PRESTO
PRESTO
KRONIEK vaa den DA6.
^\„rillekefê af- wat de Ra^
BINNENLAND.
ZEELAND.
mmm
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 18 AUGUSTUS 1939. No. 194.
«rkS:
ISTRo
EEN ZOON VAN Z'N VADER.
De ramp met de „Ijsvogel".
MIDDELBURG.
1 1
1 k
i HET BETERE ZEEPPOEDER VOOR SLECHTS 5 CENT
30, Kui-
-3 00
80 cent
N.V.
bhouden
re obli-
schappfl
le Post-
nen het
kchtigen
>theken,
van een
rag op
foningin
iddel-
na 7
bloed-
raarde-
>de le-
f pond.
1 cent.
leieren
14 kilo,
roode
stoofp.
ïts. D.
sabons
ÏSTIL,
blank
bb en
lever-
zijden
sokjes,
(cousen.
We-
,Weef-
15 ct,
bt. Ap-
15 ct.
bilo. L,
26-28,
clame-
P. P'
p. p.
p. p.
3.50.
Mbg.
Het Engelsche witboek inzake
Palestina door de mandaten-
commissie afgekeurd
Uit Genève werd gisteravond de tekst ge-
jneld van een verslag, dat de Volkenbonds
commissie voor de mandaten onlangs heeft
opgesteld, ten aanzien van Palestina, welk
land zooals men weet onder Engelsch
mandaat staat (d.w.z., dat Engeland het
bestuurt uit naam van den Volkenbond).
De meerderheid der commissie spreekt
als haar oordeel uit, dat de Engelsche
politiek ten aanzien van Palestina, zooals
die in het befaamde witboek (dat een Ara
bische meerderheid in het land wil hand
haven en feitelijk den Joden alle uitzicht
op hun „Nationaal Tehuis" ontneemt) is
nelrgelegd, niet in overeenstemming ge
acht kan worden met de opvatting, welke
de commissie van het mandaatsinstituut
heeft. Zij keurt dus onomwonden het wit
boek af.
De Britsche regeering heeft op dit verslag
(bestemd voor den Volkenbondsraad), reeds
een antwoord gegeven, in den vorm van
een breedvoerig memorandum. Zij betoogt,
dat de mandetaire mogendheid, die verant
woordelijk is voor het bestuur van Pales
tina, politieke overwegingen niet terzijde
kan laten. Met name is zij het er niet mee
eens, dat de verplichting tot bevordering
der Joodsche immigratie, onafhankelijk van
iedere overweging, behalve die van het eco
nomische opnemingsvermogen, zou zijn.
1 Zij is van meening, dat dit, indien het
de bedoeling van de opstellers van het man-
P daat geweest zou zijn, met zooveel woor-
5 den gezegd zou zijn. De Britsche regeering
legt er verder den nadruk op, dat een blij-
vende qualificatie van de verplichting tot
bevordering der immigratie wordt gegeven
in artikel 6 van het mandaat, waar wordt
gezegd, dat die immigratie vergemakkelijkt
moet worden, voor zoover het mogelijk is
en „met behoud van de rech
ten en de positie van an
dere deelen der bevolkin g".
Wat betreft de toekomstige constitutie
van Palestina, ten aanzien waarvan de mee
ning bestaat, dat de besluiten der Britsche
regeering een politieke ondergeschiktheid
van het Joodsche Nationale Tehuis aan een
Arabische meerderheid en daardoor een
botsing met artikel 2 van het mandaat in
houden, betoogt de Britsche regeering, dat
het witboek niet tracht den vorm voor een
toekomstige constitutie aan te geven en
dat gissingen daaromtrent dan ook voor-
harig zouden zijn. Het memorandum ver
klaart met een verwijzing naar het wit
boek, dat het volkomen de bedoeling van
de mandataire mogendheid is, dat haar
voorstellen niet zullen leiden tot een on
dergeschikt maken van de rechten en po
sitie van Joden of Arabieren. Het voegt
hieraan toe: „In ieder geval zou de Vol
kenbondsraad, welks goedkeuring voor de
beëindiging van het bestaande mandaat
noodig is, in laatste instantie de verant
woordelijkheid dragen voor den vorm der
constitutie, die de rechten van beide ge
meenschappen handhaaft."
