PRESTO PRESTO KRONIEK vaa den DA6. ^\„rillekefê af- wat de Ra^ BINNENLAND. ZEELAND. mmm TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 18 AUGUSTUS 1939. No. 194. «rkS: ISTRo EEN ZOON VAN Z'N VADER. De ramp met de „Ijsvogel". MIDDELBURG. 1 1 1 k i HET BETERE ZEEPPOEDER VOOR SLECHTS 5 CENT 30, Kui- -3 00 80 cent N.V. bhouden re obli- schappfl le Post- nen het kchtigen >theken, van een rag op foningin iddel- na 7 bloed- raarde- >de le- f pond. 1 cent. leieren 14 kilo, roode stoofp. ïts. D. sabons ÏSTIL, blank bb en lever- zijden sokjes, (cousen. We- ,Weef- 15 ct, bt. Ap- 15 ct. bilo. L, 26-28, clame- P. P' p. p. p. p. 3.50. Mbg. Het Engelsche witboek inzake Palestina door de mandaten- commissie afgekeurd Uit Genève werd gisteravond de tekst ge- jneld van een verslag, dat de Volkenbonds commissie voor de mandaten onlangs heeft opgesteld, ten aanzien van Palestina, welk land zooals men weet onder Engelsch mandaat staat (d.w.z., dat Engeland het bestuurt uit naam van den Volkenbond). De meerderheid der commissie spreekt als haar oordeel uit, dat de Engelsche politiek ten aanzien van Palestina, zooals die in het befaamde witboek (dat een Ara bische meerderheid in het land wil hand haven en feitelijk den Joden alle uitzicht op hun „Nationaal Tehuis" ontneemt) is nelrgelegd, niet in overeenstemming ge acht kan worden met de opvatting, welke de commissie van het mandaatsinstituut heeft. Zij keurt dus onomwonden het wit boek af. De Britsche regeering heeft op dit verslag (bestemd voor den Volkenbondsraad), reeds een antwoord gegeven, in den vorm van een breedvoerig memorandum. Zij betoogt, dat de mandetaire mogendheid, die verant woordelijk is voor het bestuur van Pales tina, politieke overwegingen niet terzijde kan laten. Met name is zij het er niet mee eens, dat de verplichting tot bevordering der Joodsche immigratie, onafhankelijk van iedere overweging, behalve die van het eco nomische opnemingsvermogen, zou zijn. 1 Zij is van meening, dat dit, indien het de bedoeling van de opstellers van het man- P daat geweest zou zijn, met zooveel woor- 5 den gezegd zou zijn. De Britsche regeering legt er verder den nadruk op, dat een blij- vende qualificatie van de verplichting tot bevordering der immigratie wordt gegeven in artikel 6 van het mandaat, waar wordt gezegd, dat die immigratie vergemakkelijkt moet worden, voor zoover het mogelijk is en „met behoud van de rech ten en de positie van an dere deelen der bevolkin g". Wat betreft de toekomstige constitutie van Palestina, ten aanzien waarvan de mee ning bestaat, dat de besluiten der Britsche regeering een politieke ondergeschiktheid van het Joodsche Nationale Tehuis aan een Arabische meerderheid en daardoor een botsing met artikel 2 van het mandaat in houden, betoogt de Britsche regeering, dat het witboek niet tracht den vorm voor een toekomstige constitutie aan te geven en dat gissingen daaromtrent dan ook voor- harig zouden zijn. Het memorandum ver klaart met een verwijzing naar het wit boek, dat het volkomen de bedoeling van de mandataire mogendheid is, dat haar voorstellen niet zullen leiden tot een on dergeschikt maken van de rechten en po sitie van Joden of Arabieren. Het voegt hieraan toe: „In ieder geval zou de Vol kenbondsraad, welks goedkeuring voor de beëindiging van het bestaande mandaat noodig is, in laatste instantie de verant woordelijkheid dragen voor den vorm der constitutie, die de rechten van beide ge meenschappen handhaaft." Indien de Britsche regeering aldus het memorandum verder een politiek zou moeten volgen, waarbij maatregelen ten aanzien van de immigratie en andere