ie
kroniek van den dag
Nederland zal zijn deel
hebben in de spanningen
van den oorlog.
Koning Leopold spreekt tot
zijn volk.
EVERT CORNELIS PRIESTER
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COUR ANT) VAN DINSDAG 5 SEPTEMBER 1939. No. 209.
:ers
teren
tenen
ant.
Duitschland wacht af achter den
„Westwall".
iEN ZOON VAN Z'N VADER.
De Regeering rekent echter op
eendracht en plichtsbetrachting
der bevolking.
Denk aan de plichten der
onzijdigheid.
Generaal Franco spreekt uit
ervaring.
Een halve eeuw wel en wee
-te Cats.
Franco kondigt strikte
neutraliteit af.
IJ Vol-
ssingen,
Reis-
tn ge-
leeren,
lelburg.
■■■■-
t-slaap-
lestoff.,
water,
/an dit
Zeeland,
ter Uw
tg weer
Hoek
an 121,
|rst en
lams-
pond,
ïoord-
pen ar-
leer U
'zekerd
te be-
prijs.
I'burgV
O
Geleidelijk, heel geleidelijk ontwikkelt
zich de krijg, welke tusschen Duitschland
eener-, FranKrijk en Engeland anderzijds is
uitgebroken. De aanval moet ditmaal in
tegenstelling met 1914 van Engeland en
Frankrijk uitgaan. Duitschland wacht ach
ter zjjn betonnen muur, die „Westwall" heet,
rustig af. Hitier heeft in een zijner procla
maties van Zondag j.l. duidelijk geopen
baard wat de Duitsche taktiek zal zijn:
Polen zoo snel mogelijk onder den voet te
loopen, en voorshand alleen verdedigend
.-optreden in het Westen. Ligt Polen een
maal terneer, dan kan Duitschland's totale
gewapende macht zich te weer stellen te
gen Frankrijk en Engeland. Het is evident,
dat Duitschland hierbij rekent op economi-
.sche hulp van Sovjet-Rusland. De Sovjet-
Unie is een onnoemelijk rijk land, beschik
kend over onuitputtelijke voorraden van
allerhande grondstoffen. Met Rusiand's
economische hulp, zal het Duitsche Rijk den
strijd vermoedelijk heel lang kunnen vol
houden.
Voor zoover op het oogenblik kan wor
den nagegaan, zullen Engeland en Frank
rijk, desondanks probeeren Duitschland tot
.uitputting te brengen. Het is voor deze
tanden vrijwel onmogelijk, Polen reeht-
streeksche hulp te bieden. Ze kunnen geen
manschappen en oorlogstuig naar Polen
brengen, tenzij langs een langen en gevaar
lijken omweg. Vermoedelijk zullen ook zij
er dus wel op rekenen, dat Polen binnen
een betrekkelijk korten tijd onder den voet
wordt geloopen. En dlan wordt hun taak
dus, Duitschland uit te putten en tot over
gave te dwingen, om Polen vervolgens weer
te kunnen bevrijden. Het spreekt welhaast
vanzelf, dat de ontwikkeling van den oor
log echter gemakkelijk genoeg een heel an
der beloop kan krijgen. In de eerste plaats
moet men ernstig rekening blijven houden,
dat eerlang andere landen er in betrokken
worden (Italië en diverse midden-Euro-
peesche en Balkanstaten). Bovendien kun
nen er nog heel wat verrassingen van Mos
kou komen. Wat zich thans in Europa af
speelt, is voor de Sovjet-Unie, om van te
watertanden. De groote West-Europeesche
mogendheden op een na (Italië) met elkaar
in oorlog gewikkeld! Het lijdt geen twij
fel, dunkt ons, of Moskou droomt zich hier
van gouden bergen voor het communisme.
De oorlog tusschen Duitschland en
FrankrijkEngeland wordt voorshands het
hardst met papier en woorden gevoerd.
Londen en Parijs sloven zich uit, het Duit
sche volk in opstand tegen het regime van
Hitier te brengen. Niet tegen het Duitsche
volk, maar tegen dit regime zijn we in het
geweer gekomen, zoo vertellen ze. Het is hun
er niet om te doen, Duitschland te vernie
tigen, maar Hitier en zijn medewerkers.