Indien de Britsche regeering aldus het
memorandum verder een politiek zou
moeten volgen, waarbij maatregelen ten
aanzien van de immigratie en andere be
langrijke onderwerpen, in het witboek ge
noemd, zouden zijn uitgesloten, zou de on
zekerheid tusschen beide volksgroepen
voortduren. Indien de immigratie onbepaald
zou worden voortgezet tot het uiterste van
het economische opnemingsvermogen en
met negatie van alle andere overwegingen,
zal de heillooze vijandschap tusschen Joden
en Arabieren blijven bestaan.
Het memorandum besluit met de woor
den: „Het is in het belang van Joden en
Arabieren, dat geregeerd wordt niet door
geweld, maar door overeenstemming. Naar
de meening der Britsche regeering is het
voor den vrede, de veiligheid en het wel
zijn van het Joodsche Nationale Tehuis noo
dig, dat de betrekkingen tusschen Joden en
Arabieren berusten op wederzijdsche ver
draagzaamheid en goeden wil. De Britsche
regeering gelooft, door hiernaar te stre
ven, het fundamenteele doel van het man
daat getrouw te dienen."
Over eenigen tijd zullen het verslag en
het Britsche memorandum in de vergade
ring van den Volkenbondsraad punt van
behandeling gaan uitmaken. Men vraagt
doen, nu de mandatencommissie de
Naar het Engelsch
door
T. TEN HAVE— v. d. MADE.
...H®zel wjst niets te zeggen. Ze huiverde
i>i:r,a\re?achte' dat de man naast haar
bijna blind was geweest.
dat ,is Seen eerlijk vechten
wf w Gordon die voelde dat
verklaren,. „Dat is niet
menschehjk meer en nog erger dan de
wilde dieren. Ik schaam me Maar ik
moest mijn oogen toch redden. Ik was
bang, dat ik hem vermoord had."
„Ik ben blij, dat dat niet gebeurd is"
zei Hazel, maar ze voegde er snel aan'
toe: „maar niet om hem."
Gordon knikte en zei:
„Ja, hij verdiende het wel."
Hazel keek hem plotseling met schit
terende oogen aan en riep uit: „Ik wou
dat ik een man was. Verdienen? Hij ver
diende, alles wat leelijk was. Maar ik net
zoo goed. Ik zal het nooit weer doen.
Nooit! U hebt me gewaarschuwd. U wist
het. En u redde me van de gevolgen van
mijn eigen dwaasheid. Ik dacht, dat ik
handig genoeg was, om hem aan te kun
nen; ik dacht dat ik knap genoeg was".
Ze lachte bitter. „Ik dacht, dat ik zoo'n
kerel kon overtroeven, omdat ik een boer
derij kan beheeren en dingen kan, die
maar weinig meisjes kunnen. Ik ben ten
slotte net, waar hij me voor aan zag, en
dat is een onnoozel boerenkind. Ik heb
zoo'n hekel aan mezelf en als u niet ge
ANTWOORD VAN H.M. DE KONINGIN OP
HET ADRES VAN GELUKWENSCH VAN
DE EERSTE KAMER.
De directeur van het kabinet der Konin
gin heeft naar aanleiding van het adres van
gelukwensching van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal ter gelegenheid van de
geboorte van Prinses Irene, den volgenden
brief aan den voorzitter der Eerste Kamer
gezonden
's Gravenhage, den 16 Augs. 1939.
„Voldoende aan de bevelen van Hare Ma
jesteit de Koningin heb ik de eer Uhoog-
welgeboren te verzoeken de betuiging van
harer Majesteits bijzonderen dank te willen
overbrengen aan de Eerste Kamer der Sta
ten-Generaal voor haar adres van geluk
wensching, Harer Majesteit aangeboden bij
Uw schrijven van 12 Augs. 1939, waarvoor
Hare Majesteit zeer gevoelig is geweest.
De directeur van het kabinet der
JConingin.
(w.g.) van Tets van Goudriaan".
De Raad voor de Luchtvaart
meent dat een vliegfout het
ongeval moet hebben veroor
zaakt.
De Raad voor de luchtvaart heeft uit
spraak gedaan omtrent het ongeval met
het vliegtuig „Ijsvogel", de Ph-ARY, type
Douglas DC-3, welk vliegtuig op 14 No
vember van het vorige jaar, komende van
Berlijn, in den Riekerpolder te Amsterdam
is verongelukt. Het vliegtuig, eigendom van
de K.L.M. vloog onder gezagvoerder J. J.
