeer lang zal duren. Toen lag
tengevolge van de deelneming van bijna
alle landen de wereldhandel geheel stil.
Thans zal onder moeilijke omstandigheden
en met de noodige beperkingen, een ze
ker internationaal handelsverkeer moge
lijk blijven. Toen heerschte de onbeperk
te duikbootoorlog, waardoor ook de neu
tralen getroffen werden; thans dient men
af te wachten hoe de duikbootoorlog zich
zal ontwikkelen. In 1914 hadden de mees
te landen zelf hun geheele productie noo
dig; thans hebben ook vele oorlogvoeren
de landen er belang bij te blijven expor
teeren. Het is dus niet noodig, bij de pak
ken neer te zitten en als in 1914 onze
Izelf gedraaide papierballen te stoken.
Daarom doen wij het beste, ons dage-
lijksch werk, waar we dat kunnen, voort
te zetten en te doen, wat gedaan kan
worden en den moed niet te verliezen#
En zoo worden nog tal van maatregelen
genoemd welke bevorderlijk zijn voor een
zuinig brandstofverbruik.
ten."
De beide mannen namen de aangeboden
sigaar en snoven er eens aan. De boer nam
er zelf ook een en stak haar aan.
„Valt er veel te praten?" vroeg Laker,
niet zonder argwaan.
„Ja." De boer trok eens duchtig aan
zijn sigaar en bestudeerde bedachtzaam de
asch. Even later vervolgde hij:
„Ik zal u een en ander mededeelen, voor
dat u over geld 'begint. Ziet u, u moet den
stand van zaken goed begrijpen. Het zal u
misschien wel even moeilijk vallen. Langen
tijd heeft de gelegenheid voor iedereen be
staan om zijn geld hier in Buffalo Point
te steken. Verscheidene vrienden van me
zijn toen zoo wijs geweest dat te doen en
die varen er nu wel bij. Doch de anderen
hadden daar niet genoeg pit voor. Ik ver
wijt hun niets; het was een soort gokspel
letje en er moesten menschen zijn, die het
aandurfden. Die dagen zijn echter voorbij.
Er valt nu niets meer te gokken, de zaak is
al voor mekaar. Ziet u, Snake's Fall zal
zoo'n soort voorpostje worden terwijl Buf
falo Point zal prijken met een prachtig
gloednieuw depót, 't Heeft heel wat voeten
in de aarde gehad, voordat alles zoo was
geregeld en zoowel mijn menschen als de
Bude en Sydely Steenkolenhandel hebben
wel eenige compensatie voor hun werk ver
diend. Ik zelf verkoop geen millimeter
p-ond, voordat men aan het depót bezig
is. Om kort te gaan, dan zullen de prijzen
hoog zijn, zoodat ik mijne heeren, voor een
stuk grond, waar ik eerst een getal van
drie cijfers voor vroeg, nu, of liever ge
zegd, te zijner tijd, een getal van vier of
misschien zelfs wel vijf cijfers zal vragen."
„U bent dus van plan ons uit te slul-
De Regeeringspersdienst meldt, dat een
regeling is getroffen voor de periodieke
verloven van de gemobiliseerden.
DE LANDMACHT,
Voor het personeel, behoorende tot de
Koninklijke landmacht geldt de volgende
regeling:
le Indien en zoo lang de omstandigheden
zulks gedoogen, kan met ingang van 17
September 1939, aan het militair personeel,
behoudens dat bedoeld in punt 2, naar on
derstaande regeling periodiek verlof wor
den verleend.
2e Deze regeling geldt niet voor perso
neel, dat voor het volbrengen van de eerste
oefening korter dan 6 maanden in werke-
lijken dienst is.
3e de regeling van het verleenen van de
verloven wordt opgedragen aan de com
mandanten van compagnien, eskadrons,
batterijen ,en overeenkomstige oorlogson-
derdeeïen.
4e In elke kalendermaand kan aan ieder
der betrokkenen tweemaal twee dagen ver
lof worden verleend, met dien verstande,
dat nimmer meer dan 1/7 deel van het be
trokken oorlogsonderdeel met periodiek
verlof afwezig mag zijn.
Slechts in de avonduren zal het percenta
ge afwezigen als gevolg van het gestelde in
punt 6, gedurende enkele uren grooter mo
gen zijn.
Voor wat betreft de officieren en dienst
doende officieren, behoorende tot de lucht
verdedigingsorganen geldt deze regeling
slechts voor zoover de dienst zulks toelaat.