Een kras staaltje van deze taktiek beleef
de men gisteravond. De Engelsche minister
president Chamberlain heeft toen een ra
dio-rede in het Duitsch gehouden, waarin
hij o.m. zeide:
„Waarom achtten wij het noodzakelijk
een Oostelijke mogendheid te verdedigen,
terwijl onze belangen in het Westen liggen?
Het antwoord, ik betreur het te zeggen, is,
dat niemand in Engeland vertrouwen heeft
in het woord van uw Leider. Hij gaf zijn
woord, dat het verdrag van Locarno zou
eerbiedigen en hij brak het.
Hij gaf zijn woord dat hij noch verlangen
had noch het voornemen om Oostenrijk te
annexeeren en hij brak het. Hij verklaarde,
dat hij de Tsjechen niet zou inlijven in het
Duitsche rijk, en hij deed het toch. Hij gaf
zijn woord na München, dat hij geen ver
dere territoriale eischen en plannen had in
Europa, en hij brak het. Hü gaf zijn woord,
dat hij geen Poolsche provincies wilde en
hij brak het. Hij heeft gedurende jaren ge
zworen dat hij de doodsvijand was van het
bolsjewisme en hij is thans zijn bondge
noot.
Kan het u verbazen, dat zijn woord voor
ons het papier niet waard is, waarop het is
geschreven?"
Tot zoover Chamberlain.
Het is zeer de vraag, of Engeland en
Frankrijk erin slagen, op deze wijze ook
maar iets te bereiken. De nationaal-socia-
ïistische regeering zit vast in het zadel, en
ze zal dat vermoedelijk blijven, zoolang het
Duitsche volk een al te groote ellende be-
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE— v. d. MADE.
52).
De revolver werd hem dreigend voor ge
houden en Slosson kon niet anders doen
dan die twee laten begaan.
De tweede man duwde hem een prop in
den mond en knoopte dien stevig achter op
zijn hoofd dicht. Toen dit was gebeurd, wer
den zijn handen met een touw vastgebon
den. Toen pas werd de revolver weggeno
men en de agent in zijn kleeren gesjord,
nadat men onderzocht had of er zich geen
wapens in zijn zakken bevonden.
Na een kwartier was men met dit alles
gereed, de handen stevig op den rug ge
bonden en zijn mond dichtgesnoerd. Zoo
moest David Slosson die mannen volgen.
Hij had zijn oogen en hersens gepijnigd
om te trachten, uit te vinden wie deze
mannen waren, maar vergeefsch. Zelfs hun
groote gestaltes konden hem geen ophelde-
ring geven, nu hun gezichten achter die
maskers waren verborgen.
et licht werd uitgedoofd. Zachtjes ver-
^7^Len> Ze c'e kamer en gingen de trap af.
wanien ze buiten, waar Slosson de
andere gemaskerde gedaantes zag
M el\ op den wagen en een er achter.
Maar verder werd hem de kans op nadere
beschouwmg ontnomen. Hij werd opgepakt
Z. k0°' 0nder het booi gestopt. Een
der mannen stapte naast hem erin en bond
nu ook zijn voeten nog vast
Daarna werd er nog meer hooi op den
In de gistermiddag gehouden zitting
der Tweede Kamer hebben de Kamer
voorzitter en de minister-president ern
stige woorden gewijd aan den toestand
van het oogenblik.
Het waren woorden van zorg om de
zware tijden, die ook ons land waar
schijnlijk wachten. Maar daarnaast sprak
uit hun redevoeringen het vaste vertrou
wen, dat Nederland juist in deze dagen
zijn edelste eigenschappen, zijn eendracht
en plichtbetrachting zou handhaven.
De Kamervoorzitter, mr. J. R. H. van
Schaik wees erop, dat Nederland trotsch
en dankbaar is, dat zijn geliefde Konin
gin nog in het uiterste uur der dreiging
in persoon getracht heeft een wereld
ramp te voorkomen en een verzoening
tot stand te brengen.
Heel het land staat achter Haar. Moei
lijke tijden wachten onze bevolking. Zij
zal deze echter eendrachtig en vastbera
den doorstaan.
Moge zoo eindigde mr. Van Schaik
zijn rede de tijd niet lang uitblijven
waarop door Gods goedheid de werken
van vernietiging opnieuw door die des
vredes zullen worden vervangen.
