ie kroniek van den dag Nederland zal zijn deel hebben in de spanningen van den oorlog. Koning Leopold spreekt tot zijn volk. EVERT CORNELIS PRIESTER TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT GOESCHE COUR ANT) VAN DINSDAG 5 SEPTEMBER 1939. No. 209. :ers teren tenen ant. Duitschland wacht af achter den „Westwall". iEN ZOON VAN Z'N VADER. De Regeering rekent echter op eendracht en plichtsbetrachting der bevolking. Denk aan de plichten der onzijdigheid. Generaal Franco spreekt uit ervaring. Een halve eeuw wel en wee -te Cats. Franco kondigt strikte neutraliteit af. IJ Vol- ssingen, Reis- tn ge- leeren, lelburg. ■■■■- t-slaap- lestoff., water, /an dit Zeeland, ter Uw tg weer Hoek an 121, |rst en lams- pond, ïoord- pen ar- leer U 'zekerd te be- prijs. I'burgV O Geleidelijk, heel geleidelijk ontwikkelt zich de krijg, welke tusschen Duitschland eener-, FranKrijk en Engeland anderzijds is uitgebroken. De aanval moet ditmaal in tegenstelling met 1914 van Engeland en Frankrijk uitgaan. Duitschland wacht ach ter zjjn betonnen muur, die „Westwall" heet, rustig af. Hitier heeft in een zijner procla maties van Zondag j.l. duidelijk geopen baard wat de Duitsche taktiek zal zijn: Polen zoo snel mogelijk onder den voet te loopen, en voorshand alleen verdedigend .-optreden in het Westen. Ligt Polen een maal terneer, dan kan Duitschland's totale gewapende macht zich te weer stellen te gen Frankrijk en Engeland. Het is evident, dat Duitschland hierbij rekent op economi- .sche hulp van Sovjet-Rusland. De Sovjet- Unie is een onnoemelijk rijk land, beschik kend over onuitputtelijke voorraden van allerhande grondstoffen. Met Rusiand's economische hulp, zal het Duitsche Rijk den strijd vermoedelijk heel lang kunnen vol houden. Voor zoover op het oogenblik kan wor den nagegaan, zullen Engeland en Frank rijk, desondanks probeeren Duitschland tot .uitputting te brengen. Het is voor deze tanden vrijwel onmogelijk, Polen reeht- streeksche hulp te bieden. Ze kunnen geen manschappen en oorlogstuig naar Polen brengen, tenzij langs een langen en gevaar lijken omweg. Vermoedelijk zullen ook zij er dus wel op rekenen, dat Polen binnen een betrekkelijk korten tijd onder den voet wordt geloopen. En dlan wordt hun taak dus, Duitschland uit te putten en tot over gave te dwingen, om Polen vervolgens weer te kunnen bevrijden. Het spreekt welhaast vanzelf, dat de ontwikkeling van den oor log echter gemakkelijk genoeg een heel an der beloop kan krijgen. In de eerste plaats moet men ernstig rekening blijven houden, dat eerlang andere landen er in betrokken worden (Italië en diverse midden-Euro- peesche en Balkanstaten). Bovendien kun nen er nog heel wat verrassingen van Mos kou komen. Wat zich thans in Europa af speelt, is voor de Sovjet-Unie, om van te watertanden. De groote West-Europeesche mogendheden op een na (Italië) met elkaar in oorlog gewikkeld! Het lijdt geen twij fel, dunkt ons, of Moskou droomt zich hier van gouden bergen voor het communisme. De oorlog tusschen Duitschland en FrankrijkEngeland wordt voorshands het hardst met papier en woorden gevoerd. Londen en Parijs sloven zich uit, het Duit sche volk in opstand tegen het regime van Hitier te brengen. Niet tegen het Duitsche volk, maar tegen dit regime zijn we in het geweer gekomen, zoo vertellen ze. Het is hun er niet om te doen, Duitschland te vernie tigen, maar Hitier en zijn medewerkers. Een kras staaltje van deze taktiek beleef de men gisteravond. De Engelsche minister president Chamberlain heeft toen een ra dio-rede in het Duitsch gehouden, waarin hij o.m. zeide: „Waarom