Wetsontwerpen in verband met de mobilisatie c.a. VanideniiMiddelburgschen Raad. Regeling voor zaaigranen. STADSNIEUWS Voorstellen etc. van B. en W. voor de eerstvolgende. raadsvergadering. Voortduren van den staat van oorlog. Het onder de wapenen blijven van dienstplichtigen. De regeering vraagt een crediet van 60 millioen aan. Waarschuwing aan het Nederlandsche volk. Geen extra voorraden vet inslaan MIDDELBURG Wat er in verband met de abnormale omstandigheden allemaal komt kijken. De kwestie der Midza-borden. Bij de Tweede Kamer is Zaterdag inge diend een wetsontwerp, volgens hetwe;k de by kon. besluit van 1 September j.l. ver klaarde staat van oorlog \oor het geheele grondgebied des rijks zal voortduren. Nu de weermacht is gemobiliseerd en zich voorbereidt op de handhaving van een strikte neutraliteit, heeft de regeering het gewenscht geacht den staat van oorlog af te kondigen. Het ingediende wetsvoorstel heeft de strekking om het voortduren van den staat van oorlog bij de wet te bepalen. Het ligt in de bedoeling voorshands al leen die artikelen der wet toe te passen, waardoor de bestaande rechtsverhoudingen zoo weinig mogelijk worden aangetast. Van overige in de wet verleende bevoegdheden zal eerst gebruik worden gemaakt naar mate de omstandigheden zulks bepaaldelijk vorderen. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp ten aanzien van het onder de wapenen blijven van dienstplichtigen. De toelichting tot dit ontwerp luidt als volgt: De buitengewone omstandigheden, welke er toe hebben geleid om bij kon. besluit van 10 April 1939 te bepalen, dat al het perso neel, bestemd voor „buitengewone oproe ping uitwendige veiligheid", in werke- lijken dienst wordt geroepen, hebben een verscherpt karakter verkregen in die ma te, dat de regeering zich genoodzaakt heeft gezien, te bevorderen, dat tot voormobili satie en vervolgens tot algemeene mobili satie wordt overgegaan. Ten aanzien van de volgens de dienst plichtwet hierbij betrokken dienstplichtigen zal ingevolge art. 193 der grondwet bij de wet het onder de wapenen blijven zooveel noodig moeten worden bepaald. Hieraan te voldoen, is het doel van het thans aange boden ontwerp van wet. Voor den aankoop van con sumptie-artikelen, regeling van de distributie en voor de industrie. Bij de Tweede Kamer is ingediend een suppletoire begrooting van economische za ken voor 1939, waarbij een buitengewoon crediet wordt aangevraagd van 60 millioen gulden. De memorie van toelichting zegt, dat de politieke toestand in Europa en de inmiddels afgekondigde mobilisatie in ons land het noodzakelijk maken onverwijld wettelijke maatregelen te treffen ter voor ziening in de vele en velerlei uitgaven, die van deze buitengewone omstandigheden het gevolg zijn. Het'thans aangevraagde krediet is be doeld als mogelijkheid om naar behoefte te kunnen beschikken over de eerste middelen ter bestrijding van de zeer belangrijke uit gaven, voortvloeiende uit de maatregelen, die door de omstandigheden worden gebo den, o.m. voor het aankoopen van granen en andere artikelen voor de consumptie van mensch en dier, de eventueele regeling van de distributie en de voorzieningen ten aan zien van de industrie. Een zeer belangrijk gedeelte der uit te geven gelden zal bij den verkoop van bedoelde producten weder te rugvloeien. Omtrent de grootte van het krediet wordt nog het volgende medegedeeld. In September 1938 is door wijziging en verhooging van het zevende hoofdstuk B van de rijksbegrooting voor dat jaar een buitengewoon krediet van 20.000.000 ge voteerd ter voorbereiding van de maatre gelen, welke in geval van oorlog of oor logsgevaar noodig zouden zijn. Uit dit krediet is tot heden voor -onge veer 10.000.000 geput voor diverse aan