fömtrïttcïule Qeetixtrtfcfye C GOESCHE COURANT Nederland betreurt dertig dooden C. DE LEEUW NIEUWE B.M.W. en D.K.W.- MOTOREN Zeeuwen vielen voor hun vaderland. Steeds meer schepen worden getorpedeerd. „Eerst een fatsoenlijke Duitsche regeering 'Achter de Maginot-linie en den Westwal wonen geen burgers meer. De mijnenveger „Willem van Ewijck" in de lucht gevlogen. Het schip liep op een Nederlandsche mijn. De lijst der slachtoffers. Een Engelsch blad over de eventueele vredesvoorwaarden. PROFITEERT HIERVAN I WIJ LEVEREN NOG UIT VOORRAAD tegen OUDEN PRIJS Vliss. straat 39-41 Tel. 669 M'burg Frankrijk was bereid tot onderhandelingen. Wanneer De Franschen melden plaatselijke vorderingen. De „Statendam" redt de bemanning van een Engelsche vrachtboot. NUMMER 213 182e JAARGANG Dagblad. Uitgave C.V. De Middel- burgsche Courant. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstraat 28, Tel. Redactie 269, Administratie 139; te GOES: Turfkade Tel. 2863. Post giro 359300. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes 2.30, elders 2.50 per kwartaal. Weekabonne menten in Middelburg en Goes 18 ct. DRIE BLADEN EERSTE BLAD HIDDELBURGSCHE COURAMT ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1939 Advertentiën 30 cent per regel, ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Bij contract lager. Tariet op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum 2.10. „Kleine Advertenties", maximum 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 cent extra. Bewijsnummers 5 ct De Nederlandsche marine en met haar heel ons volk is gisteren getroffen door een ramp, die dertig slachtoffers eischte. Bij het verleggen van een mijnenveld werd de mijnenveger „Willem van Ewijck" door den stroom op een mijn gedreven en midscheeps geraakt. Een verschrikkelijke ontploffing volgde en binnen een minuut zonk het schip. De ramp gebeurde ter hoog te van West-Terschelling, nabij de ondiepte de Noordvaarder. De „Willem van Ewijck", was des mid dags in gezelschap van de mijnenvegers „Jan van Gelder", „Abraham van der Hulst", „Pieter Florisz" en den mijnenleg- ger „Nautilus" uit Nieuwediep vertrokken voor het leggen van mijnenvelden rond de zeegaten van de Waddeneilanden. In samenwerking met de andere mijnen- leggers was de „Willem van Ewijck" bezig hier een mijnenveld te leggen. Voor de juiste ligging van het veld moest in ver band met den stroom hier en daar een mijn worden opgeruimd. Dit geschiedde met behulp van een mi trailleuse van de mijnenvegers af. Toen eenige manschappen van de „Willem van Ewijck" bij de mitrailleuse op het achter dek gereed stonden om een der mijnen te vernietigen, dreef het schip door een ster ken stroom over een anderen mijn. Een sloep met manschappen van de „Van Ewijck" voer in de onmiddellijke nabijheid van den mijnenveger". HET SCHIP BRAK IN TWEEEN. De„Willem van Ewijck" werd midscheeps getroffen. Met een geweldige explosie brak het schip in tweeën en binnen enkele minuten verdween het schip in de diepte. Grootp waterzuilen spoten omhoog. De bemande motorsloep van de „Van Ewijck' werd door de kracht van de ontploffing eenige meters de lucht in geslingerd, doch kwam weer behouden" op het water terecht, zonder dat de bemanning hierbij letsel op liep. Van de „Nautilus", die onder commando van den luitenant ter zee eerste klasse J. A. Gauw, het dichtst in de nabijheid was, werd onmiddellijk een motorsloep uitgezet, waarin ook de officier van gezondheid, P. J. Waegheningh, plaats nam. Deze sloep begaf