achtten wij het noodzakelijk een Oostelijke mogendheid te verdedigen, terwijl onze belangen in het Westen liggen? Het antwoord, ik betreur het te zeggen, is, dat niemand in Engeland vertrouwen heeft in het woord van uw Leider. Hij gaf zijn woord, dat het verdrag van Locarno zou eerbiedigen en hij brak het. Hij gaf zijn woord dat hij noch verlangen had noch het voornemen om Oostenrijk te annexeeren en hij brak het. Hij verklaarde, dat hij de Tsjechen niet zou inlijven in het Duitsche rijk, en hij deed het toch. Hij gaf zijn woord na München, dat hij geen ver dere territoriale eischen en plannen had in Europa, en hij brak het. Hü gaf zijn woord, dat hij geen Poolsche provincies wilde en hij brak het. Hij heeft gedurende jaren ge zworen dat hij de doodsvijand was van het bolsjewisme en hij is thans zijn bondge noot. Kan het u verbazen, dat zijn woord voor ons het papier niet waard is, waarop het is geschreven?" Tot zoover Chamberlain. Het is zeer de vraag, of Engeland en Frankrijk erin slagen, op deze wijze ook maar iets te bereiken. De nationaal-socia- ïistische regeering zit vast in het zadel, en ze zal dat vermoedelijk blijven, zoolang het Duitsche volk een al te groote ellende be- Naar het Engelsch door T. TEN HAVE— v. d. MADE. 52). De revolver werd hem dreigend voor ge houden en Slosson kon niet anders doen dan die twee laten begaan. De tweede man duwde hem een prop in den mond en knoopte dien stevig achter op zijn hoofd dicht. Toen dit was gebeurd, wer den zijn handen met een touw vastgebon den. Toen pas werd de revolver weggeno men en de agent in zijn kleeren gesjord, nadat men onderzocht had of er zich geen wapens in zijn zakken bevonden. Na een kwartier was men met dit alles gereed, de handen stevig op den rug ge bonden en zijn mond dichtgesnoerd. Zoo moest David Slosson die mannen volgen. Hij had zijn oogen en hersens gepijnigd om te trachten, uit te vinden wie deze mannen waren, maar vergeefsch. Zelfs hun groote gestaltes konden hem geen ophelde- ring geven, nu hun gezichten achter die maskers waren verborgen. et licht werd uitgedoofd. Zachtjes ver- ^7^Len> Ze c'e kamer en gingen de trap af. wanien ze buiten, waar Slosson de andere gemaskerde gedaantes zag M el\ op den wagen en een er achter. Maar verder werd hem de kans op nadere beschouwmg ontnomen. Hij werd opgepakt Z. k0°' 0nder het booi gestopt. Een der mannen stapte naast hem erin en bond nu ook zijn voeten nog vast Daarna werd er nog meer hooi op den In de gistermiddag gehouden zitting der Tweede Kamer hebben de Kamer voorzitter en de minister-president ern stige woorden gewijd aan den toestand van het oogenblik. Het waren woorden van zorg om de zware tijden, die ook ons land waar schijnlijk wachten. Maar daarnaast sprak uit hun redevoeringen het vaste vertrou wen, dat Nederland juist in deze dagen zijn edelste eigenschappen, zijn eendracht en plichtbetrachting zou handhaven. De Kamervoorzitter, mr. J. R. H. van Schaik wees erop, dat Nederland trotsch en dankbaar is, dat zijn geliefde Konin gin nog in het uiterste uur der dreiging in persoon getracht heeft een wereld ramp te voorkomen en een verzoening tot stand te brengen. Heel het land staat achter Haar. Moei lijke tijden wachten onze bevolking. Zij zal deze echter eendrachtig en vastbera den doorstaan. Moge zoo eindigde mr. Van Schaik zijn rede de tijd niet lang uitblijven waarop door Gods goedheid de werken van vernietiging opnieuw door die des vredes zullen worden vervangen. De minister-president', jhr. mr. D. J. ue Geer, zeide o.m Zoo de voorteekenen niet bedriegen, wacht ons werelddeel