koopen en personeele en materieele uitga ven. Nu de indertijd bedoelde maatregelen van het stadium van voorbereiding in dat van uitvoering zijn gekomen, wil het juister voorkomen, het restant van het krediet ad 20.000.000 ongebruikt te laten. Daarenboven is voorshands een krediet van 50.000.000 noodig ter financiering van de maatregelen, die thans geboden zijn. In totaal wordt derhalve een bedrag van 60.000.000 aangevraagd, met dien ver stande, dat van het in September 1938 aan gevraagde krediet ad 20.000.000 een be drag van 10.000.000 ongebruikt zal blij ven. WIJZIGING VAN DE BEURSWET. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de beurswet 1914. In de toelichting bij dit ontwerp wordt gezegd, dat bij de beurswet 1914 aan de re geering bevoegdheden werden verleend tot ingrijpen in het beurswezen. Deze wet heeft in 1914 bevredigend gewerkt, zoodat de beurszaken, welke door de gebeurtenissen, welke tegen het einde der maand Juli 1914 plaats vonden, waren gestremd, successie velijk konden worden afgewikkeld. Ten einde, indien zulks noodig mochl; blijken, ook voor de toekomst over gelijke bevoegdheden te kunnen beschikken, is het gewenscht enkele wijzigingen aan te bren gen. Deze wijzigingen kunnen beperkt blij ven tot het vervangen van de tijdsaandui ding en wel door aan de ministerie van fi nanciën de bevoegdheid te verleenen dén datum te bepalen, waarbij uiteraard het intreden van buitengewone omstandighe den als criterium zal gelden. Het koTnt den minister verder gewenscht voor in de samenstelling der in artikel 8 genoemde commissie van deskundigen wij ziging te brengen en den naam dezer com missie te veranderen in „commissie van ad vies in beurszaken". Het ligt in het voor nemen deze commissie te doen bestaan, behalve uit den voorzitter van de vereeni- ging voor den effectenhandel, die daarvan ambtshalve lid zal zijn, en nog een ander bestuurslid dier vereeniging, uit een niet te groot aantal leden, welke, uit de onderschei dene groepen van belanghebbenden bij den geld- en fondsenhandel gekozen, als des kundigen op dit gebied kunnen worden aangemerkt. Uit Den Haag wordt gemeld: In verband met het geldende vervoerver- bod voor granen, is een regeling getroffen om het vervoer van wintertarwe, winter rogge en wintergerst, bestemd voor den uit zaai, zooveel mogelijk doorgang te doen vinden. Het vervoer van deze zaaigranen naar sehooningsinrichtingen en opslagplaatsen en naar de boerderij terug, kan geschieden op door de controleurs der gewestelijke keu ringsdiensten af te geven vervoerbewijzen. Van deze regeling is slechts uitgezonderd de niet te velde goedgekeurde zaairogge. De tëler, die zaaigranen wenscht te be trekken, dient zich bij den plaatselijken bu reauhouder van het district, waarin hij woonachtig is, te voorzien van een bestel bon. De door hem aangevraagde hoeveel heid zaaigranen, moet in overeenstemming zijn met grootte en aard van zijn bedrijf. De teler geeft den bestelbon af aan den- gene, van wien hij de zaaigranen betrekt, die op zijn beurt tegen afgifte van dien bon een vervoerbijwijs bij den plaatselijken bureauhouder van zijn district kan verkrij gen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de teler of kweeker alleen zaaigranen zal rnogen betrekken van een anderen teler of kweeker van goedgekeurde zaden en alleen van een handelaar of coöperatie, met wie de Ned. Akkerbouwcentrale een overeen komst heeft aangegaan. De handelaren of coöperaties worden on derscheiden in diegenen, die uitsluitend de van een plombe voorziene zaaigranen zul len mogen koopen en diegenen, die, behal ve de evenbedoelde, ook ongeschoonde zaai granen zullen mogen betrekken, waarvan de bewerking dan zal moeten plaats vinden pnder toezicht van den Ned. Alg. Keurings dienst. Beide groepen zullen echter alleen geplombeerde graiietl mogen afleveren. Behalve dé reeds bestaande plombe van den N.A.K. zal dan ook voor de niet te vel de goedgekeurde zaaigranen een speciale plombe, een zoogename V.V.O.