E. Duimelaar.
Bij het ongeluk zijn vier leden van de
bemanning en 2 vrouwelijke passagiers om
gekomen, 3 passagiers werden zwaar en 1
licht gewond. De Raad voor de luchtvaart
heeft de zaak in het openbaar onderzocht
in de zittingen van 10 en 17 Juli jl.
Aan de gisteren gedane uitspraak wordt
het volgende ontleend:
De Raad heeft de oorzaak van het onge
val niet met zekerheid kunnen vaststellen.
Wel spreekt hij als zijn meening uit, dat
niet' storingen van technischen aard het on
geval hebben veroorzaakt. De Raad meent
ook de weersomstandigheden, althans als
primaire oorzaak van het ongeval, te kun
nen uitschakelen. Zij kunnen echter wel
secundair tot de ramp hebben bijgedragen.
De Raad is van meening, dat een vlieg
fout het ongeval moet hebben veroorzaakt,
doch tast bepaaldelijk ook, indien hij let op
de bekwaamheid der beide vliegers, in het
duister omtrent de vraag welke omstandig
heden tot het maken daarvan aanleiding
hebben gegeven.
Dat de onderstelde vliegfout zou zijn te
wijten aan onvoldoende observeering van
de hoogtemeters door den gezagvoerder dan
wel aan een plotselinge blokkeering van de
hoogtebesturing door een kaartentrommel
of eên ander voorwerp is niet volstrekt uit
gesloten, doch anderzijds niet waarschijn
lijk. Evenmin is het uitgesloten, dat een
misverstand tusschen de beide bestuurders
heeft plaats gehad. Tenslotte kan nog wor
den gedacht aan een plotseling onwel ge
worden zijn van den gezagvoerder. Zeker
heid hieromtrent bestaat echter evenmin.
Integendeel, het moet zelfs zeer onwaar
schijnlijk worden geacht.
Naar aanleiding van het getuigenverhoor,
acht de Raad het het meest waarschijnlijk,
dat kapitein van Gemeren tijdens het onge
luk het vliegtuig bestuurde. In dit verband
heeft de Raad zich niet kunnen onttrekken
aan de vraag, of het onder de bestaande
omstandigheden verantwoord te achten zou
zijn geweest, dat kapitein Van Gemeren
het toestel landde. Hoe zeer deze ook een
bekwaam vlieger was, hij had nog onvol
doende ervaring opgedaan in het besturen
van vliegtuigen van het type Douglas DC-3
onder bijzondere weersomstandigheden en
was ook nog niet in het bezit van het vlieg
bewijs B. Al moge de Raad ook omtrent de
Britsche politiek ten aanzien van Pa
lestina afkeurt. Tot dusver gelukte het
John Bull in de meeste aangelegenheden,
welke op zijn belangen in het bijzonder be
trekking hadden, den Raad min of meer
naar zijn hand te zetten. Of dat ditmaal
ook zal lukken? Zoo niet, dan zal de Pa-
lestijnsche kwestie in een nieuw stadium
van moeilijkheden treden.
•V-tóx.
komen was, weet ik niet wat er gebeurd
zou zijn. Kon ik maar vechten zooals u
Het was reusachtig! En alles was mijn
schuld."
Een mengeling van gevoelens lagen
achter haar woorden. Ze had een bittere
minachting voor zichzelf en een groot
berouw; maar uit haar heele manier van
doen en uit al haar woorden sprak een
groote warmte en een niet te verbergen
bewondering voor den moed van haar
redder. Al merkte Gordon er niets
van, dan is het toch nog te betwijfelen,
of hij er de juiste beteekenis van begreep,
Hij zelf was blij geweest haar te kunnen
beschermen en het scheen hem op dit
oogenblik toe, dat alleen Hazel Mallinsbee
en haar welzijn voor zijn leven van be
lang was.
Hij keek haar met een zachten blik aan
en zei: „Het was uw schuld niet. Zoo
iemand als hij zou elk meisje lastig val
len". Toen begon hij te lachen en zei met
de bedoeling haar te troosten: „Hij is een
van de ervaringen van het leven en er
varingen zijn gewoonlijk niet prettig.
Kijk eens, hoeveel hij ons geleerd heeft.
