Wetsontwerpen in verband
met de mobilisatie c.a.
VanideniiMiddelburgschen Raad.
Regeling voor zaaigranen.
STADSNIEUWS
Voorstellen etc. van B. en W. voor de eerstvolgende.
raadsvergadering.
Voortduren van den staat van
oorlog.
Het onder de wapenen blijven
van dienstplichtigen.
De regeering vraagt een crediet
van 60 millioen aan.
Waarschuwing aan het
Nederlandsche volk.
Geen extra voorraden vet
inslaan
MIDDELBURG
Wat er in verband met de
abnormale omstandigheden
allemaal komt kijken.
De kwestie der Midza-borden.
Bij de Tweede Kamer is Zaterdag inge
diend een wetsontwerp, volgens hetwe;k de
by kon. besluit van 1 September j.l. ver
klaarde staat van oorlog \oor het geheele
grondgebied des rijks zal voortduren.
Nu de weermacht is gemobiliseerd en
zich voorbereidt op de handhaving van een
strikte neutraliteit, heeft de regeering het
gewenscht geacht den staat van oorlog af
te kondigen. Het ingediende wetsvoorstel
heeft de strekking om het voortduren van
den staat van oorlog bij de wet te bepalen.
Het ligt in de bedoeling voorshands al
leen die artikelen der wet toe te passen,
waardoor de bestaande rechtsverhoudingen
zoo weinig mogelijk worden aangetast. Van
overige in de wet verleende bevoegdheden
zal eerst gebruik worden gemaakt naar
mate de omstandigheden zulks bepaaldelijk
vorderen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp ten aanzien van het onder de
wapenen blijven van dienstplichtigen.
De toelichting tot dit ontwerp luidt als
volgt:
De buitengewone omstandigheden, welke
er toe hebben geleid om bij kon. besluit van
10 April 1939 te bepalen, dat al het perso
neel, bestemd voor „buitengewone oproe
ping uitwendige veiligheid", in werke-
lijken dienst wordt geroepen, hebben een
verscherpt karakter verkregen in die ma
te, dat de regeering zich genoodzaakt heeft
gezien, te bevorderen, dat tot voormobili
satie en vervolgens tot algemeene mobili
satie wordt overgegaan.
Ten aanzien van de volgens de dienst
plichtwet hierbij betrokken dienstplichtigen
zal ingevolge art. 193 der grondwet bij de
wet het onder de wapenen blijven zooveel
noodig moeten worden bepaald. Hieraan te
voldoen, is het doel van het thans aange
boden ontwerp van wet.
Voor den aankoop van con
sumptie-artikelen, regeling
van de distributie en voor
de industrie.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
suppletoire begrooting van economische za
ken voor 1939, waarbij een buitengewoon
crediet wordt aangevraagd van 60 millioen
gulden. De memorie van toelichting zegt,
dat de politieke toestand in Europa en de
inmiddels afgekondigde mobilisatie in ons
land het noodzakelijk maken onverwijld
wettelijke maatregelen te treffen ter voor
ziening in de vele en velerlei uitgaven, die
van deze buitengewone omstandigheden het
gevolg zijn.
Het'thans aangevraagde krediet is be
doeld als mogelijkheid om naar behoefte te
kunnen beschikken over de eerste middelen
ter bestrijding van de zeer belangrijke uit
gaven, voortvloeiende uit de maatregelen,
die door de omstandigheden worden gebo
den, o.m. voor het aankoopen van granen
en andere artikelen voor de consumptie van
mensch en dier, de eventueele regeling van
de distributie en de voorzieningen ten aan
zien van de industrie. Een zeer belangrijk
gedeelte der uit te geven gelden zal bij den
verkoop van bedoelde producten weder te
rugvloeien.
Omtrent de grootte van het krediet wordt
nog het volgende medegedeeld.