-plombe, worden ingesteld, welke eveneens door de controleurs van den Ned. Alg. Keurings dienst zal worden aangebracht. De handelaren of coöperaties zullen zich voor de aanschaffing van zaaigranen die nen te voorzien van aankoopmachtigingen, wekle worden vestrekt door of namens de prov. voedselcommissarissen. Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de importeur zich voor ingevoerde partyen moet wenden tot den voedselcommissaris zijner provincie, teneinde een vervoerbewijs te verkrijgen. Voor het geval oorlogsvliegtuigen over ons land zouden willen vliegen. Uit Den Haag meldt men ons: In verband met de door de Nederlandsche regeering bevolen beperking van het lucht verkeer, bestaat de mogelijkheid dat de luchtdoelartillerie, de luchtdoelmitralleurs en de militaire vliegtuigen op in overtre ding zijnde luchtvaartuigen het vuur ope nen. Teneinde te voorkomen, dat alsdan letsel wordt veroorzaakt door neervallende scher ven of kogels, wordt de bevolking aangera den om, wanneer een dergelijke beschieting plaats vindt hetgeen onder meer merk baar kan zijn door het springen van projec tielen in de lucht dekking te zoeken en daarbij binnenshuis van de ramen verwij derd te blijven. Het bureau van den Ned. Slagershond wijst het publiek erop, dat men zelf mede- helpt, de prijzen van het rundvet te ver- hoogen als men extra-voorraden inslaat. Er is niet de minste reden om zich over de vetvoorziening zorg te maken. De bon4 adviseert dan ook aan de sla gers, niet meer vet te verkoopen dan voor normaal gebruik noodig is. Veelal kunnen de slagers ook niet meer afleveren, want het versche rundvet is in den groothandel uit den aard der zaak niet onbeperkt voorradig. Wanneer men gesmolten reuzel in plaats van versch rundvet zou gebruiken, zou de schaarschte van het oogenblik verminderen. INVOERPRIJSVERSCHIL ROGGE EN ROGGEMEEL. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat het invoerprysverschil op rogge en rogge meel, voor het tijdvak van 3 tot en met 9 September 1939, behoudens tusschentydsche wijziging, is vastgesteld op 4.85 per 100 kg- De denaturatiesteun voor rogge, gedena tureerd op 28 Augustus 1939 bedraagt 1.45 per 100 kg. Zooals reeds bekend werd gemaakt, is de denaturatie met ingang van 29 Augustus tot nader bericht opgeschort. Zaterdag hebben wij nog eens een kijkje genomen op verschillende bureaux, die een der onderdeelen behartigen der werkzaam heden, die voortvloeien uit den huidigen abnormalen toestand. Zoo waren wij óp het bureau op het Stad huis, waar de uitkeering der kostwinners vergoedingen plaats heeft. Wij konden vaststellen, dat voor ieder der betrokken achtergebleven gezinnen vooruit is berekend, hoeveel zij per week krijgen en als dit nog niet is geschied, dan wordt toch al reeds een voorschot gegeven om de huismoeders in de gelegenheid te stellen voor haar en de haren het hoog noo- dige aan te schaffen. Zoolang wij er bij stonden, hebben wij niet anders gezien dan vrouwen, die vlug twee maal hun handteekening zetten en dan met een luider of zachter bedankje haar weg vervolgden om plaats te maken voor de volgende, wier naam door den bij de deur geposteerden politieman werd afge roepen. De beide ambtenaren, die met de uitkeering belast waren, deden dit vlug en op prettige wijze. Eveneens op het Stadhuis namen wij nog een kijkje in de leeskamer der raadsleden, die thans in gebruik is voor het voorberei den der uitreiking van de distributiekaar ten. Wij konden ons er van