U hebt geleerd, dat je je met iemand,
die een pak aan heeft, waarvan je hart
in je lichaam omdraait, gewoonlijk liever
niet moet inlaten. En ik heb geleerd,
dat zulke laaghartige naturen altijd ge-
meene methodes, gebruiken, zoowel in
vechten als in zaken. Ik denk, dat we
deze ervaring zullen begraven en trachten
haar niet te vergeten. Maar er is nog
iets anders gebeurd."' Voegde hij er
lachend aan toe.
„Wat dan?"
„Of liever gezegd: gebeurd is het nog'
vraag, wie tijdens het ongeluk stuurde,
geen absolute zekerheid hebben, hij vindt in
ieder geval aanleiding tot het uitspreken
van de verwachting, dat door de bevoegde
instanties maatregelen zullen worden ge
troffen, welke in de toekomst verzekeren,
dat op lijnvliegtuigen de besturing bij start
en landing, alsmede onder moeilijke om
standigheden, uitsluitend zal geschieden
door bestuurders, die de bevoegdheid daar
toe ten aanzien van het betrokken type be
zitten.
De Raad meent er voorts nog op te moe
ten wijzen, dat het naar zijn meening ontoe
laatbaar is, dat zoo belangrijke instrumen
ten als de hoogtemeters in toestellen van
het type Douglas DC-3 zoodanig zijn opge
steld, dat zij uitsluitend van de plaats van
den linkszittenden bestuurder behoorlijk
kunnen worden gecontroleerd. Als de twee
de bestuurder den gezagvoerder bij de be
sturing behulpzaam is of hem geheel ver
vangt, moet hij immers eveneens in staat
zijn de hoogtemeters nauwlettend gade te
slaan.
HET ONGEVAL MET DE „EKSTER."
De Raad voor de luchtvaart heeft gis
termiddag in het departement van water
staat te Den Haag een openbare zitting
gehouden ter onderzoeking van het onge
val, dat op 9 December jl. nabij het
vliegveld Schiphol is overkomn aan het
K.L.M.-vliegtuig van het type Lockheed
Super Electra, gemerkt PH-APE (Ek
ster), waarmede een lesvlucht werd ge
maakt.
Bij dit ongeval vonden den dood de vier
inzittenden: de gezagvoerder A. van der
Syde, de piloot C. M. Schrey, de radio
telegrafist A. Becking en de boordwerk
tuigkundige H. L. H. Jaedicke.
Dr. ir. H. J. van der Maas, hoofdinge
nieur-vlieger bij het nat. luchtvaartlabo
ratorium, als getuige-deskundige gehoord,,
zeide te meenen, dat de Lockheed aan de
hier te lande geldende eischen voldeed.
Achtte U dit vliegtuig, dat een lijntoe-
stel was, geschikt als lesvliegtuig? vraagt
de voorzitter.
In het algemeen niet, antwoordt getui
ge.
Get. vindt de Lockheed onder normale
omstandigheden niet moeilijk bestuurbaar.
Een oefening als het afzetten van een mo
tor op geringe hoogte zou get. zelf nim
mer willen uitvoeren.
De volgende getuige-deskundige, die de
Raad hoort, is G. J. Geyssendorffer, vlieg
tuigbestuurder bij de K.L.M.
Deze verklaart, meermalen met de
Lockheed te hebben gevlogen. De Lock'
heed is volgens hem moeilijker te vliegen
dan een DC 2 of DC 3 althans in het be
gin. Als je het toestel eenmaal kende ging
het heel goed.
Vindt U het noodig, dat reeds bij de
eerste vlucht bij voortgezette start een
motor zou worden afgezet? vraagt de voor
zitter.
Ik vind dat zeer gevaarlijk. Ik zelf heb
het bij lesgeven nimmer deze oefening
vlak bij dén grond gedaan. Zelfs de derde
keer zou ik het niet doen, antwoordt ge
tuige.
Na hem hoort de Raad den heer H. Vi-
ruly, vliegtuigbestuurder bij de K.L.M.,
eveneens als getuige deskundige.
De heer Viruly verklaart nooit met een
Lockheed te hebben gevlogen.
Op een desbetreffende vraag geeft ge
tuige toe, dat het afzetten van een der
motoren op 30 meter hoogte, zooals in het
onderhavige geval geschied is, in het
algemeen riskant te noemen.
Getuige I. A. Aler, chef van den vlieg'
dienst der K.L.M., zegt, dat de oefeningen
van het afzetten van een der motoren ge
houden moeten worden. Uiteindelijk behoort
deze oefening ook op geringe hoogte te ge
schieden, omdat de vlieger haar'*geheel
dient te kennen.