De minister-president', jhr. mr. D. J.
ue Geer, zeide o.m
Zoo de voorteekenen niet bedriegen,
wacht ons werelddeel in de naaste toe
komst een nog bangere crisis dan in de
jaren tusschen 1914 en 1918 werd door
gemaakt. En al mogen wij hopen, dat de
rechtstreeksche verschrikkingen van den
oorlog aan ons land zullen worden be
spaard, dan toch zullen wij ons deel heb
ben in de spanningen, die hij oproept, in
de vernietiging van welvaart die hij
brengt, in het onzegbare leed dat in aller
lei vorm over de volken komen zal.
Bij de ernstige taak, die ten dezen aan
de regeering is opgelegd, rekent zij op
de eendracht van het volk en op de
trouwe plichtsbetrachting en toewijding
van allen, die tot medewerking in eeniger-
lei opzicht geroepen worden.
Omtrent de politieke houding, door ons
land in het uitgesproken conflict aan te
nemen, bestaat in ons midden geen ver
schil van gevoelen.
Ons land is vast besloten zijn neutrali
teit naar alle zijden met de grootste
nauwgezetheid en de volledigste conse
quentie te handhaven.
Wat de toekomst aan Europa zal bren
gen, weten wij niet.
Wel weten wij, dat het in bange
tijden als deze meer dan ooit aankomt
op die eigenschappen van geest en ka
rakter, die onze natie in de hachelijkste
oogenblikken steeds hebben geschraagd.
Met het voorbeeld der vaderen voor
oogen, willen wij ons evenwicht bewaren,
arbeiden aan de beveiliging van wat ons
toevertrouwd is, maar tegelijk rustig zijn
temidden van de opgezweepte golven.
Wij zullen elk in eigen kring doen wat
ter leniging van nood en verlichting van
druk mogelijk is en bovenal een diep en
innig geloof bewaren in onzen trouwen
Vader in den Hemel, die ook door nacht
en stormtij de volken en personen wil
leiden naar een betere toekomst."
AUTOMOBILISTEN MOGEN NIET MEER
DAN 10 L BENZINE OVER DE GRENS
MEENEMEN.
De A.N.W.B. brengt onder de aandacht
van automobilisten, die naar het buiten
land gaan, dat zij ingevolge een gisteren
ingegaan verbod in hun tank niet meer dan
10 1 benzine mee over de grens mogen ne
men.
spaard wordt. En daarop kan men te Ber
lijn, met Rusland achter de hand, immers
rekenen
wagen gegooid, tot deze eruit zag als een
gewone hooiwagen. De paarden trokken
aan en David Slosson werd zich er van be
wust, dat hij om de een of andere onver-
blaarbare reden gevangen genomen was.
Mevrouw Carbhoy had zorgen. En als ze
zich ergens bezorgd over maakte, werd ze,
zooals haar jeugdige dochter dat beliefde
uit te drukken, „pittig"! Of dat nu inder
daad haar toestand juist weergaf, doet hier
niet ter zake. Het gaf althans weer, wat
Gracie ervan begreep.
Vandaag deed het kind alles verkeerd.
Ze had haar gymnastiekonderwijzeres een
kat" genoemd dien morgen, omdat deze
het had gewaagd haar tegen te spreken.
Daarvoor had haar „pittige" moeder haar
dien dag bonbons geweigerd. Daarop had
ze alles fout gedaan op de dansles, die daar
na kwam, waarvoor haar zakgeld die week
werd ingehouden. Aan de lunch had ze ex
pres den vrede verbroken door een glas
ijswater op de met glas bedekte tafel om
te keeren en daarna het glas stuk te gooien.
Voor straf moest ze toen naar de schoolka
mer voor de rest van den dag en mocht pas
om negen uur, toen het bedtijd was, weer
voor haar verbolgen moeder verschijnen.
Toen de verontwaardigde Gracie voor
haar moeder stond om 'aan haar kinder
lijken plicht: „een nachtzoen te geven" te
voldoen, was laatstgenoemde nog „pittiger"
dan anders. Ze was op het punt een dikken
brief in een bekend handschrift te openen
Gracie wist dadelijk, van wie dien brief
kwam en in haar zucht om te plagen vroeg
ze poeslief: „Naar welke zenuwinrichting
stuurt u Gordon, als hij weer terug is?"