be langrijke onderwerpen, in het witboek ge noemd, zouden zijn uitgesloten, zou de on zekerheid tusschen beide volksgroepen voortduren. Indien de immigratie onbepaald zou worden voortgezet tot het uiterste van het economische opnemingsvermogen en met negatie van alle andere overwegingen, zal de heillooze vijandschap tusschen Joden en Arabieren blijven bestaan. Het memorandum besluit met de woor den: „Het is in het belang van Joden en Arabieren, dat geregeerd wordt niet door geweld, maar door overeenstemming. Naar de meening der Britsche regeering is het voor den vrede, de veiligheid en het wel zijn van het Joodsche Nationale Tehuis noo dig, dat de betrekkingen tusschen Joden en Arabieren berusten op wederzijdsche ver draagzaamheid en goeden wil. De Britsche regeering gelooft, door hiernaar te stre ven, het fundamenteele doel van het man daat getrouw te dienen." Over eenigen tijd zullen het verslag en het Britsche memorandum in de vergade ring van den Volkenbondsraad punt van behandeling gaan uitmaken. Men vraagt doen, nu de mandatencommissie de Naar het Engelsch door T. TEN HAVE— v. d. MADE. ...H®zel wjst niets te zeggen. Ze huiverde i>i:r,a\re?achte' dat de man naast haar bijna blind was geweest. dat ,is Seen eerlijk vechten wf w Gordon die voelde dat verklaren,. „Dat is niet menschehjk meer en nog erger dan de wilde dieren. Ik schaam me Maar ik moest mijn oogen toch redden. Ik was bang, dat ik hem vermoord had." „Ik ben blij, dat dat niet gebeurd is" zei Hazel, maar ze voegde er snel aan' toe: „maar niet om hem." Gordon knikte en zei: „Ja, hij verdiende het wel." Hazel keek hem plotseling met schit terende oogen aan en riep uit: „Ik wou dat ik een man was. Verdienen? Hij ver diende, alles wat leelijk was. Maar ik net zoo goed. Ik zal het nooit weer doen. Nooit! U hebt me gewaarschuwd. U wist het. En u redde me van de gevolgen van mijn eigen dwaasheid. Ik dacht, dat ik handig genoeg was, om hem aan te kun nen; ik dacht dat ik knap genoeg was". Ze lachte bitter. „Ik dacht, dat ik zoo'n kerel kon overtroeven, omdat ik een boer derij kan beheeren en dingen kan, die maar weinig meisjes kunnen. Ik ben ten slotte net, waar hij me voor aan zag, en dat is een onnoozel boerenkind. Ik heb zoo'n hekel aan mezelf en als u niet ge ANTWOORD VAN H.M. DE KONINGIN OP HET ADRES VAN GELUKWENSCH VAN DE EERSTE KAMER. De directeur van het kabinet der Konin gin heeft naar aanleiding van het adres van gelukwensching van de Eerste Kamer der Staten-Generaal ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Irene, den volgenden brief aan den voorzitter der Eerste Kamer gezonden 's Gravenhage, den 16 Augs. 1939. „Voldoende aan de bevelen van Hare Ma jesteit de Koningin heb ik de eer Uhoog- welgeboren te verzoeken de betuiging van harer Majesteits bijzonderen dank te willen overbrengen aan de Eerste Kamer der Sta ten-Generaal voor haar adres van geluk wensching, Harer Majesteit aangeboden bij Uw schrijven van 12 Augs. 1939, waarvoor Hare Majesteit zeer gevoelig is geweest. De directeur van het kabinet der JConingin. (w.g.) van Tets van Goudriaan". De Raad voor de Luchtvaart meent dat een vliegfout het ongeval moet hebben veroor zaakt. De Raad voor de luchtvaart heeft uit spraak gedaan omtrent het ongeval met het vliegtuig „Ijsvogel", de Ph-ARY, type Douglas DC-3, welk vliegtuig op 14 No vember van het vorige jaar, komende van Berlijn, in den Riekerpolder te Amsterdam is verongelukt. Het vliegtuig, eigendom van de K.L.M. vloog onder gezagvoerder J. J. E. Duimelaar. Bij het ongeluk zijn vier leden van de bemanning en 2 vrouwelijke passagiers om gekomen, 3 passagiers