Het lesschema is na het ongeval gewij
zigd in dezen zin, dat de leerling nu nim
mer zijn les mag beginnen met de oefening
van het afzetten van een motor op geringe
hoogte.
De heer H. Fuchs, vliegtuigbestuurder bij
de K.L.M. de plaatsvervanger van den heer
Aler, was evenals de heer Aler doordron
gen van de noodzakelijkheid, dat de oefe
ning van 't afzetten van een motor gehouden
moet worden, al beseft get. dat het risico
bij een Lockheed grooter is dan bij een
Douglas. Nadat nog eenige getuigen waren
gehoord besloot de Raad later uitspraak te
doen.
HET SUCCES DER ZEEUWEN OP DE
FOLKLORISCHE FEESTEN AAN DE
RIVIèRA.
De berichten, die ons per post uit Nice
bereiken, spreken van blijvend succes bij
het optreden van de Zeeuwsche dames en
heeren bij de Folklorische feesten aldaar,
mede door het volkomen aparte cachet der
gebrachte dansen en bewegingen. Vele Hol
landers, die te Nice verblijven, hebben de
landgenooten toegejuicht en de Fransche
bladen schrijven sympathiek over het op
treden en brengen foto's van het 18-tal.
Meermalen gaven de Franschen uiting aan
hun waardeering voor onze vertegenwoor
diging en uitten dit met „Vive la Hollande".
Zeer op prijs is het ook gesteld, dat men
een krans heeft gelegd bij het graf van den
onbekenden soldaat.
Er stond op het moment van het afzen
den der berichten nog een bloemencorso op
het programma, waaraan ook de dames zou
den medewerken.
De club wordt meermalen betiteld als de
witte en zwarte groep. Men verwachtte ook
veel van het bezoek aan Italië en er is alle
aanleiding te verwachten, dat het niet bij
dezen eersten keer zal blijven, want er wer
den reeds plannen besproken voor het vol
gende jaar.
Wel een bewijs, dat de komst der Zeeu
wen als goede vertegenwoordigers van Ne
derland, op hoogen prijs is gesteld.
Dat de groep een eerevlag (drapeau
d'honneur) ontving, spreekt voor zich zelf.
DE TENTOONSTELLING DER
YEREEMGING VOOR HET BEHOUD
VAN DE ZEEUWSCHE
KLEEDERDRACHTEN
De tentoonstelling van Zeeuwsche klee
derdrachten in de koffiekamer van de Pro
vinciale Staten op de Groenmarkt te Mid
delburg, heeft zich gisteren reeds in een
zeer druk bezoek mogen verheugen. Behal
ve de zeer talrijke mannen en vooral vrou
wen in Zeeuwsch costuum, die gratis toe
gang op de tentoonstelling hebben, kwam
er een 500-tal betalende bezoekers, onder
wie ook vele vreemdelingen, die zich zeer
belangstellend toonden en die in hun taal
konden worden ingelicht.
Het zal natuurlijk op gewone dagen niet
zoo druk zijn als op Donderdagen, maar
juist zal er dan voor hen, die komen, nog
beter gelegenheid zijn van alles volkomen
te genieten en daarom zij ieder belangstel
lende nogmaals opgewekt tot een bezoek
aan de expositie.
WEER EEN DRUKKE DONDERDAG.
Vergelijkingen zijn altijd moeilijk te trek
ken, als het gaat over de vraag of er den
eenen Donderdag meer of minder vreem
delingen komen, dan op eenen anderen.
Maar hoe het ook zij, ook gisteren was het
op bepaalde uren weer zeer druk in het
centrum van Middelburg.
Ook nu waren onder de talrijke bezoe
kers ook die welke van uit Holland met
een extratrein waren gekomen, terwijl het
aantal autobussen uit België en van boven
den Moerdijk weer groot was.
Het was de seizoenplaats Middelburg op
zijn best.
Wat wij minder zien dan vorige jaren, is
het opeten van medegebrachte lunchen mid
den op straat. Dit maakt dat het er min
der onordelijk uitziet. Zij, die hun lunch
pakket bij zich hebben, gebruiken het waar
schijnlijk meer bij het gebruik van een
consumptie in een der vele café's. Hoe het
ook zij, het was, gelooven wij, gisteren weer
een goede dag voor vele middenstanders.
Het is hun van ganscher harte gegund.
DE VERLOTING DER M.V.S.
