KRONIEK VAN DEN DAG „Nooit trok een natie voor een hoogere zaak ten oorlog." „Vrijwillige Burgerlijke Dienst" in ons land. Graanleveringen aan de regeering. De „totale" oorlog. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE M1DDELBURGSCHE COURANT GOESCHE COUtANT) VAN VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1939. No. 212. Geleidelijk begin. EEN ZOON VAN Z'N VADER. Ook de burgermaatschappij- moet voorbereid zijn. Het is uit met de Japansch-Duitsche vriendschap Chamberlain looft den Poolschen tegenstand. Strenge organisatie van het burgerlijke leven in Duitschland. Vorming v&n een Tsjechisch legioen te Londen. De Veldpost werkt bevredigend. KERKNIEUWS Het begint er steeds meer naar uit te zien, dat de oorlog in het Westen, dat wil dus zeggen op de grens tusschen Duitsch- land en Frankrijk, nog betrekkelijk gerui- men tijd met mate zal worden gevoerd. Er is de eerste dagen na de oorlogsverklarin gen verbazing gerezen over de stilte, welke na al de politieke spanning intrad. Ieder een verwachtte, dat er een ontzettend pandemonium zou losbreken, dat het be richten over helsche verschrikkingen zou regenen, kortom, dat de aarde in haar voegen zou gaan kraken. Niets van dat al les geschiedde er echter. De Fransche ge nerale staf gaf drie dagen aaneen commu- niqué's uit, waarin slechts sprake was van „contact zoeken met den vijand". Dit „con tact" is inmiddels uitgebreid tot een be schieting van weerskanten met zware artil lerie. Achteraf hoeft men zich allerminst over den schijnbaar tragen gang van zaken te verbazen. De posities aan het Westfront zijn van dien aard, dat de ontwikkeling heel anders zal zijn dan in 1914. Toen vielen de Duitschers België binnen, dat militair niet in staat was, om de invallers langen tijd te keeren. En eveneens marcheerden ze de' Fransche grenzen over, welke gedeeltelijk van belangrijke verdedigingswerken zelfs gespeend waren. Thans liggen er twee be tonnen linies, aan Franschen kant, de Ma- ginot-linie aan Duitschen kant de West- wall", of Siegfried-linie. Geen van beide partijen zal het wagen op deze versterkin gen een stormaanval te doen. Het eenige, wat er voorloopig kan geschieden is een be schieting met zware artillerie. Men zal moeten probeeren de linies op bepaalde plekken murw te schieten. Eerst nadat dit gelukt schijnt, kunnen aanvalspogingen worden ondernomen. Het schaarsche nieuws wordt door deze situatie voldoende verklaard. Minder ver klaarbaar echter is voor den oningewijde het uitblijven van luchtaanvallen op zeer groote schaal. De laatste jaren zijn den ge- meenen man, wat dit betreft, allerver schrikkelijkste tafereelen opgehangen. Bij het uitbreken van een nieuwen oorlog zou den plotseling de luchtvloten in actie ko men en over onafzienbare uitgestrekthe den dood en verderf zaaien. Ook daarvan was echter geen sprake. Een betrekkelijk spaarzaam gebruik is in het Westen dan, wel te verstaan tot dusver van het lucht- wapen gemaakt. Noch van Fransche en En- gelsche, noch van Duitsche zijde werden aanvallen op zulk een schaal, dat men van luchtvloten zou kunnen spreken, onderno men. Als gezegd voor den leek is dit verschijn sel onverklaarbaar. Hij probeert er telkens wel een verklaring voor te bedenken, maar voelt dan direct, dat hij zijn bedenksels, op straffe der belachelijkheid, maar beter voor zich kan houden. Alleen wij hebben er eenige bewijzen van gekregen geeft hij zich daarbij wel min of meer gemakkelijk aan de onderstelling over, dat het met dien gevreesden luchtoorlog ook wel een beetje mee zal vallen. Voor dit gevaarlijk optimis me is de ervaring tot