aan het Duitsche volk. De laatste avond van den zieltogenden vrede. Proclamatie van Hitler - „Wijjworden tot een conflict gedwongen" emEfrden van Radiorede van Daladier. De handhaving van onze onziiaiqneid. Scherpe verklaringen in het Duitsche enj het Fransche parlement. De Engelsche „oorlogsophitsers" zijn de schuldigen. Zegt Koning George van Engeland. Egypte verbreekt de diplomatieke betrekkingen met Duitschland. De belangrijkste voorschriften der regeering. Engeland en Frankrijk willen zoo humaan mogelijk oorlog voeren. Mussolini deed nog een bemiddelingspoging. Geestdrift in Polen over Fransche en Britsche hulp. Engeland heeft weer een oorlogskabinet. President Roosevelt spreekt voor de radio. Hitier heeft gisteren o.m. een procla matie tot het Duitsche volk uitgevaar digd, waarin hij o.a. verklaart: Sedert eeuwen heeft Engeland het doel nage streefd de Europeesche volken tegenover de Britsche politiek tot verovering van de wereld weerloos te maken door een evenwicht van krachten te proclameeren op grond waarvan Engeland aanspraak maakte op het recht, dat hem den steeds op dat oogenblik gevaarlijkst voorkomenden Europeeschen staat de gelegenheid moest geven onder niet-steekhoudende voor wendselen aan te vallen en te vernieti gen. Op deze wijze heeft het eens de Spaansche wereldmacht bestreden, 1 a- ter de Hollandsche, ver volgens de Fransche en sinds 1871 de Duit sche. Wij zelf zijn getuige geweest van den door Engeland gevoerden omsinge- lingsstrijd tegen het Duitschland van voor den oorlog. Zoo ook van de omstandig heid, dat toen het Duitsche Rijk zich on der zijn nationaal-socialistische leiding begon te herstellen van de gevolgen van het dictaat van Versailles en de crisis dreigde te boven te komen de Britsche omsingeling direct weer werd ingezet. De Britsche oorlogsstokers hebben voor den wereldoorlog gelogen, dat hun strijd slechts het huis Hohenzollern of het Duit sche militarisme gold, dat zij geen bedoe lingen hadden jegens Duitsche koloniën, dat zij er niet aan dachten ons- onze han delsvloot te ontnemen. Zij hebben het Duitsche volk toen onder het dictaat van Versailles gedwongen. De getrouwe nale ving van dit dictaat had twintig millioen Duitschers vroeg of laat uitgeroeid. Ik heb het ondernomen den tegenstand van de Duitsche natie daartegen te mo- biliseeren en het Duitsche volk weer werk en brood te verzekeren. Zoodra de vreed zame herziening van het met geweld op gedrongen dictaat van Versailles scheen te gelukken en het Duitsche volk weer begon te leven, zette de nieuwe Engel sche omsingelingspolitiek in. Dezelfde oor logsophitsers als van vóór 1914 kwamen weer naar voren. Ik heb Engeland en het Engelsche volk tallooze malen de overeenstemming en vriendschap van het Duitsche volk aangeboden. Mijn geheele politiek was opgebouwd op de gedachte van deze overeenstemming. Ik ben steeds afgestooten en onder huichelachtige ver klaringen werden steeds nieuwe voor wendselen gezocht, om de Duitsche levens- ruimte te beperken en ons daar, waar wij nimmer Britsche belangen bedreigden, het eigen leven te bemoeilijken of onmo gelijk te maken. Engeland heeft Polen tot die houding gebracht, welke een vreedzame overeen stemming onmogelijk heeft gemaakt. Het heeft door zijn garantieverklaring aan de Poolsche regeering de vooruitzichten ge opend, zonder eenig gevaar Duitschland te kunnen provoceeren, ja te kunnen aan vallen. De Britsche regeering heeft zich evenwel in éên ding vergist: het Duitsch land van 1939 is niet meer het Duitschland van 1914. En de rijkskanselier van het te genwoordige rijk heet niet meer Von Bethmann Hollweg. Ik heb reeds in mijn redevoeringen te Saarbrücken en te Wilhelmshaven ver klaard, dat wij ons te weer zouden stel len tegen de Britsche omsingelingspoli tiek. Ik heb er vooral geen twijfel over gelaten, dat, ondanks alle geduld en lank moedigheid de Poolsche aanvallen tegen de Duitschers, zoowel alsook tegen de de vrije stad, teneinde moesten gaan. Gesterkt door de Britsche garantiever klaring en door