In September 1938 is door wijziging en
verhooging van het zevende hoofdstuk B
van de rijksbegrooting voor dat jaar een
buitengewoon krediet van 20.000.000 ge
voteerd ter voorbereiding van de maatre
gelen, welke in geval van oorlog of oor
logsgevaar noodig zouden zijn.
Uit dit krediet is tot heden voor -onge
veer 10.000.000 geput voor diverse aan
koopen en personeele en materieele uitga
ven.
Nu de indertijd bedoelde maatregelen
van het stadium van voorbereiding in dat
van uitvoering zijn gekomen, wil het juister
voorkomen, het restant van het krediet ad
20.000.000 ongebruikt te laten.
Daarenboven is voorshands een krediet
van 50.000.000 noodig ter financiering
van de maatregelen, die thans geboden zijn.
In totaal wordt derhalve een bedrag van
60.000.000 aangevraagd, met dien ver
stande, dat van het in September 1938 aan
gevraagde krediet ad 20.000.000 een be
drag van 10.000.000 ongebruikt zal blij
ven.
WIJZIGING VAN DE BEURSWET.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de beurswet
1914. In de toelichting bij dit ontwerp wordt
gezegd, dat bij de beurswet 1914 aan de re
geering bevoegdheden werden verleend tot
ingrijpen in het beurswezen. Deze wet heeft
in 1914 bevredigend gewerkt, zoodat de
beurszaken, welke door de gebeurtenissen,
welke tegen het einde der maand Juli 1914
plaats vonden, waren gestremd, successie
velijk konden worden afgewikkeld.
Ten einde, indien zulks noodig mochl;
blijken, ook voor de toekomst over gelijke
bevoegdheden te kunnen beschikken, is het
gewenscht enkele wijzigingen aan te bren
gen. Deze wijzigingen kunnen beperkt blij
ven tot het vervangen van de tijdsaandui
ding en wel door aan de ministerie van fi
nanciën de bevoegdheid te verleenen dén
datum te bepalen, waarbij uiteraard het
intreden van buitengewone omstandighe
den als criterium zal gelden.
Het koTnt den minister verder gewenscht
voor in de samenstelling der in artikel 8
genoemde commissie van deskundigen wij
ziging te brengen en den naam dezer com
missie te veranderen in „commissie van ad
vies in beurszaken". Het ligt in het voor
nemen deze commissie te doen bestaan,
behalve uit den voorzitter van de vereeni-
ging voor den effectenhandel, die daarvan
ambtshalve lid zal zijn, en nog een ander
bestuurslid dier vereeniging, uit een niet te
groot aantal leden, welke, uit de onderschei
dene groepen van belanghebbenden bij den
geld- en fondsenhandel gekozen, als des
kundigen op dit gebied kunnen worden
aangemerkt.
Uit Den Haag wordt gemeld:
In verband met het geldende vervoerver-
bod voor granen, is een regeling getroffen
om het vervoer van wintertarwe, winter
rogge en wintergerst, bestemd voor den uit
zaai, zooveel mogelijk doorgang te doen
vinden.
Het vervoer van deze zaaigranen naar
sehooningsinrichtingen en opslagplaatsen en
naar de boerderij terug, kan geschieden op
door de controleurs der gewestelijke keu
ringsdiensten af te geven vervoerbewijzen.
Van deze regeling is slechts uitgezonderd
de niet te velde goedgekeurde zaairogge.
De tëler, die zaaigranen wenscht te be
trekken, dient zich bij den plaatselijken bu
reauhouder van het district, waarin hij
woonachtig is, te voorzien van een bestel
bon. De door hem aangevraagde hoeveel
heid zaaigranen, moet in overeenstemming
zijn met grootte en aard van zijn bedrijf.