zich naar de plaats des onheils om de drenkelingen op te nemen, zulks tezamen met de sloep van de „Van Ewijck". Het eerst werden vier zwaar gewonden in de sloep opgenomen, onder wie de comman dant, luitenant ter zee eerste klasse J. E. ten Klooster, die onder meer een been ge broken had. Deze werd met een anderen drenkeling aan boord van de „Nautilus" gebracht. Tij dens de vaart naar Den Helder is hij, even als de drie andere gewonden, van wie er twee door de „Jan van Gelder" aan boord waren genomen, bezweken. Van de 51 leden der er 25 met de „Van Ewijck" in de diepto verdwenen. Voorts werden er 22 opvarenden, onder wie eenige gewonden, van de „Van Ewijck" door de uitgtezette sloepen der andere mij nenvegers aan boord genomen. Van het vliegkamp De Mok arriveerden acht watervliegtuigen met medische hulp ter plaatse. Toen er geen drenkelingen meer in de nabijheid werden waargenomen, gingen de schepen met hun droeve last naar Den Helder, waar het treurige nieuws reeds bekend was geworden. _,D® 1v,?r!ie.sJ1?jst van Hr. Ms. „Willem van Ewijck" luidt: Overleden luitenant ter Klooster; Luitenant ter zee 3e klasse marine reser ve G. Anema; adj. onderoff. machinist B. c. de Bruin* bediende-zeemilicien J. Bosch. Vermist: bootsman G. J. van Dort; sergt. machinist J. J. de Smit; korporaal machinist M. F. Poortvliet; korporaal torpedomaker J. C. Bromlewe* matroos le klasse P. Boone; matroos 2e klasse H. J. Gillesen; stoker—olieman L. P. Soede; idem A. Verkujjlen; stoker le klasse G. de Boom; idem W. F. H. Verhoeff; stoker 2e klasse F. G. Boone; stoker 3e klasse B. W. van Boekei; idem A. F. J. Cadot; adspirant-kwartiermeester z.m. P. M. Hofman; korporaal-machinist z.m. J. Oudshoorn; matroos 3e klasse z.m. J. Buijs; idem F. G. Stobbelaar; bediende 2e klasse z.m. J. van Belzen; idem J, de Waal; hofmeester 3e klasse z.m. S. C. van Steen- kiste; kok 2e klasse z.m. A. Beijer; kok 3e klasse z.m. A. V. Lohman; oker olieman le klasse z.m. M. Moer- mond; stoker 3e klasse z.m. J. van den Beucken; idem H. H. a. Peters; ziekenverpleger 2e klasse z.m. J. Krul. zee le klasse: J. E. ten Slachtoffers van hun plicht. Als herinnering aan de slachtoffers van de mobilisatie 19141918, staat bij den in gang van de haven van Den Helder het mo nument „Voor hen, die vielen". Op 15 October 1923 werd het door H. M. de Koningin in tegenwoordigheid van wij len Prins Hendrik onthuld. De mobilisatie van 1939 is begonnen en binnen eenige dagen vielen reeds 30 jonge menschen bij de vervulling van hun taak: de handhaving van onze neutraliteit en de bescherming onzer kusten. Een met stomheid geslagen menigte ver zamelde zich rond de buitenhaven, toen om ongeveer kwart over vier het gerucht de ronde deed, dat de „Willem van Ewijck" was vergaan en dat de dooden en gewonden werden binnengebracht. De oorlogsschepen voeren binnen met de vlaggen halfstok. Op het achterdek ston den de baren, gedekt met de vlag. De mijnenlegger „Douwe Aukes", de kanon- neerbooten „Brinio" en „Friso" en de on derzeeër O 20 kwamen achter elkaar met hun droeven last de haven binnen. Op de andere schepen brachten de opvarenden de eerbewijzen. Onder het publiek heerschte de grootste verslagenheid, spreken kon men bijna niet. Vrouwen snikten. Bij de om standers bestond groote onzekerheid om trent het lot hunner betrekkingen, daar de namen der slachtoffers nog niet bekend waren. In het militaire hospitaal was alles in gereedheid gebracht. Met ambulances wer den de gewonden naar het hospitaal ver