de verzekeringen van Britsche oorlogsophitsers heeft Polen ge loofd, deze waarschuwing in den wind te mogen slaan. Sedert twee dagen strijdt thans de Duitsche weermacht in het Oos ten om de veiligheid van het rijksgebied te herstellen. De Poolsche tegenstand wordt door onze soldaten gebroken. En geland kan evenwel meenen, dat in het tegenwoordige Duitsche rijk 90 millioen menschen vereenigd zijn. Zij zijn vastbe sloten zich niet door Engeland te laten wurgen. Zij hebben niet, gelijk Engeland, door oorlogen 40 millioen vierkante kilo meter op deze aarde veroverd, doch zij hebben den wil op den grond, welke hun toebehoort, te leven en zich dat leven niet door. Engeland te laten ontnemen. Wij weten, dat niet het Britsche volk in zijn geheel voor dit alles verantwoor delijk kan worden gesteld. Het is die Joodsch-plutocratische en democratische heerschersklasse, welke in alle volken der wereld slechts gehoorzame slaven wil zien, welke ons nieuwe rijk haat, omdat zij daarin voorbeelden ziet, van een socialen arbeid, waarvoor zij vreest, dat zij aanste kelijk zou kunnen inwerken op hun eigen land. De strijd tegen deze nieuwe poging Duitschland te vernietigen nemen wij thans op. Wij zullen hem met nationaal- socialistische vastbeslotenheid voeren. De Britsche politici van geld en macht zullen evenwel ondervinden, wat het wil zeggen zonder eenige aanleiding het na tionaal-socialistische Duitschland in den oorlog te willen betrekken. Ik was mij er sedert maanden van be wust, dat sinds langen tijd reeds deze op hitsers tot oorlog hun doel hadden be paald. Het doel bij een of andere gunstige gelegenheid Duitschland te overvallen stond vast. Mijn besluit evenwel dezen strijd te voeren en af te slaan, staat nog vaster: Duitschland zal niet meer capi- tuleeren! Een leven onder een tweede en nog erger dictaat van Versailles heeft geen zin. Een slavenvolk zijn wij niet geweest en willen wij ook in de toekomst niet zijn. Wat Duitschers in het verleden ook aan offers hebben moeten brengen voor het voortbestaan van ons volk en ons rijk, deze zullen niet grooter zijn geweest dan die, welke wij bereid zijn thans op ons te nemen. Dit besluit is onverbiddelijk. Daarvoor zijn de meest beslissende maatregelen noodig. Hij dwingt ons vooral één wet op: Wanneer de soldaat aan het front strijdt moet niemand aan den oorlo verdienen, wanneer de soldaat aan het front valt, moet niemand zich thuis aan zijn plichten onttrekken. Zoo lang het Duit sche volk in zijn geschiedenis eensgezind was, is het nog nimmer overwonnen. Slechts de oneenigheid van 1918 heeft tot de ineenstorting geleid. Wie zich daarom thans bezondigt aan deze eenheid en eensgezindheid, heeft niets anders te ver wachten dan dat hij als vijand van de na tie wordt vernietigd. Wanneer ons volk in dien zin zijn hoog- sten plicht vervutl zal ons ook de Heer onze God bijstaan, die zijn genade nog steeds gegeven heeft aan hem, die .vast besloten was, zichzelf te helpen. De Koning van Engeland heeft gister avond in een radioredevoering tot alle cie en van het Britsche rijk o m. ver klaard, dat „in dit ernstige, meest nood lottige uur van onze geschiedenis hij in ieder gezin van al zijn volken, zoowel in het moederland als overzee, een bood schap wenschte te zenden met dezelfde innigheid van gevoelens jegens een ieder, alsof hij de drempel der kamers had kunnen overschrijden om zijn onderdanen zelf toe te spreken. „Voor den tweeden keer in ons leven zijn de meesten onzer in oorlog, steeds en steeds opnieuw hebben wij geprobeerd een vreedzamen weg te vinden uit de geschillen tusschen ons en degenen die thans onze vijanden zijn. Het is evenwel vergeefsch geweest. Wij worden tot een conflict gedwongen. Er wordt op ons en onze bondgenooten het beroep gedaan de uitdaging te aanvaarden van een begin sel, dat indien het zou overheerschen, fa taal zou zijn voor iedere beschaafde or- öe op de wereld. Het is dit beginsel, dat een staat veroorlooft door op zelfzuchtige wijze geweld na te streven de door hem aangegane verdragen en zijn plechtige be loften negeert, welke het gebruik van ge weld of de bedreiging met geweld jegens de souvereiniteit en onafhankelijkheid van andere staten sanctionneert. etl dergelijk beginsel van geweld is rer-ht2- erT d? primitieve leer, dat macht heele w<Jfm'en dit beSinsel over de ge- de vriiho-rf zou worden gevestigd, zou het eetl ons «gen land en van ties in eevn !