werden zwaar en 1 licht gewond. De Raad voor de luchtvaart heeft de zaak in het openbaar onderzocht in de zittingen van 10 en 17 Juli jl. Aan de gisteren gedane uitspraak wordt het volgende ontleend: De Raad heeft de oorzaak van het onge val niet met zekerheid kunnen vaststellen. Wel spreekt hij als zijn meening uit, dat niet' storingen van technischen aard het on geval hebben veroorzaakt. De Raad meent ook de weersomstandigheden, althans als primaire oorzaak van het ongeval, te kun nen uitschakelen. Zij kunnen echter wel secundair tot de ramp hebben bijgedragen. De Raad is van meening, dat een vlieg fout het ongeval moet hebben veroorzaakt, doch tast bepaaldelijk ook, indien hij let op de bekwaamheid der beide vliegers, in het duister omtrent de vraag welke omstandig heden tot het maken daarvan aanleiding hebben gegeven. Dat de onderstelde vliegfout zou zijn te wijten aan onvoldoende observeering van de hoogtemeters door den gezagvoerder dan wel aan een plotselinge blokkeering van de hoogtebesturing door een kaartentrommel of eên ander voorwerp is niet volstrekt uit gesloten, doch anderzijds niet waarschijn lijk. Evenmin is het uitgesloten, dat een misverstand tusschen de beide bestuurders heeft plaats gehad. Tenslotte kan nog wor den gedacht aan een plotseling onwel ge worden zijn van den gezagvoerder. Zeker heid hieromtrent bestaat echter evenmin. Integendeel, het moet zelfs zeer onwaar schijnlijk worden geacht. Naar aanleiding van het getuigenverhoor, acht de Raad het het meest waarschijnlijk, dat kapitein van Gemeren tijdens het onge luk het vliegtuig bestuurde. In dit verband heeft de Raad zich niet kunnen onttrekken aan de vraag, of het onder de bestaande omstandigheden verantwoord te achten zou zijn geweest, dat kapitein Van Gemeren het toestel landde. Hoe zeer deze ook een bekwaam vlieger was, hij had nog onvol doende ervaring opgedaan in het besturen van vliegtuigen van het type Douglas DC-3 onder bijzondere weersomstandigheden en was ook nog niet in het bezit van het vlieg bewijs B. Al moge de Raad ook omtrent de Britsche politiek ten aanzien van Pa lestina afkeurt. Tot dusver gelukte het John Bull in de meeste aangelegenheden, welke op zijn belangen in het bijzonder be trekking hadden, den Raad min of meer naar zijn hand te zetten. Of dat ditmaal ook zal lukken? Zoo niet, dan zal de Pa- lestijnsche kwestie in een nieuw stadium van moeilijkheden treden. •V-tóx. komen was, weet ik niet wat er gebeurd zou zijn. Kon ik maar vechten zooals u Het was reusachtig! En alles was mijn schuld." Een mengeling van gevoelens lagen achter haar woorden. Ze had een bittere minachting voor zichzelf en een groot berouw; maar uit haar heele manier van doen en uit al haar woorden sprak een groote warmte en een niet te verbergen bewondering voor den moed van haar redder. Al merkte Gordon er niets van, dan is het toch nog te betwijfelen, of hij er de juiste beteekenis van begreep, Hij zelf was blij geweest haar te kunnen beschermen en het scheen hem op dit oogenblik toe, dat alleen Hazel Mallinsbee en haar welzijn voor zijn leven van be lang was. Hij keek haar met een zachten blik aan en zei: „Het was uw schuld niet. Zoo iemand als hij zou elk meisje lastig val len". Toen begon hij te lachen en zei met de bedoeling haar te troosten: „Hij is een van de ervaringen van het leven en er varingen zijn gewoonlijk niet prettig. Kijk eens, hoeveel hij ons geleerd heeft. U hebt geleerd, dat je je met iemand, die een pak aan heeft, waarvan je hart in je lichaam omdraait, gewoonlijk liever niet moet inlaten. En ik heb geleerd, dat zulke laaghartige naturen