overtuigen, dat vele handen het werk verrichten. Enkele oudere, maar vooral jeugdige vrouwelijke werkkrachten waren hier met deze administratieve werkzaamheden bezig. Het moet-vlug en accuraat gebeuren, om deze week geregeld met de verstrekking der kaarten te kunnen voortgaan. Maar ook hebben wij nog weer eens een kijkje genomen op de drie bureaux, waar hulpkrachten zich kunnen aanmelden, dus op de eerste verdieping van pand 6 op den Dam. Op het bureau, waar het comité voor de jeugdige helpers en helpsters zitting heeft, was het resultaat geklommen tot 235, dus daar kon men spreken van „het loopt goed". Het is zeker voor oudere vrouwen moei lijker zich op te geven voor hulp, vooral als zij door huiselijke plichten gebonden zyn. Toch waren er op deze afdeeling reeds 105 aangiften en het is hier wel de plaats er nog eens op te wijzen, dat zij, die maar één of twee dagen per week en dat alleen des morgens, 's middags of 's avonds tijd heb ben, ook zeer welkom zijn, evenals zy, die thuis naaiwerk of dergelijke bezigheden kunnen verrichten. Het geringste aantal aangiften ontwaar den wij op het bureau waar de mannelijke krachten zich moet aanmelden. Hier heb ben zich Zaterdag 40 personen opgegeven, zeker nog veel te weinig. Maar het is toch wel van groote beteekenis, dat onder hen, die mede willen werken, een persoon van ruim 79 jaar en een van 72 jaar zijn, die daarmede een voorbeeld geven aan de per sonen van middelbaren leeftijd, die geen dienstplicht te vervullen hebben, en vrijwil lig iets op zich kunnen nemen. Gaarne voldoen wij nog aan het verzoek om een korte uiteenzetting te geven welke hulp men meent noodig te hebben. Daar is dan in de eerste plaats het Roode Kruis, dat nog gaarne meer personen voor de transportcolonne en meer helpsters zou wil len opleiden, waarbij de kosten van de cur sussen en ook de uitmonstering wordt be taald en zoo noodig verlet wordt vergoed. Degenen, die zich opgeven, moeten zich minstens voor één jaar verbinden. Daarnaast krijgt de politie steeds meer werk, hoe hooger de spanning stijgt en heeft zij de hulp noodig van de burgerwacht, die ook nog menschen kan gebruiken, die vöor dien arbeid geschikt zijn. De brandweer vraagt niet zooveel nieu we krachten meer, maar de hoofdfactor blijft wel de luchtbescherming. Deze heeft veel hulp noodig, mede omdat men posten heeft die onophoudelijk bezet moeten zijn en daarom een rouleeringsstelsel van groote beteekenis moet worden genoemd. Daarbij is een 'goede voorbereiding voor de taak bij de luchtbescherming van groote betee kenis. Zoo moet men de seinen kunnen verwer ken, moet men van uit den observatiepost kunnen waarnemen waar een bom terecht komt, waar eventueel hulp voor aangerichte schade of ontstanen brand noodig is en moét dit worden doorgegeven aan de be trokken diensten. Men moet de verduistering ook kunnen controleeren en de overtreders zoo nauw keurig mogelijk kunnen aanwijzen. Verder heeft ook deze dienst kenners van eerste hulp bij ongelukken en zieken dragers noodig. Daarnaast straatmakers, gasfitters monteurs, chauffeurs e.d. vak lieden, die na een aanval herstellingen zoo vlug mogelijk kunnen uitvoeren en de scha de mede daardoor beperken. Dan de menschen, die bij het gebruik van gasbommen, door vooropleiding aan het on schadelijk maken enz., kunnen helpen. Er zullen dan o.a. ook nog krachten noo dig kunnen zijn voor het beschermen van voorwerpen van wetenschappelijke- en kunstwaarde en voor het steeds door by afwisseling bewaken van bepaalde gebouwen enz. Men ziet dus wel, dat de comité's nog gaarne, en terecht, hun lijsten zullen zien aangroeien. BEVOLKING. Van 26-31 Augustus zijn in deze gemeente Ingekomen: Wed. G. Bostelaar, geb. Simonse, winkelierster, Koudekerke, Seis- weg 