*sche gemeenebest van na- ó!n dit De v ren' d°Ch n°S veel meer den fn den ZT™ Ian de wereld zou- zamen vrede en Veillgff een duur" vrijheid tusschen de naties zour?™ f-n een Dit is not zouden eindi gen. Dit is het laatste waartegenover wij De minister-president van Frankrijk, Daladier, heeft gisteren een radiorede ge houden, waarin hij zeide: „Fransche mannen en vrouwen. Sedert 1 September bij het aanbreken van den dag is Polen het slachtoffer van den meest brutalen en meest cynischen aan val. Zijn grenzen zijn geschonden, zijn steden worden gebombardeerd. Zijn leger biedt den invaller heldhaftigen tegen stand. De verantwoordelijkheid voor het vergoten bloed rust geheel op de regee ring van Hitier. Het lot van den vrede was in de handen van Hitier: hij heeft den oorlog gewild. Duitschland wil de vernietiging van Po len om daarna snel de hegemonie over Europa te verzekeren en Frankrijk dienst baar te maken. Ons keerende tegen de verschrikkelijkste der tyrannieën en ons gegeven woord nakomende, strijden wij voor de verdediging van land en haard stede en voor onze vrijheden. De zaak van Frankrijk smelt samen met' die van de gerechtigheid. Het is de zaak van alle vredelievende en vrije volken. Deze zaak zal overwinnen. Fransche mannen en vrouwen, wij gaan in den oorlog, omdat men ons dien oplegt. Gij' zult al uw kracht in het werk stellen in het diepe gevoel van eenheid en broederschap voor het heil van het vaderland. Leve Frankrijk!"'' Havas meldt uit Cairo: De minister-pre sident van Egypte, Maher Pacha, heeft medegedeeld, dat overeenkomstig het En- gelsch-Egyptisch verdrag, Egypte de diplo matieke betrekkingen met Duitschland ver breekt. ons geplaatst zouden zien. Daarom .moe ten wij de uitdaging aannemen. Onze taak zal zwaar zijn en de strijd zal niet be perkt worden tot slagvelden. Wij zijn ech ter vastberaden, onze verplichtingen te komen en hebben het vertrouwen God met ons zal zijn. na dat Ter handhaving van Nederlands onzijdig heid heeft de regeering een aantal regelen vastgesteld, waarvan wij hier de voornaam ste laten volgen: In het rechtsgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, omvattende het grond en watergebied van Nederland, Ned.-Indië, Su riname en Curagao, de territoriale zee en de zich boven dit rechtsgebied bevindende luchtruimte, worden geenerlei vijandelijk heden toegelaten. Dit gebied mag door geen der oorlogvoe renden als basis voor operatiën worden ge bruikt. Onder territoriale zee wordt verstaan de kustzee tot op een afstand van drie zee mijlen van de laagwaterlijn. Aan de oorlogvoerenden is verboden: Het bezetten van eenig deel van het rechtsgebied. .Het binnenkomen, in doortrekken van dit gebied door troepen of convooien. Het binhenkomen, in oi doortrekken van dit gebied met: oorlogsschepen en troepentransport- schepen. Koopvaardijschepen, welke geladen mijnen der oorlogvoerenden, welk »r bouw, uitrus ting of bemanning doet vermoeden, dat zij als oorlogsschip of troepentransportschip zijn of zullen worden gebruikt. Koopvardijschepen, welke geladen mijnen ol militaire vliegtuigen aan boord hebben en de vlag voeren van een der oorlogvoe renden. Ook is verboden: Het binnenkomen, in of doortrekken van dit gebied met militaire vliegtuigen of vlieg tuigen voor troepentransport. Troepen of onderdeelen daarvan, behoo- rende tot de oorlogvoerenden, komende in het rechtsgebied, worden ontwapend en ge- interneerd. Oorlogsschepen of daarmede gelijkgestel de vaartuigen van oorlogvoerenden, welke handelen in strijd met de Nederlandsche verboden, worden met hun bemanningen en de militaire opvarenden geïnterneerd. Militaire of daarmede