voerd. In doodsche stilte reden de zieken- wagentjes voorbij, die de stoffelijke resten bevatten. n Het Engelsche dagblad „News Chronicle" schrijft in een hoofdartikel „Engeland en Frankrijk, die gedwongen waren een oorlog in te gaan, zijn gebonden door hun eed van trouw. Zij zjjn onherroepelijk besloten geen einde te maken aan de vijandelijkheden voor de definitieve verplettering van het Hitlerisme". Het blad ziet de eventueele vredesvoor waarden als volgt: 1) Instelling van een fatsoenlijke Duit sche regeering; 2) Herstel der onafhankelijkheid van Tsjecho-Slowakije 3) Het afzien door Duitschland van alle aggressieve bedoelingen 4) Ontwapening. De Parijsche correspondent van het blad schrijft, dat er niet de minste kans is, dat «ie kinderlijke vredesvoorspiegeling door de Natlonaal-socialisten te Parijs eenig effect sorteer t. Fvankrjjk gaat niet voor niets een oorlog in. Wanneer eenmaal het besluit ge/Mvnen is de strijdkrachten naar het front te zendën, zal Frankrijk marcheeren tot de verplette ring van het regiem van Hitier en de weg neming van de Duitsche bedreging tegen Europa". yr (Ingez. MedJ De mijnenveger „Willem van Ewijck De geschiedenis leert ons, dat in den loop der eeuwen de Zeeuwen op het water de eer van ons vaderland mede hebben helpen hooghouden. De Zeeuwen hebben zich altijd tot het water aangetrokken gevoeld. Vele koene zeevaarders, die in den strijd voor het vaderland zijn gevallen, hadden hun wieg op Zeeuwschen bodem staande. Ook tot de slachtoffers van de „Willem van Ewijck", die vielen bij de vervulling van hun plicht tot handhaving van de neutraliteit van ons vaderland, behooren verschillende Zeeuwsche mannen. De commandant J, E, ten Klooster, die het bevel voerde over den ver ongelukten mijnenveger is afkomstig uit V e e r e. Hij werd in 1904 geboren. Op 18 Aug, 1926 werd de heer Ten Klooster tot luitenant ter zee 3e klasse benoemd, terwijl hij twee jaar later bevorderd werd tot de tweede en in 1937 tot de eerste klasse. De thans omgekomen zee-officier was in het bezit van het brevet van waarnemer. Ook I e r 5 e k e treurt ofn Eet verlies van twee harer zonen, namelijk de 28-jarige matroos le klasse P. J. Boone, die als vrijwilliger bij de marine diende en de 21-jarige dienstplichtige matroos 3e klasse F. G. Stobbelaar. De burgemeester van Ierseke had een zware taak, toen hij uit Den Haag bericht kreeg van den dood dezer twee jongens, de ouders daarvan in kennis te stellen. De geheele gemeente treurt met de diep getroffen ouders mede. De korporaal-machinist M. F, Poortvliet is afkomstig uit Middelburg. Hij was 41 jaar oud, gehuwd en woonde te O. en W, Souburg. Ook de adj. onderofficier-machinist B. C. de Bruin is afkomstig uit O, en W, Souburg. Tot de slachtoffers behooren verder vier Vlissingers: bootsman G. J, van Dort, sergeant-machinist J. J. de Smit, hofmeester 3e klasse zeemilicien S. C, van Steenkiste en de bediende 2e klasse zeemilicien J, van Belzen. De laatste is geboortig uit Arnemuiden. Deze negen Zeeuwen vielen voor hun vaderland. Engeland zou volgens een Italiaansch blad den oorlog gewild hebben. De „Relazioni Internationali", het blad, constateert nogmaals met nadruk, dat be halve de Duitsche regeering ook de Fran- sche ministerraad op 1 September het plan van den Duce voor een internationale con ferentie had aanvaard. Onmiddellijk daarop, aldus het Itaiiaan- sche blad, heeft het officieuze Fransche agentschap „Havas" een mededeeling ge publiceerd, waarin verklaard werd, dat Parijs