De teler geeft den bestelbon af aan den-
gene, van wien hij de zaaigranen betrekt,
die op zijn beurt tegen afgifte van dien
bon een vervoerbijwijs bij den plaatselijken
bureauhouder van zijn district kan verkrij
gen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
de teler of kweeker alleen zaaigranen zal
rnogen betrekken van een anderen teler of
kweeker van goedgekeurde zaden en alleen
van een handelaar of coöperatie, met wie
de Ned. Akkerbouwcentrale een overeen
komst heeft aangegaan.
De handelaren of coöperaties worden on
derscheiden in diegenen, die uitsluitend de
van een plombe voorziene zaaigranen zul
len mogen koopen en diegenen, die, behal
ve de evenbedoelde, ook ongeschoonde zaai
granen zullen mogen betrekken, waarvan
de bewerking dan zal moeten plaats vinden
pnder toezicht van den Ned. Alg. Keurings
dienst. Beide groepen zullen echter alleen
geplombeerde graiietl mogen afleveren.
Behalve dé reeds bestaande plombe van
den N.A.K. zal dan ook voor de niet te vel
de goedgekeurde zaaigranen een speciale
plombe, een zoogename V.V.O.-plombe,
worden ingesteld, welke eveneens door de
controleurs van den Ned. Alg. Keurings
dienst zal worden aangebracht.
De handelaren of coöperaties zullen zich
voor de aanschaffing van zaaigranen die
nen te voorzien van aankoopmachtigingen,
wekle worden vestrekt door of namens de
prov. voedselcommissarissen.
Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de
importeur zich voor ingevoerde partyen
moet wenden tot den voedselcommissaris
zijner provincie, teneinde een vervoerbewijs
te verkrijgen.
Voor het geval oorlogsvliegtuigen over
ons land zouden willen vliegen.
Uit Den Haag meldt men ons:
In verband met de door de Nederlandsche
regeering bevolen beperking van het lucht
verkeer, bestaat de mogelijkheid dat de
luchtdoelartillerie, de luchtdoelmitralleurs
en de militaire vliegtuigen op in overtre
ding zijnde luchtvaartuigen het vuur ope
nen.
Teneinde te voorkomen, dat alsdan letsel
wordt veroorzaakt door neervallende scher
ven of kogels, wordt de bevolking aangera
den om, wanneer een dergelijke beschieting
plaats vindt hetgeen onder meer merk
baar kan zijn door het springen van projec
tielen in de lucht dekking te zoeken en
daarbij binnenshuis van de ramen verwij
derd te blijven.
Het bureau van den Ned. Slagershond
wijst het publiek erop, dat men zelf mede-
helpt, de prijzen van het rundvet te ver-
hoogen als men extra-voorraden inslaat.
Er is niet de minste reden om zich over
de vetvoorziening zorg te maken.
De bon4 adviseert dan ook aan de sla
gers, niet meer vet te verkoopen dan voor
normaal gebruik noodig is.
Veelal kunnen de slagers ook niet meer
afleveren, want het versche rundvet is in
den groothandel uit den aard der zaak niet
onbeperkt voorradig.
Wanneer men gesmolten reuzel in plaats
van versch rundvet zou gebruiken, zou de
schaarschte van het oogenblik verminderen.
INVOERPRIJSVERSCHIL ROGGE EN
ROGGEMEEL.
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat
het invoerprysverschil op rogge en rogge
meel, voor het tijdvak van 3 tot en met 9
September 1939, behoudens tusschentydsche
wijziging, is vastgesteld op 4.85 per 100
kg-
De denaturatiesteun voor rogge, gedena
tureerd op 28 Augustus 1939 bedraagt 1.45
per 100 kg.
Zooals reeds bekend werd gemaakt, is de
denaturatie met ingang van 29 Augustus
tot nader bericht opgeschort.
Zaterdag hebben wij nog eens een kijkje
genomen op verschillende bureaux, die een
der onderdeelen behartigen der werkzaam
heden, die voortvloeien uit den huidigen
abnormalen toestand.
Zoo waren wij óp het bureau op het Stad
huis, waar de uitkeering der kostwinners
vergoedingen plaats heeft.