in de naaste toe komst een nog bangere crisis dan in de jaren tusschen 1914 en 1918 werd door gemaakt. En al mogen wij hopen, dat de rechtstreeksche verschrikkingen van den oorlog aan ons land zullen worden be spaard, dan toch zullen wij ons deel heb ben in de spanningen, die hij oproept, in de vernietiging van welvaart die hij brengt, in het onzegbare leed dat in aller lei vorm over de volken komen zal. Bij de ernstige taak, die ten dezen aan de regeering is opgelegd, rekent zij op de eendracht van het volk en op de trouwe plichtsbetrachting en toewijding van allen, die tot medewerking in eeniger- lei opzicht geroepen worden. Omtrent de politieke houding, door ons land in het uitgesproken conflict aan te nemen, bestaat in ons midden geen ver schil van gevoelen. Ons land is vast besloten zijn neutrali teit naar alle zijden met de grootste nauwgezetheid en de volledigste conse quentie te handhaven. Wat de toekomst aan Europa zal bren gen, weten wij niet. Wel weten wij, dat het in bange tijden als deze meer dan ooit aankomt op die eigenschappen van geest en ka rakter, die onze natie in de hachelijkste oogenblikken steeds hebben geschraagd. Met het voorbeeld der vaderen voor oogen, willen wij ons evenwicht bewaren, arbeiden aan de beveiliging van wat ons toevertrouwd is, maar tegelijk rustig zijn temidden van de opgezweepte golven. Wij zullen elk in eigen kring doen wat ter leniging van nood en verlichting van druk mogelijk is en bovenal een diep en innig geloof bewaren in onzen trouwen Vader in den Hemel, die ook door nacht en stormtij de volken en personen wil leiden naar een betere toekomst." AUTOMOBILISTEN MOGEN NIET MEER DAN 10 L BENZINE OVER DE GRENS MEENEMEN. De A.N.W.B. brengt onder de aandacht van automobilisten, die naar het buiten land gaan, dat zij ingevolge een gisteren ingegaan verbod in hun tank niet meer dan 10 1 benzine mee over de grens mogen ne men. spaard wordt. En daarop kan men te Ber lijn, met Rusland achter de hand, immers rekenen wagen gegooid, tot deze eruit zag als een gewone hooiwagen. De paarden trokken aan en David Slosson werd zich er van be wust, dat hij om de een of andere onver- blaarbare reden gevangen genomen was. Mevrouw Carbhoy had zorgen. En als ze zich ergens bezorgd over maakte, werd ze, zooals haar jeugdige dochter dat beliefde uit te drukken, „pittig"! Of dat nu inder daad haar toestand juist weergaf, doet hier niet ter zake. Het gaf althans weer, wat Gracie ervan begreep. Vandaag deed het kind alles verkeerd. Ze had haar gymnastiekonderwijzeres een kat" genoemd dien morgen, omdat deze het had gewaagd haar tegen te spreken. Daarvoor had haar „pittige" moeder haar dien dag bonbons geweigerd. Daarop had ze alles fout gedaan op de dansles, die daar na kwam, waarvoor haar zakgeld die week werd ingehouden. Aan de lunch had ze ex pres den vrede verbroken door een glas ijswater op de met glas bedekte tafel om te keeren en daarna het glas stuk te gooien. Voor straf moest ze toen naar de schoolka mer voor de rest van den dag en mocht pas om negen uur, toen het bedtijd was, weer voor haar verbolgen moeder verschijnen. Toen de verontwaardigde Gracie voor haar moeder stond om 'aan haar kinder lijken plicht: „een nachtzoen te geven" te voldoen, was laatstgenoemde nog „pittiger" dan anders. Ze was op het punt een dikken brief in een bekend handschrift te openen Gracie wist dadelijk, van wie dien brief kwam en in haar zucht om te plagen vroeg ze poeslief: „Naar welke zenuwinrichting stuurt u Gordon, als hij weer terug is?" Haar moeder keek haar koud aan, ter- Koning Leopold der