Haar moeder keek haar koud aan, ter-
Koning Leopold der Belgen heeft zich
gisteravond via de radio tot zijn volk ge
richt met een toespraak, die in den Ne-
derlandschen tekst als volgt luidt:
„Mijn waarde medeburgers!
Nabij ons is de oorlog uitgebroken. Een
tijd van economische, zedelijke, menschelij-
ke beproevingen breekt voor België aan.
Talrijke haarden kennen voortaan de ont
roeringen van het scheiden. Ouders, vrou
wen, kinderen ik kom U betoogen, dat ik
in gedachten aan Uw zijde sta.
De veiligheid van het land is verzekerd.
Ons machtige en tuchtvolle leger houdt aan
onze grenzen een waakzame wacht. In al
onze provinciën, zoo Vlaamsche als Waal-
sche, staan onze soldaten tegenover eiken
hoegenaamden inval paraat. Het land is
voor langen tijd van voorraad voorzien,
niets onder dit opzicht kan onrust wekken.
Het economische leven moet in alle mate
van het mogelijke worden voortgezet. Dat
iedereen aan het werk blijve en zich kwijte
van zijn dagelijksche taak met nauwgezet-
ten zorg.
De positie van een onzijdig land is moei
lijk. Het kan niet anders, of het wordt met
allerlei propaganda en drijverijen bestookt.
Maar het moet zelfstandig blijven, de oogen
steeds gericht op zijn eigen bestemmingen
en op zijn eigen doeleinden. Geen enkele
overweging mag het daarvan afleiden. In
dien het recht heeft op de eerbiediging van
zijn onzijdigheid, dan moet het
zich ook de plichten opleg
gen die door deze onzijdig-
heid worden geboden.
Daar is plicht van goede trouw: Wij heb
ben onze onzijdigheid bevestigd, wij moeten
haar dan ook uitvoeren. België heeft nooit
aan zijn woord verzaakt. Plicht van mo-
reele houding: De vrijheid onder al hare
vormen, was voor de Belgen steeds een
kostbaar goed. Maar in deze ge
vaarlijke oogenblikken kan
een woord, een daad, een
onbezonnen geschrift de
belangen van het land scha
den.
Ik vraag aan een ieder, zichzelf bij de
uiting van zijn meeningen de strengste
tucht op te leggen, die een stipte onzijdig
heid vereischt. De geheele natie heeft tot
plicht de regeering door een waardige en
onverdachte houding, bij te staan in haar
vast besluit het land buiten elk conflict te
houden, en het doorvoeren van zijne vre
dige werkzaamheden mogelijk te maken.
Solidariteit, burgermoed, zelfbeheersching,
dat zijn de deugden, die zich aan allen on
der ons opdringen. Laat ons het voorbeeld
van onze soldaten volgen. Zij hebben tegen
over hun plicht geen aarzeling gehad. Niets
bij ons mag de krachten van ons leger ver
minderen, noch de eendracht waarvan het
leger het vaderlandsch zinnebeeld is.
Meer dan ooit is de eendracht van een
machtig België de onmisbare voorwaarde
van onze veiligheid. Het heeft onze onafhan
kelijkheid gegrondvest. Het heeft in be
dreigde uren die onafhankelijkheid gered.
Het zal het behoud van den vrede verzeke
ren.
God zal België beschermen.
„Breidt den oorlog niet uit."
Havas meldt uit Madrid:
De tekst van den oproep, welke door ge
neraal Franco is gericht tot de landen, die
in staat van oorlog verkeeren, luidt als
volgt:
„Met de autoriteit, welke ik ontleen aan
het lijden onder den last van een oorlog
van drie jaar voor de bevrijding van ons
vaderland, richt ik mij tot de landen, die
verantwoordelijk zijn voor het ontketenen
van de catastrophe, welke zonder precedent
is in de geschiedenis, opdat de volken ge
spaard blijven voor het droeve treurspel,
dat den Spanjaarden heeft getroffen, die
zich niet vrijwillig wilden beperken in het
gebruik van de verschrikkelijke middelen
Er is slechts één zedelijkheid, en
dat is de waarheid; er is slechts één
verdorvenheid, en dat is de leugen.
Feuchtersleben.
wijl ze de papieren uitvouwde, wees op de
knop aan den muur en beval scherp:
„Bel eens".