het voorstel van Mussolini had aan genomen. Op den volgenden dag echter heeft de Fransche censuur, klaarblijkelijk naar aan leiding van een Britsche stap, de verdere verspreiding van deze mededeeling verbo den. Daladier had voor het Italiaansche ini tiatief woorden van sympathie gehad. Het is dus duidelijk, aldus het Italiaansche blad dat de naar oorlog drijvende Brit sche minderheid, die reeds sedert eenige tijd tot oorlog tegen Duitschland had beslo ten, de partij heeft gewonnen. Frankrijk had instinctief gevoeld, dat het in zijn historisch belang lag zich niet in een avontuur te begeven. Een dergelijke hou ding van Frankrijk was ook in overeen stemming geweest met zijn situatie op het gebied der bevolkingspolitiek, want het Fransche volk heeft in den wereldoorlog bijna twee millioen jonge menschen verlo- rën. In een nieuwen grooten oorlog zou het door het verlies van nieuwe millioenen de laatste krachten van zijn levensvatbaarheid uitputten, zelfs wanneer het zou overwin nen. Frankrijk gaat dus in den strijd als iemand, die zijn eigen veroordeeling tege moet gaat. Het speelt ditmaal geen beslis sende hoofdrol, doch het is een medespeler, die verplichtingen had door verer beslissin gen. De vrijwillige en beslissende rol speelt Engeland, dat aanstuurt op de nederlaag van het Derde Rijk en een nieuw, nag har der Versailles. Maar ook" Engeland kan een groot aaneengesloten rijk van 90 mil lioen geweldige gewapende menschen niet ter aarde werpen. Het is duidelijk, dat Duitschland over overwegende krachten op het vasteland beschikt. Op den achtergrond staat Rusland, dat ook een der hoofdac teurs bij het vorderen der gebeurtenissen is en ook het Italiaansche volk heeft zijn levensproblemen en zal een woord mede- spreken. Intusschen wacht Italië in ge sloten discipline de bevelen van den Duce af. In Groot Brittannië en Frankrijk ver langt iedereen vurig naar het oogenblik, waarop de actie der beide Westersche democratieën den druk op Polen, welke dit land' zoo dapper heeft doorstaan, zal verlichten, aldus schreef vanmorgen het Engelsche blad „Daily Tefe^raph". a Het tiende Fransche legercommuniqué luidt: „Onze plaatselijke vorderingen wor den voortgezet. Op de punten, waar de vijand terugwijkt, past hij vernietiging van constructies toe en wij ontmoeten mijnenvelden. Onze luchtverkenning is actief. Ter zee toonen onze patrouille strijdkrachten een zeer groote activiteit. Een nauwe samenwerking met de Brit sche strijdkrachten ter verdediging van de zeeverbindingen is verzekerd." HONDERDDUIZENDEN ZIJN VERHUISD. De „Basler Nachrichten" meldt uit Berlijn, dat in Duitschland niets wordt gepubliceerd over de operaties aan het Westelijk front. De ontruiming van het Rijngebied wordt door de burgerbevol king voortgezet. In het Belgische Eupen verneemt men, dat met het oog op mogelijke luchtaan vallen de ziekenhuizen te Aken van ochtend ontruimd zijn. Verscheidene patiënten uit het Eupensche, die te Aken verpleegd werden, zijn naar het ziekenhuis te Eupen overgebracht. Eenige honderdduizenden Franschen uit de grensstreken hebben hun haard steden verlaten. Havas beschrijft in een uitvoerig artikel hoe het leven voor hen voortgaat in een nieuwe omgeving. Dank zij het feit dat het evacuatie probleem langen tijd te voren was voor bereid, kon de ontruiming methodisch en met voorbeeldige discipline geschieden. Het was in de eerste plaats de burger bevolking van de grensdepartementen Boven-Rijn, Beneden-Rijn en Moezel, die in de eerste uren