Belgen heeft zich gisteravond via de radio tot zijn volk ge richt met een toespraak, die in den Ne- derlandschen tekst als volgt luidt: „Mijn waarde medeburgers! Nabij ons is de oorlog uitgebroken. Een tijd van economische, zedelijke, menschelij- ke beproevingen breekt voor België aan. Talrijke haarden kennen voortaan de ont roeringen van het scheiden. Ouders, vrou wen, kinderen ik kom U betoogen, dat ik in gedachten aan Uw zijde sta. De veiligheid van het land is verzekerd. Ons machtige en tuchtvolle leger houdt aan onze grenzen een waakzame wacht. In al onze provinciën, zoo Vlaamsche als Waal- sche, staan onze soldaten tegenover eiken hoegenaamden inval paraat. Het land is voor langen tijd van voorraad voorzien, niets onder dit opzicht kan onrust wekken. Het economische leven moet in alle mate van het mogelijke worden voortgezet. Dat iedereen aan het werk blijve en zich kwijte van zijn dagelijksche taak met nauwgezet- ten zorg. De positie van een onzijdig land is moei lijk. Het kan niet anders, of het wordt met allerlei propaganda en drijverijen bestookt. Maar het moet zelfstandig blijven, de oogen steeds gericht op zijn eigen bestemmingen en op zijn eigen doeleinden. Geen enkele overweging mag het daarvan afleiden. In dien het recht heeft op de eerbiediging van zijn onzijdigheid, dan moet het zich ook de plichten opleg gen die door deze onzijdig- heid worden geboden. Daar is plicht van goede trouw: Wij heb ben onze onzijdigheid bevestigd, wij moeten haar dan ook uitvoeren. België heeft nooit aan zijn woord verzaakt. Plicht van mo- reele houding: De vrijheid onder al hare vormen, was voor de Belgen steeds een kostbaar goed. Maar in deze ge vaarlijke oogenblikken kan een woord, een daad, een onbezonnen geschrift de belangen van het land scha den. Ik vraag aan een ieder, zichzelf bij de uiting van zijn meeningen de strengste tucht op te leggen, die een stipte onzijdig heid vereischt. De geheele natie heeft tot plicht de regeering door een waardige en onverdachte houding, bij te staan in haar vast besluit het land buiten elk conflict te houden, en het doorvoeren van zijne vre dige werkzaamheden mogelijk te maken. Solidariteit, burgermoed, zelfbeheersching, dat zijn de deugden, die zich aan allen on der ons opdringen. Laat ons het voorbeeld van onze soldaten volgen. Zij hebben tegen over hun plicht geen aarzeling gehad. Niets bij ons mag de krachten van ons leger ver minderen, noch de eendracht waarvan het leger het vaderlandsch zinnebeeld is. Meer dan ooit is de eendracht van een machtig België de onmisbare voorwaarde van onze veiligheid. Het heeft onze onafhan kelijkheid gegrondvest. Het heeft in be dreigde uren die onafhankelijkheid gered. Het zal het behoud van den vrede verzeke ren. God zal België beschermen. „Breidt den oorlog niet uit." Havas meldt uit Madrid: De tekst van den oproep, welke door ge neraal Franco is gericht tot de landen, die in staat van oorlog verkeeren, luidt als volgt: „Met de autoriteit, welke ik ontleen aan het lijden onder den last van een oorlog van drie jaar voor de bevrijding van ons vaderland, richt ik mij tot de landen, die verantwoordelijk zijn voor het ontketenen van de catastrophe, welke zonder precedent is in de geschiedenis, opdat de volken ge spaard blijven voor het droeve treurspel, dat den Spanjaarden heeft getroffen, die zich niet vrijwillig wilden beperken in het gebruik van de verschrikkelijke middelen Er is slechts één zedelijkheid, en dat is de waarheid; er is slechts één verdorvenheid, en dat is de leugen. Feuchtersleben. wijl ze de papieren uitvouwde, wees op