gelijkgestelde vlieg tuigen der oorlogvoerenden, komende bin nen het rechtsgebied, worden met hun be manningen en militaire opvarenden geïn terneerd. Zij zullen daartoe worden ge dwongen te landen, zoo zij zulks niet vrij willig doen. Niet geïnterneerd worden le. Schipbreukelingen; 2e de militaire op varenden van een koopvaardijschip, dat uit sluitend voor het aanloopen van een haven b:nnen het rechtsgebied komt; 3e ont vluchte krijgsgevangenen en 4e deserteurs. Verder worden niet geïnterneerd: Oorlogsschepen of daarmee gelijk gestol de schepen, welke aannemelijk maken, dat z:j -wegens averij of de gesteldheid der zee genoodzaakt zijn binnen te loopen, mits dit niet geschiedt tijdens een achtervolging door den vijand. Deze schepen mogen hun averij herstel len, voorzoover dit voor de zeewaardigheid noodig is en zonder hun strijdkracht op eenigerlei wijze te vergrooten. Zij moeten -vertrekken zoodra dit mogelijk is. De regee ring kan een termijn stellen, bij welks over treding de interneering van schip, beman ning en militaire opvarenden volgt. 2e. Oorlogsschepen van oorlogvoerenden, welke kunnen bewijzen, dat hun komst in ons gebied onopzettelijk is geschied. 3e. Oorlogsschepen of militaire vliegtui gen, van oorlogvoerenden, welke uitsluitend worden gebruikt voor een Godsdienstige, wetenschappelijke of menschlievende zen ding. Geen bombardementen van de burger bevolking, geen gasaanvallen enz. Het Foreign Office (Engelsche departe ment van buitenlandsche zaken) publi ceerde gister de volgende mededeeling: De regeeringen van Engeland en Frankrijk verklaren plechtig en openlijk, dat zij, indien hun een oorlog zou worden opgedrongen, voornemens zijn de vijan delijkheden te voeren met den stelligen wensch de burgerbevolking te sparen en op elke mogelijke wijze de kunstschatten en monumenten der menschelijke pfesta- ties te ontzien. Eenigen tijd geleden heb ben zij nauwkeurige instructies gezonden aan de commandanten van haar leger machten met het verbod buiten de strikt militaire doeleinden iets te bombardeeren. Wat het gebruik van de strijdkrachten ter zee, inclusief de duikbooten betreft, zullen de beide regeeringen zich houden aan de voorschriften neergelegd in het duikbooten-protocol van 1936 en zullen zij haar luchtmacht alleen gebruiken tegen koopvaardijschepen ter zee overeenkom stig de erkende voorschriften, welke van toepassing zijn op de uitoefening der rechten van oorlogvoerenden ter zee door oorlogsschepen. Tenslotte geven beide regeeringen op nieuw uiting aan haar voornemen zich te houden aan de bepalingen van het protocol van Genève van 1925, dat in oorlogstijd het gebruik van verstikkende of giftige of andere gassen en van bac teriologische methoden van oorlogvoeren verbiedt. Tot de Duitsche regeering zal de vraag gericht worden, of zij bereid is een ver zekering van denzelfden aard te geven. Hierbij dient wel verstaan te worden, dat ingeval de vijand een der bovengenoemde restricties niet in acht neemt, de Brit sche en Fransche regeeringen zich het recht voorbehouden, zulk een actie te on dernemen, als zij geschikt achten. Zaterdagavond heeft het er nog een oogenblik den schijn van gehad, dat een bemiddelingspoging in het groote drama, dat Europa ondergaat, nog eenig resultaat af zou werpen, al was het maar in den vorm van uitstel van executie. Deze po ging werd ondernomen door Mussolini. Hij stelde voor: staking der vijandelijkheden tusschen Duitschland en Polen en onmid dellijke bijeenroeping van een conferen tie van vijf: Frankrijk, Engeland, Duitsch land, Polen en Italië. In de Engelsche en Fransche parlemen ten, die weer bijeen w^ren gekomen, werd mededeeling gedaan van deze po ging. Vooral in het Engelsche Lagerhuis baarde ze opzien. Men had verwacht, dat minister-president Chamberlain mededee ling van de oorlogsverklaring aan Duitsch land zou doen. Ui plaats daarvan verna men de leden van het Huis, dat nog geen beslissing kon vallen. Chamberlain voegde hier echter onmid dellijk aan toe, dat Engeland het bemid