der mobilisatie met speciale treinen naar centraal gelegen departementen werden gebracht. Daar wachtten hun ingerichte lokaliteiten. Men heeft er zorg voor gedragen, het gezinsverband zooveel mogelijk intact te houden. De scholen zijn bijna op den zelfden datum opengegaan als bij de normale hervatting der lessen in Sep tember, zoowel voor de geëvacueerde als voor alle andere kinderen in Frank rijk. Het Nederlandsche mailschip „Staten dam" heeft Jyaadloos medegedeeld, dat het de geheele bemanning vaïï hef 5G00 ton metende Britsche schip „Winkleigh" aan boord heeft genomen. De „Statendam" deelde niet mede, wat er met de „Winkleigh" gebeurd was. Het Engelsche schip was op weg van Londen naar Jamaica en is waarschijnlijk door een Duitsche duikboot getorpedeerd. De „Sta tendam" was van Rotterdam op weg naar New York. De ondergang van de „Manaar". Gisteren meldden wij reeds het vergaan van het Engelsche schip „Manaar". Een in het ziekenhuis te Lissabon liggen de onderofficier van dit vaartuig heeft vol gens den Reutercorrespondent de volgende beschrijving gegeven van den ondergang van het vaartuig. „De kapitein gaf bevel het schip te ver laten toen de eerste torpedo het vaartuig midscheeps getroffen had. Wij lieten vier' reddingbooten neer aan bakboordzijde, aan den kant van de duikboot af, maar het schip draaide om en wij kwamen recht voor den onderzeeër te liggen, die een regen van granaten afvuurde, terwijl de eene torpedo na de andere de „Manaar" trof. Na eenige uren werden wij opgepikt door een Nederlandsch schip", (het s.s. „Mars van de K.N.S.M.). Een dokter zeide, dat de wonden, welke de mannen hebben opgeloopen blijkbaar door machinegeweerkogels zijn toegebracht Het Italiaansche s.s. „Castello Blanco' heeft een der reddingbooten gevonden van de „Manaar", die nog vermist werden, en heeft 23 man aan boord genomen. SCHIPBREUKELINGEN AAN BOORD VAN DE BREEDIJK". Naar wij vernemen, heeft het stoomschip „Breedijk" van de Holland-Amerika Lijn hedennacht de geheele bemanningvaii het getorpedeerde tank stoomschip „Ken- nebek" opgepikt. Alles is wel aan boord. De, bemanning bestond uit 32 man. De „Kennebek" is een Engelsch schip. DUITSCH SCHIP OP EEN MIJN GELOOPEN. Het Duitsche ss „Helfrid Bismarck" is gisteren niet ver van het Deensche eiland Moen op een Duitsche mijn geloopen, meldt Reuter. Zeven van de 14 opvaren den zijn gered. Volgens Londen voert Duitschland den onbeperkten duikbootoorlog. Het Britsche ministerie voor voorlich ting deelt mede: Het is thans duidelijk, dat Duitschland een onbeperkten duikbootoorlog voert te gen de koopvaardij, even hevig als dien, welken Duitschland inzette in 1917, en dat den Duitschen duikbootcommandanten bevelen gegeven zijn om koopvaardijsche pen tot zinken te brengen, zoodra zij in zicht komen en zonder te waarschuwen. Dit is een rechtstreeksehe overtreding van de regels van den duikbootoorlog., welke onvoorwaardelijk door Duitschland waren aanvaard in 1935,, voor altijd en afgezien van het optreden van welke an dere mogendheid ook. Het is ook volkomen duidelijk, dat de Duitsche duikbooten op hun plaatsen la gen op de handelsroutes over den oceaan, in het bezit van dit bevel, verscheidene dagen voor de oorlog uitbrak Dit bevestigt de verklaring van den eer sten minister, dat de Duitschers vastbeslo ten waren om oorlog te voeren en dat, ofschoon een rechtvaardige regeling zon der oorlog mogelijk was „Hitier zulks niet wenschte.''

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 1