altijd ge- meene methodes, gebruiken, zoowel in vechten als in zaken. Ik denk, dat we deze ervaring zullen begraven en trachten haar niet te vergeten. Maar er is nog iets anders gebeurd."' Voegde hij er lachend aan toe. „Wat dan?" „Of liever gezegd: gebeurd is het nog' vraag, wie tijdens het ongeluk stuurde, geen absolute zekerheid hebben, hij vindt in ieder geval aanleiding tot het uitspreken van de verwachting, dat door de bevoegde instanties maatregelen zullen worden ge troffen, welke in de toekomst verzekeren, dat op lijnvliegtuigen de besturing bij start en landing, alsmede onder moeilijke om standigheden, uitsluitend zal geschieden door bestuurders, die de bevoegdheid daar toe ten aanzien van het betrokken type be zitten. De Raad meent er voorts nog op te moe ten wijzen, dat het naar zijn meening ontoe laatbaar is, dat zoo belangrijke instrumen ten als de hoogtemeters in toestellen van het type Douglas DC-3 zoodanig zijn opge steld, dat zij uitsluitend van de plaats van den linkszittenden bestuurder behoorlijk kunnen worden gecontroleerd. Als de twee de bestuurder den gezagvoerder bij de be sturing behulpzaam is of hem geheel ver vangt, moet hij immers eveneens in staat zijn de hoogtemeters nauwlettend gade te slaan. HET ONGEVAL MET DE „EKSTER." De Raad voor de luchtvaart heeft gis termiddag in het departement van water staat te Den Haag een openbare zitting gehouden ter onderzoeking van het onge val, dat op 9 December jl. nabij het vliegveld Schiphol is overkomn aan het K.L.M.-vliegtuig van het type Lockheed Super Electra, gemerkt PH-APE (Ek ster), waarmede een lesvlucht werd ge maakt. Bij dit ongeval vonden den dood de vier inzittenden: de gezagvoerder A. van der Syde, de piloot C. M. Schrey, de radio telegrafist A. Becking en de boordwerk tuigkundige H. L. H. Jaedicke. Dr. ir. H. J. van der Maas, hoofdinge nieur-vlieger bij het nat. luchtvaartlabo ratorium, als getuige-deskundige gehoord,, zeide te meenen, dat de Lockheed aan de hier te lande geldende eischen voldeed. Achtte U dit vliegtuig, dat een lijntoe- stel was, geschikt als lesvliegtuig? vraagt de voorzitter. In het algemeen niet, antwoordt getui ge. Get. vindt de Lockheed onder normale omstandigheden niet moeilijk bestuurbaar. Een oefening als het afzetten van een mo tor op geringe hoogte zou get. zelf nim mer willen uitvoeren. De volgende getuige-deskundige, die de Raad hoort, is G. J. Geyssendorffer, vlieg tuigbestuurder bij de K.L.M. Deze verklaart, meermalen met de Lockheed te hebben gevlogen. De Lock' heed is volgens hem moeilijker te vliegen dan een DC 2 of DC 3 althans in het be gin. Als je het toestel eenmaal kende ging het heel goed. Vindt U het noodig, dat reeds bij de eerste vlucht bij voortgezette start een motor zou worden afgezet? vraagt de voor zitter. Ik vind dat zeer gevaarlijk. Ik zelf heb het bij lesgeven nimmer deze oefening vlak bij dén grond gedaan. Zelfs de derde keer zou ik het niet doen, antwoordt ge tuige. Na hem hoort de Raad den heer H. Vi- ruly, vliegtuigbestuurder bij de K.L.M., eveneens als getuige deskundige. De heer Viruly verklaart nooit met een Lockheed te hebben gevlogen. Op een desbetreffende vraag geeft ge tuige toe, dat het afzetten van een der motoren op 30 meter hoogte, zooals in het onderhavige geval geschied is, in het algemeen riskant te noemen. Getuige I. A. Aler, chef van den vlieg' dienst der K.L.M., zegt, dat de oefeningen van het afzetten van een der motoren ge houden moeten worden. Uiteindelijk behoort deze oefening ook op geringe hoogte te ge schieden, omdat de vlieger haar'*geheel dient te kennen. Het lesschema is