Wij konden vaststellen, dat voor ieder
der betrokken achtergebleven gezinnen
vooruit is berekend, hoeveel zij per week
krijgen en als dit nog niet is geschied, dan
wordt toch al reeds een voorschot gegeven
om de huismoeders in de gelegenheid te
stellen voor haar en de haren het hoog noo-
dige aan te schaffen.
Zoolang wij er bij stonden, hebben wij
niet anders gezien dan vrouwen, die vlug
twee maal hun handteekening zetten en
dan met een luider of zachter bedankje
haar weg vervolgden om plaats te maken
voor de volgende, wier naam door den bij
de deur geposteerden politieman werd afge
roepen. De beide ambtenaren, die met de
uitkeering belast waren, deden dit vlug en
op prettige wijze.
Eveneens op het Stadhuis namen wij nog
een kijkje in de leeskamer der raadsleden,
die thans in gebruik is voor het voorberei
den der uitreiking van de distributiekaar
ten. Wij konden ons er van overtuigen,
dat vele handen het werk verrichten.
Enkele oudere, maar vooral jeugdige
vrouwelijke werkkrachten waren hier met
deze administratieve werkzaamheden bezig.
Het moet-vlug en accuraat gebeuren, om
deze week geregeld met de verstrekking
der kaarten te kunnen voortgaan.
Maar ook hebben wij nog weer eens een
kijkje genomen op de drie bureaux, waar
hulpkrachten zich kunnen aanmelden, dus
op de eerste verdieping van pand 6 op den
Dam.
Op het bureau, waar het comité voor de
jeugdige helpers en helpsters zitting heeft,
was het resultaat geklommen tot 235, dus
daar kon men spreken van „het loopt goed".
Het is zeker voor oudere vrouwen moei
lijker zich op te geven voor hulp, vooral
als zij door huiselijke plichten gebonden zyn.
Toch waren er op deze afdeeling reeds 105
aangiften en het is hier wel de plaats er
nog eens op te wijzen, dat zij, die maar één
of twee dagen per week en dat alleen des
morgens, 's middags of 's avonds tijd heb
ben, ook zeer welkom zijn, evenals zy, die
thuis naaiwerk of dergelijke bezigheden
kunnen verrichten.
Het geringste aantal aangiften ontwaar
den wij op het bureau waar de mannelijke
krachten zich moet aanmelden. Hier heb
ben zich Zaterdag 40 personen opgegeven,
zeker nog veel te weinig. Maar het is toch
wel van groote beteekenis, dat onder hen,
die mede willen werken, een persoon van
ruim 79 jaar en een van 72 jaar zijn, die
daarmede een voorbeeld geven aan de per
sonen van middelbaren leeftijd, die geen
dienstplicht te vervullen hebben, en vrijwil
lig iets op zich kunnen nemen.
Gaarne voldoen wij nog aan het verzoek
om een korte uiteenzetting te geven welke
hulp men meent noodig te hebben. Daar
is dan in de eerste plaats het Roode Kruis,
dat nog gaarne meer personen voor de
transportcolonne en meer helpsters zou wil
len opleiden, waarbij de kosten van de cur
sussen en ook de uitmonstering wordt be
taald en zoo noodig verlet wordt vergoed.
Degenen, die zich opgeven, moeten zich
minstens voor één jaar verbinden.
Daarnaast krijgt de politie steeds meer
werk, hoe hooger de spanning stijgt en heeft
zij de hulp noodig van de burgerwacht, die
ook nog menschen kan gebruiken, die vöor
dien arbeid geschikt zijn.
De brandweer vraagt niet zooveel nieu
we krachten meer, maar de hoofdfactor
blijft wel de luchtbescherming. Deze heeft
veel hulp noodig, mede omdat men posten
heeft die onophoudelijk bezet moeten zijn
en daarom een rouleeringsstelsel van groote
beteekenis moet worden genoemd. Daarbij
is een 'goede voorbereiding voor de taak
bij de luchtbescherming van groote betee
kenis.