op dit oogenblik nog veel te gering. Het lijkt ons allerminst on denkbaar, dat men als we eenige we ken verder zijn vermoedelijk heel anders zal oordeelen. De luchtvloten zijn niet op geborgen. Ze staan gereed, om als het sein gegeven wordt, hun vernietigingswerk vol op aan te vangen. De- betrekkelijke stilte van de afgeloopen dagen zegt niets, maar dan ook niets omtrent het verdere verloop der militaire operaties in het Westen. Binnenlandsche „wapenstilstand" in Engeland. Waarschijnlijk zullen voorloopig in Enge land geen tusschentijdsche verkiezingen ge houden worden. Reuter verneemt, dat de politieke partijen zijn overeengekomen, dat dergelijke krachtmetingen thans onge- wenscht zijn, met het oog op de noodzaak van eendracht in den oorlogstijd. Waar schijnlijk zullen de partijen afspreken, dat de partij, welke een vacanten zetel heeft een nieuwen candidaat zal benoemen, die geen tegenstander zal krijgen. Ook tijdens den vorigen oorlog is een dergelijke „wa penstilstand" gesloten. Naar het Engelsch door T. TEN HAVEv. d. MADE. 55). „Nee". James Carbhoy dacht niet meer aan het doel van zijn tocht. Hij was vol aandacht voor het frissche mooie wezentje naast hem. Daarna keek hij eens om zich heen. In de verte onderscheidde hij een man te paard. „U had het over Boston", zei hij nieuws gierig. „Bent u daar opgevoed?" IJazel knikte. Ja, vader heeft me naar Boston ge- stutnd, dat wou hij graag. Maar ik was blij, toen ik hier weer terug was". De millionnair had haar willen vragen, hoe het kwam, dat zij op Slosson's bevel dit wagentje bestuurde. Hij had geen hoogen dunk van het privé leven van zijn agent. Maar hij voelde, dat het een onbescheiden heid zou zijn. Hij slikte die vraag daarom in en veranderde van onderwerp. „Hoe ver zijn de kolenvelden hier van daan?" vroeg hij. „Zoowat vijf mijl". Het doel van dezen rit schoot het meisje weer te binnen en daarom antwoordde ze kortaf. Ze keek snel over haar schouders en ze zag twee ruiters in de verte achter hen aankomen. Ze wenschte, dat ze dit nooit op zich had ge nomen! „Dit plaatsje breidt zich zeker erg uit", vroeg de millionnair weer. „Niet zoo erg, maar als de spoorwegboom begint, dan zal 't wel erg toenemen, denk ik". Het behoeft nauwelijks betoog, dat de mobilisatie in ons land vele duizenden- man nen uit het burgerlijk leven heeft gehaald om den militairen dienstplicht te vervullen en dat derhalve in de burgerlijke maat schappij vele plaatsen moeten worden aan gevuld, vooral daar waar de opgeroepenen niet gemist kunnen worden. Daarenboven zijnvele menschen noo- dig om diensten te vervullen, welke in de zen tijd in het middelpunt der belangstel ling staan, omdat zij voortgekomen zijn uit de behoefte het land in tijden van ge vaar zoo afdoende mogelijk te beschermen Voor de aanvulling van de diensten der eerste- categorie, welke wij noemden, zal in de eerste plaats naar geschikte krachten gezocht worden op de arbeidsmarkt. Men kan momenteel moeilijk uitmaken welke verschuivingen er hebben, plaats gehad in de rijen der werkloozen, want ook al zou men meenen,; dat het werkloosheidspro bleem door de mobilisatie voor een groot deel is opgelost, aan de andere zijde melden zij zich aan, die door den achteruitgang van handel, scheepvaart en industrie in dezen tijd broodeloos zijn geworden. Trouwens ter oplossing van dit probleem beschikken wij over verschillende bevoegde instanties, wel ker taak het is de nieuwe verhoudingen te bepalen en naar gelang van de uitkomst maatregelen te treffen. VAN GROOT BELANG. Het nieuwe regeeringscommissariaat voor den Vrijwilligen Burgerlijken