na het ongeval gewij zigd in dezen zin, dat de leerling nu nim mer zijn les mag beginnen met de oefening van het afzetten van een motor op geringe hoogte. De heer H. Fuchs, vliegtuigbestuurder bij de K.L.M. de plaatsvervanger van den heer Aler, was evenals de heer Aler doordron gen van de noodzakelijkheid, dat de oefe ning van 't afzetten van een motor gehouden moet worden, al beseft get. dat het risico bij een Lockheed grooter is dan bij een Douglas. Nadat nog eenige getuigen waren gehoord besloot de Raad later uitspraak te doen. HET SUCCES DER ZEEUWEN OP DE FOLKLORISCHE FEESTEN AAN DE RIVIèRA. De berichten, die ons per post uit Nice bereiken, spreken van blijvend succes bij het optreden van de Zeeuwsche dames en heeren bij de Folklorische feesten aldaar, mede door het volkomen aparte cachet der gebrachte dansen en bewegingen. Vele Hol landers, die te Nice verblijven, hebben de landgenooten toegejuicht en de Fransche bladen schrijven sympathiek over het op treden en brengen foto's van het 18-tal. Meermalen gaven de Franschen uiting aan hun waardeering voor onze vertegenwoor diging en uitten dit met „Vive la Hollande". Zeer op prijs is het ook gesteld, dat men een krans heeft gelegd bij het graf van den onbekenden soldaat. Er stond op het moment van het afzen den der berichten nog een bloemencorso op het programma, waaraan ook de dames zou den medewerken. De club wordt meermalen betiteld als de witte en zwarte groep. Men verwachtte ook veel van het bezoek aan Italië en er is alle aanleiding te verwachten, dat het niet bij dezen eersten keer zal blijven, want er wer den reeds plannen besproken voor het vol gende jaar. Wel een bewijs, dat de komst der Zeeu wen als goede vertegenwoordigers van Ne derland, op hoogen prijs is gesteld. Dat de groep een eerevlag (drapeau d'honneur) ontving, spreekt voor zich zelf. DE TENTOONSTELLING DER YEREEMGING VOOR HET BEHOUD VAN DE ZEEUWSCHE KLEEDERDRACHTEN De tentoonstelling van Zeeuwsche klee derdrachten in de koffiekamer van de Pro vinciale Staten op de Groenmarkt te Mid delburg, heeft zich gisteren reeds in een zeer druk bezoek mogen verheugen. Behal ve de zeer talrijke mannen en vooral vrou wen in Zeeuwsch costuum, die gratis toe gang op de tentoonstelling hebben, kwam er een 500-tal betalende bezoekers, onder wie ook vele vreemdelingen, die zich zeer belangstellend toonden en die in hun taal konden worden ingelicht. Het zal natuurlijk op gewone dagen niet zoo druk zijn als op Donderdagen, maar juist zal er dan voor hen, die komen, nog beter gelegenheid zijn van alles volkomen te genieten en daarom zij ieder belangstel lende nogmaals opgewekt tot een bezoek aan de expositie. WEER EEN DRUKKE DONDERDAG. Vergelijkingen zijn altijd moeilijk te trek ken, als het gaat over de vraag of er den eenen Donderdag meer of minder vreem delingen komen, dan op eenen anderen. Maar hoe het ook zij, ook gisteren was het op bepaalde uren weer zeer druk in het centrum van Middelburg. Ook nu waren onder de talrijke bezoe kers ook die welke van uit Holland met een extratrein waren gekomen, terwijl het aantal autobussen uit België en van boven den Moerdijk weer groot was. Het was de seizoenplaats Middelburg op zijn best. Wat wij minder zien dan vorige jaren, is het opeten van medegebrachte lunchen mid den op straat. Dit maakt dat het er min der onordelijk uitziet. Zij, die hun lunch pakket bij zich hebben, gebruiken het waar schijnlijk meer bij het gebruik van een consumptie in een der vele café's. Hoe het ook zij, het was, gelooven wij, gisteren weer een goede dag voor vele middenstanders. Het is hun van ganscher harte