Zoo moet men de seinen kunnen verwer
ken, moet men van uit den observatiepost
kunnen waarnemen waar een bom terecht
komt, waar eventueel hulp voor aangerichte
schade of ontstanen brand noodig is en
moét dit worden doorgegeven aan de be
trokken diensten.
Men moet de verduistering ook kunnen
controleeren en de overtreders zoo nauw
keurig mogelijk kunnen aanwijzen.
Verder heeft ook deze dienst kenners
van eerste hulp bij ongelukken en zieken
dragers noodig. Daarnaast straatmakers,
gasfitters monteurs, chauffeurs e.d. vak
lieden, die na een aanval herstellingen zoo
vlug mogelijk kunnen uitvoeren en de scha
de mede daardoor beperken.
Dan de menschen, die bij het gebruik van
gasbommen, door vooropleiding aan het on
schadelijk maken enz., kunnen helpen.
Er zullen dan o.a. ook nog krachten noo
dig kunnen zijn voor het beschermen van
voorwerpen van wetenschappelijke- en
kunstwaarde en voor het steeds door by
afwisseling bewaken van bepaalde gebouwen
enz.
Men ziet dus wel, dat de comité's nog
gaarne, en terecht, hun lijsten zullen zien
aangroeien.
BEVOLKING.
Van 26-31 Augustus zijn in deze gemeente
Ingekomen: Wed. G. Bostelaar, geb.
Simonse, winkelierster, Koudekerke, Seis-
weg 11; J. Francke, dienstbode, Grijpsker-
ke, Molenwater 49; L. M. de Pré, buffet
juffrouw, Rotterdam, Veersche Singel 50;
A. Joosse, koopman, Koudekerke, Heeren
gracht 48; mej. T. Koole geb. Sohier, zon
der, Den Helder, Pijpstraat 3; N. Walraven,
huishoudster, Rotterdam, Veersche Singel
242; mej. M. J. Pouleijn, zonder, Bergen op
Zoom, Korte Noordstraat 12; A. L. C. Vo
gel, dienstbode, Vlissingen, Kuiperspoort 23.
Vertrokken: H. W. van der Wou-
de, zonder, Lange Noordstraat 49, Ermelo,
Drieërweg 13; P. A. Visser adj. onderoffi
cier, echtgenoote en 2 kinderen, Korte
B. en W. herinneren er den gemeenteraad
aan, dat op 26 Juli de heer P. Bos hande
lende als gemachtigde van J. J. Grijspeere,
een verzoekschrift heeft ingediend, waarin
hij in beroep komt tegen hun besluit van 30
Juni, tot weigering van een bouwvergun
ning voor het aanbrengen van een „Midza"-
reclame-bord uitstekend aan den voorgevel
van perceel Lange Burg 35.
Overeenkomstig art. 22 sub 4 der bouw
verordening hebben B. en W. den reque-
strant in de gelegenheid gesteld zyn be
roepschrift ten overstaan van hun college
mondeling toe te lichten. Het hiervan op
gemaakte proces-verbaal wordt aan den
Gemeenteraad overgelegd.
B. en W. adviseeren den Raad op het on
derhavige verzoekschrift afwijzend te be
schikken.
Het in het verzoekschrift ontwikkelde
formeele bezwaar is h.i. onjuist. Aangezien
art. 2 van de Bouwverordening uitdrukke
lijk vaststelt, dat in deze verordening onder
„bouwen" mede verstaan wordt „het aan
brengen van reclameborden" gaat het niet
op, te argumenteeren, dat een reclame
bord in den zin van deze verordening geen
deel van een gebouw zou zijn.