Dienst strekt zijn bemoeiingen dan ook in hoofd zaak uit over de tweede groep van diensten, welke thans van eminent belang moeten geacht worden. Aan den Vrijw. Burg. Dienst is in ons land groote behoefte. De gevallen waarin hulpverleening noodig is, zijn sterk toege nomen, als gevolg van de buitengewone omstandigheden. Het is daarenboven zaak tijdig de noodige reserves te vormen ter aanvulling van verliezen in geval van mili taire verwikkelingen, waarop wij ook in de burgermaatschappij voorbereid moeten zijn Er moet voorts gezorgd worden voor een aanvullende reserve van de arbeidsmarkt, welke in alle behoeften zou kunnen voor zien, indien deze markt eventueel niet meer toereikend zou zijn. In de laatste jaren hebben velen zich aangemeld voor de vrijwillige organisaties. Er zijn burgerwachten, luchtbeschermings diensten, E.H.B.O.-organisaties en korpsen van vrouwelijke vrijwilligers, doch indien men in de toekomst gereed wil zijn voor alle eventualiteiten, dan dienen de reser ves grooter te zijn. Reeds nu heeft de mo bilisatie vele leden aan deze organisaties onttrokken en het is niet alleen noodig dat deze verliezen worden aangevuld, doch ook dat het aantal dergenen, die zich be schikbaar stellen voor het vrijwillig ver richten van allerlei noodzakelijke diensten, aanmerkelijk wordt uitgebreid. Wat er noodig is. Het is gemakkelijk diensten op te som men, welke in tijden van nood verricht moeten worden: aanvulling van de politie, luchtbescherming, eerste hulp, hulp bfj evacuatie van de burgerbevolking, wanneer dit noodig mocht zijn. Doch daarnaast heeft men tijdelijke aanvulling noodig van admi nistratieve overheidsdiensten, hulp aan den landbouw, bijstand bij invasies van vluch telingen, verleenen van moreelen steun aan gezinnen van gemobiliseerden. Dit geheele complex van diensten, dat nog kan worden uitgebreid, moet vervuld worden door hen, die zich daartoe vrijwil lig en onbaatzuchtig beschikbaar stellen. Deze hulpverleening moet locaal georga niseerd worden, omdat de diensten meest al een locaal karakter dragen. Het regee ringscommissariaat verzorgt de centrale taak: coördinatie in centraal verband, con tact met nationale organisaties. Het zorgt voor de uitwisseling van gegevens en geeft leiding bij het gebruik van vrijwilligers voor centrale doeleinden. Doch centralisatie in de gemeenten zelf is eveneens dringend noodig. De practijk leert, dat velen gaarne hun diensten aanbieden, maar in vele ge Hazel voelde, dat ze tot eiken prijs een kruisverhoor moest vermijden. „Hoezoo?" hield Carbhoy zich van den domme. „Het gaat om het depót. Ziet u, er is hier genoeg steenkool voor de heele wereld, wordt er beweerd. En als de spoorweg nu het transport heeft geregeld, dan komt iedereen hier om groote handelscorporaties te beginnen en iedereen zal dan goed ver dienen". „O, juist". „Mr. Slosson 'is er voor aan het werk", ging ze voort met een klein lachje, „daar om kon hij u niet komen afhalen". „Dan heeft hij het zeker erg druk", zei de millionnair droogjes. „Maar het spijt me niets, hoor", en ditmaal zag Hazel, dat hij haar vriendelijk toelachte. Carbhoy nam zijn omgeving eens op. De lucht was hier op de open vlakte ondanks de hitte toch friseh en de heldere zon was hier niet benauwend, zooals in de stad. Hij gooide zijn stompje sigaar weg, waarbij hij toevallig weer achter zich keek en eenige oogenblikken bleef hij gespannen die rich ting uitkijken. Toen keerde hij zich om en zei: „Dat zijn zeker gewone prairie-mannen, is 't niet?" Hazel keek nu ook om. Nu reden er vier mannen op den weg, ongeveer twee hon- derd meter achter