gegund. DE VERLOTING DER M.V.S. Gisterenavond kwamen op de bovenzaal van „De Gouden Poorte" bijeen het bestuur der Middelburgsche Vacantieschool met de helpsters en helpers en vele bezitters van loten, zulks omdat de verloting zou plaats hebben. De voorzitter, de heer P. P h. Paul, zeide dat hij geen overzicht zou geven van de tochten van dit jaar, omdat men door den tocht van gisteren wat laat kon be ginnen met de verlating; omdat het be stuur na afloop nog vergaderen moest en omdat er een film van alles wat de school en haar tochten betreft wordt vervaardigd, die men op 30 Augustus voor een groote schare hoopt te kunnen vertoonen. Op die bijeenkomst zal dan uitvoeriger bij de ge houden tochten kunnen worden stil gestaan. Dank bracht spr. aan allen, die prijzen beschikbaar stelden, maar ook aan hen, die mede hielpen om de 6000 loten vlug aan den man te brengen. Spr. zeide, dat het bestuur besloten heeft om voor het laatste nummer, dat getrokken wordt naast den er op vallenden prijs nog een premie toe te kennen en wel een bon voor een taart van 2.50, die men dan bijv. op Koninginnedag of op een jaardag kan koopen bij welken leverancier men wil. Er zijn trouwens nog meer prijzen, waarvoor bonnen worden gegeven. Dit geldt o.a. voor den vliegtocht, want men kon toch geen vliegmachine in de zaal zetten en evenmin de mailboot „Koningin Emma" of „Beatrix" voor de reis naar Engeland. Vervolgens heeft spreker nog enkele klachten besproken. Het bestuur heeft en kele jongelui, die zich niet behoorlijk ge droegen voor een reis uitgesloten, wat de eenige straf is die het kan toepassen. Ook heeft men moeten weigeren, kinderen, die met den eersten busdienst mede moesten en daarvoor te laat kwamen, met den twee den dienst mede gingen. Dat kan niet en klachten der ouders tegen een en ander, kunnen niet worden ingewilligd. Er moet nu eenmaal orde en regel zijn. Spr. deelde verder o.a. mede, dat voor a.s. Dinsdag geen boterhammen moeten worden medegenomen, want er zullen weer enkele taxi's met bolussen worden aange rukt. De laatste tocht zal niet Donderdag 24 doch Vrijdag 25 Augustus plaats hebben en dan zullen alle kinderen samen te ongeveer 5 uur te Middelburg terugkeeren om met de signaalafdeeling van „Achilles" door een deel der stad te marcheeren. Nadat te trekking een vlot verloop had gehad en bestuur met helpsters en helpers nog bijeen waren, heeft mevrouw S c h u i- t e m a namens deze beide laatstgenoemden het bestuur gecomplimenteerd met het 10- jarig bestaan der M.V.S. en namens allen aan den voorzitter een voorzittershamer aangeboden, waarop gegrapheerd de letters „M.V.S." De heer Paul heeft dezen hamer di rect gehanteerd en er opgewezen, dat men dit maal niet over het 10-jarig bestaan ge sproken heeft, omdat er reeds door de feest gave c.s. meermalen van gerept is. Dat juist zij, die het bestuur altijd, ook bij den lotenverkoop ter zijde staan, een ge schenk aanbieden, verrast spr. ten zeerste en met de hoop den hamer niet al te dik wijls te moeten gebruiken, sloot spr. na de geefsters en gevers namens het bestuur hartelijk dank te hebben gebracht. Hierna verlieten de velen, die aan het geschenk bij droegen onder het zingen van „De M.V.S. gaat nooit verloren" de zaal en het bestuur kwam direct daarop in een kleiner lokaal bijeen. (Ingez. Med.) Vaders en moeders oefenen op de welvaart der maatschappij een vee!, grooteren invloed uit dan staatslieden en werkgevers. niet.'