Het tweede bezwaar door requestrant aan
gevoerd is, dat het bord in kwestie niet zou
overtreden de norm gesteld in art. 76 van
de Bouwverordening welke voorschrijft, „dat
het uiterlijk van een reclamebord zoodanig
moet zijn, dat het noch op zichzelf, noch in
verband met de omgeving, uit een oogpunt
van welstand aanstoot kan geven".
In verband daarmede vermeldt de ver
ordening, dat waar de bepalingen der bouw
verordening „eischen bevatten, welke niet
scherp omlijnd kunnen worden, en ruimte
laten voor verschil van inzicht, oordeel of
gevoelen, de beoordeeling van de strekking
dier bepalingen berust bij B. en W. behou
dens het nader oordeel van -den Raad, wan
neer beroep op dat college open staat.
Men zou zich op het formeele standpunt
kunnen stellen, dat zuks niet het geval is,
aangezien de Raad deze materie het aan
brengen van reclameborden - nogmaals
uitdrukkelijk geregeld heeft in art. 21 van
de Politieverordening, waarin van de be
slissing van B. en W. geen beroep op den
Raad wordt toegestaan. In het algemeen
wordt als rechtsregel aangenomen, dat een
latere wet een vorige wet, welke dezelfde
materie regelt, opheft, voorzoover er tegen
strijdigheid is, ook waar zulks niet uitdruk
kelijk in de tekst van de tweede wet is
vermeld. B. en W. hebben zich echter hier
op niet willen formaliseeren.
Waar het hier niet één enkel bord be
treft, maar een principieele beslissing over
een groot aantal borden, is het goed, dat de
Raad deze beslissing neemt.
Uit het proces-verbaal blijkt, dat het op
het oogenblik, zoolang de Midza-combinatie
den huidigen grondslag houdt, gaat om
ruim honderd borden. Er kan geen twijfel
bestaan of een dergelijk aantal rechthoekig
op de gevels aangebrachte borden ernstige
schade zou doen aan het uiterlijk van de
stad. Maar er is meer. De Midza-Combina-
tie is een organisatie van een aantal mid
denstanders, welke eenerzijds strijden voor
contante betaling, maar anderzijds voor
grooteren omzet ten koste van andere za
ken. Indien de Raad aan de Midza-winkels
toestaat dezen strijd te voeren met borden
uitstekend voor de gevels, zal hij dit even
tueel aan andere zaken niet kunnen wei
geren, aldus B. en W.
Daarom zou naar het oordeel van B. en
W. het toelaten van dit groote aantal uni
forme borden een stap zijn in de verkeerde
richting. Men moet de ontsierende reclame
in de stad geleidelijk verwijderen, al
thans op bepaalde punten. Daardoor, zal
de stad nog meer vreemdelingen trekken.
Toename van het vreemdelingenverkeer en
vooral van de bedragen, welke de vreem
delingen hier besteden, komt den geheelen
middenstand ten goede, en niet slechts hun,
die deze bedragen onmiddellijk ontvangen.
Indien de Raad in dezen meegaat met
het advies van B. en W.. ligt het in het
voornemen van het college te bevorderen,
dat er in Middelburg een behoorlijke recla
me-verordening tot stand komt, zooals
reeds in zoovele gemeenten van ons land
bestaat. Met het aanbrengen van borden
plat tegen den gevel of in de vitrine wor
den de belangen der Midza-Combinatie niet
geschaad.
Verschillende voorbeelden bewijzen, dat'
de Midza-winkels op deze wijze zeer duide
lijk kenbaar zijn. Voor de bevolking van
Middelburg en uit de omgeving is deze wy--
ze van aanduiding volkomen voldoende. Uit
het proces-verbaal blijkt ten duidelijkste,
dat de Midza-reclame niet bedoeld is voor
de van elders komende vreemdelingen, voor-
wie een reclame door middel van uitsteek-
borden zin zou kunnen hebben.