hen, die hen langzaam maar zeker inhaalden. Carbhoy kreeg niet dadelijk antwoord. Hazel wist niet goed, wat te zeggen en ze probeerde te lachen. „Het zijn ruwe klan ten, maar ze zijn niet kwaad. U bent zeker niet gewend aan de prairie?" De millionnair lachte en zei: vallen niet weten waarvoor zij zich moeten melden. Het regeeringscommissariaat spoort derhalve de gemeentelijke overheid aan een kaartsysteem aan te leggen, waar op de vrijwilligers worden geregistreerd. De kaarten worden vanwege het commissa riaat verstrekt. Op deze wijze krijgt men een uitstekend overzicht van de vrijwilli gers en de diensten, welke zij kunnen ver richten. De bedoeling is, dat ook de reeds bestaande organisaties op kaart worden ge bracht. Vele groote jeugdorganisaties gaven ge hoor aan den nationalen oproep der regee ring. De bedoeling is deze voor zooverre zij niet voor nationale doeleinden worden ingeschakeld, zoo spoedig mogelijk door te geven aan de plaatselijke instanties, die voor alle vereenigingen een plaats hebben in de uitoefening van vrijwilligen burger lijken dienst. Wij zeiden reeds, dat het regeeringscom missariaat niet zal treden in de behoeften van de arbeidsmarkt. In acute gevallen evenwel kan voor korten tijd behoefte be staan aan hulp van vrijwilligers voor werk zaamheden, welke onder normale verhou dingen door betaalde krachten worden ver vuld. In dit opzicht neemt de regeering geen doctrinaire houding aan, maar zoodra weer meer normale omstandigheden intre den, trekt de V.B.D. zich automatisch te rug. Bemoeiing met de arbeidsbemiddeling heeft het regeeringscommissariaat in zoo verre, dat voor bepaalde functies, die door de mobilisatie zijn opengevallen en voor de vervulling waarvan men zich moeilijk tot instellingen als de arbeidsbeurs kan mel den, voorzieningen in voorbereiding zijn. Mogen velen het groote belang van deze taak inzien en zich opgeven, persoonlijk of met hun geheele organisatie, bij de plaat selijke autoriteiten! Nederland moet ook waar het betreft de burgerlijke „verdedi ging" op alle gebeurtelijkheden voorbe reid zijn. De minister van economische zaken maakt bekend, dat van Donderdag 7 Sep tember 1939 af den telers gelegenheid zal worden gegeven om de volgende producten aan de regeering ter overneming aan te bieden tegen de daarachter genoemde prij zen per 100 kg: rogge 8, haver 7, win- tergerst 8, zomergerst 8,40. Deze prijzen gelden voor gemiddelde kwa liteit en voor levering op de door den pro vincialen voedselcommissaris, onder wien de teler ressorteert, aan te wijzen plaatsen van aflevering. Het ligt niet in de bedoeling, de prijzen vóór 15 December 1939 te wijzi gen. Door dezen maatregel wordt reeds van heden af voor rogge de prijs betaald, welke anders eerst op 15 December 1939 zou zijn bereikt. Dit houdt in, dat voor rogge het bewaar- loon van 3 cents per 100 kg, dat den teler voor normale tijden in uitzicht was gesteld, komt te vervallen. Bij deze nieuwe prijs regeling is overwogen, dat de denaturatie- toeslag voor rogge eveneens is vervallen. Voor deze leveringen dient men ten spoe digste aan den provincialen voedselcommis saris in wiens werkgebied het bedrijf ligt, waarvan het gragn afkomstig is, opgave te verstrekken van de graansoort of -soorten, welke zullen worden aangeboden, alsmede van de hoeveelheden. Daarbij zal de teler tevens nauwkeurig moeten vermelden: naam (voluit), volledig adres en organisa tienummer. Domein meldt uit Tokio: De Japansche luchtvaartmaatschappij heeft besloten het contract met de Focke Wulf fabrieken in Duitschland voor de levering van vijf Con dor vliegtuigen, welke