Gisterenavond kwamen op de bovenzaal
van „De Gouden Poorte" bijeen het bestuur
der Middelburgsche Vacantieschool met de
helpsters en helpers en vele bezitters van
loten, zulks omdat de verloting zou plaats
hebben.
De voorzitter, de heer P. P h. Paul,
zeide dat hij geen overzicht zou geven van
de tochten van dit jaar, omdat men door
den tocht van gisteren wat laat kon be
ginnen met de verlating; omdat het be
stuur na afloop nog vergaderen moest en
omdat er een film van alles wat de school
en haar tochten betreft wordt vervaardigd,
die men op 30 Augustus voor een groote
schare hoopt te kunnen vertoonen. Op die
bijeenkomst zal dan uitvoeriger bij de ge
houden tochten kunnen worden stil gestaan.
Dank bracht spr. aan allen, die prijzen
beschikbaar stelden, maar ook aan hen, die
mede hielpen om de 6000 loten vlug aan
den man te brengen.
Spr. zeide, dat het bestuur besloten heeft
om voor het laatste nummer, dat getrokken
wordt naast den er op vallenden prijs nog
een premie toe te kennen en wel een bon
voor een taart van 2.50, die men dan bijv.
op Koninginnedag of op een jaardag kan
koopen bij welken leverancier men wil. Er
zijn trouwens nog meer prijzen, waarvoor
bonnen worden gegeven. Dit geldt o.a. voor
den vliegtocht, want men kon toch geen
vliegmachine in de zaal zetten en evenmin
de mailboot „Koningin Emma" of „Beatrix"
voor de reis naar Engeland.
Vervolgens heeft spreker nog enkele
klachten besproken. Het bestuur heeft en
kele jongelui, die zich niet behoorlijk ge
droegen voor een reis uitgesloten, wat de
eenige straf is die het kan toepassen. Ook
heeft men moeten weigeren, kinderen, die
met den eersten busdienst mede moesten en
daarvoor te laat kwamen, met den twee
den dienst mede gingen. Dat kan niet en
klachten der ouders tegen een en ander,
kunnen niet worden ingewilligd. Er moet
nu eenmaal orde en regel zijn.
Spr. deelde verder o.a. mede, dat voor
a.s. Dinsdag geen boterhammen moeten
worden medegenomen, want er zullen weer
enkele taxi's met bolussen worden aange
rukt.
De laatste tocht zal niet Donderdag 24
doch Vrijdag 25 Augustus plaats hebben en
dan zullen alle kinderen samen te ongeveer
5 uur te Middelburg terugkeeren om met
de signaalafdeeling van „Achilles" door een
deel der stad te marcheeren.
Nadat te trekking een vlot verloop had
gehad en bestuur met helpsters en helpers
nog bijeen waren, heeft mevrouw S c h u i-
t e m a namens deze beide laatstgenoemden
het bestuur gecomplimenteerd met het 10-
jarig bestaan der M.V.S. en namens allen
aan den voorzitter een voorzittershamer
aangeboden, waarop gegrapheerd de letters
„M.V.S."
De heer Paul heeft dezen hamer di
rect gehanteerd en er opgewezen, dat men
dit maal niet over het 10-jarig bestaan ge
sproken heeft, omdat er reeds door de feest
gave c.s. meermalen van gerept is.
Dat juist zij, die het bestuur altijd, ook
bij den lotenverkoop ter zijde staan, een ge
schenk aanbieden, verrast spr. ten zeerste
en met de hoop den hamer niet al te dik
wijls te moeten gebruiken, sloot spr. na de
geefsters en gevers namens het bestuur
hartelijk dank te hebben gebracht.
Hierna verlieten de velen, die aan het
geschenk bij droegen onder het zingen van
„De M.V.S. gaat nooit verloren" de zaal en
het bestuur kwam direct daarop in een
kleiner lokaal bijeen.
(Ingez. Med.)
Vaders en moeders oefenen op de
welvaart der maatschappij een vee!,
grooteren invloed uit dan staatslieden
en werkgevers.
niet.'!1
„U bedoelt de zaken van Buffalo
Point?"
„Gedeeltelijk wel."
„Wat dan nog?"
„Heeft hij u niets verteld?"
Hazel knikte. Hij zei, dat u hem uit
het kantoor had gestuurd".
„Meer niet??!' Gordon proestte van 't
lachen.