de knop aan den muur en beval scherp: „Bel eens". Gracie gehoorzaamde, benieuwd wat er nu weer voor haar zou opzitten. Ze hoefde niet lang te wachten. Haar moeders kamer meisje trad binnen. „Zeg aan Huxton, dat hij miss Gracie's koffers pakt voor Tuxedo. Ze zal met den middagexpres vertrekken. Haar gouver nante gaat mee." Het meisje verdween weer. Gracie was plotseling een en al boetvaardigheid en smeekte „Stuur me alsjeblieft niet naar buiten, mama. Het spijt me, wat ik vandaag alle maal gedaan heb, werkelijk maar ik ben ook zoo zenuwachtig door dat vader ineens is weggegaan en die rare Gordon, die maar niet terugkomt. Heusch. mama, ik zal nooit meer ondeugend zijn. U wilt me toch niet alleen wegsturen", vleide ze en drong zich tegen haar moeder aan. „En Jacky Moly- neux zou me morgenmiddag mee u't rijden nemen in zijn auto en we zouden naar de Garden City gaan en hij geeft me altijd zooveel roomijs. Stuur me toch niet naar dat akelige Tuxedo!" Mevrouw Carbhov was altijd erg in schikkelijk en ze voelde zich zoo verdrietig O Als Nardus van Wieringen ons met zijn kleine motor-kotter naar Noord-Beveland brengt, hebben we altijd het gevoel, dat we het rumoer der wereld verlaten. Zaterdag ook. We praten wat over den wereld-oor- log, die waarschijnlijk voor de deur staat, over 1914, over een Zeppelin die een paar jaar geleden precies boven onze hoofden over de Zandkreek dreef, over het mooie weer, het lage water Noord-Beveland is verre van doodsch, er zijn een paar vriendelijke gemeenten, mooie, groote boerderijen, nu en dan pas seert zelfs een auto, maar toch, -het is er zooveel rustiger dan op de andere, grootere Zeeuwsche eilanden, dat men er zich eigen lijk vèr van de bewoonde wereld waant. Vooral in deze bewogen dagen. Noord-Beve land is, zooals immer: vriendelijk, rustig. Zoo was het eeuwen geleden, zoo is het nog. Vijfentwintig jaar geleden merkte Noord7Beveland niet veel van den wereld brand. Het zal er pok nu niet veel van gewaar worden. Het had en heeft zijn zo- jien in ons leger, het leest zijn couranten, maar het gebeuren zelf, de werkelijkheid, blijft toch verre. We denken daaraan ook als we, onder een kop thee, een praatje met den heer Evert Cornelis Priester^ te Cats, maken. Een echte stoere Zeeuw, een gemoedelijke rustige Noord-Bevelander, die men het niet aanziet dat hij 4 November 76 jaar zal wor den. 'n Goede zestiger denkt men. Neen, van bijzondere dingen weet hij niet, vertelt ons de heer Priester. Geen groote ongelukken, branden, overstroomingen of andere rampen herinnert hij zich. En toch was de heer Priester, bijna een halve eeuw, min of meer „de" man te Cats. Hij heeft er 43 jaar geboerd, kwam in 1887 in het bestuur van den Willem Abra hampolder, was er 21 jaar voorzitter van, hij had 40 jaar lang een leidende functie in kerkelijke zaken, als diaken, ouderling, no tabel, kerkvoogd, president-kerkvoogd; hij was 44 jaar achtereen lid van den gemeen teraad voor de liberale partij en sinds 1907, dus 32 jaar lang wethouder; hij was een halve eeuw bestuurslid van het Musschen- gilde; hij was voorzitter van de landbouw- vereeniging, in 't kort, in elke vereeniging in elk lichaam te Cats, vervulde de heer Priester een kleine of een groote halve eeuw een leidende functie. En daar de bur gemeester van Cats te Colijnsplaat woont, was de hr. Priester, als oudste wethouder, steeds de man waar men allereerst met zijn wel en wee naar toe kwam. In 1916 maakte de heer Priester een ge beurtenis mede, die slechts weinigen zien gebeuren. Toen brak de dijk van den pol der door en voor zijn oogen zag hij de