elk 40 passagiers kunnen vervoeren, te annuleeren. Deze toe stellen zouden in Januari door Japansche piloten naar Tokio worden gevlogen. Hij, die zich beklaagt over een har den tijd, heeft het dikwijls vroeger te gemakkelijk gehad. „Ik heb het door 't treinraampje gezien". „O, door een raam", zei Hazel, „dat is toch weer anders. Zoo is het met alles; je moet ermee in contact komen om het te begrijpen". „Maar ik heb heusch niet mijn heele le ven door een ruit gekeken, hoor". Hazel knikte begrijpend en zei: „Dat geloof ik wel. U bent ook een mil lionnair". „Juist", antwoordde deze lachend. Hij had plezier in dit meisje. Hazel vervolgde. „Nu kijkt u zeker door een triplex glasruit?" „En zelfs die breekt soms". „Ja, dat zal wel, maar u kunt het wel weer laten maken, daar bent u millionnair voor". „Ja Hij zweeg plotseling. Achter hem klonk hoefgetrappel. De ruiters naderden in ga lop. Carbhoy keerde zich snel om. Hazel eveneens. De oogen van den man keken kalm. verwonderd. Hij dacht niet anders, dan dat die mannen zouden passeeren. Ha zel was zeer verschrikt. Ze had geweten wat er gebeuren ging, maar nu het zoover was, was ze bang. Wat zou Gordon's vader doen? Kad hij een revolver? En zou hij die gebruiken? Daarover was ze bezorgd. Het was een angstig moment haar; dit moment kpn Gordon's plannen vernieti gen. De minister-president van Engeland, Chamberlain, legde gisteren in het Lager huis een verklaring af, waarin hij o.m. zei- de: In het Oosten voeren de Polen een zwa- ren strijd tegen een sterken, meedoogenloo- zen vijand, die vertrouwt op het gewicht van zijn aantal en zijn materiaal om allen tegenstand te breken. Tegen de overweldi gende meerderheid in de lucht, bestrijdt de Poolsche soldaat, die overtroffen wordt in aantal en geschut, elke centimeter van der Duitschen opmarsch. Het Duitsche plan, zoo vervolgde Chamberlain, schijnt erin te bestaan de voornaamste inspanning te richten tegen Polen. Ondanks het verlies aan ma teriaal en menschenlevens, dat zij reeds ge leden hebben, blijft het moreel en de moed van het Poolsche volk onaangetast. Overgaande tot de strijdkrachten ter zee zeide Chamberlain. Een belangrijk feit is tot dusver de ont wikkeling van de aanvallen van Duitsche duikbooten op Engelsche schepen. Het tot zinken brengen van de „Athenia" met zijn tooneelen van dood en schrik, heeft feitelijk den oorlog ingeluid en geen ontkenningen of fantasieën van Duitsch land zullen het publiek overtuigen van Duitschlands onschuld aan deze misdaad, welke de wereld diep heeft geschokt en verschrikt. Behalve de „Athenia", zijn aanvallen ondernomen op andere Britsche schepen door Duitsche duikbooten en zijn drie of vier schepen tot zinken gebracht. Sprekende over de aanvallen van vlieg tuigen op Duitsche oorlogsschepen te Wil helmshaven, zeide Chamberlain: Op een zgn. „slagschip in zakformaat" zijn min stens twee treffers neergekomen. Men moet bedenken, dat het aangevallen doel waar schijnlijk tot de best verdedigde punten van Duitschland behoort.. De wijze, waarop de aanvallers hun taak hebben volbracht ondanks de kracht der verdediging, is de hoogste lof waardig. Ook moet rekening gehouden worden met de weersgesteldheid op den namiddag van den aanval. Het zicht was bijzonder slecht en het laatste stadium der aanvallen geschied de in een verblindenden regen en storm. Vervolgens sprekende over de evacuatie, verklaarde Chamberlain, dat tot dusverre bijna anderhalf millioen moeders en kin deren naar het platteland geëvacueerd zijn. De regelingen voor evacuatie en transport worden zonder haperen uitgevoerd. Ruim 