delingsvoorstel van den Duce alleen zou kunnen aanvaarden, indien de Duitsche troepen uit Polen werden teruggetrokken en de inlijving van Dantzig bij 't Duitsche Rijk ongedaan werd gemaakt. Op een deel der Lagerhuisleden maak te Chamberlain's verklaring een verdach ten indruk. De leider der Labour (Arbei ders)-fractie, Greenwood, was de tolk dier gevoelens. Hij zeide, dat het geheele Huis ontdaan was door de verklaring der regeering. „Elke minuut uitstel beteekent verlies aan menschenlevens en in gevaar bren ging van onze nationale belangen (alge meen geroep: „En van onze eer'"). Ik hoop echter, dat wij morgen de mee ning van de regeering weten en dat er geen oogmerken zijn om de zaak uit ie stellen. Op het oogenblik, dat het den schijn heeft, alsof wij verzwakken, weet de dictatuur, dat wij verslagen zijn. Wij kunnen niet verslagen worden, maar uit stel is gevaarlijk. Eerlijk ge.zegd, geloof ik niet, dat Hitier iets overeenkomt, dat hij niet bereid zou zijn te verraden. De teerling is geworpen, wij willen den tijd kennen." In denzelfden geest sprak de leider der Liberale oppositie Sinclair. In antwoord' hierop zeide Chamberlain: „Ik zou ontsteld, zijn als het Huis meen de, dat mijn verklaring een verzwakking verried van onze houding. Ik geloof, dat er thans slechts één woord mogeljjk is. Ik hoop het Huis morgen dit woord te zeggen." De vergadering der Fransche Kamer. In een geestdriftige zitting," herhaalde lijk onderbroken door betoogingen van vaderlandsliefde, keurde de Fransche Ka mer inmiddels de houding der Fransche regeering goed. Zij sprak zich onomwon den uit voor steun aan Polen, als Duitsch land zijn troepen niet uit dat land te rugtrok. De Kamervoorzitter, Herriot, zeide: „Dezelfde man, die Oostenrijk deed ver dwijnen, die de Tsjechen martelde, die de geheele wereld bevolkte met vluchte lingen, heeft opnieuw zijn toevlucht ge nomen tot geweld. Pogingen tot bemid deling stieten af op zijn weigering. Wij zenden Polen onze betuiging van harte lijke broederschap en solidariteit. Over de houding van Sovjet Rusland zei Herriot: „De regeering, die in het middelpunt van haar programma den strijd tegen den aanval stelde, heeft met den specialist van den aanval een verdrag gesloten, dat de afkeuring verdient van ieder rechtschapen mensch." Onder enthousiasme verklaarde Herri ot: „Het Britsche Rijk vormt met Frank rijk slechts één lichaam en één ziel."', De minister-president Daladier las ver volgens een boodschap van president Le brun voor, die door de Kamer staande werd toegejuicht. Vervolgens bracht hij hulde aan Mussolini voor diens vredes pogingen. Daladier legde er den nadruk op, dat Frankrijk steun had gegeven aan alle vre despogingen, maar dat nu de tijd drong. Engeland en Frankrijk konden niet toe- Zien bij de vernietiging van een bevriend volk. „De aanval op Polen is een nieuwe on derneming van geweld tegen Engeland en Frankrijk", aldus de premier. Er is hier geen sprake van een conflict tusschen Duitschland en Polen; er is sprake van een nieuwen stap van Hitleriaansche dic tatuur naar de overheersching van Euro pa en de wereld. Indien Duitschland zijn troepen niet uit Polen terugtrekt, zul len Engeland en Frankrijk hun verplich tingen nakomen." Daladier werd langdurig toegejuicht. De Kamer keurde eenstemmig de nieuwe credieten goed, die de regeering voor de nationale verdediging had aangevraagd. Hetzelfde gebeurde in den Senaat. Havas meldt uit Warschau: Uit geheel Polen komen berichten binnen over de geestdriftige betoogingen, waarmee men in dorpen en steden uiting geeft aan zijn erkentelijkheid jegens Frankrijk en En geland voor de hulpverleening, waartoe deze landen besloten hebben. In de hoofdstad heeft men onvergetelij ke uitbarstingen van enthousiasme gezien, aldus Havas. Voor de Fransche en Brit sche ambassade stond een enorme menig te, die van minuut tot minuut aangroei de en elk verkeer onmogelijk maakte. Een onbeschrijvelijke emotie maakte zich van het volk meester. Vrouwen en grijsaards zag men weenen van vreugde. De