Bovendien zou een groot aantal borden,
die gelijkenis vertoonen met verkeersbor
den, verwarring stichten voor vreemdelin
gen, te meer waar het vinden van de
toegestane verkeersrichting voor hen toch'
al zeer moeilijk is.
B. en W. verwijzen den Raad tenslotte
nog naar de argumenten, vermeld in het
request van de vereeniging „Nehalennia".
HUUR PAND DAM 6.
B. en W. deelen den Raad mede, dat zij
voor den tijd van de mobilisatie, maar ten
minste voor 6 maanden het pand Dam 6;
voor de gemeente gehuurd hebben voor
250 per kwartaal.
KOSTEN LUCHTBESCHERMING.
Inzake het voorstel tot hernieuwde vast
stelling van de ge&eentebegrooting 1939
stelde de Commissie van Financiën de
vraag welke aanschaffingen ten laste van
den post luchtbescherming zijn gedaan. B.
en W. hebben een gespecificeerde opsom--
ming van de uitgaven, die ten laste van de
zen post zijn of zullen worden gedaan en
waarvoor reeds machtiging is verleend, aan
den Raad overgelegd en tevens voegen zij
er een volledige inventaris der materialen
van den Luchtbeschermingsdienst per 30''
Augustus jl. bij.
DE LANTAARNS OP DEN
NOORDSINGEL.
Naar aanleiding van een klacht over het
feit dat de lantaarns op den Noordsingelï'
niet één lijn vormen met de boomen, ens
daardoor het verkeer bemoeilijkt wordt,
wordt thans aan den Raad medegedeeld, dat
gemeentebedrijven er bezwaar tegen heb
ben die lantaarns te verplaatsen omdat ze
dan den weg ter plaatse niet voldoende
zullen verlichten. Wel wordt het een op
lossing geacht de lantaarns ten deele wit te
schilderen.
DE GEULEN IN DE STRATEN.
Naar aanleiding van opmerkingen over*
de onaangename gevolgen van het graven
van geulen in de straten voor telefoonka
bels e.d. wordt aan den Raad een rapport
overgelegd van den directeur der gemeen
tewerken, waarin deze mededeelt, dat ge
woonlijk twee of driemaal moet worden
herbestraat eer de bestrating weer normaal
is. Men moet eerst de steenen boven de geu
len wat hoog leggen, omdat ze toch zakken.
Legde men ze direct gelijk met de andere
bestrating, dan komen er putten van.
REKENING KINDERVOEDING.
Aan den Gemeenteraad is overgelegd de
rekening 19381939 van de vereeniging
Kindervoeding. Deze wyst een eindcijfer
aan van 3301.52 en na verkoop van een
33 Nederland ad .1000, een voor-
deelig saldo van 591.30%.
De begrooting 19391940 vermeldt een
eindcijfer van 2.849.30% en een vermoe
delijk goed slot van 293.63%.
Voor rekening van de gemeente is in 1938
aan kinderkleeding uitgegeven 1213.54:
en zulks aan kinderen, wier namen aan den
Raad zijn overgelegd.
DE EXPLOITATIE VAN HET
GRIFFIOEN-TERREIN.
Naar aanleiding van de opmerkingen van
de heeren Kögeler en Mondeel inzake de
overgelegde berekeningen over de exploi
tatieuitkomsten van huis en gronden van
de Griffioen, deelen B. en W. thans mede,-
dat zij zich wel kunnen vereenigen met de
volgende berekening. Totale kosten van
aankoop en bouwrijp maken 54.220.94,
verminderd met de opbrengst van verkoch
te bouwperceelen c.a. 45.901, blijft
8319.94. Dit vermeerderd met rentever-*
lies op den grond ad 4389.16, wordt
12.689.10. Dit verminderd met afschrij-*
ving op het gebouw ad 2250, blijft
10.439.10. Feitelijk moet men blijven bij
de som van 8.319.94 en daarom de geld-
leening van 19000 terug brengen tot rond
f 8500. Dit bedrag behoeft dan niet in con
tanten te worden afgelost, doch kan wor
den bestemd voor een deel van de leening
van 26599 voor verdere restauratie van
den Abdijtoren, welke leening wel is goed--
gekeurd, doch niet is aangegaan.