grondmassa over een lengte "van een veer tig meter, in de diepte verdwijnen. Maar een ramp beteekende ook deze doorbraak niet. Want men had die doorbraak voor zien; men had zelfs aangegeven waar de dijk door zou breken, en daar gebeurde het ook. Vèr kon het water echter niet binnen dringen, want achter de bedreigde, zwakke plaats had men, halve-maan-vormig, reeds een binnendijk gelegd, en die werd toen, na versterkt te zijn, de waterkeering. Cats had, toen de heer Priester raadslid werd, om en bij de zeshonderd inwoners en dat aantal is met slechts enkele tientallen zielen toegenomen. In die vierenveertig jaar veranderde niet veel te Cats, maar het bleef bij den algemeenen vooruitgang, doch ook niet achter; zoo werd de haven verbe terd en een havenplein aangelegd; een nieuwe school werd gebouwd; er kwam een rioleering tot stand; er werden straten aangelegd; er werd een motorbrandspuit aangeschaft. In de halve eeuw „openbaar" leven, die achter hem ligt, zag de heer Priester er velen komen en gaan, maar enkele men- schen, waar hij het meest mee te maken had, waren toch dertig, vijf en dertig jaar, zijn medewerkers en vrienden; de veld wachter, wethouder Maat, secretaris Van Breda, burgemeester Stute. Met allen, evenals met de raadsleden, die vaker wis selden, werkte de hr. Priester steeds in de beste verstandhouding samen. Als we hem herinneren aan het incident met burge meester Stute, een paar jaar geleden, wil hij daarvan niet hooren. Dat was tenslotte een onbeteekenend geval, een misverstand. Dat na een paar dagen vergeten en verge ven was. Een beste burgemeester. De be trekkingen waren altijd zeer vriendschap pelijk. Al stak hij zijn meening nooit onder stoelen of banken. Zoo heeft hij den Com missaris der Koningin er nog op gewezen, dat het z.i. onbillijk was dat Cats wel een deel van het salaris van burgemeester en secretaris moest betalen, maar de inkom sten-belasting geheel naar Colijnsplaat ging De hr. Priester vertelt ons ook nog, dat de financiën van Cats nooit zorgen gaven. Cats is lang geheel zonder schuld geweest. Maar toen kwam het Rijk aankloppen, en moest Cats 2100 gulden opbrengen voor de gemeenten die niet zoo zuinig geweest wa ren. Sindsdien heeft Cats ook gemeente schuld. Maar ook een nieuwe school, een rioleering, een motorspuit- en straten Ook de „politieke" samenstelling van den Raad veranderde. Vierenveertig jaar gele den was het vpf links tegen twee rechts, daarna werd het vier links tegen drie rechts en 1935 werd het drie links tegen vier rechts. Maar hoewel „rechts" dus twee „rechtsche" wethouders had kunnen kie zen, liep de zetel van den heer Priester toch geen gevaar. En ook bij de behandeling der gemeentezaken merkt men niet, dat de Raad van Cats van links naar rechts is overgegaan. Het loopt blijkbaar nogal los met de po litiek te Cats. Gelukkig Cats! Ir - van vernieling, welke in een nieuwen oor log nog verhonderdvoudigd zullen worden. Het is een groote verantwoordelijkheid een conflict uit te breiden over zeeën en landen, welke verwijderd liggen van den huidigen oorlogshaard, zonder dringende redenen. De uitbreiding hiervan zonder nut voor de oorlogvoerenden zou in de wereld een groo te en onmetelijke wanorde brengen en een onberekenbaar verlies aan rijkdommen ver oorzaken. Bovendien zou de handel worden lamgelegd, hetgeen een grooten terugslag zou hebben op de lagere klassen der bevol king. Hoe meer de oorlog zich uitbreidt, des te meer ontstaan kiemen voor nieuwe oor logen. Ik doe derhalve een beroep op het gevoel van verantwoordelijkheid van de re geeringen, opdat alle pogingen