!1 „U bedoelt de zaken van Buffalo Point?" „Gedeeltelijk wel." „Wat dan nog?" „Heeft hij u niets verteld?" Hazel knikte. Hij zei, dat u hem uit het kantoor had gestuurd". „Meer niet??!' Gordon proestte van 't lachen. „Hij zei, dat u hem gezegd had, dat hij Hazel lachte. „Juist; inderdaad", antwoordde Gordon. „En daarom moet ik uw vader spreken. Ik heb er iets op gevonden om dezen ke rel klein te krijgen. Peter Me Swain en nog een paar lui uit Snakes Fall zullen me helpen. Ik heb de zaak in handen genomen, maar uw vader weet er nog niets van. En ik zou graag weten, wat hij ervan denkt. pZiet u, als het mislukt is het heele contract naar de maan. En nu dit er nog bij. Wat is er?" vroeg hij onthutst. Hazel was haar ervaring van daar straks al weer te boven. Ze schaterde het uit. Deze man trok haar hoe langer hoe meer aan. Zijn kalme roekelooze moed was in haar oogen iets bewonderenswaar digs. Al hun plannen zouden kunnen mis lukken, door wat hij vanmiddag had ge daan, maar hij had gehandeld zonder aan de gevolgen te denken of aan iets anders, dan het feit, dat hij Slosson op zijn nummer wou zetten, het kostte wat het wilde. Wat was het plan, dat hij in eens onworpen had, de eerste de beste keer, dat hij alleen moest handelen? Ze probeerde weer ernstig te kijken en vroeg: „Kunt u het me niet vertellen?" „Kunnen natuurlijk wel, maar „U praat er liever eerst met vader over „Ik weet het eigenlijk niet goed", zei Gordon, zijn schouders ophalend. „Hebt u ook wel eens zoo'n gevoel gehad, dat je eigenlijk een groote dwaas bent? Natuur lijk niet, dat zou niet kunnen. Maar zoo voel ik me nu; een soort reactie, denk ik. Ik heb zoo'n gevoel, of ik alles ver knoeid heb en of al onze plannen door mijn schuld zullen mislukken. En het gekke is, dat het me op het oogenblik niets schelen kan. Ik heb dien kerel te pakken gehad en hij heeft zijn bekomst voor jaren, Zooals hij dat verdiende. En ik deed het om u en daarom kan de rest me niets schelen. Ik begin nu te mer ken, dat ik werkelijk leef, zooals u me dat den eersten dag vertelde en u bent het die me dat heeft geleerd: de cham pagne van het leven is het leven zelf; of liever gezegd: het. leven is een goed- koope roode wijn en u bent de champag ne uit mijn leven. En daarom denk ik, dat ik dronken ben van champagne."' Er was een gevoel in Hazel, dat haar deed zwijgen. Ze kon niet langer naar die heldere, lachende, eerlijke, blauwe oogen van hem kijken. Eigenlijk wou ze niets liever, dan maar steeds naar die oogen kijken, omdat zij ze de mooiste ter wereld vond; maar er was iets, dat haar dwong recht voor zich uit te kij ken. Gordon vervolgde: „Ik heb toch niets verkeerds gezegd, hoop ik?" bang, dat hij haar had ge griefd. „Ik bedoel het goed, maar ik zeg het misschien verkeerd; dat gaat altijd zoo. Weet u, ik heb de prachtigste vol zinnen in mijn hoofd, en als ik ze wil zeggen, komen ze er verward uit. Maar dat zal u wel nooit overkomen zijn; in dat opzicht zijn meisjes zoo knap. Als u me aan tafel zou vragen om u het zout aan te geven zou dat mijn ooren stree- len, zooals roomijs mijn tong." Hazel keek even opzij naar het ernsti ge gezicht. Toen kon ze haar lachen niet langer inhouden en ze vroeg: „Heusch?V „Lach iemand niet uit, die in moeilijk heden zit", vervolgde Gordon snel. „Zit u dan in moeilijkheden?" „Ja. Dat zou u toch ook, als u alle plannen had verknoeid en als de eenige persoon ter wereld, op wier opinie je prijs stelt, je een groote dwaas vindt?" Hazel glimlachte heel teeder en zei: „Wie vindt u een dwaas??' „Iedereen, die hersens heeft."' „Dan vrees ik, dat ik geen hersens heb." Gordon keek in de ernstigge oogen van het meisje en vroeg ongeloovig: „U vindt me dus geen dwaas?" (Wordt vervolgd)-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1939 | | pagina 5