200.000 ziekenhuisbedden zijn thans gereed voor gewonden bij luchtaanvallen; hiervan bevinden zich 56500 in Londensch gebied. De hulpbrandweerdienst is vlug en vlot gemobiliseerd en over het geheel wor den de beschikbare brandweereenheden permanent bezet en gereed voor optreden gehouden. In Londen bijv. staan ruim 1800 brandspuiten gereed om op te treden ver geleken met 125 in vredestijd. „GEEN NATIE TROK OOIT TEN OORLOG VOOR EEN HOO GERE ZAAK". Ik hoop, dat mijn verklaring het Huis en het land zal toonen, dat onze oorlogsinspan ning in haar vele aspecten snel aan omvang toeneemt. Ik weet, dat deze inspanning het volledige gewicht achter zich zal hebben van liet geheele volk van dit land, dat eens gezind is in de overtuiging, dat geen natie ooit voor een hoogere zaak ten oorlog trok. Op de vraag of er kans bestaat op spoe dige Engelsch-Fransche militaire operaties in het Westen ter verlichting van den druk op Polen, zeide Chamberlain, dat hij op een dergelijke vraag geen antwoord kon ge ven. Het Fransche persbureau Havas meldt: In Duitschland wordt „de totale oorlog georganiseerd. De aanbevelingen aan de burgerbevolking worden steeds strenger De arbeidsdienst is over de geheele linie verplicht. Overuren kunnen op ieder oogenblik van de arbeiders worden ge- eischt, doch er zal geen. hoogere verhoo ging dan 19 rijksmark per week worden gegeven. De toeslagen voor nacht- en zondagsarbeid zijn afgeschaft Het salaris gedurende den oorlog wordt bepaald door de „behoefte, het werk aan te passen aan de door den oorlog geboden noodzaak", hetgeen wil zeggen een vermindering van de uitkeeringen. Een verordening verplicht alle burgers een zeker aantal van hun kamers ter beschikking van de autoriteiten te stellen om er vluchtelingen onder dak te bren gen. Teneinde de economische moeilijkheden te overwinnen, publiceeren de bladen al lerlei aanbevelingen. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" be veelt aan geiten en konijnen te fokken, die de etensresten zullen opeten. Het blad herinnert eraan, dat het verboden is vrou welijke konijnen van jonger dan vier jaar te slachten De konijnenhouders, die zich aan allerlei instructies niet kunnen onder werpen, zullen hun dieren aan speciale vereenigingen dienen toe te vertrouwen. Het Britsche ministerie van voorlichting maakt bekend, dat te Londen een Tsje chisch legioen wordt gevormd. De desbetreffende circulaires zijn met den naam Benesj onderteekend. Maar er bleef haar niet veel tijd om hier over na te denken. Een ruwe stem beval haar te stoppen en een der mannen hief zijn revolver op. ,Stil staan, zeg ik je, of ik schiet je aan gruzelementen!" klonk het. Op hetzelfde oogenblik -werd van een anderen kant een revolver op James Carb hoy gericht en hij werd gedwongen de han den op te steken. Hazel volgde het bevel onmiddellijk op en ze zuchtte van verlichting, toen ze zag dat haar metgezel niet tegenspartelde. Ze zat doodstil met de teugels in haar schoot. Ze durfde niet naar Gordon's vader op te kijken. Nu het oogenblik van angst voorbij was, vreesde ze dat ze zich door een lach verraden zou. Ze hield haar oogen op de mannen ge vestigd, die ze een voor een vanaf haar kindsheid had gekend. Ze zou hen later een flink standje geven over het staaltje dat ze uitsloegen. Ze kon haar lachen ten slotte haast niet inhouden. De mannen voerden hun orders wel zeer nauwgezet uit. Ieder van hen was tot de tanden toe gewapend en ze zagen er als echte prairie woestelin gen uit. En hij, die ze in het gewone leven kende als een zachtmoedige, beste kerel, leek nu de ergste van allen. Hij zag er nu