Indien de betrokkene op grooten afstand
van zijn garnizoen woont, kan in stede van
tweemaal twee dagen per kalendermaand
eenmaal vier dagen per kalendermaand pe
riodiek verlof worden verleend.
5e Bij het vaststellen van een regeling
voor het toekennen van periodiek verlof
moet er rekening mede worden gehouden
dat werkdagen en Zon- en feestdagen aan
elkaar gelijk zijn. Indien derhalve de laat
ste verlofdag, bijv. op Zaterdag valt, mag
aan den betrokkene op den .daaraan vol
genden Zondag geen verlof worden ver
leend.
6e Degenen, aan wie verlof wordt ver
leend, mogen in den avond voor den eer
sten verlofdag vertrekken op zoodanig tijd
stip, dat zij hun woonplaats nog kunnen be
reiken.
Zij moeten zich in den avond van den
laatsten verlofdag weder bij hun oorlogs
onderdeel melden. Het verleenen van z.g.
eerste reisgelegenheid is niet toegestaan.
7e De commandanten van de oorlogson
derdeelen, die aan daarvoor in aanmerking
komend personeel ingevolge het bepaalde
in deze regeling periodiek verlof verleenen,
dragen zorg voor het doen aanleggen van
een lijst, waarin al het betrokken personeel
is vermeld en waarin nauwkeurig aantee-
kening omtrent de verleende verloven moet
worden gehouden. Deze lijst moet bij het
oorlogsonderdeel worden bewaard.
8e Bij het vaststellen van de volgorde,
waarin aan het personeel periodiek verlof
moet worden verleend, moeten de betrok
ken commandanten er rekening mede hou
den, dat moet worden begonnen met het
verleenen van dat verlof aan het oudste
personeel en daarvan in de eerste plaats
de gehuwde met de zwaarste gezinsomstan
digheden.
Goede manieren bestaan uit kleine
opofferingen.
ten", beet Abe Chester hem toe.
„Is het omkooperij?" vroeg Laker ve
nijnig.
„U kunt het noemen, zooals u zelf wilt,"
zei Malinsbee koel. „Ik heb u de simpele
feiten meegedeeld, zooals ik dat aan ieder
een zal doen, die ernaar vraagt. Zij, die in
de boom van Buffalo Point willen komen,
zullen daarvoor moeten betalen en goed
ook. Dat is alles, wat ik u te vertellen heb,
heeren."
HOOFDSTUK XXI.
Een kleine fout.
James Carbhoy had volop tjjd zich aan
"Zijn overpeinzingen over te geven. Anders
had hij daar nooit gelegenheid voor. Droo-
merijen? Och, soms liet hij even zijn
verbeelding den vrijen teugel, temidden
van getallen om hem heen, dat was alles.
Alle andere droomen interesseerden hem
niet. Nu was het echter anders.
Hij zat in een ouderwetschen schommel
stoel voor de deur van zijn gevangenis. De
lucht in het dal was heerlijk zacht, de zon
ging onder en een weelde van kleuren en
tinten spreidde zich voor hem uit. Een
zeldzame vrede en rust heerschte alom. En
dat had hem aan het droomen gebracht.
Hij zat daar best op zijn gemak, met zijn
handen achter zijn grijze hoofd gevouwen
en genoot van de geurige, frissche lucht.
Zijn gevangenschap duurde nu al drie we
ken. De eerste boosheid was al lang over
en had plaats gemaakt voor een filosofi
sche gelatenheid, die hem typeerde. Hij
probeerde niet langer het raadsel van deze
gevangenschap op te lossen. De eerste da
gen had hij daar steeds over gepiekerd en
zich bezorgd gemaakt over alle mogelijke
onheilen, die zijn plotselinge afwezigheid
uit zijn zaken teweeg kon brengen. Maar
toen de dagen voorbij gingen, zonder dat
er eenige opheldering kwam, gaf hij zich
gelaten over en langzamerhand maakte
zich zelfs een weldadige rust van hem
meester.
James Carbhoy bezat een groot gevoel
voor humor voor een man, die zjjn heele
leven niet anders had gedaan dan cijfers
vermenigvuldigen, optellen en aftrekken
en dat was het misschien, dat hem in zijn
leven steeds weer had geholpen. Men zou
misschien denken, dat zijn temperament
hard en onverbiddelijk was, doch het te
gendeel was waar. Het was nu eenmaal zijn
baantje geld te verdienen en dat werk
amuseerde hem. Hij had een warm hart en
was zeer menschelijk. Hij hield van den
strijd in zaken en de moderne zakenmetho-
den. Dit beïnvloedde al zijn handelingen en
een warme, menschelijke vriendelijkheid
behoedde hem voor alle gevaren, die zoo'n
temperament konden meebrengen.