Gracie gehoorzaamde, benieuwd wat er
nu weer voor haar zou opzitten. Ze hoefde
niet lang te wachten. Haar moeders kamer
meisje trad binnen.
„Zeg aan Huxton, dat hij miss Gracie's
koffers pakt voor Tuxedo. Ze zal met den
middagexpres vertrekken. Haar gouver
nante gaat mee."
Het meisje verdween weer. Gracie was
plotseling een en al boetvaardigheid en
smeekte
„Stuur me alsjeblieft niet naar buiten,
mama. Het spijt me, wat ik vandaag alle
maal gedaan heb, werkelijk maar ik ben
ook zoo zenuwachtig door dat vader ineens
is weggegaan en die rare Gordon, die maar
niet terugkomt. Heusch. mama, ik zal nooit
meer ondeugend zijn. U wilt me toch niet
alleen wegsturen", vleide ze en drong zich
tegen haar moeder aan. „En Jacky Moly-
neux zou me morgenmiddag mee u't rijden
nemen in zijn auto en we zouden naar de
Garden City gaan en hij geeft me altijd
zooveel roomijs. Stuur me toch niet naar
dat akelige Tuxedo!"
Mevrouw Carbhov was altijd erg in
schikkelijk en ze voelde zich zoo verdrietig
O
Als Nardus van Wieringen ons met zijn
kleine motor-kotter naar Noord-Beveland
brengt, hebben we altijd het gevoel, dat we
het rumoer der wereld verlaten. Zaterdag
ook. We praten wat over den wereld-oor-
log, die waarschijnlijk voor de deur staat,
over 1914, over een Zeppelin die een paar
jaar geleden precies boven onze hoofden
over de Zandkreek dreef, over het mooie
weer, het lage water
Noord-Beveland is verre van doodsch,
er zijn een paar vriendelijke gemeenten,
mooie, groote boerderijen, nu en dan pas
seert zelfs een auto, maar toch, -het is er
zooveel rustiger dan op de andere, grootere
Zeeuwsche eilanden, dat men er zich eigen
lijk vèr van de bewoonde wereld waant.
Vooral in deze bewogen dagen. Noord-Beve
land is, zooals immer: vriendelijk, rustig.
Zoo was het eeuwen geleden, zoo is het
nog. Vijfentwintig jaar geleden merkte
Noord7Beveland niet veel van den wereld
brand. Het zal er pok nu niet veel van
gewaar worden. Het had en heeft zijn zo-
jien in ons leger, het leest zijn couranten,
maar het gebeuren zelf, de werkelijkheid,
blijft toch verre.
We denken daaraan ook als we, onder
een kop thee, een praatje met den heer
Evert Cornelis Priester^ te Cats, maken.
Een echte stoere Zeeuw, een gemoedelijke
rustige Noord-Bevelander, die men het niet
aanziet dat hij 4 November 76 jaar zal wor
den. 'n Goede zestiger denkt men.
Neen, van bijzondere dingen weet hij niet,
vertelt ons de heer Priester. Geen groote
ongelukken, branden, overstroomingen of
andere rampen herinnert hij zich.
En toch was de heer Priester, bijna een
halve eeuw, min of meer „de" man te
Cats. Hij heeft er 43 jaar geboerd, kwam in
1887 in het bestuur van den Willem Abra
hampolder, was er 21 jaar voorzitter van,
hij had 40 jaar lang een leidende functie in
kerkelijke zaken, als diaken, ouderling, no
tabel, kerkvoogd, president-kerkvoogd; hij
was 44 jaar achtereen lid van den gemeen
teraad voor de liberale partij en sinds 1907,
dus 32 jaar lang wethouder; hij was een
halve eeuw bestuurslid van het Musschen-
gilde; hij was voorzitter van de landbouw-
vereeniging, in 't kort, in elke vereeniging
in elk lichaam te Cats, vervulde de heer
Priester een kleine of een groote halve
eeuw een leidende functie. En daar de bur
gemeester van Cats te Colijnsplaat woont,
was de hr. Priester, als oudste wethouder,
steeds de man waar men allereerst met
zijn wel en wee naar toe kwam.