allesbehalve zachtmoedig uit. Men zou hem in staat achten tot moord roof of een dergelijke misdaad, toen hij haar beval op te staan. Hij wachtte, terwijl ze achter in het wagentje klom. Daarna nam een van de anderen haar plaats in en op een volgend bevel werd de millionnair op wapens gefouilleerd. Toen Hazel het automatische pistool zag, dat uit een van zijn zakken te voorschijn kwam, sloeg de schrik haar om 't hart bij de gedachte aan De stand van zaken bij den Veldpost- dienst is thans zoodanig, dat practisch geen geen achterstand in de goed geadres seerde stukken meer voorkomt. De behandeling van stukken met o n- juiste of onvoldoende adres sen blijft echter vertraging ondergaan, omdat het uitzoeken van de juiste adres sen voor deze stukken zeer tijdroovend is. Overigens moet het publiek wei beden ken, dat de veldpost nooit zoo vlug kan werken als de burgerpost, omdat de or ganisatie om redenen van militairen aard, geheel anders is. Alle veldpoststukken moe ten eerst worden verdeeld en gezonden naar centrale punten, waar bekend is hoe de legeronderdeelen onder ae gevestigde veldpostkantoren zijn verdeeld. Eerst daar na komt het expeditie-apparaat van deze kantoren in werking, van waaruit de post aan de legeronderdeelen wordt afgeleverd, waartoe dagelijks autoritten van 150 km en meer moeten worden afgelegd. De uit reiking van de post aan de militairen ge schiedt dan weer door militaire facteurs van de legeronderdeelen. Door deze organisatie, welke uit militair oogpunt nu eenmaal noodzakelijk is, moet er mede worden gerekend, dat met de distributie van de goed geadresseerde stuk ken altijd nog geruimen tijd gemoeid blijft. Al het mogelijke is en wordt gedaan om de veldpost zoo efficient mogelijk op haar taak in te stellen, maar men mag er nim mer de snelheid en nauwkeurigheid van de gewone burgerpost van verwachten. De herhaalde en bij voortduring blijvende ver plaatsing van troepenonderdeelen veroor zaakt in dit opzicht bovendien nog bijzon dere moeilijkheden. Geref, Kerk. Op het tweetal te Rotterdam komt voor ds. A. J. van Sluis te Zonnemaire. de gevaren, die dit wapen hadden kunnen opwerpen. De vier mannen deden hun werk vlug en zwijgend. Ze bonden de voeten van den millionnair vast, maar hij mocht op zijn plaats blijven zitten. Toen werd de tocht voortgezet onder geleide van den man, die de teugels van Hazel had overgenomen, terwijl de andere drie er achter reden. Hazel was verwonderd. Haar oogen keken zacht en met een blik van spijt naar het staalgrijze hoofd van den man voor haar. Als zijn enkels pijn deden; doordat de tou wen te stijf waren aangehaald, dan zouden ze ervan lusten! zei ze bij zichzelf. Nu het gebeurd was, was ze beleedigd en boos op iedjereen behalve op het slachtoffer. Ze had het meest het land aan zichzelf, dat ze bij zoo'n gemeene streek hulp had verleend. Maar de millionnair liet niets blijken. Hazel zou graag willen weten, wat hij dacht, maar noch zij, noch een der anderen kon gissen, hoe hij de zaak op nam. Einde lijk zei hij en er klonk zelfs eenige vrien delijkheid in zijn stem tegen den wilde man naast hem, die druk zat te pruimen en te spuwen: Hazel nam zich voor de zooveelste maal voor den man duchtig toe te spreken over zijn ruw antwoord: „Geen bezwaar, als ik rook". „Je kunt rooken, zooveel als je wilt, al leen moet je niet probeeren gekheid uit te halen. Je zit hier voorloopig best, maar als je maar een vin verroert om te pro beeren er vandoor te gaan, dan stuur ik een orkaan lood door je ellendige ribben kas". Wordt vervolgd) I

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5