„Hij zei, dat u hem gezegd had, dat
hij Hazel lachte.
„Juist; inderdaad", antwoordde Gordon.
„En daarom moet ik uw vader spreken.
Ik heb er iets op gevonden om dezen ke
rel klein te krijgen. Peter Me Swain en
nog een paar lui uit Snakes Fall zullen
me helpen. Ik heb de zaak in handen
genomen, maar uw vader weet er nog
niets van. En ik zou graag weten, wat
hij ervan denkt. pZiet u, als het mislukt
is het heele contract naar de maan. En
nu dit er nog bij. Wat is er?" vroeg hij
onthutst.
Hazel was haar ervaring van daar
straks al weer te boven. Ze schaterde het
uit. Deze man trok haar hoe langer hoe
meer aan. Zijn kalme roekelooze moed
was in haar oogen iets bewonderenswaar
digs. Al hun plannen zouden kunnen mis
lukken, door wat hij vanmiddag had ge
daan, maar hij had gehandeld zonder
aan de gevolgen te denken of aan iets
anders, dan het feit, dat hij Slosson op
zijn nummer wou zetten, het kostte wat
het wilde. Wat was het plan, dat hij in
eens onworpen had, de eerste de beste
keer, dat hij alleen moest handelen?
Ze probeerde weer ernstig te kijken en
vroeg:
„Kunt u het me niet vertellen?"
„Kunnen natuurlijk wel, maar
„U praat er liever eerst met vader
over
„Ik weet het eigenlijk niet goed", zei
Gordon, zijn schouders ophalend. „Hebt u
ook wel eens zoo'n gevoel gehad, dat je
eigenlijk een groote dwaas bent? Natuur
lijk niet, dat zou niet kunnen. Maar
zoo voel ik me nu; een soort reactie, denk
ik. Ik heb zoo'n gevoel, of ik alles ver
knoeid heb en of al onze plannen door
mijn schuld zullen mislukken. En het
gekke is, dat het me op het oogenblik
niets schelen kan. Ik heb dien kerel te
pakken gehad en hij heeft zijn bekomst
voor jaren, Zooals hij dat verdiende. En
ik deed het om u en daarom kan de
rest me niets schelen. Ik begin nu te mer
ken, dat ik werkelijk leef, zooals u me
dat den eersten dag vertelde en u bent
het die me dat heeft geleerd: de cham
pagne van het leven is het leven zelf;
of liever gezegd: het. leven is een goed-
koope roode wijn en u bent de champag
ne uit mijn leven. En daarom denk ik,
dat ik dronken ben van champagne."'
Er was een gevoel in Hazel, dat haar
deed zwijgen. Ze kon niet langer naar
die heldere, lachende, eerlijke, blauwe
oogen van hem kijken. Eigenlijk wou ze
niets liever, dan maar steeds naar die
oogen kijken, omdat zij ze de mooiste
ter wereld vond; maar er was iets, dat
haar dwong recht voor zich uit te kij
ken.
Gordon vervolgde:
„Ik heb toch niets verkeerds gezegd,
hoop ik?" bang, dat hij haar had ge
griefd. „Ik bedoel het goed, maar ik zeg
het misschien verkeerd; dat gaat altijd
zoo. Weet u, ik heb de prachtigste vol
zinnen in mijn hoofd, en als ik ze wil
zeggen, komen ze er verward uit. Maar
dat zal u wel nooit overkomen zijn; in
dat opzicht zijn meisjes zoo knap. Als u
me aan tafel zou vragen om u het zout
aan te geven zou dat mijn ooren stree-
len, zooals roomijs mijn tong."
Hazel keek even opzij naar het ernsti
ge gezicht. Toen kon ze haar lachen niet
langer inhouden en ze vroeg:
„Heusch?V
„Lach iemand niet uit, die in moeilijk
heden zit", vervolgde Gordon snel.
„Zit u dan in moeilijkheden?"
„Ja. Dat zou u toch ook, als u alle
plannen had verknoeid en als de eenige
persoon ter wereld, op wier opinie je prijs
stelt, je een groote dwaas vindt?"
Hazel glimlachte heel teeder en zei:
„Wie vindt u een dwaas??'
„Iedereen, die hersens heeft."'
„Dan vrees ik, dat ik geen hersens
heb."
Gordon keek in de ernstigge oogen van
het meisje en vroeg ongeloovig:
„U vindt me dus geen dwaas?"
(Wordt vervolgd)-