Delft 42, Koudekerke, Nieuwe Vlissingsche
Weg E 187; J. Minderhoud, fröbelonderwij
zeres, Lange Burg 44, 's-Gravenhage, Juli
ana van Stolberglaan 315; C. A. J. Everaert,
horlogemaker, en twee vrouw-personen,
Achtersingel 23, Amsterdam, Semarang-
straat 401; mej. Th. J. W. Heugeveldt, zon
der, Heerengracht 42, Almelo, Primulastr.
8, Z. van den Broeke, dienstbode, Lange
Noordstraat 63, Vlissingen, Coosje Buskens-
straat 15; N. P. Bosschaart, zandvormer,
Jasmijnstraat 1, Vlissingen, Schuitvaart-
gracht 181; J. A. Lucieer, adj. comm. dir.
belastingen, echtgenoote en 1 kind, Segeers-
singel 30, Kloetingsche weg B 123a; E. van
der Kam, naaister, Langeviele 20, Zaandam,
Tolstoistraat la; Mej. N. J. Ooms, zonder,
Klein Vlaanderen 52, Vlissingen, Coosje
Buskenstraat 11; J. Broekhuijsen, arts,
echtgenoote en 2 kinderen, Molenwater 113,
's-Gravenhage, Laan van Meerdervoort
753, J. J. van der Hofstede, grossier, echt
genoote en 2 kinderen, Koudekerke, Lange-
vielesingel E 15; L. N. de Goederen en echt
genoote, zonder, Molenwater 113, 's-Graven
hage, Laan van Meerdervoort 753; Mej. E.
H. Akkenaar, zonder, Kleine Werfstraat 7,
Rotterdam, Hudsonstraat 127; mej. M. P. I.
van de Putte, Noordbolwerk 23, Oostkapel-
le, Sanatorium, Zonneveld; M. P. H. J. Wil-
lems, concierge, echtgenoote en 2 kinderen,
Balans 11, Gorinchem, Kalkhaven 2; M.
Berman, echtgenoote en 1 kind, agent land
bouwwerktuigen, echtgenoote en 1 kind,
Hoogstraat 4, Duitschland; J. Pompernolle,
Lange Giststraat 29, Goes, Westsingel p.a-
W. v. d. Veer; J. C. Mink, reiziger, en 1
kind, Nieuwe Haven 41, Roosendaal, Gil-*
senstraat 28; J. W. van Swigchem, banket
bakker, Dwarskaai 18, Hilversum, Lange-
straafr85; A. W. Biesen, kapper, Hoogstraat
6, Zierikzee, Vischslop D 399; J. M. van'
Hemert, zonder, Veersche Singel 232, O. en*
W. Souburg, Abeelsche Weg 20; J. D. Wys-
sels, onderwijzeres, Singelstraat 27, Zeist,
le Hoogeweg 26a, W. J. Bosdijk, zonder,
echtgenoote en 1 kind, Langeviele 13, zon
der, Ridderkerk, Lagendijk H 57; A. Ge -
dof, dienstbode, Vlasmarkt 51, Oostkapelle,
DuinWeg A 73.
CONCERT OP DE MARKT EN
STADHUISBELICHTING.
Het was zeker een gepaste en welkomem
afwisseling in de spanning van Zaterdag,,
dat „Crescendo" een uitsluitend uit beken
de populaire oudere en nieuwere, nummers*
bestaand programriSa op de Markt ten ge-
hoore bracht. Dat de gemeente daarbij voor
het ontsteken van de stadhuisbelichting had*
gezorgd, verhoogde het verdrijven van al te
sombere gedachten. De muziek trok een-
vrij groote belangstelling.