In 1916 maakte de heer Priester een ge
beurtenis mede, die slechts weinigen zien
gebeuren. Toen brak de dijk van den pol
der door en voor zijn oogen zag hij de
grondmassa over een lengte "van een veer
tig meter, in de diepte verdwijnen. Maar
een ramp beteekende ook deze doorbraak
niet. Want men had die doorbraak voor
zien; men had zelfs aangegeven waar de
dijk door zou breken, en daar gebeurde het
ook. Vèr kon het water echter niet binnen
dringen, want achter de bedreigde, zwakke
plaats had men, halve-maan-vormig, reeds
een binnendijk gelegd, en die werd toen,
na versterkt te zijn, de waterkeering.
Cats had, toen de heer Priester raadslid
werd, om en bij de zeshonderd inwoners en
dat aantal is met slechts enkele tientallen
zielen toegenomen. In die vierenveertig
jaar veranderde niet veel te Cats, maar het
bleef bij den algemeenen vooruitgang, doch
ook niet achter; zoo werd de haven verbe
terd en een havenplein aangelegd; een
nieuwe school werd gebouwd; er kwam
een rioleering tot stand; er werden straten
aangelegd; er werd een motorbrandspuit
aangeschaft.
In de halve eeuw „openbaar" leven, die
achter hem ligt, zag de heer Priester er
velen komen en gaan, maar enkele men-
schen, waar hij het meest mee te maken
had, waren toch dertig, vijf en dertig jaar,
zijn medewerkers en vrienden; de veld
wachter, wethouder Maat, secretaris Van
Breda, burgemeester Stute. Met allen,
evenals met de raadsleden, die vaker wis
selden, werkte de hr. Priester steeds in de
beste verstandhouding samen. Als we hem
herinneren aan het incident met burge
meester Stute, een paar jaar geleden, wil
hij daarvan niet hooren. Dat was tenslotte
een onbeteekenend geval, een misverstand.
Dat na een paar dagen vergeten en verge
ven was. Een beste burgemeester. De be
trekkingen waren altijd zeer vriendschap
pelijk. Al stak hij zijn meening nooit onder
stoelen of banken. Zoo heeft hij den Com
missaris der Koningin er nog op gewezen,
dat het z.i. onbillijk was dat Cats wel een
deel van het salaris van burgemeester en
secretaris moest betalen, maar de inkom
sten-belasting geheel naar Colijnsplaat
ging
De hr. Priester vertelt ons ook nog, dat
de financiën van Cats nooit zorgen gaven.
Cats is lang geheel zonder schuld geweest.
Maar toen kwam het Rijk aankloppen, en
moest Cats 2100 gulden opbrengen voor de
gemeenten die niet zoo zuinig geweest wa
ren. Sindsdien heeft Cats ook gemeente
schuld. Maar ook een nieuwe school, een
rioleering, een motorspuit- en straten
Ook de „politieke" samenstelling van den
Raad veranderde. Vierenveertig jaar gele
den was het vpf links tegen twee rechts,
daarna werd het vier links tegen drie
rechts en 1935 werd het drie links tegen
vier rechts. Maar hoewel „rechts" dus twee
„rechtsche" wethouders had kunnen kie
zen, liep de zetel van den heer Priester toch
geen gevaar. En ook bij de behandeling der
gemeentezaken merkt men niet, dat de
Raad van Cats van links naar rechts is
overgegaan.
Het loopt blijkbaar nogal los met de po
litiek te Cats.
Gelukkig Cats!
Ir -
van vernieling, welke in een nieuwen oor
log nog verhonderdvoudigd zullen worden.
Het is een groote verantwoordelijkheid een
conflict uit te breiden over zeeën en landen,
welke verwijderd liggen van den huidigen
oorlogshaard, zonder dringende redenen.
De uitbreiding hiervan zonder nut voor de
oorlogvoerenden zou in de wereld een groo
te en onmetelijke wanorde brengen en een
onberekenbaar verlies aan rijkdommen ver
oorzaken. Bovendien zou de handel worden
lamgelegd, hetgeen een grooten terugslag
zou hebben op de lagere klassen der bevol
king. Hoe meer de oorlog zich uitbreidt, des
te meer ontstaan kiemen voor nieuwe oor
logen. Ik doe derhalve een beroep op het
gevoel van verantwoordelijkheid van de re
geeringen, opdat alle pogingen worden ge
daan om het huidige conflict te localiseeren.