Fran sche ambassadeur en drie Fransche gene raals legden bloemen neer op het graf van den onbekenden soldaat. Churchill er in opgenomen als minister van marine. Te Londen is gister weer een oorlogs kabinet ingesteld, dat voorloopig bestaat uit Chamberlain, den eersten minister, Si mon, den minister van financiën, lord Ha lifax, minister van buitenlandsche zaken, lord Chatfield, minister voor de coördina tie der landsverdediging, Winston Churchill, minister van marine, lord Sankey, minister zon der portefeuille, Hoare Belisha, minister van oorlog, Sir Kingsley Wood, minister van luchtvaart en Sir Samuel Hoare, lord- grootzegelbewaarder, die dus in de plaats komt van Anderson. Er zullen nog meer benoemingen van ministers afkomen. Ook Eden in de regeering. Reuter meldt nader uit Londen: Eden is benoemd tot minister voor de dominions, Lord Stanhope tot lord-presi dent van den raad, Inskip tot lord-kanselier. Deze ministers maken geen deel uit van het eigenlijke „oorlogskabinet". FRANCO DRINGT AAN OP LOCALISEERING. In een radiorede heeft generaal Franco een beroep gedaan op den goeden wil en het verantwoordelijkheidsgevoel van alle re geeringen en landen om alles in het werk te stellen, dat tot localiseering van het be staande conflict kan leiden. De Spaansche pers heeft opdracht gekregen de strengst mogelijke onpartijdigheid in acht te nemen en zich te onthouden van commentaar. DEENSCHE REGEERING LAAT MIJNEN IN DEENSCHE WATEREN LEGGEN. De Deensche regeering heeft besloten, teneinde de controle in de territoriale wa teren nabij Kopenhagen te vergemakke lijken, mijnen te leggen in de toegangswe gen Kongedybet, Hollaenderdybet en Drog- den. Zal Amerika aan Frankrijk en Engeland oorlogstuig etc. gaan leveren? De president der Ver. Staten, Roosevelt, heeft Zondagavond een door de groote Amerikaansche omroepzenders uitgezon den radiorede gehouden, waarin hij de neutraliteit der Vereenigde Staten heeft afgekondigd. Hij kon echter niet vragen, zoo zeide hij, dat iedere Amerikaan in gedachten neutraal zou blijven, „want zelfs als men neutraal is kan men niet vragen, zijn geest of geweten af te sluiten." Na te heben gewezen op de bestaande neutraliteitswetgeving sprak president Roosevelt de hoop uit, „dat in de komen de dagen onze neutraliteit tot waarlijke neutraliteit kan worden gemaakt" en verder zeide hij: „Zoolang het in mijn macht blijft, zal ik voorkomen dat de vrede in de Vereenigde Staten verstoord wordt. Wanneer niettemin ergens de vre de verbroken wordt is de vrede van alle landen in gevaar. Hoe hartstochtelijk wij verschoond wenschen te blijven, zijn wij toch gedwongen, ons ervan bewust te blij ven dat elk woord dat door den aether komt elk schip dat op zee vaart en elke slag die gestreden wordt invloed heeft op de toekomst van Amerika." Roosevelt sprak de hoop en het geloof uit, dat Amerika buiten den oorlog zou blijven. Sprekende over den rol, die Ame rika reeds voor de zaak van den vrede had gestreden, zeide Roosevelt, dat zelfs nu deze groote oorlog is uitgebroken de Amerikaansche invloed dient aangewend te blijven tot het vinden van een uitein delijken vrede voor de mensehheiö, waar door het gebruik van geweld tusschen na ties zooveel mogelijk zal worden voorko men. Roosevelt bedoeld hiermede, dat het bestaande verbod van levering aan oorlog voerenden moet worden opgeheven. Zoo als men weet, wil de Amerikaansche pre sident Frankrijk en Engeland op indirec te wijze steunen, door deze landen oor logstuig, grondstoffen etc. te verkoopen. Red. TSJECHO-SLOVAAKSCHE STRIJDKRACHTEN IN FRANKRIJK. De Tsjecho-Slovaaksche gezant te Washington heeft medegedeeld, dat in Frankrijk en Polen Tsjecho-Slovaaksche legereenheden georganiseerd worden, en voegde hieraan toe: „Het Tsjecho-Slovaak sche volk, dat thans tijdelijk onder heer schappij is van het barbaarsche Nazidom, staat geheel aan de zijde der geallieerden, die de Duitsche uitdaging aan de bescha ving der geheele wereld hebben aan vaard."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 7