11; J. Francke, dienstbode, Grijpsker- ke, Molenwater 49; L. M. de Pré, buffet juffrouw, Rotterdam, Veersche Singel 50; A. Joosse, koopman, Koudekerke, Heeren gracht 48; mej. T. Koole geb. Sohier, zon der, Den Helder, Pijpstraat 3; N. Walraven, huishoudster, Rotterdam, Veersche Singel 242; mej. M. J. Pouleijn, zonder, Bergen op Zoom, Korte Noordstraat 12; A. L. C. Vo gel, dienstbode, Vlissingen, Kuiperspoort 23. Vertrokken: H. W. van der Wou- de, zonder, Lange Noordstraat 49, Ermelo, Drieërweg 13; P. A. Visser adj. onderoffi cier, echtgenoote en 2 kinderen, Korte B. en W. herinneren er den gemeenteraad aan, dat op 26 Juli de heer P. Bos hande lende als gemachtigde van J. J. Grijspeere, een verzoekschrift heeft ingediend, waarin hij in beroep komt tegen hun besluit van 30 Juni, tot weigering van een bouwvergun ning voor het aanbrengen van een „Midza"- reclame-bord uitstekend aan den voorgevel van perceel Lange Burg 35. Overeenkomstig art. 22 sub 4 der bouw verordening hebben B. en W. den reque- strant in de gelegenheid gesteld zyn be roepschrift ten overstaan van hun college mondeling toe te lichten. Het hiervan op gemaakte proces-verbaal wordt aan den Gemeenteraad overgelegd. B. en W. adviseeren den Raad op het on derhavige verzoekschrift afwijzend te be schikken. Het in het verzoekschrift ontwikkelde formeele bezwaar is h.i. onjuist. Aangezien art. 2 van de Bouwverordening uitdrukke lijk vaststelt, dat in deze verordening onder „bouwen" mede verstaan wordt „het aan brengen van reclameborden" gaat het niet op, te argumenteeren, dat een reclame bord in den zin van deze verordening geen deel van een gebouw zou zijn. Het tweede bezwaar door requestrant aan gevoerd is, dat het bord in kwestie niet zou overtreden de norm gesteld in art. 76 van de Bouwverordening welke voorschrijft, „dat het uiterlijk van een reclamebord zoodanig moet zijn, dat het noch op zichzelf, noch in verband met de omgeving, uit een oogpunt van welstand aanstoot kan geven". In verband daarmede vermeldt de ver ordening, dat waar de bepalingen der bouw verordening „eischen bevatten, welke niet scherp omlijnd kunnen worden, en ruimte laten voor verschil van inzicht, oordeel of gevoelen, de beoordeeling van de strekking dier bepalingen berust bij B. en W. behou dens het nader oordeel van -den Raad, wan neer beroep op dat college open staat. Men zou zich op het formeele standpunt kunnen stellen, dat zuks niet het geval is, aangezien de Raad deze materie het aan brengen van reclameborden - nogmaals uitdrukkelijk geregeld heeft in art. 21 van de Politieverordening, waarin van de be slissing van B. en W. geen beroep op den Raad wordt toegestaan. In het algemeen wordt als rechtsregel aangenomen, dat een latere wet een vorige wet, welke dezelfde materie regelt, opheft, voorzoover er tegen strijdigheid is, ook waar zulks niet uitdruk kelijk in de tekst van de tweede wet is vermeld. B. en W. hebben zich echter hier op niet willen formaliseeren. Waar het hier niet één enkel bord be treft, maar een principieele beslissing over een groot aantal borden, is het goed, dat de Raad deze beslissing neemt. Uit het proces-verbaal blijkt, dat het op het oogenblik, zoolang de Midza-combinatie den huidigen grondslag houdt, gaat om ruim honderd borden. Er kan geen twijfel bestaan of een dergelijk aantal rechthoekig op de gevels aangebrachte borden ernstige schade zou doen aan het uiterlijk van de stad. Maar er is meer. De Midza-Combina- tie is een organisatie van een aantal mid denstanders, welke eenerzijds strijden voor contante betaling, maar anderzijds voor grooteren omzet ten koste van andere za ken. Indien de Raad aan de Midza-winkels toestaat dezen strijd te voeren met borden