en eenzaam nu haar echtgenoot voor drin
gende zaken was weggeroepen; ze wist niet
eens waarheen. Ook was er weer zoo'n
eigenaardige brief van Gordon. En in al
haar verdriet gaf ze toe. Maar ze zette haar
dochter met haar lange beenen op een
voetenkussen en als straf moest ze luiste
ren naar den brief, die zoo juist was geko
men, want eerlijk gezegd was het mevrouw
"Carbhoy na de vorige brieven van haar
zoon onmogelijk zoo'n nieuwen brief alleen
te lezen, ook al had ze nu niemand anders
dan haar bakvisch van een dertien jarige
dochter bij zich.
„Liefste mam.
Van oudsher is de menschelijke natuur
slecht geweest en niemand is er vrij van, de
diplomaten niet, de wetgevers niet en ook
de New Yorksche; politieagenten niet.
Dit klinkt niet zoo prettig, maar het is
desalniettemin waar.
Laten we beginnen bij het eerste hoofd
stuk van een menschenleven, dat zal het u
bewijzen. Zelfs een wiegekind is de slecht
heid ingeboren. Een kind van een paar da
gen oud, weet er natuurlijk het fijne nog
niet van, maar dat leert hij later wel. Maar
hij weet wat hij wil en zal zijn zin krijgen.
Hij krijgt de anderen, waar hij hen heb
ben wil en dan zet hij ze naar zijn handje.
Het is zijn eerste uiting van „slechtheid",
als hij bemerkt, dat de rechte weg der
deugdzaamheid een groot onoverkomelijk
obstakel is.
Zoodra hij zijn portie melk naar binnen
heeft, houdt hij zich stil. Ziet u welke les
daaruit te leeren valt? Heel eenvoudig:
het kind wil iets en van voorschriften en
regels trekt hij zich geen snars aan. Hij
Nader wordt gemeld: Generaal Franco
heeft een decreet onderteekend waarbij
de „strikte neutraliteit" van Spanje wordt
afgekondigd.
o
WAT DE AMERIKAANSCHE BLADEN
ZEGGEN.
De „New-York Times" brengt uitvoerig
hulde aan de pogingen, welke de Britsche
en Fransche staatslieden ondernomen heb
ben om door onderhandelingen een cata
strophe te verhinderen. Niets kan ons ver
hinderen' te zeggen, aldus het blad, dat de
democratieën in Europa op den voorpost
staan van onze eigen beschaving en van
ons eigen democratisch stelsel.
denkt enkel: „Ze kunnen omwaaien!" Hij
had honger en dorst. Enfin in 't kort: hij
wou iets en legde het erop toe dat te krij
gen op de eenige manier, die hij kon be
denken. Waarmee ik maar zeggen wou,
dat als de mensch zijn wenschen wil bevre
digen, hij zich niet door wetten tegen laat
houden. En zoo gaat het al vanaf zijn ge
boortedag.
Ik hoop, dat u het goed maakt en dat de
verantwoordelijkheid voor Gracie's opvoe
ding uw constitutie niet ondermijnt. Gracie
is geen kwaad kind, alleen nog een erge
bakvisch. Maar dat gaat wel over als ze
het leven leert kennen. Ze is nog jong. Ik
hoop het beste als ze wat ouder is.
Mijn hartelijke groeten aan vader en zeg,
dat hij voorzichtig is met deze hitte in
New York. Ik denk, dat een maand vacan-
tie in de heuvels hem in dezen tijd goed zou
doen. Ik verlang naar den tijd, dat ik hem
terug zal zien,
U kunt hem zeggen, dat ik hoop mijn
werk op tijd klaar te krijgen. Als u niets
meer van me mocht hooren, moet u maar
denken, dat ik overwerk om mijn opdracht
die me uit New York deed verdwijnen, goed
te volbrengen.
Uw liefhebbende zoon
Gordon.
P. S. Ik heb u niet alles verteld, wat ik
zou willen, maar twee dingen moeten me
toch van 't hart. Ten eerste, dat je om ie
doel te bereiken, niet naar je zachtere ge
voelens moet luisteren, doch er juist hard
tegen in moet gaan. En ten tweede, dat je
geen recht hebt, oneerlijk te zijn, tenzij je
er beter van wordt. G."
i (T (Wordt vervolgd).