worden ge daan om het huidige conflict te localiseeren. en eenzaam nu haar echtgenoot voor drin gende zaken was weggeroepen; ze wist niet eens waarheen. Ook was er weer zoo'n eigenaardige brief van Gordon. En in al haar verdriet gaf ze toe. Maar ze zette haar dochter met haar lange beenen op een voetenkussen en als straf moest ze luiste ren naar den brief, die zoo juist was geko men, want eerlijk gezegd was het mevrouw "Carbhoy na de vorige brieven van haar zoon onmogelijk zoo'n nieuwen brief alleen te lezen, ook al had ze nu niemand anders dan haar bakvisch van een dertien jarige dochter bij zich. „Liefste mam. Van oudsher is de menschelijke natuur slecht geweest en niemand is er vrij van, de diplomaten niet, de wetgevers niet en ook de New Yorksche; politieagenten niet. Dit klinkt niet zoo prettig, maar het is desalniettemin waar. Laten we beginnen bij het eerste hoofd stuk van een menschenleven, dat zal het u bewijzen. Zelfs een wiegekind is de slecht heid ingeboren. Een kind van een paar da gen oud, weet er natuurlijk het fijne nog niet van, maar dat leert hij later wel. Maar hij weet wat hij wil en zal zijn zin krijgen. Hij krijgt de anderen, waar hij hen heb ben wil en dan zet hij ze naar zijn handje. Het is zijn eerste uiting van „slechtheid", als hij bemerkt, dat de rechte weg der deugdzaamheid een groot onoverkomelijk obstakel is. Zoodra hij zijn portie melk naar binnen heeft, houdt hij zich stil. Ziet u welke les daaruit te leeren valt? Heel eenvoudig: het kind wil iets en van voorschriften en regels trekt hij zich geen snars aan. Hij Nader wordt gemeld: Generaal Franco heeft een decreet onderteekend waarbij de „strikte neutraliteit" van Spanje wordt afgekondigd. o WAT DE AMERIKAANSCHE BLADEN ZEGGEN. De „New-York Times" brengt uitvoerig hulde aan de pogingen, welke de Britsche en Fransche staatslieden ondernomen heb ben om door onderhandelingen een cata strophe te verhinderen. Niets kan ons ver hinderen' te zeggen, aldus het blad, dat de democratieën in Europa op den voorpost staan van onze eigen beschaving en van ons eigen democratisch stelsel. denkt enkel: „Ze kunnen omwaaien!" Hij had honger en dorst. Enfin in 't kort: hij wou iets en legde het erop toe dat te krij gen op de eenige manier, die hij kon be denken. Waarmee ik maar zeggen wou, dat als de mensch zijn wenschen wil bevre digen, hij zich niet door wetten tegen laat houden. En zoo gaat het al vanaf zijn ge boortedag. Ik hoop, dat u het goed maakt en dat de verantwoordelijkheid voor Gracie's opvoe ding uw constitutie niet ondermijnt. Gracie is geen kwaad kind, alleen nog een erge bakvisch. Maar dat gaat wel over als ze het leven leert kennen. Ze is nog jong. Ik hoop het beste als ze wat ouder is. Mijn hartelijke groeten aan vader en zeg, dat hij voorzichtig is met deze hitte in New York. Ik denk, dat een maand vacan- tie in de heuvels hem in dezen tijd goed zou doen. Ik verlang naar den tijd, dat ik hem terug zal zien, U kunt hem zeggen, dat ik hoop mijn werk op tijd klaar te krijgen. Als u niets meer van me mocht hooren, moet u maar denken, dat ik overwerk om mijn opdracht die me uit New York deed verdwijnen, goed te volbrengen. Uw liefhebbende zoon Gordon. P. S. Ik heb u niet alles verteld, wat ik zou willen, maar twee dingen moeten me toch van 't hart. Ten eerste, dat je om ie doel te bereiken, niet naar je zachtere ge voelens moet luisteren, doch er juist hard tegen in moet gaan. En ten tweede, dat je geen recht hebt, oneerlijk te zijn, tenzij je er beter van wordt. G." i (T (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5