uitstekend voor de gevels, zal hij dit even tueel aan andere zaken niet kunnen wei geren, aldus B. en W. Daarom zou naar het oordeel van B. en W. het toelaten van dit groote aantal uni forme borden een stap zijn in de verkeerde richting. Men moet de ontsierende reclame in de stad geleidelijk verwijderen, al thans op bepaalde punten. Daardoor, zal de stad nog meer vreemdelingen trekken. Toename van het vreemdelingenverkeer en vooral van de bedragen, welke de vreem delingen hier besteden, komt den geheelen middenstand ten goede, en niet slechts hun, die deze bedragen onmiddellijk ontvangen. Indien de Raad in dezen meegaat met het advies van B. en W.. ligt het in het voornemen van het college te bevorderen, dat er in Middelburg een behoorlijke recla me-verordening tot stand komt, zooals reeds in zoovele gemeenten van ons land bestaat. Met het aanbrengen van borden plat tegen den gevel of in de vitrine wor den de belangen der Midza-Combinatie niet geschaad. Verschillende voorbeelden bewijzen, dat' de Midza-winkels op deze wijze zeer duide lijk kenbaar zijn. Voor de bevolking van Middelburg en uit de omgeving is deze wy-- ze van aanduiding volkomen voldoende. Uit het proces-verbaal blijkt ten duidelijkste, dat de Midza-reclame niet bedoeld is voor de van elders komende vreemdelingen, voor- wie een reclame door middel van uitsteek- borden zin zou kunnen hebben. Bovendien zou een groot aantal borden, die gelijkenis vertoonen met verkeersbor den, verwarring stichten voor vreemdelin gen, te meer waar het vinden van de toegestane verkeersrichting voor hen toch' al zeer moeilijk is. B. en W. verwijzen den Raad tenslotte nog naar de argumenten, vermeld in het request van de vereeniging „Nehalennia". HUUR PAND DAM 6. B. en W. deelen den Raad mede, dat zij voor den tijd van de mobilisatie, maar ten minste voor 6 maanden het pand Dam 6; voor de gemeente gehuurd hebben voor 250 per kwartaal. KOSTEN LUCHTBESCHERMING. Inzake het voorstel tot hernieuwde vast stelling van de ge&eentebegrooting 1939 stelde de Commissie van Financiën de vraag welke aanschaffingen ten laste van den post luchtbescherming zijn gedaan. B. en W. hebben een gespecificeerde opsom-- ming van de uitgaven, die ten laste van de zen post zijn of zullen worden gedaan en waarvoor reeds machtiging is verleend, aan den Raad overgelegd en tevens voegen zij er een volledige inventaris der materialen van den Luchtbeschermingsdienst per 30'' Augustus jl. bij. DE LANTAARNS OP DEN NOORDSINGEL. Naar aanleiding van een klacht over het feit dat de lantaarns op den Noordsingelï' niet één lijn vormen met de boomen, ens daardoor het verkeer bemoeilijkt wordt, wordt thans aan den Raad medegedeeld, dat gemeentebedrijven er bezwaar tegen heb ben die lantaarns te verplaatsen omdat ze dan den weg ter plaatse niet voldoende zullen verlichten. Wel wordt het een op lossing geacht de lantaarns ten deele wit te schilderen. DE GEULEN IN DE STRATEN. Naar aanleiding van opmerkingen over* de onaangename gevolgen van het graven van geulen in de straten voor telefoonka bels e.d. wordt aan den Raad een rapport overgelegd van den directeur der gemeen tewerken, waarin deze mededeelt, dat ge woonlijk twee of driemaal moet worden herbestraat eer de bestrating weer normaal is. Men moet eerst de steenen boven de geu len wat hoog leggen, omdat ze toch zakken. Legde men ze direct gelijk met de andere bestrating, dan komen er putten van. REKENING KINDERVOEDING. Aan den Gemeenteraad is overgelegd de rekening 19381939 van de vereeniging Kindervoeding. Deze wyst een eindcijfer aan van 3301.52 en na verkoop van een 33 Nederland ad .1000, een voor- deelig saldo van 591.30%. De begrooting 19391940 vermeldt een eindcijfer van 2.849.30% en een vermoe delijk goed slot van 293.63%. Voor rekening van de gemeente is in 1938 aan kinderkleeding uitgegeven 1213.54: en zulks aan kinderen, wier namen aan den Raad zijn overgelegd. DE EXPLOITATIE VAN HET GRIFFIOEN-TERREIN. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heeren Kögeler en Mondeel inzake de overgelegde berekeningen over de exploi tatieuitkomsten van huis en gronden van de Griffioen, deelen B. en W. thans mede,- dat zij zich wel kunnen vereenigen met de volgende berekening. Totale kosten van aankoop en bouwrijp maken 54.220.94, verminderd met de opbrengst van verkoch te bouwperceelen c.a. 45.901, blijft 8319.94. Dit vermeerderd met rentever-* lies op den grond ad 4389.16, wordt 12.689.10. Dit verminderd met afschrij-* ving op het gebouw ad 2250, blijft 10.439.10. Feitelijk moet men blijven bij de som van 8.319.94 en daarom de geld- leening van 19000 terug brengen tot rond f 8500. Dit bedrag behoeft dan niet in con tanten te worden afgelost, doch kan wor den bestemd voor een deel van de leening van 26599 voor verdere restauratie van den Abdijtoren, welke leening wel is goed-- gekeurd, doch niet is aangegaan. Delft 42, Koudekerke, Nieuwe Vlissingsche Weg E 187; J. Minderhoud, fröbelonderwij zeres, Lange Burg 44, 's-Gravenhage, Juli ana van Stolberglaan 315; C. A. J. Everaert, horlogemaker, en twee vrouw-personen, Achtersingel 23, Amsterdam, Semarang- straat 401; mej. Th. J. W. Heugeveldt, zon der, Heerengracht 42, Almelo, Primulastr. 8, Z. van den Broeke, dienstbode, Lange Noordstraat 63, Vlissingen, Coosje Buskens- straat 15; N. P. Bosschaart, zandvormer, Jasmijnstraat 1, Vlissingen, Schuitvaart- gracht 181; J. A. Lucieer, adj. comm. dir. belastingen, echtgenoote en 1 kind, Segeers- singel 30, Kloetingsche weg B 123a; E. van der Kam, naaister, Langeviele 20, Zaandam, Tolstoistraat la; Mej. N. J. Ooms, zonder, Klein Vlaanderen 52, Vlissingen, Coosje Buskenstraat 11; J. Broekhuijsen, arts, echtgenoote en 2 kinderen, Molenwater 113, 's-Gravenhage, Laan van Meerdervoort 753, J. J. van der Hofstede, grossier, echt genoote en 2 kinderen, Koudekerke, Lange- vielesingel E 15; L. N. de Goederen en echt genoote, zonder, Molenwater 113, 's-Graven hage, Laan van Meerdervoort 753; Mej. E. H. Akkenaar, zonder, Kleine Werfstraat 7, Rotterdam, Hudsonstraat 127; mej. M. P. I. van de Putte, Noordbolwerk 23, Oostkapel- le, Sanatorium, Zonneveld; M. P. H. J. Wil- lems, concierge, echtgenoote en 2 kinderen, Balans 11, Gorinchem, Kalkhaven 2; M. Berman, echtgenoote en 1 kind, agent land bouwwerktuigen, echtgenoote en 1 kind, Hoogstraat 4, Duitschland; J. Pompernolle, Lange Giststraat 29, Goes, Westsingel p.a- W. v. d. Veer; J. C. Mink, reiziger, en 1 kind, Nieuwe Haven 41, Roosendaal, Gil-* senstraat 28; J. W. van Swigchem, banket bakker, Dwarskaai 18, Hilversum, Lange- straafr85; A. W. Biesen, kapper, Hoogstraat 6, Zierikzee, Vischslop D 399; J. M. van' Hemert, zonder, Veersche Singel 232, O. en* W. Souburg, Abeelsche Weg 20; J. D. Wys- sels, onderwijzeres, Singelstraat 27, Zeist, le Hoogeweg 26a, W. J. Bosdijk, zonder, echtgenoote en 1 kind, Langeviele 13, zon der, Ridderkerk, Lagendijk H 57; A. Ge - dof, dienstbode, Vlasmarkt 51, Oostkapelle, DuinWeg A 73. CONCERT OP DE MARKT EN STADHUISBELICHTING. Het was zeker een gepaste en welkomem afwisseling in de spanning van Zaterdag,, dat „Crescendo" een uitsluitend uit beken de populaire oudere en nieuwere, nummers* bestaand programriSa op de Markt ten ge- hoore bracht. Dat de gemeente daarbij voor het ontsteken van de stadhuisbelichting had* gezorgd, verhoogde het verdrijven van al te sombere gedachten. De muziek trok een- vrij groote belangstelling.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 6