Terwijl hij zich in het avondzonlicht
koesterde, moest hij bekennen, dat hij
eenerzijds niets te klagen had. Hij had nu
een kant van het leven leeren kennen,
waar hij anders waarschijnlijk nooit mee
in contact zou zijn gekomen. Maar hij vond
deze gedachte al even dwaas van zichzelf,
als het gemak, waarmee hij de eerste boos
heid over het gebeurde van zich af had ge
Spoedoproep.
Indien de omstandigheden zulks noodig
maken, zullen allen, aan wie periodiek ver
lof is verleend, door middel van de radio
worden teruggeroepen. Heeft zoodanige op
roeping plaats, dan zijn allen die zich op
dat tijdstip met periodiek verlof bevinden,
verplicht onverwijld naar hun stand
plaats terug te keeren.
Bovendien zal hieraan door het aanplak
ken van kennisgevingen in de gemeenten
bekendheid worden gegeven.
VERLOFPAS.
10e Voor elk periodiek verlof wordt zoo
wel voor de heen- als voor de terugreis ver
voer voor rijksrekening verleend. De com
mandanten zullen hiertoe, tot het tijdstip,
waarop vanwege het departement van De
fensie de vereisehte bewijzen worden toege
zonden, aan betrokkenen een eenvoudige
verlofpas, waarop de reis kan worden ge
daan, verstrekken. De verlofpas moet zjjn
voorzien van dé handteekening van den
betrokken compagnies-, batterij-, eskadron-,
detachements- of overeenkomstige com
mandant.
DE ZEEMACHT.
Voor de zeemacht is de volgende regeling
vastgesteld
Aan het Marinepersoneel zal naar gelang
van de omstandigheden drie dagen per drie
weken of vier dagen per vier weken verlof
worden verleend.
Mochten de omstandigheden een andere
regeling noodzakelijk maken, dan zijn de
betrokken marineautoriteiten gemachtigd
om een andere regeling naar denzelfden,
maatstaf vast te stellen.
Overigens gelden voor het marineperso
neel dezelfde bepalingen als voor het per
soneel van de landmacht.
Voor het vervoer naar hun woonplaatsen
van de militairen, die met periodiek verlof
vertrekken, zullen met ingang van 16 Sep
tember van des namiddags 16.00 uur af
voor zoover noodig extra-treinen worden
ingelegd. Met ingang van Maandag 18 Sep
tember zullen bovendien in de avonduren
extra-treinen worden ingelegd voor het
vervoer van de verlofgaifgers naar hun
korpsen.
zet. Midden in een belangrijke zaak, die
zijn volle aandacht vereisehte, zat hij hier
nu als gevangene, terwijl die zaak natuur
lijk verliep.
Hij moest lachen om zijn tegenstrijdige
gevoelens en ook ditmaal hielp zijn gevoel
voor humor hem. Hij wist, dat iemand hem
ertusschen had genomen. Het was stellig
niet voor 't eerst van zijn leven, maar hij
had tenslotte altijd nog een uitweg gevon
den, waardoor hij uiteindelijk toch had
kunnen winnen. Enfin, dacht hij, hij zou
er ook nu wel weer wat op vinden. En
daarom was hij voor het oogenblik tevre
den en genoot van zijn omgeving.
Eén gezicht van zijn omgeving veraf
schuwde hij. En zelfs zijn humor kon hem
hier niet helpen: het was de simpele aan
wezigheid van den Chinees. Hij had altijd
het land aan Chineezen gehad, zoo erg
zelfs, dat hij nooit een cent in Chinee-
sche ondernemingen had willen steken.
Hip-Lee verscheen altijd weer overal,
er was geen ontkomen aan. Als de mede
gevangenen van den millionnair, het aar
dige meisje, dat het wagentje had be
stuurd, binnen kwam om hem te bedienen
(dat scheen haar bevolen te zjjn) was Hip-
Lee onmiddellijk als een schaduw in haar
nabijheid. Als de milionnair in het dal ging
wandelen wat hem van het begin af aan
was toegestaan kon hij niet toevallig
omkijken, of hij ontwaarde de loerende,
spiedende, zwijgende gestalte in de blauwe
kleeding. James Carbhoy haatte dit op
pertoezicht. Het zou hem niets verwonde
ren, als er onder het blauwe jasje een lang
mes was verborgen, met de bedoeling hem
te vermoorden.
j (Wordt vervolgd)